MAGIX Music Cleaning Lab www.magix.com
MAGIX Music Cleaning Lab Copyright MAGIX is een gedeponeerd handelsmerk van MAGIX AG. Deze documentatie is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten, in het bijzonder het recht op vermenigvuldiging en verspreiding alsook de vertaling, blijven voorbehouden. Niets van deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende in enige vorm door middel van fotokopie, microfilm of andere procedures worden gereproduceerd of naar een voor machines, in het bijzonder dataverwerkingsinstallaties, toepasbare taal worden overgedragen. Alle weergavenrechten blijven voorbehouden. Vergissingen en inhoudelijke wijzigingen alsook programmawijzigingen voorbehouden. Alle andere genoemde productnamen kunnen handelsmerken zijn van de betreffende producenten.
gedeponeerde
This product uses MAGIX patent pending technology. Copyright © MAGIX AG, 2001 – 2007. Alle rechten voorbehouden.
www.magix.com
1
2
Inhoud
Inhoud MAGIX Music Cleaning Lab Copyright Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Verbinding Opnemen & branden Muziekstukken samenstellen Cleaning Cleaning-Funktionen: DeClicker DeCrackler DeClipper DeNoiser DeHisser Mastering-functies: Stereo FX Equalizer Brilliance Sound Cloner Dynamics MultiMax Tips
1 1 3 4 5 8 11 12 12 13 13 14 18 19 19 20 21 21 22 24 25
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Overzicht & verbinding Met MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe laadt u audiomateriaal uit verschillende bronnen om het met speciale functies te reinigen, te bewerken en als audiobestand te exporteren of op CD te branden. Zo gaat het: platen en cassettes moeten eerst worden gedigitaliseerd. Daarvoor gebruikt u de opnamefunctie van MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe. Daarmee neemt u het analoge materiaal op via de geluidskaart van uw computer. Vervolgens optimaliseert u de geluidskwaliteit van de opname. Tenslotte kunt u de geoptimaliseerde opname exporteren of op CD branden. Overzicht programma-interface 1.
Tab "Importeren
2.
Tab "Cleaning"
3.
Tab "Exporteren"
4.
Golfvormweergave van de opname
5.
Transportbesturing
6.
Gedeelte met opties: de weergave verandert al naar gelang welk gedeelte actief is (Importeren, Cleaning of Exporteren)
Overzicht van de werkwijze Om audiomateriaal te digitaliseren en op disk te branden onderneemt u drie eenvoudige stappen. Om van de ene naar de andere stap te gaan klikt u op de tabbladen in het bovenste gedeelte van de programma-interface. 1. Importeren:
Muziek laden of opnemen
2. Cleaning:
De geluidskwaliteit van de opname optimaliseren
3. Exporteren:
Opslaan of branden op disk
www.magix.com
3
4
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Verbinding Eerst moet u een correcte verbinding tussen PC en stereo-installatie tot stand brengen. Er zijn verschillende mogelijkheden, afhankelijk van uw apparatuur. 1. Aansluiting via een aparte uitgang Wanneer de versterker van uw stereo-installatie een aparte Line Out of Aux Out heeft, moet u deze uitgangen voor opname gebruiken. Deze moeten dan op de ingang van de geluidskaart worden aangesloten (meestal rood). Meestal heeft de hifi-versterker cinch-ingangen en de geluidskaart stereo-mini-jack-ingangen. Zorg dus voor een kabel met aan de ene kant twee kleine cinch-stekkers en aan de andere kant een stereo-mini-jack. 2. Aansluiting via de uitgang van de koptelefoon Wanneer de versterker geen aparte uitgangen heeft (behalve die van de luidsprekers) kunt u de koptelefoonaansluiting gebruiken voor de opname. Hiervoor heeft u een kabel nodig met aan beide kanten stereomini-jacks. Het voordeel van deze methode is dat u het niveau van het signaal van de koptelefoonuitgang apart kunt regelen. Het nadeel is dat de meeste koptelefoonuitgangen niet van hoogwaardige kwaliteit zijn. Gebruik bij cassetteopnamen dus liever de Line Out-uitgang van het tapedeck. Indien mogelijk moet u uitgangen van een platenspeler nooit direct op de geluidskaart aasluiten omdat het signaal van de platenspeler eerst moet worden voorversterkt. Gebruik de aansluiting van de koptelefoon wanneer u geen aparte voorversterker heeft. Alle benodigde kabels worden bij MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe meegeleverd. In het nu volgende gaan wij ervan uit dat de klankbron en de geluidskaart op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. MAGIX Music Cleaning Lab XXL bevat reeds een phonovoorversterker. Zo kunt u de PC direct op de platenspeler aansluiten. U heeft dus geen stereo-installatie meer nodig! Het pakket bevat tevens een aardedraad, een RIAA compensator die onmisbaar is bij phonoopnamen, alle benodigde kabels en een adapterstekker.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Opnemen & branden 1. Aanzetten van alle apparatuur en het programma starten Nadat u de PC en de stereo-installatie op de juiste wijze heeft aangesloten, zet u de PC en de stereo-installatie aan. Start vervolgens MAGIX Music Cleaning Lab deluxe. Voor een zo goed mogelijke geluidskwaliteit bij de opname van platen moet u uw platen voor de opname eerst reinigen met een antistatische reinigingsdoek. 2. Starten van de opnamedialoog Na het starten van het programma ziet u het importscherm van MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe. Wanneer u de opnamebron correct op de geluidskaart heeft aangesloten, opent u de opnamedialoog via de knop "Record Audio". Muziek importeren
3. Niveauregeling van het signaal Start de opnamebron. U kunt nu de modulatie controleren op het LEDscherm in de opnamedialoog. U kunt hierbij het beste het luidste gedeelte van het nummer opzoeken en dit afspelen. Deze moet maximaal worden ingesteld. Pas het niveau overeenkomstig aan door het volume van het ingangssignaal (de plaat) te verhogen. Optimaal gemoduleerd opnameniveau
Wanneer u de koptelefooningang van de versterker gebruikt kunt u het niveau direct bij de klankbron instellen. Als u de Line Out van de versterker op de geluidskaart heeft aangesloten, kunt u dit alleen in het mixerscherm van uw geluidskaart doen. Deze bereikt u via de knop "Niveau".
