Literatuur onderzoek Sociale en maatschappelijke effecten van cultuur 2000-2007 Indeling Reguliere literatuur 01 Scripties 09 Onderzoeksinstellingen 11 Opdrachtgevers 11 Onderwijsinstellingen 11
(2004). Samen op zoek naar kennis. Tijdschrift voor marketing: officieel orgaan van het Nederlands Instituut voor Marketing-NIMA, 38, afl. 1, 34-35. Unilever en MSN doen op Nederlands niveau samen onderzoek naar de effecten van Unilever's online marketingcampagnes, en vergelijken die met andere media-uitingen. Bolt, L. van der (2000) Ontroerend goed: een onderzoek naar affectieve leeservaringen van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. 194 p.: tab., bijl., schema's ; 24 cm. - Literatuur: p. 167-178 Academisch proefschrift,. ISBN 90-9013524-3 Onderzoek naar de relatie tussen het lezen van boeken en de affectieve ontwikkeling van het opgroeiende kind: kan lezen deze ontwikkeling bevorderen en welke rol spelen factoren als leerjaar en sekse in dit proces? Levert lezen een bijdrage aan de vaardigheid van het reguleren van gevoelens of stemmingen en aan de kennis over emoties? De nadruk van dit onderzoek ligt dus op het plezier en de betrokkenheid van het lezen, factoren die ook in het onderwijs te weinig worden belicht. Psychologie, emoties, beleving, bewustzijn, lezen, leesgedrag, jongeren, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, onderzoeksrapporten (vorm), proefschriften (vorm) Brinkhuis, M. (2006) Beeldhonger. Opvoeding en onderwijs in het mediatijdperk. Uitgeverij Van Gennep. Mediagebruik is voor heel veel kinderen al de belangrijkste vrijetijdsbesteding. Naast ouders en school worden de media algemeen gezien als de derde 'socialiserende instantie'. Wat doen we met deze constatering? Wat betekent het als de beleving van de werkelijkheid door kinderen grotendeels bepaald wordt door de media? Hoe voeden we onze kinderen op tot burgers die zich niet klakkeloos onderdompelen in alles wat er op hen afkomt, maar die hun wereldbeeld ontlenen aan een kritische omgang met de media? Beeldhonger, bedoeld voor ouders en leerkrachten, brengt het mediagedrag van kinderen in de basisschoolleeftijd in kaart. Aan bod komen de mogelijkheden en risico's van de diverse media en de rol die opvoeders kunnen spelen bij het 'mediawijs' maken van kinderen. Een staalkaart van de beste initiatieven op het gebied van veiligheid op internet, beeldtaaleducatie en mediaproductie door kinderen completeert deze gids Brouwer E. de & Rijcken, V. (2001) De effecten van muziek op cognitieve prestaties Tilburg: Wetenschapswinkel Katholieke universiteit Brabant . VIII, 69 p.: graf., tab., bijl. ; 30 cm De maatschappij wordt steeds lawaaiiger, en ook muziek treedt steeds meer op de voorgrond, zoals in wachtkamers, winkels en in de telefoon. Wat is de invloed van achtergrondgeluid, en dan met
1
10 Sociale en maatschappelijke effecten
name muziek, op de mens? Wat zijn de effecten van achtergrondmuziek op concentratie, stress en stemming? Onderzoek in een laboratoriumsituatie. Claeys, J., Elchardus, M., & Vandebroeck, D. (2005). De smalle toegang tot cultuur: een empirische analyse van cultuurparticipatie en van de samenhang tussen sociale participatie en cultuurparticipatie. Brussel: Vrije universiteit Brussel. In: Vlaanderen gepeild: studiedag 20 september 2005. - Brussel: Administratie planning en statistiek. p. 7-35 Bijdrage behandelt twee hoofdvragen: heeft sociale participatie een effect op cultuurparticipatie? en: heeft cultuurparticipatie effecten op individuele mens- en maatschappijbeelden? In de analyse wordt gebruik gemaakt van de surveys van de Administratie Planning en Statistiek (APS) van 1999, 2001, 2003 en 2004. Geconcludeerd wordt dat de participatie aan verenigingen met een sociaal-cultureel karakter gepaard gaat met een hogere graad van cultuurparticipatie. Daarnaast blijkt 'legitieme' cultuurparticipatie gepaard te gaan met grotere verdraagzaamheid. D'Haenens, L. [et al.] (2004). Integratie of identiteit?: mediamenu's van Turkse en Marokkaanse jongeren Amsterdam: Boom. Reeks: Sociale wetenschappen. 