Leven met overstromingen Werkplan projectgroep Suriname
(Versie 6) Projectleden: Ir. Glenn Weisz Jr. Raheena Doekhie Priscilla Miranda Ton Knol Marloes van Ginkel Marjolein van der Kraan Ivo Miltenburg
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Voorwoord Projectgroep Suriname wil zich inzetten voor de waterramp in Suriname. Het initiatief is gestart bij een groep studenten, met affiniteit voor Suriname, die Civiele Techniek studeren aan de TUDelft. Wij, als studenten, vinden dat we iets moeten doen om de slachtoffers van deze ramp te helpen, niet in de laatste plaats omdat we hiervoor een opleiding volgen in Nederland. Dus voor u ligt nu het werkplan van de Projectgroep Suriname, waarin het concept “Leven met de overstromingen” wordt beschreven. De realisatie van dit project wordt tot stand gebracht door een samenwerking met het Unesco-IHE, Institute for Water Education.
Prof. H.H.G. Savenije, Prof. Th.N. Olsthoorn en Prof. H. van Dijk, als hoogleraren betrokken bij de sectie Water Management, Civiele Techniek, hebben ons vanaf het begin ondersteund bij dit project. Met hun kennis en ervaring op het gebied van overstromingen gaven zij ons duidelijke richtlijnen over hoe wij met onze achtergrond iets kunnen betekenen voor de slachtoffers van de waterramp. Ir. Bas Heijmans, met zijn expertise op het gebied van drinkwater in ontwikkelingslanden, is bereid ons te ondersteunen in zowel Suriname als in Nederland. Drs. Wilfried ten Brinke, deskundige watermanagement en werkzaam bij het RIZA, is naar Suriname gegaan om het probleem van de overstromingen in kaart te brengen. Hij heeft een rapport aan de Surinaamse regering overhandigd waarin de oorzaken, herhalingskansen en preventiemaatregelen van de overstroming worden behandeld.1 Ons project is zeker te beschouwen als het verlengde van dit rapport. In dit rapport wordt geadviseerd om bewustwording over de overstromingen. En dat is wat Projectgroep Suriname daadwerkelijk wil gaan uitvoeren in de getroffen gebieden. Ir. Tanja Lieuw is hydroloog en als zodanig werkzaam in Suriname (CDFS). Vanuit Suriname helpt ze ons het project te coördineren. Haar hydrologische kennis en ervaring liggen dan ook vooral in de binnenlanden van Suriname.
Er zijn • • • • •
1
in de volgende tijdschriften en bladen publicaties verschenen over ons project: Telegraaf Technisch Weekblad Delftse Post Delta (Universiteitsblad Delft) Druppel (kwartaaluitgave van het Dispuut Watermanagement).
Overstromingen Suriname 2006: Oorzaken, Herhalingskansen en Preventiemaatregelen, Dr. W. ten Brinke, Drs. J. Botterweg,
Rijkswaterstaat/Ministerie van Verkeer en Waterstaat, mei 2006
2
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Comité van Aanbeveling • •
• • • •
• • •
Prof.dr.ir. H.H.G. Savenije Hoogleraar Hydrologie aan de Faculteit Civiele Techniek aan de TUDelft. Professor of Water Resources Management at the department of Management And Institutions at the UnescoIHE. Prof.dr.ir. Th.N. Olsthoorn Hoogleraar Geohydrology aan de Faculteit Civiele Techniek aan de TUDelft. Prof.ir. J.C. van Dijk Hoogleraar Gezondheidstechniek aan de Faculteit Civiele Techniek aan de TUDelft. Dr.ir. Bas Heijman Drinkwatertechnoloog aan de Faculteit Civiele Techniek aan de TUDelft. Drs. J. Botterweg Senior adviseur internationale betrekkingen en hoofdwatersystemen van de Staf DirecteurGeneraal van Rijkswaterstaat. ir. Tanja Lieuw Hydroloog in Suriname, werkzaam bij het CDFS. Ir. S. Naipal Hydroloog aan de Anton de Kom universiteit in Suriname (Adek) Dr. Wilfried ten Brinke Waterexpert en werkzaam bij het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA).
