MAATWERK
P. Heyboer C. Paling
Aansluitingsproject vmbo – mbo – hbo Regio Leiden, Duin & Bollenstreek en Alphen aan den Rijn
Uitgangspunten Maatwerk Op basis van het besluit geen aanvraag in te dienen voor de regeling “tijdelijke beleidsregel assistentenopleiding in het VMBO” en de brief van de minister van Onderwijs van 30 juni 2005 nemen de leden van het Platform Aansluiting gezamenlijk de verantwoordelijkheid om maatwerk te realiseren voor leerlingen waarvan in het derde en vierde leerjaar van het vmbo de schoolloopbaan dreigt te stagneren, hetgeen kan resulteren in voortijdig schoolverlaten. De partners doen dit na overleg met de ouders en leerling. Vormgeving Maatwerk - een oriënterend gesprek met de contactpersoon Maatwerk ROC en de school voor vmbo; - een gesprek met de leerling, ouders/verzorgers en decaan/mentor op de school voor vmbo of het bureau voor loopbaanbegeleiding; - voorlopig advies van loopbaanadviseur; - een Plan ontwikkelen voor een leerling die een aangepast traject gaat volgen dat is gebaseerd op het vmbo curriculum, de mbo profielen of een combinatie daarvan. Het aangepaste traject leidt minimaal tot een mbo kwalificatie.
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
1
Indicatiecriteria en voorwaarden voor deelname aan het Maatwerk • • • • • •
•
• • •
De schoolloopbaan van de leerling in klas 3 en 4 van het vmbo dreigt te stagneren, hetgeen kan resulteren in voortijdig schoolverlaten; Voor de ontwikkeling van betreffende leerling wordt Maatwerk wel als succesvol en passend beschouwd; De beargumenteerde motivaties voor het Maatwerk worden door alle betrokkenen onderschreven; De leerling is tenminste 15 jaar; De leerling heeft tenminste 3 maanden onderwijs in het derde leerjaar vmbo gevolgd; De vmbo-school kan aantonen dat: - binnen de school intensieve begeleiding heeft plaatsgevonden, tenminste bestaande uit: ∗ op de leerling en zijn taken gerichte pedagogisch-didactische aanpak (handelingsplannen, korte actieplannen, individuele ontwikkelingsplannen) ∗ gesprekken met de leerling over zijn taakaanpak, motivatie en functioneren ∗ gesprekken met ouders ∗ (indien betrokken bij de begeleiding van de leerling) gesprekken met extern begeleidende/ondersteunende instanties - indien noodzakelijk de leerplichtambtenaar instemt met de aanvraag voor Maatwerk en toestemming geeft voor deelname aan Maatwerk Leerling, ouders, vmbo-school en contactpersoon Maatwerk bespreken afhankelijk van de gekozen Maatwerkvariant: - het gewenste traject - de voorwaarden per betrokkene - de rechtsbescherming van de leerling - het gewenste opleidingsprogramma - het regelen van een stage- of werkplek - de instelling waar de leerling het Maatwerk volgt - doorsturen en bespreken van dossierstukken De gespreksresultaten worden schriftelijk vastgelegd door de vmbo-school. De ouders ontvangen hiervan een afschrift Er vindt een juiste intake en overdracht plaats, conform het gestelde bij: - Maatwerkroute (zie elders in deze notitie) - de overdracht van zgn. risicoleerlingen De betrokken scholen en instellingen werken mee aan de proces- en productmonitoring van de uitvoering, analyses en evaluaties
Betrokkenen • • • • • •
Leerling en ouders vmbo-school en ROC Contactpersoon Maatwerk (bij voorkeur één persoon per ROC’) Leerplichtambtenaar (RBL) en of jongerenloket evt. begeleidende instantie leerling RMC (melding)
Voor aansturing, proces- en productmonitoring en evaluatie • De Samenwerkingsverbanden VO • Het Platform Aansluiting
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
2
