Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
Energie en Ruimte Hans Alders
Energie en ruimte ….dat is het thema van vandaag … Er zijn verrassend veel relaties tussen energie en ruimte, zowel in de energie-consumptie als ook in de productie -sfeer . En ik zeg verrassend, omdat wij ons niet elke dag realiseren dat het gebruik van de ruimte altijd een vingerafdruk achterlaat in de vorm van herkenbare patronen van de energieproductie, het transport en het energieverbruik. Een klein voorbeeldje…. Kijken wij naar het gemiddeld huishoudelijk elektriciteitsverbruik per gezin in de verschillende regio‟s van Nederland, dan springt ons opeens de Bible-belt in het oog als het gebiedsdeel met het de hoogste elektriciteitsconsumtie per huishouden. Op het eerste gezicht opmerkelijk… Maar wie beseft dat deze gelovige gemeenschappen ook de grootse gezinnen hebben, ziet al snel de samenhang tussen energieverbruikspatronen en de ruimtelijke spreiding daarvan. Het is maar een voorbeeld om aan te geven dat er veel relaties zijn tussen het gebruik van de ruimte en energieverbruikspatronen. Kijk ook bijvoorbeeld eens naar de energie- consumptiepatronen in slaapsteden, en vergelijk dat eens met kantoorcentra. Op het moment dat in de slaapsteden de lampen ‟s ochtends uitdoen omdat iedereen naar zijn werk vertrekt , loopt in kantoren even verderop de energieconsumptie snel op. En zo zijn er vele te onderscheiden patronen weer te geven. Netbeheerders gebruiken deze kennis voor de wijze waarop zij hun netten dimensioneren, energiehandelaren en retailers in de wijze waarop zij in- en verkopen, en producenten bij de optimalisatie van hun productieprocessen. Energie en Ruimte vanuit het beleidsmatige perspectief van de energiesector In mijn inleiding wil ik u graag iets vertellen over Energie en Ruimte, vanuit het beleidsmatige perspectief van de energiesector. Van devoorzitter van de branchevereniging van die sector, EnergieNed, mag u dat ook verwachten. Ik wil overigens benadrukken dat de netbeheerders (en de netinfrastructuur) buiten de scope valt van de bedrijven die lid zijn van EnergieNed. Als gevolg van de splitsing van energiebedrijven zijn de netbedrijven geheel verzelfstandigd en hebben zij een eigen branchevereniging. Hoewel ik daar dus niet over ga, zal ik er wel wat over zeggen in mijn (algemene) beschouwingen. Over sommige zaken aangaande de netten hebben wij trouwens als producenten, leveranciers en handelaren ook best een opvatting en wensen. En samenwerking met de netbeheerders op vele beleidsterreinen is onontbeerlijk. Dat zal gaandeweg mijn betoog ook wel blijken. En uiteraard zal ik daarbij vandaag de ruimtelijke component in het bijzonder belichten. eleidsmatig strategisch zijn er voor de Nederlandse energiebedrijven twee lange termijn ontwikkelingen leidend:de vorming van de geïntegreerde Noordwest Europese energiemarkt en, de transitie naar een duurzame energievoorziening.En deze strategische ontwikkelingen beïnvloeden elkaar onderling op tal van gebieden. Een gigantische uitdaging voor de branche (en de overheid). De Noordwest Europese energiemarkt (elektriciteit)
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
Laat ik beginnen met de Noordwest Europese markt, in het bijzonder de elektriciteitsmarkt. Tien jaar na de liberalisering van de energiemarkt, als gevolg van Europees beleid, zijn de veranderingen voor de energiemarkt goed zichtbaar, of het nu gaat om de ontwikkeling van de netinfrastructuur, de organisatie van de energiemarkt of de productiewijze. Was voorheen sprake van sterk nationaal georiënteerde energievoorzieningen, heden ten dage vindt er een herstructurering plaats van de energievoorziening op Europese schaal. Dit is een geweldige omwenteling, die past in meer dan honderdjarige trend van schaalvergroting. Zo waren pas in 1953 alle centrales via het elektriciteitsnet in Nederland met elkaar verbonden. Tot dertig jaar geleden werd de elektriciteitsvoorziening geoptimaliseerd op een gemeentelijke en provinciale schaal. En eerst in 1981, met de