LVS voor docenten Onderdelen van het LVS Het leerlingvolgsysteem in Magister bestaat uit verschillende onderdelen. In deze paragraaf zullen de verschillende onderdelen besproken worden. Magister bevat de volgende onderdelen om leerlingen te volgen: • kwadrant • logboek • kenmerken • observaties • testen • vrije velden • kwaliteiten en vaardigheden Kwadrant Het kwadrant van een leerling biedt in één oogopslag een beeld van de leerling. Bij de LVS-inrichting wordt bepaald welke gegevens van de leerling in het kwadrant getoond moeten worden. Tevens is het kwadrant van een leerling te gebruiken als ingang om uitgebreidere informatie van de leerling op te vragen. Logboek In het logboek kunnen verschillende soorten notities bij de leerling gemaakt worden. Hierbij kunnen notities afgeschermd worden voor verschillende soorten gebruikers. Kenmerken zijn eigenschappen die zelf te definiëren zijn en vervolgens aan een leerling gekoppeld kunnen worden. Voorbeelden van kenmerken zijn bijvoorbeeld ADHD, Dyslexie of andere leerproblemen. Observaties zijn waarnemingen die docenten voor al hun leerlingen invoeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om observaties omtrent de concentratie of het werktempo van de leerlingen. Vrije velden Het leerlinvolgsysteem bevat ook de mogelijkheid om zelf vrije velden te definiëren. Vrije velden zijn geschikt voor gegevens die u van veel leerlingen wilt bijhouden. Kwaliteiten en vaardigheden In het kader van competentiemanagement zijn in het portfolio van Magister de leerlingkaarten "kwaliteiten" en "vaardigheden" gemaakt. Op deze leerlingkaarten worden de ontwikkellijnen en leerlijnen van een leerling grafisch weergegeven. De scores van de leerlingen op de kwaliteiten en vaardigheden worden gemotiveerd, waarbij aangegeven kan worden in hoeverre de leerling kenmerken van een beginner of een professional vertoont. Het grote verschil tussen observaties en kwaliteiten/vaardigheden is dat meerdere docenten voor een leerling observaties invoeren en dat kwaliteiten/vaardigheden de coach/mentor 1 score invoert voor een leerling. Testen Op de leerlingkaart Testen kunnen de testgegevens van een leerling bijgehouden worden.
In deze gebruikershandleiding voor docenten wordt kort uitleg gegeven over de basisfunctionaliteit en het LVS van Magister. Nadat het LVS in Magister is ingericht kan deze informatie gebruikt worden voor de instructie van docenten en andere gebruikers van het LVS. Tevens zijn een aantal oefeningen opgenomen waarmee docenten kunnen oefenen. Het is aan te bevelen docenten te laten oefenen op een kopie van de school-database. De algemene oefeningen uit deze handleiding zouden dan specifieker (gericht op de eigen database) gemaakt moeten worden.
Hoofdindeling Magister Het hoofdscherm bestaat uit diverse werkbalken met verschillende functies. In de volgende paragrafen komen een aantal van deze werkbalken aan bod. Voorbeeld Menubalk
Magisterbalk
Filterbalk
Kolommen in het overzichtsscherm
Overzichtsscherm
Magisterbalk De Magisterbalk bevindt zich aan de linkerkant van het scherm van Magister. De Magisterbalk is onderverdeeld in maximaal vijf groepen die links onderin de Magisterbalk staan: Leerlingen, School, Informatie, Agenda en Beheer. Afhankelijk van de rechten worden deze groepen getoond. In deze groepen vindt u de verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld de onderdelen Absenties, Cijfers en Stage binnen de groep Leerlingen. Op de onderdelen staan een aantal knoppen. Sommige knoppen komen vaker voor, andere knoppen horen specifiek bij een bepaald onderdeel. De knop Overzicht komt bijvoorbeeld in heel veel onderdelen terug.
