VLAAMS VERBOND KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS
LEERPLAN LANDBOUWDIVERSIFICATIE DERDE GRAAD BSO DERDE LEERJAAR
D/2002/0279/061
1
LESSENTABEL
Basisvorming
12
AV
Godsdienst
2
AV
Lichamelijke opvoeding
2
AV
Maatschappelijke vorming
2
AV
Nederlands
2
AV
Frans ( in het kader van hoevetoerisme)
2
AV
Engels ( in het kader van hoevetoerisme)
2
Fundamenteel gedeelte
22
PV
Stages Landbouw (x)
8
TV
Landbouw Hoevetoerisme (x)
2
TV
Landbouw Verwerking en verkoop van hoeveproducten (x) 2
TV
Landbouw Beheerslandbouw (x)
2
TV
Landbouw Alternatieve teelten en teeltwijzen (x)
2
TV
Landbouw/Toegepaste economie Bedrijfsbeheer
2
PV
Landbouw Project/Seminarie (x)
4
Complementair gedeelte
2
TV
Uitrustingen in het kader van landbouwdiversificatie
1
PV
Uitrustingen in het kader van landbouwdiversificatie
1
uur
uur
uur
(x): voor deze vakken is het leerplan hierbij opgenomen.
D/2002/0279/061
4
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
2
Vormingscomponenten van het zevende specialisatiejaar landbouwdiversificatie
Aan volgende vormingscomponenten wordt ruime aandacht besteed:
Commerciële component Landbouwers die kiezen om als nevenactiviteit hoevetoerisme aan te bieden, eigen hoeveproducten te verwerken en te commercialiseren, alternatieve productietechnieken of teeltwijzen toe te passen, dienen te beschikken over de gewenste ondernemersvaardigheden om hun zaak op een efficiënte wijze te runnen en te organiseren. Ze doen het tenslotte om den brode. Bedrijfsbeheer en vooral een degelijke kennis van het wettelijke kader waarin deze activiteiten kunnen plaats vinden, vormen hierbij het fundament. Leerlingen worden opgeleid om de specifieke wetgeving terzake toe te passen in concrete praktijksituaties. Leerlingen verwerven inzicht in de markt en ontdekken de mogelijkheden van hun eigen situatie (bedrijf) en leren de eigen producten promoten.
Administratieve component Het gaat hier om het vervullen van de verplichte administratie die inherent is aan het organiseren van hoevetoerisme, het verwerken van eigen hoeveproducten, het produceren en commercialiseren van producten afkomstig van alternatieve teelten en het bijhouden van de administratie in verband met beheerslandbouw. Het vervullen van de wettelijk verplichte administratie en registratie vraagt ICT-vaardigheid.
Praktische component Leerlingen leren hoe ze hoeveproducten bereiden en commercialiseren. De theoretische kennis die men verwerft in verband met de productietechnieken en de bereidingswijzen worden via praktijkoefeningen geconcretiseerd in verkoopklare producten. Het accent ligt hier duidelijk op het verloop van het productieproces en de bewaking en bijsturing ervan. Kwaliteitsbewaking uitvoeren en de nodige hygiënische maatregelen nemen via het toepassen van de HACPP-normen en -voorschriften zijn belangrijke vormingsdoelen. De leerlingen houden hierbij ook rekening met de voorschriften i.v.m. voedselveiligheid. Leerlingen kunnen het verblijf van gasten in het kader van hoevetoerisme organiseren. Een zekere inventiviteit en creativiteit is hierbij gewenst. Bekwaam zijn tot het organiseren van diverse activiteiten (landbouwkundige, culturele, recreatieve en natuureducatieve) die het verblijf van de gasten op de hoeve aangenamer en verrijkend maken, betekent een meerwaarde. Om beheersovereenkomsten volgens de bestaande regelgeving uit te voeren, beschikken de leerlingen over een elementaire kennis van natuurbeheer. Meestal beperken de activiteiten zich tot het eigen bedrijf. Het gaat hier om het uitvoeren van een aantal routinematige en voorgeschreven beheersactiviteiten in het kader van een beheersovereenkomst met de overheid. Steeds terugkerende activiteiten zijn: wegbermenbeheer, het beheren van landerijen in een natuurgebied en/of waterwinningsgebeid, integraal waterbeheer, het beheren van slootkanten, onderhoud aan bomen en bossen enz. De bedoeling is toekomstige landbouwers op te leiden in het onderhoud en de bescherming van het landschap (bescherming van weidevogels, beheren van perceelsranden, onderhouden kleine landschapselementen zoals bomen, struiken, hagen en poelen). Tijdens dit zevende specialisatiejaar krijgen leerlingen niet alleen de kans om kennis te maken met alternatieve teelten en teeltwijzen maar krijgen ze ook de ruimte om op zelfstandige wijze theoretische achtergrondkennis en praktische ervaringen i.v.m. het onderwerp te verwerven. Ze ervaren, zonder financiële gevolgen, of ze klaar zijn om in de praktijk alternatieve teelten succesvol te organiseren. Het is niet de bedoeling om alle mogelijke alternatieve teelten en teeltwijzen te behandelen, maar de leerlingen een methode aan te reiken om de bestaande informatie te vinden, te begrijpen, te ordeneren en in praktijk om te zetten.
