Registers over de nummers 1 t/m 25 van het tijdschrift Ambacht & Gereedschap
Samenstelling: Herman Janse
1
Ambacht & Gereedschap Vereniging van geïnteresseerden in oude ambachten en historisch gereedschap
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diem nonummy nibh euismod tincidunt ut lacreet dolore magna aliguam erat volutpat. Ut wisis enim ad minim veniam, quis nostrud exerci tution ullamcorper suscipit lobortis nisl ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis te feugifacilisi. Duis autem dolor in hendrerit in vulputate velit esse molestie consequat, vel illum dolore eu feugiat nulla facilisis at vero eros et accumsan et iusto odio dignissim qui blandit praesent luptatum zzril delenit au gue duis dolore te feugat nulla facilisi. Ut wisi enim ad minim veniam, quis nostrud exerci taion ullamcorper suscipit lobortis nisl ut aliquip ex en commodo consequat. Duis te feugifacilisi. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diem nonummy nibh euismod tincidunt ut lacreet dolore magna aliguam erat volutpat. Ut wisis enim ad minim veniam, quis nostrud exerci tution ullamcorper suscipit lobortis nisl ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis te feugifacilisi. Duis autem dolor in hendrerit in vulputate velit esse molestie consequat, vel illum dolore eu feugiat nulla facilisis at vero eros et accumsan et iusto odio dignissim qui blandit praesent luptatum zzril delenit au gue duis dolore te feugat nulla facilisi. Hans Rode
Secretariaat: Boerhoorn 34 7861 BW Oosterhesselen Website www.ambachtengereedschap.nl
2
Inhoud
Artikelen
4
Boekbesprekingen
10
Verslagen van bijeenkomsten en excursies
13
Musea
14
Zaakregister
16
Persoonsregister
40
De afleveringen van het orgaan zijn als volgt genummerd. 1: Nieuwsbrief 1991-1 2: Nieuwsbrief 1992-1 3: Nieuwsbrief 1992-2 4: Nieuwsbrief april 1993 5: Nieuwsbrief oktober 1993 6: Nieuwsbrief april 1994 7: Nieuwsbrief oktober 1994 8: Nieuwsbrief april 1995 9: Nieuwsbrief oktober 1995 10: Ambacht & Gereedschap april 1996 11: Ambacht & Gereedschap oktober 1996 12: Ambacht & Gereedschap april 1997 13: Ambacht & Gereedschap oktober 1997 14: Ambacht & Gereedschap april 1998 15: Ambacht & Gereedschap oktober 1998 16: Ambacht & Gereedschap april 1999 17: Ambacht & Gereedschap oktober 1999 18: Ambacht & Gereedschap april 2000 19: Ambacht & Gereedschap oktober 2000 20: Ambacht & Gereedschap april 2001 21: Ambacht & Gereedschap jubileumnummer oktober 2001 22: Ambacht & Gereedschap april 2002 23: Ambacht & Gereedschap oktober 2002 24: Ambacht & Gereedschap april 2003 25: Ambacht & Gereedschap oktober 2003 In de index is de pagina-aanduiding: het nummer van de aflevering - pagina, dus 3-22
3
Artikelen
Anker, P., De Leidse peurder 20-26 Backer, D., Over klotendolk, kluftstaaf en oldermanshamer (naschrift G. Nederlof) 1544 Backer, D., Wat Hamer? 10-27; 11-23 Boonstra, J., en D. van Loosdrecht, Verslag vierde nationale symposium hout- en meubelrestauratie 18-24 Brink, M. van den (lezing), Japanse zagen (Nokogiri) 24-12 Bunnik, W., Laat zien wat je hebt, de presentatie van historisch gereedschap 10-31 Butter, M. den, Houten pompen en waterpijpen 2-13 Duyvendijk, W.W.S. van, Maison de l’Outil 25-34 Duyvendijk, W.W.S. van, Scherphamer of bilhamer 25-31 Feith, I., Radius. Nederlande vereniging van houtdraaiers 18-49 Ferro, F., Speurtocht naar ambacht & gereedschap op oude en nieuwe gevelstenen in: Friesland 18-26; Westfries Museum Hoorn 24-24 Folsche, G.H. (lezing), Over bosbouw en bosarbeider, gereedschappen vroeger en nu 18-8 Gruys, K., Iets over as en roeden van een Zaanse molen 18-30 Gruys, K., Knier en knierbeitel 17-48 Gruys, K., Over togen en toognagels 12-22 Haan, J. de, In de (lijn)olie II 15-43 Heide, G. van der, Er komt heel wat kijken voor een verzameling 21-14 Hoekstra, R., De Kamper kogge 13-53 Ingwersen, B., De snik 25-14 Janse, H., Ambachten in 18de-eeuwse advertenties 22-18 Janse, H., Ambachten op een neogotische archiefkast 20-33 Janse, H., De kerfbijl en de brede bijl 13-46 Janse, H., Dordtse houtveiling in 1788 23-50 Janse, H., Gereedschappen in een oude smidsrekening 18-36 Janse, H., Gereedschappen op grafzerken 20-36 Janse, H., Glasius glazenmakers 21-34 Janse, H., Het ambacht in de boerderijbouw 23-28 Janse, H., Het kruiskozijn en ander timmer- en meubelmakerswerk als meesterproef 18-12 Janse, H., Het metselaars- en glazenmakersgilde van Brielle 19-16 Janse, H., Leiwinning in het Maasgebied 16-15 Janse, H., Ontwerp voor een Sint-Jozefsglas te Middelburg 23-39 Janse, H., Over de schilder en zijn verf 14-14 Janse, H., Over de wording van het woordenboek Bouwkundige Termen Haslinghuis4
Janse, H., Over de wording van het woordenboek Bouwkundige termen HaslinghuisJanse 14-22 Janse, H., Over kruisbijl, kruisbeitel en snik 15-35 Janse, H., Ritsmessen en merken op haringtonnen 21-24 Janse, H., Scheepmakersambacht op oude afbeelding 16-31 Janse, H., Traditionele gildeproeven 22-32 Janse, H., Uitspraken 18-36 Janse, H., Van boom tot plank. Transport, handel en zaagambacht 17-13 Janse, H., Zwaluwstaarten in bouwconstructies 25-21 Janse, H., en G. Nederlof, Zagen met z’n tweeën 25-26 Jong, Tj. de, Uurwerkmakersgereedschap 24-41 Jordan, W., Ontdekkingen in Anjum en Dokkum 25-35 Kramer, E., Vroegmiddeleeuwse blokschaafjes uit Friese terpen 19-18 Laken, J., Achter slot en grendel 5-27 Leeuwenburgh, Th., De botter, ambacht en gereedschap van de Zuiderzeevisser 1251 Lotze, P., ‘Der Holzwurm hat’s am liebsten frisch’ (naschrift H.Janse) 16-45 Luiijf, W., Het zichtbaar maken van schaafbeitelmerken 5-17 Marcelis, P., Kuiperij Marcelis in Zeeuws-Vlaanderen 19-22 Marcelis, P., Omzwervingen van ‘De Zeemeeuw’ 16-44 Nederlof, G., Aambeeld als muntmeestersteken 18-37 Nederlof, G., Ambacht of handwerk? 11-47 Nederlof, G., Ambachten op postzegels: de kuiper 19-15 Nederlof, G., Ambachtsliedjes 15-13 Nederlof, G., Arie Schellingerhout: ‘Keramische dakpannen zijn kleine monumenten’ 11-26 Nederlof, G., Biesbosch en Biesboschmuseum 20-10 Nederlof, G., Booromslag 18-15 Nederlof, G., Bosbouwhandgereedschappen 17-18 Nederlof, G., Brabants bont 9-12 Nederlof, G., Carboleum 19-32; 20-47; 21-63 Nederlof, G., De metselaar en zijn wapens 15-11 Nederlof, G., Dwarse dissel?: benen in bussen! 25-47 Nederlof, G., Een primitief gereedschap: de priem 19-8 Nederlof, G., Een timmermanshamertje 24-29 Nederlof, G., Een vakantie met verrassingen 20-29 Nederlof, G., Een weggooitriwingschroevendraaierbit 24-18 Nederlof, G., Een zeldzaam antiek gereedschap: de schaafbijl van Odysseus 21-26 Nederlof, G., Eligius op de boekenkraam 18-7 Nederlof, G., Eric Peterson in Nederland 22-46 Nederlof, G., Gereedschap in opgegraven Romeins schip 25-48 Nederlof, G., Gereedschap op een bordje 21-30 Nederlof, G., Gereedschappen op het net 22-34 Nederlof, G., Gerrit van der Sterre schreef boek over schaven 21-22 Nederlof, G., Geschilderd gereedschap 24-26 Nederlof, G., Gezien in Ammerstol 25-46 Nederlof, G., Haken en ogen aan haken 4-21 5
Nederlof, G., Harswinning in de Landes van Gascogne 17-10 Nederlof, G., Het geheim van de smid 16-27 Nederlof, G., Het scherp van de snede 22-40 Nederlof, G., Het tapijt van Bayeux en scheepmakersgereedschap 8-26 Nederlof, G., Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) 25-36 Nederlof, G., Historische timmerwerf De Lier wordt gerestaureerd 13-21 Nederlof, G., Houthakkers in Italiaanse prentkunst 17-26 Nederlof, G., Ik was erbij! 21-42 Nederlof, G., In de (lijn)olie 14-41 Nederlof, G., In taal komt schilder uit de verf 14-17 Nederlof, G., Kwamen er ooit varkens in Groot-Brittanië voor? 20-48 Nederlof, G., Lantarenmaakster in de Middeleeuwen 18-18 Nederlof, G., Leidse Engelse schroefdraad 24-28 Nederlof, G., Lijmkoeken 24-22 Nederlof, G., Livre des métiers van Étienne Boileau 15-29 Nederlof, G., Lu Ban jing, een 15de-eeuws Chinees timmermanshandboek 12-24 Nederlof, G., Lu-pan de eenoog 13-41 Nederlof, G., Melis, een ‘reeprateur’ van schoenen 13-36 Nederlof, G., Molen De Ster zaagt weer hout 17-32 Nederlof, G., Moskou aan het Nieuwe Diep 13-23 Nederlof, G., Naar de zwarte zagen 8-42 Nederlof, G., Nummergereedschap 21-46 Nederlof, G., “Oegstgeester Dakpan” gaat erin als koek 20-49 Nederlof, G., Op bezoek bij ... Piet Anker 7-33 Nederlof, G., Op bezoek bij ... W.A. van Ede 8-34 Nederlof, G., Op de grens van twee ambachten: IJzeren banden om houten wielen 820 Nederlof, G., Op zoek naar Monier 15-34 Nederlof, G., Oud schrijfboek schildersleerling 14-38 Nederlof, G., Over ambachten, ambten en beroepen 22-24 Nederlof, G., Over de herkomst van ‘Belgische brokken’ 15-16 Nederlof, G., Over spijkers gesproken ... 6-31; 7-18 Nederlof, G., Overpeinzingen bij een zweitje 16-19 Nederlof, G., Peter de Grote en Holland 12-41 Nederlof, G., Pi in de Pieterskerk 19-28 Nederlof, G., Plaaggereedschap 16-21 Nederlof, G., Raadselachtige houtverbinding in voorzittershamer 23-16 Nederlof, G., Scheepmakersdissel, Breeuwgereedschap 16-30 Nederlof, G., Spijkerboor, is dat niet een fort? 17-7; 18-44 Nederlof, G., Traditiekamer Rijkswerf Willemsoord toont 200 jaar marine-onderhoud 16-11 Nederlof, G., Vakmanschap is meesterschap 21-49 Nederlof, G., Van schelp tot kalk 12-15 Nederlof, G., Verslag lezing Schaven en schavenmakers 16-6 Nederlof, G., Volledige beschrijving van alle konsten, ambachten, ... gereedschappen, enz. (1788-1820) 20-20 Nederlof, G., Werkplaatsfoefje: vierkant gat met ronde vijl 24-17 6
