Lichaamstrillingen op heftruck
Onderzoek d.d. 29 september 2006
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Trillingen 3. BMWT- onderzoek lichaamstrillingen op vorkheftrucks 4. Tabel meetresultaten 5. Rekenprogramma voor blootstelling aan lichaamstrillingen 6. Model RIE trillingen
1. Inleiding. Trillingsbelasting is een arbo-item dat relatief “nieuw” is. Vanwege de vele vragen die vanuit de markt gesteld worden heeft de BMWT contact opgenomen met de Arbeidsinspectie om gezamenlijk na te gaan de trillingen problematiek goed te communiceren met de markt. Het resultaat hiervan is geweest dat we een breed onderzoek hebben opgezet om vanuit verschillende trucks en verschillende inzetsituaties meetresultaten te produceren, waarmee de individuele situatie in kaart gebracht kan worden. Met het rekenprogramma voor blootstelling aan lichaamstrillingen kunt u de eigen situatie doorrekenen. Het programma is te downloaden via onze site, www.bmwt.nl ,op de Kennisbank hoofdstuk 1.4 Mobiel Intern Transport. Tenslotte is een model RIE toegevoegd op basis waarvan de werkgever zijn Arboverantwoordelijkheden kan waarmaken. Bij de uitvoering van het onderzoek hebben we een vruchtbare samenwerking met de Greenery ervaren. Verder is qua opzet en uitvoering de Arbeidsinspectie bij het geheel betrokken. Geconcludeerd kan dan ook worden dat de inhoud van deze notitie met instemming van de Arbeidsinspectie tot stand is gekomen.
2. Trillingen 1. Inleiding Op 5 Juli 2005 is de Europese richtlijn trillingen (2002/44/EG) in de Nederlandse wetgeving opgenomen. In deze richtlijn zijn de minimumvoorschriften opgenomen bedoeld om de blootstelling van de werknemer aan trillingen aan max. grenswaarden te binden. In de richtlijn worden 2 vormen trillingen onderscheiden, namelijk • hand-armtrillingen; vooral optredend bij het werken met trilplaten, slijpschijven, sloophamers e.d.; • lichaamstrillingen; vooral optredend bij het bedienen van heftrucks en grondverzetmachines. In het vervolg van deze brochure beperken we ons tot lichaamstrillingen. De richtlijn is vooral gericht op de werknemer. Middels een specifiek RIE-voorschrift wordt de werkgever verplicht een aantal trillingsaspecten te beoordelen. Belangrijk hierbij is de informatie van de fabrikant waarin wordt aangegeven, wat de grenswaarden van de betreffende machine is. Deze waarden dienen gerelateerd te worden aan relevante omgevingsfactoren. Als zich hier geen extremen voordoen dan is meten overbodig. In de richtlijn zijn geen machinegerelateerde maxima opgenomen. In deze brochure worden een aantal referentie-inzetsituaties gedefinieerd aan de hand waarvan de meest voorkomende beoordelingen kunnen worden uitgevoerd. Verder wordt een model– RIE ontwikkeld en worden aandachtpunten voor training uitgewerkt. 2. Verantwoordelijkheden werkgever De werkgever is verplicht om periodieke beoordelingen uit te voeren van de niveaus van mechanische trillingen waaraan de medewerkers worden blootgesteld. In deze beoordeling dient minimaal meegenomen te worden: • het niveau, de aard en de duur van de blootstelling; • de vastgelegde grenswaarden en actiewaarden; • mogelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers met een verhoogd risico; • mogelijke indirecte gevolgen; • informatie die door fabrikant van het betreffende arbeidsmiddel wordt verstrekt; • mogelijke trillingsdempende voorzieningen; • bijzondere arbeidsvoorwaarden, zoals werken in vrieshuizen. Gestart wordt met een globale beoordeling. Deze beoordeling wordt uitgevoerd aan de hand van de referentie-situaties zoals geformuleerd door de BMWT. Als blijkt dat de niveaus van trillingen beneden het actieniveau blijven, zijn vervolg-acties niet nodig. Volstaan kan worden om deze conclusies goed onderbouwd schriftelijk te kunnen produceren. Het gaat hierbij om de niet machine-gerelateerde beoordelingsaspecten. Risico’s zoals het niet juist kunnen hanteren van de bedieningsorganen, het aflezen van instrumenten, het lostrillen van bouten en moeren zijn risico’s die al zijn beoordeeld bij de veiligheidskeuring die cf. art. 7.4a van het Arbobesluit periodiek worden uitgevoerd.
