2013
Pastoraal thema
LOURDES, EEN POORT NAAR HET GELOOF.
Met OKRA naar Lourdes in 2013
‘Op vertrouwen kan je bouwen’
1
Lourdes, een poort naar het geloof : Pastoraal thema 2013
Wij zijn misschien wel gedoopt, maar wat weten wij nog van ons doopsel? De datum? De plaats? De naam van wie ons doopte? Van onze dooppeter? Van onze doopmeter? Of hebben wij een souvenir van die dag bewaard: een medaille? Een prentje? Een foto? Wanneer het gebeurt dat wij aanwezig zijn op het doopsel van een kindje, dan horen wij de bedienaar zich tot de ouders richten met een eenvoudige vraag: “Wat vraagt u voor dit kind?” Indien de ouders werkelijk willen dat hun kind wordt gedoopt, dan hebben zij de keuze tussen twee gelijkwaardige antwoorden: “het doopsel” of “het geloof”. Het doopsel, dat is logisch. Omdat het geloof ons door het doopsel wordt gegeven. Indien wij dus het geloof hebben ontvangen, dan is het omdat wij gedoopt zijn. Het geloof is een gave van God. Een geschenk om te ontvangen. Een gave die, van bij het moment van ons doopsel, mijn relatie met God bepaalt. Dat geschenk moet dan groeien om dichter bij God te komen, om intiemer met de Heer te worden. Hoe? Door te geloven! Het is door te geloven dat ons geloof sterker wordt en dat onze relatie met God dieper en intenser wordt. Geloven is dus een actieve houding. En zo, van zodra ik op het spoor van het geloof zit, ben ik in mijn bestaan een geopende poort (deur) binnengegaan en langs die poort in een andere wereld gekomen, in een andere manier van leven, in de wereld van God. Het Evangelie toont ons een man die zijn bezeten zoon naar Jezus brengt en Hem zegt: “Als Gij iets kunt doen, heb dan medelijden en help ons.” Jezus antwoordt: “Wat dat kunnen betreft: alles kan voor wie gelooft.” Ogenblikkelijk riep de vader van het kind uit: “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!” (Mc 9, 22-24). Gebed Heer, ik geloof ook, maar kom mijn klein geloof te hulp. Ik vraag het U op voorspraak van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, zij die zalig is omdat zij geloofd heeft: help mij om nu de poort van het geloof binnen te gaan die U voor mij hebt geopend.
2
Eerste moment: het kruisteken In mijn bedevaart en bij elk moment van mijn christelijk leven is er een gebed met een gebaar dat mij kan helpen om de poort van het geloof te vinden en binnen te gaan: het kruisteken. Door mij tot de Vader te richten, die mij heeft geschapen, tot de Zoon die mij zijn Leven geeft en tot de heilige Geest die mij doet binnentreden in de liefderelatie van de Vader en de Zoon, herhaal ik de inhoud van mijn doopsel. Door mij met het kruis te tekenen dank ik God voor het kruis waarmee Jezus mij het geloof heeft gegeven en ik laat mij door Jezus in het mysterie van het geloof onderdompelen. Zo is het kruisteken van mijn doopsel voor mij werkelijk poort van het geloof, zoals het ook is wanneer ik dat gebaar herhaal en daarbij uit de grond van mijn hart God als Vader, Zoon en heilige Geest aanroep. Door het kruisteken te maken druk ik feitelijk het geloof van de Kerk uit, want, zoals paus Benedictus XVI het zegt, “het teken van het kruis is als de synthese van ons geloof”. Een dame getuigt: “Gedurende jaren heb ik met een zuster catechese gegeven. Zij was voor de kinderen vol aandacht, beschikbaar en glimlachend. Op een dag is men haar tijdens de catechese komen halen. Zij scheen verstoord, maar is vertrokken zonder een woord te zeggen. Toen zij terugkeerde leek zij bezorgd. Zij heeft zich neergezet en sloot enkele momenten de ogen. Toen maakte zij langzaam een groot kruisteken. Onmiddellijk daarna was haar gezicht weer stralend. Ik zal dat moment nooit vergeten.” Laten we nu ons hart openstellen, ons bereid maken voor het kruisteken. Bij het begin van de eerste verschijning toonde Maria aan Bernadette “hoe het kruisteken goed te maken”. Op onze beurt laten wij ons door de Maagd Maria leiden, opdat ons kruisteken het geloof van de Kerk uitdrukt en ook ons geloof toont. Gebed U ziet het, Heer, uit de grond van mijn hart teken ik mij nu, als om mij te bekleden, met een groot en breed kruisteken. Ik doe het “in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Amen”. Om dit eerste moment verder te beleven: • • •
Wij kunnen tijdens onze bedevaart naar Lourdes de kruisweg doen, biddend en mediterend bij elke statie met de hulp van een tekst. Terug thuis kunnen wij zoeken naar elementen die ons herinneren aan ons doopsel. Wij kunnen ook onze Catechismus van de katholieke Kerk weer uithalen (of er een kopen) en er vaak in lezen.