Nederlof, G., World Naval Base 20-38 Nederlof, G., Zagen, zagen ... 17-35 Nederlof, G., Zwarte smeden 21-38 Janse, H., en G. Nederlof, Zagen met z’n tweeën 25-26 Piena, H., Het bestek van ‘Opa Tik’ of de ethiek van restaureren (lezing) 14-52 Piena, H., Over de gevaren bij de bestrijding van houtworm 15-38 Punt, J. de, De repel 23-48 Punt, J. de, De scherphamer 24-20 Punt, J. de, De wolschaar 25-13 Rijsdorp, D., Van Biesboschriet tot Apeldoornse rietmat (1), Rietmattenfabriek Rijsdorp 22-16; (2) Rietwinning op de plaat ‘Paulus’ 23-26 Rode, H., Ambacht aan stuurboord! 25-45 Rode, H., De dagge, een merkwaardig stuk gereedschap 13-33 Rode, H., De equerre 20-8 Rode, H., Een kwestie van combineren 18-32 Rode, H., Het fabriceren van vijlen 22-10 Rode, H., Het prille begin 21-10 Rode, H., Het tweede leven van de vijl 23-25 Rode, H., Historisch bouwgereedschap 1-17 Rode, H., Impressie van de verzamelbeurs of: Waar je wel en waar je niet in kunt trappen 2-16 Rode, H., Jan Bouman als ‘Lijntrekker’ in Ambacht & Gereedschap 15-15; 16-21; 1725; 18-25; 20-25; 21-40 Rode, H., Machinale kuiperij in Heerde maakt houten vaten en kuipen 19-12 Rode, H., Opnieuw: De Koppendraaier 25-32 Rode, H., Over de ethiek van het opknappen 13-12 Rode, H., Speurtocht door Nederland naar ambacht & gereedschap in oude en nieuwe gevelstenen 12-20; Amsterdam 17-38; Blokzijl 12-47; Cornjum 20-31; Delft 16-22; Den Briel 22-29; Dordrecht 15-25; Tegeltableaus in Groningen 13-48; Groningen 21-43; Middelburg 19-27 Rode, H., Speurtocht naar ambacht & gereedschap op gevelstenen. Een bijzonder gereedschap: de snik 25-24 Rode, H., Unieke veiling collectie Ingwersen 20-19 Rode, H., Van onderen ... 17-27 Rode, H., Verzamelen en vooruitzien 13-38 Rode, H., Waardeloos of waardevol? 8-44 Rode, H., Wat is dat? (lijmklem) 20-54 Rode, H., Wat is een pezerik 2-20 Romein, C.J., Passen en meten (lezing) 8-4 Roode, J. de, Archeologen vinden timmermanskist in zestiende-eeuws scheepswrak 6-27 Roode, J. de, Bijbelse boom levert olijfolie 16-39 Roode, J. de, De achtergronden van het Jaar van het Industrieel Erfgoed 11-21 Roode, J. de, De kwast is belangrijkste gereedschap voor schilder en amateur 14-27 Roode, J. de, Eisma’s ‘Schildersblad’ honderd jaar vraagbaak voor schilderswereld 14-24 Roode, J. de, Franse timmerwerf symbool van vergankelijkheid 13-24 7
Roode, J. de, Harswinning Les Landes in vakantiefoto’s 18-22 Roode, J. de, Kastanjehout herontdekt 15-20 Roode, J. de, Koperen hek Nieuwe Kerk wordt ‘opgepoetst’ door koperslager 12-28 Roode, J. de, Ontstaan en 15 jaren bestaan van ‘Gered Gereedschap’ 13-14 Roode, J. de, Op bezoek bij ... Kees Gruys 5-9; Dirk de Hart 9-15; Karel Meijer (meester-schilder) 14-30; Cees Senders, onze miniaturist 21-60; Paul Steijn 11-12; Jan Verhoeven 10-23 Roode, J. de, Opleiding schilders vroeger en nu 14-20 Roode, J. de, Schildersmuseum toont heden en verleden van schildersambacht 1411 Roode, J. de, Siersmeedwerk in Rouen 11-28 Roode, J. de, Van dik hout ..., een geslaagde expositie 3-14 Roode, J. de, Vijftig jaar duimstokken maken 8-13 Schellingerhout, A., Mijn grootvader was metselaar 23-44 Spoel, J. van der, Het geheim van de steekbeitel 12-46 Sterre, G. van der, Ambacht & Gereedschap in Williamsburg U.S.A. 7-15 Sterre, G. van der, Amerikaans A&G-lid woont in Pella USA 17-29 Sterre, G. van der, Dagboek Hobby Tech ‘93 5-23 Sterre, G. van der, Electrolytisch ontroesten 1-14 Sterre, G. van der, Hartenpijn? 16-20 Sterre, G. van der, Het afnemen van merken. Het roetsysteem 2-17 Sterre, G. van der, Het behakken van ruwe stammen 5-20 Sterre, G. van der, Int Gekroonde Ynblock 7-22 Sterre, G. van der, Raadselachtige schaaf 17-31 Sterre, G. van der, Registreren van een verzameling 3-19 Sterre, G. van der, Vraagtekens bij een Franse roedeschaaf 13-19 Verhoeven, J., en G. Nederlof, Restauratie-ethiek 25-31 Verhoeven, J., Fineer uit Schoonhoven 25-35 Verhoeven, J., Speurtocht naar ambacht & gereedschap op oude en nieuwe gevelstenen in: Weibern (Dld.) 23-42 Verhoeven, J., Strijken, futselen en stapelen (naschrift G. Nederlof) 24-32 Versluis, A., Plagen en koken 17-47 Vink, G., Gereedschap voor de griendcultuur 20-14 Vink, G., Lussen en binden met teenhout 21-28 Vleuten, F. van der, Gaan vakantie en hobby samen? 14-43 Weijjers, R., Woorden voor onderdelen van boren 18-47 Wijngaarden, G.van, Metaal door de millennia heen 18-28 Zwart, A., Archeologen vinden prehistorische werktuigen 15-22 Zwart, A., Oude gereedschappen in de Auvergne (Frankrijk) 24-40 -, ‘Aeloude’ scheepsbouw herleeft 16-41 -, Biezen matten in tapijtstad, schelpkalkovens en stoomgemaal 12-12 -, De ontdekking van de zaag 13-31 -, Groede (Z.-Vl.) heeft een rustiek ambachtenstraatje 12-40 -, Herbouw linieschip ‘De Delft’ 17-36 -, Het mysterie van een Oostzeevaarder 16-41 -, Middeleeuws glas ‘vloeit’ niet 15-14 -, Nationaal Borstelmuseum te Izegem in België 12-32 8
-, Sint Lucas, schutspatroon der schilders 14-13 -, Terug in de tijd. De rijtuigschilder 22-23 -, Terugblik verzamelaarsbeurs. Commercie kreeg voorrang op verzamelaars 16-9 -, Utrechtse Houtzaagmolen ‘De Ster’ wordt in ere hersteld 12-26 -, Van kladlopers en testen 24-30 -, Zaagmolen ‘De Ster’ herrezen 15-21
9
Boekbesprekingen
Barjesteh van Waalwijk van Doorn, L.A.F. (red.), Haven en Achterland: Rotterdam en de Krimpenerwaard eeuwenlang verstrengeld in touw 16-37 Berends, G., Historische houtconstructies in Nederland 12-44 Blauw, W., Friese Schaatsmakers, van ambacht tot industrie 9-20 Bloks, L., en J. Obbink, Een boom groeit toch gewoon? 17-41 Boucard, D., Les Haches 24-36 Bruijn, J.R. (red.), Een nieuw schip voor Michiel de Ruyter, De 7 Provinciën 12-42 Buiter, H., Fabriekswerk. Industrieel erfgoed in de provincie Utrecht 12-45 Bunnik, W.T., en C.A. van Duuren, De Kuiper 1-19; 2-22 David, J., L’Outil 19-38 De Tier, V., en M. Devos, Woordenboek van de Vlaamse dialecten. Deel II, afl. 6a 1940 Devliegher, L., Landelijk en ambachtelijk leven 19-43 Dinteren, J. v., Netten knopen als hobby 21-81 Donnelly, M.J., Antique Tools 19-42 Dorleijn, P., De bouwgeschiedenis van de botter, 34 voet in de kiel 16-37 Floris, M., en M. Wirtz, Oud Gedaan 16-35 Fokkens, H.G., Het wagenmakersbedrijf in Friesland 12-44 Foskett, R., Vatmaking 16-36 Freling, W.V.J., Stucwerk in het Nederlandse woonhuis uit de 17de en 18de eeuw 1243 Frost, T., From Tree to Sea 6-21 Goudriaan, K., e.a., De Gilden in Gouda 12-45 Hamill, P., Tools as Art - The Hechinger Collection 11-46 Heesters, J.H.P., Het oude schildersambacht 14-45 Heide, D. van der, De taal van oud gereedschap 9-19; dez. De taal van oude ambachten 9-20 Honig, S., Arbeid met vuur en verve. Leven en werk van Herman Heijenbroek (18711984) 15-26 Houting, E., en H. Sandman, Aan t waark 23-56 Hoving, A.J., Nicolaes Witsens Scheeps-Bouw-Kunst Open Gestelt 8-39 Icher, F., Building the Great Cathedrals 17-41 Janse, H., en D.J. de Vries, Werk en merk van de steenhouwer 4-15 Janse, H., Historische bouwmaterialen, uitg. Stichting Open Monumentendag 15-26 Janse, H., Van aaks tot zwei 16-33 Jong, S. de, Zaans bouwkundig alfabet 4-15 Koch, F., e.a., History by the Meter 23-57 Koevoets, D., De dorpspomp van Kruisland 14-49 10
Kraaijeveld, J., Het andere Ambacht, 25 bijzondere beroepen in beeld 19-42 Maanen, R. van, Kleurkaart Noord-Holland, staaltjes van cultuur in 14 verhalen 14-45 Mulder, A.K., Ald Ark 2-21 Munck, B. de, en D. Dendooven, Al doende leert men: leertijd en ambacht in het Ancien Régime [1500-1800] 25-39 Nicolle, G., The woodworking Trades, a select Bibliography 15-27 Nije-Statius van Eps, G.E., Furniture from Curaçao Aruba and Bonaire, Three centuries of Dutch Caribbean craftsmanship 11-44 Nijhof, P. (samenst.), Beeld op het Werk, Arbeid en Industrie in de Nederlandse Beeldhouwkunst 14-48 Panhuysen, B., Maatwerk 20-52 Rybczynski, W., One good turn, natural history of the screwdriver and the screw 2179 Schmirler, O., De siersmid 19-37 Schmirler, O., Werk en werktuigen van de kunstsmid 19-37 Schoute, W., en H.W.J. van Veldhoven, De meubelmaker 2.Gereedschappen en handmachines 22-53 Steijn, P.P., Meestertekens op het dak 9-18 Sterre, G. van der, Vier eeuwen Nederlandse Schaven en Schavenmakers 22-52 Sterre, G. van der, Vier eeuwen Nederlandse schaven en schavenmakers 21-78 Struijs, M.A., Om een bevaeren schip te maecken. Geschiedenis van de Vlaardingse scheepswerven 15-27 Taylor, J., Tools of the Trade 21-81 Treue, W. e.a, Das Hausbuch der Mendelschen Zwölfbrüderstiftung zu Nürnberg 1243 Verhagen, P., e.a., Bitterzoet, herinneringen aan de oude Biesbosch 21-80 Verhagen, P., Die oude Biesbosch, mensen in een bijzonder landschap 16-36 Verhagen, P., Rivieren, boten en vissers, omzien naar vervagende spiegelbeelden 16-36 Vitruvius, Handboek Bouwkunde (vertaling T.Peters) 14-47 Vries, D.J. de, Bouwen in de late middeleeuwen 7-38 Wegener, R., e.a., Skûtsjesilen 11-46 Weijs, J., Sporen van een ambacht ... Scheepvaart 24-36 Wennekes, E., en L.P. Grijp, De hele dag maar op en neer ... 25-38 Whelan, J.M., The Wooden Plane 5-14 Witsen, Nicolaes Cornelisz., Aeloude en Hedendaegsche Scheeps-Bouw en Bestier (facsimile) 8-38 Wurlitzer, B., Historische Werkstätten 23-56 -, Beroepsheiligen (tentoonstellingscatalogus) 18-39 -, De kuiper (Zuiderzeemuseum Enkhuizen) 19-37 -, Die Fabrik für Mühlstein-Schärfwerkzeuge J.C. Kupka Schkeuditz 25-39 -, Dordt in de kaart gekeken 9-19 -, Geschiedenis van de Techniek in Nederland, 6 dln. 9-21 -, Het Ambacht, uitg. Stichting Levend Ambacht Leiden 7-40 -, Hollanders aan de slag, 6 stadswandelingen langs eeuwenoude sporen van handel en nijverheid 12-44 -, Practisch overzicht van het schildersvak 1883, herdruk 14-44 11