www.magix.com
5
6
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab 4. Opnemen Voor de opname moet u controleren of de automatische trackherkenning in de opnamedialoog is geactiveerd. De afzonderlijke nummers moeten ook als afzonderlijke CD-tracks worden overgenomen op de te branden CD. Klik vervolgens op "Opname" in de opnamedialoog en start de opnamebron (bijv. platenspeler). Bij platen en cassettes: druk op "Stop" wanneer de eerste kant is afgelopen. Het audiomateriaal wordt meteen op het masterspoor weergegeven. Draai de plaat of cassette nu om en neem de tweede kant op. Herhaal hierbij gewoon de eerder beschreven stappen. Het audiomateriaal van de tweede kant wordt op het masterspoor direct achter de eerste kant gezet. 5. Opname testen Als volgende stap moet u de opname beluisteren. Gebruik hiervoor de "Start"-knop in de transportbesturing.
Er wordt altijd afgespeeld vanaf de startmarker boven het spoor in de maatlineaal. U kunt deze verplaatsen door met de muis op de plaats in de maatlineaal te klikken. 6. Trackmarkers controleren
Trackmarker zijn zichtbaar als rode driehoekjes
Wanneer de opname in orde is moet u controleren of de trackmarkers correct zijn geplaatst. Trackmarkers zijn de genummerde driehoekjes boven het spoor in de maatlineaal. Deze worden automatisch geplaatst door de trackherkenning.
Daar waar een trackmarker zich in de opname bevindt, begint later een nieuwe titel op de CD. Wanneer uw plaat of cassette bijvoorbeeld tien nummers bevat, moeten er ook tien trackmarkers in de opname zijn zodat u elke titel op de gebrande CD op kunt roepen. U kunt elke trackmarker met de muis aanklikken en verschuiven of wissen. U plaatst extra trackmarkers door op uw toetsenbord op de toets "M" te drukken.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab 7. Het verwijderen van stoorgeluiden
Als u helemaal bovenin op de knop "Cleaning" klikt, komt u in het centrum van MAGIX Music Cleaning Lab deluxe met al zijn reinigingsfuncties.
Om de opname van storende geluiden zoals knisperen en kraken te ontdoen kunt u de handige "1 Click"cleaningautomatisering gebruiken. Het voordeel: gebruikers zonder voorkennis kunnen zo een optimaal en professioneel resultaat bereiken. Bovendien zorgt de 1 Clickautomatisering voor het gebruik van een breed spectrum aan functies in het programma. Indien gewenst kunt u de automatisering sturen en de opname naar eigen wens optimaliseren. Bij de "1 Click"-automatisering heeft u de keuze uit een automatische analyse en een handmatige toepassing. Om de afzonderlijke effecten te leren kennen, kiest u het best de handmatige variant. Daarbij worden u de verschillende Cleaning-effecten aan de hand van typische geluidsvoorbeelden voorgesteld. Verschillende effect-instellingen kunnen worden uitgeprobeerd en op het materiaal worden toegepast. Bij Tips vindt u gedetailleerde informatie over de afzonderlijke Cleaningfuncties. 8. CD branden
Bij de laatste stap brandt u de geoptimaliseerde opname op CD of DVD. Klik hiervoor op het tabblad "Exporteren" - hiermee gaat u naar het exportscherm.
Klik om uw opname op CD te branden op de grote knop "Audio CD"
www.magix.com
7
8
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab
In de branddialoog kunt u kiezen, of u de CD "on the fly" wilt branden of eerst een image-bestand op de harde schijf wilt laten maken. Bij het "on the fly" branden wordt er geen ruimte op de harde schijf gebruikt. De CD wordt met alle effect-instellingen direct vanuit het programma gebrand. Klik op de knop "Brand CD/DVD" om het brandproces te starten.
Muziekstukken samenstellen Met MAGIX Music Cleaning Lab deluxe is het heel eenvoudig om verschillende klankbronnen - plaat, CD, cassette en MP3-bestanden samen te voegen en op één enkele CD te branden. Dit gaat als volgt: 1. Muziekstuk laden Als eerste moet u alle stukken naar een nieuw MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe-project laden. Ga hiervoor naar het scherm "Importeren". Nummers van een plaat of cassette neemt u op via de grote knop "Record Audio" in het importscherm. Gedetailleerde informatie over audio-opnamen vindt u in deze workshop bij "Opnemen & branden". MP3's en andere audiobestanden die u al op uw computer heeft opgeslagen, importeert u via de grote knop "Import Audio" in het importscherm naar het spoorvenster. Om tracks van een CD te laden plaatst u de CD in het station van uw computer. Klik vervolgens op de grote knop "Import CD". Markeer de gewenste track. Wanneer u meerdere tracks van de CD wilt laden, houd dan de Ctrl-toets van uw toetsenbord ingedrukt bij het markeren van de tracks. Klik op "Geselecteerde track(s) kopiëren..." De dialoog "Project importeren" verschijnt. Hier bepaalt u de bestandsnamen en de doeldirectory. Nu wordt het audiomateriaal van het station naar de harde schijf gekopieerd.Wanneer het inlezen is afgesloten wordt de dialoog gesloten en worden de tracks als afzonderlijke objecten op het masterspoor ingevoegd.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab 2. Samenstelling bewerken U hoeft de nummers niet te laden in de volgorde zoals u ze op de CD wilt branden. Vaak is het eenvoudiger om eerst alle nummers van een bepaalde geluidsdrager op te nemen, bijv. eerst de nummers van een plaat, vervolgens cassetteopname, vervolgens audio-CD-tracks en tenslotte audiobestanden die u op de computer heeft opgeslagen. Met de verschillende muismodi kunt u de samenstelling van de afzonderlijke nummers bewerken.