Procedure maatwerk De ROC’s stellen een contactpersoon Maatwerk aan. De procedure Maatwerk is dan als volgt: 01. School voor vmbo constateert na overleg met leerling en ouders dat de leerling aan de genoemde indicatiecriteria (zie bijlage 1) en voorwaarden voldoet. 02. School voor vmbo meldt bij de contactpersoon Maatwerk de leerling aan en stuurt indicatieformulier en de daarbij behorende dossierstukken op. 03. Contactpersoon Maatwerk stelt een advies op m.b.t. het succesvol te doorlopen kwalificatietraject. Dit advies is gebaseerd op dossieronderzoek en overleg met contactpersoon vmbo-school en gesprekken met ouders en leerling. Na instemming met het advies door alle betrokkenen wordt een Plan opgesteld door contactpersoon Maatwerk, in samenspraak met contactpersoon vmbo-school en met de leerling/ouders 04. Dit Plan omvat afhankelijk van de gekozen Maatwerkvariant tenminste een beschrijving van: a) Wat het Maatwerk voor deze leerling inhoudt qua I. programma II. voorwaarden om het traject succesvol te doen verlopen III. begeleidingswijze IV. bekostiging en inschrijving b) De plaats(en)/instellingen waar het Maatwerk het best kan worden uitgevoerd 05. Aan het management van de instelling waar het Maatwerk het best kan worden uitgevoerd wordt door de contactpersoon Maatwerk aangeboden: a) het Plan b) het verzoek de leerling te plaatsen conform het gestelde in het Paln c) de consequenties voor I. uitvoerenden II. management van de instelling waar het Maatwerk wordt uitgevoerd d) de rechtsbescherming van de leerling e) adviezen m.b.t.: I. (het regelen van) een stage- of werkplek II. de doorstroom van de leerling na afloop van het Maatwerk III. de onderwijsinstelling waar de leerling blijft of wordt ingeschreven IV. een eventuele verlengde intake (maximaal 13 weken) waarna beslissingen worden genomen over het vervolgtraject 06. Bespreking Plan en Maatwerk met ouders en leerling door de instelling waar het Maatwerk wordt uitgevoerd 07. Na instemming van alle betrokkenen z.s.m. starten 08. De uitvoerende school/opleiding zendt het Meldingsformulier Start Maatwerk aan: a) coördinator Samenwerkingsverband b) projectleider Platform Aansluiting 09. Proces- en productmonitoring en evaluatie door Samenwerkingsverbanden VO/SVO en Platform Aansluiting. Voorgaande is met inbegrip van het bewaken van een adequaat pedagogisch-didactische begeleiding door de uitvoerende scholen of opleidingscentra.
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
3
Leerling-trajecten in vmbo LWOO Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is geen aparte leerweg binnen het vmbo, maar is bedoeld voor leerlingen die op grond van hun leerachterstanden (in combinatie met een bepaalde aanleg en/of sociaalemotionele problematiek) onvoldoende in staat zijn zonder aanvullende hulp de leerweg geheel of gedeeltelijk te doorlopen. Doelgroep
Het gaat om leerlingen met: -een intelligentiequotiënt tussen de 75/80 en 90 in combinatie met leerachterstanden uitgedrukt in didactische leeftijdequivalent (DLE) van 1,5 jaar t.o.v. hun didactische leeftijd (DL). -De leerachterstanden komen voor in 2 van de 4 domeinen: begrijpend lezen, inzichtelijk rekenen, spellen en technisch lezen. -Een van de 2 domeinen moet begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen zijn. De leerachterstand is gelegen tussen 0,25 en 0,5 zijnde de uitkomst van 1 minus (DLE/DL) m.a.w. de leerachterstand ligt tussen de 1,5 en 3 jaar.
LWT Het LWT is een volwaardige leerroute. Het geeft de leerling, die door zijn leerstijl niet in staat is het regulier programma succesvol te doorlopen, de mogelijkheid het diploma te behalen door middel van een meer praktijkgerichte manier van leren. Door de combinatie van binnen- en buitenschools leren met meer praktijk en minder theorie heeft de leerling meer kans te slagen voor het VMBO bb diploma. Het leerwerktraject is bedoeld voor leerlingen van 14 tot 16 jaar. De leerling wordt gekenmerkt door: -een praktische leerstijl (”doener”). -leert het liefste en het beste van praktische ervaringen. -De leerling is in staat het vak Nederlands en het beroepsvoorbereidend programma te volgen op het niveau van de basisberoepsgerichte leerweg. -De leerling is gemotiveerd zich te bekwamen in een vakgebied naar keuze en heeft interesse voor een opleiding, waarin werken een belangrijke plaats inneemt. -De leerling laat voldoende zelfstandigheid zien. -De leerling heeft voldoende sociale vaardigheden om zich in de maatschappij staande te houden.