-, Restaureren 1880-1930, herdruk 14-44 -, Sporen in zandsteen/Spuren in Sandstein 17-42 -, Street Scenes, Leonard Bramer’s Drawings of 17th Century Dutch Daily Life 12-44 -, The Butcher, The Baker, The Candlestickmaker 11-46 -, Vernissen 1881, herdruk 14-44 -, Woordenboek van Brabantse/Limburgse dialecten 7-39
12
Verslagen van bijeenkomsten en excursies
Eerste kringbijeenkomst, Bunnik (8-6-1991), thema: schaven 1-2 Tweede bijeenkomst, Woerden (30-11-1991), thema: boren 2-2 Derde bijeenkomst, Batavia Lelystad (9-5-1992) 3-2 Vierde kringbijeenkomst, Woerden (7-11-1992), thema: bossingen, poppenhuis 4-2 Vijfde kringbijeenkomst, Horst (5-6-1993), boerderij De Locht 5-2 Zesde kringbijeenkomst, Maarssen (27-11-1993), thema: hout zagen 6-2 Zevende kringbijeenkomst, Nieuwkoop (28-5-1994), thema: smederij 7-2 Achtste kringbijeenkomst, Maarssen (26-11-1994), thema: passen en meten 8-2 Negende kringbijeenkomst, Kruisland en Essen (13-5-1995) 9-2 10de bijeenkomst en jaarvergadering, Maarssen (4-11-1995), thema: Stanley 10-5 Excursie Schoonhoven Zilverstad (11-5-1996) 11-4 Lood en leien op bijeenkomst Maarssen (2-11-1996) 12-3 Biezen, kalkovens, gemaal, Genemuiden (7-6-1997) 13-3 Tweede leven voor gereedschap, Maarssen (25-10-1997) 14-5 Kleurrijke excursie naar Sikkens’ Schildersmuseum Sassenheim (16-5-1998) 15-4 Tafelverkoop, lezing schaven en veiling, Maarssen (24-10-1998) 16-3 Marinemuseum, marineschepen en ambachten Oude Rijkswerf, Den Helder (5-061999) 17-4 Bosbouwhandgereedschappen op najaarsbijeenkomst Maarssen (23-10-1999) 18-3 Museum voor de Oudere Technieken Grimbergen (27-5-2000) 19-4 Het kuipersambacht op de najaarsbijeenkomst Maarssen (21-10-2000) 20-4 Biezen, riet, wilgen en nog meer in de Biesbosch (7-4-2001) 21-4 De wagenmakerij op de najaarsbijeenkomst Kerk-Avezaath (2001) 22-4 Houtzagerij Nahuis onder stoom, Groenlo (19-04-2002) 23-8 Najaarsbijeenkomst Kerk-Avezaath (26-10-2002), thema: Japanse zagen 24-8 Eerste Friese Schaatsmuseum en route langs Aldfaers Erf (17-05-2003) 25-4
13
Musea en stichtingen
ambacht en gereedschap: ‘De Holle Roffel’; Kruisland 4-14; 9-2; 25-42 ambachten enz.: Stedelijk Museum Roermond 17-43; 20-32 ambachten: musée Cévenol; Le Vigan (F) 10-22 ambachten: Musée Régional des Métiers; La Chéze (F) 10-22 ambachten: Museum Oude Ambachten & Speelgoed; Terschuur 10-21 archeologie: Archéodrome de Bourgogne (F) 19-45 archeologie: Ned. Inst. voor Scheeps- en onderwater-Archeologie NISA; Lelystad 1330 borstels: Nationaal Borstelmuseum; Izegem (B) 12-32 bosbouw: Kempisch Bosmuseum; Essen-Wildert (B) 11-41 bosbouw: Nationaal Centrum voor bos, natuur en landschap; kasteel Groeneveld; Baarn 13-43; 17-41 brouwerij: De Snoek; Alveringen (B) 7-32 ciderproductie: Maison de la Pomme et de la Poire; Carrouges (F) 13-44 ciderproductie: Musée du cidre du Pays D’Othe; Eaux-Puiseaux bij Troyes (F) 13-45 constructiewerkhuis: Valere Verhaeghe-Verstraete; Adinkerke (B) 9-14 diversen.: Musea in Frankrijk 12-36 diversen: Aldfaers Erf, Zuidwest-Friesland 25-9 energie: Museum voor Energietechniek; Amsterdam 17-45 gereedschap: Ambachtsmuseum Verborg; Haastrecht 12-48; 13-29; 14-2; 15-2 gereedschap: De Koperen Knop, Hardinxveld-Giessendam 13-43; 22-40 gereedschap: Gereedschapmuseum Mensert; Delft 4-13 gereedschap: Historisch Gereedschap Museum; Krommenie 13-40 gereedschap: Maison de l’Outil; Troyes (F) 5-7; 19-45 gereedschap: Musée de Caveirac (F) 19-46 gereedschap: Museum ‘De Dubbelde Palmboom’; Delfshaven 7-22 gereedschap: Museum voor de Oudere Technieken; Grimbergen (B) 8-32; 18-41;19-4 gereedschap: Provinciaal Museum van het Bulskampveld; Beernem (B) 19-43 gereedschap: Stichting Gered Gereedschap 13-2,10,14 gereedschap: Streekmuseum Hoeksche Waard 16-6 gereedschap land- en tuinbouw: Museum ‘De Korenschuur’; Loosduinen 11-40 gereedschap veengronden: Museum ’t Rieuw; Nuis (Gr.) 17-45 houtbewerking: Resenhof; Oberlehen (D) 12-38 houtbouw: Zaanse Schans; Zaanstad 13-40 houtwaren: Musée de la Boisselleire, Bois-d’Amont (F) ijkwezen: Museum IJkwezen; Delft 10-20; 11-8; 12-48 ijzer: Nederlands IJzermuseum, Ulft 20-41 ijzergieterij: DRU Ulft 21-71 industrieel erfgoed: Openluchtmuseum Hagen (Westfalen) 15-41 karren, wagens: Karrenmuseum; Essen (B) 9-5 kartonnage: Valréas (F) 20-40 landbouw: Nationaal Museum Historische Landbouw Techniek; Wageningen 10-21 14
leien: La Maison de l’ardoise, Rimogne (F) 20-40 leien: Le musée de l’Ardoise, Fumay (F) 16-17 lood: Stichting Informatiecentrum Bewerkt Lood 11-10; 12-6 messen, scharen: Musée de la Coutellerie, Nogent (F) 20-41 metaalbewerking: Opleidings- en Ontw.fonds Metaalbewerkingsbedr.; Waddinxveen 16-26 metaalnijverheid: Musée de la Métallurgie, Bogny-sur-Meuse (F) 20-40 molens: Molenmuseum ‘De Wachter’,Zuidlaren 20-28 naaimachines: Naaimachinemuseum, Dordrecht 15-41 olijfteelt: Musée de l’Olivier; Nyons (F) 16-39 openluchtmuseum: Colonial Williamsburg (VS) 7-15 openluchtmuseum: Écomusée de Haute Alsace; Ungersheim (F) 12-37 openluchtmuseum: Freilichtmuseum ‘Voghtsbauernhof’; Zwarte Woud (D) 12-38 openluchtmuseum: Freilichtmuseum Neuhausen ob Eck (D) 12-38 openluchtmuseum: Niederrheinisches Freilicht Museum, Grefrath (D) 21-55 rietcultuur: Biesboschmuseum; Werkendam 17-46; 20-10; 22-16 schaatsen: Eerste Friese Schaatsmuseum, Hindeloopen 25-4 schaven: ‘Van der Sterre’; Leiderdorp 4-11 scheepsbouw: Batavia-werf; Lelystad 13-30; 20-52 scheepsbouw: Dockyard Chatham (GB) 20-38 scheepsbouw: Marinemuseum Den Helder 16-11; 17-4 scheepsbouw: Maritiem Museum; Rotterdam 13-30 scheepsbouw: Traditiekamer Willemsoord; Den Helder 16-11; 17-4 scheepsmodellen: Katwijks Museum 12-39 schilders: Sikkens Schildermuseum; Sassenheim 14-11,24,32; 21-75 schilders: Zuiderzeemuseum; Enkhuizen 14-14,33 schilderswerkplaats: Museum ’t Steenhuis; Niebert (Gr.) 17-45 slijpstenen: Musée ‘Le Coticule’; Salmchâteau (B); scheermesslijpstenen 15-16 smederij: D’Oale Smederië, Hellendoorn 23-58 smederij: De grote Hendrik, Ruinerwold 20-28 smederij: Nieuwkoop 6-25; 7-5 speelgoed: Museum Oude Ambachten & Speelgoed; Terschuur 10-21 stoommachine: Nederlands Stoommachinemuseum; Medemblik 16-27 strijkijzers: Nederlands Strijkijzermuseum; Noordbroek 18-34 tapijten: Tapijtmuseum; Genemuiden 12-12; 13-3 techniek: Techniek museum; Delft 10-20; 11-8; 12-48; 21-73 technieken: Museum voor de Oudere Technieken; Grimbergen (B) 8-32; 18-41;19-4 timmerwerkplaats: Timmerwerf; De Lier 13-21; 18-40 touw: De Baanschuur, Oudewater 23-58 tuinbouw: Westlands museum Streek- en Tuinbouwhistorie; Honselersdijk 11-38 vakwerkboerderij: La ferme des planons, Saint-Cyr-sur-Menthon (F) 21-54 veenderij: It Damshûs, Nijbeets 20-42 wagenmakerij: De Leidse Wagenmaker 21-70 wagens: Provinciaal Museum van het Bulskampveld; Beernem (B) 19-43 wijnbouw: Musée des outils de vignerons; Chateauneuf-du-Pape (F) 19-46 wijnbouw: Musée du Père Anselme; Chateauneuf-du-Pape (F) 19-45 zadelmakerij: Zadelmakerijmuseum; Bellingwolde 4-12 zandsteen: Sandstein Museum Bad Bentheim (D) 21-68 zilver: Stichting Zilver in Beweging 11-5,6
15
Zaakregister
aal 19-8 aalschaar 18-46 aambeeld 18-37,38; 21-31,39,54; 22-13 aanbesteding 23-3 aannemer 23-28 aanzetter 17-21 afbrandapparaat 14-31,33 afdoppen (ww) 18-14 afkorten (ww) 9-4; 17-16 afkortzaag 14-22; 19-40; 24-12 aflapels 13-37 aflappen (ww) 13-36 afmijnen (ww) 23-30 afschrijfnaald 20-44 afschrijfpunt 20-43 afschrikken (ijzer) 18-28 afslag (aanbesteding) 23-30 afwrijven van merken 2-18 aks 8-28; 10-37; 17-21; 23-12 ambacht 11-47;14-20; 22-24; 25-39 ambachtenliedje 15-13 ambachtsonderwijs, -school 8-21; 22-22; 23-31 ambt 22-24 Amerikaans boortoestel 17-50; 18-35,51; 20-29; 22-41 Amerikaans grenen 2-13; 16-20 Amerikaans grenen 23-37 Amerikaanse eik 20-6 Amerikaanse lijmklem 20-54 Amsterdamse voet 9-10 ankernagel 6-32 ankerrozet 23-36 aquaduct 21-58 arbeidsloon timmerman 23-31,32 architraaf 15-45 arend (van vijl) 11-19; 22-11 armvijl 11-19 16
avegaar 2-13; 7-28; 8-28,31;15-35; 1631,33; 17-47; 18-16,17,36; 19-41; 2023,36; 21-31 avenarius-carbolineum 19-35; 21-63 azijnhout 16-30; 18-16; 20-23; 23-34 baardaks 10-37; 23-12 baggerbeugel 7-9 bak(vorm) baksteen 24-4 bakhuis 19-6 bakklinkers 23-37 baksteen 9-13; 20-23; 23-34 baksteen, geschuurde 21-40 baksteenfabriek 14-37 baksteenindustrie 24-4 balk 23-50 balkengat 9-19 balkrondbeitel 23-36 balkzager 6-6 balsem 18-23 bandenroller 8-22 bandhaak 4-21 bandnagel 6-32 bandschuurmachine 19-13 bandsnijder 20-14 bankenknechtje 24-32 bankhaak 15-18; 24-33 bankhamer 15-13 bankvijzel 22-19 bannagel 7-18; 13-52 basterdvijl 22-10 bats 23-46 Baumberger steen 17-39 beeldhouwer 18-27; 20-34 beeldhouwerspriem 20-44 beeldsnijdersatelier 23-8,14 been 19-18 beenderlijm 24-32,33,46 behangdrukker 14-11
