Maatschap Chirurgie
Informatie over borstkanker
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
Inhoud Inleiding
3
Wat is kanker?
3
Borstkanker
4
Wanneer kun je aan erfelijkheid denken?
5
Behandeling - Chirurgie - Radiotherapie - Chemotherapie - Immunotherapie - Hormonale therapie
5 9 10 10 10 10
Ondersteuning en nazorg
11
Bereikbaarheid van de mammapolikliniek
11
Adressen en telefoonnummers
11
Overige websites
12
2
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
Inleiding Deze brochure is voor vrouwen die in het Diaconessenhuis Leiden worden behandeld in verband met borstkanker. Zodra de diagnose ‘kanker’ is gesteld, komen er vragen over wat de ziekte inhoudt en welke behandelingen mogelijk zijn. In deze brochure kunt u daarover wat algemene informatie vinden. De behandeling die u wordt voorgesteld, is uiteraard afgestemd op uw persoonlijke situatie. De behandelend specialist zal u daar meer over vertellen. Ook voor anderen, bijvoorbeeld uw partner, familieleden en goede vrienden kan het nuttig zijn deze brochure te lezen. Hebt u na het lezen van deze brochure nog vragen over uw ziekte en/of behandeling, dan kunt u die het beste voorleggen aan de behandelend specialist. Daarnaast zijn in het Diaconessenhuis Leiden gespecialiseerde verpleegkundigen werkzaam die u kunnen informeren en begeleiden. Wat is kanker? Er zijn meer dan honderd verschillende vormen van kanker. Borstkanker is er één van. De vorm wordt bepaald door de plaats in het lichaam waar de ziekte ontstaat. Elke vorm is een andere ziekte met eigen kenmerken, behandelmethoden en kansen op genezing. Kanker heeft één gemeenschappelijk kenmerk: er is sprake van ongeremde celdeling. Celdeling Ons lichaam is opgebouwd uit zeer kleine deeltjes, de cellen. Deze cellen zijn alleen te onderscheiden wanneer lichaamsweefsel of lichaamsvocht onder een microscoop wordt bekeken. Cellen verouderen en kunnen beschadigen. Daarom is het nodig dat er ter vervanging voortdurend nieuwe cellen worden gevormd. Deze cellen ontstaan door middel van celdeling. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, die zich op hun beurt ook weer delen, enzovoort. Ongeremde celdeling Bij kanker is er eveneens sprake van celdeling. Deze celdeling komt echter niet tot stand omdat er behoefte aan is. Bij kanker blijven cellen zich zonder noodzaak delen. De cellen die ontstaan hebben bovendien een afwijkende vorm en kunnen niet goed functioneren. Bij uitbreiding van het aantal kankercellen ontstaat een veelvoud van deze afwijkende cellen. Deze vormen een kwaadaardige tumor. De cellen van zo'n tumor woekeren onbeperkt door en dringen het omringende weefsel binnen. Daar richt de tumor vaak schade aan. Kwaadaardig/goedaardig Naast kwaadaardige (maligne) tumoren komen ook goedaardige (benigne) tumoren voor. Bij een goedaardige tumor is er geen sprake van ingroei in omringend weefsel en treden er ook geen uitzaaiingen op. Soms is het toch nodig een goedaardige afwijking te verwijderen, bijvoorbeeld als deze klachten veroorzaakt. Bij een kwaadaardige tumor is er wel sprake van kanker, omdat de tumor in het omringende weefsel groeit en er uitzaaiingen kunnen ontstaan.
3
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
Uitzaaiingen (metastasen) Een uitzaaiing is geen andere soort kanker. Het is een uitbreiding van de oorspronkelijke kankercellen op een andere plaats in het lichaam. Kankercellen kunnen losraken van een tumor en via lymfe en/of bloed in het lichaam worden verspreid. Op deze wijze kunnen kankercellen op andere plaatsen in het lichaam terechtkomen en daar uitgroeien tot tumoren. Ook bij borstkanker bestaat de kans dat kankercellen door het lichaam worden verspreid. Als kankercellen via de lymfe uitzaaien zullen zij in de lymfeklieren uitgroeien tot een metastase. Bij borstkanker ontstaat de eerste metastase vaak in de lymfeklieren in de oksel aan de kant van de aangedane borst. Op de tekening ziet u een afbeelding van lymfeklieren in de directe omgeving van één van de borsten. Kankercellen kunnen ook via het bloed worden uitgezaaid. Dat kan bijvoorbeeld in de botten, de longen of de lever.