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
4
Externe-trajecten vmbo OPDC Leiden Het Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) is een lesplaats van de VO-scholen voor die leerlingen van wie de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van oordeel is, dat ze behoefte hebben aan meer speciale zorg. De leerlingen staan altijd ingeschreven bij een VO-school met LWOO. Het gaat daarbij meestal om forse leerbelemmeringen in samenhang met sociaal-emotionele problematiek. Doelgroep
Het gaat om leerlingen met: -een intelligentiequotiënt tussen de 75/80 en 90 in combinatie met leerachterstanden uitgedrukt in didactische leeftijdequivalent (DLE) van 1,5 jaar t.o.v. hun didactische leeftijd (DL). -De leerachterstanden komen voor in 2 van de 4 domeinen: begrijpend lezen, inzichtelijk rekenen, spellen en technisch lezen. -Een van de 2 domeinen moet begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen zijn. De leerachterstand is gelegen tussen 0,25 en 0,5 zijnde de uitkomst van 1 minus (DLE/DL) m.a.w. de leerachterstand ligt tussen de 1,5 en 3 jaar. -Tevens is er bij deze leerlingen sprake van leerbelemmeringen als gevolg van sociaal-emotionele problematiek. Deze problematiek wordt vastgesteld op de gebieden: prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit. Hierbij zijn niet de instrumenten (minimaal twee) bepalend, maar het oordeel van een bevoegde professional. Er moet sprake zijn van problematiek met dusdanige negatieve gevolgen dat LWOO noodzakelijk is.
ZMOK cluster 4 Het aanbod is divers en kan per instelling verschillen. De volgende mogelijkheden zijn er voor leerlingen: -basisvorming leerjaar 1 -basisvorming leerjaar 2 -theoretische- en gemengde theoretische leerwegen -beroepsvoorbereidende leerweg (Na behalen basisvorming) -arbeidstoeleidende weg Doelgroep
De leerlingen worden aangemeld bij de commissie voor de indicatiestelling. Er moet aan de volgende criteria voldaan zijn: -een ernstige psychische stoornis dan wel een ontwikkelingspathologie -de stoornis is integraal -begeleiding door jeugdhulpverlening of een indicatie daartoe -een onderwijsbelemmering ten gevolge van het gedrag -een ontoereikende zorgstructuur (uitgevoerde en geëvalueerde handelingsplannen, die niet ouder zijn dan een half jaar) -een autisme spectrumstoornis
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
5
PRO
Doelgroep
Praktijkonderwijs (PrO) is voor die leerlingen die ook met LWOO niet in staat zijn een leerweg te doorlopen en middels certificering de school afsluiten. PrO biedt onderwijs dat leerlingen toeleidt naar en voorbereidt op arbeid en hen traint in vaardigheden die hun zelfredzaamheid en zelfstandigheid vergroten. Er is sprake van een integrale leerachterstand en een structurele cognitieve problematiek, al dan niet samengaand met sociaal-emotionele problematiek. -De leerlingen hebben een intelligentiequotiënt tussen 60 en 80 -Een leerachterstand uitgedrukt in DLE’s van ten minste 3 jaar t.o.v. hun didactische leeftijd (DL) op tenminste twee van de vier domeinen begrijpend lezen, technisch lezen, spellen en inzichtelijk rekenen en waarvan tenminste een van de twee domeinen begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen is. -Deze leerachterstand is groter dan 0,5 zijnde de uitkomst van 1 minus (DLE:DL), m.a.w. de leerachterstanden zijn 3 jaar of groter.
Rebound
Doelgroep
Tijdelijke opvang van leerlingen die door hun gedrag niet meer te handhaven zijn op school. In de reboundvoorziening volgt de leerling een niet-vrijblijvend programma. De leerling blijft ingeschreven op de school voor VO. De school blijft verantwoordelijk voor het onderwijsprogramma en de voortgang daarvan. Leerlingen in het voortgezet onderwijs, die wegens gedragsproblemen de veiligheid van medeleerlingen en docenten negatief beïnvloeden en die een grens hebben overschreden of dreigen te overschrijden en daardoor tijdelijk niet meer te handhaven zijn binnen de school. Het gaat om leerlingen die ontspoord zijn of dreigen te ontsporen en niet meer binnen de leerlingenzorg in en rond de school geholpen kunnen worden, maar wel gemotiveerd zijn (of kunnen worden) om hun opleiding binnen het regulier onderwijs te vervolgen.
Op de rails In het Op de Rails project krijgt de jongere in een kleine groep les en training, om ervoor te zorgen dat hij of zij weer op een goede manier gebruik leert maken van het aanbod van het reguliere onderwijs. Het onderwijsprogramma duurt voor de jongere vanaf een paar maanden tot maximaal één jaar. In die tijd wordt ook onderzoek gedaan naar het gedrag van de leerling. Doel is een nieuwe start maken in het regulier onderwijs, maar er kan ook blijken dat de jongere in het speciaal onderwijs beter tot zijn recht kan komen. Op de Rails bemiddelt aan het eind van het traject in het vinden van een geschikte school. De leerling wordt uitgeschreven op de school van herkomst als Op de Rails start. Doelgroep
Op de Rails is een project voor leerlingen die gedragsproblemen vertonen op school en als gevolg daarvan conflicten hebben met school en/of medeleerlingen. De leerlingen hebben geen indicatie voor speciaal onderwijs, maar zij en hun ouders hebben wel ondersteuning nodig om ervoor te zorgen dat ze weer in het regulier onderwijs terecht kunnen.