224 p. ISBN: 90-8506-043-5 Onderzoek naar het mediagebruik door Turkse en Marokkaanse jongeren (12-19 jaar) in Nederland en Vlaanderen. Kern van dit boek is het verslag van onderzoek naar mediagebruik door Turkse en Marokkaanse jongeren van 12-19 jaar in Nederland en Vlaanderen. Wat lezen ze, waar kijken en luisteren ze naar en wat doen ze met ICT? De resultaten worden vergeleken met Nederlandse jongeren. Ook is er aandacht voor verschillen tussen groepen allochtone jongeren. Het boek bevat voorts bijdragen over de context van het mediagebruik: het overheidsbeleid, de opvoeding in allochtone gezinnen en de allochtone jongerencultuur. (GTR) Mediagebruik; (GTR) Turken; (GTR) Marokkanen; (GTR) Jongeren; (GTR) 4.210 Nederland; (GTR) 4.220 Vlaanderen (België); (LTR) Massamedia; (LTR) Turkse jongeren; (LTR) Massamedia; (LTR) Marokkaanse jongeren; (BTR) massamedia; (BTR) allochtone jongeren 05.30 massacommunicatie(middelen): algemeen Depandelaere, M. [et al.] (2006) De invloed van nieuwe media op de identiteitsvorming bij jongeren. Onderzoek gedaan door graffiti jeugddienst in samenwerking met Ugent. Onderzoek onder 721 jongeren door middel van online enquêtes en straatinterviews. Daarnaast is een literatuuronderzoek gedaan. Dit alles in het kader van een congres dat plaatsvond op 8 maart 2006. Uit het onderzoek komen wisselende resultaten. Het veldonderzoek en literatuuronderzoek spreken elkaar soms tegen. Resultaten van het onderzoek blz. 12 tm 18. http://apestaartjaren.jeugdwerknet.be/kamedaleon.pdf (31 mei 2006) Gram, H. ... [et al.] (2002) Dance in Nederland: de betekenis en impact van dance op de Nederlandse economie en maatschappij: een verkenning KPMG Special services. Amstelveen: KPMG Special services - V, 56 p.: bijl., tab. ; 30 cm. - Met samenv. In opdracht van ID&T B.V. Inventarisatie en analyse van de maatschappelijke en economische impact van 'dance', een culturele en muzikale stroming, maar ook een lifestyle. De doelgroep bestaat uit personen tussen 15 en 35 jaar, circa 2,3 miljoen mensen zijn in dance geïnteresseerd. De economische en commerciële belangen om de 'dance'-consumenten te bereiken zijn groot. Als bron van recreatie en vrijetijdsbesteding heeft dance een belangrijke economische meerwaarde. Naar schatting bezoeken
2
10 Sociale en maatschappelijke effecten
700 à 800 duizend mensen jaarlijks een dance-evenement, met als resultaat een financiële stroom van 80 à 90 miljoen euro. Dan zijn er ook nog de clubs en discotheken, beeld- en geluidsdragers, DJ's en VJ's. Recreatief dansen, economische waarde, jongeren, audiovisuele media, vrijetijdsbesteding, sociale invloed, manifestaties, popmuziek, Nederland, onderzoeksrapporten (vorm), statistieken (vorm) Internetbron http://www.id-t.com/kpmg-rapport/dance-in-nederland.pdf Groot, B. de, Miellet, G., Hoorn, van, M. & Kommers, M-J. ... [et al.] (2002). De rol van cultuureducatie bij het bevorderen van culturele diversiteit in het primair onderwijs. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. In deze studie worden de volgende vragen onderzocht: In hoeverre zijn docenten van basisscholen geïnteresseerd in cultureel divers educatief aanbod?, In hoeverre achten zij het aanbod geschikt om kerndoelen te realiseren die raakvlakken hebben met culturele diversiteit?, Welk soort aanbod bevordert het onderling begrip of zou het kunnen bevorderen?, Leren leerlingen in het primair onderwijs door kennis te maken met dit (externe) cultuuraanbod, verschillende culturen en kunstuitingen ook daadwerkelijk waarderen? Enkele bevindingen: bijna alle scholen bezoeken professionele voorstellingen en tentoonstellingen, zwarte scholen bezoeken aanzienlijk meer voorstellingen en tentoonstellingen dan witte scholen. Ruim 60 procent van de scholen heeft geen kennisgemaakt met multicultureel aanbod. Haan, J. de, Huysmans, F. & Becker, J. ... [et al.], (2002). E-cultuur: een empirische verkenning. Den Haag: SCP. Een studie naar de culturele