D/2002/0279/061
5
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Via seminaries, verplichte stages en de geïntegreerde proef kunnen de leerlingen zich verdiepen in één of meer deelaspect(en). De leerlingen werken zelf één of meer van die aspecten grondig uit. Om hiertoe de nodige ruimte te geven in het lessenrooster worden vier lestijden voorzien voor projecten en seminaries. Leerlingen kunnen hierbij een project opstarten, opvolgen of ondersteunen op de proefhoeve van de school of op het stagebedrijf. Ook de geïntegreerde proef kan die uitdieping versterken. Communicatieve component De communicatieve component heeft twee facetten: enerzijds het omgaan met klanten (gasten) en anderzijds het omgaan met dieren. Leerlingen die eraan denken hun toekomstig landbouwbedrijf af te stemmen op hoevetoerisme dienen over communicatieve vaardigheden te beschikken. Mensen onthalen, logies en maaltijden aanbieden en activiteiten organiseren voor de gasten maken deel uit van de kerntaken. Vlot communiceren in de moedertaal van de gasten is een meerwaarde. De opleiding legt dus accenten op het verwerven een goede verbale taalvaardigheid (luisteren naar gasten, een eenvoudig gesprek voeren, telefoneren, informatie geven …). Een goede taalvaardigheid is ook een hulp bij het organiseren van natuurwandelingen, culturele activiteiten, activiteiten van natuureducatie e.a. Bij het verkopen van hoeveproducten is één van de doelstellingen het rechtstreeks contact tussen consument en producent te herstellen. Hierbij is een mondelinge communicatie met klanten van uitzonderlijk belang (toelichting geven over het tot stand komen van een product, een verkoopgesprek voeren,een telefoongesprek voeren ...). Op een gepaste manier omgaan met dieren is reeds verworven in de vorige studiejaren. In het specialisatiejaar landbouwdiversificatie leren leerlingen hoe gasten op een veilige en zinvolle manier in contact gebracht kunnen worden met dieren, zodat ze ten volle genieten van het verzorgen van dieren. Ze kunnen inschatten welke activiteiten kunnen uitgevoerd worden door de gasten. Leerlingen worden ook voorbereid om op actieve en constructieve wijze deel te nemen aan het maatschappelijk debat i.v.m. de actuele landbouwvraagstukken. Op die wijze dragen ze bij tot verbetering van het imago van de landbouw in totaliteit.
Technische component Bij het bereiden van hoeveproducten kiezen de leerlingen voor de meest rendabele productiewijze en de meest geschikte productiemiddelen. Vanuit hun kennis omtrent de werking en de technische mogelijkheden van installaties en machines, kunnen ze zelfstandig oordelen over eventueel nieuwe investeringen. Ze kunnen kleine herstellingen uitvoeren of storingen snel detecteren en de gepaste maatregelen treffen. Verder herkennen ze potentieel onveilige situaties en schatten zij gevaren in. Dat is des te belangrijker als er derden (gastgezinnen) deelnemen aan het productieproces. Het verwerven van de nodige kennis en inzichten in verband met het inrichten en onderhouden van de nodige infrastructuur voor het aanbieden van hoevetoerisme is noodzakelijk. Hierbij is het naleven van de wettelijke voorschriften inzake veiligheid een belangrijk uitgangspunt. Beheerslandbouw toepassen vraagt specifieke eisen voor trekkers en speciale machines. Landbouwers die beheerslandbouw willen toepassen, dienen een klare kijk te hebben op het materiaal dat hiervoor nodig is. Ze toetsen eventuele aanpassingen of nieuwe investeringen aan de verwachte rendabiliteit. Verder bezitten ze de technische vaardigheid om materiaal en machines te besturen en te bedienen. Een aantal technische vaardigheden hieromtrent verwerven de leerlingen reeds in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad. Het gaat alleen over achtergrondkennis en specifieke vaardigheden verbonden aan het uitvoeren van beheersactiviteiten in het kader van beheersovereenkomsten.