3
Onze Vader Onze Vader die in de hemelen zijt, geheiligd zij uw Naam. Uw Rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade.
Tweede moment: de rots van de Grot Vooraleer het kruisteken te maken hebben wij ons herinnerd dat het geloof een gave van God is, als een kiem bij ons doopsel ontvangen, opdat wij het kunnen verwelkomen, beleven en zo in ons laten groeien. Het volgende gebaar dat na het kruisteken ons opnieuw zal laten de poort van het geloof binnengaan, is de passage in de grot. Wij zien die grote processie van Lourdes, de menigte van mensen die langzaam vooruit schuift om de grot binnen te gaan. Deze heel persoonlijke daad is tegelijk gemeenschappelijk. Zo is het geloof, mijn eigen geloof dat deel is van het geloof van de Kerk en dat geroepen is om beleefd te worden met anderen, als en in de Kerk. In de grot steekt op een bepaald moment bijna iedereen de hand uit om de rots aan te raken. Het is geen magisch gebaar. Zeker niet, wel menselijk. Maar het hangt van mijn houding af of deze kleine geste voor mij een poort naar het geloof wordt, dat wil zeggen een poort die ik kan binnengaan omdat ze voor mij werd geopend. Daarvoor is het nodig en voor mij ook voldoende dat gebaar biddend te stellen, aan God zeggend waaraan dat gebaar voor mij beantwoordt. In het Evangelie zegt Jezus: “Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan men vergelijken met een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij stortten zich op dat huis, maar het viel niet in, want het stond gegrondvest op de rots” (Mt 7, 24-25) Gebed « Heer mijn God, U bent mijn steenrots, mijn sterkte, mijn burcht, Mijn bevrijder, mijn beschuttende rots, mijn schild… ! » (Ps. 18 (17) Op U mijn Rots steun ik, op U bouw ik mijn leven. Als dit ons gebaar is, is het ondersteund door het vertrouwen dat ik uitdruk. Het vertrouwen is toch een van de elementen van het geloof. Geloven, het geloof hebben, dat is krediet verlenen, vertrouwen schenken, vertrouwen hebben.