behangsel 15-7 behangselschilder 14-19 beitel 8-39; 16-41; 18-12,20,36; 2035,36; 21-35,46,87; 22-11,30; 23-36,40; 25-24,32,44,49 beitelhecht 23-36 beitsen (ww) 22-14 bekapping van vijl 24-39 bel (uithangteken) 13-36 Belgisch brok 15-16,19 Belgische puntkwast 9-12 Bentemer kleur 14-16 Bentheimer zandsteen 9-14; 14-16; 1739; 21-68; 23-52 Bergsche spijker 6-33 Berlijns blauw 14-15,16 Berlijns gietijzer 11-32 beroepsheiligen 18-39 beroepsopleiding 25-39 beslaan (ww) 23-8; 25-47 beslagband (kuiper) 19-25 beslagbijl 1-17; 4-19; 5-21; 8-28,31; 1034,38; 13-46; 15-25; 17-49; 23-12,40; 2516,24,44 besnijkwast 15-6 bestek 23-30,36 bestrijding van houtworm 15-38; 16-45 betonpan 11-27 betonvlechter 19-29 betuining 21-8 beugelzaag 17-22; 18-10 beukenhout 14-41; 19-24 beukhamer 17-23 beulsbijl 6-36 beunhaas 21-57 beurzenmaakster 18-19 bibliotheekladder 22-57 biervat 19-23 Biesbosch 20-10 bietensteker 7-10 biezen (matten) 12-12; 13-3; 20-10 biezenhaak 20-12 biezensnijder 20-12 bijenkorf 21-5 bijl 7-29; 8-39; 10-37; 11-46,49; 14-47; 17-21; 19-47; 21-26,35; 23-36; 24-36; 2524,47,49
bijlblad 25-57 bijlhamer 10-30 bijlhouwer 11-33; 22-28 Bijltjes 8-26; 12-47; 21-31 bik 23-52 bikhamer 22-59; 24-20; 25-32 bilhamer 25-31,32 binden met teenhout 21-28 bindmiddel (verf) 14-15 bindtang 15-34 bindteen 21-28 binnenmicrometer 8-37 bint 18-13 binthout 23-34 bisaiguë 15-35,37; 25-14,20 bit 18-15; 24-18 blaaizoom (ton) 19-26 blaasbalg 18-28; 20-35 bladlood 11-10; 22-19 blarentrekker 14-33 blauwhout 14-35 blauwsel 24-20 blauwverver 14-18 bleeslat 21-8 blekijzer 17-23 bles 14-27; 15-5 blesmes 18-10 blikschaar 18-20 blikslager 18-16 blitztang 8-36 blok (katrol) 7-28 blokhaak 4-22; 19-41 blokkwast 14-31 blokmaker 7-22; 7-23; 7-28; 20-38; 2340 blokmat 13-3 blokschaaf 11-45; 15-43; 16-8; 17-49; 19-18,41; 21-31,35; 23-36; 25-40 blokvijl 22-11 blokvijzel 22-19 blokwitter 15-6 blushuis 13-6 bochtknier 21-46 bochtscharnier 17-48 boekbinder 21-57 boekbindershamer 24-29 boekbinderskwast 15-6 17
boekhamer 17-23 boerderij 23-36 boerderijbouw 23-28 boesschapper 7-9 bokkenpoot 14-12; 15-6; 19-34 boktor 16-45 bolhamer 10-13 bolschaaf 22-61 bomen zagen 24-12 bomenbandzaag 12-35 bomen zagen 24-12 bonenstaak 20-3 boog 21-58 boogpasser 20-32,35 boogschaaf 20-6 boombast 20-34 boomezel 11-41; 19-43 boomhaak 4-21 boomladder 22-56 boomstam behakken 5-20 boomstamkano 20-50 boomzager 24-13 boor 20-3 boor, lepel- 2-13 boor, pompen- 2-13 boor, vierkante gaten 1-11 boorbeitel 23-36 boordenstrijkster 18-34 boorhout (omslag) 17-7; 18-15; 21-46 boorhoutmaker 18-16 boorijzer 17-7; 18-15,16 boorkuiken 11-50 boormaker 18-16 booromslag 7-28; 15-36; 16-31; 1815,47; 21-46; 22-46; 23-36,40; 25-24 booromslag, druk- 1-21 boorschaaf 14-40; 23-36 boorstang 7-26 boorstelling pompboor 3-15 bordpasser 13-48 borensmid 18-16 borstavegaar 8-28 borstboor 18-17; 20-32 borstel 12-32; 14-36 borstelhout 12-34 borstelmaker 12-32 borstelmakersboor 12-34 18
bos 18-16 bosbessenplukker 18-36 bosbouw 21-25 bosbouwgereedschap 11-49; 17-19 boskant 23-33 boskant beslagen 5-21 Bossche klomp 9-12 bossingschaaf 4-2; 7-16; 16-8; 21-31 botters, botterbehoud 12-51 bouchard(eer)hamer 24-21; 25-53 Bouletpan 11-27; 25-46 bouwambachten 15-32 bouwbedrijf in China 12-25 bouwbedrijf platteland 23-28 bouwgilden 22-30 bouwkunstenaar 20-22 bouwloods 20-35 bouwmeester 20-32; 22-31 Brabands werk 23-35 Brabants rijshout 9-12 Brabantse gaarde 9-12 Brabantse gotiek 9-13 Brabantse klomp 9-12 Brabantse muur 9-13 Brabantse puntkwast 9-12 Brabantse ruit 9-12 Brabantse staak 9-12 Brabantse stander 9-12 bramzeilschootblok 7-28 brede bijl 13-46; 20-36; 23-12 breekhamer 18-36 breekijzer 18-36 breeuwen (ww) 16-10,30; 21-52; 25-54 breeuwer 16-11; 20-38 breeuwgereedschap 19-49 breeuwhamer 8-39; 16-10,30; 21-31 breeuwijzer 16-30,49; 17-6; 25-49 breeuwkistje 16-30 breeuwmateriaal 13-53 breeuwwerk 24-43 Bremer groen 14-16 briefpaneel 3-13 brikkebekker 24-4 Bristolrood 14-14 brokken 15-19 brons 18-28; 19-19 bros 19-8; 20-43
broshecht 19-9 brouwerspek 18-23 bruineervijl 24-39 bruinwerk (scheepsbouw) 16-10,30 bruneersteen 10-13 bruneren 10-13 Brusselse aarde 10-13; 16-13 Brusselse veerploeg 11-43 buigen zinken buis 11-35 buigpaard (kuiper) 19-24 buigtang 21-35 buigtoestel voor wielbanden 8-22; 19-5 Burgemeestersglas Oude Kerk Amsterdam 21-36 burijn 10-13; 22-7 bus 18-16 cactushout 11-45 campêche 14-35 caput mortuum 14-14 carbol(in)eum 19-32; 20-46; 21-63 caseïne 14-15 ceder 11-45 cellulose 14-15 cement 12-15; 14-15 cementijzer 15-34 cementpan 23-37 cementsteen 23-37 centimeter 10-18 ciderpers 13-45 ciderproductie 13-44 ciseleerhamer 10-13 ciseleren (zilver) 10-13 colofoonhars 18-23 combinatiegereedschappen 18-32 combinatiehaak 4-22 combinatietang 18-32 Compagnonnage 13-25; 15-33 conservering van gereedschap 25-49 coquettes (leien) 16-15 coromandel 23-16,23 correctietang (drukkerij) 9-5 corridormat 13-3 couchenille 22-19 couchenillemolen 22-19 coupe-marc (wijnbouw) 6-37; 22-59 creosoteerwerf 22-41 dagge, dagijzer 13-33; 15-11; 23-36
dagsnede, -streep 13-33; 16-33 daisypicker (tuingereedschap) 11-34 dak 11-9; 19-16 dakbedekking, hout 13-52 dakbedekking, riet 20-12 dakdekker 12-10,43; 15-32 dakleien 16-15 dakloodje 9-18; 11-11,13; 12-10 dakpan 11-26; 16-24; 19-16; 20-49; 2334,35; 25-46 dakpan met glazen venster 22-49 daksporen 17-14; 25-21 dakstoel 16-17 daktegels 19-16 damar 14-54 damasceren 16-27 daskwast 22-23 decimeter 10-18 decorateur 20-35 decoratieschilder 14-14,25 decoratietang 18-32 decoratietechnieken 14-31 dekhamer 19-44 dekriet 22-17; 23-26,37 dekspaan 19-44 dekspijker 6-32 dekstoel 16-17 dekstoel 19-44 delen 23-34 dendrochronologisch onderzoek 16-46 dendrometer 18-48 dennen palen 23-36 dennenboor 17-21 dennenhout 17-13; 18-30; 23-33,50; 2522 deurenmaker 15-32 deurhamer 10-27 deurknop 22-19,21 dextrine 14-15 diamant 21-34 diamantslijpersschijf 22-19 dichtwerker (kuiper) 19-22; 20-6 dijkroede 8-5 dijkwerker 20-37 dissel 5-21,23; 7-29; 8-29,39; 14-47; 1525; 16-30,31,33; 17-49; 20-23; 2126,31,35; 23-40,52; 25-24,47,49 19
disselen (ww) 25-20,47 distilleerketel 13-44 distilleerslang 22-18 dodekop 21-37 doekschilder 14-19 dolkmes 19-9 dolly (tegenhouder) 16-12; 17-6 dolspijker 6-32 dommekracht 15-15; 21-46; 23-40 doodshoofdsblok 7-28 doorslag 18-20; 20-23 dorpskuiper 19-23 dosse zagen 8-42 draadknipper 18-32 draadkniptang 15-34 draadnagel 6-32; 7-18 draadtrekkerij 7-20 draaghaak 8-23 draaibank 7-27; 13-31; 22-19; 23-15; 2424,48 draaibank, trap- 3-16 draaibeitel 7-27 draaiwerk 23-24 draaizaag 5-33 drevel (lood) 11-11 drevel 21-31,35 driehoek 20-35 driekante vijl 22-11 drieling (baksteen) 23-34 drieling 6-32 drietandhark 17-24; 22-17 drijfhamer 10-13; 11-11; 18-16 drijfkram 20-23 drijven (zilver) 10-13 drijver 20-6 drilboor 22-48; 23-36 droogdok Jan Blanken Hellevoetsluis 2158 druif 18-15,17 drukbooromslag 1-21 dubbelspijker 6-32 duig 19-24 duigen 20-6 duiker 17-7; 21-35 duim (geheng) 22-19 duim (maat) 8-4, 9-9; 21-55 duim, Nederlandsche 8-7; 10-18; 11-20 20
duim, Nieuwkoopse 6-25; 7-6 duimstok 7-44; 8-13,39, 10-7; 22-21; 2347,57 duimstok, Hollandse 8-14 duimstok, zigzag- 8-14 duinplantschop 17-21 Duitse leidekking 19-17 duizendpoten (ww) 23-44 dul (steeloog) 13-46; 15-37 dunningschaar 17-21 duwer 15-23 duwmes 12-34 duwzaag 24-12 dwarsaks 8-49 ebbenhout 16-18; 23-23 Echterpan 25-46 eek 17-23 eekhamer 17-23 eekklopper 17-23 eekmes 3-11, 4-23 eekmolen 25-40 eekschillen 25-40 eekschiller 3-11 eigendomsmerken 17-13 eikenhout 17-13; 18-30; 19-21,25; 206,27; 22-32,56; 23-34,37,50 Eisma's schildersblad 14-24 eistrijkijzer 18-34 eiverf 14-16 eker 25-40 el (maat) 8-5, 9-9 el, nieuwe Nederlandsche 8-7; 10-18 electrolytisch ontroesten 1-14 ellenmaat 19-11 ellens 23-34 ellestok 8-7 els 9-5; 13-37; 19-8 elshecht 19-9 elzenhout 2-13 emmerschaafje 19-26 emulgatoren 14-15 emulsieverf 14-15 en dosse zagen 8-42 Engels rood 21-37 Engelse haard 22-19 Engelse menie 23-36 Engelse schroefdraad 24-28
equerre 20-8 Escausijnse steen 23-35 essenhout 18-17; 21-46,81; 22-56 estrik 23-34 etalagetang 18-32 fatsoeneren van duigen 19-25 felstang 19-5 fender 20-13 fiedelboor 15-22,23; 20-32; 22-48; 24-24 fiedeldraaibank 24-24 fietsenmaker 24-47 fietsgereedschap 24-47 fijnschaaf 19-41 fijnschilder 14-14,17; 19-16 fineer 25-35 fineerhamer 10-28; 25-50 fineerpers 25-35 fitsbeitel 18-45; 19-41 fitterstang 18-32 flamandes (leien) 16-15 flessehamer 10-29 flestang 19-5 fleuriste 18-34 foelie 22-19 foelieslager 22-19 fontein 22-18 formeel 21-58 fretboor 17-7 Friese pan 11-27, 23-35,37 frijnslag 16-33 fruitton 11-8 futselen (ww) 21-78; 24-32,34; 25-34 futselhout, -plank 24-33; 25-35 futselschaaf 24-33 gaarde, Brabantse 9-12 galjas (Deens schip) 16-42 gebint 12-23 gebintwerk 23-31 gebrandschilderd glas 19-16; 23-39 geelgieter 12-28; 22-19 geelgieterij 22-19 geelhout, geelhart 14-35 gekookte olie 24-31 gele oker 14-16 gereedschap 10-16; 11-47 gereedschapsgeld 14-41 gereedschapskist 16-41,51;18-12; 21-84