Borstkanker In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 11.000 vrouwen borstkanker vastgesteld. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Eén op acht à negen Nederlandse vrouwen krijgt ooit borstkanker. Ook mannen kunnen borstkanker krijgen, maar de kans hierop is echter aanzienlijk kleiner dan bij vrouwen. Ongeveer 1 op de 150 borstkankerpatiënten is een man. Bij borstkanker kan het gaan om een voorstadium of een actieve vorm. Bij het voorstadium beperkt de tumor zich tot de melkgang of melkklieren van de borst. Er is geen sprake van doorgroei door de wand van de melkklier of melkgang. Deze vorm geeft ook geen uitzaaiingen. Bij een actieve, invasieve vorm van borstkanker is er wel sprake van doorgroei. Bij deze vorm van borstkanker kunnen ook uitzaaiingen ontstaan. Er zijn drie verschillende vormen van borstkanker of een voorstadium van borstkanker: • •
Ductaal carcinoom. Deze vorm gaat uit van het weefsel van de melkgangen en is tevens de meest voorkomende vorm van borstkanker. Een voorstadium hiervan heet het Ductaal Carcinoom in situ. Lobulair carcinoom. Deze vorm gaat uit van het weefsel van de melkklieren. Een voorstadium hiervan heet het Lobulair Carcinoom in situ.
4
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
•
Morbus (ziekte) Paget (ontdekker van de ziekte)/ziekte van Paget. Deze vorm gaat uit van de melkgangen die naar de tepel lopen. De tepel geeft vaak het beeld van een bloederige eczeem.
Risicofactoren Over de oorzaken van borstkanker is nog weinig met zekerheid bekend. Wel weten we dat sommige vrouwen een wat grotere kans op borstkanker hebben dan andere vrouwen. Dit kan het geval zijn bij: • •
Vrouwen die al eerder borstkanker hebben gehad; Vrouwen van wie de moeder en/of zus(en) borstkanker heeft/hebben (gehad), met name wanneer borstkanker voor de overgang werd vastgesteld.
Over het algemeen wordt aangenomen dat bij ongeveer 5 - 10 % van alle patiënten de borstkanker door erfelijke aanleg is veroorzaakt. De erfelijke vorm wordt meestal op jongere leeftijd vastgesteld. Ook het gecombineerd voorkomen van borst- en eierstokkanker in één familie zou kunnen duiden op erfelijkheid. Omdat borstkanker vaak voorkomt, zullen veel vrouwen die zelf borstkanker hebben, ook een familielid met deze ziekte hebben. Dit zal meestal door toeval komen, maar het kan ook een aanwijzing zijn dat de ziekte erfelijk is. Wanneer kun je aan erfelijkheid denken ? • Borstkanker voor het 35ste jaar of eierstokkanker voor het 50ste jaar. • Tweezijdig borstkanker met één tumor voor het 50ste jaar. • Borstkanker voor het 50ste jaar én eierstokkanker. • Twee eerstegraads familieleden met borstkanker waarvan één voor het 50ste jaar. • Man met borstkanker (en in dezelfde tak familie ook borstkanker bij vrouw). • Prostaatkanker voor het 60ste jaar en vrouw/man borstkanker voor het 50ste jaar in dezelfde tak van de familie. Wanneer u vragen heeft over borstkanker en erfelijkheid kunt u terecht bij uw behandelend arts of verpleeg-kundige van de mammapolikliniek. Meer over erfelijkheid en kanker kunt u lezen in de brochure ‘Kanker en erfelijkheid’ van het Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) en de folder borstkanker in de familie van het Klinisch Genetisch Centrum Leiden (KGCL). Behandeling Bij de behandeling van borstkanker kunnen verschillende methoden worden toegepast: 1. 2. 3. 4. 5.
chirurgie radiotherapie chemotherapie immunotherapie hormonale therapie.