3
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Inhoudsopgave VOORWOORD ...................................................................................................................................................... 2 COMITÉ VAN AANBEVELING ................................................................................................................................ 3 INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................................................. 4 1. INLEIDING ..................................................................................................................................................... 5 2. AANLEIDING ONDERZOEK ............................................................................................................................. 6 2.1 Overstromingsgebied......................................................................................................................... 6 2.2 Getroffen bewoners............................................................................................................................ 6 3. PROBLEEMSTELLING ...................................................................................................................................... 8 4. DOELSTELLING............................................................................................................................................... 8 5. PLAN VAN AANPAK ........................................................................................................................................ 9 5.1 Opzetten van een waarschuwingssysteem.......................................................................................... 9 5.2 Opstellen noodplan.......................................................................................................................... 11 5.3 Nazorgplan ...................................................................................................................................... 11 6. GEBIED VAN PROJECT UITVOERING ........................................................................................................... 12 7. ORGANISATIE .............................................................................................................................................. 14 7.1 Projectgroep Suriname.................................................................................................................... 14 7.2 Contactpersonen.............................................................................................................................. 15 7.3 Tijdsplanning ................................................................................................................................... 15 7.4 Financieel overzicht ........................................................................................................................ 16 NAWOORD ........................................................................................................................................................ 17
4
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
1. Inleiding Suriname ligt aan de noordoostkust van Zuid-Amerika. Tachtig procent van Suriname bestaat uit Tropisch Regenwoud waarin verschillende boslandbewoners een bestaan hebben opgebouwd. De Surinaamse Republiek telt 498.000 mensen met als voertaal Nederlands en als hoofdstad Paramaribo. In Suriname zijn er vier seizoenen: grote en kleine regentijd en grote en kleine droge tijd. In de onderstaande figuur is de kaart van Suriname te zien.
Figuur 1. Kaart van de Surinaamse Republiek. Suriname heeft een multiculturele samenleving, prachtige ongerepte natuur en een tropisch leefmilieu. “Suriname kent geen natuurrampen”, zeiden de Surinamers altijd. “We hebben onze problemen, maar de natuur is ons vriendelijk gezind”. Helaas is dit een te optimistische gedachte geweest, en zal er rekening gehouden moet worden met de wetmatigheden van de natuur; recentelijk heeft zich in Suriname een omvangrijke overstroming voorgedaan.
5
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
2. Aanleiding onderzoek 2.1
Overstromingsgebied
Dit project is opgezet naar aanleiding van de overstromingen in Suriname in mei van dit jaar. Door de uitgestrektheid van het neerslaggebied, stroomde de overvloedige neerslag vanuit vrijwel het hele stroomgebied naar de rivieren en ontstonden er zeer grote waterstanden. De bovenloop van de Suriname Rivier (met als aanvoerende rivieren de Gran Rio, de Pikin Rio en de Boven Suriname Rivier) was het eerste overstroomde gebied. Vervolgens kwamen meldingen van overstromingen in de bovenloop van de Corantijn Rivier (de Sipaliwini Rivier) gevolgd door de bovenloop van de Saramacca Rivier (de Kleine Saramacca). Als laatste hebben overstromingen plaatsgevonden in de boven- en benedenloop van de Marowijne Rivier, de Tapanahoni en de Lawa Rivier (zie figuur 2).
Figuur 2. De overstroomde gebieden in Suriname (Bron: www.minbuza.nl) De dorpen die het zwaarst zijn getroffen door de overstromingen, liggen langs de Suriname-rivier, ten zuiden van het stuwmeer. In verdere verloop van het rapport zal hieraan gerefereerd worden als het Boven-Suriname gebied.
