Lesmateriaal bij De Franse tijd in de Regio
Lessen en oefenmateriaal bij de website Fivelsgoud2
voor groep 5 t/m 8 van het basisonderwijs
Les 1. De Franse Revolutie - rangen en standen Bij het vak geschiedenis
De Franse revolutie begint in 1789 en heeft verschillende oorzaken. We zetten ze op een rijtje: 1. Er zijn in die periode grote verschillen tussen de rechten en de plichten van de verschillende standen. Er zijn drie standen: de eerste, de tweede en de derde stand. De eerste stand wordt gevormd door de kerk, de tweede stand door de adel en de derde stand door de burgers en de boeren. De mensen die horen bij de eerste en de tweede stand hebben meer land, betere banen en meer macht dan de mensen in de derde stand. 2. Er is veel honger en armoede in Frankrijk en de staat is bijna failliet. 3. Sinds ongeveer 1650 is er een nieuwe politieke en filosofische beweging gaande die men de Verlichting noemt. Tijdens de Verlichting worden mensen gestimuleerd om zelf meer na te gaan denken en om zich minder afhankelijk op te stellen van anderen (van bijvoorbeeld de kerk en de adel).Vrijheid van meningsuiting wordt belangrijk en vooral de burgers en boeren willen zich niet langer meer laten onderdrukken. In Nederland is de revolutie ook merkbaar. Er zijn veel ontevreden burgers die tegen de macht van de adel en de kerk zijn. Zij noemen zich patriotten. Ze willen meer rechten en invloed voor het volk. Ze bewapenen zich en richten milities op. In Appingedam en Loppersum worden ook milities opgericht.
Na het uitbreken van de Franse Revolutie op 14 juli 1789 maken de revolutionairen veelvuldig gebruik van politieke motto’s en leuzen om reclame te maken voor hun ideeën en idealen. De meest beroemde leus is: liberté, égalité, fraternité. Dit betekent: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Ook andere spreuken zijn heel populair onder de Franse bevolking, zoals ‘Unie, kracht en deugd’ en ‘De natie, de wet en de koning’.
Vragen 1. Wat is de derde stand? En waarom werd dit zo genoemd? Speelde deze stand een belangrijke rol in de Franse revolutie? 2. Tijdens de Verlichting werd ‘vrijheid van meningsuiting’ heel belangrijk gevonden. Is er in Nederland ook vrijheid van meningsuiting? 3. Wat is een leus? 4. Worden er nu ook nog vaak leuzen ergens voor gebruikt? Welke leuzen ken je? (denk bijvoorbeeld ook eens aan reclames)
Opdracht
Bedenk een politieke partij met een passende leus
De klas wordt in groepjes van 3 a 4 leerlingen verdeeld. Ieder groepje bedenkt een eigen politieke partij. Voor iedere partij bedenken de kinderen een aantal idealen/zaken waar de partij aan wil werken en naar wil streven. De leerlingen bedenken ook een naam voor hun partij. Vervolgens bedenkt ieder groepje een leus voor hun eigen partij. Met behulp van die leus maken ze posters en voeren campagne in de school. Welke partij heeft de beste leus en krijgt de meeste aanhangers? (vragen ter voorbereiding: Wat zou een goede leus zijn voor de PVV? Of voor de VVD? Of voor Groen links?)
Museumvraag Wat laat de tentoonstelling zien over de rangen en standen in de Franse tijd? Bekijk goed wat er hangt en staat en lees de bordjes. Noem ten minste 2 dingen in de tentoonstelling die met rangen en standen in de maatschappij te maken hebben. Kijk naar kleding, meubelen, voorwerpen of bezigheden.
Les 2. De komst van de Franse troepen (bij het vak geschiedenis) Algemeen: De komst van de Fransen in Nederland
Met de komst van de Fransen in 1795 verandert er veel. Veel Franse ideeën worden overgenomen. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, noemen de Fransen dat! Zo moeten de jonkers hun oude voorrechten afstaan. Zij mogen niet langer de provincie regeren. Niet zij, maar de burgers komen nu in het bestuur van de provincie. Ook mogen de jonkers niet meer dominees, schoolmeesters en rechters benoemen. Ook dat gebeurt voortaan door de burgers. Ze komen dan bij elkaar in de kerk en stemmen dan wie er bijvoorbeeld de nieuwe dominee mag worden.