De volgorde van de nummers op het spoor kunt u naderhand heel eenvoudig wijzigen. Kies de muismodus "Verschuiven" en verschuif met ingedrukte muisknop de golfvorm van het nummer. Met de muismodus "Knippen" kunt u de golfvorm snel knippen. U kunt het audiomateriaal splitsen en in meerdere gedeelten verdelen. Wanneer u nu nog een trackmarker bij de knip zet, kunt u deze positie ook direct met de CD-speler aansturen. Met de muismodus "Zoom" kunt het audiomateriaal tot in detail bekijken. Met de muismodus "Wissen" kunt u afzonderlijke songs verwijderen. Met de resamplingfunctie kunt u de afspeelsnelheid wijzigen.
Met de "Volume tekenmodus" kunt u het volumeverloop in de opname intekenen en zo bijv. zachte gedeelten in de opname luider maken.
Bij het opnemen kan het gebeuren dat een nummer met een kleine pauze begint. Dit kunt u corrigeren met behulp van de onderste objecthendels: wanneer u de muiswijzer op één van de onderste hendels zet, wordt het een stretchsymbool. Nu kunt u het object met ingedrukte muisknop in elkaar schuiven.
www.magix.com
9
10
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Voor het branden moet u het volume van de afzonderlijke nummers nivelleren, zodat u later niet bij elk nummer het volume opnieuw moet aanpassen op uw versterker. Hiervoor zijn er aparte volumehendels in het midden van ieder object; hiermee kunt u het volume van de objecten op het spoor harder of zachter zetten. Zorg voor evenwichtige volumeverhoudingen tussen de nummers. Klik om het volume van een nummer perfect in te stellen op "ObjectFX" in het object. Bij de opties in het onderste gedeelte klikt u vervolgens in het midden op "Auto". 3. Samenstelling branden Kies in het tabblad "Exporteren" de optie "Audio CD" of "Audio DVD". Wanneer u een CD wilt branden moet u, vooral bij "gemengde" projecten met verschillende soorten audiomateriaal, letten op de lengte van het project. Een plaat past zonder problemen op een lege CD, bij een mixproject wordt de kritische lengte van 75 minuten echter al snel overschreden.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Cleaning Naar het Cleaning-scherm gaan Als u helemaal bovenin op de knop "Cleaning" klikt, komt u in het centrum van MAGIX Music Cleaning Lab deluxe met al zijn reinigingsfuncties. Alle nummers of afzonderlijke nummers bewerken In principe bewerkt u hier de complete samenstelling van de nummers met de reinigingsfuncties. Klik wanneer u afzonderlijke nummers wilt bewerken op de "Object FX" in het betreffende object. U beschikt dan over de reinigingsfuncties die vervolgens alleen betrekking hebben op het betreffende nummer.
Zo optimaliseert u de klank Aan de linkerkant vindt u alle Cleaning-functies. Aan de rechterkant vindt u alle masteringfuncties. Hoe verder u een regelaar naar rechts schuift, des te sterker zal het betreffende effect hoorbaar zijn. U kunt ook één van de presets gebruiken. Alle instellingen worden meteen toegepast. Wanneer u op "Edit" klikt, kunt u de werking van het effect tot in detail bewerken. Cleaning en mastering
www.magix.com
11
12
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Cleaning-Funktionen: DeClicker
De DeClicker elimineert kraak- en tikgeluiden die typisch zijn bij oude bekraste platen. Deze functie wordt gebruikt in de mode ”Object-FX” als de bijgeluiden niet over het totale materiaal zijn verdeeld, maar alleen hier en daar optreden. Zoek de bijgeluiden op in het spoorvenster. Wanneer een beschadigde passage vindt, neem dan het schaargereedschap en knip voor en achter het bijgeluid, zodat u een apart object krijgt. Activeer nu de knop ”Object-FX” van het kleine object, zodat de DeClicker alleen wordt toegepast op het gebied met het stoorgeluid. wanneer zelfs de DeClicker niet in staat is het kraakgeluid te verwijderen, kunt u het altijd nog handmatig wegknippen. Zoom zover mogelijk in op het object voordat u het gekraak gaat wegknippen (indien mogelijk bij een nuldoorgang, gebruik de stereoweergave om zo dicht mogelijk bij de nuldoorgang in de buurt te komen) en verschuif het objectbegin van het tweede object achter het kraakgeluid . Schuif nu de twee objecteinden enigszins over elkaar heen zodat ze in elkaar overfaden In een bekraste plaatopname komt altijd naast “normaal” gekraak ook bijzonder krachtig gekraak voor. Als u de sterkte van de DeClicker alleen voor deze paar plekken hoog instelt, kan het gebeuren dat er ook onderdelen van het eigenlijke geluidssignaal door de DeClicker worden verwijderd als deze dezelfde eigenschappen bezitten als de kraakgeluiden. Om dat te voorkomen, is het aan te raden om de DeClicker in te stellen op een lagere waarde en de sterke kraakgeluiden te verwijderen met de Marker-DeClicker. Daarbij worden deze geluiden gemarkeerd met een Click Marker (Set Click Marker). Op deze plek werkt dan (als deze is ingeschakeld) de speciale Marker-DeClicker krachtig op het geluidsmateriaal in, terwijl de “gewone” DeClicker kan worden gebruikt voor zwakkere geluiden, waardoor het materiaal schoner wordt. U kunt bijzonder sterke kraak- en andere stoorgeluiden verwijderen met MAGIX Spectral Cleaning
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab De DeCrackler is speciaal ontworpen om gelijkmatige “knispertapijtjes” van oude platen te verwijderen. Harde, individuele kraakgeluiden kunnen beter worden verwijderd met de DeClicker. Clicks & Crackle-test: Deze knop laat alleen de tikken en kraakjes horen die uit het signaal zullen worden verwijderd. Hiermee kan worden gecontroleerd of er ongewild ook bruikbaar audiomateriaal zal worden verwijderd. Als u meer hoort dan alleen tikken en gekraak, pas dan de waarde van de regelaar aan.