Uw behandelplan is een voorstel wat volgt uit de mammabespreking. In dit overleg zijn alle disciplines aanwezig die bij de diagnostiek en behandeling van borstkanker
5
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
betrokken zijn: de radioloog, patholoog, chirurg, plastisch chirurg, internistoncoloog, en bestralingsarts en de verpleegkundig specialist mammacare en de mammacareverpleegkundigen. De uitgebreidheid van de ziekte en de tumoreigenschappen bepalen welke (na)behandeling geadviseerd zal worden en de volgorde daarvan. Dit is afhankelijk van de volgende factoren: • • • • •
De afmeting van de tumor De aanwezigheid van uitzaaiingen in de okselklieren De graad van kwaadaardigheid Hormoongevoeligheid Gevoeligheid voor Her2Neu.
Per patiënt kan de behandeling dus verschillen. Meestal vindt eerst een operatie plaats. Soms vindt er voorafgaande aan de operatie een behandeling plaats met chemotherapie of hormonale therapie met als doel de tumor kleiner te maken voor de operatie. Natuurlijk wordt bij het bespreken van de behandelingsmogelijkheden zoveel mogelijk met uw wensen rekening gehouden. 1. Chirurgie In de meeste gevallen vindt eerst een operatie plaats. Naast de operatie van de borst vindt vrijwel altijd een operatie van de oksel plaats. De volgende operaties zijn mogelijk: •
•
Borstsparende operatie De borstsparende behandeling bestaat uit een operatie gevolgd door radiotherapie. De chirurg verwijdert de tumor en een rand gezond weefsel. Tevens laat hij titanium markeringsclips achter in het operatiegebied, zodat de plaats waar de tumor is verwijderd bij bestraling en toekomstige controlefoto’s kan worden herkend. De radiotherapie begint ongeveer vier weken na de operatie. Borstamputatie Deze operatie bestaat uit het verwijderen van de borst. Soms behoort een directe borstreconstructie tot de mogelijkheden. Wanneer dit bij u niet het geval is kunt u na de behandeling naar de polikliniek plastische chirurgie verwezen worden voor informatie over de mogelijkheden van een borstreconstructie. Bij de afweging tussen borstamputatie of borstsparende behandeling spelen verschillende factoren een rol: de plaats van de tumor en de grootte van de tumor ten opzichte van de omvang van de borst Dit laatste houdt verband met het te verwachten cosmetische resultaat. Meestal is radiotherapie niet nodig na borstamputatie.
Schildwachtklieronderzoek Dit is een methode om informatie te krijgen over de aan- of afwezigheid van uitzaaiingen in een van de lymfeklieren in de oksel. Informatie over dit onderzoek kunt u terugvinden in de brochure Schildwachtklieronderzoek.
6
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
Okselklierverwijdering Indien er meerdere lymfeklieren tumorcellen bevatten, volgt er een okselklierdissectie (= verwijderen van okselklieren). Soms vindt behandeling van de okselklieren plaats d.m.v. radiotherapie. De opname Uw opname duurt in principe één tot twee dagen. Het is goed om een aantal zaken rond de opname te weten: • • •
Geef aan familie, vrienden en kennissen door dat u maar heel kort in het ziekenhuis verblijft. Dit voorkomt onnodig bezoek aan het ziekenhuis terwijl u misschien alweer thuis bent. Neem alle medicijnen die u gebruikt mee in de originele verpakking waarop sterkte en dosering vermeld staan. Ook kunt u een medicijnpaspoort halen bij de apotheek, hierop staan alle medicijnen die u gebruikt vermeld. Het is aan te raden, zowel bij een borstsparende behandeling als amputatie, een sportbeha (of beha zonder beugels met hele cups) te dragen na de operatie.