2.2
Getroffen bewoners
De levenswijze en omstandigheden van de lokale bewoners verschilt in vele opzichten van die van de stadsmensen. In tegenstelling tot de stadsbewoners, zijn de binnenlandbewoners in het dagelijks leven meer afhankelijk van de rivier. Voor de bewoners is de rivier de levensader, waarlangs ze zich vanuit diverse historische redenen hebben gevestigd. De rivier wordt voor veel verschillende doeleinden gebruikt. Zo is de rivier de belangrijkste route door het gebied, levert de rivier vruchtbaar slib wat goed is voor de landbouw, wordt er vis uit de rivier gevangen en wordt er in gewassen en gebaad. Maar het dicht bij de rivier leven heeft ook een keerzijde. De hevige regenval heeft ertoe geleid dat de berging in de oppervlaktewateren en in de bodem niet meer voldoende was om de grote hoeveelheid neerslag te kunnen verwerken. Rivieren zijn buiten hun oevers getreden en de binnenlandbewoners werden verrast door het water. Hierdoor zijn er een aantal problemen ontstaan bij diverse dorpen: • De voedselvoorraden zijn grotendeels verloren gegaan; • Er is geen toegang tot veilig drinkwater;
6
Leven met Overstromingen
• • •
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
de kostgronden zijn vernietigd; de huizen staan onder water; Veel bezittingen zijn verloren gegaan.
In de getroffen dorpen wordt er tevens gevreesd voor een grootschalige uitbraak van ziekten. De eerste meldingen van diarreegevallen zijn binnengekomen en ook een malaria-epidemie ligt op de loer. Er wordt momenteel door verschillende hulporganisaties noodhulp verleend door het uitdelen van voedselpakketten, drinkwater en medicijnen. Ook worden er plannen gemaakt voor de wederopbouw van het gebied. Naast de noodhulp zijn er structurele veranderingen nodig om in de toekomst de gevolgen van overstromingen te beperken. De rivieroeverbewoners moeten leren leven met de gevaren die gepaard gaan met overstromingen.
7
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
3. Probleemstelling Ten gevolge van hevige neerslag in mei jongstleden, is een deel van het Surinaamse binnenland onder water komen te staan. De bewoners van het gebied werden overrompeld door het overtollige water, dat ervoor gezorgd heeft dat hun dorpen blank zijn komen te staan. Een gebrekkige voorbereiding heeft geresulteerd in het verlies van cruciale levensmiddelen als voedsel en drinkwater. Er kan verondersteld worden dat de overstroming zich heeft gemanifesteerd in een nationale ramp; de schade is voor Surinaamse begrippen van ongekende omvang. Een overstroming als deze is een wetmatigheid van de natuur. Het verkomen ervan is een ondoenlijke opgave. Het anticiperen erop daarentegen, kan met relatief beperkte bemiddelen geschieden. Er zal getracht moeten worden om bij dergelijke toekomstige natuurverschijnselen, de omvang van de schade te beperken. Een goede gestructureerde voorbereiding is hierbij noodzakelijk. Momenteel ontbeert het in de getroffen gebieden aan een adequaat waarschuwingssysteem, dat mensen tijdig op de hoogte stelt wanneer er een overstroming optreedt. Voor binnenlandbewoners zou dit een goed instrument kunnen zijn, om de cruciale middelen tijdig veilig te stellen.