gevolgen van de verspreiding van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de Nederlandse huishoudens en de condities waaronder deze verandering plaatsheeft. De opmars van ICT draagt bij aan het veranderen van de cultuur in brede zin: opvattingen, vaardigheden en gedragingen die een centrale rol spelen in het dagelijks leven van Nederlanders. Huysmans, F., Haan, de, J. & Broek, van den, A. (2004). Achter de schermen: een kwart eeuw lezen, luisteren, kijken en internetten. Den Haag: SCP. Studie naar trends in het media- en ict-gebruik sinds 1975. Het lezen van boeken, kranten en tijdschriften, het gebruik van radio en televisie en dat van de computer en het internet krijgen afzonderlijk aandacht. Ingegaan wordt op de betekenis van de media voor cultuurspreiding en op de internationale positie van het Nederlandse mediabestel. Daarna wordt onderzocht of het mediagebruik net als het aanbod gevarieerder is geworden en in welke mate het gebruik van het ene medium ten koste gaat van het andere. De uitkomsten krijgen tot slot een vertaling naar een mogelijke herstructurering van het media- en informatiebeleid. Kamp, M. van der & Ottevanger, D. (2003). Cultuureducatie en sociale cohesie: een verkennend onderzoek. Utrecht: Cultuurnetwerk. De algemene vraagstelling van de studie luidt: wat kan de bijdrage zijn van cultuureducatie aan sociale cohesie? Relevante subvraagstellingen zijn in dit verband: 1) Hoe kan verheldering worden verkregen in de relatie tussen cultuureducatie en sociale cohesie?, 2) In hoeverre wordt er op dit moment in Nederland globaal aandacht besteed door instellingen voor cultuureducatie en kunstinstellingen aan doelstellingen met betrekking op sociale cohesie?, 3) Welke factoren van organisatorische en methodische aard van cultuureducatieve projecten kunnen sociale cohesie in meer of mindere mate beïnvloeden?
3
10 Sociale en maatschappelijke effecten
Keereweer, J.P. (2002). Sociale competenties in de schijnwerpers: een (stage)onderzoek naar de bijdrage van theaterprojecten aan de bevordering van sociale competenties van jongeren. [S.l: s.n.]. PJ Partners, Partners in Jeugdbeleid en Samenlevingsopbouw Onderzocht is in hoeverre theaterprojecten van het Bureau Kunst en Cultuur van PJ Partners bijdragen aan de bevordering van sociale competenties van de deelnemende jongeren. De conclusie luidt: 'de deelname aan een theaterproject draagt in hoge mate bij aan zowel de bevordering van belangrijke vaardigheden in sociaal verband en aan de bevordering van een open, sociale houding, als aan de bevordering van persoonlijke groei en de bevordering van zelfvertrouwen en een gevoel van eigenwaarde van de deelnemers'. Koolstra C. (2001). Van jeugdjournaal tot Pokémon: effecten van oude en nieuwe media op jeugd Vernieuwing: tijdschrift voor onderwijs en opvoeding, ISSN 0922-0194. Vol. 60 (2001), afl. 8-9, pag. 7-9 (3)Kinderen en jongeren besteden maar liefst eenderde van hun vrije tijd aan media. Cees Koolstra bespreekt de onderzochte effecten van televisie en internet vanuit drie invalshoeken: de inhoud van de media, de manier waarop media worden gebruikt en de verschillende soorten mediagebruikers. Koopman, T. (2004) Onderzoek naar NPP: afschaffen subsidies erg slecht voor de Nederlandse popmuziek In: Fret. 11(2004)1(jan-feb.34-35) Per 2005 moet het Nederlands Pop Muziek Plan (NPP), de enige subsidieregeling voor popmuziek, gehandhaafd blijven. Om het belang van deze subsidie nogmaals aan te tonen, lieten het Nationaal Pop Instituut en de Vereniging Nederlandse Poppodia de effecten van het NPP onderzoeken door het onafhankelijk bureau DSP-groep. Conclusie: het verdwijnen van het NPP zal tot ernstige verschraling van de sector leiden. Onderzoek ook aanwezig (bibliotheek: 03-785). Popmuziek, subsidies, cultuurnota 2005-2008, Nederland, tijdschriftartikelen (vorm) Kraaykamp, G. (2002) Leesbevordering door ouders, bibliotheek en school: effecten en ontwikkelingen Corporatieve auteur Lezen, Universiteit Utrecht, Provinciale bibliotheek