H
E
R
M
E
S
Het begin van de 21ste eeuw wordt deels gekenmerkt door globalisatie. De verhoudingen tussen het noorden en het zuiden van de wereld veranderen grondig. Aandacht voor dit gegeven mag niet ontbreken in het geschiedenisonderwijs. In de volgende lessenreeks worden drie lessen aangeboden die hieraan tegemoet komen. Een eerste les handelt over de dekolonisatie van Zuid-Amerika, een tweede les gaat dieper in op de casus Haïti. Een derde les verbreedt de problematiek en bestudeert het fenomeen ‘armoede’. De drie lessen sluiten zeer goed aan bij de doelstellingen van het geschiedenisonderwijs. Zowel kennis, vaardigheden als attitudes komen evenwichtig aan bod. Ook de vakoverschrijdende eindterm ‘burgerzin’ komt nadrukkelijk aan bod. Belangstelling voor en reflexie over de noord-zuid verhoudingen worden nadrukkelijk uitgebouwd. Gezien de complexiteit van het onderwerp is enige voorkennis over kolonisatie gewenst. Meestal is die voorkennis uit het vierde jaar aanwezig. Indien niet, is een korte inleiding gewenst. Zowel voor wat betreft het kennisniveau, het vaardigheidsniveau als het attitudeniveau richten de drie lessen zich tot ASO richtingen. Omdat het dekolonisatieproces centraal staat, komen vooral de leerlingen van het vijfde jaar hier aan bod. De les over armoede is zo opgevat dat ze ook in andere studiejaren kan gegeven worden (vierdes en vooral zesdes). We merken op dat rond deze lessen ook een interessante diachrone studie kan uitgebouwd worden met als thema ‘kolonialisme en neo-kolonialisme in de 19e en 20e eeuw’. In principe kunnen deze lessen ook gebruikt worden in de sterkere TSO richtingen maar dan zou het niveau wel enigszins aangepast moeten worden. Ook de complexiteit van het onderwerp kan hier problemen opleveren. Misschien kan hier op basis van de uitgebreide URL-lijst (les armoede) meer projectmatig gewerkt worden. De lessen zoals hier aangeboden vormen in elk geval een basispakket dat zijn plaats verdient in het geschiedenisonderwijs van de derde graad. (Xavier Meuleman)
LESTEKST “De dekolonisatie van Latijns-Amerika: Algemeen” Filip Van Tricht
Afdeling: ASO Klas: 5G Vak: Geschiedenis Lesonderwerp: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.
elkaar in verband staan. 4. De lln. kunnen de actuele politieke afhankelijkheid van sommige Latijns-Amerikaanse landen ten opzichte van de V.S. in economische termen duiden.
1. Beginsituatie: De leerlingen kennen uit het 4de jaar de hoofdlijnen van de Spaans-Portugese kolonisatie van LatijnsAmerika in 16de-18de eeuw.
4. Didactische werkvormen: – voeren van een onderwijsleergesprek – kritisch lezen en bevragen van actuele media en van historische bronnen
2. Probleemstelling: “Kan reële politieke onafhankelijkheid bestaan zonder economische autonomie?”
5. Lesstructuur: 1. Lesfase 1: Inleiding: De koloniale situatie in Latijns-Amerika begin 19de eeuw. 2. Lesfase 2: Oorzaken voor de onafhankelijkheidsstrijd van Latijns-Amerika. 3. Lesfase 3: Verloop van en verklaring voor de succesvolle onafhankelijkheidsstrijd van Latijns Amerika. 4. Lesfase 4: Economische afhankelijkheid versus politieke zelfstandigheid. 5. Lesfase 5: Uitsmijter: De actuele afhankelijkheid van Honduras t.o.v. de V.S.