4. Doelstelling Het doel van dit project is om samen met de binnenlandbewoners een manier te vinden om met het gevaar van overstromingen om te leren gaan en de gevolgen te beperken. Er zal specifiek worden gericht op het ontwikkelen van meerdere methoden om de schade van de overstromingen te beperken. De volgende aspecten zullen daarbij centraal staan: Met getroffen binnenlandbewoners een inventarisatie maken van de huidige waterproblematiek; Studie naar referentieprojecten (Overstroming Mozambique); Onderzoeken en implementeren van een lokaal waarschuwingssysteem om het gevaar van overstromingen het hoofd te bieden. Om de gevolgen van overstromingen in de toekomst te beperken, zal er gewerkt moeten worden aan de bewustwording van de binnenlandbewoners als het gaat om overstromingen. In de getroffen dorpen zal daarom in aanvulling op het waarschuwingssysteem, het volgende aan bod komen: Het ontwikkelen van noodplan bij eventuele toekomstige overstromingen; Het ontwikkelen van een nazorgplan bij eventuele toekomstige overstromingen.
8
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
5. Plan van Aanpak 5.1
Opzetten van een waarschuwingssysteem
Hydrologisch begrip Er moet een waarschuwingssysteem worden opgezet dat berust op hydrologische inzichten. Aan de hand hiervan kunnen hoge waterstanden kunnen worden afgeleid. Om tot dit alarmeringssysteem te komen moeten de volgende stappen worden ondernomen: • Communiceren met de dorpshoofden en hen in beginsel oplossingen laten aandragen. De dorpshoofden fungeren als sleutelfiguren. Wanneer deze zijn overtuigd van het nut en de noodzaak van het systeem, kan het systeem geïmplementeerd worden met volledige steun en medewerking van de dorp; • Aangeven van de overstromingshoogte. Dit gebeurt in eerste instantie met verf, later zal hier een monument voor moeten komen zodat ook latere generaties met de mogelijkheid en de gevolgen van hoog water worden geconfronteerd; • Het plaatsen van peilschalen in relatie tot de overstromingshoogte. Hiervoor dient het juiste materiaal te worden gebruikt en dit moet bestendig zijn. Het is belangrijk om de lokale bevolking hierbij te betrekken, door hun de meetpalen te laten plaatsen langs de oevers en ze zelf laten maken (uit hout gesneden palen met inkervingen per meter) van deze palen. Het is van belang dat de dorpsbewoners de waterstanden zelf kunnen aflezen van de meetpalen; • Het verzamelen van gegevens van hoge waterstanden in het verleden. Met deze gegevens kunnen relaties worden gelegd tussen verschillende dorpen langs de rivier. Deze relaties kunnen worden weergegeven in een grafiek. Dit moet vertaald worden naar simpele tabellen, zodat de dorpshoofden en dorpsbewoners deze zonder moeite kunnen aflezen; • Meteorologisch inzicht. Metingen van neerslag zal de eerste indicatie geven of er sprake zal zijn van de een eventuele stijging van waterstand in de rivieren van Suriname. Bovendien kan ook opgemerkt worden aan andere parameters van de hydrograaf over de intensiteit van de stroming / stijging • Het opzetten van een waarschuwingssysteem tussen de verschillende dorpen, van bovenstrooms naar benedenstrooms. De dorpen bovenstrooms merken als eerste een verhoging van de waterstand op. Met behulp van het alarmeringssysteem kunnen de benedenstrooms gelegen dorpen gewaarschuwd worden door de bovenstrooms gelegen dorpen (zie figuur 3). Langs de rivier dienen regelmatig neerslag- en waterstandgegevens te worden verzameld, zodat er relaties kunnen worden gelegd en er voorspellingen kunnen worden gedaan. De bereikbaarheid van en de communicatie tussen de verschillende dorpen en groepen is hierbij een belangrijk punt. Indien gegevens niet goed en op tijd worden doorgegeven dan kan het waarschuwingssysteem niet werken. • Toetsing van het waarschuwingssysteem.
9
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
2006 -2m I II
-4m -6m
50km
50km
III
Oever
Bodem
Figuur 3. Alarmeringssysteem tussen de dorpen van bovenstrooms naar benedenstrooms.