Ethische component Bij het produceren en commercialiseren van plantaardige producten en voedingsmiddelen afkomstig van dieren, engageren landbouwers zich dit te doen volgens de ethisch toelaatbare normen. D/2002/0279/061
6
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Het kiezen voor beheerslandbouw dient te vertrekken vanuit een ethisch aanvoelen en een bewogenheid om respectvol om te gaan met het milieu. Tijdens de opleiding wordt aandacht besteed aan het verantwoord en respectvol omgaan met dieren. Leerlingen detecteren dierenleed en anticiperen hierop in het belang van de dieren. Ze gaan op een gepaste wijze om met zowel levende als dode dieren.
3
Beginsituatie
Het zevende specialisatiejaar BSO Landbouwdiversificatie is een vervolg van het tweede leerjaar van de derde graad BSO Landbouw of Tuinbouw. Leerlingen die succesvol het tweede leerjaar van de derde graad BSO Landbouw of Tuinbouw hebben beëindigd kunnen instromen in dit specialisatiejaar. Tijdens het eerste en tweede leerjaar van de derde graad, studierichting BSO Landbouw of tuinbouw verwerven de leerlingen kennis, inzichten en vaardigheden om de traditionele landbouwteelten (zowel plantaardige als dierlijke producties) op een doorsnee bedrijf te organiseren. In dit zevende specialisatiejaar krijgen de leerlingen de kans om enerzijds “te proeven“ van de verschillende vormen van landbouwdiversificatie en anderzijds krijgen ze ook de kans om zich in een of ander deelaspect te verdiepen. Volgende deelaspecten komen aan bod: Hoevetoerisme - Het thuis verwerken en verkopen van hoeveproducten - Beheerslandbouw - Alternatieve teelten. Leerlingen die het zevende specialisatiejaar BSO Landbouwdiversificatie met succes beëindigen en aan de voorwaarden voldoen, verwerven het diploma secundair onderwijs.
4
Algemene doelstellingen
4.1
Op het vlak van vaardigheden, kennis en inzichten
-
De leerlingen maken kennis met de verschillende aspecten en mogelijkheden van verbreding in de landbouw (landbouwdiversificatie) en leren de positieve en negatieve elementen tegen elkaar afwegen om tot een juiste keuze te komen.
-
Basiskennis, basisvaardigheden en inzichten verwerven om hoevetoerisme op een economisch verantwoorde en klantvriendelijke manier te organiseren.
-
Basiskennis, basisvaardigheden en inzichten verwerven om beheerslandbouw op een verantwoorde wijze op het landbouwbedrijf te organiseren en de voorschriften van de beheersovereenkomsten na te leven en uit te voeren.
-
Basiskennis, basisvaardigheden en inzichten verwerven om producten afkomstig van het landbouwbedrijf zelfstandig te verwerken en te verkopen en hierbij de wettelijke voorschriften en de hygiënische maatregelen in acht nemen.
-
Basiskennis, basisvaardigheden en inzichten verwerven om te starten met minder voor de hand liggende nieuwe alternatieve producties en dit te realiseren op een economisch verantwoorde wijze.
-
Technieken in verband met landbouwdiversificatie beheersen en oorzaken van het mislopen van die teelten of producties vaststellen, voorkomen en bestrijden.
-
Op een ergonomische en veilige manier met werktuigen, gereedschappen en installaties omgaan.
-
De juiste gereedschappen en werktuigen te kiezen, correct te gebruiken en te onderhouden.
-
De leerlingen leren kritisch staan ten opzichte van eigen realisaties en ten opzichte de eigen werkzaamheden (productevaluatie).