In 1795 komt een leger uit Frankrijk om de stadhouder weg te jagen. Stadhouder Willem V vlucht naar Engeland. De Fransen worden door de patriotten met open armen ontvangen. De komst van de Fransen wordt gevierd met de oprichting van een Vrijheidsboom, het symbool van de revolutie. Op 14 februari 1795 wordt op de Grote Markt in Groningen en gedanst rond de boom. Vijf dagen later komen de Franse troepen de stad binnen. In veel dorpen in Groningen worden de vrijheidsbomen geplant. In de top van de vrijheidsboom hangt de rode jacobijnenmuts van de revolutie en de rood-wit-blauwe vlag. Wanneer een boom geplant is, wordt er feestgevierd, zo ook in Delfzijl. Er zijn Franse jagers bij, een trompetter, gewapende burgers, vele in wit geklede vrouwen. Uit de torens waaien nationale vlaggen. De gebeurtenis eindigt met hoezee-geroep en het dansen van de Carmagnole, het lied van de Franse revolutie. Nederland heet nu de Bataafse Republiek.
De vrijheidsboom (bij het vak beeldend)
Een vrijheidsboom, of vrijheidspaal, is een boom, of houten paal, die symbool staat voor vrijheid en democratie. De vrijheidsboom was een veelgebruikt symbool van de vernieuwde maatschappij die bewerkstelligd werd door de Franse Revolutie. Ook stond het symbool voor vergelijkbare omwentelingen in andere landen, zoals de Bataafse Republiek in Nederland.
In 1795 komt een leger uit Frankrijk om de stadhouder weg te jagen. De fransen worden door de patriotten met open armen ontvangen. De komst van de Fransen wordt gevierd met de oprichting van een Vrijheidsboom, het symbool van de revolutie. Op 14 februari 1795 wordt op de Grote Markt gezongen en gedanst rond de boom. Vijf dagen later komen de Franse troepen de stad binnen. In veel dorpen in Groningen wordt de vrijheidsboom geplant. In de top van de boom hangt de rode jacobijnermuts van de revolutie en de rood-wit-blauwe vlag. Bij het planten van de vrijheidsboom hoort een feest. Zo ook in Delfzijl. Er zijn Franse jagers bij, een trompetter, gewapende burgers en vele in wit geklede vrouwen. Uit de torens waaien nationale vlaggen. De gebeurtenis eindigt met hoezeegeroep en het dansen van de Carmagnole, het lied van de Franse revolutie. De republiek krijgt nu ook een nieuwe naam. Voortaan heet ons land de Bataafse Republiek, genoemd naar de Bataven. Bataven is de naam van een vrij volk, dat in de tijd van Grieken en Romeinen in de Betuwe heeft gewoond. In 1795 denkt men dat deze Bataven onze voorouders waren. Vandaar deze nieuwe naam.
Vragen 1. Zien de vrijheidsbomen er altijd hetzelfde uit? 2. Zoek op internet verschillende afbeeldingen van vrijheidsbomen. Welke verschillen zie je? 3. Bekijk het YouTube-filmpje van de Carmagnole. 4. Wat vind je er van? Kun je ook nog meer filmpjes vinden van het dansen om de vrijheidsboom?
Opdracht Ontwerp een vrijheidsboom Ontwerp zelf op papier een moderne vrijheidsboom. De vrijheidsbomen uit de Franse tijd hadden bovenin de top een hoedje hangen. Dit was het symbool voor de revolutie, voor de vrijheid. Wat vind jij een mooi symbool voor vrijheid? Dan teken je dat bovenin je boom. De versieringen van de boom
mag je zelf bedenken en hoeven ook helemaal niet te lijken op de oude vrijheidsbomen. Als iedereen een vrijheidsboom heeft getekend worden alle ontwerpen opgehangen in de klas. Ze worden klassikaal bekeken. Wat vinden de leerlingen mooie symbolen? En welke ontwerpen spreken de kinderen het meeste aan? Zou je je kunnen voorstellen dat mensen nu zo/n vrijheidsboom zouden maken en er met zijn allen omheen gaan dansen? Er wordt nu een klassikale vrijheidsboom ontworpen, samengesteld uit alle mooie en goede elementen van de ontwerpen van de leerlingen. Deze boom gaat de klas nu echt maken.