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
6
Duale leerweg Leiden De Witte Poort Traject 1 het rebound traject Het voornemen is om de leerling na 2 maanden terug te plaatsen in het regulier voortgezet onderwijs; Traject 2 het spijbeltraject Spijbelende leerlingen weer motiveren; Traject 3 de duale leerweg. Doelgroep Leerlingen die om uiteenlopende redenen geen zicht hebben op een vmbodiploma. Aanvullende voorwaarden: Er moet een ontheffing zijn van leerplicht. De leerling staat niet meer ingeschreven bij de verwijzende school. Maatwerk
Doelgroep
-een (tijdelijke) pedagogische, didactische maatregel voor leerlingen van 15 jaar en ouder -een passende leerroute richting (v)mbo. -gebaseerd op leervragen van een leerling en nader uitgewerkt in een Plan - Een Plan is o.a. gebaseerd op: het vmbo curriculum, de mbo profielen of een combinatie daarvan Met Maatwerk moet vroegtijdig schoolverlaten voorkomen worden. Een leerling moet hiermee minimaal een mbo kwalificatie halen Maatwerk is bedoeld voor leerlingen met een stagnerende schoolloopbaan en dreigend voortijdig schoolverlaten.
Opleidingen MBO AKA Een AKA-opleiding is 1-jarig, waar leerlingen drempelloos kunnen instromen en is zeer praktijkgericht. Daarnaast is het een breed traject. De jongeren kunnen zich eerst oriënteren op een groot aantal branches en sectoren. Daarna kunnen ze een uitstroomrichting kiezen: economie/handel, techniek, zorg/welzijn, voedsel/leefomgeving. Met de arbeidsmarktkwalificatie kunnen de jongeren doorstromen naar de arbeidsmarkt. Als assisterend beroepsbeoefenaar mogen zij onder toezicht eenvoudig uitvoerende werkzaamheden verrichten. Maar ze kunnen ook doorstromen naar een beroepskwalificerende opleiding op niveau 1. Of ze kiezen voor een opleiding op niveau 2 en behalen alsnog een startkwalificatie. Doelgroep
De doelgroep van AKA-opleidingen komt steeds beter in beeld. Het gaat veelal om jongeren zonder vmbo-diploma en met complexe persoonlijke problemen. De meeste AKA-deelnemers zijn tussen de 16 en 23 jaar: de leeftijdsbepaling die bij aanvang van het experiment is vastgesteld. Andere criteria zijn: 1. motivatie van de jongere; 2. capaciteit om kennis te verwerven (cognitief) 3. fysieke en/of psychische gesteldheid; 4. leerbaarheid; het gaat hierbij niet alleen om leerbaarheid op het – cognitieve, maar ook op het sociale vlak;
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
7
MBO Doelgroep
De toelatingsrechten hangen af van het opleidingsniveau: - Assistentenopleiding niveau 1 Hiervoor moet je aan het begin van het schooljaar minimaal 16 jaar zijn. Aan deze opleiding kun je beginnen zonder diploma van een vooropleiding. - Basisberoepsopleiding niveau 2: Je moet aan het begin van het schooljaar minimaal 16 jaar zijn. Meestal moet je ook een vmbo-diploma Basisberoepsgerichte leerweg hebben. Dat laatste geldt niet als er geen vergelijkbare opleiding op niveau 1 bestaat. -Vakopleiding niveau 3: Hiervoor moet je minimaal hebben: • een diploma vmbo (Kaderberoepsgerichte, Gemengde of Theoretische Leerweg), óf • een diploma vbo/mavo op C/D-niveau, óf • een overgangsbewijs havo of vwo klas 3 naar klas 4, óf • een mbo-diploma op niveau 2 van een verwante opleiding. -Middenkaderopleidingen niveau 4: Hiervoor moet je minimaal hebben: • een diploma vmbo (Kaderberoepsgerichte, Gemengde of Theoretische Leerweg), óf • een diploma vbo/mavo op C/D-niveau, óf • een overgangsbewijs havo of vwo klas 3 naar klas 4, óf • een mbo-diploma op niveau 3 van een verwante opleiding.