Leerlingen In de groep Leerlingen vindt u alle onderdelen van Magister waarin gegevens van een leerling beheerd worden. Dit omvat onder andere het invoeren van leerlinggegevens, cijfers, absenties, kluisjes etc. • Leerlingen: Invoer en rapportage van Leerlingen- en vakkenpakketgegevens; • Cijfers: Invoer en rapportage van cijfers. Het beheer van de cijferadministratie is verplaatst naar de groep Beheer; • Examens: Invoer en rapportage van examengegevens; • Absenties: Invoer en rapportage van absenties; • LVS: Invoer en rapportage van het leerlingen volgsysteem; • Kluisjes: Invoer en rapportage van kluisverhuur; • Stage: Invoer en rapportage van stagebedrijven en stages.
Detailkaarten In een overzichtsscherm worden een aantal gegevens van meerdere personen weergegeven. Op een detailkaart worden alle gegevens van een item weergegeven. Op een detailkaart zijn de gegevens van bijvoorbeeld één leerling of één personeelslid te zien. Vaak zijn er meerdere detailkaarten beschikbaar die geopend kunnen worden door in de lijst op de naam van de detailkaart te klikken. Openen van detailkaarten Zet eerst een overzichtsscherm in het scherm. Open vervolgens de detailkaarten door: • In een overzichtsscherm te dubbelklikken op een item; • In een overzichtsscherm de cursor op het betreffende item te zetten en op Enter te drukken. Wisselen van detailkaarten Als de detailkaarten geopend zijn, verschijnt rechts van de Magisterbalk een lijst met detailkaarten. Hier kunnen de verschillende detailkaarten van een leerling of personeelslid geselecteerd worden. Het aantal kaarten dat zichtbaar is, is afhankelijk van de rechten die je hebt. Open een andere detailkaart door in de lijst op een andere omschrijving te klikken. Sluiten van detailkaarten De detailkaarten kunnen afgesloten worden door terug te gaan naar het overzicht. Sluit de detailkaarten door: • Op de Magisterbalk weer op dezelfde knop te klikken waarmee het Overzichtsscherm geopend werd. Open bijvoorbeeld het leerlingoverzicht weer door op de Magisterbalk Leerlingen op de knop Overzicht te klikken; • Klik op de knop Sluiten, die rechtsboven de detailkaarten staat.
Navigatiebalk De navigatiebalk is zichtbaar in de meeste schermen van Magister en bevat een aantal algemene functies. Met de knoppen op deze balk kunt u onder andere navigeren en gegevens bewerken.
Navigatie-knoppen De eerste vier knoppen van de navigatiebalk verplaatsen de cursor naar de gegevens van het eerste, vorige, volgende en laatste gegeven in het overzichtsscherm. Zo kunt u bijvoorbeeld door de leerlingen bladeren. Als er een leerlingkaart op het scherm staat, zal bij het bladeren door de leerlingen dezelfde kaart getoond worden als van de andere leerlingen in de lijst. Afhankelijk van de sortering van de leerlingen in het overzichtsscherm zullen de leerlingen getoond worden. Actie-knoppen Hieronder wordt de functie van de knoppen op de navigatiebalk beschreven: •
Toevoegen: voeg een nieuw item toe, bijvoorbeeld een leerling of een personeelslid. Sneltoets: Ctrl-Insert ;
•
Verwijderen: verwijder het geselecteerde item. Verwijder nooit zomaar een item zoals een leerling of een relatieschool. In andere delen van Magister kan namelijk naar dit item verwezen worden. Sneltoets: Ctrl-Delete ;
•
Bewerken: bewerk het geselecteerde item. Vanuit het overzichtsscherm worden hiervoor de detailkaarten van het item geopend. Sneltoets: Ctrl-W ;
•
Opslaan: sla de bewerkingen op. Sneltoets: Ctrl-Enter ;
•
Annuleren: sla de wijzigingen niet op. Sneltoets: Escape;
•
Scherm verversen: ververs de gegevens op het scherm. Na het aanbrengen van wijzigingen in de filterbalk kunt u het scherm verversen. Sneltoets: F5;
•
Zoeken: deze knop is alleen beschikbaar in het overzichtsscherm. Met deze knop kunt u een leerling opzoeken.