Als er redenen zijn aan te nemen dat de actiewaarden worden overschreden dan dient een plan van aanpak te worden opgesteld. Centraal staat hierbij dat maatregelen worden getroffen om de blootstelling terug te brengen onder de wettelijk gestelde grenswaarden, door de oorzaken weg te nemen. Verder wordt er dan een plan van aanpak opgesteld waarin aandacht besteed wordt aan: • afwegen van alternatieve werkmethodes; • keuze van het ingezette arbeidsmiddel in relatie tot inzet-situatie; • kwaliteit van de onderhoudsprogramma’s; • voorlichting en opleiding werknemers; • duur en intensiteit blootstelling; • beschermende kleding tegen kou en vocht. 3. Aansprakelijkheid werkgevers Werkgever is aansprakelijk voor gezondheidsschade: Zoals gebruikelijk in de arbowetgeving wordt de werkgever volledig verantwoordelijk gesteld in het trillingen dossier. Werknemers kunnen een claim indienen bij medische klachten door trillend materieel. Medische klachten die het gevolg zijn van bijvoorbeeld trillende machines kunnen ondernemers duur komen te staan. Werknemers kunnen een claim indienen wanneer ze aannemelijk kunnen maken dat hun werkgever te weinig voorzorgen heeft getroffen tegen trillend materieel. Ondernemers moeten dan bewijzen dat er voldoende anti-trillings maatregelen zijn getroffen. In juli 2005 is de Europese Richtlijn 2002/44/EG in de Nederlandse arbowetgeving opgenomen. Deze richtlijn stelt het voorkomen van gezondheidsschade door trillingbelasting centraal. De werkgever draagt er de verantwoording voor en moet betalen wanneer hij in gebreke blijft. Ondernemers moeten lichaamstrillingen evalueren als onderdeel van de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en- evaluatie (RIE) en maatregelen treffen wanneer bijvoorbeeld een machine trillingen genereert met een versnelling van meer dan 0,5 meter per secondekwadraat. De grenswaarde die een werknemer mag hebben ligt op 1,15 meter per secondekwadraat. Op basis van cijfers van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten wordt geconcludeerd dat ongeveer eenderde van alle rugklachten bij werknemers het gevolg is van trillingen met een versnelling van meer dan een halve meter per secondekwadraat.
4. Lichamelijke effecten lichaamstrilling De korte-termijneffecten van trillingen kunnen bestaan uit: • een verhoogde spieractiviteit, met name in de rug en buik; • een verhoogde maagsapuitscheiding; • een vermindering van het gezichtsvermogen; • verstoring van de fijn motorische coördinatie; • effecten op het gehoor- en evenwichtsorgaan; • zee- , lucht- of wagenziekte. Op lange termijn kunnen trillingen aanleiding geven tot rugklachten, degeneratie van de wervelkolom of hernia. Ook kunnen klachten en afwijkingen aan het maag/darm kanaal en effecten op de vrouwelijke voortplantingsorganen voorkomen. Maatregelen ter voorkoming c.q. vermindering van trillingen zijn vooral; • voorkom overbelasting door te hoge snelheden en/of te hoge belastingen; • toepassen onafhankelijke ophanging van de trillingsbronnen en de werkplekken; • het monteren van trillingsdempende voorzieningen op de trillingsbronnen en de werkplekken.
