vijfde leerjaar
5
Les produits laitiers Vocabulaire boire manger le lait un fromage une glace le yaourt le beurre une tranche une vache des tâches un pré un paysan
drinken eten melk kaas een ijsje yoghurt boter een sneetje een koe vlekken een weiland een boer
•
• • • • • •
Doelen de woorden melk, kaas, yoghurt, ijs, boter, sneetje, drinken, eten, een boer, vlekken vertalen van het Nederlands naar het Frans en omgekeerd; deze woorden correct uitspreken; de Franse benamingen van zuivelproducten in het kruiswoordraadsel invullen; het gedicht “une vache blanche” expressief lezen; de werkwoorden boire en manger vervoegen; oefeningen i.v.m. de nieuwe woordenschat oplossen; het recept uit een Frans kookboek aandachtig lezen en zo een milkshake maken.
Pour boire ou pour manger? Écris à la place exacte.
pour boire
pour manger
zuivel vijfde leerjaar - pagina 2
5
Les produits laitiers Cherche les mots 1 2 3 4
Un petit enfant boit du …. Il fait chaud! Je veux une ….. Je veux une ……. de fromage. Je mets d’abord du …… sur mon pain.
V 1 2 3 4
Le mot verticale est : une ..................................................
Poésie Ecris les mots. Une ............................ blanche avec des tâches noires, Mange dans le .................................... Voilà, le ................................. arrive pour prendre le lait. Mais, oh la la, qu’est-ce que la vache a fait ? Elle a donner trop de ................................
Ecris la phrase exacte
zuivel vijfde leerjaar - pagina 3
5
Les produits laitiers Un milk-shake bien frais quand il fait chaud! Mets tout à la place exacte! 1 2 3 4 5
Coupe les fruits en petits morceaux. Ajoute le lait, le sucre et la glace. Mixe. Verse la boisson dans les verres. Décore avec un morceau de fruit. Santé!
zuivel vijfde leerjaar - pagina 4
5
Verschillende soorten koeien Koeien in de wei Speel het spel “koeien in de wei”. Bepaal voor elke zin of hij een werkwoordelijk gezegde of een naamwoordelijk gezegde heeft. Volg telkens de regels.
•
Wat heb je nodig?
•
• •
Doelen de zin lezen en bepalen of hij een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde heeft; door korte teksten te lezen de verschillende types van koeien onderscheiden; de kenmerken van de verschillende koeien in een schema weergeven; verschillende foto’s van koeien verknippen en er een nieuwe koe mee vormen.
• spelbord • dobbelsteen • boer en boerin als pion Je speelt dit spel met twee spelers. Spelregels Knip de boer en boerin uit. Dat zijn de pionnen. Gooi met een dobbelsteen. Wie het hoogste gooit mag starten. Je mag zoveel koeien voorbij lopen als je gooit. Los je een zin juist op? Dan mag je naar de volgende zin. Heb je een fout? Dan moet je daar blijven staan. Je kunt dus in 1 beurt 6 zinnen ver geraken. Wie komt het eerst aan de overkant van de wei? Oplossingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
zuivel vijfde leerjaar - pagina 5
5
nw gez ww gez ww gez ww gez ww gez ww gez nw gez ww gez ww gez ww gez
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
ww gez ww gez ww gez ww gez ww gez ww gez nw gez ww gez nw gez ww gez §
Verschillende soorten koeien
zuivel vijfde leerjaar - pagina 6
5
Niet gewoon een koe! Een nuttig dier
Doelen • kennis en woordenschat vergaren in verband met veeteelt en melkveehouderij; • vragen over een tekst correct oplossen.
Lees de volgende tekst.
Een koe is een nuttig dier. Ze geeft melk en ook het vlees is lekker. Al lange tijd gaan landbouwers zich echter specialiseren. Sommige landbouwers vinden de melkproductie het belangrijkste en andere landbouwers kiezen voor de vleesproductie. Dat heeft zijn invloed gehad op de verschillende rundveerassen. De mensen gingen proberen om verschillende rassen met elkaar te kruisen en zo de goede eigenschappen van beide rassen te verenigen in een nieuw ras. Nu kun je kiezen uit vleeskoeien, melkkoeien en gemengde rassen. Melkkoeien worden gemiddeld 15 jaar oud. Afhankelijk van hun leeftijd krijgen ze een specifieke naam. Een kalfje van 0 tot 12 maanden heet een vaarskalf. Van 12 tot 15 maanden krijgen deze kalfjes de naam pink en van 15 tot 24 maanden noemen we ze vaars. Vanaf 24 maanden spreken we over een melkkoe.