centrale Noord-Brabant Delft: Eburon - 134 p.: graf., tab., bijl., schema's ; 23 cm. - Literatuur: p. 114-115. - With summary in English. ISBN 90-5166-909-7. Reeks Stichting Lezen reeks; 3 Studie naar de onderlinge verhouding van ouders (opvoeders), voortgezet onderwijs en openbare bibliotheken en de invloed die zij gezamenlijk hebben op het leesgedrag van jongeren. Ook is gekeken naar het effect op langere termijn van met leesvaardigheid samenhangende activiteiten en verworvenheden zoals de (latere) culturele participatie en kijkgedrag en keuze van televisieprogramma's. Lezen, leesbevordering, opvoeding en onderwijs, leesgedrag, mediagebruik, cultuurdeelname, literatuuronderwijs, leerlingen, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, openbare bibliotheken, Nederland, onderzoeksrapporten (vorm) Nagel, I. (2004). Cultuurdeelname in de levensloop: cultural participation in the life course. Utrecht: ICS. In deze studie wordt de vraag beantwoord hoe cultuurparticipatie zich ontwikkelt over de levensloop, onder invloed van het ouderlijk milieu enerzijds en onder invloed van later verworven statuskenmerken anderzijds. De analyses betreffen retrospectief gevraagde levensloopgegevens, niet alleen over cultuurparticipatie, maar ook over onderwijs, beroep, woonplaats en partnerrelaties. De gegevens zijn verzameld volgens een uniek steekproefontwerp, waarbij oud-leerlingen binnen scholen
4
10 Sociale en maatschappelijke effecten
ondervraagd zijn en broers en zussen binnen gezinnen. Hierdoor is het mogelijk totale effecten van ouders en school op een adequate manier te vergelijken. Nele Simons, N. (2006) Skater of faker?: een kwalitatieve casestudy naar de rol van media in de subculturele identiteitsconstructie van skaters Antwerpen: Universiteit Antwerpen, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen - Reeks: PSWpapers, ISSN 1373-0770 ; 2006/2. Communicatiewetenschappen - Met bibliogr., 28 p., 21 cm (GTR) Skateboarden; (GTR) Jeugdcultuur 71.59 cultuur: overige (sociologie) Noordman, Th. B. J., Kroes, M. & Graauw, C. A. H. de (2005) Festivals en gemeentelijk beleid in Nederland Rotterdam: RISBO, Erasmus universiteit Rotterdam Annotatie VI, 68 p.: fig., tab. ; 24 cm. Met lit. opg. Rapport van het Rotterdams instituut voor Sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek (RISBO) geeft antwoord op de vraag naar de effecten van kunst- en cultuur evenmenten op sociaal- en economisch terrein, de manier waarop gemeentelijke overheden festivals steunen en de eisen waaraan zowel festivals als gemeentelijke steun zou moeten voldoen om succesvol te zijn. Festivals, gemeentelijk beleid, subsidies, economische aspecten, sociale cohesie, imago, Nederland, onderzoeksrapporten (vorm) Oud, W., Eck, E. van & Haanstra, F. (2002) Emancipatie effecten van de Cultuurnota 2001-2004 Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut - 120 p.: tab., bijl. ; 24 cm. - Literatuuropgave: p. 115-116. ISBN 90-6813-706-9. Reeks SCO-rapport; 658 Onderzoek naar de arbeidsdeelname van vrouwen in de cultuursector ten gevolge van de cultuurnota 2001-2004. Neemt het aantal vrouwen toe of af? Krijgen vrouwen meer invloed in de besluitvorming van cultuurinstellingen? Gaat er expertise verloren op het gebied van vrouwen en cultuur? Arbeidsmarkt, management, culturele instellingen, vrouwen, cultuurnota 2001-2004, Nederland, onderzoeksrapporten (vorm) Pee, K. Van & Demeyer, B. (2003). De sociaal-artistieke praktijk in België: een kwalitatief onderzoek naar methodiekontwikkeling. Brussel: Kunst en Democratie. De centrale onderzoeksvraag van dit rapport luidt: Welke methodologische implicaties heeft het bijeenbrengen van de artistieke en sociaal-culturele werelden voor mensen die in armoede leven? Het onderzoek kan in twee fasen worden opgedeeld. De eerste fase betreft de procesanalyse van een tiental geselecteerde artistiek-culturele projecten in België. Onderzocht wordt de relatie tussen het artistieke en sociaal-culturele concept enerzijds en de methodische