•
Afdrukken: deze knop is alleen beschikbaar in het overzichtsscherm. Met deze knop worden de gegevens in het overzichtsscherm naar een printvoorbeeld gestuurd om ze daarna te printen;
• Lay-out kiezen: deze knop is alleen beschikbaar in het overzichtsscherm. Met deze knop kunt u een lay-out kiezen;
Overzichtsscherm Magister werkt met overzichtsschermen waar een aantal gegevens van leerlingen, personeelsleden, stagebedrijven etc. getoond worden. Openen van een overzichtsscherm Log in en kies voor de rol docent. 1. Klik op de Magisterbalk op het onderdeel Leerlingen. De diverse knoppen van het onderdeel Leerlingen worden nu getoond; 2. Klik op de knop Overzicht. Alle leerlingen van de docent verschijnen nu in het overzicht; 3. Blader door de verschillende leerlingen met behulp van de muis of met de pijltjestoetsen. Sorteren Het is mogelijk om de gegevens in een overzichtsscherm te sorteren. Zo kunt u bijvoorbeeld leerlingen sorteren op achternaam of stamnummer. Bij het sorteren worden: • Velden die letters bevatten van A - Z gesorteerd; • Velden die nummers bevatten van 0 - oneindig gesorteerd; • Velden met een datum op datum gesorteerd. Sorteren op een kolom 1. Klik één maal op de kolomkop; 2. Door nogmaals op de kolomkop te klikken, wordt de sortering omgekeerd (van A-Z naar Z-A etc.). Sorteren op meerdere kolommen tegelijkertijd 1. Klik op de eerste kolomkop; 2. Houdt de Shift-knop ingedrukt en klik op de kolomkop waarop u vervolgens wilt sorteren. Zo kunt u bijvoorbeeld alle leerlingen van de school per klas en op achternaam sorteren. Filteren Met een filter worden de gegevens in een overzichtsscherm beperkt. Beperk het aantal rijen in het scherm aan de hand van een voorwaarde. Voorbeelden van voorwaarden zijn: "alle personeelsleden uit een specifieke gemeente" of "alle leerlingen die van een bepaalde basisschool afkomstig zijn". Filter aanmaken In onderstaand voorbeeld wordt een filter aangemaakt waarbij alleen die personeelsleden op het scherm verschijnen die in een bepaalde woonplaats wonen. 1. 2.
Druk op de knop (kolom)filter op de lay-outbalk. Achter elke kolomnaam verschijnt een zwart driehoekje. Als de zwarte driehoekjes er niet staan, druk dan nogmaals op de filterknop; Klik op het zwarte driehoekje van de kolom waar u een filter op wilt leggen. Afhankelijk van het soort veld verschijnen in het uitrolvenster de volgende keuzemogelijkheden: • Alles: toon alle rijen; • Aanpassen: geef een uitgebreid filter op; • Leeg: toon alle rijen waarvan het betreffende veld leeg is; • Niet Leeg: toon alle rijen waarvan het betreffende veld gevuld is;
• Kies direct waar de inhoud van de betreffende kolom aan moet voldoen. Bijvoorbeeld: toon alleen die leerlingen waarvan de woonplaats AMSTELVEEN is.
3.
Maak een keuze uit de opties in het uitrolvenster.
Dat er een filter werkzaam is, is zichtbaar door: • Een beschrijving van het filter links bovenin het overzichtsscherm; • De kleur: het zwarte driehoekje achter de kolomnaam waar een filter is aangebracht, is blauw van kleur. Het is ook mogelijk om op meerdere kolommen tegelijk een filter aan te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld alle leerlingen uit een bepaalde woonplaats en van een bepaalde basisschool in het scherm plaatsen. Filter verwijderen Het verwijderen van een filter kan op een drietal manieren: • Klik op de knop Filteren op de lay-outbalk om de filterfunctie uit te zetten; • Klik links bovenin het scherm op het kruisje bij de beschrijving van het actieve filter; • Of klik op het zwarte pijltje op de kolomkop van het actieve filter en kies voor Alles. Zoeken In het overzichtsscherm kan een leerling opgezocht worden door in een kolom de cursor te plaatsen en een zoekterm in te typen. Het (intelligent) zoeken naar gegevens werkt in alle overzichtsschermen van Magister op dezelfde wijze. 1. 2. 3. 4. 5.