3. Doelstellingen: 1. De lln. kennen de oorzaken van de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd en de verklaring voor het succes ervan. 2. De lln. weten wat het begrip ‘Monroe-doctrine’ inhoudt. 3. De lln. kunnen uitleggen hoe politieke onafhankelijkheid en economische afhankelijkheid met
Lestekst
14
Jaargang 10 - nummer 1
H
E
R
M
6. Aangewende media: – Historische kaarten. – Historische en actuele documenten.
E
S
7. Gebruikte literatuur ter voorbereiding van de les: VOGEL (H.), Geschiedenis van Latijns-Amerika, Het Spectrum, Utrecht, 2002.
8. Bordschema:
Belangrijke termen en namen: nationalisme
Monroe-doctrine neokolonialisme gunboat diplomacy Simon Bolivar José de San Martin
DEKOLONISATIE LATIJNS-AMERIKA: 1. Oorzaken: – politieke frustraties bij de creolen – inspiratie: revolutionaire/liberale/nationalistische ideeën (< V.S., Frankrijk) 2. Aanleiding: overname Spanje en Portugal door Napoleon in 1808 => creolen nemen de facto de macht in handen 3. Verloop onafhankelijkheidsstrijd: – succesvolle campagnes Simon Bolivar (Noorden) en San Martin (Zuiden) – oprichting van statenfederaties naar voorbeeld V.S. – impact Monroe-doctrine (V.S.), gesteund door Groot-Brittannië – inrichting van ‘beperkte democratie’: alleen creolen vertegenwoordigd; gente de color: geen rechten
Wat voorafgaat: 1. Koloniale machten in L-A: * Spanje * Portugal liberalisme * Engeland,Frankrijk, V.P., e.a. 2. Maatschappelijke groepen in koloniaal L-A: * peninsulares * creolen * gente de color
4. Na de onafhankelijkheid: – buitenlandse infiltratie van economieën L-A – impliceert: politieke afhankelijkheid t.o.v. de vroegere kolonisatoren en de V.S. 5. Casus Honduras: – United Fruit Company (< V.S.): domineert economie – => voorbeeld van actueel V.S.-neokolialisme t.o.v. Latijns-Amerikaanse staat – echter: greep UFC / V.S. niet langer absoluut
DRAAIBOEK 1. Lesfase 1: Inleiding: * Voorstelling van lesthema voor de komende twee lessen: de dekolonisatie van Latijns-Amerika: – 1ste les: Dekolonisatie van Latijns-Amerika in het algemeen. – 2de les: Casus Haïti (land dat de laatste tijd wel vaker in het nieuws was) * Voorstelling van probleemstelling: “Kan politieke onafhankelijkheid echt bestaan zonder economische onafhankelijkheid?” * Recapitulatie van koloniale situatie in Latijns-Amerika (16de-begin 19de eeuw):
Jaargang 10 - nummer 1
15
Lestekst
H
E
R
M
E
S
– Wie waren de belangrijkste kolonisatoren van Latijns-Amerika? (Wie heeft Amerika ontdekt? / Welke waren de belangrijke Europese machten in de 16de-18de eeuw? / …) => Geopolitieke verdeling van Latijns-Amerika (Zuid, Midden en Caraïben) (=> gebruiken van historische kaart) => Spanje: belangrijkste koloniale macht in Latijns-Amerika: – volledig Midden-Amerika en grote stukken van Zuid-Amerika verdeeld in vier ‘onderkoninkrijken’: Nieuw Spanje, Nieuw Granada, Peru, La Plata. => Portugal: bezitten wat vandaag ongeveer Brazilië is. => Engeland, Frankrijk, Verenigde Provinciën, e.a.: bezitten enkele eilanden in de Caraïbische Zee of elders (soms tot op de dag van vandaag: Frankrijk: Martinique, Engeland: Falklands/Malvinas) – Wat waren de verschillende maatschappelijke groepen, sociale klassen in die kolonies? Wie had de politieke macht in handen? Wie niet? => De lln. bekijken een slide die de sociale groepen in koloniaal Latijns-Amerika weergeeft (=> slide met schema sociale verhoudingen) en antwoorden: – Peninsulares: ‘de mensen van het (Iberische) schiereiland’ = Spanjaarden uit het thuisland: zij staan aan het hoofd van het bestuur in de kolonies, zij oefenen in naam van de Spaanse / Portugese koning de macht uit. – Creolen: mensen van Spaanse