uitwerking ervan in artistiekculturele projecten anderzijds. Op basis van de analyse van de bestudeerde projecten wordt in de tweede fase een methodiek(overzicht) gegeven. Polman H. (1981) studeerde in 2004 af als ontwikkelingspsycholoog aan de Universiteit Utrecht. Momenteel werkt zij bij de capaciteitsgroep ontwikkelingspsychologie van deze universiteit aan een promotieonderzoek naar de vormen van agressie die door het spelen van gewelddadige videospellen worden opgeroepen. Polman, H. (2005) Gewelddadige videospellen en agressie. In de afgelopen decennia zijn kinderen steeds meer videospellen gaan spelen die realistische vormen van geweld bevatten. Over deze ontwikkeling maken ouders, leraren en hulpverleners zich zorgen. Zij
5
10 Sociale en maatschappelijke effecten
vrezen een versterking van agressief gedrag door de blootstelling aan gewelddadige videospellen. In Gewelddadige videospellen en agressie wordt aan de hand van theorie, literatuuronderzoek en een experimentele studie bekeken of het spelen van gewelddadige videospellen inderdaad leidt tot agressie. Doordat kinderen het geweld in een videospel zelf uitvoeren wordt vaak aangenomen dat dit eerder leidt tot agressie dan gewelddadige televisie. Maar deze veronderstelling is nooit op deugdelijke wijze direct onderzocht. In deze publicatie doet Hanneke Polman verslag van haar afstudeeronderzoek, waarin zij de effecten van videospellen en televisie op het gedrag van kinderen op directe wijze met elkaar vergeleek. Provincie Limburg; Universiteit Maastricht (2005?) School en cultuur: onderzoek naar effecten van cultuureducatie op de basisschool Maastricht: Provincie Limburg, Universiteit Maastricht 13 p. 30 cm School en cultuur: onderzoek naar effecten van cultuureducatie op de basisschool [2005?] Provincie Limburg; Universiteit Maastricht Maastricht: Provincie Limburg, Universiteit Maastricht. 13 p Schooten, E.J. van (2005). Literary response and attitude toward reading fiction. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. Dit is een studie naar de effecten van literatuuronderwijs op (zoals de titel al aangeeft) op de literaire response de leesattitude. Schlundt Bodien, W. & Nelck- da Silva Rosa, F. (2005). Als jongeren lezen: longitudinaal empirisch onderzoek naar verband tussen ego-ontwikkeling en leesattitude-ontwikkeling bij adolescenten tussen 13 en 19 jaar en didactisch model voor reflectief lezen. Amsterdam: Stichting Lezen. Bevindingen van empirisch onderzoek naar de vraag of er verband bestaat tussen leesattitude en persoonlijkheidsontwikkeling. Bevat ook een didactisch model voor het aanleren van gedifferentieerde vormen van reflectie in relatie tot het lees- en literatuuronderwijs op scholen voor voortgezet onderwijs. Stevens, F. (2004). Jeugd en media. Media als verlengstuk van het dagelijks leven. In D. Burssens, S. De Groof, H. Huysmans, I. Sinnaeve, F. Stevens, K. Van Nuffel, N. Vettenburg, M. Elchardus, L. Walgrave & M. De Bie (Eds.), Jeugdonderzoek belicht. Voorlopig syntheserapport van wetenschappelijk onderzoek naar Vlaamse kinderen en jongeren (2000-2004) (pp.81-104). Onuitgegeven onderzoeksrapport, K.U.Leuven, VUB & UGent. http://www.jeugdonderzoeksplatform.be/publicaties/media.PDF Trienekens, S., Hoorn, M. van & Damen, M-L. (2006) Kunst en sociaal engagement: een analyse van de relatie tussen kunst, de wijk en de gemeenschap Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland - 80 p.: fig., tab. ; 24 cm. - Literatuuropgave: p. 75-77. - Met samenv. ISBN 90-6997-120-8. Reeks Cultuur + educatie; 17 Hoe kan de relatie tussen kunst en maatschappij vorm krijgen? De bestaande terminologie, zoals community arts, schept verwarring omdat het accent of op het artistieke of op het maatschappelijke aspect wordt gelegd. Het onderzoek beschrijft intenties, werkwijzen en de samenwerkingsverbanden in sociaal geëngageerde kunstprojecten, op basis van gegevens uit de online databank Community Arts en aan de hand van diepte-interviews met geëngageerde kunstenaars.