De klas wordt verdeeld in groepjes. Ieder groepje maakt een bepaald onderdeel van de boom.
Neem als basis een lange paal, of een sparren- of dennenboom. De versieringen kunnen van allerlei verschillende materialen worden gemaakt. Uiteindelijk kan de vrijheidsboom op het schoolplein worden geplaatst en kunnen de kinderen er om heen zingen en dansen.
Museumvraag Laat de tentoonstelling die je bezoekt iets zien over het vieren van de ‘bevrijding’ door de Franse soldaten? Dat kan een afbeelding van de vrijheidsboom zijn, maar ook iets heel anders. Zo ja, wat?
Les 3. Wat lieten de Fransen ons na? (bij rekenen, taal, muziek) De Franse tijd heeft veel invloed gehad op Nederland. Veel dingen die toen zijn bedacht en ingevoerd, merken we vandaag nog steeds.
Een aantal van deze belangrijke invloeden zijn: het invoeren van een burgerlijke stand waar de achternamen worden vastgelegd, de Nederlandse vlag, het rechtssysteem, en het metriek stelsel. Hieronder vind je over ieder van deze zaken een les.
Achternamen
Veel Nederlanders hebben in deze tijd nog geen achternaam. Dat is best lastig, want je weet nooit precies wie er bedoeld wordt. Je hebt het bijvoorbeeld over Jan, maar er zijn natuurlijk meer mannen die zo heten. Daarom zegt men al snel Jan bij de toren, of Jan de smid. In 1811 voert Napoleon een wet in dat alle Nederlanders, een familienaam moeten hebben. Die naam wordt opgeschreven in de burgerlijke stand. Deze en andere wetten worden voor het eerst opgeschreven en gelden voor iedereen. Dit wordt de code Napoleon genoemd. Achternamen kunnen goed in groepen worden onderverdeeld:
- Afstammingsnamen. Zij kunnen worden onderverdeeld in de volgende subgroepen: Vadersnamen (patroniem): de naam vader. Voorbeelden hiervan zijn: Pietersen (zoon van Pieter), Janssen (zoon van Jan), Willemsen (zoon van Willem) Dit zijn de meest voorkomende achternamen. Moedernaam (metroniem): Ontstaan uit de voornaam van de moeder en overige verwantsnamen. (Ooms, De Neef) - Geografische namen. Deze namen duiden plaats of streek van herkomst aan, de boerderij waar men woonde, maar ook wel de achternaam van de heer die men vroeger diende. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: van Tlburg, van Brussel, van Velzen, van Groningen. - Beroepsnamen. Deze namen duiden de naam van het beroep aan wat men uitoefende. Bekende voorbeelden hiervan zijn: Smid, Bakker, Mulder, Visser, Kuiper, de Boer. - Eigenschapsnamen. Zij duiden bepaalde lichamelijke of geestelijke kenmerken aan en ook diernamen behoren tot deze namengroep. Voorbeelden zijn: De Lange, De Groot, de Kleine, de Vos, de Leeuw, de Hond, Kat. De 10 meest voorkomende achternamen in Nederland zijn: De Jong, Jansen, De Vries, van de Berg, Bakker, van Dijk, Janssen, Visser, Smit en De Boer.
Vragen
1. Als je nu een achternaam voor jezelf zou moeten bedenken, welke naam zou je dan kiezen? Denk daarbij aan de verschillende groepen achternamen die er zijn. Vervolgens maken alle leerlingen voor zichzelf een naambordje met hun nieuwe naam en zetten deze gedurende het project (of voor bepaalde tijd) op hun tafel. Iedereen spreekt elkaar dan ook gedurende die periode met die naam aan. De leerkracht bedenkt natuurlijk ook een nieuwe naam! 2. Leg uit waar de volgende achternamen vandaan komen, bij welke groep horen ze?: - Jan Smit - Sven Kramer - Ronald Koeman - Emme Groot Opdracht: bedenk een naam
Als je nu een achternaam voor jezelf zou moeten bedenken, welke naam zou je dan kiezen? Denk daarbij aan de verschillende groepen achternamen die er zijn. Vervolgens maken alle leerlingen voor zichzelf een naambordje met hun nieuwe naam en zetten deze gedurende het project (of voor bepaalde tijd) op hun tafel. Iedereen spreekt elkaar dan ook
gedurende die periode met die naam aan. De leerkracht bedenkt natuurlijk ook een nieuwe naam!