De dag van opname/operatiedag Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling. De anesthesist heeft met u afgesproken vanaf welk tijdstip u nuchter moet zijn. De verpleegkundige van de afdeling brengt u naar de holding, dit is een voorbereidingsruimte bij de operatiekamers. Hier krijgt u een infuus voor toediening van vocht en medicijnen. Alle gegevens worden hier nog eens gecontroleerd. Daarna gaat u naar de operatiekamer en neemt u plaats op de operatietafel. Daar vindt de toediening van de narcosemedicatie plaats. Na de operatie • U wordt na de operatie langzaam wakker in de uitslaapkamer (verkoever). U kunt nog wat slaperig en misselijk zijn en last hebben van een droge mond. Op de uitslaapkamer zijn verpleegkundigen aanwezig die u goed in de gaten houden. Zij zullen regelmatig uw bloeddruk meten, het verband controleren en vragen of u pijn heeft of misselijk bent. • Aan uw vinger zit een soort knijpertje. Hiermee wordt het zuurstofgehalte in uw bloed gemeten. • U heeft een infuus om extra vocht en eventueel medicijnen toe te dienen. • Als uw toestand stabiel is, gaat u van de uitslaapkamer terug naar de afdeling. De verpleegkundige van de afdeling komt u halen. Er wordt informatie overgedragen over de operatie en uw lichamelijke conditie. Zodra u terug bent op de verpleegafdeling zal de verpleegkundige u installeren en contact opnemen met uw familie/partner. De verpleegkundige controleert onder andere uw bloeddruk en de wond en vraagt hoe u zich voelt. • U heeft soms 1 of 2 slangetjes (drains) in of bij de wond die het overtollige wondvocht afvoeren. Als uw okselklieren verwijderd zijn heeft u ook een drain bij de oksel. • U heeft Elastoplast (groot elastisch wit verband) over de wond om drukverdeling te geven en zwelling van de wond tegen te gaan. • Het eerste uur na terugkomst op de afdeling mag u niets eten en drinken. Er is een kleine kans op een nabloeding. Een nabloeding wordt behandeld op de operatiekamer. Hiervoor moet u nuchter zijn. Een uur na terugkomst op de
7
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
• • • •
verpleegafdeling mag u in overleg met de verpleegkundige een beetje water drinken. Als het drinken goed gaat, mag u het drinken en eten uitbreiden. Als u pijn heeft of misselijk bent, aarzel dan niet dit te bespreken met de verpleegkundige. U wordt na de operatie door de verpleegkundige geholpen bij het uit bed gaan. Voordat u naar huis gaat worden het verband en de drains verwijderd. In overleg met de chirurg wordt de ontslagdatum bepaald.
De periode na ontslag uit het ziekenhuis Over het algemeen bent u na een borstoperatie niet ziek en vallen de pijnklachten mee. De pijnmedicatie zoals is voorgeschreven door de anesthesist, is meestal voldoende. De eerste weken kan de wond wat pijn doen en trekken. De huid rond de wond kan enigszins verkleurd zijn en soms is het littekengebied wat gezwollen. Naarmate de wond geneest, zullen deze verschijnselen afnemen. Twee dagen na de operatie mag u weer douchen. De eerste twee weken geen zeep,bodylotion en deodorant gebruiken in het wondgebied. Een pleister is meestal niet meer nodig. In een enkel geval kunt u enige tijd na een borstamputatie de vreemde gewaarwording hebben dat de weggehaalde borst er nog is. Dit wordt ‘fantoompijn’ genoemd. Het is een bekend verschijnsel bij mensen die een amputatie hebben ondergaan. Soms is korte tijd pijnstilling nodig. Nadat de drain is verwijderd, kan er toch nog wat wondvocht ophopen rond het litteken of in de oksel. Dit wondvocht wordt seroom genoemd. De chirurg of mammacareverpleegkundige kan het seroom weghalen door met een naald het vocht op te zuigen. Meestal is dit meer dan één keer nodig. In het algemeen is dit niet pijnlijk. Het is niet ernstig als het wondvocht zich ophoopt, maar het kan pijnklachten veroorzaken doordat de druk op het littekengebied groter wordt. Na elke operatie is er kans op een wondinfectie. Dit komt gelukkig niet vaak voor. U herkent een infectie van de wond aan de volgende kenmerken: pijn, roodheid en zwelling van de wond. In sommige situaties kan er sprake zijn van koorts en/of pus uit de wond. Als u denkt dat er sprake is van een infectie of als u pijnklachten heeft van vochtophoping, dient u altijd contact op te nemen met het Diaconessenhuis (zie ‘Bereikbaarheid van de mammapolikliniek’). Ook