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
8
Leerling gebonden financiering. Voor leerlingen met een handicap of beperking die op het reguliere onderwijs zitten. Dat kan basisonderwijs, maar ook voortgezet onderwijs zijn. (Rugzak) De leerlingen kunnen dus terechtkomen in één van de hiervoor beschreven trajecten. Leerling gebonden financiering Toegekende gelden zij bestemd voor: - kinderen met een handicap of beperking - kinderen binnen het reguliere onderwijs - voor kinderen in het basis-, voortgezet- en middelbaar onderwijs Aanvragen van het rugzakje De LGF moet worden aangevraagd bij het Regionale Expertise Centrum (REC) van de samenwerkende scholen voor het speciale onderwijs, van het cluster waar de handicap van het kind onder valt. Cluster 1 Voor visueel gehandicapte kinderen: slechtziend, blind, meervoudig gehandicapt, waaronder blind of slechtziend Cluster 2 Voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen): doof, slechthorend, ernstige spraakmoeilijkheden, meervoudig gehandicapt met een van bovenstaande handicaps Cluster 3 Voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke handicap: lichamelijke handicap, zeer moeilijk lerend (IQ lager dan 60), langdurig ziek, meervoudig gehandicapt met een van bovenstaande handicaps Cluster 4 Voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen: zeer moeilijk opvoedbare kinderen, CvI Een commissie van Indicatiestelling (CvI) beoordeelt of het kind recht heeft op speciaal onderwijs. Er wordt gekeken naar : - de aard van de stoornis of handicap van het kind - de onderwijsbeperking die de stoornis als gevolg heeft - het niet toereikend zijn van de zorgstructuur van het reguliere onderwijs Voor wie is het geld De school maakt een handelingsplan voor het kind. De ouders of verzorgers kunnen daarmee instemmen. Daarna ontvangt de school het geld en kan met het geld hulp inkopen. Vormen van hulp: - extra uren voor de leerkracht, klassenassistent of remedial teacher voor individuele hulp aan het kind; - extra uren ambulante begeleiding voor de leerkrachten vanuit een school voor speciaal onderwijs; - extra lesmateriaal en aangepaste leermiddelen.
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
9
Loopbaanbegeleiding
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
10
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
11
Voortijdige schoolverlaters Onderzoek typologieën voortijdig schoolverlaters Samenvatting Het onderzoek Waarom valt de ene leerling uit en de andere, in een vergelijkbare situatie, niet? De onderzoeksopdracht van het Ministerie van OCW was tweeledig: 1. Voer een onderzoek uit naar de belevingswereld van voortijdig schoolverlaters, om meer zicht te krijgen op de oorzaken van schoolverlaten; 2. Lever input voor een verder uit te werken typologie van voortijdig schoolverlaters. Dit onderzoek is een kwalitatief onderzoek onder 18 voortijdig schoolverlaters en 15 ‘vergelijkbare’ niet-voortijdig schoolverlaters. De resultaten zijn aanvullend getoetst en bediscussieerd in een panelbijeenkomst. Vroegtijdige schoolverlaters Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatieniveau het onderwijs verlaat. Je hebt een startkwalificatie met het behalen van een Havo- of Vwo-diploma en met het behalen van een diploma op niveau 2 van het MBO. Bron: www.voortijdigschoolverlaten.nl De risicosituaties Om spreiding te krijgen in de bij het onderzoek betrokken jongeren is vooraf een indeling gemaakt van risicosituaties. De indeling is deels gebaseerd op het ontwikkelingsprofiel van jongeren (bijvoorbeeld een problematische thuissituatie of slechte schoolprestaties) en deels op het psychologisch profiel van jongeren (bijvoorbeeld een sterke oriëntatie op de arbeidsmarkt of een lage motivatie om onderwijs te volgen). Risicosituaties
Omschrijving van de jongere
1. Probleemsituatie thuis
De jongere heeft een onrustig, onprettig of onveilig thuisklimaat De jongere voelt zich niet thuis in het schoolklimaat. Hij wordt wellicht gepest en heeft ruzies met leerkrachten en/of leerlingen. De jongere heeft een opleiding gekozen die niet aansluit bij zijn capaciteiten of interesses. Hij ervaart problemen als tegenvallende prestaties, zittenblijven en/of zakken voor het examen. De jongere heeft een duidelijke en sterke beroepswens en wil zo snel mogelijk aan het werk of hij wil zo snel mogelijk geld gaan verdienen. De jongere weet niet wat welke opleiding te gaan volgen. De jongere heeft (of ervaart) een zorgverplichting. Bijv. jonge moeders, zorg voor partner of mantelzorg. De jongere heeft geen motivatie en ambities op het vlak van het onderwijs. Hij is bijvoorbeeld gericht op louter plezier maken. De jongere heeft een licht criminele en/of strafrechtelijke achtergrond (bijvoorbeeld een Halt-straf).