De Nederlandse vlag
In 1787 wordt eerst nog vastgesteld dat de vlag oranje-wit-blauw moet zijn (met name door de prinsgezinden, de aanhangers van de Oranjes, oftewel de Oranjeklanten).
Maar in 1796 besluit de Staten Generaal van de Bataafse Republiek dat de kleuren rood-wit-blauw moeten zijn. Zij willen alles wat herinnert aan de oranjes verwijderen. Dat lukt niet. In 1806 wordt Nederland deel van het Franse Koninkrijk en krijgt dan dus ook de Franse vlag. Ook na de Franse Tijd wordt de vlag opnieuw ingevoerd als rood-wit-blauw. En in 1813 is de vlag definitief veranderd naar rood wit blauw. Rood zou een duidelijkere kleur zijn.
Vragen 1. De vlag van Nederland veranderde in de Franse tijd van oranje wit blauw naar rood wit blauw. Waarom denk je? 2. De patriotten wilden alles wat herinnerde aan de Oranjes verwijderen uit de vlag. Dat is niet gelukt. Hoe weet je dat?
Opdracht: ontwerp een schoolvlag
Alle leerlingen maken op papier een ontwerp voor een vlag voor de school. Als het ontwerp helemaal goed en duidelijk is, krijgen alle leerlingen een stuk witte stof. Daarop mogen ze hun vlag met (textiel)verf schilderen. Vervolgens worden de vlaggen aan stokken gebonden en buiten voor de school neergezet.
Rechtspraak
In 1804 wordt in Frankrijk de Code Civil, ook wel Code Napoleon genoemd, ingevoerd. De Code Civil is een poging om eenheid te brengen in de verschillende vormen van rechtspraak tussen burgers. Dit wordt ook wel burgerlijke rechtspraak genoemd. Het gaat dus niet om strafrecht. Het strafrecht gaat over het berechten en straffen van misdadigers. Burgerlijk recht gaat bijvoorbeeld over wat van wie is (eigendom) en wie bij wie hoort (familie en familierecht). Deze twee hebben ook met elkaar te maken, want door een huwelijk met iemand kon je aanspraak maken op het eigendom van die familie. Voor de invoering van de Code Civil bestonden er grote verschillen in rechtspraak; wat in de ene regio of stad wel mocht, mocht in de andere niet. De rechtspraak was vaak gebaseerd op 'gewoonterecht', de naam zegt het eigenlijk al 'hoe men het gewoonlijk in die streek of stad regelde'. Maar er waren niet alleen verschillen in het recht, ook degene die recht sprak - zeg maar: wie de rechter was - kon verschillen. In de steden werd recht gesproken door de schepenen (zo noemden ze vroeger de wethouders van de stad, door de gilden en de gildemeesters of door de stadsheer. In de gebieden buiten de stad had de kerk veel invloed en trad zij ook op als rechter. Ook de plaatselijke jonker of heer kon als rechter optreden om een einde te maken aan ruzies tussen de burgers en boeren van zijn streek.
De Code Civil moest aan al deze verschillen een einde maken, voortaan moest de rechter een onafhankelijke rechter zijn die onpartijdig en op basis van een door de regering vastgesteld wetboek recht zou spreken. Het doel van het invoeren van het nieuwe Wetboek was: dat de wet geschreven en duidelijk zou zijn en dat eenieder zijn rechten zou kennen; de wet moest dezelfde zijn voor het hele land; de burgerlijke staat, de burgerlijke stand en met name het huwelijk werden weggehaald bij de kerken; conflicten en ruzies over het eigendom van onroerende goederen (land en huizen) werden weggehaald bij de stadsheer of de landheer. In Nederland werd de Code Civil in 1811 ingevoerd en zij vormt nog steeds de basis van de
burgerlijke rechtspraak in Nederland en vele andere landen in Europa.