BMWT-onderzoek lichaamstrillingen op heftrucks
Aan hoeveel lichaamstrillingen staat een vorkheftruckchauffeur bloot? Wanneer moeten er maatregelen worden genomen om aan de wetgeving te voldoen en wat is het effect van verschillende bandsoorten en stoeltypen? Om op deze vragen antwoord te kunnen geven hield brancheorganisatie BMWT in samenwerking met The Greenery en de Arbeidsinspectie een uitgebreide trillingsmeting. Zes verschillende heftruckmerken, diverse stoeltypen en bandsoorten werden intensief aan de tand gevoeld. Om met de voornaamste conclusies te beginnen: geen van de onderzochte heftrucks overschrijdt tijdens een reguliere daginzet het maximaal toegestane niveau voor lichaamstrillingen (grenswaarde) van 1,15m/s2, zoals bepaald in de Richtlijn Trillingen 2002/44/EG. Wel passeren vrijwel alle trucks gedurende de meettijd de actiewaarde van 0,5 m/s2, die eveneens in de Richtlijn staat beschreven. Of actie daadwerkelijk nodig is, hangt geheel af van de inzetduur en de situatie ter plaatse. Veruit het meest bepalend voor de mate van de trillingsbelasting zijn daarbij de vloercondities, de rijsnelheid en het rijgedrag van de chauffeur. Uiteraard spelen andere factoren zoals truckeigenschappen, stoelinstellingen, bandenkeuze en de mate van vorkbelasting ook een rol, maar dat is in een beduidend geringere mate. Zes merken, één meetmethode Brancheorganisatie BMWT komt tot deze conclusie na een uitgebreide meting van zes verschillende heftruckmerken tijdens een intensieve testsessie op 29 september 2006. Plaats van handeling: een loods en een buitenterrein van The Greenery in Wervershoof. De metingen zijn verricht door onderzoeksbureau Beizein uit Emmeloord, vertegenwoordigd door de heren Dirk Zeinstra en Evert Rook. De meting is verricht volgens ISO 2631 met een triaxiale stoelopnemer van het type HVM 100, Nr 0622. De stoelopnemer registreert bewegingen op de stoel in X- (rijrichting), Y- (zijwaarts) en Zrichting (verticaal). De X, Y hebben een versterkingsfactor K van 1,4. Voor de horizontale bewegingen is het Wd filter toegepast (ISO 2631). Voor de verticale beweging Z is het Wk filter gebruikt. K factor 1.
Parcourstypen en chauffeurs De heftruckchauffeurs tijdens de test zijn twee professionals van The Greenery: Piet van Elswijk (gewicht ca. 75 kg) en Arjan Brand (gewicht ca. 105 kg). Zij hebben hierbij steeds op dezelfde wijze gereden om een vergelijkbare inzet te krijgen. Alle heftrucks zijn op twee parcoursen ingezet, een traject binnen met chauffeur Piet van Elswijk, en een traject buiten met chauffeur Arjan Brand. Het binnentraject bestaat uit een werkcyclus waarbij de heftruck een traject aflegt van ca. 96 meter met twee haakse bochten, een bocht van 180 graden en een draaipunt van 360 graden. De bedrijfsvloer is een relatief Piet van Elswijk (l) en Arjan Brand vlakke asfaltvloer. Er is zowel onbelast als met last (800 kg) gereden. Elke meting is minimaal tweemaal uitgevoerd om een correct datavergelijk te krijgen. Het buitentraject bestaat uit een ellipsvormige route van ca. 140 meter lengte over een afwisselde ondergrond van asfalt en klinkers. Per rit wordt zesmaal een lastige overgang tussen beide bestratingsoorten gepasseerd. Het klinkerterrein bestaat uit relatief goed geplaveide betonklinkers. Ook bij deze inzet is zowel met als zonder last (800 kg) gemeten. Elke meting is eveneens minimaal dubbel uitgevoerd. Ondergrond en last Het gevoel van elke heftruckchauffeur vertelt hem of haar dat rijden over drempels, geulen en hobbels, meer lichaamstrillingen oplevert dan rijden over een gladde ondergrond. De meetgegevens bevestigen deze haast ‘open deur’ volledig. Vrijwel alle truckmerken scoren betere waarden op de asfaltvloer dan op het klinker/asfalt parcours, maar echt heel groot zijn de verschillen niet. Wel dient hierbij in aanmerking genomen te worden dat het lichaamsgewicht van de chauffeur in de buiteninzet ca 30 kg hoger is dan die van de chauffeur op de asfaltvloer. Het is aannemelijk dat de chauffeur met een gelijk lichaamsgewicht op het klinkerparcours een iets hogere waarde scoort. Duidelijk groter zijn de verschillen tussen het rijden zonder en met last op de vork, ongeacht de ondergrond. Bij het rijden zonder last over het klinkerwegdek wordt de hoogste trillingswaarden gemeten. Opvallend is dat de relatief zware trucks in deze vergelijking een minder groot verschil te zien geven tussen de beste en slechtste score. De lichtere trucks (in tonnage) scoren relatief gezien veel hogere waarden op het klinkerparcours zonder last. In het algemeen gesteld komen zwaardere trucks met een lange wielbasis en een lage zit tot gemiddeld de beste scores.