6
10 Sociale en maatschappelijke effecten
Community arts, engagement, stadswijken, sociale cohesie, Nederland, case-studies (vorm), onderzoeksrapporten (vorm) Trienekens, S.J. & Dekker, C. (2004) Respect!: Urban culture, community arts en sociale cohesie: monitoring van de straat 2003/04: jongerenprojecten in de deelgemeenten Delfshaven door Kunst onder andere, wijkinitiatieven van de SKVR Stichting kunstzinnige vorming Rotterdam. Rotterdam: SKVR - 64 p.: afb. ; 30 cm. - Met lit. opg. Eindrapportage van het monitorringonderzoek van het project 'Van de Straat'. Via dit project probeert de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) moeilijk bereikbare doelgroepen bij kunst en cultuur te betrekken. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar kinderen en jongeren in wijken met een sociaaleconomische achterstand. Naast een evaluatie van het project biedt deze publicatie een onderzoek naar de relatie tussen de wijk, community arts en sociale cohesie. De centrale vraag van het onderzoek luidt: In hoeverre is een wijkgericht project als 'Van de Straat' in staat cultuurparticipatie van jongeren te vergroten en de sociaal-culturele samenhang in de wijk te versterken? Community arts, jongeren, kinderen, cultuurdeelname, stadswijken, sociale cohesie, sociaaleconomische positie, evaluatie, projecten, Rotterdam Trienekens, S.J. (2004) Respect!: 'Urban culture', community arts en sociale cohesie: tussenevaluatie april 2004: monitoring Kunst Onder Andere: wijkgerichte projecten: "Van de Straat" 2003/04 Stichting kunstzinnige vorming Rotterdam, Kunst onder andere. Rotterdam: SKVR - 45 p.: fig., tab. ; 30 cm. - Met lit. opg. Tussenevaluatie en monitoring van het project 'Van de Straat'. Via dit project probeert de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) moeilijk bereikbare doelgroepen bij kunst en cultuur te betrekken. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar kinderen en jongeren in wijken met een sociaaleconomische achterstand. Naast een evaluatie van het project biedt deze publicatie een onderzoek naar de relatie tussen de wijk, community arts en sociale cohesie. De centrale vraag van het onderzoek luidt: In hoeverre is een wijkgericht project als 'Van de Straat' in staat cultuurparticipatie van jongeren te vergroten en de sociaal-culturele samenhang in de wijk te versterken? Community arts, jongeren, kinderen, cultuurdeelname, stadswijken, sociale cohesie, evaluatie, Rotterdam Valkenburg, Patti (2002) Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media. Boom. Velde, J.W. van de (2005) Muziek werkt: als agogisch instrument Soest: Nelissen - 254 p.: tab. ; 24 cm. - Literatuuropgave: p. 249-251. ISBN 90-244-16434. Reeks PM-reeks Onderzoek naar de effecten van muziek op de luisteraar en naar het luistergedrag. Overzicht van manieren waarop muziek kan worden gebruikt als agogisch instrument, vanuit de humanistische, leertheoretische, gedragsmatige, systeemtheoretische of culturele benadering. Pedagogiek, psychologie, muziek, kijk- en luistergedrag, mediagebruik, leermethoden Verplancke, A.M. (2004) Theater als brug in een multiculturele samenleving: onafhankelijk toneel voor en met Marokkanen 1995-2004 Tilburg: Universiteit van Tilburg - II, 57 p.: afb., bijl. ; 30 cm. - Bibliografie: p. 54-55. Thesis ter afronding van de Masterstudie christendom en islam aan de Theologische faculteit Tilburg.