Zet de cursor in de kolom waarin u wilt zoeken; Begin met het intypen van de zoekterm. U ziet de letters die u typt lichter blauw worden; Als Magister een gegeven heeft gevonden dat voldoet aan de ingetypte tekst, springt de cursor hier naar toe; Ga verder met het typen van de tekst of druk op de toetscombinatie Ctrl-Enter om naar de volgende rij te springen die begint met de ingetypte tekst (=intelligent zoeken); Magister gaat door met zoeken in de lijst tot hij aan het eind van de rijen is. Dan springt Magister automatisch naar het begin van de lijst om verder te zoeken.
Het is dus niet nodig om de cursor bovenaan in de kolom te zetten. Als Magister aan het einde van de lijst het gegeven nog niet gevonden heeft, springt de cursor automatisch naar de eerste rij in het scherm. Voorbeeld
U bent op zoek naar een leerling met als achternaam "SchoolMaster": 1. Zet de cursor in de kolom achternaam; 2. Typ de letter "s" in; 3. Magister springt naar de eerst volgende leerling waarvan de achternaam begint met een "s"; 4. Voer de tweede letter in "c" of druk op Ctrl-Enter om naar het volgende personeelslid met de achternaam met "sc" te springen; 5. Zo kunt u doorgaan met het intypen van de achternaam of het drukken op Ctrl+Enter totdat u het personeelslid heeft gevonden. Opdrachten Aanwijzingen voor de applicatiebeheerder: Laat om docenten/mentoren te laten oefenen met Magister een aantal vragen beantwoorden. Hieronder een aantal mogelijke vragen. Zorg er voor dat de rechten goed staan zodat de gegevens gevonden kunnen worden. Opdrachten Zoek in Magister een leerling op met uw achternaam of een achternaam die zo veel mogelijk lijkt op uw eigen achternaam. Beantwoord de volgende vragen: -
In welke klas zit deze leerling? Voor welke studie heeft deze leerling een aanmelding? Wat is het laatst behaalde cijfer voor Nederlands? Welke docent heeft deze leerling voor Wiskunde? Hoe vaak is de leerling dit cursusjaar (ongeoorloofd) afwezig geweest? En in de vorige lesperiode? Hoeveel ouders staan geregistreerd bij deze leerling? Heeft ouder1 hetzelfde adres als de leerling? Hoeveel broers/zussen heeft deze leerling op dezelfde school?
Logboek Het logboek in Magister is een uitgebreid systeem waarin verschillende soorten gegevens door verschillende soorten gebruikers ingevoerd kunnen worden. Hieronder worden de uitgangspunten van het logboek besproken. Formulieren In het logboek kunnen gebruikers Formulieren gebruiken om bij een leerling gesprekken, notities, afspraken, handelingsplannen etc. te noteren. De school kan zelf bepalen welke formulieren gebruikt kunnen worden en welke gegevens op deze formulieren staan. Formulierselectie aanpassen Standaard worden op de leerlingkaart Logboek alle formulieren getoond die bij de geselecteerde lesperiode horen. U kunt de lesperiode wijzigen om items van een ander schooljaar te raadplegen.
Boven de logboekkaart staat ook een Formulierfilter. Daarmee kunt u bijvoorbeeld alle Afspraken met de leerling in het overzichtje tonen. Alle formulierketens waarin een afspraak voorkomt, zullen vervolgens in het scherm getoond worden. Eigenaarschap Een gebruiker kan bij een leerling een logboekitem creëren waarvoor hij creëerrechten heeft gekregen. Deze persoon is vervolgens de eigenaar van het logboekitem. Alleen de eigenaar kan wijzigingen aanbrengen aan zijn eigen logboekitems. Als een andere gebruiker een item aan een hoofditem koppelt, dan moet de eigenaar van het hoofditem het subitem autoriseren voordat andere gebruikers het subitem mogen zien. Een nog niet geautoriseerd item wordt cursief afgedrukt in het logboekoverzicht. Een voorbeeld: Mentor X heeft een handelingsplan gemaakt bij een leerling. Docent Y kan een notitie maken en dat koppelen aan het handelingsplan. Op dat moment zien alleen mentor x en docent y de notitie. Mentor x zal eerst de notitie van docent y moeten autoriseren met de knop Autoriseren boven het logboekoverzicht voordat ook andere gebruikers de notitie van docent y kunnen zien.