Vragen: 1. Waarom is het zo belangrijk dat een rechter onafhankelijk is? 2. De rechten van burgers waren voortaan opgeschreven en voor iedereen hetzelfde. Was dat voor die tijd dan niet zo? 3. Hoe konden mensen die niet konden lezen kennis nemen van de wet, denk je? 4. Wie spreekt er eigenlijk recht bij jullie op school?
Opdracht: organiseer een rechtszaak
Bedenk eerst wetten (regels) waaraan de klas zich moet houden. Noteer deze op een groot vel en hang ze op in de klas. Houd een rechtszaak als iemand de wet overtreedt en bepaal een straf. Kies daarbij een leerling die de rechter speelt en een verdediger en een aanklager. De rechter mag met de rest van de klas overleg plegen over de soort straf. Noteer de straffen bij de verschillende regels op de poster.
Metriek stelsel
Vroeger had iedere landstreek zijn eigen maten. Die maten waren meestal aangepast aan de mogelijkheden om te meten. Zo was ooit een veelgebruikte lengtemaat 'uren gaans'. En als je slecht ter been was dan wist je wel dat 10 uren gaans voor jou misschien wel 15, 20 of misschien wel 30 uur lopen of strompelen kon zijn. Veel maten waren afgeleid van het menselijk lichaam. En ook daarin had iedere landstreek zijn eigen maten. Napoleon is degene geweest die heeft bepaald dat in alle landen die hij regeerde de oude maten moesten worden afgeschaft. Hij heeft het metriek stelsel ingevoerd. Het metriek stelsel is een systeem van uniforme standaardeenheden voor het meten van bijvoorbeeld afstand, gewicht en temperatuur.
Op 10 december 1799 werd het stelsel officieel in gebruik genomen als lengtemaat. Om de overgang van de oude lengtematen naar de meter te bevorderen, werden er door de Franse regering omrekentabellen verspreid onder de bevolking. Met de ijkwet van 21 augustus 1816 nam ook het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden het stelsel over.
Hoe het voor de Franse tijd was De oude maten op een rijtje:
Duim
Oude Nederlandse lengtemaat die ongeveer gelijk is aan de breedte van het bovenste kootje van de duim van een volwassen man. Een duim heeft afhankelijk van de streek een andere lengte.
El
Een el is een oude lengtemaat en bedroeg (althans in Nederland) circa 69,4 cm. De maat werd lokaal, in ieder belangrijk handelscentrum, vastgesteld waardoor er verschillen optraden.
Voet
De voet kan zowel een lengtemaat als een oppervlaktemaat zijn en heeft afhankelijk van de plaats een verschillende maat.
Mijl (Nederland)
De Nederlandse mijl kwam overeen met 1 uur gaans, wat overeenkomt met ongeveer 4 km. Na de invoering van het decimale stelsel rond 1820 was de benaming mijl enige tijd het synoniem van de
kilometer.
Morgen
Een morgen is een oud-Nederlandse oppervlaktemaat.
Met een morgen werd een gebied aangeduid dat in een ochtend kon worden geploegd.
Roede
De Roede is een oude lengtemaat en een oude oppervlaktemaat, die van plaats tot plaats een verschillende maat heeft. Bij de oppervlaktemaat wordt ook wel gesproken van een vierkante roede.
Pond
Het traditionele Nederlandse pond woog 480 gram, doch om de naam van deze traditionele gewichtsmaat te handhaven werd bij de invoering van het decimale stelsel een pond verondersteld een halve kilogram te wegen.
Mud
Een mud (ook mudde) is een oude inhoudsmaat. Indien het gemeten product betrekking heeft op vaste goederen (kolen, aardappelen, ...) wordt in wezen het gewicht bedoeld. Bijvoorbeeld: een mud aardappelen weegt (ongeveer) 70 kg.
Schepel
Een schepel is een oud-Nederlandse eenheid voor het aangeven van de inhoud. Een schepel is 0,25 mud is 43,6 liter. 1 mud is 4 schepel. Een SCHEPEL was een holle houten schop aan een lange steel en diende om bijvoorbeeld graan, aardappelen en soms eierkolen op te scheppen.
Vragen 1.Hoe werden de maten die wij nu kennen vroeger genoemd? De leerlingen kunnen dit opzoeken op het web of in deze tabel. Download dit formulier en print het uit, je kunt dan de tabel invullen en aan de leraar geven. 2.Bedenk een reden waarom Napoleon het metrieke stelsel wilde invoeren in zijn gehele rijk.