afkomst geboren in de kolonies: zij vormen een subelite (van rijke handelaars en grootgrondbezitters), maar zijn uitgesloten van de hogere functies in de bestuurlijke en bijvoorbeeld ook kerkelijke hiërarchie. – ‘Castas’ of ‘gente de color’: – Indianen (oorspronkelijke bevolking) – Zwarten (ingevoerd als slaven) – ‘gemengdbloedigen’: => zij vormen de lagere maatschappelijke lagen: kleine handwerklieden, kleine boeren, landloze landarbeiders, slaven, enz.; zij hebben geen enkele inspraak in het bestuur. => Samengevat: socio-politieke situatie = sterk gelaagde maatschappij met beperkte rol voor lokale Spanjaarden/Indianen/enz. 2. Lesfase 2: Oorzaken van de onafhankelijkheidsstrijd van Latijns-Amerika: Nu we de hoofdlijnen van de Europese kolonisatie van Latijns-Amerika even hernomen hebben, gaan we op zoek naar de oorzaken van de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. We onderscheiden hierbij de dieperliggende oorzaken en de directe aanleiding. * Dieperliggende motieven of oorzaken: We lezen samen een fragment uit de toespraak van Simon Bolivar voor het congres van Angostura, 1819 (Simon Bolivar was de leider van de onafhankelijkheidsstrijd in noordelijk Latijns-Amerika): => Welke oorzaken voor de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd vinden we in deze tekst terug? => Tot welke sociale klasse behoorde Simon Bolivar? – de Creolen => Hoe beoordeelde hij zijn maatschappelijke positie? – Negatief: – moeilijke tussenpositie tussen de Spanjaarden en de autochtonen
Lestekst
16
Jaargang 10 - nummer 1
H
E
R
M
E
S
– geen enkele politieke macht => onlangs werd de beperkte macht die de Creolen hadden zelfs nog ingeperkt door de overheid => Wat heeft Bolivar geïnspireerd bij zijn onafhankelijkheidsdenken? – Het voorbeeld van Noord-Amerika, de Verenigde Staten, onafhankelijk geworden door de revolutie van 1776 tegen de Britse kolonisator => Welke revolutie zou Bolivar nog kunnen geïnspireerd hebben? – De Franse revolutie van 1789 => Welke ideeën stonden daarin centraal? – idee van volkssouvereiniteit, parlementair regime (vs. absolutisme) – idee van ‘vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid’ => ideeën die behoren tot de ideologische stroming van het liberalisme => Steunt Bolivar al die ideeën? – wel: de idee van volksouvereiniteit, politieke macht in eigen handen nemen => die gedachte om de onafhankelijkheid van het eigen grondgebied en de souvereiniteit van het eigen volk uit te roepen = vorm van nationalisme – niet: de ideeën van vrijheid en gelijkheid: hij is pro-slavernij en voor een erfelijke senaat (hoewel hij ook wel bereid is een verkozen kamer van volksvertegenwoordigers te erkennen) Samengevat: => De Creolen zijn een economische elite, maar voelen zich politiek onmondig en zij ambiëren bijgevolg een groter aandeel in het bestuur (opkomst nationalisme). => Dat is al wel langer zo, maar nu: invloed doet zich gelden van revoluties in het buitenland en de daarmee samenhangende nieuwe politieke ideeën (liberalisme) => Hierdoor ontstaat een revolutionair klimaat in Latijns-Amerika * Directe motieven of aanleiding: – Externe gebeurtenis in de Europese moederlanden: 1808: Napoleon dwingt de Spaanse koning Karel IV en kroonprins Ferdinand VII tot afstand van hun troonsrechten en plaatst zijn eigen broer Jozef op Spaanse troon; gelijkaardige gebeurtenissen in Portugal. => In vele Spaanse steden ontstaan noodregeringen die loyaal blijven aan de Spaanse vorst Ferdinand en een guerilla tegen de Franse voeren. => Hetzelfde gebeurt in de kolonies (waar de Fransen geen voet aan de grond krijgen, onder meer omdat ze niet opgewassen zijn tegen de almachtige