Koppelen van items aan elkaar Het is mogelijk om subitems aan een hoofditem koppelen. Dit kan tijdens het aanmaken van een item door in de wizard te kiezen voor de optie "Toevoegen aan...". Op deze manier kun je bijvoorbeeld aan een Contactregistratie een Notitie koppelen.
Ook is het mogelijk om achteraf een item aan een hoofditem te koppelen. De eigenaar van een item kan het item met de knop Items verslepen logboekoverzicht aan een ander item koppelen.
boven het
Signaal zetten De eigenaar van een item kan handmatig een signaal zetten bij een item om de aandacht van de andere gebruikers te trekken. Selecteer hiervoor het juiste item en klik op de knop Let op boven het logboekoverzicht. Geschiedenis Alle acties die er met een item plaatsvinden worden gelogd op het tabblad Geschiedenis bij een logboekitem. Ongelezen logboekitems Bij de inrichting van het LVS kan er voor gekozen worden om ongelezen logboekitems aan te geven op het vandaagscherm van Magister. Een docent ziet dan, na klikken in het vandaagscherm, een lijst met leerlingen waarbij er in het logboek nog ongelezen formulieren staan. Als er ongelezen formulieren in het logboek staan wordt de detailkaart Logboek vet weergegeven in het menu. Ook de items in het logboek zelf worden vet weergegeven zolang ze nog niet gelezen zijn.
Formulier invullen Formulierselectie aanpassen Standaard worden op de leerlingkaart Logboek alle formulieren getoond die bij de geselecteerde lesperiode horen. U kunt de lesperiode wijzigen om items van een ander schooljaar te raadplegen. Boven de logboekkaart staat ook een Formulierfilter. Daarmee kunt u bijvoorbeeld alle Afspraken met de leerling in het overzichtje tonen. Alle fomulierketens waarin een afspraak voorkomt, zullen vervolgens in het scherm getoond worden. Formulier invullen Bij het toevoegen van nieuwe items aan het logboek kunt u kiezen voor het aanmaken van een nieuw logboekitem. U kunt echter ook een vervolg toevoegen aan bijvoorbeeld een Contactregistratie, die al geregistreerd was. 1. Open de leerlingkaart Logboek; 2. Klik op de knop Toevoegen; Als er al een logboekitem aanwezig is bij de leerling, verschijnt onderstaande wizardpagina.
3. Op de volgende wizardpagina kan het soort formulier worden gekozen. Het rijtje met te kiezen formulieren wordt bepaald door de ingestelde rechten. 4. Op de volgende twee wizardpagina's kan de inhoud van het formulier worden ingevuld. De lichtgele velden moeten verplicht ingevuld worden. Onder het memoveld Inhoud kan als signalering het uitroepteken gezet worden bij dit formulier. Dit kan ook achteraf nog, door de eigenaar van het formulier, gebeuren. 5. Daarna kunnen de leesrechten ingesteld worden voor dit (ingevulde) formulier. Alleen terugschroeven van rechten is mogelijk. Het vinkje Dit is een persoonlijk formulier en alleen zichtbaar voor mijzelf zorgt ervoor dat niemand, behalve de invuller zelf, het formulier kan zien. Na klikken op voltooien is het ingevulde formulier zichtbaar in het logboek van de leerling voor iedereen die daar de rechten voor heeft. Als daar voor gekozen is, is het formulier ook zichtbaar op de kwadrantkaart van de leerling. Onderin op de logboekkaart zijn via de tabbladen gegevens, inhoud en autorisatie van het formulier te bekijken en (door de eigenaar) te wijzigen.
Opdrachten Logboek Oefening met Incidentformulier. Aanwijzingen voor de applicatiebeheerder. 1. Deze opdracht is bedoeld om docenten te laten oefenen met het invullen van logboekformulieren. Gebruik hiervoor een kopie van de live-database. 2. Er wordt gebruik gemaakt van een incidentformulier waarop naast de standaardvelden ook een bestandsveld (koppeling) geplaatst is. Zorg dus dat dit veld in het incidentformulier is opgenomen. Zorg er ook voor dat docenten creëerrechten hebben op het incidentformulier. 3. Geef in LVS-structuur aan dat incidentformulier getoond wordt in het kwadrant rechtsboven. 4. Laat docenten met tweetallen oefenen (wel ieder achter een pc). Zorg dat de twee docenten lesgeven aan een aantal dezelfde leerlingen. 5. Voor het gemak is het handig als de inhoud van de brief naar de ouders digitaal beschikbaar is voor de docenten zodat met knippen en plakken een briefje gemaakt kan worden. Opdrachten. Beschrijving: De leerling heeft tijdens de les, in een aanval van woede, de tas van een medeleerling tegen de muur gegooid waardoor de grafische rekenmachine van die leerling gesneuveld is. Er is een gesprek geweest met de leerling en de ouders worden d.m.v. een brief op de hoogte gesteld. In de meeste gevallen zal dit niet door een docent maar door een mentor, of een studiecoordinator, worden afgehandeld. Voor het gemak wordt het in deze oefensituatie op docentenniveau geoefend. 1. 2. 3. 4.