DeCrackler
De DeCrackler is speciaal ontworpen om gelijkmatige “knispertapijtjes” van oude platen te verwijderen. Harde, individuele kraakgeluiden kunnen beter worden verwijderd met de DeClicker. Clicks & Crackle-test: Deze knop laat alleen de tikken en kraakjes horen die uit het signaal zullen worden verwijderd. Hiermee kan worden gecontroleerd of er ongewild ook bruikbaar audiomateriaal zal worden verwijderd. Als u meer hoort dan alleen tikken en gekraak, pas dan de waarde van de regelaar aan.
DeClipper
Als bij een audio-opname het ingangssignaal te hoog is geweest, kan er in de luidste passages – de signaalpieken – oversturing ontstaan. Deze digitale vervorming noemt men ‘clipping’. Op de overstuurde locatie wordt het te hoge signaalniveau gewoon afgesneden, waardoor er onaangenaam klinkende vervorming ontstaat. MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe heeft een speciale functie voor het verhelpen van digitale clipping en analoge vervorming, die in het menu Bewerken kan worden geactiveerd. Overstuurde passages worden gedetecteerd en gefilterd op basis van het materiaal van het geselecteerde object. Vervolgens kan het
www.magix.com
13
14
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab signaalniveau van het materiaal zo worden gereduceerd dat de geïnterpoleerde passages zonder oversturing kunnen worden afgespeeld. De declippingalgoritme is speciaal geschikt voor materiaal waarin de oversturing duidelijk hoorbaar is, bijvoorbeeld vervormde pianoklanken of zangstemmen. Overstuurde drumbeats daarentegen gaan er klankmatig meestal nauwelijks op vooruit. Clip Level: hier kan worden aangegeven vanaf welk niveau het algoritme samples als overstuurd moet aanmerken en corrigeren. Dit is van belang omdat verschillende geluidskaarten uiteenlopend clippinggedrag vertonen. Door invoeren van bijv. -6 dB worden alle samples boven de halve uitsturing als overstuurd aangemerkt en opnieuw berekend. Get Clip Level: hiermee kan de clip automatisch worden bepaald. Gain: de geïnterpoleerde signaalpieken produceren een wijziging van het totaalniveau die met de gainregelaar moet worden gecorrigeerd om opnieuw oversturen te vermijden. Let hierbij op de piekmeter rechts in de dialoog. Als beveiliging kan met de optie „Niveaubegrenzing op 0 dB“ een limiter worden toegevoegd die oversturing voorkomt. Inverse: met deze knop kan worden gecontroleerd of er geen onvervormde delen van het signaal als clipping zijn aangemerkt en ten onrechte zijn gefilterd.
DeNoiser
De DeNoiser is speciaal geschikt om langdurige stoorgeluiden te elimineren, bijvoorbeeld: brom van de hoofdverbinding, ruisen, bijgeluiden van geluidskaarten, stoorgeluiden van aardlussen, interferentie van audio-apparatuur met lage signaaluitgangen (platenspeler). Stoorgeluiden die worden veroorzaakt door het lopen van mensen of het rommelen van platenspelers verwijdert u effectief met behulp van het rommelfilter (De-Rumble). De DeNoiser heeft een voorbeeld nodig van het pure stoorgeluid. Sommige van deze geluiden heeft u al tot uw beschikking. Een andere en betere mogelijkheid is het zelf maken van een voorbeeld. U heeft
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab hiervoor een kort stukje van de muziek nodig waar alleen het stoorgeluid te horen is. Noise sample presets: Hier kunt u een ruissample kiezen. De ruissamples bevinden zich in de directory Noise Sample. Als de ruissample is gemaakt met de functie ”Pick!” verschijnt de entry ”Noise Sample” in de directory. Play: u kunt de Noise Sample beluisteren om hem te testen. Create Noise Sample Length: de lengte kan worden aangepast in milliseconden als de schakelaar ”Auto” is uitgeschakeld. Auto: als deze schakelaar is geactiveerd wordt de lengte van de ruissample automatisch bepaald. Pick! hier wordt een ruisvoorbeeld gemaakt. Een kort voorbeeld van de actuele afspeelpositie wordt als noisesample genomen. Het ruisvoorbeeld mag geen muziek bevatten of andere delen van het signaal maar alleen het pure bijgeluid van ruis. U kunt de weergavemarker met behulp van de transportbesturing ook wanneer de dialoog is geopend verschuiven om naar een geschikte plaats te zoeken. Wanneer de afspeelpositie zich tussen twee objecten bevindt kan er geen ruissample worden gemaakt. Wizard: een wizard verschijnt die helpt bij het maken van de Noise Samples. De wizard bevat een zoekfunctie die helpt bij het opzoeken van geschikte Noise Samples in geluidsmateriaal. U kunt kiezen uit verschillende soorten stoorgeluiden. Save (Opslaan): de gemaakte ruissample kan worden opgeslagen in de directory ”Noise Sample”. De sample wordt dan opgenomen in de keuzelijst van ruissample-presets. Audiotype: hier kunt u instellen welk type geluidsmateriaal moet worden bewerkt; het algoritme wordt op de juiste manier aangepast. Spectraalweergave Standaard geeft de spectraalweergave het spectrum van de Noise Samples weer. U kunt met de knop op de rechterrand omschakelen naar spectogramweergave. Daarbij wordt het afgespeelde geluidsmateriaal weergegeven als spectogram. De gedeelten die door denoising zijn verwijderd, worden rood weergegeven.