komst van de Landelijke Economische Optimalisatie (LEO) en de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1989 werd de elektriciteitsvoorziening nationaal gecoördineerd en geoptimaliseerd. Begin jaren tachtig kon al uitgerekend worden dat verdere supra-nationale optimalisatie kostenefficiënt zou zijn. Met kleine stapjes is sindsdien in die richting gewerkt . De doorbraak naar een elektriciteitsvoorziening op Europese schaal begon eind jaren negentig van de vorige eeuw. Toen werd de een vrije en geïntegreerde Europese energiemarkt geïntroduceerd. Die vergrootte markt biedt gaandeweg de mogelijkheid om de energievoorziening op Europese schaal te optimaliseren. In de periode 2000 – 2020 zal dat nog een optimalisering zijn op het niveau van subregio‟s in Europa, zoals de Noordwest Europese markt of het Iberisch schiereiland, maar te voorzien is dat na 2020 die optimalisatie zeer duidelijk pan-Europese dimensies zal hebben. Enkele contouren daarvan zijn nu reeds al zichtbaar . Ik denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van elektriciteitstransportnetten die vanaf de Noordzee grote hoeveelheden windenergie moeten kunnen afvoeren diep Europa in,of aan transportcapaciteit om zonne-energie vanuit de Sahara naar midden Europa kunnen brengen.
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
De zich veranderende oriëntatie leidt tot schaalvergroting op elke denkbaar gebied. -
energiebedrijven vormen conglomeraties van op Europese schaal opererende energiebedrijven;
-
de elektriciteitsproductie komt daar tot stand waar, alle relevante aspecten in aanmerking genomen, de meest gunstige condities gelden. Dat geldt voor kolen- en gasvermogen, maar ook voor wind- , kernenergie of het gebruik van waterkracht of biomassa;
-
de landelijke netbeheerder TenneT koopt transportnetten in Duitsland om zich zo te kunnen ontwikkelen tot een belangrijke speler in de Europese markt;
-
de wetgeving en het toezicht krijgen meer en meer Europese dimensies en worden meer en meer door Brussel bepaald;
-
de brandstofmix is de facto geen nationale maar een Europese aangelegenheid, ook al lijkt dat besef soms maar moeilijk in Den Haag door te dringen.
En dit alles heeft zeer duidelijke ruimtelijke consequenties. Zo werden tot voorkort, via de Rotterdamse haven, vele tonnen kolen vervoerd naar het Ruhrgebied om daar te worden omgezet in elektriciteit. Elektriciteit, die vervolgens weer werd getransporteerd naar de Nederlandse markt. Maar gaandeweg wijzigt dit beeld drastisch. Europese spelers op de Europese markt optimaliseren nu op Noordwest Europese schaal en plaatsen het elektrisch vermogen het liefst daar waar dat het voor hen het meest economisch is. En dat is voor grootschalig fossiel vermogen in aanzienlijke mate aan de kust van Nederland, nabij Rotterdam en nabij de Eemshaven. En zo groeit Nederland, na jarenlang een importland van elektriciteit te zijn geweest, uit tot een elektriciteitsexporterend land . Gaandeweg zal de stroom kolen die via de Rotterdamse haven naar Duitse centrales gingen, vervangen worden door stromen kolen naar bijvoorbeeld centrales op de Maasvlakte en de Eemshaven. Kijk ook eens wat er gebeurt op het gebied van windenergie. De investeerders in windenergie kijken bij hun keus van de locaties niet alleen naar de plekken waar het veel waait, maar ook naar andere zaken zoals de bereikbaarheid van havens, nodig om de molens te kunnen bouwen en niet in de laatste plaats, de subsidie-regimes die er voor de verschillende locaties gelden. Voor energie geldt dat economische processen zich gaandeweg ruimtelijk verplaatsen, op een schaal zoals zij dat in andere markten al veel langer deden. Nederland heeft een logische positie als doorvoerland. Het is niet toevallig dat de grootste wereldhaven is gevestigd in Rotterdam. Voeg daarbij de goede aanvoermogelijkheden van kolen via rivieren en gas via pijpleidingen en koelwater aan overvloed in de Noordzee. Dan is het niet toevallig dat juist in Nederland veel nieuwe centrales voor de NWE markt worden gepland.