4
Wanneer ik zo mijn vertrouwen in God toon, betekent het dat ik al op de weg van het geloof ben. Vertrouwen hebben doet me dus de poort van het geloof binnengaan. Een onderwijzeres getuigt: “Tijdens de recreatie deed een jongen niets anders dan twee meisjes plagen. Toen ze het beu waren, zei een van de meisjes tot de jongen: ‘Ik zal zeggen aan mijn grote broer dat u ons heel de tijd pest’. Het bleek te werken, want de jongen vertrok meteen. Dan richtte het meisje zich tot haar vriendinnetje: ‘En jij, ga jij het aan je mama vertellen?’ ‘Nee, antwoordde ze, ik heb het zopas aan Jezus gezegd’. In Lourdes raken wij de rots aan. Buiten Lourdes is het langs concrete daden die tonen dat we op dat moment voor God kiezen, dat we ons vertrouwen in God uitdrukken en dus de poort van het geloof binnengaan. Om dit tweede moment verder te beleven : •
•
•
Tijdens onze bedevaart in Lourdes kunnen we de Schrift lezen en overwegen. Het kan een eenvoudig stukje zijn uit het Evangelie, maar we moeten het meerdere keren aandachtig lezen en dat Woord een plaats in ons hart laten vinden. . Terug thuis kunnen wij alle kansen grijpen die zich voordoen om voor God te kiezen, en zo concreet vertrouwen aan God schenken, door de Heer met ons te laten handelen en wij met Hem handelen. Wij lezen verder in het Evangelie. Wij kunnen ook beginnen lezen wat de Catechismus van de katholieke Kerk over het Geloof schrijft.
Akte van Geloof Mijn Heer en mijn God, ik geloof vast al wat Gij geopenbaard hebt en door de heilige Kerk mij voorhoudt te geloven, omdat Gij de opperste en onfeilbare Waarheid zijt.
Derde moment: het water van de bron Het kruisteken is ons bij ons doopsel gegeven om voor ons de poort van het geloof permanent te openen. Ons vertrouwen in God uitdrukken, zoals wij dat kunnen doen door de rots van de grot aan te raken, doet ons de poort van het geloof binnengaan. Wanneer echter onze relatie met God werkzamer wordt, werpt zij ook een licht op onze relatie met de anderen en op ons eigen handelen in gedachten, woorden en daden. In Lourdes zei Maria tot Bernadette: “Bid tot God voor de bekering van de zondaars. Boete. Boete. Boete. Ga drinken en u wassen aan de bron.” Bernadette zet onmiddellijk die woorden in praktijk om. 5
Daarvoor knielt ze achteraan in de grot, krabt in de aarde, vindt modder, maakt haar het gezicht vuil, vindt modderig water dat ze probeert ter drinken. Ten slotte ontdekt ze het zuivere water, dat ze drinkt en er zich mee wast. Langs die enkele heel concrete daden toont Bernadette de realiteit van de mensheid en van mijn eigen bestaan. Door de zonde (de afwijzing van God die mij van God vervreemdt) ben ik niet langer beeld en gelijkenis van God. Dat is de zin van de modder op het gezicht van Bernadette. Door mij te laten reinigen met het water, dat stroomde uit de doorstoken zijde van Christus op het kruis, word ik nieuwe schepping. Dat doet het doopsel ook en elke ontmoeting met Jezus. Tussen de zonde en het nieuwe leven is er de bekering, die altijd het verlaten van mijn weg is, afkeer ook van mijn vergissing, om naar God terug te keren. Zo is de poort van het geloof, die ik bij elk van mijn bekeringen open vind. Jezus veroordeelt niemand. Hij bemint iedereen en laat ons onze zonde zien, de afwezigheid van de liefde in ons leven. In die relatie, als antwoord op de liefde waarmee Jezus ons bemint, kunnen wij ons bekeren en de vergeving aanvaarden die de Heer ons schenkt. Nadat Petrus Jezus voor de derde keer had verloochend, kraaide een haan en Jezus keerde zich om en vestigde zijn blik op hem. Petrus herinnerde zich dan wat Jezus hem had gezegd: “Eer vandaag een haan kraait, zult ge Mij driemaal verloochenen.” Hij ging naar buiten en begon bitter te wenen. (Lc 22,54-62). Gebed Heer, was mijn oren, zodat ik uw woorden en