Institutie Er moet een communicatiesysteem opgezet worden tussen de betrokken dorpen en binnen de dorpen zelf. Hier wordt benadrukt dat het ontwerp van het communicatiesysteem samen met de dorpsbewoners plaats moet vinden en het vervolgens door hen zelf zal worden gehanteerd. De gramans, stamhoofden, zullen in het communicatiesysteem een grote rol spelen. Ook de medische posten zullen belangrijk zijn, omdat die over communicatiemiddelen beschikken die opgenomen kunnen worden in het communicatiesysteem. De scholen kunnen eveneens een grote rol spelen: door onderwijs te geven over hoe te leven met overstromingen en door het overstromingsbewustzijn bij de jongere generatie te vergroten. De scholen in de dorpen kunnen de peilschalen aflezen en dit bijhouden in de vorm van een registratiesysteem. (Awereness Raising) Om dit • • •
te bewerkstellingen zullen de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: De sociale structuur binnen het dorp in kaart brengen; Verantwoordelijkheden voor het waarschuwingssysteem koppelen aan deze structuren; Het overbrengen van deze verantwoordelijkheden op de desbetreffende personen en de rest van het dorp; • Met de dorpshoofden en de bewoners het belang van de duurzaamheid van dit waarschuwingssysteem te bespreken.
Het is belangrijk de lokale bevolking te betrekken bij het project en de aanpak hiervan. Om tot een goede samenwerking te komen wordt het volgende gedaan: • De bewoners vragen om hun ervaringen over de overstromingen te vertellen; • De bewoners naar hun mening en ideeën vragen over hoe zij zich zelf beter zouden kunnen beschermen tegen overstromingen en de gevolgen hiervan; • Informatie en ideeën uitwisselen met de bewoners om gezamenlijk tot een goede oplossing te komen (participatory process).
10
Leven met Overstromingen
5.2
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Opstellen noodplan
Om de gevolgen van een overstroming in de toekomst te beperken zal er, naast een goed waarschuwingssysteem en aanpassingen in de manier van leven van de rivieroeverbewoners, tevens een goed systeem van noodmaatregelen moeten worden opgezet. Dit is nodig zodat - in geval van een overstroming en ervan uitgaande dat het waarschuwingssysteem juist heeft gewerkt - de bewoners tijdig kunnen worden geëvacueerd en hun waardevolle spullen in veiligheid kunnen worden gebracht. In deze tijden zijn de eerste levensbehoeften cruciaal. De eerste levensbehoeften zijn veilig drinkwater, voedsel en onderdak. De communicatie over en weer met de lokale bevolking is hierbij eveneens van groot belang. Met lokale middelen kunnen deze voorzieningen door de bevolking zelf worden vervaardigd. Om tot een goed systeem van noodmaatregelen te komen zal de volgende aanpak worden gehanteerd: • Een evacuatie plan opstellen waardoor snel kan worden gereageerd en de bewoners weten wat te doen wanneer er een dreiging is van hoog water; • Voorzieningen ontwikkelen waardoor tijdens een overstroming veilig drinkwater kan worden geleverd. Hiervoor wordt van tevoren onderzoek gedaan door de projectgroep naar plaats en methode. Vervolgens worden deze proeven samen met de dorpsbewoners (vooral de vrouwen en kinderen) en scholen uitgevoerd; • Het overbrengen van de kennis aan de bevolking en tevens onderwijs hierover geven op scholen door dit vast te leggen in lesmateriaal; • Onderzoek doen naar het voedingspatroon van de bewoners en maatregelen treffen zodat ook tijdens overstromingen voldoende voedsel beschikbaar is.