De opdracht is bedoeld voor tweetallen. Spreek met een collega af welke leerling gebruikt gaat worden voor deze oefening. Log in en kies voor de rol docent. - Noteer hoeveel ongelezen logboekitems aangegeven worden in het Vandaagscherm. Zoek in het overzichtsscherm de betreffende leerling op. Open de detailkaarten en klik op de kwadrantkaart van de leerling. - Hoeveel Incidenten zijn er van deze leerling geregistreerd? Maak in Word een kort briefje aan ouders met bijv. de volgende tekst:
Geachte ouder/verzorger: Uw zoon/dochter heeft bij een incident tijdens de les de grafische rekenmachine van een medeleerling vernield. In een gesprek, naar aanleiding hiervan, hebben wij passende vervolgmaatregelen afgesproken. Uiteraard zullen de kosten wel vergoed moeten worden. Op korte termijn zal hierover contact met u opgenomen worden. Met vriendelijke groet, ....... 5. 6. 7.
Klik in het logboekkaart van de leerling op Toevoegen. Start een nieuw onderwerp en selecteer Incidentformulier. Vul dit formulier in en zorg ook dat de brief aan de ouders gekoppeld wordt aan het formulier. Zorg er voor dat bij het formulier een Uitroepteken komt te staan. Leesrechten hoeven in de wizard niet teruggeschroefd te worden. Ga, wanneer het formulier door uw collega ingevuld is, naar het vandaagscherm. - Hoeveel ongelezen logboekitems zijn er nu?
8. 9. 10. 11. 12.
13.
Zoek, via het vandaagscherm de goede leerling op en ga naar het logboek van die leerling. Lees het, door uw collega ingevulde, formulier. Controleer of het incident ook op de kwadrantkaart staat. Klik via de kwadrantkaart weer naar het logboek. Maak een notitie bij het incidentformulier (kies in de wizard voor "toevoegen aan incident") met bijv. de volgende inhoud: Het valt mij op dat hij/zij de laatste tijd regelmatig woede aanvallen heeft. Klik, nadat uw collega deze notitie gemaakt heeft, op verversen zodat de notitie zichtbaar wordt in het logboek van de leerling. Zorg ervoor dat de notitie zichtbaar wordt voor iedereen die leesrechten heeft op het formulier. - Noteer het tijdstip waarop de notitie aangemaakt is. (Tabblad Geschiedenis) Print het incidentformulier, inclusief de aangehangen notitie.
Observaties Docenten kunnen leerlingen voor wat betreft een aantal onderdelen observeren (omgang met medeleerlingen, huiswerkgedrag, motivatie). Vervolgens kunnen zij in Magister door middel van een score aangeven of zij vinden dat de leerling beter of minder goed presteert op een onderdeel. Bij de inrichting van het LVS is bepaald: • Op welke onderdelen leerlingen beoordeeld kunnen worden; • Het aantal periodes waarin observaties ingevuld moeten worden; • Welke schaal (bijv. 1-5) gebruikt kan worden; • Welke motivaties aangegeven kunnen worden. Invullen van observaties • Klik in de Magisterbalk op de menuoptie LVS; • Kies in de wizardpagina de observatieperiode en de juiste groep/vak combinatie; • Na klikken op Start wordt het observatiescherm geopend; • Vul in dit scherm de beoordelingen in door een getal in te vullen. De ingevoerde score mag niet hoger zijn dan de maximum score. Magister geeft een waarschuwing bij een te hoge score en vult de max. waarde in. Net als in het cijferinvoerscherm wordt het ingevulde vakje geel. Sla de scores op met de knop via de sneltoets: Ctrl-Enter; Annuleer, zo nodig, de ingevulde wijzigingen door op
of
te klikken.