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
De Noordwest Europese energiemarkt (gas) In de gasmarkt is een zelfde beweging gaande. Daar is, waar het Europa betreft, die beweging ontstaan vanaf de vondst van het Groninger aardgas vijftig jaar geleden. Na die vondst veroverde het Nederlandse aardgas de Noordwest Europese markt. Zo ontstond een Europese markt voor gas, waarvan steeds meer partijen profiteerden. En natuurlijk ook nieuwe aanbieders aantrok, in het bijzonder van landen met aanzienlijke voorraden zoals Noorwegen, Algerije en met name Rusland. Maar gasbellen hebben de gewoonte op enig moment kleiner en kleiner te worden. De groeiende behoefte aan aardgas in Europa en de afnemende productie van aardgas binnen de grenzen van de Europese Unie, zorgen daardoor voor een steeds grotere importafhankelijke van grote aardgas- producenten buiten de EU. Rusland, Algerije, Noorwegen. Diversificatie is daarmee het devies. Dus wordt gepoogd ook uit veel verder weg gelegen streken van de aarde gas naar Europa aan te trekken. De spanningen tussen de Oekraïne en Rusland over het transport van gas naar Europa en de consequenties daarvan voor Oost Europa gaven aan die ontwikkeling nog extra impulsen. Daarnaast heeft het geleid tot een verscherpt bewustzijn dat de integratie van de Europese gasmarkt voortvarend verder moet worden opgepakt. Voor Nederland hebben al deze ontwikkelingen geleid tot het beleid van de Nederlandse Gasrotonde, hier in Groningen een niet onbekend concept. Ruimtelijk betekent die ontwikkeling onder meer : -
het over de grenzen gaan van het transport en infrastructuur bedrijf Gasunie
-
de aanleg van verschillende lange afstand transportlijnen of de verbreding daarvan (bijvoorbeeld Nord Stream, BBL, het Noord-Zuid-project)
-
de aanleg van LNG- terminals en opslag capaciteit om gas van verre streken naar Nederland te krijgen.
Vergelijkbare ontwikkelingen zien we in andere delen van Europa. En dit alles om maar in mindere mate gevoelig te worden voor incidentele omstandigheden bij de grootste gas leveranciers van Europa, de leveringszekerheid veilig te stellen en uiteindelijk zo economisch mogelijk in de Europese vraag naar gas te kunnen voorzien. De ontwikkeling naar verduurzaming Een tweede strategisch hoofdthema wordt gevormd door de verduurzaming. En op een paar punten kruist het eerste thema Europa dit tweede thema. Ik wijs allereerst op: -
het Europese duurzaamheid - beleid, met haar 20-20-20 doelstellingen -
20 % minder CO2 uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990
-
20 % aandeel duurzaam in 2020
-
20 % energie-efficiencyverbetering
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
Van deze doelstellingen zijn nationale doelstellingen afgeleid. -
Ten tweede valt te wijzen op het Europees afgesproken instrumentarium, in het bijzonder de invoering van het Europees Emission Trade System( het EU ETS). Dit houdt in dat op Europese schaal de CO2 uitstoot voor de meest belangrijke Europese CO2-bronnen een plafond heeft gekregen, en door middel van een Europees bepaald cap-and trade systeem er handel gedreven kan worden in emissierechten. Een systeem dat als consequentie heeft dat additionele reducties hier, even zo grootte overschrijdingen elders mogelijk maakt.