www.magix.com
15
16
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Modus Anti Noise: het volledige stoorgeluid wordt verwijderd. Hum-Modus (modus Brom): in deze modus wordt alleen brom verwijderd, niet een eventueel aanwezig ruisaandeel. Het voordeel is dat het eigenlijke geluid veel minder wordt veranderd dan in de modus Anti Noise. Als een storing moet worden verwijderd die beide (brom en ruis) bevat, gaat dat het beste door de brom met de DeNoiser te verwijderen in de modus Hum en de ruis met de DeHisser (of de DeNoiser tweemaal met verschillende instellingen gebruiken, dat wil zeggen eenmaal als Master en eenmaal als objecteffect). Videocamera: hier hoeft alleen het camerageluid in de modus Hum te worden verwijderd, want dit stoort veel meer dan ruis en het is veel eenvoudiger te verwijderen! Sectie Processing Quality: u kunt de kwaliteit van de berekening in twee stappen instellen. Daarbij kunt u in de instelling voor de standaardkwaliteit de waarden in het dialoogvenster nauwkeurig instellen zonder dat de weergave hapert en voor het uiteindelijke branden vervolgens de hoge kwaliteit kiezen. Noise level (Ruisniveau): hier moet u de drempel waarboven de ruisonderdrukkingsfunctie werkt heel precies instellen. Als de waarden te laag zijn resulteert dat in onvoldoende ruisonderdrukking en er ontstaan bijverschijnselen als storende geluiden en ”chipping”. Als de waarden te hoog zijn zal het resultaat te dof klinken. We adviseren om de tijd te nemen om de beste instelling te vinden! Wanneer u de optie "Adaptive" activeert heeft de instelling een relatieve uitwerking en telt dus op bij de automatisering. Reduction (Ruisonderdrukking): hier kunt u de balans bepalen tussen het originele signaal en het bewerkte signaal. Het is meestal goed om het stoorgeluid niet helemaal weg te halen maar met ongeveer 3-6 decibel, om het eigen karakter van de klank te bewaren. In het geval van brom adviseren we om alles te verwijderen. Adaptive: de waarde voor de parameter Noise Level wordt hier automatisch ingesteld doordat het volume van de storing binnen het signaal wordt bepaald. Een voordeel is dat bij een wisselend stoorsignaal het Noise Level altijd wordt aangepast aan het actuele stoorsignaal. Als de ruissample niet wordt opgehaald uit het te bewerken materiaal, maar een preset wordt gebruikt, wordt het verschil tussen de sterkte van het stoorsignaal in het geluidsmateriaal en in de Noise Sample automatisch
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab verevend. Als de ruissample uit het te bewerken materiaal wordt opgehaald en de ruis constant is, moet Adaptive niet worden gebruikt. Removed Noise (Verwijderde ruis): ter controle kunt u hier het gedeelte van de muziek beluisteren dat de DeNoiser heeft weggefilterd. DeRumble: activeert een speciaal filter voor laagfrequente ‘rommel’geluiden, zoals die van oude platenspelers en plopgeluiden of het geluid van dat lopen veroorzaakt bij microfoonopnamen. Preset: de gezamelijke instellingen van de DeNoiser, dat wil zeggen: de gebruikte ruissample en de instellingen van de sectie Processing kunnen voor later gebruik worden opgeslagen in een preset Artefacten Bij een verkeerde instelling kunnen de DeNoiser en de DeHisser een metaalachtig, tsjirpend en snijdend geluid veroorzaken, het zogenaamde artefactgeluid. De oorzaak is een onvolledige verwijdering van de ruis. Vanwegen het synthetische karakter reageert het menselijk oor zeer gevoelig op dit soort geluid. Het probleem treedt in de praktijd alleen in bijzonder gecompliceerde gevallen op. Om de beste resultaten te bereiken moet u zich de volgende opmerkingen ter harte nemen: Kies eerst een preset uit het keuzemenu. In de meeste gevallen zal het resultaat bevredigend zijn. Wees voorzichtig met de ”dosering” van het effect: minder is meer. Het stoorgeluid moet net niet meer hoorbaar zijn, anders bestaat het gevaar dat artefacten optreden. Wij adviseren om het materiaal voor het gebruik eerst te zuiveren van gelijkstroomcomponenten. Klik hiervoor op de "Objekt-FX" bij het object en kies in het menu de functie "Gelijkspanning verwijderen".