5.3
Nazorgplan
In de nazorg fase is het belangrijk dat de voedselvoorziening en de drinkwatervoorziening weer op gang gebracht worden. Nu is het zo dat er op dit ogenblik aan de nazorg fase word gewerkt. Voor dit project willen wij nagaan: • Welke (natuurlijke) resources zijn er en wat zijn de mogelijkheden van exploitatie ervan tijdens de moeilijke perioden. • Welke drinkwatervoorzieningen er zijn aangelegd? Zijn deze bestendig tegen een eventuele volgende overstroming; • Hoe zijn de voedselvoorzieningen in de verschillende dorpen op gang gebracht? • Zijn deze voorzieningen duurzame methoden voor het verschaffen van drinkwater; • Zijn er misschien betere, goedkopere opties voor deze methoden; De projectgroep gaat zich van tevoren verdiepen in duurzame, robuuste en simpele drinkwatervoorzieningen die bestendig zijn tegen overstromingen. Daarnaast gaat het vooral ook om het maken van een analyse over hoe de binnenlandbewoners reageren op de nazorg fase die is opgezet door derden. Het is de bedoeling om deze fase in kaart te brengen zoals hij tot nu toe is verlopen.
11
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
6. Gebied van Project uitvoering Er zijn ongeveer 35.000 mensen slachtoffer geweest van de overstroming. De dorpen liggen langs de Lawa, Tapanahony en Suriname rivier. In de figuur hieronder zijn de namen van de dorpen aangegeven.
Figuur 3. De dorpen langs de verschillende rivieren Om in dit project de dorpen in het overstromingsgebied te bereiken, moet er gewerkt worden volgens de volgende route: • Bovenstrooms Marowijne rivier Benedenstrooms Marowijne rivier: 1. Anapayke 2. Benzdorp 3. Stoelmanseiland 4. Langatabiki 5. Bigiston 6. Albina •
Bovenstrooms Tapanahony rivier Benedestrooms Tapanahony rivier: 1. Tepoe 2. Palumeu 3. Apetina 4. Granbori 5. Stoelmanseiland
12
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
6. Vervolgens het gebied benedestrooms Marowijne rivier •
Bovenstrooms Suriname rivier Benedestrooms Suriname rivier: 1. Awaradam 2. Koemaloe 3. Djoemoe 4. Pokigron 5. Brokopondo
De bovengenoemde route is onder voorbehoud. In Suriname zal met de instanties aldaar de juiste route worden uitgestippeld.
13
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
7. Organisatie 7.1
Projectgroep Suriname
De projectgroep Suriname is onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep zal in juli naar Suriname vertrekken en zich vooral richten op de institutie, noodmaatregelen en de nazorg. De tweede groep zal in september naar Suriname vertrekken en zich vooral richten op het opzetten van een goed waarschuwingssysteem (peilschalen, meetinstrumenten, etc.). Verder worden er ook studenten van de Universiteit Suriname (Adek) benaderd om mee te doen met dit project. De groepen en afstudeer richtingen zijn als volgt:
Groep 1 TU Delft
Universiteit Suriname (ADEK)
Naam Ir. Glenn Weisz Jr Raheena Doekhie Priscilla Miranda Ton Knol ?? ??
Opleiding Building Engineering Water Management Technische Bestuurskunde Water Management Milieu Wetenschapper Hydroloog
Tabel 1. Samenstelling groep 1. Projectgroep 2 bestaat uit de volgende mensen.
Groep 2 TU Delft
Universiteit Suriname (ADEK)
Naam Ir. Glenn Weisz Jr2 Marloes van Ginkel Marjolein van der Kraan Ivo Miltenburg ?? ??
Opleiding Building Engineering Water Management Water Management Water Management Sociaal wetenschapper Hydroloog
Tabel 2. Samenstelling groep 2 Het project wordt begeleid door Prof. Dr. Ir. H.H.G. Savenije (Hydrologie) en ir. Bas Heijmans (Drinkwatertechnologie). Omdat er over een groot gebied gewerkt moet worden is er 6 maanden voor dit project uitgetrokken. Het is ook van belang om dit project zo snel mogelijk te starten, omdat de overstromingen nog vers in het geheugen van de gemeenschap liggen. De projectgroep zou tracht om reeds eind juli naar Suriname willen vertrekken. Het is de bedoeling dat groep 1 en groep 2 elk een werkplan schrijven waarin er vooronderzoek wordt verricht over het waarschuwingssysteem (hydrologie), de noodmaatregelen (drinkwater) en de communicatie (institutie). Dit plan komt onder het kritische oog van de hoogleraren terecht. Vervolgens gaan de groepen naar Suriname voor het verrichten van het veldwerk welke besproken is in de vorige hoofdstukken. Eenmaal terug in Nederland wordt er een verslag geschreven over Project Suriname. Afsluitend hieraan wordt er door de Projectgroep Suriname een presentatie gegeven.