Bandenkeuze Enkele leveranciers hebben bij hun testtruck verschillende banden meegeleverd. Naast de conventionele volrubberbanden zijn ook luchtbanden, speciale zachte profielloze banden en banden met een geperforeerde middenlaag ingezet. De algehele conclusie luidt dat volrubberbanden over het gehele spectrum de beste meetresultaten opleveren. Luchtbanden zorgen met hun soepele karakter, ook op goede vloeren voor extra bewegingen van de heftruck en die worden niet alleen door de chauffeur, maar ook door de stoelopnemer waargenomen. Bij een truck leverden de luchtbanden bijna een verdubbeling van de trillingsbelasting op tijdens de onbelaste rit over het asfalt in de binneninzet. Bij de buiteninzet is de score vrijwel gelijk als er zonder last wordt gereden. Alleen tijdens het rijden met last op klinkers, slaat het voordeel in lichte mate door naar de luchtband. De speciale soepele band zonder profiel laat in het algemeen minder grote verschillen zien tussen de vloertypen en beladingtoestand van de truck. Op een van de elektrotrucks zijn naast volrubberbanden, ook banden met perforatiegaten in de middenlaag en speciale softbanden zonder profiel ingezet. De beste scores worden geleverd door de geperforeerde banden, met uitzondering van de onbelaste rit op asfalt. Daar scoorden de volrubberbanden beter, al is het verschil tussen beide bandensoorten gering. Lucht- en mechanisch geveerde stoelen Een andere variabele tijdens de metingen wordt gevormd door het stoeltype. Diverse leveranciers hebben naast een mechanisch geveerde stoel ook een luchtgeveerde stoel geleverd voor de test. Naast de Grammer MSG30 en MSG65 (mechanisch en luchtgeveerd) zijn stoelen getest van Eblo (LGV25C1, luchtgeveerd) en Savas (Columbus luchtgeveerd, automatisch instellend). De verschillen tussen lucht- en mechanisch geveerde stoelen komen amper tot uitdrukking in de testresultaten. Dit komt vooral doordat de Z-richting (verticale beweging van de chauffeur) verhoudingsgewijs een kleiner aandeel heeft in de totale berekening van de trillingsbelasting.. Een juiste instelling van de stoel is beslist van belang om trillingen tot een minimum te beperken. Een te zacht ingestelde stoel levert een veel hogere trillingsbelasting op dan een te stijf afgeveerde zetel. Dit pleit voor de inzet van heftruckstoelen die makkelijk en duidelijk instelbaar zijn op het juiste gewicht van de chauffeur. Beide testrijders spraken unaniem hun voorkeur uit voor de zelfinstellende luchtgeveerde stoel die automatisch de juiste demping regelt. Rijsnelheid en rijgedrag De chauffeurs bij deze uitgebreide trillingsmeting zijn professionals die gewend zijn om optimaal te anticiperen op de bedrijfsomstandigheden. Bij bochten, bij het opnemen van de last en bij het voordraaien voor de locatie, steeds wordt er doordacht en soepel gewerkt. Hetzelfde geldt voor de gekozen rijsnelheid. Vrijwel altijd is deze correct afgestemd op de situatie. Vooral bij de inzet op oneffen terrein is dit van doorslaggevend belang.