gerfschaaf 2-16; 7-27,29; 16-22; 22-42; 23-55 gerstekorrel (maat) 8-5 gespenmaker 15-32 gevelsteen 11-33; 12-20,47; 1336,46,48,53; 15-25; 16-22; 17-38; 1812,26; 19-27; 20-30; 21-43; 22-29,44; 2343; 25-24,44 gevelteken 13-21 gewapend beton 15-34; 16-44 gewelf 21-58 gewelfhout 25-22 gewelfschildering 22-30 gieten (zlver) 10-13 gietijzer 18-29; 22-14 gietijzer voor loodstrippen 21-34 gijnblok 7-23 gijns 16-10 gilde handzagers 17-16 gilde herbergiers 15-44 gilde metselaars 15-32 gilde timmerlieden 15-32 gildebanier 19-22 gildebepalingen 18-12; 23-28 gildebrief 18-12; 21-36 gildekist 18-16 gilden 12-10,45; 15-29; 19-22 gilden Gent 15-33 gilden Parijs 15-30 gilden. afschaffing 15-33; 23-31 gildenboek 15-29 gildeproef 22-32 gildeproef timmerlieden 22-32 gildevoorschriften 19-16,17 gladhout 22-21 gladhout schilderen 22-21 glas 15-14; 20-35 glas-in-lood 15-14; 21-34,73 glas-in-loodgereedschap 16-48 glasblazer 19-10 glasbuigerij 22-22 glashout 22-32 glaslat 9-4 glaslood 22-19 glasloodwinder 22-19 glasschrijven 19-16 glassponningbeitel 23-36 21
glasvenster 18-13 glasverf 21-34 glaszetten 14-18 glaszetter 14-21 glaszetter 15-14 glazemaker 18-16 glazen pannen 23-35 glazenier 16-48; 20-34 glazenmaker 19-16; 21-34; 22-19 glazenmakersgereedschap 21-37 glazenmakersgilde 19-16 glijhamer 10-27 gom 14-15 gootdissel 17-49; 23-36 gootroffel 7-29 gordijnroehouder 7-10 gotische pan 11-27 gouddraadtrekster 18-19 goudsmid 9-22; 22-24 graanmaten 11-8 grachtengroen 14-16 grafsteen, -zerk 10-34; 18-25; 19-30; 2036 grauwen 14-14 graveerkogel 10-13 graveren (zilver) 10-13 greef 9-5 greep 21-31 grendel (hamer) 10-27 grendelslot 21-46 grenenhout 2-13; 16-20; 17-13; 18-30; 22-56; 23-33,34,50 griendgereedschap 18-5; 21-31,80; 2240 griendhakker 20-12,14 griendhout 20-11,12; 21-7,32 griendwerker 20-37 groefbeitel 23-36 groefzaag 23-55 grofschilder 14-14,17,18 grondhamer 10-13 grootwerker (kuiper) 19-23; 20-6 gruizelijzer 21-34 gruizeltang 19-10 guts 7-28; 23-25,40 gutsenpolijstmachine 25-55 haaienvel 14-33 22
haak 20-14 haak, div. 4-21 haalmes 7-27; 8-31; 12-34; 17-22,49; 20-6 haardijzer 22-19 haardplaat 22-19 haardstede met snuiver 23-37 haarhamer 21-31 haarlintmaakster 18-19 haarnaald 19-9 haarstel 13-30 hak 17-24; 18-9 hakbeitel 15-37; 18-31; 21-46 hakhaak 4-22 hakhamer 10-28 hakmes 7-27; 16-39 hakmes (leibewerking) 16-15 hakselhaak 4-22 halfkwartiers zagen 8-43 halfvathout 23-50 halhaak 4-22 halskarn 19-23 halskarnton 20-6 hamer 8-29; 10-27; 11-23, 33; 13-23; 2135,46,81; 22-31; 23-36; 25-37,50 hamer, hout 10-7,29;18-12; 20-35; 23-40 hamer met twee pennen 15-17 hamer voor haren van zeis 25-33 hamer, zilversmid 11-6 hamerbijl 10-30; 21-31 hameren (ww) 10-27 hamerkop 24-42 Hamerpan 11-27 handbijl 17-21; 18-10 handboormachine 17-38 handkarrenmaker 15-32 handschoenmaakster 18-19 handschroef 20-55 handvat stoeltjesboor 17-50, 18-51 handvattang 24-47 handvijl 11-20 handweefgetouw 13-4 handwerk 11-47 handzaag 7-26; 8-39; 12-34; 13-32,48; 14-23; 15-25; 17-15; 18-45; 19-40; 2135,43; 25-24 handzaag, brons 13-32
hanenbalk 25-21 hangslot 21-37,46 harden van staal 24-21 hardhouwer 18-27 hardsteen 23-35 haringband, Brabants 9-12 harington 20-6; 21-24 hark 18-9 harnasmaker 21-39 harpuis 19-33 hars 14-15,54; 17-10,12; 18-22 harsolie 18-23 harstapper 17-11 harsvijzel 15-7 harswinning 17-10; 18-22 hartzoeker 19-55 hechthaak 19-44 heidezicht 17-24 heier 25-38 heilied 25-38 heiligen 18-39 heipalen 17-13; 25-38 hekel 24-39 heknagel 6-32, 6-33 hekwerk 11-30 hellebaard 21-41 helmmaakster 18-19 hematiet 10-13 hennep 16-38; 20-39; 23-58 hennepgaren 20-39 hennepteelt 24-39 hertshoorn 19-18 heugel 21-47 hevel 22-18 hickory 22-56 hiep 9-12; 20-14 hijsblok 23-40 hijskraan 23-42 himphamp 13-30 Hindelooper schilderwerk 25-4 hoedenmaker 18-34 hoefsmid 19-31 hoektrommel 20-8 hoepel 19-14; 20-13 hoepmaker 20-37; 23-52 hoepmakerij 20-13; 22-50 hoepmakersbank 18-44
hogedrukvetspuit 24-7 holbeitel 23-36 Hollandsche Schotel 18-27 Hollandse pan 11-27 Hollandse pan, verbeterde 11-27 holle en bolle pannen 11-27 holle metselsteen 23-35 holle schaaf 17-31 holschaaf 22-61 hoogoven 18-29; 21-71 hooirijf 20-13; 25-11 hooivork 21-31 hoopwerk 23-31 hoorn 18-20 hoorn van aambeeld 8-22 hoornplaatje 18-21 hoosbak 20-14 horde 21-8 horletoet 14-40 horlogemakershamer 24-29 houtberoepen 17-12 houtbewerkers 17-13 houtconservering 16-45; 19-33 houtdraaibank 23-8; 25-34 houtdraaier 15-32; 17-13; 18-49; 25-32 houten hamer 10-7,29; 18-12; 20-35; 2340 houten verfpot 24-30 houten wiel 19-30 houter (eekklopper) 17-23 houter 25-40 houtershamer 17-23 houthaak 22-41,50 houthaker 22-41 houthakker 17-13,26,28; 18-33; 22-28; 24-13 houthakkersbijl 8-28; 17-27 houthandel 17-13; 23-50 houtijzer 21-32 houtimitatie 14-12 houtkliever 20-5 houtloods 13-21 houtmaker 17-13 houtsnijwerk 23-54 houtteer 14-16; 19-36 houttuin 9-19 houtveiling 23-50 23
houtverbinding 23-16; 24-38 houtvlot 17-13 houtvlotterij 9-19 houtworm 15-38; 16-45 houtzaagmolen 9-19; 12-26; 15-21; 1716,33,40; 20-50 houtzagen 17-14 houtzager 1-17; 17-13 houtzagerij 23-8 houw (bekapping van vijl) 24-39 huidenkoper 13-37 huisschilder 14-13,17 huistimmerman, -lieden 17-13; 18-13; 20-38 Hullrood 14-14 iepenhout 2-13; 18-17; 22-6 ijken 11-8 ijkwet 10-18,20 ijnblok 7-23 ijsberenhaar 15-6 ijzer 16-27; 18-28; 20-41 ijzer blauw kleuren 11-35 ijzeren dakpan 23-35 ijzeren goot 23-36 ijzeren objecten schoonmaken 21-17 ijzergieterij 20-41 ijzerindustrie 21-71 ijzerproductie 18-28 ijzervijl 23-36 ijzerwaren 23-36 ijzerwarenwinkel 22-36 imitatie notenhout 19-17 inch 10-19 Industrieel Erfgoed 11-21 inkroosmachine 9-4 inkrozing 9-4 insteker 19-10 instrumentmaker 19-19 instrumentmakershamer 24-29 Italiaanse haard 22-19 ivoor 18-20 ivoorhout 8-17 Jaar van het Industrieel Erfgoed (1996) 11-21 jaartal op snik 25-18 jager 20-37 jalon 20-8 24
japanmat 13-3 japanner 13-6,7 Japanse timmerlieden 24-12 Japanse zagen 24-12 jaquardmachine 13-3 Jiri-zaag 11 juffer 23-34,37 jufferblok 7-28 ka-lapper 20-14 kaakberg 19-34 kaaskop 24-25; 25-33 kalander 25-38 kalefaathamer 17-6 kalefaatijzer 8-39; 16-10,30,49 kalefaatwerk 24-43 kalefaten (ww) 16-10,30; 17-47; 25-55 Kalenberger riet 14-36 kalibreren 9-4 kalk 12-15; 14-15; 23-34,37 kalkbranden 12-12; 13-6 kalkhouw 19-17; 23-36 kalkmenger 23-37 kalkmouw 20-32; 22-45; 23-46,47 kalkoven 12-12,13,16; 13-6 kamelot 22-19 kammaker 15-29; 18-20 Kamper kogge 13-53 kandelaar 22-19 kantbeitel 19-41 kantelhaak 4-22; 23-12 kanter 17-13 kanthaak 4-21 kantrechtbijl 25-16 kantrechten 8-28; 25-16 kapberg 19-34 kaphamer 10-28; 15-11 kapijzer 12-5; 16-17 kappen van vijl 22-10 kapzaag 14-40; 24-14 karhaak 7-10 karmijn 15-5 kartelhamer 15-18 kartonnage-industrie 20-40 kastanjehout 15-20; 20-6 katoenijzer 25-54 keer 18-15 kegspade 17-20
kerfbijl 5-21; 12-47; 13-46; 16-22; 17-14; 25-14 kerfzaag 13-46; 17-14 kerkkroon 22-19 kernhout 16-20 kersenhout 23-16,23 ketelbikhamer 22-59 ketellapster 18-19 ketelmaker 16-12; 22-24,26 kielplaats 16-11 kim (ton) 19-26 kistenmaker 17-13; 18-13; 19-16 kistopener 1-23; 2-26; 25-52 kladschilder 19-16 klamaaiijzer 16-49 klampspijkersboor 17-7 klaphout 15-5 klaploper 15-5; 24-30 klauwhamer 10-30; 18-32 kleermaker 18-34; 20-52; 21-85 kleermakersgilde 21-57 kleerschrijver 14-18 kleinsteker 20-32,34; 22-48 klemhaak 20-23 kleur 14-16 kliefbeitel 10-28 kliefhamer 10-28 klinker 16-12 klinkert (baksteen) 23-34 klinkgereedschap 17-6 klinkhamer 10-28; 17-6, 21-31,46 klinkmaat 6-34 klinknagel 20-23 klinknageltang 17-6 klinkstel 7-10 klomp 9-12; 15-11 klompenboor 19-10 klompenmaker 13-37; 19-10 kloofbijl 23-12 kloofhamer 10-28 klootje 7-28 klopbijl 25-40 klophamer 10-29; 17-23; 19-11 kloppen van schors 17-23 klopper (bosbouw) 17-20 klopper 10-29; 23-42 klotendolk 15-44
kluftstaaf 15-44 kluiver 23-52 knier 17-48; 22-19 knierbeitel 17-48 knijpschaar 25-49 knijptang 21-31,35; 23-36 knopen van visnet 21-81 kobaltblauw 14-15 kobaltgroen 14-15 koevenster 23-36 koeverdak 19-17 koevoet 7-8; 25-49 kogelkwast 15-6 koken van naden 17-47 kokos 13-3 kolders 23-34 kollergang 13-45 kolomboor 22-41 kolomkachel 23-36 kooiker 20-37 kookbeitel 17-47 koolteer 19-32,34; 23-36 koorhek Nieuwe Kerk Amsterdam 12-28 kop (kaasvorm) 24-25; 25-33 kopal 14-54 koper 11-6 koper poetsen 14-54 koperen bekleding scheepshuid 16-10 koperen voegen 16-21; 18-43 koperhuid 16-10 koperslager 12-30; 18-34 koperslager-pijpbewerker 16-12 koppen- en lagenmaat 19-16 koppendraaier 25-32 kopsnoeischaar 17-22 korbeel 12-23; 18-13; 22-32 korfboog 19-16 kornoeljehout 20-23 korsettenmaakster 18-34 kortzaag 17-15 kortzaagmachine 9-4 korvenvlechter 20-37 kraalbeitel 23-36 kraangat 17-16 kraanzaag 1-17,18; 3-15; 6-4; 12-34; 1422; 17-13,15,16; 25-26 krammat 24-48 25
kramplaat 20-14 kramspade 20-14; 24-48 kraplak 15-5 kraspen 13-50; 23-21 krikhang 21-46 kromhout 6-22; 7-41; 9-19 kromkwast 15-6 krommer 23-50 kroos (ton) 19-26 krooszaag 19-26 kruiplanken 20-14 kruisbeitel 15-35,37 kruisbijl 1-22; 8-49,54; 15-35,37; 16-33 kruisgewelf 19-17 kruisgewelf metselen 19-16 kruishaak 4-22 kruishout 3-36; 10-7; 14-40; 22-42 kruiskozijn 18-12; 22-32; 23-31 kruispan 11-27; 25-46 kruiwagen 20-14 kruk 18-15; 19-49; 21-34 kuiken 18-15 kuikenboor 14-40 kuilzagen 9-25 kuip 16-35; 19-22 kuipen 13-44; 20-12 kuiper 1-19; 2-22; 5-16; 15-32; 16-47; 18-44; 19-15,21,37; 20-38; 22-24,28 kuiperij 19-12,22,43; 20-13 kuipersambacht 20-6,45 kuipersdissel 19-26 kuipersgereedschap 13-44 kuipersgilde 19-27 kuiperskroos 21-46 kuiperspasser 21-46 kuipersschaaf 19-25 kuipersschaafje 24-42 kuipersstift 19-26 kuipersvijzel 20-6 kunstdraaibank 22-21 kunstdraaierij 22-20 kunstnijverheid 21-73 kunstschilder 14-13,17 kunstsmid 19-37 kwartiers zagen 8-42 kwast 9-12; 14-31,36; 15-5 kwast in hout 18-36 26