2
Blijft ten behoeve van de overdacht
14
Leven met Overstromingen
7.2
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Contactpersonen
Om dit project op te zetten is contact gelegd met de volgende instanties of personen:
Nederland • • • • • • • •
Unesco-IHE, Institute for Water Education. Gemeente Amsterdam Drs. Wilfried ten Brinke (RIZA/Rijkswaterstaat) Ministerie van Buitenlandse zaken Waternet Aqua for all Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking Meester R.J. van de Kluijt (Unie van Waterschappen)
Suriname • • • • •
7.3
S. Staphorst (Nationale Vrouwen Beweging (NVB) / Binnenland Overleg) NCCR (Nationaal Coördinatie Crisis Rampenplan) Ir. S. Naipal ADEK (Anton de Kom universiteit in Suriname) Ir.Tanja Lieuw (hydroloog en werkzaam bij CDFS) Ir. Erwin Tsai Meu Chong (hydroloog)
Tijdsplanning
In de volgende tabel is het reisschema opgenomen. Tabel 3. Reisschema groep 1 en 2. Juni
Juli
Aug
Voorbereiding groep 1/2 Suriname groep 1 Voorbereiding groep 2 Overdracht ter plekke Suriname groep 2 Eindpresentatie
15
Sept
Okt
Nov
Leven met Overstromingen
7.4
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Financieel overzicht
Er is een begroting gemaakt om inzicht te krijgen in de grootte van de verwachte uitgaven. De begroting is te zien in de onderstaande tabel. Tabel 4 Begroting Project Suriname
Activiteit vliegtickets Nederland-Suriname (retour)
Prijs totaal (euro's)
(euro's) 8
Toegezegde acquisitie
1100
8800
Unesco-IHE
Unesco-IHE
6
70
420
4 vluchten
450
1800
Unesco-IHE
12
100
1200
Unesco-IHE Unesco-IHE Unesco-IHE
visa Nederlandse vliegtickets binnenland
Prijs p.p.
Aantal personen
Bootreis binnenland
5
150
750
accommodatie binnenland (48 nachten)
12
480
5760
eten en drinken (55 dagen)
12
550
6600
overnachting Paramaribo (6 nachten)
2000
laptop (1 per groep)
1000
onderzoeksmateriaal
28330
Sub -Totaal
2833
Onvoorziene kosten (10%)
31163
Totale kosten
Zoals te zien in de bovenstaande tabel wordt een groot deel van ons project gefinancierd door Unesco-IHE.
16
deels Unesco-IHE
Leven met Overstromingen
Werkplan Projectgroep Suriname, TU Delft en UNESCO-IHE
Nawoord Wij zijn zeer enthousiast om dit project uit te voeren, zeker omdat dit ons vakgebied is. We zullen veel ervaring en kennis kunnen opdoen en daarnaast met dit project de inwoners van Suriname leren leven met een overstroming. Dit project wordt opgezet in samenwerking met het Unesco-IHE institute. Hopelijk hebben we u enthousiast gemaakt over ons project en wilt u ons ondersteunen in de realisatie.
Contactgegevens: Raheena Doekhie Tel: 06-25533314 E-mail:
[email protected] Marloes van Ginkel Tel: 06-52166196 E-mail:
[email protected] Contact Hoogleraren Water Management: Telefoonnummers: 015-2785080/015-2781646.
17