Een melkkoe weegt 550 tot 650 kilogram. Tweemaal per dag worden de koeien gemolken. Één koe geeft elke dag 30 liter melk, op topdagen kan dit wel 50 tot 60 liter zijn. Een RMO-wagen haalt de melk op bij de bedrijven en brengt die onder goede omstandigheden naar de zuivelfabriek. De letters RMO staan voor “Rijdende Melk Ontvangst”. Een echte melkkoe ziet er mager uit. Ze heeft een langgerekt lichaam met weinig spieren. Het zijn de magere witte koeien met zwarte of soms bruine vlekken. Ze hebben een grote uier. De vleeskoeien zien er sterk gespierd uit. Deze koeien hebben meestal kortere poten en geven soms te weinig melk om hun eigen kalfjes te voeden. Vleeskoeien worden vetgemest voor hun lekkere biefstukken en karbonades. Als ze 5 of 6 jaar oud zijn, worden ze weggevoerd naar het slachthuis.
zuivel vijfde leerjaar - pagina 7
5
Niet gewoon een koe! Vul aan 1 Rassen bij de koe =>________________________________________ =>________________________________________ =>________________________________________ 2 Maak jij ook een nieuw ras? Zoek foto’s van verschillende koeien. Verknip de foto’s. Puzzel de verschillende onderdelen samen zodat je terug een nieuwe, originele koe verkrijgt. Kleef je resultaat op een tekenblad. Verzin ook een naam voor je nieuwe koe!
3 Zoek de zin op in de tekst. Naar welk(e) woord(en) verwijst het vetgedrukte woord? Ze geeft melk en ook het vlees is lekker. _ ________________________________________ Afhankelijk van hun leeftijd krijgen ze een specifieke naam. _ ________________________________________ … van 15 tot 24 maanden noemen we ze vaars. _ ________________________________________ Een RMO-wagen haalt de melk op bij de bedrijven en brengt die onder goede omstandigheden naar de zuivelfabriek. _ ________________________________________
4 Vul de fiche van de melkkoe aan. Deze koe is geboren in het jaar 2004.
zuivel vijfde leerjaar - pagina 8
5
Melk is een basisgrondstof Melk is de basis voor veel producten Kleur de producten die gemaakt zijn van melk.
•
Om al deze producten te maken moet melk verschillende keren bewerkt worden. Zo wordt melk bijvoorbeeld afgeroomd en gefermenteerd. Moeilijke begrippen, inderdaad! Zoek de begrippen op in je woordenboek. Rangschik dan de puzzelstukken met begrippen alfabetisch onder elkaar op een blad papier. Leg vervolgens de puzzelstukken met de verklaringen naast het passende begrip. Als je alle puzzelstukken goed gelegd hebt, draai dan voorzichtig de puzzel om. (Dat kan met behulp van een karton.) Als je alle puzzelstukken goed hebt gelegd, dan zie je nu een mooie tekening.
• • •
Doelen aanduiden welke producten zuivelproducten zijn; verschillende begrippen i.v.m. de productieprocessen opzoeken in een woordenboek; de verklaringen koppelen aan de begrippen; de puzzelstukken met de verklaringen en de begrippen koppelen aan elkaar.
Advies voor de leerkracht Kopieer de volgende pagina’s recto- verso zodat op de ene kant de tekening staat en op de andere kant de puzzelstukken met de begrippen en hun betekenis.
Knip vervolgens deze puzzelstukken uit voor je ze aan je leerlingen geeft.
zuivel vijfde leerjaar - pagina 9
5
Melk is een basisgrondstof
zuivel vijfde leerjaar - pagina 10
5
Melk is een basisgrondstof
zuivel vijfde leerjaar - pagina 11
5
Geschiedenis van de koe Schrijf de nummers van de volgende zinnen bij de juiste tekening. Knip daarna de tekeningen uit en plak ze in de juiste volgorde. Zo zie je duidelijk de geschiedenis van de koe.
Doelen • de verschillende stadia in de ontwikkeling van een koe onderscheiden; • de tekeningen aandachtig bekijken en in de juiste volgorde plaatsen.