kwastenfabrieken 14-27 laagveenderij 20-42 ladder 21-82; 22-56; 24-43 ladder met één staak 17-12 lagenmaat 23-47 lakverwerker 14-21 lambrizeur 15-32 landmeetinstrument 20-8 landmeter 18-26; 20-8 landmeterskruis 20-8 lantaarn 18-20;19-16 lantaarnmaker 15-29; 18-18,20 lantaarnvenstermaker 18-20 larix 20-6 lasijzer 6-32; 17-7 lasser 16-12,26 lattentrekker 20-14 leerjongen 25-39 leerlingstelsel 14-21 leerlooier 13-37 leibijltje 16-17 leidekken 11-10; 12-5 leidekker 9-18; 11-9,12; 16-15; 19-16; 20-36 leidekkershamer 18-32; 20-36 leidekkerswerkplaats 21-41 leien 11-9; 12-3; 16-15 leihaak 12-6 leihamer 16-17; 21-41 leinagel 6-33; 12-6 leisteen 20-40 lenspomp 2-13; 3-18 lepelboor 2-13; 7-26; 12-34; 15-25 leshuis 13-6 letterzetter 19-9 leunknop 18-15 lichte-plaatwerker 16-12 lijm 14-15 lijmen (ww) 24-33 lijmkoek 24-22 lijmpot 24-46 lijmtang 24-33 lijmverbinding 24-32 lijmverf 14-15,16 lijndraaierij 23-58 lijnolie 14-15,16,41,55; 15-43; 23-37; 2431
lijstenmaker 24-46 lijstschaaf 21-37 linieschip Delft 16-42; 17-36 linnenbleekster 18-19 lintvoeg 18-43 lintzaag 12-35; 19-5 loddereindoosje 10-10 loden pijpen 22-18 loket 11-11 lood (gewicht) 10-18 lood 11-9,10; 12-3,6; 22-11; 23-36 lood drijven 11-10 loodgieter 11-9,12; 22-28 loodgieterskist 16-51 loodkachel 24-46 loodklopper 10-27; 11-11 loodlei 11-11 loodlepel 24-46 loodloket 11-11 loodrei 16-31; 20-56 loodsmeester 20-35 loodsnijder 11-11 loodwind 21-34; 22-19 loodwit 14-14,15; 15-5; 23-36; 24-30 loodwitfabriek 14-15 loodwitverf 23-37 looien van huiden 25-40 loon opperlieden 11-36 loon timmerlieden 11-36 loper 21-34 los hoes Twente 23-30 Lucas IJsbrandsz.-pan 11-27 Ludolfiaans getal 19-28 luikgroefschaaf 16-8 luikwervel 7-10 lussen van teenhout 21-28 luthier 19-42 Maas(lei)dekking 11-10; 12-6; 19-17 maasbalken 23-50 maatstelsel 8-5; 14-47 maatstok 20-32 mahoniehout 11-45; 22-57,58 makelaar (dak) 11-6 maler 14-14,18 mallejan 11-41; 19-43 mand 20-13 mandenmaker, -vlechter 11-39; 19-10;
20-37 marlpriem 19-10 marlspijker 16-13; 19-10 marmeren 14-31,34; 15-7; 19-17 marmerimitatie 14-12 mars 7-27 marskramersgilde 10-11 marszeilschootblok 7-28 mastenmaker 16-12 mastenmakersloods 20-38 mastwortel 7-28 mathaak 4-21; 21-31 matriet 23-26 matshamer 10-28 matten 13-3 matten vlechten 13-8 mattenbies 13-3 meekrap 19-46 meesterproef 19-17; 25-39 meesterproef glazenmaker 19-16 meesterproef kuipers 20-5 meesterproef leidekkers 19-17 meesterproef metselaars 19-16; 20-25; 21-40 meesterproef zagers 17-16 meesterstuk timmerman 13-25 meesterteken 3-24; 11-9,12 meetgerei 13-28 meetkaliber 8-34 meetketting 18-27; 20-14 meetlat 22-45; 23-47 merken afwrijven 2-18 merken op hout 21-24 merkijzer 23-36 merkmes 12-50 mes 20-41 meskant 23-33 meskant beslagen 1-17; 5-21 messenmaker, -ster 15-29; 18-19 messing 12-28 messing- en groefschaaf 16-8 mesthaak 4-22 metaalconserveerder 14-21 metaalnijverheid 20-40 metalen 28 meter 8-7; 10-18,20 metrieke stelsel 8-7; 9-10; 10-17; 10-20; 27
21-55 metselaar 15-11,32; 16-13; 18-16; 1916; 20-32,34; 22-24,26,31,45; 2328,44,47 metselaarsgilde 19-16; 21-40 metseldraad 22-45; 23-47 metselkuip 23-46 metselmortel 19-17 metseltroffel 19-17 metselwerk 21-58; 25-46 meubelmaker 11-44; 19-19,40; 20-38; 24-33,34; 25-21 meubelmakersgereedschap 22-53 meubelmakerskist 20-19 meubelmakersveerploeg 15-3 meubelmakerswerkbank 21-79; 24-33 mijl 8-4 millimeter 10-18 mispelhout 20-23 modderaar 20-14 modderbeugel 20-14 modderschop 20-14 modelleerpons 10-13 modelmaker(ij) 16-13; 21-71 moer- en kinderbinten 17-16 moffeloven 22-23 moker 10-27,28; 15-17,19 molbord 9-5 molen 18-30 molenbouw 23-33,40 molenmaker 18-31 molenroede 18-30 molensteen 24-20; 25-35,39 molensteen scherpen 24-20 moniertang 15-34 monierwerk 15-34; 16-44 monnik en non 11-27 mop (baksteen) 23-34 mop, Waal- 23-34 mortel 12-12 mortelmaker 15-32 mortelschep 19-17 moshamer 8-39 moskou, moskuil 10-27; 13-23; 17-5; 1816 mossenkrabber 20-14 mosterdmaakster 19 28
muilenmaker 13-37 muilezelhaar (maat) 8-5 muizenval 10-16 munter 13-43 muntmeesterteken 18-37 mutsen- en kragenplooister 18-34 muurstijl 22-32 naadhaak 24-43 naadhaak 8-39; 16-49; 25-54 naaimachine 15-41 naaister 18-19 naald (strodekker) 19-44 naald 19-9 naaldenmaakster 18-19 naaldvorst 23-35 naamiizer 16-7; 23-36 nadentrekker 25-54 nagelboor 17-7; 18-45 nagelijzer 21-54 nageljongen 16-12 nagelplaat 17-6 natwerker (kuiper) 19-22; 20-5 Nederlandsch lood (gewicht) 10-18 Nederlandsch pond (gewicht) 10-18 Nederlandsch wigtje 10-18 Nederlandsche el 8-7; 10-18; 21-55 Nederlandsche palm (maat) 10-18 Nederlandsche streep 8-7; 10-18 neuskruis 17-44; 18-43,48; 19-50 neut 7-23 nijptang 10-30; 13-37; 19-10; 23-62 nokhaak (leidekker) 16-17 nopster 18-19 notenolie 14-15,16 nummers gereedschap 21-46 nummersysteem hamers 24-29 Oegstgeester dakpan 11-27; 20-49 oets 11-41 ojiefbeitel 23-36 oker 14-14; 15-5; 21-37 oldermanshamer 15-44 oliën 14-15 oliereservoir 14-41 oliesteen reinigen 11-35 olieverf 14-14,16 olijfolie 16-39 olijfpers 16-40
olmenhout 2-13 omslagboor 1-21; 7-28; 8-39; 15-36; 1631; 18-15,47; 21-46; 22-46; 23-36,40; 2524 onderhoud schaaf 15-43 onderriet 23-27 ongekantrechte deel 8-43 ons; Nederlandsch 10-18 ontroesten 1-14 oord 17-23 opbod (aanbesteding) 23-30 opperman 11-36; 22-28; 23-46 oprekker 22-58 oprekleest 22-58 opstuiken 8-22 Oregonpine 22-56 orgelfoelie 22-20 orgelpijp 22-18 ortpopulier 18-24 ottervanger 20-37 ovaaldraaierij 22-20 ovenbouwer 19-7 paalfundering 23-36 paardekastanje 15-21 paardenhaar 9-26; 15-5 paardje 7-10 paarse dodekop 24-30 pakkingsnijder 15-48 paling roken 20-27 palingschaar 18-46 palm (maat) 8-5; 9- 9; 10-18 palmhout 8-17; 15-43; 16-18,30; 18-16; 24-42 paltrokmolen 6-4; 17-40 panjerpunt (korfboog) 19-17 pan(nen)strijker 21-34; 23-36 panschop 20-14 papaverolie 14-15 papierspijker 6-32 Parijse voet 9-10 paring 24-32 passementwerker 22-22 passer 7-27; 13-48; 19-26; 23-40,42; 2524,44 paternoster 16-51 paumarvin 8-17 pegel 20-6
peilstok 20-6 pek 16-10; 17-12 pekdraad 13-37 pekelvaten 19-23 pekgieter 25-54 pekkogel 10-13 pen-en-gatverbinding 16-33; 25-20;23 penhakker 19-49 pennenmat 13-3 Pernambuco 14-35 persen (zilver) 10-13 persmaker 22-20 Petéa teer 23-36 pettenmaker 18-34 peur 20-26 peurder 20-26 pezerik 2-20;19-40 pi (π) 19-28; 20-45 pianohamertje 10-27 pigment 14-15 pigmentkamer 14-35 pijnboom 17-12; 18-23 pijpbewerken 16-12 pijphout 23-50 pijppriem 19-10 pikhaak 4-21 piklat 21-31 pinbeel 25-33 pistoolgreep 7-26; 15-25; 17-15 pitch pine 11-45 pivotbeitel 19-41 plaatslijper 22-19 plaatzilver 22-20 plafondnagel 7-21 plaggenhak 17-20 plakpuntje 7-18 plamuurmes 14-31 plank 17-14; 23-34 plantenbak 17-24 plantschop 17-20; 18-9 plantsoenbak 17-24 plantwig 17-20; 18-9 platkoppen 16-10 plattebandschaaf 19-41 pleisteraar 15-32 pleisterwerk 23-38 ploeg 11-45; 17-30 29
ploegschaaf 16-8; 21-37 ploegschaaf; dubbele 11-18 ploegzool 15-24 plukhaak 16-49; 17-6; 19-49 plukhaak 24-43; 25-54 poensoen 19-9 poep 18-15 pokhout 14-41 poleervijl 24-39 politoer 14-54 polshamer 10-27 pomp 14-49 pomp; hout 7-26 pomp; lens- 2-13; 3-18 pomp(en)boor 2-13; 3-15; 7-26 pomp(en)maker 7-22; 11-9,12; 12-10 pompbuis 19-43 pompspijker 6-32 pond (gewicht) 10-18 pons 10-13 pootgereedschap 11-38 pootstok 17-22 poppenhuis 4-3 porseleinblokje 24-46 portlandcement 23-37 potmolen 14-14 pottenbakker 19-10 prehistorische werktuigen 12-48; 15-22; 21-19 Prentbrander 14-31 presentatie van historisch gereedschap 10-31 priem 19-8; 20-43,44 prijs naaldhout 23-32 prijscourant 23-34 prikker 20-43; 23-21 profielschaaf 11-16 proppenboor 17-6 Pruisisch blauw 14-15 puddelijzer 18-29 puntbeitel 20-32 punthamer 24-20 puntijzer 15-17,19 puntkwast 9-12; 14-12; 15-5 puntschaaf 11-45 pup(pe) 18-15 purper 14-39 30
puthaak 4-22; 7-8 putroot 23-48 quackpan 11-27 raamhaak 7-10 raamroedenschaaf 13-19 raamzaag 1-17,18; 6-4; 9-25; 12-34; 1422; 17-13,15; 25-26 rabatijzer 8-39; 25-54 rademaker 18-16 radersnijmachine 24-41 radiaal zagen 8-42 radschroef 8-24 rakband 7-28 rakklootje 7-28 rampel 7-10 rasp scherpen 11-35 rasp schoonmaken 11-35 ratel 25-55 rattenstaart 25-54 rattenval 10-16 rattenvanger 20-37,38 reeborstel 12-32 reep 21-32 reepijzer 21-32; 22-50 reformschaaf 14-42 rei(lat) 24-20 reihaak 19-41 reischaaf 7-27; 19-41; 20-23; 21-31,35; 23-36,40; 24-32,34; 25-20 repel 23-48; 24-39 repen, repelen (ww) 23-48 restauratie-ethiek 13-12; 25-31 restaureren van gereedschap 13-12; 1453 riek 20-14 riembeslagmaker 15-32 riet 14-36; 16-32; 20-10; 22-16; 23-26,34 rietdak 23-35 rietdekkers 25-41 riethaak 4-21; 20-12; 21-31 rietmat 20-12; 22-16; 23-26 rietmattenmaker 17-46; 19-42; 20-37 rietpan 11-27 rietsnijder 20-12,37 Rijndekking 12-6 Rijnlandse duim 21-55 Rijnlandse roede (maat) 8-5; 21-55
Rijnlandse voet 9-10; 21-55 Rijns hout 23-50 rijschaaf 15-43; 22-42 rijshaak 4-21; 20-14; 21-31,80; 22-40 rijshout 9-12; 21-8 rijshoutwerker 20-13 rijstkorrel (maat) 8-5 rijswerker 20-37 rijtuigbout 8-24 rijtuigschilder 14-12; 22-23 ringhoorn 23-52 ritsmes 17-14; 21-24 riviervisser 19-33 rode bolus 24-20 rode oker 23-36 roede (maat) 8-5 roede; dijk- 8-5 roede; veen- 8-5 roeiboot beton Zeemeeuw 16-44 roestbikhamer 22-59 roestvast staal 11-6 roffel 7-29; 21-37; 25-40 roken van aal 20-27 rolmaat 8-14 rolmat 13-3 rolpaard 7-26 Romaanse pan 11-27 Romeins gereedschap 25-48 Romeinse miniatuur-gereedschappen 17-43 rondbeitel 23-36 ronde roffel 7-29 rondhoofd 6-32 rondschaaf 20-6; 21-31 rong 6-32; 21-35 Roodhout 14-35 roodverver 14-18 rooibijl 17-24 rooihaak 16-17; 21-41 rookhuis Marken 23-30 rookkast 23-37 roosterhout 25-22 rootput 23-48 roseren (ww) 18-13 roten (ww) 23-49 Rozenburg; tegelfabriek Den Haag 1349