-
En te derde wijs ik op de spanningen die deze Europese aanpak met zich meebrengt tussen nationale duurzaamheid-ambities of brandstofmix- wensen enerzijds en de Europese context anderzijds. Zo maakt de ontwikkeling van Nederland als exportland van stroom, mede gebaseerd op relatief sterk CO2 uitstotend kolenvermogen, het niet eenvoudig de nationale CO2 doelstellingen te realiseren.
Verduurzaming heeft grote ruimtelijke consequenties. En ik schets u dit aan de hand van enige verschillende onderdelen daarvan: windenergie, biomassa, CCS en afstandsverwarming. Wind op land -
Al in de jaren tachtig is Nederland bezig om grootschalig wind vermogen op land te plaatsen. Maar Nederland is dichtbevolkt en de weerstanden zijn aanmerkelijk. En die weerstanden komen niet alleen van omwonenden maar ook van bijvoorbeeld Defensie en Natuurbeschermers. Ruimtelijk gezien horen die molens natuurlijk vooral in langs de kusten in open windrijke gebieden, maar daarmee redt de overheid haar ambities niet. Ook elders in het land zal er dus gebouwd moeten worden aan grootschalige windparken . Kleinschaligheid tikt op den duur onvoldoende aan, maakt het extra duur en moeilijker inpasbaar. En daarom zullen de windmolens op land op industie-terrein –achtige leest geschoeid moeten worden met mogelijkheden om de vermogens van de parken in de loop van de tijd te laten groeien. Dit vergt een omslag in het denken over windmolenparken en over de ruimtelijke inpassing ervan. Huidige problematiek (zie Urk) oplossen. De huidige gereedschapskist voldoet niet meer.
Wind op zee -
Omdat de ruimte op land z‟n beperkingen kent, terwijl de ambities groot zijn, kijkt de overheid al zo‟n vijftien jaar naar mogelijkheden om de Noordzee te benutten als locatie voor windvermogen. En die ambities zijn groot. Zo‟n 6000 MW aan windvermogen zou Nederland in 2020 op zee gerealiseerd willen zien. Maar zoiets vergt grote inspanningen en operationeel veel activiteit. Alleen al het door de overheid aanwijzen van gebieden waar in de Noordzee windparken gebouwd kan worden, geeft de grootst mogelijke problemen. Visserij, scheepvaart, natuurbescherming, recreatie, olie en gaswinning, en nog zo wat belangen, strijden om de ruimte.
-
Voor wind op zee zijn ook investeerders nodig. Dat zijn voor een groot deel Europees georiënteerde energiebedrijven die kijken naar het investeringsklimaat op de Noordzee. En dan blijken Duitsland en Engeland op tenminste een aantal aspecten aantrekkelijker dan Nederland. Wie hierin de verstandigste is laat ik maar even in het midden.
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
-
Met de Nederlandse ambities voor wind op zee is er ook een netwerk nodig om de stroom van de Noordzee af te voeren naar de kust, en verder het land in; op den duur Europa in. Dit om de wisselvallige windstroom in het net te kunnen opvangen. Er is, wat we noemen, een stopcontact op zee nodig. Dat geldt ook allemaal voor onze buurlanden, en dus wordt er nagedacht over een de mogelijkheid om in de een of andere vorm een ringverbinding aan te brengen op of rond de Noordzee om de windenergie op de Noordzee te kunnen opvangen en naar diverse richtingen af te voeren. Bijvoorbeeld naar Noorwegen waar de stroom wellicht kan worden opgeslagen in de vorm van waterkracht.