7
10 Sociale en maatschappelijke effecten
ISBN 9080971014 Centraal staan de toneelproducties van theatergroep Onafhankelijk Toneel (uit Rotterdam), die van 1995 tot en met 2004 zijn gespeeld, voor gemengd (Marokkaans-Nederlands) publiek in een (minstens) tweetalige setting. Wat voor producties heeft de theatergroep specifiek voor Marokkanen opgezet? Hoe en waarom zijn onderwerpen als de positie van de vrouw en fundamentalisme behandeld? Wat is er de oorzaak van dat een veelbesproken productie ('Aïsja') voortijdig moest worden afgeblazen? Is theater een geschikt middel om een brug te slaan en wederzijds begrip te brengen in een multiculturele samenleving. Zoonen, E. A. van. (2004) Media, cultuur & burgerschap: een inleiding 3e, gecorr. Dr. Amsterdam: Het Spinhuis. 1e dr.: 1999.b Met lit. opg. 171 p 90-5589-226-2 (GTR) Massamedia; (GTR) Culturele aspecten ; (GTR) Burgerschap; (GTR) Populaire cultuur; (GTR) Groepsbinding; (LTR) Massamedia; (BTR) massamedia 05.30 massacommunicatie(middelen): algemeen
8
10 Sociale en maatschappelijke effecten
Scripties Damen, M-L. (200) Cultuurdeelname en school: een onderzoek naar de effecten van de school op de cultuurdeelname van leerlingen Utrecht. V, 100 p.: bijl., tab. ; 30 cm. - Met lit. opg. - Met samenv. Doctoraalscriptie Universiteit van Utrecht, Faculteit Sociale wetenschappen Onderzoek naar het effect van het onderwijs op de kunst- en cultuurdeelname van leerlingen. Het soort school, de docenten, de culturele voorzieningen en de uitwisseling met klasgenoten kunnen hierbij een rol spelen, naast de interesse die kinderen van hun ouders meekrijgen. Cultuurdeelname, cultuuroverdracht, cultuurbezoek in schoolverband, culturele en kunstzinnige vorming (leervak), jongeren, voortgezet onderwijs, onderzoeksrapporten (vorm), scripties (vorm) Luijten I. (2005) Media en cultuur in dubbelperspectief: een onderzoek naar hoe media-educatie kan bijdragen aan de stimulering van interculturele communicatie tussen jongeren van verschillende etniciteiten op het VMBO Doctoraalscriptie Film- en Televisiewetenschappen, Universiteit Utrecht. 108 p.: bijl. ; 30 cm. Literatuuropgave: p. 105-108 Media-educatie zou op het vmbo moeten worden ingezet om kennis en inzicht in etnische verhoudingen te bevorderen, door middel van het aanleren van communicatieve vaardigheden en het leren plaatsen van representaties in een context. Te vaak worden de verschillen van culturele achtergronden belicht, terwijl media-educatie de overeenkomsten kan benadrukken. Media-educatie, culturele diversiteit, sociale cohesie, integratie, vmbo, Nederland, scripties (vorm) Monné, L. (2000) Bijdrage van de schoolmusical aan de ontwikkeling van middelbare scholieren Utrecht, 73 p.: afb. ; 30 cm. - Literatuur: p. 73 Afstudeerscriptie schoolmuziek, Hogeschool voor de kunsten Utrecht, faculteit Muziek Monné onderzoekt de meerwaarde voor de ontwikkeling van algemene, sociale en kunstzinnige vaardigheden van de scholier bij deelname aan een schoolmusical. Bevat literatuuronderzoek en verslag van een praktijkonderzoek onder docenten en oud leerlingen. Bespreking in: All'art.1(2002)2/3(feb/mrt.11-14). Voortgezet onderwijs, muziekeducatie, onderwijsdoelen, leerlingen, docenten, culturele waarde, culturele en kunstzinnige vorming (leervak), Nederland, scripties (vorm) Ottevanger, D. (2003). Sociale cohesie & cultuureducatie: een verkennend onderzoek: afstudeerscriptie Andragogiek. [S.l]: [s.n]. De algemene vraagstelling van de studie luidt: Wat kan de bijdrage zijn van cultuureducatie aan sociale cohesie? Relevante sub-vraagstellingen zijn in dit verband: 1) Hoe kan conceptueel verheldering worden verkregen in de relatie tussen cultuureducatie en sociale cohesie?, 2) In hoeverre wordt er op dit moment in Nederland globaal aandacht besteed door instellingen voor cultuureducatie en kunstinstellingen aan doelstellingen met betrekking op sociale cohesie?, 3) Welke factoren van organisatorische en methodische aard van cultuureducatieve projecten kunnen sociale cohesie in meer of mindere mate beïnvloeden? Prieckaerts, M. (2005). Verlangen naar de eindeloze zee: onderzoek naar de effecten van cultuureducatie in het primair onderwijs op de cultuurbeleving van leerlingen. [S.l.]: [s.n.]. De hoofdvraag van deze scriptie luidt 'hoe kunnen de effecten van cultuureducatie in het primair onderwijs gemeten worden?' Daarnaast worden drie subvragen beantwoord. Ten eerste 'welke dimensies kunnen in cultuurbeleving onderscheiden worden?'. Ten tweede 'wat is het effect van
9
10 Sociale en maatschappelijke effecten