rozenkransmaker 15-29 ruigemat 13-3 ruit (klomp) 9-12 ruitje 15-14 run 17-23 saaiverver 14-18 sabel 15-11; 19-17 Saksisch zwartsel 23-36 salmiakblok 11-11 sanderak 14-54 sashamer 8-22 schaaf 8-39; 11-45; 13-19; 15-3; 16-6; 21-78,79,84; 24-33; 25-14,49 schaaf; gerf- 2-16; 7-27,29 schaaf; verstelbare 10-7 schaafbank 24-35 schaafbeitel 16-7; 21-78; 23-36 schaafbijl 21-26 schaafblok 21-37 schaafblok bestrijken met lijnolie 14-41 schaafmaker 18-16 schaafmerk 15-3; 16-4,6 schaafzool 15-43 schaaldeel 8-43 schaar 20-41 schaats 25-5 schaatsenmaker 9-20; 13-37; 25-6 schaatsensmid 25-6 schaatshoutmaker 25-5 schapenschaar 25-13 schapenscheerder 25-13 scharenmaker 20-41 scharenslijper 18-16 scharnierbeitel 17-48; 18-45; 19-41 schaven (ww) 24-33 schavenmaker 15-3; 16-6; 21-78; 25-18 Scheele’s groen 14-15 scheepmaker 15-32; 16-11,18; 20-38; 25-47 scheepmakersdissel 16-30; 25-47 scheepmakersgereedschap 8-26 scheepsaffuit 7-26 scheepsbeschieter 16-11 scheepsbouw 8-28; 14-47; 16-18,41,49; 20-12,38; 21-26,31,46; 24-37 scheepsbouwer 16-30,38 scheepsbouwmeester 21-57 31
scheepssmid 16-12 scheepstimmerlieden; -man 8-26; 12-47; 15-42; 16-31; 25-25 scheermesslijpsteen 15-16; 18 schellak 14-54 schelpen 13-6 schelpenvisser 12-14 schelpkalk 12-12,15 schelpkalkbranderij 12-13,17 scherpgereedschap 25-35,39 scherphamer 24-20; 25-31,32 schiemansgaren 16-13 schiemanswerk 22-51 schietbeitel 19-41 schietlood 13-48; 20-9,32; 21-30; 23-40 schijvensnijder 15-48 schilder 14-14,17,24,30; 15-5; 16-12; 1816,25; 20-35; 22-28 schilderboeken 14-44 schildersambacht 14-11 schildersgereedschap 14-11; 15-5 schildersgilde 14-20 schilderskwast 12-33 schildersschool 14-20 schilderswerkplaats 24-31 schilderswoeling 14-29 schilijzer 20-14; 21-32 schilklem 21-32 schilschop 17-24; 23-12 schipdeur droogdok 21-58 schippershaak 7-10 schoenlapper; -maker(ij) 13-36; 18-19, 34; 19-9; 21-71; 22-26 schoenlappers(makers)gilde 13-37; 1819 schoenmakersgereedschap 22-58 schoenspanner 22-58 schoeper 19-41 schoffel 18-10 schoorsteenladder 22-56 schop 18-9 schoppriem 19-44 schoteldraaier 25-33 schraapstaal 20-6; 23-25 schraper 25-54 schraper breeuwnaden 24-43 schrijfhaak 10-7; 16-22; 19-41; 23-40 32
schrijnwerker 15-32; 18-16; 19-16,40; 23-40 schrobzaag 13-48; 14-22; 17-16 schroef 21-79; 23-3 schroefdraad 24-28 schroefsleutel 8-36 schroevendraaier 9-4; 18-32; 19-40; 2051; 21-46,79; 24-18 schrooipons 10-13 schrootbeitel 21-54 schropzaag 23-36 schubleien 19-17 schuifmaatje 8-34 schuiframen 18-14 schuitenmaker 15-32 schulpen (ww) 17-14; 24-12,15; 25-28 schulpzaag 17-16 schuurmiddel 14-33 siccatief 14-15 sierpons 10-13 siersmeedwerk 11-29 siersmid 19-37 sigarenkistopener 1-23; 2-26; 25-52 sikkel 21-31 Sint-Andriesgilde (edelsmeden) 10-10 Sint-Barbaragilde 15-26; 19-16 Sint-Eloy (of Eligius) 18-7; 19-31 Sint-Jozefsgilde 16-31; 18-13; 19-16; 2232 Sint-Jozefsglas Middelburg 23-39 Sint-Jozefszaag 19-40 Sint-Lucas 14-13,18 Sint-Lucasgilde 14-13,20,45; 19-17; 2134 sisalmat 13-4 sjouwer 11-37 sjui 11-40; 24-39 slagpers 10-13 slagstempel 23-25 sleg(ge) 10-27,28; 25-37 slei 25-37 sleutels 5-27; 11-31 sleutelstuk 12-23; 18-13; 22-32 slijpen, bijl 18-5 slijpen, dissel 16-30 slijpen van zaagbladen 23-9 slijpmolen 15-18
slijpsteen 15-17 slissen 9-4 sloepenmaker 16-12 sloopijzer 7-8 sloopnagel 36 sloothaak 4-22 slootmes 6-38 sloten 5-27; 11-31 slotgatsteekmachine 9-4 sluiper 6-32 sluipnagel 20-23 sluitnagel 18-36 smeden (ww) 18-28 smeden; Nieuwkoop 3-11; 6-25; 7-4; 1629 smedengilde, smidsgilde 10-10; 18-16, 19-31 smederij 6-18; 16-27; 20-28; 23-58; 25-9 smeedhamer 15-41; 18-28; 22-11 smeedijzer 16-27; 18-29; 22-14 smeedmachine 20-40 smetdraad, -lijn 1-17; 8-44; 13-46; 23-12 smid 8-20; 16-12,27; 18-7,34; 19-31; 2038; 21-38,54,85; 22-28,40; 23-58; 25-39 smidsambacht 21-39 smidse 20-28,40 smidsgereedschappen 25-34 smidshaak 4-21 smidshamer 7-9 smidsmerk 25-18 smidsvoorhamer 24-29 smidsvuur 8-23 snij-ijzer (leidekker) 16-17 snij-ijzer voor glas 15-14; 19-10 snijbank 18-44; 20-44 snijbonenmes 11-49 snijden (hout) 17-14 snijden van balk 13-46 snijden van glas 21-34 snijmes (kuiper) 19-26; 20-23 snijmes 20-6; 23-52 snijoor 7-9 snijpaard (snijbank) 19-5 snijraam 24-28 snik 8-49; 15-37; 20-56; 25-14,24,44 snoeibeitel 17-22 snoeimes 16-39; 17-51; 20-14
snoeischaar 4-27; 5-34; 17-22 snoeizaag 17-22 snoekorgel 16-36 soldeerbout 11-11; 18-20; 20-35; 21-35 solderen 18-20 solderen gegoten ijzer 11-35 spaanderraper 11-36 Spaans groen 24-30 spade 21-31 spalter 14-12,31 spaltijzer 16-16,17 spanen doosje 21-71 spanhoutje 17-40 spantenzolder 20-38 spanzaag 13-22; 18-10; 19-26; 24-12; 25-26,49 sparren (daksporen) 17-14; 23-34 spatel 16-50 spatkogel 15-6 speciebord 13-35 speerhaak 6-18; 10-13 speldenmaker 21-57 spiegel 22-19 spiegelfoelie 22-20 spijker 6-31; 7-18; 11-39; 17-8; 2154,81; 25-21 spijker; vertind 6-33 spijkerbak 11-39; 22-44 spijkerboor 15-25; 16-22,31; 17-7; 1815,44,45; 19-10; 21-30,35,43; 22-50,55; 23-40 spijkergeld 17-40 spijkerhamer 8-39 spijkerijzer 8-39 spijkersmid 20-40; 25-39 spijkertrekhamer 24-45 spijkertrekker 18-32; 24-46 spijkertrekker voor kistjes 1-23; 2-26; 2552 spinster 19 spitsvlecht 23-47 splijten van leisteenplaten 16-16 splijtijzer 16-16 splits 8-22 splitshamer 8-22 splitshoorn 19-11; 21-31 sponningschaaf 15-43 33
sponningvoorloper 15-43 sponturf 13-6 spookschaaf 10-7; 19-26 sprantijzer 2-27; 3-26; 4-26 spreidsel 17-16 sprokkelhaak 4-22 staak 9-12 staal 16-27; 18-28; 22-10 staal harden 18-28 staal; roestvast 11-6 standaardmeter 9-9; 10-18 stander 9-12 standolie 14-15; 24-31 standvink 22-32 standzoon 25-23 Stanley combinatieschaaf nr. 55 10-7 Stanley gereedschap 10-7 stanleymes 11-11 stanniool 22-20 stapelen (ww) 24-33 stapelplaats 17-13; 23-50 statenjacht Utrecht 17-37 steekbeitel 12-46; 14-40; 15-37; 18-31; 19-41; 21-46; 24-39; 25-16 steekbijl 8-49; 15-37; 25-16,24,25 steekguts 23-25 steekhoutje 17-35 steekpasser 19-10; 22-30,31; 23-40 steekpriem 19-9 steekschop 20-14 steenbeeldhouwer 22-19 steengroeven 21-68 steenhouwer(ij) 15-32; 19-16; 20-32; 2230,31,68 steenhouwersbeitel 23-42; 18-36 steenhouwersgereedschap 21-69 steenhouwwerk 23-28 steenkoolteer 19-33 steenschaar 3-24; 4-24 steentang 4-24 steenzetter 20-13,37 steiger 20-34 stek 19-10 stekelbeiersnoeimes 17-51 steker 10-13 stelmaker 8-30 stemhamer 10-27 34
stempel 10-13 steng 23-34 stielman 19-50 stikhaak 4-21 stillegangmaker 13-37 Stockholmer teer 19-35,36; 23-36 stoeltjesboor 17-50; 18-35,51; 20-29; 2241 stokkenschaaf 23-15 stokladder 22-56,57 stoksnoeizaag 18-11 stokstatief 20-9 stokzaag 17-22 stoomgemaal Mastenbroekerpolder 1213 stoomhoutzagerij 23-8 stootbuffer 20-13 stootijzer 7-8; 20-14 stormladder 22-57 straatmaker 22-25 straatmakershamer 19-48 straatnamen 21-30; 25-46 streep (maat) 8-7; 10-18 streep (mm) 21-55 strijdbijl 8-28 strijdhamer 10-27 strijkblok 21-78; 24-32,33 strijken (ww) 24-32,34 strijkijzer 18-34 strijkster 18-34 strikspannersijzer 9-26 striphaak 4-21 strodekker 22-26 strodekkersgereedschap 19-44 strodekkersmes 19-44 strohaak 4-21; 19-44 stroper 20-37 struiken- en steksnijder 20-14 struikenspa 20-14 stukadoor 14-21 stukadoorsmal 23-44 stukadoorspijker 6-33 stukadoorsriet 20-12; 23-26 stukadoorsspatel 16-50 suikerbrood 23-52 systeem-Monier 15-34 taancarboleum 19-33
tack-pulling hammer 24-45,46 takel 16-10; 23-55 takelaar 16-13 takelblok 7-23 tamme kastanje 15-21 tandschaaf 21-79 tandvormen van zagen 24-13 tang 23-62 tapbijl (harswinning) 17-11 tapboor 18-16 tapijt van Bayeux 8-26 tappenvijl 24-39 tavaillon 13-52 taxushout 19-18 Technische School 14-20 teenhout 21-28 teenijzer 21-32 teenmes 16-39 teenschilijzer 21-32 teer 16-10; 17-12; 20-39; 23-36 teerbol 15-6 tegelfabriek 13-49 tekendriehoek 13-48 tekenhaak 13-48 tekenonderwijs 22-22 telmerken 21-24 temperen (ww) 24-21 terpentijn 18-23; 24-31 terpentijnreservoir 14-41 test 24-31 teulklomp 20-14 teulpin 20-14 tienhander 23-27 timmer(mans)kist 6-30; 13-13; 18-33 timmeren (ww) 23-30 timmerlieden, Japanse 24-12 timmerlieden; -man 11-39; 12-25; 13-21; 15-32,45; 17,25,43; 19-16,40; 21-58; 2127,85; 22-24,28,31; 23-28,31; 24-35; 2545 timmermansbijl 17-25; 20-23; 25-14 timmermansdissel 25-47 timmermansduimstok 8-14 timmermansgereedschap 13-21 timmermansgilde 23-39 timmermanshamer 24-29; 25-50 timmermanshandboek; Chinees 12-24;
13-41 timmermansleerling 18-12 timmermanspriem 19-8 timmerwerf 13-21 timmerwerkplaats 23-33; 25-11 tin(ne)gieter(ij) 15-32; 16-26; 18-16 tinkachel 24-46 tocht 25-38 toekachel 22-19 toerenteller 10-39 toffelzaag 14-22; 23-21; 24-14 toise de Charlemagne 10-20 ton 19-26 tonnetjeszwart 22-23 toogijzer 12-22; 18-36; 25-22 toognagel 12-22; 18-13; 25-21,22 tootstek 19-10 topsnoeischaar 17-22 Torbandnagel 6-33 tourlevis 19-40 touw 16-38; 19-29; 20-34; 23-58 touwbaan 16-37,38 touwslager(ij) 15-32; 20-38; 21-85 touwsplitser 19-10 touwwoeling 9-12 traceerijzer 20-44 transport van balken 17-13 trapdraaibank 3-16; 23-15; 24-48 tras 23-37 trasmolen 9-19 trasraam 23-36 tredmolen 20-40 trekgeld 23-30 trekhaak 8-23 trekijzer 21-32 trekmes 17-22; 20-6; 22-62 treknagel 20-23 treksnoeischaar 17-22 trekzaag 2-22; 7-26; 9-25; 13-46; 1714,15,19,27; 18-10; 23-40; 25-26 trepaneerboor 20-44 tresoor 18-13 tri-wing screw 24-18 troffel 20-32; 22-30,31,45; 23-46,47 trommelkruis 20-8 trotseerloodje 9-18; 11-9,11,12; 12-9; 13-52; 15-12 35