2. Schoolklimaat/ pesten/ruzies 3. Schoolprestaties/verkeerde schoolkeuze 4. Arbeidsmarktgeoriënteerd 5. Niet-weters 6. Zorgverplichting 7. Primair ongemotiveerd 8. Strafrechtelijke achtergrond
De interviewresultaten Een volledig overzicht van de ‘gematchte’ interviewresultaten staat beschreven in de losstaande Bijlage: ‘De belevingswereld van voortijdig schoolverlaters. Bijlage: de ‘gematchte’ interviews’. Analyse van de ‘match’-resultaten leverde 10 factoren op die inzicht geven in de vraag waarom sommige jongeren uitvallen en anderen niet. Deze 10 factoren zijn getoetst, bediscussieerd en geprioriteerd in de panelbijeenkomst. In prioriteitsvolgorde betreft het: 1. Op zoek naar ‘hechting’ Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
12
Jongeren hechten aan persoonlijke aandacht en betrokkenheid vanuit de school. Sommige jongeren verbaasden zich over het gebrekkige spijbelbeleid van hun school. Wanneer jongeren in problematische omstandigheden verkeerden, bleek het nogal eens de juiste helpende hand op het juiste moment te zijn, die verdere escalatie voorkwam. Leerlingen willen ‘gekend’ zijn, zoeken in feite naar structuur en ‘hechting’. In kleinschalige opvangprojecten herpakte een aantal jongeren zich weer. Een jongere in een opvangmodel met weinig structuur en veel ‘zelfredzaamheid’, had hier veel moeite mee. 2. Tijdig handelen, ook op de risicomomenten (de overgang tussen scholen of tussen onderwijs en overige voorzieningen) Een voor de hand liggende, maar belangrijke conclusie is dat tijdige hulp vanuit de ‘zorg’ voortijdig schoolverlaten kan voorkomen. In dit onderzoek bleek in diverse gevallen het belangrijkste verschil tussen een vsv-er en een niet vsv-er erin gelegen dat de laatste tijdig werd benaderd, eventueel op een Rebound- of andere voorziening werd geplaatst, en vervolgens weer terugstroomde het onderwijs in. De overgang van vmbo naar mbo bleek een risicomoment, waarbij jongeren uit beeld verdwenen omdat de gewenste vervolgopleiding vol zat of ze geen stageplek konden vinden. Andere jongeren wachtten maandenlang thuis af, tot zij aan een vervolgopleiding konden beginnen. 3. Multi-problem gezinnen Ook in dit onderzoek komen we kinderen uit multi-problem gezinnen tegen: met gewelddadige ouders, misbruik, alcoholisme en dergelijke. Getraumatiseerde kinderen, waarbij problemen zich naar binnen keren, in depressie en onzekerheid, en/of naar buiten, in stoerheid, agressie en autoriteitsproblemen. Enkele jongeren zouden als typerend voorbeeld kunnen dienen voor de huidige discussies rond het gebrek aan regie en de versnippering in de Jeugd- en Gezinszorg. Andere jongeren vonden houvast in een professionele hulpverlening en herpakten zichzelf. 4. Specifieke psychologische kenmerken: locus of control, attributie en ambitie Bij de onderzochte jongeren die zich op ‘eigen houtje redden’ (dus niet voortijdig de school verlieten of alleen dankzij tijdige opvang binnen de school bleven) is vergeleken bij de voortijdig schoolverlaters vaak sprake van een sterkere ‘locus of control’ (het gevoel dat zij zelf het leven kunnen sturen); minder externe attributie; hogere ambities en een duidelijker toekomstbeeld. De voortijdig schoolverlaters ‘scoorden’ in het algemeen op deze kenmerken lager. 5. Specifieke sociaal-economische en etnische factoren: ambities en beperkte kennis en ondersteuning ouders In het onderzoek troffen we relatief veel jongeren met laag opgeleide ouders. Soms viel heel praktisch te constateren hoe ‘beperkte ouderondersteuning’ meespeelde bij het voortijdig schoolverlaten. Ook was herhaaldelijk sprake van problemen bij jongeren als ADHD, anorexia, depressiviteit, lage cognitieve capaciteiten. Naar onze inschatting is het voor veel (met name laagopgeleide en allochtone) ouders ingewikkeld geweest om deze problemen snel te herkennen en met name om daar vervolgens gespecialiseerde hulp en onderwijsvormen bij te vinden. En zonder professionele ondersteuning wordt de kans op vsv groter. 6. Herrieschoppers en Geruislozen In dit onderzoek kwamen we herhaaldelijk tegen dat voor jongeren die herrie schopten of ruzie maakten op school bijtijds een ‘oplossing’ werd gevonden, zoals een opvangproject, waarmee werd voorkomen dat zij daadwerkelijk voortijdig schoolverlater werden. Jongeren bij wie de problematiek zich naar binnen keerde (internaliseerde) gaven geen overlast binnen de schoolsituatie en verdwenen soms haast onopgemerkt uit beeld en werden voortijdig schoolverlater. 7. Spanningsveld leren – werken Bij diverse jongeren zagen we dat er zich na allerlei problemen in het onderwijs, een sterke wens ontwikkelde tot twee zaken: werken en geld verdienen. In het huidige beleid wordt Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