Britse marine): de creoolse elite weigert de nieuwe Napoleontische/Franse vorst te erkennen en vormt zelfstandige stadsbesturen die formeel loyaal blijven aan Ferdinand. => Wanneer naderhand (in de jaren na 1814) de Spaanse/Portugese vorst het centralistische regime steunend op de peninsulares wenst te herstellen - zonder rekening te houden met de ambities en verworvenheden van de creoolse elite (sterker nog: pogingen om hun macht nog verder in te beperken, cf. inperking van hun macht over de eigen slaven) - gaan de Creolen over tot de onafhankelijkheidsstrijd. 3. Lesfase 3: Verloop van de onafhankelijkheidsstrijd van Latijns-Amerika: => Twee grote revolutionaire bewegingen (periode 1815-1824): => Vanuit het Noorden: Simon Bolivar bevrijdt Venezuela tot Peru
Jaargang 10 - nummer 1
17
Lestekst
H
E
R
M
E
S
=> Vanuit het Zuiden: San Martin bevrijdt vanuit La Plata Argentinië tot Peru => kaart van hun campagnes (Sesam-atlas, p. 52) => illustratie met de portretten van Bolivar en José de San Martin => In het verlengde hiervan wordt kort daarna ook de rest van Latijns-Amerika onafhankelijk, op enkele kleinere steunpunten en territoria na die nog langere tijd, soms tot vandaag in handen van Westeuropese mogendheden blijven => kaarten inzake de onafhankelijkheid van Latijns-Amerika (1. situatie in 1830; 2. met exacte onafhankelijkheidsdata) (1. Sesam-atlas, p. 52; of: Van In, p. 45; 2. copie) [- Wat leert een vergelijking van beide kaarten? – Idee van statenfederaties naar het voorbeeld van de Verenigde Staten faalt: Mexico, de Verenigde provincies van Centraal Amerika, Argentinië en Gran Colombia vallen allemaal uit elkaar in kleinere staatjes. – De staatsindeling verloopt grotendeels volgens de lijnen van de vroegere bestuurlijke indeling.] => Belangrijke externe/internationale factor in het succes van de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd: We lezen de formulering van de Monroe-doctrine in 1823: => Wat is de centrale stelling van president Monroe? – De V.S.A. zullen niet lijdzaam toezien als de Europese ex-kolonisatoren zouden proberen hun vroegere kolonies te heroveren. – De V.S.A. steunen voluit de nieuw verworven onafhankelijkheid van de Latijns-Amerikaanse staten. => De V.S.A. hebben op dat moment nog niet de macht om die Monroe-doctrine waar te maken, maar ze hebben een bondgenoot die hen hierbij steunt - Wie (ook vandaag nog een bondgenoot)? – Het Britse rijk, de sterkste zeemogendheid op dat moment: => Want: haalt daaruit economisch voordeel voor z’n eigen handelsimperium door het verlies van z’n Iberische concurrenten; immers vroeger in koloniale tijd: geen vrijhandel mogelijk met Latijns-Amerika, nu: wel en de Britten nemen daar het leeuwendeel van in. => Bestuurlijk/Politiek karakter van de nieuwe Latijns-Amerikaanse staten: => Wat dacht Bolivar daarover? (cf. toespraak van Simon Bolivar) => Slechts heel beperkte vorm van democratie: wel een verkozen kamer van volksvertegenwoordigers, maar de eigenlijke macht bij een erfelijke senaat (bestaande uit leden van de elite) => Republieken met slechts een heel relatieve vorm van democratie => Geen veralgemeende sociale revolutie, de bestaande Creoolse elite komt aan de macht i.p.v. de vroegere peninsulares; voor de Indiaanse, zwarte of gemengdbloedige bevolking verandert er weinig of niets (=> regelmatige opstanden die hard worden neergeslagen) 4. Lesfase 4: Economische afhankelijkheid en de politieke consequenties daarvan: Nu we de weg naar politieke onafhankelijkheid van Latijns-Amerika bekeken hebben, gaan we eens kijken hoe het zat met de economische ontwikkeling in die landen na de onafhankelijkheid.