Opdracht: meten en omrekenen
De klas wordt verdeeld in tweetallen. Zij gaan samen meten en vullen de vakjes van de tabel in. Daarbij kunnen ze eerst eens nadenken hoe ze dat het slimste kunnen berekenen. Als je bijvoorbeeld weet hoeveel duim een voet is, dan hoef je niet het hele klaslokaal met je duim op te meten.
Museumvraag Welke maten en gewichten kun je op de tentoonstelling vinden? Laat de tentoonstelling zien wat er tijdens de Franse tijd is veranderd? Geef een voorbeeld.
Les 4. Het leger in de Franse tijd (bij theater, beeldend) In dienst
In de Franse tijd wordt de dienstplicht ingevoerd. Dit betekent dat alle mannen van 20 jaar een tijd dienst moeten doen in het leger. Voor die tijd bestonden legers vooral uit huurlingen: soldaten uit verschillende landen die zich verhuurden als soldaat aan de mensen die hen betaalden. Vandaar dat het Nederlandse leger toen uit grote groepen Kozakken, Polen, Zwitsers bestond. De manschappen van kolonel Markus Busch belegeren de vesting Delfzijl. Een beleg betekent dat de uitgangen van de stad worden bewaakt en een leger in de stad wordt opgesloten. De bedoeling is om de tegenstander zolang op te sluiten dat het leger zich door honger en uitputting uiteindelijk moet overgeven. Zonder echt te hoeven vechten kun je dan een vesting veroveren. Tijdens het Beleg van Delfzijl heeft kolonel Maufroy ongeveer 1600 soldaten die het op moeten nemen tegen meer dan 5000 soldaten van de Nederlanders, waaronder Engelsen en Kozakken, onder leiding van kolonel Markus Busch.
Sommige soldaten van de Fransen lopen over naar de Nederlanders tijdens het beleg van Delfzijl. Volgens Maufroy zijn dit vooral Polen, Pruisen en Duitsers. Een echte Fransman loopt niet over naar de vijand, volgens Maufroy.
Vragen 1. Maufroy was een kolonel. Ken je meer rangen in het leger? Zoek ze op en maak een overzicht van hoog naar laag. 2. Overlopen naar de vijand noem je ‘deserteren’. Welke straf stond daarop denk je? Is dat nog steeds zo? Zoek het uit. 3. Het beleg van Delfzijl duurde van 13 november 2013 tot 23 mei 2014. Hoe hebben de Fransen het zolang volgehouden? Hoe komt het dat de Nederlanders de vesting van Delfzijl niet zomaar in konden nemen?
Opdracht: maak een musket Benodigde materialen:
- Afbeeldingen van een musket - Tekenpapier en potlood - Hout - PVC buis - Een veer De soldaten in die tijd vochten vaak met een musket als wapen. Bekijk eens goed hoe een musket er uit ziet en maak een werktekening ervan.
Neem de werktekening over op een houten plaat van ong. 18mm dikte. Zaag de vorm uit. Dit wordt de kolf. Neem een pvc buis en zag een stuk af van 120 cm. Bevestig deze op de uitgezaagde kolf. Aan het eind van de pvc-buis bevestig je de veer als bajonet. Als alle kinderen een musket hebben, kun je beginnen met paraderen en marcheren. De musket is alles bij elkaar ong. 180 cm lang. Laat de kinderen ervaren hoe lastig het is om het te hanteren en goed te richten.
Museumvraag Kijk goed rond op de tentoonstelling. Noem 2 tentoongestelde voorwerpen die iets met het leger te maken hebben. Beschrijf ze. Geef daarbij aan of het een afbeelding, een document, of een ander voorwerp is.
Les 5. Communicatie (bij taal, beeldend) Proclamatie
Tijdens het beleg van Delfzijl lukt het de Nederlandse kolonel om een bericht Delfzijl binnen te smokkelen waarin in het Frans en het Nederlands wordt uitgelegd dat de Franse keizer Napoleon zich heeft overgegeven en men het gezag van de Franse kolonel niet meer moet erkennen. Op zijn beurt laat de Franse kolonel ook allerlei berichten bekendmaken (voorlezen) in de vesting om het bericht tegen te spreken.