voor andere vragen/twijfels mag u altijd bellen. Borstprothesen Als u een borstamputatie heeft ondergaan, krijgt u in het ziekenhuis een lichte textielprothese, de zogenaamde tijdelijke prothese, aangemeten. Deze prothese kan over het verband worden gedragen en later direct op de huid. Een goed passende (sport)beha zonder beugels en met een hele cup is aan te raden. U kunt de tijdelijke prothese het beste blijven dragen tot de wond helemaal is genezen. Het is verstandig 6 - 8 weken te wachten met de aanschaf van een definitieve prothese. Dit gaat in overleg met de verpleegkundige van de mammapolikliniek. Laat u uitgebreid adviseren bij de aanschaf van een prothese en lingerie en neem er de tijd voor. Neem zo mogelijk iemand mee als u voor het eerst een prothese gaat kopen. Een goede borstprothese kan uw gevoel van zelfvertrouwen versterken. Bovendien wordt het lichamelijk evenwicht hersteld, hetgeen vooral bij zwaardere borsten nodig is. Er zijn prothesen in verschillende modellen. Daarnaast zijn er speciale prothesenbeha’s verkrijgbaar. Er is ook een prothese die met plakstrips op de huid wordt bevestigd. Deze is meestal niet geschikt als eerste aanschaf omdat de borstwand en huid dan
8
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
nog onvoldoende zijn hersteld. De kosten van een definitieve borstprothese krijgt u geheel vergoed van de verzekering. Doorgaans wordt één keer per twee jaar een nieuwe prothese vergoed. Soms worden ook gedeeltelijk de kosten van een prothesebeha vergoed. U kunt het een en ander het beste navragen bij uw zorgverzekering. Van de verpleegkundige van de mammapolikliniek krijgt u een machtiging voor de prothese en een lijst met gespecialiseerde verkooppunten. Activiteiten U kunt zelf bekijken welke werkzaamheden u thuis aankunt en in welk tempo. In elk geval is het verstandig om de eerste twee weken voldoende rust te nemen en geen ‘zwaar’ huishoudelijk werk te verrichten. Het hangt van uw thuissituatie en uw conditie af of extra hulp noodzakelijk is. Ook de huisarts kan u daarover inlichten. Er wordt, naar inkomen, een eigen bijdrage gevraagd bij hulp van Thuiszorg en/of wijkverpleging. Buitenlucht en voldoende beweging (tenminste 30 minuten per dag) hebben een gunstig effect op het herstel. Ook tijdens de nabehandelingen is het belangrijk dat u probeert om uw conditie op peil te houden. Tegen fietsen en autorijden is in principe geen bezwaar. De rol van de huisarts Eenmaal thuis kan contact met de huisarts een waardevolle steun zijn. Er zijn huisartsen die uit zichzelf hun patiënt bezoeken. Anderen wachten tot de patiënt laat weten dat zij behoefte heeft aan een bezoek. Als u contact met uw huisarts op prijs stelt, kunt u dit het beste rechtstreeks zeggen zodat de huisarts weet wat uw verwachtingen zijn. De uitslag van het weefselonderzoek na de operatie Na ongeveer een week is de definitieve uitslag van het microscopisch onderzoek bekend. Tijdens de multidisciplinaire oncologiebespreking waarbij naast de patholoog, oncoloog en radiotherapeut ook externe adviseurs aanwezig zijn, bespreekt uw chirurg de uitslag van het weefselonderzoek en wordt het verdere behandelplan vastgesteld. Tijdens uw polikliniekbezoek, ongeveer een week na de operatie, bespreekt de chirurg de uitkomst van dit overleg met u. Tijdens een tweede afspraak op de mammapolikliniek met de verpleegkundige wordt de uitslag en de gevolgen hiervan voor u nabesproken. Afspraken hiervoor zijn voor u gemaakt. Genexpressie test Een genexpressie-profiel, zoals de MammaPrint®, is een onderzoek dat verricht kan worden op tumorweefsel en daarmee inzicht kan geven in het risico op het ontstaan van uitzaaiingen van borstkanker. Volgens de huidige richtlijnen speelt de uitslag van deze test nog geen doorslaggevende rol in de keuze voor een specifieke behandeling. In sommige gevallen kan de uitslag van het genexpressie-profiel een aanvullende waarde hebben bij het bepalen van het optimale behandelplan. Als uw arts een dergelijke test zinvol acht zal dat met u worden besproken. 2. Radiotherapie (bestraling) De radiotherapie vindt plaats in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Informatie over de bestraling kunt u nalezen in de folder van de afdeling Radiotherapie van het LUMC. U krijgt deze van de verpleegkundigen van de mammapolikliniek.