Lestekst
18
Jaargang 10 - nummer 1
H
E
R
M
E
S
We bekijken een tabel over de buitenlandse investeringen in Latijns-Amerika in de 19de eeuw. => Waren die buitenlandse investeringen belangrijk? – Ja! => Wat is het gevolg daarvan? – Dat een groot deel van het economische leven onder buitenlandse invloed komt te staan. We lezen enkele tekstfragmenten over de buitenlandse infiltratie van de Latijns-Amerikaanse economieën (en cultuur) en de gevolgen daarvan. => Wat was het gevolg van de economische afhankelijkheid van Latijns-Amerika voor hun politieke autonomie? – Die politieke onafhankelijkheid werd er heel relatief door: de Europese machten en de V.S.A. komen zich moeien in interne aangelegenheden wanneer ze daar de behoefte toe voelen/om hun belangen te verdedigen. => Hoe gaan die buitenlandse machten hierbij te werk? – Via gunboat diplomacy => via militaire middelen dwingen ze economisch-financieel zwakker staande staten tot de gewenste toegevingen. Samengevat: De grote invloed die de V.S.A. en de vroegere Europese kolonisatoren op die manier verwerven de nieuwe Latijns-Amerikaanse staten duiden we aan met de term neokolonialisme: er wordt geen directe politieke macht meer uitgeoefend over die landen, maar via economische weg wordt wel grote invloed in de interne aangelegenheden van die landen verworven. Echte politieke onafhankelijkheid zonder economische onafhankelijkheid is bijgevolg niet mogelijk. 5. Lesfase 5: Doorwerking tot op vandaag van de besproken problematiek: de casus Honduras We lezen een aantal teksten over de geschiedenis van Honduras en over de actuele deelname van dat land aan de oorlog in Irak. => Hoe breng je deze teksten met elkaar in verband? Denk aan wat we net hebben gezien over LatijnsAmerika in het algemeen. – Honduras is een onafhankelijk land in Centraal-Amerika, dat in economisch opzicht echter gedomineerd wordt - sinds lang - door de United Fruit Company uit de V.S.A. – Die multinational - met de steun van de V.S.A. - heeft door zijn economische macht grote invloed verworven in de interne politiek van Honduras, wat veelal niet in het voordeel van de lokale bevolking was (cf. Pablo Neruda’s gedicht). – Een gevolg van de sterke V.S.A.-invloed in het land bekomen langs economische weg: een klein en arm land als Honduras, gelegen ver van het Midden-Oosten, neemt toch deel aan de oorlog in Irak en gedraagt zich zo als vazalstaat van de V.S.A. – De V.S.A. voeren dus een neokolonialistische politiek tegenover Honduras. – Het laatste artikel (over terugtrekking troepen Honduras) toont echter dat de macht van de V.S.A. vandaag niet langer absoluut is in Honduras. => Een heel aantal Latijns-Amerikaanse landen zijn nog steeds niet aan het einde van hun lang weg naar reële onafhankelijkheid omwille van de ook vandaag tot op zekere hoogte nog steeds neokolonialistische politiek van de V.S.A. en van ook Europese landen.