truffelhecht 21-37 tufsteen 23-42 tuftingmachine 13-5 tuiger 20-38 tuigmaker 22-24 tuiles du nord 11-27 tuinbouwgereedschap 11-38,40 tuinlat 9-12 turf 13-6 turfmaker 9-5 twaalfhander 23-26 tweemansspanzaag 24-12 twibil, twybill 15-35; 21-88; 25-14 twijgklem 21-32 twijgknip 21-32 Tyrrheens purper 14-39 uile(n)bord 25-41 uithangbord 12-20; 13-36; 23-53 uithangteken 14-19 uitkammer 22-17; 23-27 ultramarijn 15-5 Umeateer 19-33,36 union jack 6-33 uurwerkmakerij 24-39 uurwerkmakersgereedschap 24-41 vaarboom 11-41 vadem (maat) 8-5 vakman 21-51 vakwerkboerderij 22-54 valkenier 22-26 valkerf 17-27 Van Duylsleutel 8-36 varken 20-48 varkensblaas 18-20 varkenshaar 14-27; 15-5 vathout 23-50 veenmos 13-23,53 veenroede 8-5 veerbeitel 23-36 veerhamer 7-9; 12-38 veerploeg 11-18; 15-3 veilingkistje 11-39 veldaambeeld 23-58 veldsmidse 22-40; 23-58 vellen van bomen 17-27 veller 17-13 velzaag 18-10 36
Venetiaanse terpentijn 18-23 venster (luik) 18-13 vensterglas 21-35 verdekte zwaluwstaart 25-21 verf 14-11,12,15; 24-30 verfhout 14-35 verfkwast 14-12,27 verfmakerij 9-16 verfmolen 14-12,14,33,34 verfpot 15-5 vergaping 8-21 vergaren (ww) 18-14 vergulden 8-40; 19-17 verguldkussen 8-40 verguldmes 8-40 verkoperen van ijzer 11-35 vermet 21-35 vermoor(beitel) 15-37; 21-35,46 vernis 14-16,54,55; 17-10; 18-23 verspeenschop 17-20 verstekhaak 4-22 verven 14-14 verver, verwer 14-17; 19-16; 22-19 verzameling 13-38; 21-14 vethoorn 19-11 vetpotje 16-31 vetprop 2-21 Vier Gekroonden 19-16; 22-29 vierkant beslaan 23-12 vierkante-gatenboor 1-11; 5-32 vijfsteek 22-32 vijl 11-19; 12-46; 22-10; 23-25,36; 24-39; 25-54 vijl scherpen 11-35 vijl schoonmaken 11-35; 22-14 vijlen van zaag 24-16 vijlenbeproefmachine 22-11 vijlenborstel 22-14 vijlenkapmachine 22-13 vijlenkapper 22-10,12,15 vijlensmid 11-19 vijzel 22-20 vijzelmaker 22-20 vilebrequin 17-7 vinger (maat) 8-5 vioolblok 7-28 vioolbouwer 8-42; 19-19
visboer 22-26 viskoper 22-24 viskorf 20-13 visnet 21-81 visser 19-33 vissersvaartuigen 12-52 vlaghaak 4-22 vlakplaat 23-25 vlaskam 21-31 vlasteelt 23-48 vlasviool 20-31 vlechtscherm 21-8 vlechttang 15-34 vleeslijm 24-32 vloerschaaf 14-40 vlotdelen 17-13 vlotmerk 11-48; 12-50; 17-14 voegbank 19-25 voegbeitel 13-35 voegen (ww) 13-34 voeggereedschap 13-35 voegijzer 23-36 voegmesje 13-35 voegspijker 13-34,35 voegwerk 21-40,58 voeremmerring 7-9 voet 9-10; 10-20 voetploeg 17-30 vogelvangst 9-26 volder 8-22 voor-de-hand-zaag 5-33 voorhamer 8-23; 10-28 voorloper 15-43; 23-36; 24-34 voorslagel 19-9 voorzittershamer A&G 23-16; 24-38 vormer/gieter 16-13 vossenstaart 18-45 vrouwenberoepen 18-19 vuist 10-27 vuistbijl 21-31 vurenhout 20-27; 23-37,33,34; 25-54 vuurbord 15-23 vuurhaard 22-19 vuurlassen 8-21 vuurpot 20-35 vuursteenmijn 15-10 wafelhamer 24-21
wagenmaker(ij) 8-20,30,33; 15-32; 1943; 21-70; 22-4 wagenschot 17-16; 22-33; 23-50 wagenschotzager 6-6 wagensmeer 18-23 wagensmid 19-30 walmes 6-38 walsen van lood 11-10 wandtegel 23-34,35; 25-30 wantklootjes 7-28 wantslager 19-29 washamer 10-27 wasschommel 19-23 waterbouw 20-13 waterfilter 11-45 waterglas 14-15 waterleiding 22-18 waterleiding hout 20-46 waterpas 10-7; 14-40; 21-30; 22-31 waterpomptang 8-36 waterradmolen 17-16 watertoren Schoonhoven 10-14; 11-5 welhaak 21-31 wellen (ww) 8-21 wemelboor 17-7 werkbank 11-15; 20-23 werkbeitel 8-39 werktuig 11-47; 19-38 wetplank 23-52 wetsteen 15-16; 18-50 wever 21-85 Wezels hout 23-50 widiametaal 24-21 wieder, -ster 18-19; 20-14 wiel 8-20 wielas 22-6 wielband 8-20; 22-6 wielbandenbuigmachine 8-23 wielbandschroevenboor 8-25 wieldraaier 22-21 wielschijf 8-22 wienboor 19-10 wigtje (gewicht) 10-18 wijnvat 19-22 wilgenbraak 21-32 wilgenhout 2-13; 20-11,13 wilgenlatten 23-52 37
wilgentenen 23-27 windas 11-36 winkelhaak 8-39; 15-36; 16-18; 18-12; 19-41,55; 20-23,35; 22-30,31,45; 2340,42 wipdraaibank 24-24 witten (ww) 14-14 witwerk (scheepsbouw) 16-30 witwerker (kuiper) 19-23 woelspade 17-20 wolf (zaag) 15-18 wolkamster 18-19 wolschaar 25-13 Woordenboek der Nederlandsche Taal 25-36 worstenmaakster 18-19 woustaart 25-21 wrang 18-15 wrijfsteen 21-34 X-meter 10-18 yard 9-9; 10-19 zaag 1-17; 2-22; 5-33; 7-26; 9-25; 13-31; 18-11; 21-79; 25-35 zaag, Japans 24-12 zaag met pistoolgreep 20-56 zaagbokje 15-18 zaaghecht 21-37 zaagkuil 17-16 zaagmachine 24-2 zaagmolen 6-5 zaagput 1-17 zaagraam 23-10 zaagslede 17-40 zaagzettang 19-40 zaagzetter 24-15 zaaigereedschap 11-38 zaaiviool 20-31 zachtsolderen 18-20 zadelmaker 19-9 zagen (ww) 6-4; 25-26 zagen (zilver) 10-13 zagen; en dosse 8-42 zagen; halfkwartiers 8-43 zagen; kwartiers 8-42 zagen; naar de zwarte 8-42 zagen; op vlam 8-42 zagen; overhands 5-33 38
zagen; radiaal 8-42 zagen; rechtweg 8-42 zager 1-17; 20-38 zakzwei 16-19 zalmhaak 23-4 zalmvisser 23-4 zandhaak 4-22 zandsteen 17-39; 21-69; 23-36 zandsteen; Bentheimer 9-14; 14-16 zeeden 17-10 zeilmaker(ij) 16-12; 18-34; 19-10,11; 2038 zeilmakerspriem 19-10 zeis 21-31 zeisboom 20-13 zethamer 20-6 zetpons 10-13 zetschoorsteen 22-21 zetten van zaag 24-16 zicht 21-31 zieken- en dodenbus 11-33 zijbijl 8-28 zijderupsencultuur 20-40 zilversmeden Schoonhoven 10-10; 11-4 zilversmid 9-22; 10-9,10,13; 11-4; 19-4 zilversmidsgereedschap 11-5 zink 11-5; 22-11; 23-37 zinken buis buigen 11-35 zinken gewichten 12-48 zinkschaar 7-10 zinkstuk 20-13; 21-7 zoeten (ww) 15-18 zoetwatervisser 20-37 zoldernagel 6-32 zonnewijzer 18-27 zool van schaaf 14-41 zuiverschaaf 19-41 zwaaihaak (ook zweihaak) 4-22; 10-7; 16-18; 19-41 zwaard 15-11 zwaluwstaart (ijzer) 7-10 zwaluwstaart 18-21; 23-24; 24-14 zwartsel 23-36 Zweeds staal 22-10 zwei 16-18; 19-41 zwei met twee tongen 16-19 zweibok 17-5
zweihaak 4-22; 10-7; 16-18; 19-41 zweistoel 17-5 zwengel 18-15 zwengelboor 18-16,17; 19-49 zwong 19-41
39
Persoonsregister
Aeneae, Hendrik 9-11; 10-17 Anker, Piet 7-33; 19-49 Avenarius, R.E.A. (1840-1917) carbolineum 19-36 Backer, Dam, Bussum 10-27 Bailey, Leonard 10-7 Blussé, Abraham (1726-1808) uitgever Dordrecht 20-20 Boileau, Étienne, gildenboek midden 13de eeuw 15-30 Bouman, J., illustrator 15-15; 16-21 Bunnik, Wessel 14-3 Burgman, Johannes 7-22 Ceulen, Ludolph van, wiskundige (Leiden, eind 16de eeuw) 19-28 Crotogino, Gebr., Schweidnitz (schaven) 11-16 Daidalos, bouwmeester-beeldhouwer, Athene 13-31 Duesing, schavenmakers Anholt (D) 16-6 Ede, W.A. van 8-34 Eisma, W.A (1869-1948) 14-24 Embden, Simon van, gereedschaphandel Amsterdam 16-6; 22-10 Eyck, Jan van, schilder †1441 14-16 Feenstra, Enne Rinkes (overl. 1927), timmerman Ferwoude 23-28,32,33 Feenstra, Rinke Ennes (overl. 1871), timmerman Ferwoude 23-28,31 Franklin, Benjamin, ca. 1750 10-16 Glasius, geslacht, glazenmakers Winschoten-Amsterdam 21-34 Groenewegen, Bruno († 1817) 3-27 Gruys, Kees, Westwoud 5-9; 23-54 Hart, Dirk de, Groningen 9-15 Hart, William H. 9-7 Haslinghuis, E.J. (1881-1971) auteur woordenboek 14-22 Hingst & Co, cementsteenfabriek Workum 23-37 Huizinga, J.A., meubelfabrikant Groningen ca. 1900 21-44 Huygens, Christiaan 9-11 Janse, Herman 12-18 Jong, Gerrit de, maker voorzittershamer 23-16 Keersberghoven, Michiel Cornelisz v., schaaf- en boormaker 1600 16-8 Keesmaat, Eric 6-10 Kingma, H., kalk- en trashandel Makkum 23-37 Koevoets, D. 9-3 Kuën (Kühn), loodgieters Haarlem 11-14; 12-9 Le Secq-des-Tournelles, H., coll. siersmeedwerk 11-29 40
Lutma, Johannes, edelsmid (1584-1669) 12-28 Maes, Cornelis 7-22 Mammen, J., schilder Leeuwarden (†1922) 14-24 Meijer, Karel, mr. schilder 14-30 Mierlo, Jozef van, koperslager 12-28 Monier, Joseph, uitvinder gew. beton 15-34 Mouton, Gabriel 9-10 Nijs, Louis de 6-16 Nooitgedacht, IJlst 12-10; 16-6 Pelletier, N.P. (1828-1921) scharenmaker 20-41 Picard, Jean 9-11 Piena, Hans, houtconservator, -restaurator 13-11; 14-52 Pieper, Carl, & Grössler, Dresden (schaven) 11-16 Rabone & Chesterman, duimstokkenfabriek 8-16 Rath en Doodeheefver, behangfabriek 14-11 Rozenburg, tegelfabriek Den Haag 13-48 Rutten, J. (1809-1884), tekenaar Dordrecht 16-23 Salaman, R.A. 6-23 Schellingerhout, Arie, metselaar Benthuizen (1871-1952) 23-44 Schuil, duimstokkenfabriek Drachten 8-13 Senders, Cees, miniatuurmaker 21-60 Sikkens, Wiert Wz. (1792, stichter verffabriek) 14-11 Spoel, Jan van der, Norg, timmergereedschappen 25-44 Stanley, Frederick T. 9-7; 10-7 Stanley, Henry 9-8 Steijn, P. 11-9 Sterre, Gerrit van der 4-12; 21-22,84; 22-4; 23-7 Stevin, Simon 9-10 Swinden, Jan Hendrik van 9-11; 10-17,19 Talos, uitvinder zaag, Athene 13-31 Tigchelaar, pannen- en tegelfabriek Makkum 23-37 Tromp, Cees, conservator Schildersmuseum 14-11; 15-4 Uytgeest, Cornelis van (uitvinder paltrokmolen) 6-6 Verborg, G. 6-12; 21-84 Verhoeven, Jan, maker voorzittershamer 23-16 Vitruvius (1ste eeuw v.Chr.) 14-47 Vliet, Jan van, graveur 17de eeuw 10-15 Vries, Albert de, schaatsenmaker, Goutum 25-6 Wadman, redacteur Schildersblad -1952 14-25 Watson, G.H., Rotterdam (vijlensmid) 11-19 Wineland, R., Pella (USA), A&G-lid 17-29; 21-84
41
42
43
44
45