Op verzoek van de testers hebben de chauffeurs soms ook met maximaal vermogen hun testrondes gereden. De conclusie is overduidelijk: hard en bruusk rijden verhoogt de trillingsbelasting met 30%. Een rustigere instelling, zoals het verlagen van de maximale snelheid van 12 tot 7 km/uur levert t.o.v. een rit op ‘volgas’ een daling op van 0,9 m/s2 tot 0,6 m/s2 als de truck zonder last op klinkers wordt ingezet (zwaarste inzetmogelijkheid tijdens deze test). Het testgezelschap heftrucks telt één kandidaat met een verbrandingsmotor en een duidelijk hogere rijsnelheid. Vrijwel alle metingen liggen dan ook boven het niveau van de andere trucks. Alleen de draaiende motor van de LPG-truck levert reeds een trillingsbelasting op van 0,16 m/s2. Dit waarde telt dus bij iedere meting automatisch mee. Maxima en minima Uit de metingen blijkt dat bij een normale heftruckinzet slechts een maal de maximale trillingsbelasting van 1,15 m/s2 wordt overschreden. In dit geval betreft het de meting zonder last en op klinkers met de LPG-truck, die duidelijk sneller rijdt dan de overige trucks en de handicap heeft van de trillingen die de motor veroorzaakt. Bij een slecht ingestelde stoel (te slap) en bij een veel te hoge rijsnelheid loopt de belasting op tot de onverantwoorde waarde van 1,62 m/s2. De laagste belastingswaarden worden gemeten bij de inzet van een elektrotruck met last op asfalt (de meest gunstige werksituatie). Alleen in dit geval wordt een waarde behaald van minder dan 0,5 m/s2. Hierbij kan worden opgemerkt dat de chauffeur van The Greenery zeer ervaren is met dit type truck en hiermee zeer beheerst kan werken. Boven de actiewaarde Wat betekenen de scores nu voor de praktijk? Feitelijk blijven alle trucks, ongeacht hun banden stoelconfiguratie, binnen de wettelijk toegestane trillingsbelasting (grenswaarde) op basis van een 8-urige werkdag. Alleen bij structureel slechte vloeromstandigheden, een hoge rijsnelheid en een slecht ingestelde stoel, zal de wettelijke maximale norm, de grenswaarde, worden overschreden en is de chauffeur gedwongen zijn voortijdig zijn werkzaamheden te staken. Verder blijkt dat gedurende de meting de actiewaarde van 0,5 m/s2 door vrijwel alle trucks wordt gepasseerd. Afhankelijk van de vloeromstandigheden, de bandensoort en belading mag, aan de hand van de gemeten waarden, in het gunstigste geval 6 uur en in het ongunstigste geval 1,6 uur, in plaats van 8 uur met de heftruck gewerkt worden. Als het toch nodig is dat er acht uur gereden wordt dan dient de werkgever van de chauffeur maatregelen te treffen om de situatie te verbeteren. Dit kan door het aanpassen van de vloeromstandigheden, maar ook door afwisseling van het werk, een nauwkeurige bandenkeuze, het vermijden van schokken en stoten of technische oplossingen zoals het monteren van een stikstofdemper in de mast om een rustigere loop van de totale truck te bereiken. De meest effectieve manier om de trillingsbelasting te verminderen is rustiger rijden op lastige en hobbelige vloergedeelten en een soepel en weloverwogen rijgedrag in het algemeen.
Samenvatting Wie echt continu op een heftruck werkt onder lastige omstandigheden zoals het rijden op stelconplaten of op ander oneffen wegdek, zal met zekerheid geen volledige werkdag kunnen halen zonder gezondheidsrisico te lopen of in strijd te zijn met de wettelijke voorschriften. Duidelijk is tevens dat onder ogenschijnlijk goede omstandigheden, zoals het rijden over een asfaltvloer, vrijwel altijd de actiewaarde wordt overschreden als er per dag 8 uur met de heftruck wordt gewerkt. Uit het onderzoek blijkt tevens dat de heftruck zelf zeker niet de voornaamste veroorzaker is van trillingen, mits deze goed is onderhouden en alle truckvariabelen optimaal zijn benut/ingesteld. De lucht- of mechanische vering van de stoel heeft geen effect op de metingen in de deze test. Opnieuw geldt dat de beste waarden worden gescoord als de demping correct op het lichaamsgewicht van de chauffeur is afgesteld. Een te zachte stoel is echter funest en levert een veel grotere trillingsbelasting op dan een te hard ingestelde stoel. Luchtbanden scoren alleen bij een belaste inzet op werkelijk slechte ondergronden een iets betere waarde dan volrubberbanden. De banden met geperforeerde middenlaag of in extra soft uitvoering, scoren fractioneel beter dan volrubberbanden. Zwaardere heftrucks met een langere wielbasis en een lagere zithoogte scoren gunstigere waarden dan korte trucks met een hoge zit. Wat de configuratie of bouw van de trucks ook is en hoe goed of slecht de vloeromstandigheden ook zijn, de chauffeur bepaalt met de gekozen rijsnelheid en het rijgedrag hoe ernstig de trillingsbelasting uiteindelijk is. Rustiger en beheerster rijden zonder schokken of bruuske remmomenten, levert meer op dan alle suboptimalisaties bij elkaar, uitgaande van een goed onderhouden truck, die is voorzien van een goede stoel en goede banden. Het bewijs hiervoor wordt geleverd tijdens de test van een oudere elektrische heftruck uit 1991 met massieve banden die duidelijk aan slijtage onderhevig zijn, een rammelende boxhaak aan de mast en een stoel die niet correct op het lichaamsgewicht instelbaar is. Ondanks alle matige variabelen komt de truck toch tot goede waarden omdat de rijsnelheid uitermate laag is en het accelereren en remmen zeer rustig en vloeiend verloopt. Mochten in dit geval de stoel, banden en truck optimaal zijn geweest, dan was de uitslag nog gunstiger geweest. Handhavingsbeleid Arbeidsinspectie Ook de Arbeidsinspectie (AI) is betrokken geweest bij de metingen en de totstandkoming van dit rapport. De AI ziet het initiatief van de BMWT als een waardevolle aanvulling op de eigen verantwoordelijkheid die branches nemen om tot betere arbeidsomstandigheden te komen en duidelijkheid te geven over de impact en aanpak van verschillende Arbo-aspecten. Op basis van de meetresultaten stelt de AI dat het handhavingsbeleid wat de lichaamstrillingen betreft, vooral aan de orde komt als de omstandigheden hiertoe aanleiding geven.