Jaargang 10 - nummer 1
19
Lestekst
H
E
R
M
E
S
MEDIA 1. Kaart koloniaal Latijns-Amerika (copies / slide) 2. Schema sociale klassen (slide) 3. Tekst Bolivar (copies) 4. Tekst Monroe (copies) 5. Portretten Bolivar en San Martin (slide) 6. Kaart onafhankelijk L-A in 1830 (copies / slide) 7. Kaart onafhankelijk L-A met data (copies / slide) 8. Grafiek + tekstfragmenten over economisch L-A algemeen (copies) 9. Bronnen over Honduras vandaag (copies) SIMON BOLIVAR, Toespraak tot het Congres van Angostura in 1819 (waarop Bolivar wordt benoemd tot president van de onafhankelijke republiek van Venezuela):
DE “MONROE DOCTRINE” (zoals uitgesproken door president van de V.S.A. Monroe tijdens zijn jaarlijkse toespraak tot het Congres, 2 december 1823): In de oorlogen van de Europese machten onder elkaar hebben wij nooit deelgenomen en het ligt in onze bedoeling om dit in de toekomst te doen. Alleen wanneer onze rechten aangetast worden en ernstig bedreigd worden, nemen we maatregelen voor onze verdediging. Bij de gebeurtenissen in deze hemisfeer zijn we echter noodzakelijkerwijs meer onmiddellijk betrokken, omwille van zaken die overduidelijk zijn voor elke verlichte en onpartijdige observator. Het politieke systeem van de Europese machten is geheel anders dan dat van Amerika en aan de verdediging van ons eigen systeem is de gehele natie erg toegewijd […]. Daarom, en ook omwille van de bestaande vriendschappelijke relaties met Europa, zijn we het onszelf verplicht om te verklaren dat we elke Europese poging om hun systeem over te plaatsen naar om het even welk deel van deze hemisfeer zullen beschouwen als een gevaar voor onze vrede en veiligheid. Inzake de bestaande kolonies van de Europese machten zijn we nooit tussengekomen en dat zullen we in de toekomst ook niet doen. Wat betreft de regeringen echter die hun onafhankelijkheid hebben verklaard en deze gehandhaafd hebben, en waarvan we de onafhankelijkheid erkend hebben op basis van rechtvaardige principes, zullen we elke poging van een Europese macht om die regeringen te onderdrukken of controleren, zien als de manifestatie van een onvriendelijke houding tegenover de Verenigde Staten. […] Het is onmogelijk dat de Europese machten hun politieke systeem zouden uitbreiden naar gelijk welk deel van de Amerikaanse continenten zonder onze vrede en ons geluk in gevaar te brengen. Ook kan niemand geloven dat onze zuidelijke broeders dit systeem zouden aannemen op eigen initiatief. Het is bijgevolg evenzeer onmogelijk dat we een (Europese) tussenkomst in deze zin met onverschilligheid zouden aanzien.
Wij zijn geen Europeanen en wij zijn geen Indianen. Wij zijn een soort tussen de autochtonen en de Spanjaarden. Als Amerikanen door geboorte en Europeanen bij wet zien wij ons verwikkeld in een dubbel conflict: we betwisten de inboorlingen hun bezitsrechten, en tegelijk vechten we om ons te handhaven in het land dat ons het leven schonk tegen de invallers. Onze positie is dus bijzonder en gecompliceerd. Maar er is meer. Onze rol is altijd al strikt passief geweest en we hebben nooit politieke rechten toegekend gekregen. Vandaag is onze zoektocht naar vrijheid is echter moeilijker dan ooit te realiseren, omdat ons nu ook het recht ontzegd is omin ons eigen huis een actieve macht uit te oefenen over onze slaven, waardoor we in een staat beland zijn die erger is dan slavernij. […] Zoals de Noord-Amerikanen hebben we de nationale vertegenwoordiging opgedeeld in twee kamers: de kamer van afgevaardigden en de senaat. De eerste is op een wijze manier samengesteld en daar zijn eigenlijk geen wijzigingen nodig. Wat de senaat echter betreft, zou het in mijn opinie beter zijn als die via erfopvolging zou zijn samengesteld in plaats van via verkiezingen. […] De creatie van een erfelijke senaat zou geen aantasting zijn van de politieke gelijkheid. Ik vraag niet de instelling van een adellijke klasse. Wat ik voorstel is een ambt dat grote kennis vraagt, veel voorbereiding en de mogelijkheden om die kennis te verwerven. Niet alles mag overgelaten worden aan het toeval en de uitslag van verkiezingen. Het volk wordt immers makkelijk misleid. De erfelijke senaat zou bovendien ook dienen als een tegengewicht tegen de regering en het volk. Als een neutrale macht zal het de rivaliteit tussen die beide polen in de hand houden. Lestekst
20
Jaargang 10 - nummer 1
H
E
R
M
Jacques Leclerc, “Aménagement linguistique dans le monde: Honduras”, Centre international de recherche en aménagement linguistique de l’Université Laval (ville de Québec) (www.tlfq.ulaval.ca/axl/amsudant/honduras.htm):
S
Ricardo Maduro, president van Honduras, 18 maart 2003: “The Government of Honduras supports the Government of the United States of America’s war against terrorism and calls on the Government of Iraq, in order to avoid further suffering by the Iraqi people, to accept the demands proposed by the United States of America.”