www.magix.com
17
18
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab
DeHisser
De DeHisser elimineert gelijkmatige ”witte” ruis, die typisch is voor analoge bandopnamen, microfoons, voorversterkers of transformatoren. Noise Level (Ruisniveau): de ingangsdrempel of de Dehisser moet zo nauwkeurig mogelijk worden ingesteld. Lage waarden resulteert in onvoldoende ruisverwijdering. Onvoldoende verwijdering van de ruis produceert bij-effecten en moet worden vermeden. Hoge waarden zorgen voor doffe resultaten – ‘echte’ geluiden (bijvoorbeeld het aanblaasgeluid van een blaasinstrument) die op ruis lijken worden ook weggefilterd. Als het ruisniveau laag is, is de instelling niet zo’n probleem. Audiotype: hier kunt u het soort te bewerken audiomateriaal instellen, het algoritme wordt overeenkomstig aangepast. Noise Reduction (Ruisonderdrukking): hier kunt u de onderdrukking van de ruis instellen in decibels. Meestal is het zinvol om het ruisen niet meer dan -3 - -6 dB te onderdrukken – zo behoudt het materiaal zijn natuurlijke klank. Removed (Verwijderde ruis): ter controle kunt u het gedeelte van de muziek dat de DeHisser heeft weggefilterd beluisteren. Quality: u kunt de kwaliteit van de berekening in twee stappen instellen. Daarbij kunt u in de instelling voor de standaardkwaliteit de waarden in het dialoogvenster nauwkeurig instellen, zonder dat de weergave hapert en voor het uiteindelijke branden vervolgens de hoge kwaliteit kiezen. Adaptive: de waarde voor de parameter Noise Level wordt hier automatisch ingesteld doordat het niveau van de storing binnen het signaal wordt bepaald. Wanneer u de waarde van voor het Noise Level verandert, heeft dit een relatieve uitwerking, dat wil zeggen: de resulterende waarde wordt gevormd door de automatisering plus de instellingen van de Noise Level-regelaar. Een voordeel is dat u de waarde voor het Noise Level niet meer handmatig hoeft in te stellen en dat deze waarde ook bij een wisselend storingsaandeel wordt gecorrigeerd wanneer u bijvoorbeeld in een project muziekstukken met verschillende ruissterktes gebruiken.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Wanneer het volume van het stoorgeluid constant is kunt u bij de handmatige instelling (Adaptive uit) soms een iets beter resultaat verkrijgen. U moet de waarde voor het Noise Level dan echter zeer precies instellen.
Mastering-functies: Stereo FX
Met de Stereo FX Enhancer kunt u de werking van het audiomateriaal in het stereopanorama bewerken. Als stereo-opnamen muf en ondoorzichtig klinken kan een verbreding van het stereobeeld vaak voor meer transparantie zorgen. Met de Maximize-functie kan een ruimte-aandeel naar de voorgrond worden gebracht en zo de stereowerking worden verbeterd. Volumeregelaar: hier kan voor afzonderlijke kanalen het volume en daarmee het totale panorama worden ingesteld. Onder de regelaars wordt de demping voor links en rechts in dB weergegeven. Zo kunt u een "scheve" opname, waarbij een kanaal minder luid werd opgenomen dan het andere, "rechttrekken". Pan-direction: met deze regelaar kunt de geluidsbron, die vanuit het midden komt, in het stereopanorama verplaatsen. Daarbij blijven de signalen aan de uiterste randen onbeïnvloed. Basisbreedteregelaar: hier kan de basisbreedte tussen "mono" (geheel links), ongewijzigde basisbreedte (midden: "Normal stereo") en maximale basisbreedte (geheel rechts: "Wide") worden ingesteld. De afzonderlijke geluidsbronnen van een opname worden in het stereobeeld samengebald resp. uiteen getrokken. Bij een verhoging van de basisbreedte (waarde boven 100) verslechtert de monocompatibiliteit. Dat betekent, dat ze hol gaan klinken wanneer ze in mono worden beluisterd. Maximize: met deze regelaars wordt het ruimte-aandeel van de opname versterkt, wat tevens de stereotransparantie verhoogt zónder de monocompatibiliteit te beïnvloeden.
www.magix.com
19
20
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Multiband: hiermee zet u de Stereo FX in de Multi Band-modus. De stereobewerking heeft nu betrekking op de middenband, de bassen en hoge tonen blijven gelijk. Stereometer (correlatiegraadmeter): hier wordt de fasepositie van het audiosignaal grafisch weergegeven. Zo kunt u de positionering van het signaal in het stereopanorama en de werking van de Stereo Enhancer controleren. Om de monocompatibiliteit te bewaren, moet de weergegeven "wolk" altijd iets hoger dan breed zijn. Anders bestaat het gevaar, dat enkele frequentiebereiken elkaar opheffen als het stereosignaal op een mono-apparaat wordt afgespeeld.