Na de aftocht van kolonel Maufroy wordt een bekendmaking gepubliceerd waarin het vertrek van de Fransen wordt bevestigd. Zo’n bekendmaking wordt een proclamatie genoemd. Aan het eind van het beleg van Delfzijl en na het vertrek van de Fransen wordt ook zo’n proclamatie opgehangen en voorgelezen waarin wordt verteld dat Delfzijl weer in handen is van de Nederlandse regering.
Vragen 1. We gaan wat dieper in op de vraag hoe mensen vroeger op de hoogte werden gebracht van belangrijke gebeurtenissen. Dit deed men door op een plein een zogenaamde bekendmaking voor te laten lezen. Waarom deed men dit op deze manier? 2. Kon iedereen toen al lezen, denk je? Waarom denk je dat? Waarom smokkelde de Nederlandse kolonel bekendmakingen de vesting van Delfzijl binnen? Wat wilde hij hiermee bereiken? 3. Lees eens de proclamatie op de volgende bladzijden (of klik hier>>>). Wat wordt hier gezegd? Wat valt je op aan deze tekst? Hoe reageerden de mensen in Nederland denk je op deze mededeling?
Opdracht: maak een proclamatie
De leerlingen maken zelf een ‘proclamatie’. Bedenk samen met de klas een onderwerp voor de proclamatie. Staat er binnenkort iets bijzonders te gebeuren op school? Dan is dat een mooi onderwerp. Of schrijf bijvoorbeeld een proclamatie over het feit dat de leerlingen het gezag van de school hebben overgenomen van de directeur. Vervolgens lezen de leerlingen hun proclamaties voor op het schoolplein aan hun medeleerlingen.
Museumvraag Communicatie is heel belangrijk, door de hele geschiedenis heen. Een proclamatie is een voorbeeld van communicatie tussen de overheid en de bevolking. Laat de tentoonstelling die jij bezoekt een proclamatie zien? Zo niet, dan wordt er misschien op een andere manier aandacht besteed aan communicatie? (Zoek naar brieven, aanplakbiljetten, uitdeelplakkaten, kranten). Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden van communicatie op.
Les 6 De Laatste Vriend van Napoleon (bij filosofie) Kolonel Maufroy, de bevelhebber van de Franse troepen in Delfzijl blijft trouw aan Napoleon. Hij kan niet geloven dat zijn keizer is verslagen. Hij wil zich alleen overgeven als hij daarvoor officiële orders krijgt van zijn militaire bazen. Tijdens het beleg krijgt hij een keer bezoek van een andere Franse officier die hem ervan moet overtuigen dat Napoleon zich echt heeft overgegeven. Dit mislukt.
Op 31 maart 2014 krijg Maufroy het aanbod een van zijn officieren naar Parijs te laten sturen om daar te horen dat keizer Napoleon zich echt heeft overgegeven. Deze officier wordt echter bij Den Haag tegengehouden en mag niet verder naar Parijs. Er wordt nog een keer een Franse officier naar Maufroy gestuurd maar die heeft papieren bij zich waarin de verkeerde rang van Maufroy wordt genoemd. Ook nu gelooft Maufroy niet in de boodschap dat de Franse keizer zich heeft overgegeven. Daarna mag Maufroy opnieuw een officier naar Parijs sturen. Dit gebeurt en als deze officier terugkomt met officiële orders is Mayufroy bereid om te onderhandelen over het verlaten van de vesting Delfzijl.
Vragen 1. Trouw Kun je redenen bedenken waarom kolonel Maufroy zo trouw is aan Napoleon? Ben jij trouw? Hoe zou je zelf reageren als iemand die jij zeer bewondert iets zou doen dat je maar moeilijk kunt geloven? Maufroy is een officier in het leger en militairen zijn trouw. Overgave van Maufroy zou roemloos zijn. Maufroy accepteert geen ander gezag dan alleen dat van zijn keizer. Trouw is een goede eigenschap, maar ook tot de dood er op volgt? Of als je je manschappen ermee in gevaar brengt? Maufroy is als bevelhebber toch ook verantwoordelijk voor zijn mannen? 2. Bewijs Tijdens het Beleg van Delfzijl weigert kolonel Maufroy de berichten te geloven dat Napoleon echt is verslagen. Welk bewijs zou Maufroy wel hebben kunnen overtuigen? Bedenk ook dat dingen als fotografie, telefoon, mail, fax, televisie, radio toen nog niet bestonden. Bedenk een manier waarop er toen over grote afstanden met elkaar werd overlegd. Wat zijn de voor- en nadelen hiervan? Hoe zou dat tegenwoordig gaan? Kun je een oplossing bedenken hoe ze in die tijd boodschappen over een grote afstand redelijk snel zouden kunnen overbrengen?