In de regelgeving is onder andere het volgende gesteld: De grenswaarde van 1,15 m/s2 mag nooit worden overschreden. Als dat wel het geval is moeten direct maatregelen worden getroffen om de blootstelling tot onder die grens te brengen. Als uit de beoordeling blijkt dat werknemers blootgesteld worden aan trillingsniveaus die boven de actiewaarde uitkomen, dan is de werkgever wettelijk verplicht om een plan van aanpak op te stellen om de blootstelling zoveel mogelijk en bij voorkeur tot onder de actiewaarde te beperken. Als de condities, zoals de vloer, de lading, de instructie en het ingezette materieel goed zijn, worden er geen extra technische maatregelen opgelegd om de trillingsbelasting te verbeteren. Wel vraagt de AI een grote mate van bewustzijn over de noodzaak om correct met trillingsbelasting om te gaan waarbij ook organisatorische maatregelen aan de orde kunnen komen zoals beperking van de blootstellingtijd. Bij minder goede condities, zoals een veelvuldige inzet op oneffen ondergronden zoals stelconplaten en/of klinkers, zal beslist gevraagd worden hoe de trillingsbelasting ter plaatse is en hoe de werkgever streeft naar een vermindering van lichaamstrillingen voor de medewerkers. Ook zal de inzet van slecht onderhouden materieel aanleiding kunnen zijn tot extra maatregelen. Heftruckrijden onder matige tot slechte omstandigheden is immers een activiteit met aantoonbare gezondheidsrisico’s.
Heftruck type
3 wiel elektro
4 wiel elektro
4 wiel LPG
Variabelen
Klinkers
lucht
2 ton
volrubber
mechanisch
0,85
0,68
0,884
0,785
1
2 ton 2 ton
volrubber volrubber
mechanisch lucht
0,81 0,87
0,756 0,8
1,05 1,11
0,895 1,03
1 1
2,5 ton
mechanisch
0,6
0,51
0,99
1,04
0,9
2,5 ton 2,5 ton
volrubber soft volrubber lucht
mechanisch mechanisch
0,724 0,985
0,738 0,977
0,909 0,987
0,8 0,82
0,9 0,9
3 ton 3 ton 3 ton
volrubber volrubber volrubber
mechanisch lucht mechanisch
0,72 0,71 geen meting geen meting 0,732 0,659
0,918 0,712 0,842
0,72 0,675 0,638
0,45 0,90 0,90
2,5 ton
volrubber
2,5 ton
volrubber
2,5 ton 2,5 ton
volrubber lucht
2,5 ton
lucht
2,5 ton
lucht
mechanisch lucht, zelf inst lucht, zelf inst mechanisch lucht, zelf inst mech te hard mech te zacht
lucht 2
actiewaarde 0.5 m/s grenswaarde 1,15 m/s2
lucht
zonder last 0,828 0,809
met last 0,733 0,667
zonder last 1,14 1,08
0,813
0,703
1,02
Divers
tonnage banden 1,8 ton volrubber 1,8 ton gatenband soft volrubber 1,8 ton soft 1,8 ton volrubber
2,5 ton
stoel mechanisch mechanisch
Asfalt
met last fabrieksopgave opmerkingen 0,933 niet bekend 0,824 niet bekend 0,858
1,22
niet bekend niet bekend bij hard rijden
0,79
0,863
1,25
0,987
0,7-1,2
0,792
0,731
1,07
0,862
0,7-1,2
0,907
0,78
1,4 1,14
0,945
0,7-1,2 bij hard rijden 0,7-1,2
0,838
0,739
1,12
0,89
0,7-1,2
1,35
0,7-1,2 bij hard rijden
1,73
0,7-1,2 bij hard rijden
REKENPROGRAMMA VOOR BLOOTSTELLING AAN LICHAAMSTRILLINGEN Gemeten VDV
Metingsduur
m/s1,75
uren
Trillingssterkte
VDV minuten
sec
m/s² rms
Blootstelling 1
0
Blootstelling 2
0