9
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
De duur van de bestraling kan per patiënt verschillen en is o.a. afhankelijk van de leeftijd. 3. Chemotherapie Een operatie en/of radiotherapie zijn plaatselijke behandelingen. Bij chemotherapie komen celdelingremmende medicijnen, de zogeheten cytostatica, direct via een infuus in de bloedbaan terecht. Via de bloedbaan verspreiden zij zich door het hele lichaam en kunnen op vrijwel alle plaatsen in het lichaam de eventueel achtergebleven kankercellen bereiken. Cytostatica grijpen in op het ontwikkelingsproces van kankercellen en remmen de celdeling. Kankercellen verschillen wat betreft de gevoeligheid voor een bepaald cytostaticum. Om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken, wordt daarom vaak een combinatie van verschillende cytostatica toegepast. De duur van de behandeling hangt af van de gekozen combinatie medicijnen. De internist en de verpleegkundig specialist oncologie informeren u over de chemotherapie. Meer informatie over chemotherapie en bijwerkingen kunt u lezen in de brochure ‘Chemotherapie’ van het KWF. 4. Immunotherapie Bij 15 - 20% van de borstkankertumoren is sprake van een verhoogde aanwezigheid van HER-2-neu receptoren op het celoppervlak. We noemen dit ook wel “HER-2positief” of HER-2-overexpressie. HER staat voor Humane Epidermale Receptor. Dit is een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de groei en deling van cellen. Als deze receptor gestimuleerd wordt, gaat er een signaal naar de celkern waardoor onder andere de cel zal gaan delen. Hierdoor groeit het aantal cellen. HER2-overexpressie biedt een aanknopingspunt voor behandeling. Sinds enkele jaren is het mogelijk om in het laboratorium antilichamen te produceren die gericht zijn tegen de HER2-receptor. HER2-positiviteit kan worden vastgesteld door een stukje weggenomen tumorweefsel te onderzoeken met behulp van speciale testen die hiervoor ontwikkeld zijn. U kunt een uitslag van 0 (negatief) 1+ (negatief) 2+ (twijfelgeval) of 3+ (positief) krijgen. Bij de uitslag 2 + is het belangrijk dat het weefsel opnieuw word getest om te bepalen of u in aanmerking komt voor Herceptin. Verdere informatie over deze behandeling ontvangt u van de internist oncoloog en de verpleegkundig specialist oncologie. 5. Hormonale therapie Sommige tumoren groeien onder invloed van hormonen zoals oestrogeen en progesteron. Hormoongevoeligheid kan worden vastgesteld door een stukje weggenomen tumorweefsel te onderzoeken met behulp van speciale testen die hiervoor ontwikkeld zijn. Als blijkt dat de tumor gevoelig is voor hormonen, kan de specialist u een medicijn hiertegen voorstellen. Welke therapie het meest geschikt is, hangt af van uw leeftijd, of u voor of na de overgang bent en uw eventuele kinderwens. Informatie over deze behandeling en de bijwerkingen ontvangt u van uw behandelend specialist en de verpleegkundigen van de mammapolikliniek. U maakt hiervoor via het afsprakenbureau een afspraak op het voorlichtingsspreekuur van de mammapolikliniek. Schriftelijke informatie over hormonale therapie en de bijwerkingen kunt u lezen in
10
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