deze van mijn broeders en zusters kan horen. Heer, was mijn lippen, zodat ik U kan danken en goede woorden aan andere mensen zeggen. Heer, was mijn ogen, zodat ik uw aanwezigheid kan zien in het hart van alle mensen rondom mij. Heer, was mijn handen, dat ik als echt kind van God mijn broeders en zusters kan dienen. Tijdens de bedevaart ontdek ik zowel in de geschiedenis van de mensheid als in mijn eigen hart dat “waar de zonde heeft gewoekerd, de genade mateloos is” (Rom 5, 20). Zoals Bernadette, zoals zoveel pelgrims, kan ik mijn hart voorbereiden om die gebaren ingetogen te stellen en zo de poort van het geloof binnengaan. Een man vertelt: “Als kind kwam ik met de familie naar Lourdes. Bij de kraantjes hebben mijn ouders mij uitgenodigd om te drinken en mij te wassen. Ik had er niet echt zin in. Toen ik echter mijn slecht humeur begon te tonen, heeft een jonge vrouw niet ver van mij met een zachte stem gezegd: “Ik heb alles gedaan, zoals Bernadette”. Die stem intrigeerde mij, ik heb mij naar die persoon gekeerd en ik zag het stralende gezicht van die jonge vrouw die pas had gedronken en haar gezicht gewassen met het water van de grot. Wat een geluk op dat gezicht! Wat een vreugde! Wat een schoonheid! Dat heeft me zo sterk getroffen dat ik het nooit meer vergeten ben”. Om dit derde moment verder te beleven: •
Tijdens onze bedevaart naar Lourdes kunnen wij ons gewetensonderzoek doen en, indien het kan, ook het sacrament van vergeving en verzoening ontvangen. Daarvoor is het genoeg een
6
•
•
•
priester te ontmoeten en hem te zeggen wat God allemaal voor ons doet en ook hoe wij van onze kant Gods liefde niet beantwoorden. Indien wij die stap kunnen zetten na onze spijt te hebben getoond, zal de priester ons de absolutie voor onze zonden schenken, dat is de vergeving van onze fouten en de genade, de mogelijkheid dus, om beter te strijden tegen de bekoringen. Terug thuis kunnen wij al de ons gegeven gelegenheden tot bekering gebruiken om de poort van het geloof binnen te gaan en, indien wij het kunnen, de praktijk van het sacrament van vergeving en verzoening verder zetten. Zonder er geforceerd een doorlopende lezing van te maken, verwijzen wij zoveel mogelijk naar de Catechismus van de katholieke Kerk.
Akte van Berouw Mijn Heer en mijn God, het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
Vierde moment: het licht van de pelgrims Het kruisteken helpt ons de poort van het geloof te vinden en binnen te gaan. Het vertrouwen vanuit ons geloof laat ons toe een eerste verdieping te beleven van de poort van het geloof. Daarna leidt het vertrouwen ons naar het verlangen niet alleen niet van God gescheiden te zijn, maar vooral de terugkeer naar God aan te vatten. Deze bekering, die het hart is van de geloofsdaad, laat ons nu het licht ontdekken, waartoe de poort van het geloof ons toegang geeft. In Lourdes is het licht een deel van wat Bernadette beleefde. Het licht dat zij heeft gezien, waarnaar ze op weg ging, waarmee ze een afspraak had. Het licht van de brandende kaars die ze heeft gedragen, laten schijnen en doorgegeven. Het licht dat zij zelf is geworden, omdat Christus de Verlosser doorheen haar bestaan straalde. De relatie met het licht behoort ook tot de bedevaart. De mariale lichtprocessie is immers een van de best bekende beelden van Lourdes. Maar achter die ontroerende realiteit voor onze gevoelens kunnen heel wat pelgrims de poort van het geloof vinden en binnengaan. In de lichtprocessie is, zoals bij het bezoek aan de grot, het element gemeenschap, Kerk, heel sterk aanwezig. Maar in tegenstelling met de passage in de grot heeft deze individuele daad 7