Opdracht: maak een semafoor Materialen:
- Potlood en papier - Hout, latten - Hamers en spijkers - Touw In de Franse tijd wordt er gebruik gemaakt van semaforen om over grote afstanden met elkaar te communiceren.
De klas wordt in groepjes verdeeld en ieder groepje maakt zelf een semafoor. Ze beginnen met het maken van een werktekening hiervan. De groepjes bedenken ook zelf een alfabet voor hun eigen semafoor en noteren dot op papier. Als de semaforen klaar zijn, kunnen ze buiten op grote afstand van elkaar worden opgesteld. De leerlingen kunnen nu proberen om boodschappen naar elkaar door de seinen. Hieronder meer informatie over wat een semafoor precies is en hoe hij er uit ziet. Iets meer over semaforen
Al sinds heel vroeger zijn mensen aan het experimenteren geweest met signalen om boodschappen over grote afstanden te kunnen overbrengen. Denk bijvoorbeeld aan de rooksignalen van de
indianen of aan het seinen met vlaggen. Maar al deze methodes bleven tot aan de uitvinding van de telescoop een niet echt betrouwbaar. Een grote sprong voorwaarts in het overbrengen van signalen wordt gemaakt door de uitvinding van de Fransman Claude Chappe. Hij presenteert in 1792 het apparaat: een houten toestel met beweegbare seinarmen, waarmee het mogelijk is om op eenvoudige wijze een bericht over te brengen. Door dergelijke toestellen op heuveltoppen of kerktorens te plaatsen kunnen berichten over aanzienlijke afstanden worden overgebracht.
In 1794 werd de eerste lijn met Chappe-telegrafen geopend tussen Parijs en Lille. De lijn telde over een afstand van 220 kilometer 12 stations. In 15 minuten kon een bericht overgebracht worden van Parijs naar Lille of omgekeerd. Een bode te paard deed daar meer dan 24 uur over!
In de daaropvolgende jaren worden optische telegrafen in Frankrijk zelf, maar ook in de door de Fransen bezette landen opgesteld, dus komt er ook een verbinding met Nederland tot stand. Na de verbanning van Napoleon naar Elba wordt het Nederlandse deel van de lijnen opgeheven en worden de toestellen verwijderd. Naast de Chappe-telegraaf zijn in Nederland tijdens de Franse tijd nog minstens twee andere telegraaftypen in gebruik geweest. De Franse Marine gebruikte in Zeeland een eigen systeem, dat naar zijn uitvinder, de marine-officier Depillion, werd genoemd. Langs de rest van de Noordzeekust stond een eenvoudige semafoor, de Hollandse kusttelegraaf. Tijdens de Bataafse periode wordt in Nederland een eigen kusttelegraaf of semafoor ontwikkeld door Schout-bij-nacht Joan van Woensel, de Bataafse Telegraaf,. Aan een hoog geplaatste paal zit een dwarsbalk waaraan overdag bollen worden opgehesen. Aan de paal zitten ook twee wieken die in diverse standen konden worden geplaatst. De onderlinge hoogteverschillen van de bollen en de positie van de wieken bepalen de berichten die via bestaande codes worden doorgegeven. ‘s Nachts kunnen er in plaats van bollen ook brandende pektonnen worden gebruikt. De hele installatie kan ook draaien, zodat niet alleen over land maar ook richting zee berichten kunnen worden doorgegeven.
Museumvraag Kun je in de tentoonstelling die je bezoekt iets vinden dat wijst op een grote bewondering voor Napoleon? Wat is het? Beschrijf het grondig, één voorbeeld is genoeg, maar je moet wel aangeven waarom je denkt dat het voorwerp bewondering voor Napoleon uitdrukt.