Equalizer
De 10-bands equalizer verdeelt het frequentiespectrum in 10 gebieden (banden) en geeft ze ieder een eigen volumeregelaar, wat u in staat stelt diverse indrukwekkende effecten te bereiken, van het eenvoudig versterken van de bas tot totale klankvervreemding. Wanneer u de lage frequenties teveel versterkt kan dit leiden tot vervorming. Verlaag in dat geval het mastervolume met behulp van de "Master Volume"volumeregelaar op het hoofdscherm. Schuifregelaars: elk van de 10 frequentiegebieden kan met 10 volumeregelaars afzonderlijk worden verhoogd of zachter worden gezet. Link Bands: met behulp van deze functie worden de frequentiegebieden flexibel met elkaar verbonden zodat kunstmatig klinkende, te sterke beklemtoning van afzonderlijke frequentiegebieden kan worden vermeden. A/B: wanneer u een effect voor een preset heeft geselecteerd en deze vervolgens handmatig wijzigt, kunt u met behulp van de A/B-schakelaar het originele presetgeluid vergelijken met de nieuwe instellingen.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Reset: Reset zet het effectapparaat terug in de neutrale uitgangspositie waarin geen rekenkracht wordt verbruikt en er geen effect op het geluid wordt toegepast. Touchscreen (rechter sectie EQ): dit is het "Sensorveld" van de EQ: met de muis kunt u een gewenste curve tekenen die meteen wordt omgezet naar een overeenkomstige instelling van de schuifregelaars aan de linkerkant van de EQ.
Brilliance
De Brilliance Enhancer is een high-end audiogereedschap, waarmee bijvoorbeeld verlies van hoge frequenties, die bij MP3-compressie of bij het opnemen van platen ontstaat, weer kan worden hersteld. In tegenstelling tot de equalizer, die alleen aanwezige frequenties kan versterken, berekent Brilliance Enhancer nieuwe boventonen uit het materiaal en frist daarmee het geluid op. Soft: deze optie reduceert eventueel optredende vervormingen; het geluid klinkt minder 'duidelijk'. Het gebruik van de optie 'Soft' hangt af van uw doelstellingen: als u een feller geluid wilt bereiken (zoals in bijvoorbeeld popmuziek) moet u de optie Soft uitzetten. High Quality: met deze optie wordt de kwaliteit beter, maar er wordt ook meer rekenkracht gevraagd. Net als bij Soft hangt het ook van uw eigen voorstellingen af of u deze optie moet gebruiken.
Sound Cloner
Met de Sound Cloner stelt u het klankkarakter van een song vast en projecteert u dit op andere songs. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een Pat Metheny-song laten klinken als een Madonna-productie. Laad een song waarvan het geluid u bevalt, plaats de afspeelcursor in de song en druk in de Sound Cloner op de knop „Get Sound“. De klankkarakteristiek wordt vastgesteld. Deze kan met „Opslaan“ worden opgeslagen. Door de „Clone“ uit het presetmenu te laden, past u deze op het geluidsmateriaal toe. Met de schuifregelaar regelt u de intensiteit van de geluidsoverdracht.
www.magix.com
21
22
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab De Sound Cloner is een soort ‘duizendbands-equalizer’. De filtercurve (vergelijk de touchscreencurve van de onderstaande ‘normale’ EQ) wordt beïnvloed door het gemiddelde van de gekloonde klank en de originele klank. Op het moment dat er een preset wordt gekozen, analyseert de Sound Cloner het audiomateriaal op de huidige afspeelpositie en creëert een filtercurve. Bij toepassing als mastereffect wordt het audiomateriaal op dezelfde manier gefilterd, maar dit effect is strikt gesproken alleen geschikt voor dit specifieke deel van het project. Als uw materiaal dus van verschillende bronnen afkomstig is, moet u de Sound Cloner als object-effect toepassen! Daarnaast bevat het presetmenu van de Sound Cloner enkele presets voor algemeen gebruik. Deze presets zijn onafhankelijk van het originele audiomateriaal en kunnen worden gebruikt als master- en als objecteffect.
Dynamics
De compressor is in wezen een automatische, dynamische volumeregelaar. De dynamiek van een stuk wordt beperkt: luide passages blijven luid, zachte passages worden luider. Compressie wordt meestal gebruikt om materiaal krachtiger te maken. De mate van compressie wordt ingesteld met de regelaar "Ratio" en ”Treshholdl” bepaalt de drempel waarboven het effect in werking treedt. Opbouw- en uitfade-tijden kunnen worden beïnvloed met Attack en Release. De bewerking wordt ”vooruitkijkend” uitgevoerd, net als in high-end studio-apparatuur. Dit betekent dat er geen overstuurde pieken of andere bijverschijnselen optreden omdat het algoritme nooit kan worden ”verrast” door pieken. Sensorveld: het sensorveld van de compressor kan intuïtief worden beïnvloed door muisbewegingen, afhankelijk van de kleur en de effectinstelling. Ratio: deze parameter bepaalt de compressie-intensiteit. Threshold (Drempel): hier kunt u de drempel aanpassen waaronder of waarboven de compressie moet werken. Attack: hier kunt u de tijd instellen waarin het algoritme reageert op het stijgende niveau. Korte attacktijden kunnen een ”pompend” geluid produceren bij het reduceren of verhogen van het volume.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Release: hier kunt u de tijd aanpassen waarin het algoritme reageert op het dalende niveau. A/B: wanneer u voor het effect een preset heeft geselecteerd en u deze later handmatig wijzigt, kunt u de originele presetklank vergelijken met de nieuwe instelling door middel van de knop A/B. Reset: Reset plaatst het geluidseffect in de neutrale startpositie waarin geen processorkracht wordt gebruikt en waar er geen effect op de klank wordt toegepast. Load/Save: hier kunt u de huidige instelling opslaan als een effectbestand dat u voor andere projecten kunt gebruiken. In de compressor kunnen via de presets nog extra functies worden opgeroepen. Dynamiek-expander: overcompressie leidt tot hoorbare neveneffecten (meestal een pompend geluid). Radio-opnamen hebben vaak erg veel compressie om ze zo hard mogelijk te laten overkomen. Jammer genoeg beïnvloedt de compressie de dynamiek (het verschil tussen zachte en harde passages). De Expander verhoogt de dynamiek van de opname weer. Noise Gate: met deze Cleaning-functie worden geluiden beneden een bepaalde volumedrempel volledig onderdrukt. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld volkomen ruisvrije overgangen tussen de nummers creëren. Leveler: deze functie brengt al het materiaal automatisch naar een uniform volume. De volumecontroleregelaar wordt buiten gebruik gesteld. Hierdoor kunnen grotere volumeverschillen binnen een song worden gecorrigeerd. Gebruik de functie Volumecorrectie in het effectmenu om volumeverschillen tussen verschillende songs te egaliseren.