tijdens de processie een onmiddellijk zichtbare consequentie. Bij het opheffen van de kaars onder het zingen van het Ave Maria zien de pelgrims van Lourdes als het ware de hemel die in de nacht gaat gloeien. In feite stellen ze voor – en zien – niets anders dan dat waaraan de passage van de poort van het geloof beantwoordt, een verdere stap in het geloof zetten. Het is een echte verlichting voor zichzelf en voor de anderen. Daarom noemden de eerste christenen het doopsel heel gewoon “de verlichting”. In het Evangelie zegt Jezus: “Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten” (Joh 8, 12). Gebed Heer Jezus, laat mij het teken dat ik in Lourdes stel bij het opheffen van mijn kaars, elke dag van mijn leven herhalen, door mij altijd naar U te keren. Dan kunt U mij de stap doen zetten van mijn duisternis naar uw licht en maakt U van mij een ware getuige van het geloof. Tijdens de bedevaart naar Lourdes wordt mij altijd een licht gegeven dat mijn eigen leven belicht. In dat licht kan ik in waarheid mijn eigen situatie onder ogen zien, keuzes maken en beslissingen nemen. Dat licht toont aan dat ik de poort van het geloof ben binnengegaan. Het is het licht van het geloof. Op een avond namen een twintigtal mensen samen deel aan de mariale processie. Daar ze te vroeg toekwamen hadden ze de tijd om wat te keuvelen en van gedachten te wisselen. Aan het einde van de processie vroeg de priester een teken van vrede en vriendschap uit te wisselen. Maar vooraleer haar buur te omhelzen, riep een vrouw heel ontroerd: “Wij zijn dezelfde mensen van daarstraks, maar wij hebben niet meer dezelfde gezichten”. “Het is werkelijk waar” hoorde zij nog zeggen als antwoord op haar vaststelling. Later heeft die dame nog gezegd: “Op het einde ziet men van ver alleen maar de vele kaarsen, maar van dichtbij ziet men alleen de stralende gezichten!” Om dit vierde moment verder te beleven : • • •
Tijdens onze bedevaart in Lourdes kunnen wij nadenken over een of meerdere zaken die op ons wegen of ons doen lijden en ze aan de Heer voorleggen. Terug thuis leren we beetje bij beetje niets meer te zien los van onze relatie met Jezus Christus: dat wat ons geluk brengt en evenzeer dat wat ons ongelukkig kan maken. Wij blijven trouw verder lezen in de Catechismus van de katholieke Kerk. Wij leren zo niet alleen de inhoud van het Geloof van de Kerk beter kennen, maar wij kunnen er ook het antwoord in vinden op veel van onze vragen.
Akte van Hoop Mijn Heer en mijn God. Ik hoop met een vast vertrouwen van U te bekomen, door de verdiensten van Jezus Christus, het eeuwig geluk en de genaden om het te verdienen, omdat Gij oneindig goed zijt voor ons, almachtig en getrouw in uw beloften.
8
Vijfde moment: het nieuwe leven Het kruisteken is een gebaar dat elke christen altijd en overal maakt. Wanneer het van harte wordt gemaakt, wijst het naar de poort van het geloof, die Jezus heeft geopend opdat iedereen er kan binnengaan. De rots aanraken, drinken en zich wassen met het water van de bron en het licht dragen en omhoog steken tijdens de processie, zijn natuurlijk daden die eigen zijn aan Lourdes. Maar die drie belangrijke gebaren van de bedevaart zijn ook een kans om de poort van het geloof binnen te gaan. Daarenboven vinden die drie fundamentele daden van Lourdes een verlenging in het gewone leven, en zo wordt de kans gegeven om telkens weer de poort van het geloof binnen te gaan. Het vijfde moment van de bedevaart in Lourdes is zoals het kruisteken altijd en overal te beleven. Het gaat om de relatie met de andere die, wanneer zij met de Heer wordt beleefd, poort van het geloof wordt, want men beleeft er de liefde in. Het gebed, het getuigenis en de liefde zijn voor Bernadette de drie van elkaar niet te scheiden vruchten van haar ontmoeting bij de grot. Als oudste van het gezin is Bernadette niet alleen dienstbaar van aard, maar zij richt haar aandacht ook helemaal naar hen. Wanneer Maria door hun ontmoetingen haar de poort