Au début du XXe siècle, le Honduras devint une «république bananière» soumise aux constantes interventions des États-Unis qui défendaient des entreprises comme la United Fruit Company. Dès 1910, ces riches compagnies américaines avaient fini par acquérir 80 % de la surface cultivable du pays. C’est à cette époque qu’est apparue l’expression «république de bananes» qu’on appliqua de façon caricaturale au Honduras, parce que le pays a pratiquement appartenu à la United Fruit durant un siècle. Un diction populaire s’est formé: «Une mule coûte plus cher qu’un député.» Les Américains étaient réputés pour exiger de gros prix aux pauvres Honduriens.
“Honduras to end Iraq troop commitment” (ABC News Online, 17 maart 2004): Honduras has no plans to prolong its troops’ Iraq tour beyond the scheduled return in July, President Ricardo Maduro said Tuesday. “For now, there is no plan to seek an extension,” Maduro told reporters, “that means they will return in July.” The Central American country has 370 troops in Iraq under Spanish command. Mr Maduro said, however, his commitment to the United States to stay until July has nothing to do with any decision on Spain’s part to withdraws its soldiers beforehand. Honduras deployed troops to Iraq in August and January, following requests from Washington, and posted reinforcements in February. “The people of Honduras, the government and the Congress,” could, however, change the deadline, Maduro added, “for now, that is not the case,” he said.
Pablo Neruda (1904-1973), “La United Fruit Co.” (1950): When the trumpet sounded everything was prepared on earth, and Jehovah gave the world to Coca-Cola Inc., Anaconda, Ford Motors, and other corporations. The United Fruit Company reserved for itself the most juicy piece, the central coast of my world, the delicate waist of America. It rebaptized these countries Banana Republics, and over the sleeping dead, over the unquiet heroes who won greatness, liberty, and banners […] it abolished free will, gave out imperial crowns, encouraged envy, attracted the dictatorship of flies
SOCIALE KLASSEN IN KOLONIAAL (SPAANS) LATIJNS-AMERIKA: Peninsulares – Spanjaarden uit het moederland – vormen de economische elite – hebben de politieke macht in handen Creolen – Spanjaarden geboren in de kolonies – vormen mee de economische elite (grootgrondbezit, handel) – bezitten slechts beperkte inspraak in het bestuur
With the bloodthirsty flies came the Fruit Company, amassed coffee and fruit in ships which put to sea like overloaded trays with the treasures from our sunken lands.
‘Castas’ of ‘Gente de color’ – indianen, zwarten, ‘gemengdbloedigen’ – vormen de lagere sociaal-economische lagen (kleine boeren, landarbeiders, handwerkslieden, slaven, enz.) – bezitten geen enkele politieke macht
Meanwhile the Indians fall into the sugared depths of the harbors and are buried in the morning mists; a corpse rolls, a thing without name, a discarded number, a bunch of rotten fruit thrown on the garbage heap.
Jaargang 10 - nummer 1
E
21
Lestekst