13
volop geanticipeerd op de wens tot werken (bijv. In de BBL-opleidingen in het mbo en de leerwerktrajecten), maar minder op het feit dat jongeren het onderwijs uitgetrokken kunnen worden omdat ze louter en alleen geld willen verdienen. 8. Pestproblematiek: een onderschatte factor? Een behoorlijk deel van de (bijna) voortijdig schoolverlaters bleek in het verleden gepest te zijn, meestal al op de basisschool en zich voortzettend in de latere schoolloopbaan. In de beleving van deze jongeren werd daar door de school weinig aan gedaan. In voorliggend onderzoek lijkt het erop dat jongeren vanuit een onveilige thuissituatie hun gevoelens van machteloosheid en onzekerheid meenamen de school in. Dit maakt hen kwetsbaar voor pesten. Ook kwamen we tegen dat jongeren in een problematische thuissituatie op school juist gingen pesten. 9. Helende tijdelijke uitval Bij enkele geïnterviewde jongeren leidde de daadwerkelijke ‘Uitval uit het onderwijs’ tot het inzicht dat een diploma toch wel nuttig is als je een bepaald soort werk zoekt. Deze jongeren kregen door een periode van ‘eenvoudig’ werk in de horeca of winkelbedrijven inzicht in het belang en nut van onderwijs en vonden nieuwe motivatie voor een vervolg van de schoolloopbaan. 10. Softdrugs gebruik Bij enkele voortijdig schoolverlaters constateerden we fors softdrugs gebruik. Voor hen was dit een aantrekkelijke manier om van ‘het gezeur en gedoe af te zijn’. Het overmatig gebruik droeg onzes inziens bij aan hun probleemsituatie. Het versterkte het motivatiegebrek van deze jongeren en hun gevoelens van doelloosheid/lethargie. Het expertpanel In het expertpanel zijn de 10 factoren doorgenomen op relevantie voor praktijk en beleid. Dit heeft vele suggesties en aanbevelingen opgeleverd (zie §7.2). Enkele speerpunten betreffen: 1. Tijdig signaleren. Versterking van het signalerend vermogen binnen het onderwijs, de zorgstructuur en de overgang tussen onderwijssectoren; 2. Aandacht voor de “geruislozen”. Jongeren met problemen die ze internaliseren geven geen overlast, maar kunnen gemakkelijk uit het onderwijs “verdwijnen”; 3. Meer aandacht voor de behoefte aan hechting en gekend worden van jongeren. Dit begint binnen het reguliere onderwijs, maar geldt ook voor de zorg en de opvangstructuren. Eindconclusie Waarom valt de ene jongere uit en de andere niet? In dit verkennend onderzoek treffen we 10 factoren aan, gepresenteerd in afnemende prioriteit. Alle 10 factoren hebben te maken met problemen in de fit tussen leerling en school/hulpverlening. Het gaat telkens om een combinatie van bepaalde persoons- (en leerlinggebonden)kenmerken met bepaalde kenmerken van het onderwijs/de hulpverlening. In verschillende situaties in de schoolloopbaan van jongeren blijken er bepaalde ‘fit’-problemen te kunnen optreden. De overgang van vmbo naar mbo bijvoorbeeld is niet voor alle leerlingen een probleem, maar kan het wel zijn voor leerlingen op een vmbo-school met slechte loopbaanbegeleiding, zonder toekomstbeeld, met een afwachtende houding en ouders die niet actief ondersteunen. Bron: De belevingswereld van Voortijdig Schoolverlaters, Een onderzoeksrapportage. Opdrachtgever: Ministerie van OCW Utrecht, januari 2008
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
14
OVERDRACHTSRAPPORTAGE 2009 Dit formulier vervangt niet het noodzakelijke mboaanmeldingsformulier TOELEVERENDE SCHOOL
:
ONTVANGEND ROC/AOC
:
NAAM LEERLING
:
ADRES
Geb. datum
:
Telefoon
WOONPLAATS
:
GEVOLGDE OPLEIDING
:
Dit formulier wordt ingevuld door de mentor / studiebegeleider in samenspraak met de leerling.