1 Oerrunderen zijn de voorouders van onze runderen. Informatie over oerrunderen is ons bijgebleven door de vele rotsschilderingen. 2 Na de ijstijden kreeg de mens meer greep op wilde runderkuddes. Jonge dieren werden gevangen zodat eigen kuddes opgebouwd werden. 3 Achtduizend jaar geleden werden deze runderen gebruikt als vleesleverancier en trekdieren. Later werden de koeien ook gemolken. 4 In sommige culturen werden runderen ook religieus vereerd. 5 Rond 1600 was er niet veel overgebleven van de imposante oerrunderen. Het huisvee was nu veel kleiner en had kortere horens. 6 Door kruisingen van verschillende rassen werden nieuwe runderrassen gecreëerd met unieke eigenschappen. Zo ontstonden de specifieke rassen van vlees- en melkkoeien.
zuivel vijfde leerjaar - pagina 12
5
Geschiedenis van de koe
zuivel vijfde leerjaar - pagina 13
5
Geschiedenis van de koe
zuivel vijfde leerjaar - pagina 14
5
Een zuivelproduct met vele variëteiten Bij kaaswinkeltje ‘De zuivelhoeve’ kun je kaasschotels bestellen. Je kunt zelf de kaassoorten kiezen. Hieronder volgt een prijslijst:
• • • • •
Doelen verschillende kaastypes onderscheiden en indelen volgens hard, halfhard en zacht; berekeningen uitvoeren i.v.m. prijzen van kazen; een logo en reclamecampagne opstarten voor hun lievelingskaas; een kaasmarkt voorbereiden; het kaasstolpje van de Belgische oorsprong van kazen herkennen.
zuivel vijfde leerjaar - pagina 15
5
Een zuivelproduct met vele variëteiten Voor een kaas- en wijnavond kopen we de volgende kaassoorten: 200 gram Père Joseph, 150 gram Postel, 250 gram Oud-Brugge, 100 gram Gentse keizer, 300 gram
Corsendonk en 150 gram St-Maarten mosterd. Bereken de prijs per soort. Bereken vervolgens hoeveel je in totaal moet betalen.
Berekening Soort
Prijs per kg
Hoeveelheid
Surf nu naar de website www.belgischekazen.be. Zoek de namen van de kaassoorten van de prijslijst Zachte kazen
Te betalen?
op en rangschik ze in de juiste kolom. Zoek voor elke soort nog enkele andere merken.
Halfharde kazen
Harde kazen
Zoals je merkt zijn er veel Belgische kaassoorten. De Belgische kazen hebben een logo gekregen. Zoek dit logo op de website. Teken het hiernaast in dit kadertje. Vind je ook de naam van dit figuurtje?
zuivel vijfde leerjaar - pagina 16
5
Een zuivelproduct met vele variëteiten Zeg ja tegen kaas!
Tip: spreekoefening
Kies nu zelf een kaassoort die jij heel graag lust. Ontwerp zelf een nieuw logo en zoek een passende reclameslogan. Eventueel kun je zelfs een radiospot of een videoclip opnemen. Als alle kinderen van de klas een kaassoort voorstellen dan kun je een kaasmarkt organiseren. Met proevertjes uiteraard! Succes verzekerd.
De leerlingen noteren wat ze gedurende enkele dagen of een volle week hebben gegeten. Voor een gezonde voeding moet er uit elk vakje van de actieve voedingsdriehoek iets aan bod komen, evenredig met de plaats van het vakje in de piramide. Mogelijke oefeningen Ze bekijken waar al die voedingsproducten passen in de actieve voedingsdriehoek. Ze onderzoeken welke vakjes niet aan bod kwamen. Ze vergelijken met elkaar. Een leerling presenteert een gezond dag/ weekmenu. De medeleerlingen spelen hierop in.
zuivel vijfde leerjaar - pagina 17
5
Een zuivelproduct met vele variëteiten
DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK
c
volwassenen: minstens 30 minuten kinderen en jongeren: minstens 60 minuten
LICHAAMSBEWEGING
1,5 liter drinken
WATER
3 - 5 stuks gekookt
AARDAPPELEN
5 - 12 sneden bruin brood
GRAANPRODUCTEN
2 - 3 stuks
FRUIT
75 - 100 gram
VERVANGPRODUCTEN
VLEES, VIS, EIEREN
matigen
SMEER-EN BEREIDINGSVET
RESTGROEP
om dagelijks evenwichtig te eten en voldoende te bewegen
MELKPRODUCTEN EN CALCIUMVERRIJKTE SOJAPRODUCTEN 3 - 4 glazen 1 - 2 sneden kaas
GROENTEN 300 gram
VIG
5
zuivel vijfde leerjaar - pagina 18