van het geloof doet binnengaan, begint voor Bernadette een leven van een heel andere orde. Met het gebed en het getuigenis ontdekt zij “de liefde die tal van zonden bedekt” (1 P, 4, 8), zij is gegrepen door “de liefde die sterker is dan de dood” (Hooglied 8, 6), zij ervaart “dat zijzelf niet meer leeft, maar dat Christus in haar leeft” (Gal 2, 20). Dat is het wat Lourdes vandaag niet alleen laat zien, maar vooral laat ervaren. In de relatie tussen de zieke, andersvalide of gekwetste mens en degene die hem opvangt en begeleidt, wordt de wereld van het geloof zichtbaar gemaakt. Die wereld, die andere wereld, is de wereld van achter het kruis, die alleen Jezus in het mysterie van zijn kruis kan aanwezig stellen. Dat is de relatie met de andere, in het mysterie van het kruis, de poort van het geloof. Zoals de ontmoeting met Jezus altijd de ervaring van het mysterie van het kruis met zich meebrengt, zo is de relatie met de andere, wanneer zij op liefde steunt, ook ontmoeting met Jezus. In het ene en in het andere geval is het de passage door de poort van het geloof. In het Evangelie zegt Jezus: “Waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden” (Mt 18, 20). Gebed Heer Jezus, U hebt uw leven voor mij gegeven, zoals U het aan de menigte hebt gegeven. U gaf mij het geloof, opdat ik door het te aanvaarden op mijn beurt mijn leven aan U kan geven. U opende voor mij de poort van het geloof opdat ik zoals U kan leven, door mijn leven aan mijn medemensen te geven. Geef dat ik steeds meer open sta opdat ik zonder ophouden kan geven. Laat mij vooral U ontvangen opdat ik U kan geven door mij te geven. 9
Geef dat ik mijn medemensen kan ontvangen opdat ik U kan ontvangen door hen te ontvangen. Heer Jezus, help mij altijd om de poort van het geloof binnen te gaan. Tijdens de bedevaart in Lourdes ontvangt iedereen van de Heer de nodige genade en kracht om de poort van het geloof te zien en binnen te gaan. Elke genade mag dan wel uniek zijn, maar zij heeft altijd te maken met God, met de anderen en met onszelf, de drie relaties die het geloof voldoende inspireert, verenigt en uitdiept om op een andere manier te leven, om een nieuw leven te ervaren, achter de poort van het geloof. Een vrijwilliger komt terug van het station van Lourdes. Hij is diep ontroerd. Hij heeft met andere ziekenhelpers van O.L.Vrouw van Lourdes een grote groep pelgrims ontvangen. Onder hen was er een jong meisje, kapot van de pijn op een bed van het ziekenrijtuig. Die man, in de kracht van zijn leven, is sterk onder de ondruk, en vraagt haar: “Hoe kan ik je opheffen zonder je pijn te doen?” Voor zover ze kan glimlachen, antwoordt het meisje heel eenvoudig: “Draag mij zoals men een jonge bruid draagt en ik zal geen pijn hebben.” Om dit vijfde moment verder te beleven: •
•
•
Tijdens onze bedevaart in Lourdes kunnen wij ons laten raken door de Eucharistie, door deel te nemen aan de Mis alsof het de allereerste keer is. Wij kunnen de tijd nemen voor de eucharistische aanbidding en de zegen ontvangen met het H. Sacrament aan het eind van de eucharistische processie. Terug thuis kunnen wij met de ontdekking of de verdieping verder gaan, niet alleen van de Mis, maar ook van de band die bestaat tussen de Mis en de gave van zichzelf in het dagelijkse leven, tussen een leven in geloof en een leven in dienstbaarheid. Laat ons ook doorgaan met de lezing van de Catechismus van de katholieke Kerk en zo de tijd nemen om ons door de Kerk te laten onderrichten over de christelijke geloofsbelijdenis. Door dit onderricht te aanvaarden kunnen we verder zien en de poort van het geloof binnengaan. .
Credo Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden, die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader, vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen. 10