www.magix.com
23
24
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab MultiMax
De Multimax is een compressor met drie onafhankelijke frequentiebanden. De bewerking van de dynamiek moet voor elke band apart worden uitgevoerd. Het voordeel van een multibandcompressor ten opzichte van een "normale" compressor bestaat vooral daarin, dat de pompneigingen en andere storende bijwerkingen bij de bewerking van de dynamiek drastisch worden verlaagd. Er wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een piek in het basgedeelte het hele signaal "naar beneden" drukt. Bovendien maakt de multibandtechniek het mogelijk om afzonderlijke frequentiegebieden doelgericht te bewerken. Link bands: wanneer u deze functie activeert veranderen bij het wijzigen van de instelling van een regelaar alle andere regelaars evenredig. Dit beïnvloedt echter niet het soort dynamiekbewerking. Limiter: de MultiMax beschikt over een Limiter die oversturing voorkomt doordat hij een te hoog niveau automatisch naar beneden aanpast. Zachte passages worden niet bewerkt. High Quality: wanneer u de instelling "High Quality" activeert, wordt een nog nauwkeuriger algoritme gebruikt dat echter ook meer processorvermogen kost. Wij raden u aan deze instelling vóór de export van het project in te schakelen. Instelling van de frequentiebanden: u stelt de instellingen van de frequentiebanden direct in de grafiek in. Klik hierna gewoon op de scheidslijn en verschuif deze! Bass/Mid/High: met deze draaiknoppen stelt u voor elke frequentieband de graad van de compressie in. Presets: in de Multimax kunt u met behulp van de presets nog meer speciale functies oproepen. Cassettes NR-B-decoder: MAGIX Music Cleaning Lab 2007 deluxe simuleert de decodering van de Dolby B + C-ruisonderdrukking indien u niet beschikt over een afspeelapparaat met Dolby. Cassettes die met Dolby B of C zijn opgenomen klinken doffer en ratelen wanneer ze zonder passende Dolby worden afgespeeld.
www.magix.com
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab DeEsser: deze speciale presets dienen de verwijdering van overstemde, sissende geluiden in spraakopnamen
Tips Aansluiting bij opnamen van cassettes Gebruik, wanneer u een passende kabel heeft, bij cassetteopnamen bij voorkeur de Line Out-ingangen van het cassettedeck in plaats van de koptelefoonaansluiting. De Line Out-ingangen zijn kwalitatief beter dan de aansluiting van de koptelefoon. Dolby bij opnamen van cassettes Let erop, dat cassettes met hetzelfde ruisonderdrukkingssysteem (Dolby) worden afgespeeld als dat waarmee ze zijn opgenomen. Wanneer dit niet gebeurt kan er extra ruis optreden of een verlies van hoge tonen. Basisruis verwijderen bij cassetteopnamen Bij cassetteopnamen blijft altijd een "basisruis" aanwezig die, afhankelijk van de kwaliteit van de band, meer of minder sterk is. De DeHisser is hiervoor een geschikt "tegengif". U bereikt de DeHisser via het "Cleaning"-scherm. Bij de presets kunt u kiezen uit verschillende soorten ruis. Met de schuifregelaar in het midden stelt u de intensiteit van de DeHisser in. Al naar gelang de opname kunt u nog meer storende geluiden verwijderen. Bij cassetteopnamen van een plaat kunt u bijvoorbeeld ook de speciale functies voor platen gebruiken: DeCrackler, DeClicker en DeNoiser.
www.magix.com
25
26
Eerste stappen: MAGIX Music Cleaning Lab Een beter geluid door masteringeffecten bij cassetteopnamen Bij oude cassetteopnamen is het aan te raden om ook masteringeffecten te gebruiken aangezien veel cassettes een beetje "slap" gaan klinken wanneer ze een enige tijd zijn bewaard. U kunt de masteringautomatisering in het Cleaning-gedeelte gebruiken om deze cassettes weer een beetje op te frissen. De Equalizer en de StereoFXprocessor zijn zeer geschikt voor matte cassetteopnamen: met de Equalizer kunt u de hoge frequenties die normaal gesproken als eerste te lijden hebben onder opslag slijtage weer naar boven halen de StereoFX-processor kan oude opnamen nieuwe transparantie geven doordat deze het stereobeeld verbreedt. Ruisonderukking bij plaatopnamen Voor LP's zijn DeCrackler, DeClicker en DeHisser bijzonder geschikt. DeCrackler:
verwijdert het "knisperbehang" van oude platen.
DeClicker:
zoekt naar afzonderlijke krassen en onderdrukt deze
DeNoiser:
minimaliseert laagfrequent rommelen
www.magix.com