Blootstelling 3
0
Blootstelling 4
0
Blootstelling 5
0
Blootstelling 6
0 Tijd voor bereiken
Tijd voor bereiken
EAV (VDV-optie)
EAV (A(8)-optie)
9,1 m/s1,75 VDV uren Blootstelling 1 Blootstelling 2 Blootstelling 3 Blootstelling 4 Blootstelling 5 Blootstelling 6 Instructies voor gebruik:
minuten
B
time in
0,5 m/s2 A(8)
hours
uren
time in minuten
hours
Voer waarden in de witte vakken in. Druk op Enter om te berekenen, of verplaats de cursor naar een andere cel. Resultaten worden weergegeven in de gele vakken. Klik op de Reset-knop om gegevens te wissen. Klik voor meer informatie op de tab HELP hieronder.
eVDV
VDV
Exposure 1
0,00
Exposure 2
0,00
eVDV
VDV
eVDV version
true VDV version
time to EAV (hrs)
time to EAV (hrs)
Model RIE TRILLINGEN Locatie: Datum controle: Uitgevoerd door: Nr. Controlepunten 1. Jaarlijkse veiligheidskeuring 2. Periodieke trillingcheck van de truck op: • vereist het bedienen van pedalen en handels bovenmatige kracht (>600N); • is er bovenmatige speling in de stuurkolom; • zijn alle bedieningshandels deugdelijk bevestigd en gelagerd; • Zijn de banden in goede staat? Dus vrij van inrijdingen beschadigingen overmatige slijtage; • zijn de bedieningsvlakken van de pedalen voldoende stroef; • zijn alle bedieningshandels soepel, zonder schokken, te bedienen; • reageert het neiggedeelte gelijkmatig op de bedieningshandels. • reageert het reachmechanisme gelijkmatig op de bedieningshandels. • reageert het sideshift gelijkmatig op de bedieningshandels: • reageert het voorzetstuk gelijkmatig op de bedieningshandels: • vertonen scharnierpunten van portieren, beugels of poorten overmatige speling; • heeft de chauffeursstoel voldoende kwaliteit: - instelinrichting is aanwezig en werkt in diverse richtingen; - stoel is deugdelijk en veilig gemonteerd; - de bekleding van de stoel is niet beschadigd en niet overmatig versleten; • is de beschermkooi deugdelijk en rammelvrij gemonteerd? • zijn er geen hinderlijke rammelgeluiden. 3. 4.
Is er een plan m.b.t. preventief onderhoud truck beschikbaar. Is er een overzicht van wie werkt met welke
Datum vorige controle: Vorige bevindingen bekend ja/nee Verbeterpunten uitgevoerd ja/nee Ja Nee Opmerkingen
truck 5.
Zijn de chauffeurs getraind in het trillingsdempend besturen van de heftruck; • rijstijl; • rijhouding; • rijsnelheid in relatie tot vloerkwaliteit; • instellen van de stoel; • uit/afstappen; • bandenspanning. 6. Is per truck geïnventariseerd of een demper op de mast noodzakelijk is 7. Is vastgesteld of de banden, wat betreft inzetomstandigheden en belastingen afgestemd zijn. 8. Is er een onderhoudsplan banden inclusief regelmatige controle bandenspanning beschikbaar. 9. Zijn de inzetsituaties gebenchmarked aan de hand van de referentie–situaties. 10. Zijn obstakels als drempels, goten e.d. verwijderd 11. Is er een inspectieplan voor vloeren. 12 Is er een aanpak om truckbestuurders wisselende werkzaamheden te bieden Verbeterpunten
Naam
Handtekening
Datum
Volgende controle