de brochure ‘Hormonale therapie bij kanker’ van het KWF en in de brochure Hormonale therapie bij Borstkanker van het Diaconessenhuis. Ondersteuning en nazorg Heeft u vragen, blijf daar dan niet mee lopen. Vragen over uw ziekte kunt u het beste bespreken met uw behandelend specialist, de verpleegkundig specialist of de mammacareverpleegkundige. Tijdens de gehele behandelperiode, maar ook daarna is een van de verpleegkundigen uw vaste aanspreekpunt. Tijdens het voorlichtingsgesprek zal dit met u besproken worden. Bij vragen of om een afspraak te maken kunt u contact opnemen met de verpleegkundige van de mammapolikliniek. Zij zal proberen uw vragen te beantwoorden en u zo nodig doorverwijzen. Na afloop van de behandelingen (operatie, radiotherapie, chemotherapie) start het nacontrole en nazorgtraject. De immuuntherapie en hormonale therapie vallen vanwege de duur van de behandeling binnen het nacontrole en nazorgtraject. Voor informatie over het nazorg/nabehandelingstraject kunt u na de behandelingen een afspraak maken via het afsprakenbureau. Bereikbaarheid van de mammapolikliniek De verpleegkundigen van de mammapolikliniek zijn tijdens kantooruren te bereiken via telefoonnummer: 071 - 517 81 78. Vraagt u naar pieper 21210 of pieper 21257. Buiten kantooruren kunt u voor problemen met de wond of andere dringende vragen contact opnemen met de verpleegafdeling chirurgie (3A of 3B) ook via telefoonnummer 071 – 517 81 78. Adressen en telefoonnummers • Diaconessenhuis Leiden, Houtlaan 55, 2334 CK Leiden. Algemeen telefoonnummer: 071 - 517 81 78. - Maatschap Chirurgie: telefoonnummer 071 - 517 83 36. - Mammacareverpleegkundige: telefoonnummer 071 - 517 81 78, piepernummer 21210 of 21257. - Planbureau: telefoonnummer 071 – 517 84 20. •
•
Integraal Kankercentrum West, Schuttersveld 4, 2316 ZA Leiden. Telefoonnummer: 071 - 525 97 59. www.ikcnet.nl Borstkankervereniging Nederland. Churchilllaan 11, 3527 GV UTRECHT. Voor een persoonlijk gesprek: 030 – 291 72 20. www.borstkankervereniging.nl
• B-bewust is een website waar u informatie kunt vinden die kan helpen bij het voorbereiden van gesprekken met de huisarts en (medisch) specialisten. Dit kan behulpzaam zijn om de informatie te krijgen die u nodig heeft en bij het maken van keuzes. Daarnaast vindt u er tips die u kunnen helpen om tijdens de periode van behandeling de regie te kunnen behouden.http://b-
11
Diaconessenhuis Leiden Informatie over borstkanker
bewust.borstkanker.nl/ •
Landelijk Contactpunt voor jonge vrouwen met borstkanker. Telefoonnummer: 071 - 541 88 68. (Onderdeel van Borstkankervereniging Nederland).
•
De Amazones – jonge vrouwen met borstkanker. Telefoonnummer: 06 - 107 796 58. www.de-amazones.nl
•
Voorlichtingscentrum Nederlandse Kankerbestrijding Sophialaan 8, 1075 BR Amsterdam. Homepage: www.kankerbestrijding.nl. Gratis hulp- en informatielijn: 0800 - 022 66 22 (op werkdagen tussen 10.00 - 12.30 uur en 13.30 - 16.00 uur). Uw gesprek komt binnen op een telefonisch antwoordsysteem. Door het toetsen of draaien van cijfers op uw toestel, kunt u kiezen voor een gesprek of het bestellen van een folder. www.kwf.nl
Overige websites • De Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Deze site biedt tal van onderwerpen waar kankerpatiënten en hun naasten mee te maken kunnen krijgen. www.nfk.nl •
Op de website van www.kanker.info vindt u betrouwbare en actuele links naar websites over kanker.
•
Op de website www.chirurgenoperatie.nl vindt u begrijpelijke informatie (in woord en beeld), over ziektebeelden waarvoor een chirurgische (soms operatieve) behandeling nodig kan zijn. Bij het lezen van deze algemene informatie is het goed te weten dat de situatie, alsmede de keuze van behandeling voor iedereen weer anders kan zijn.
Maatschap Chirurgie Telefoonnummer: 071 - 517 83 36 0414/DIA1182/5019637
12