-
De windenergie op zee vergt grote investeringen in verbindingen. Eerder gaf ik al aan dat de export kolen-kWh goede verbindingen met het buitenland vergt, maar voor grote hoeveelheden windenergie is dat nog veel nadrukkelijker het geval, niet in de laatste plaats om het Europese net stabiel te kunnen houden.
-
Doorkijkje geven in hoe het er voorstaat aan de hand van SEIN en welke uitdaging hier voor Nederland ligt (en andere Europese landen die ook met Wind op Zee aan de weg willen timmeren).
Biomassa -
Een volgende mogelijkheid om te verduurzamen is de benuttin g van biomassa. In de huidige situatie draagt het grootschalig meestoken van biomassa in kolencentrales zeer substantieel bij aan de verduurzaming. Voor de stromen biomassa die daarvoor nodig zijn moeten we in Nederland met name kijken naar afvalstromen en restproducten. En omdat het economisch zelden uitkan om in Nederland landbouwareaal in te zetten voor de productie van biomassa, zijn aanvoerhavens en andere infrastructuur nodig om deze vorm van verduurzaming vorm te geven.
Warmte -
Verdere verduurzaming is mogelijk door veel meer dan nu het geval is gebruik te maken van restwarmte. In Nederland zijn er een aantal grote clusters van gebieden die goed in aanmerking komen voor stadsverwarming, en die daar overigens al voor een belangrijk deel vorm heeft gekregen. Deze clusters voor gebruik van stadsverwarming in Nederland liggen rond Rotterdam – Den Haag, Utrecht , in Brabant en Gelderland. Maar het is met dit soort dingen zoals met andere…de politiek moet het wel willen. Energiebeleid is lange termijn beleid, vooral ook vanwege de ruimtelijke gevolgen.
CCS en kolenstook -
Iets dergelijks kan gezegd worden van het opvangen en opslaan van CO2 in de bodem. Als we daar eenmaal ja tegen zeggen, is er geen weg terug. Dan heeft het voordelen en nadelen. Want als de infrastructuur (in feite moet er een tweede „gasnet‟ worden aangelegd waarop alle schoorstenen van centrales en industriële installaties op worden aangesloten) en de opslagplaatsen er zijn, wordt het vanzelf een vestigings- voordeel of nadeel, al naar gelang je er over denkt en met welk oog je naar potentiële locaties kijkt. Ook hier een gigantische uitdaging. En dan heb ik het nog niet eens over het bereiken van de maatschappelijke acceptatie (zie Barendrecht).
-
Het is niet de bedoeling al uw tijd in beslag te nemen, dus rond ik af met te wijzen op het belang van infrastructuren
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/
Infrastructuur -
De infrastructuur wordt natuurlijk in hoge mate geraakt door de internationalisering, de introductie van de marktwerking en door de verduurzaming. Het heeft netuitbreidingen tot gevolg, de ontwikkeling van slimme netten, het mogelijk ontstaan van woonwijken zonder gasaansluiting en een zeer intensief gebruik van de Nederlandse ondergrond.
-
Tegen de achtergrond van alle geschetste ontwikkelingen is het niet verbazingwekkend dat de energiesector zich vaak zorgen maakt over de procedures en vergunningen. Ambities van overheid en markt kunnen groot zijn, maar niet alles kan van de ene dag op de andere.
-
Wie over al deze onderwerpen nog eens wat meer zou willen weten, zou eens kunnen lezen in het AER-rapport over de infrastructuurontwikkeling.
Slot -
EEN SLOTWOORD, alles overziend en passend bij het thema van deze dag : “Ruimte voor Energie” …”geef Energie en de energiemarkt, de Ruimte”, want de tijd dat vanuit één centraal punt de energievoorziening „geleid kon worden, ligt echt ver achter ons.
Meer informatie over deze presentatie en het congres ‘Ruimte voor Energie!’ kunt u vinden op http://www.geopromotion.nl/