achtergrondkenmerken van leerlingen op de cultuurbeleving?'. En tot slot 'wat is het effect van cultuureducatie in het primair onderwijs op de cultuurbeleving na controle voor achtergrondvariabelen van leerlingen?' Ravenstein, C. van & Schram, D. (2004). Objectieve of associatieve kunstbenadering?: een onderzoek naar de voorkeur van 4VWO-leerlingen, gedifferentieerd naar leerstijltype en esthetisch ontwikkelingsniveau. Amsterdam: [S.n.]. In het eerste hoofdstuk van deze scriptie wordt uiteengezet hoe de huidige kunsteducatie eruit ziet en welke effecten kunsteducatie heeft. Vervolgens komt CKV-onderwijs en de differentiatieproblematiek aan bod. Ook wordt aandacht besteed aan de ideeën over ontwikkelingspsychologie en leerstijlen die in het kader van de differentiatie van belang zijn. Het tweede hoofdstuk bestaat uit een analyse van twee jeugdkunstboeken. Hierbij wordt de objectieve en de associatieve kunstbenadering geplaatst binnen de paradigmawisselingen op het gebied van esthetiek en didactiek. Het derde hoofdstuk betreft een beschrijving en analyse van het onderzoek uitgevoerd onder twee 4 vwo-klassen. Savelkoel, F. (2006). Kunst als doel of middel?: over intrinsieke en extrinsieke kunsteducatie. [S.l.]: [s.n.]. Centraal in deze scriptie staat de vraag: is de manier waarop het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke kunsteducatie zich manifesteert juist? Om antwoord te geven op deze vraag worden allereerst de termen kunst, kunsteducatie, intrinsieke kunsteducatie en extrinsieke kunsteducatie beschreven. Daarna wordt het onderscheid aangegeven tussen intrinsieke en extrinsieke kunsteducatie. In het laatste hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag uit deze scriptie. Schoorisse, E. van (2005). Community arts: (hoe) kunnen dansperformances culturen samenbrengen?: een internationaal comparatief onderzoek naar vier interculturele projecten in België (Antwerpen en Brussel) en Nederland (Amsterdam en Rotterdam) vanuit het perspectief van de (co)organisatoren. Scriptie Vrije Universiteit Brussel, Faculteit letteren en wijsbegeerte, Sectie communicatiewetenschappen. In opdracht van het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten - 134 p.: fig. ; 30 cm. - Bibliografie: p. 127-134 Eindscriptie over de beleidsaandacht binnen het onderdeel cultuur van OCW zowel in Nederland als België voor culturele diversiteit. Dit onderzoek bestudeert hoe community arts als werkvorm kan bijdragen tot het opzetten van interculturele projecten. Vier projecten werden nader bekeken: twee projecten in België, te weten Hush Hush Hush in Antwerpen en KWETU in Brussel en twee in Nederland, Jongerentheater 020 in Amsterdam en Het HipHopHuis in Rotterdam. Verder staan twee vragen centraal: kunnen dansperformances culturen samenbrengen en hoe kan community arts een meerwaarde vormen voor projecten in een interculturele setting. Wilders, M.L. (2002). Cultuurparticipatie onder jongeren in Europa: een onderzoek naar mogelijke oorzaken voor verschillen in cultuurparticipatie onder jongeren in Vlaanderen, Finland, Italië en Nederland. [S.l.]: [s.n.]. Onderzoek naar de vraag in hoeverre verschillen in kunstbeleid, kunstaanbod en cultuureducatie in Vlaanderen, Finland en Italië in vergelijking met Nederland een verklaring kunnen geven voor verschillen in bezoek van jongeren aan musea en klassieke concerten. Bij de bespreking van Nederland wordt ingegaan op de vraag of op basis van de in de scriptie gevonden resultaten, effecten te verwachten zijn van de recente veranderingen in het Nederlandse onderwijs.
10
10 Sociale en maatschappelijke effecten
Onderzoeksinstellingen Cultuurnetwerk Nederland K.U.Leuven, VUB & UGent Katholieke universiteit Brabant KPMG Special services Kunst en Democratie, Brussel Partners in Jeugdbeleid en Samenlevingsopbouw RISBO, Erasmus universiteit Rotterdam SCO-Kohnstamm Instituut SCP Stichting kunstzinnige vorming Rotterdam Stichting Lezen Universiteit Maastricht Vrije universiteit Brussel
Opdrachtgevers ID&T B.V. Provincie Limburg
Onderwijsinstellingen Rijksuniversiteit Groningen : Andragogiek Universiteit Antwerpen : Faculteit letteren en wijsbegeerte, Sectie communicatiewetenschappen Universiteit Utrecht : Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Universiteit van Amsterdam : Faculteit Sociale wetenschappen Universiteit van Tilburg : Film- en Televisiewetenschappen Vrije Universiteit Brussel : Theologische faculteit Hogeschool voor de kunsten Utrecht : Faculteit Muziek
11
10 Sociale en maatschappelijke effecten