Motivering De ingevoerde score kan altijd gemotiveerd worden door dubbelklikken op het veld. Dan wordt de volgende wizard geopend:
Vink de motiveringen aan. Magister berekent aan de hand van de wegingen de beredeneerde score. De ingevoerde score moet ingevuld zijn/worden. Deze kan dus afwijken van de beredeneerde score. De beredeneerde score kan negatief zijn, maar de ingevoerde score kan alleen een getal zijn tussen 0 en de maximumscore. Op de volgende wizardpagina kan in een tekstveld nog een toelichting worden ingevuld. Klik daarvoor op het groene pijltje. Na klikken op voltooien wordt de motivatie in het observatiescherm weergegeven. Klik in het observatiescherm op
om de motiveringen op te slaan.
Onvoldoende score Een onvoldoende score wordt in het observatiescherm rood weergegeven. In het beheer kan ingesteld worden dat een motivatie verplicht is bij een onvoldoende score. In dat geval wordt de motiverings-wizard automatisch geopend wanneer een onvoldoende ingevuld wordt. Overige opties Vanuit het observatiescherm kan een overzicht geprint worden, een ander observatiescherm geopend worden en een andere periode geselecteerd worden:
Opdrachten Observaties Oefening met Observaties Aanwijzingen voor de applicatiebeheerder. Om docenten te laten oefenen met observaties is nodig dat de observatiemodule is ingericht. Zorg er dus voor dat: • Er dus minimaal 1 observatieperiode aangemaakt is • Onderdelen en motivaties aangemaakt zijn • De onderdelen aangegeven zijn bij de studies • De docenten lessen hebben • Vakken van de docenten aangevinkt zijn. In deze oefening wordt er vanuit gegaan dat bij alle onderdelen de volgende instellingen gelden: • Startekst: Negatieve punten • Eindtekst: Positieve punten • Max. waarde: 5 • Onvoldoende: 2 • Motivering verplicht: vinkje aan Opdrachten. 1. Log in als docent. 2. Klik op LVS > Observaties 3. Kies in de wizard voor een observatieperiode en selecteer een groep/vak combinatie waarvoor de observaties in gevuld gaan worden. 4. Vul bij de eerste leerling een beoordeling in op alle onderdelen. 5. Wat gebeurt er wanneer u en 8 invult bij een onderdeel? 6. Dubbelklik bij een leerling op een invulvakje en vul het motivatiescherm in. - Wat is de beredeneerde score? - Laat het veld 'Ingevoerde score' leeg, en klik op Voltooien. Wat is de reactie van Magister? Vul alsnog een score in en klik op Voltooien. 7. Vul een 1 in op een onderdeel bij een leerling. Hoe reageert Magister? Vul de wizard verder in en klik op Voltooien. 8. Print een overzicht van de ingevulde observaties.
Kenmerken Kenmerken van een leerling worden ingevuld op de detailkaart kenmerken in de groep LVS:
Klik op toevoegen. Selecteer in de wizard het betreffende kenmerk. Klik op het groene pijltje om door te gaan. Op de tweede pagina van de wizard kan extra informatie ingevuld worden. Afhankelijk van de inrichting daarnaast ook nog: • officiële vaststelling (met datum); • interne contactpersoon; • externe contactpersoon. Klik op
voltooien om het kenmerk van de leerling op te slaan.
Testen In Magister kunt u testgegevens bij leerlingen registreren. Op de leerlingkaart Testen kunt u testgegevens bij een leerling inzien en invoeren. Bij de testgegevens kan in de invulwizard tevens genoteerd worden: • afname (als dezelfde test meerdere keren ingevuld wordt); • groep (groep of leerjaar wanneer de test is afgenomen); • onderzoeker; • functie van de onderzoeker; • opmerkingen bij de testscores. Printen De detailkaart testen biedt de volgende printmogelijkheden: • geselecteerde test; • kort overzicht van alle geselecteerde testen; • uitgebreid overzicht van alle testen inclusief de scores.