A.
GEWENSTE BEROEPSOPLEIDING: Techniek
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Laboratoriumtechniek
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Handel en Administratie
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
ICT
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Horeca
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Toerisme
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Sport en bewegen
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Onderwijs, Welzijn en Zorg
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Landbouw
Opleiding:
BOL/BBL
Niveau:
Brede Ass. Opleiding (AKA) VAVO
B.
Opleiding:
Welke factoren zijn van belang voor de begeleiding van deze leerling op het ROC / AOC? Verstandelijke capaciteiten Leerachterstand Sociaal-emotionele factoren Studievaardigheden Motoriek Motivatie DLE / IQ
C.
datum:
In welke leerjaren was er sprake van specifieke Leerwegondersteuning en hoe lang? 1e leerjaar 3e leerjaar Tijd: 1 jaar 3 jaar 2e leerjaar 4e leerjaar 2 jaar 4 jaar Bijzonderheden betreffende de gegeven leerwegondersteuning:
5 jaar
Is er sprake van een functiebeperking, lichamelijke handicap, chronische ziekte of psychische beperking? Is er een diagnose aanwezig? Heeft de leerling een cluster 1,2,3 of 4 indicatie, of is dit gewenst? Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
15
D.
E.
Zorgpunten op het gebied van het leren Nederlandse taal: Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Vreemde talen: Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Zorgpunten op het gebied van het leren algemeen: Zelfstandige werkhouding
Rekenen / wiskunde: Vaardigheid Inzicht Beroepsvoorbereidende vakken: Praktijk Theorie Inzicht Opmerkingen:
Werktempo Nauwkeurigheid Concentratie Doorzettingsvermogen Plannen van werk Vragen stellen Huiswerk Samenwerken Taakgerichtheid
F.
Behaalde certificaten:
G.
Informatie over de vakken die niet met een certificaat zijn afgesloten:
Leerniveau per vak, evt. afgeronde kerndelen:
Vak: Vak: Vak: Vak:
H.
Stage ervaringen: Stage gelopen in de sector: De stage beoordeling was: Opmerkingen: Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
16
Geen extra aandacht
I.
Enige extra aandacht
Veel extra aandacht
Sociaalgedrag: Samenwerken Invoelend vermogen Teruggetrokken gedrag Relatie met andere leerlingen in een lessituatie Relatie met andere leerlingen buiten een lessituatie T.a.v. leerkracht: Houden aan afspraken / regels Aandachtvragend Omgang Gezagsaanvaarding Emotionele aspecten: Zelfvertrouwen Omgaan met spanning bij het leveren van prestaties
Nieuwe situaties Verwerking van teleurstelling / mislukking Verwerken van kritiek Gaat graag naar school Emotionele stabiliteit Zijn er problemen geweest qua persoonlijkheid?
geen reëel zelfbeeld angsten depressie motivatie / doorzettingsvermogen recalcitrantie overig
Is de leerling de laatste 1½ jaar getest? Zo ja, dan a.u.b. een testprofiel bijvoegen. Opmerkingen:
Ja
Nee
Wordt de leerling vanwege bovengenoemd gedrag of beperking binnen of buiten de school extra begeleid?
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
17
J.
Bijzondere leerlinggegevens: Zijn er factoren in de gezinssituatie, de huisvesting, of de omgeving van de leerling die het schools functioneren van de leerling op een bijzondere wijze beïnvloeden? Ja Nee Toelichting:
Zijn er medische bijzonderheden die het functioneren van de leerling beïnvloeden? Ja Nee Toelichting (alleen na toestemming van de ouders):
K.
Schoolloopbaan: Eventuele bijzonderheden over verzuim:
L.
Persoonlijk contact tussen toeleverende school en ROC / AOC is noodzakelijk m.b.t. de volgende bespreekpunten:
M.
Praktische tips voor de omgang met de leerling:
Ondertekening: Datum: Ingevuld in samenwerking met leerling/deelnemer door:
Plaats: Functie: Handtekening:
Telefoonnummer:
Bereikbaarheid (dag en tijd):
E-mailadres: De leerling/ouder verklaart hierbij dat hij / zij geen bezwaar heeft tegen het doorgeven van de in deze overdrachtsrapportage vastgestelde gegevens aan het ROC / AOC.
Datum:
Handtekening:
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
18
Ons Platform Aansluitingsproject vmbo –mbo – hbo regio Leiden, Duin& Bollenstreek en Alphen aan den Rijn Maatwerk april 2009
19