D/2002/0279/061
7
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.2
Op het vlak van de attitudevorming
Het is belangrijk om attitudes bewust en expliciet op diverse momenten als doelstelling na te streven. Attitudes die bijzondere aandacht verdienen zijn:
-
Erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien. Voor zijn/haar mening en gevoelens durven uitkomen en deze op een beleefde manier formuleren en argumenteren. Spontaan handelen volgens de regels en afspraken. Erop gericht zijn, ondanks moeilijkheden, verder te werken om het einddoel te bereiken.
-
In staat zijn om op systematische wijze te beslissen welke stappen men bij de uitvoering van een
-
taak zal zetten. -
Zich inleven in de situatie waarin mensen zich bevinden, er begrip voor opbrengen en er tactvol mee omgaan.
-
5
Bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (andere materialen, andere gereedschappen, nieuwe opdrachten). Handelen met het oog op de tevredenheid voor zichzelf en voor de anderen (klantgerichtheid). Handelen met het oog op het vermijden van verspilling en respect voor het milieu. Bereid zijn om informatie op te zoeken. Aandacht hebben voor de impact dat het eigen gedrag en voorkomen op anderen kan hebben. Bijdragen tot een leef- en werkomgeving als een gemeenschap van mensen die iets voor elkaar betekenen. Handelen met de bekommernis om zichzelf, de anderen en het milieu optimaal te vrijwaren. Bereid zijn om in team te werken.
Algemene pedagogisch-didactische wenken
Geïntegreerde aanpak Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om een degelijke samenhang tot stand te brengen tussen praktijk en theorie. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te bereiken, is te vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan. Het vak 'projecten en seminaries' moet volledig afgestemd worden op de aangeboden TV-vakken. Tijdens de stage worden de aangeleerde vormingscomponenten getoetst en ingeoefend in reële praktijkomstandigheden. Verticale samenhang Tijdens de derde graad BSO Landbouw en Tuinbouw worden de verworven basiskennis, basisinzichten en vaardigheden van de tweede graad geïntegreerd in concrete praktijkrealisaties. Het specialisatiejaar Landbouwdiversificatie sluit aan op het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Landbouw en/of Tuinbouw. Tijdens de eerste twee leerjaren van de derde graad verwerven de leerlingen de competentie om traditionele teelten op te starten en te organiseren. Om het inkomen te laten toenemen of in stand te houden, zijn er 2 mogelijkheden: ofwel neemt de productie toe – of er wordt gezocht naar alternatieven in de verbreding. In het specialisatiejaar Landbouwdiversificatie maken de leerlingen kennis met een aantal mogelijke alternatieven en leren tegenover deze alternatieven een kritische houding aan te nemen.
D/2002/0279/061
8
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Horizontale samenhang Verschillende onderwerpen kunnen vakoverstijgend aangepakt worden. De realisatie van de geformuleerde doelstellingen zal een zaak zijn van alle leerkrachten die in dit specialisatiejaar les geven en vraagt een coördinatie van de diverse jaarplannen. Tussen de taalvakken (Nederlands, Engels, Frans) en hoevetoerisme moet een substantiële samenwerking mogelijk gemaakt worden. Het vak bedrijfsbeheer moet vanuit de verschillende TV-vakken benaderd worden. Het is noodzakelijk om hierin een goede samenhang tot stand te brengen tussen de verschillende vakken. Projectmatige aanpak De diverse vakken (beheerslandbouw - hoevetoerisme - alternatieve teelten - verwerken en verkopen van hoeveproducten) lenen zich uitstekend tot projectmatig werken. Dit kan gerealiseerd worden in het vak 'Project/Seminarie’ . Met een project wordt bedoeld: een geïntegreerde oefening of thema door één of meer leerlingen uit te voeren. In het zevende specialisatiejaar Landbouwdiversificatie, gebeurt de uitwerking van het project zoveel mogelijk via persoonlijk werk van de leerling. Bij het uitvoeren van een project kunnen veel vakoverschrijdende basisvaardigheden worden aangewend. Het project is geen doel op zich, maar een middel om verschillende vakoverschrijdende basisvaardigheden te integreren. Aanschouwelijke aspecten Er wordt tijdens de lessen van het pakket landbouwdiversificatie veel aandacht besteed aan het aanschouwelijk aspect. De leerlingen zoveel mogelijk in contact brengen met reële praktijkomstandigheden is een must. Bedrijfsbezoeken, gesprekken met mensen die in de sector bedrijvig zijn, projecten, het bijwonen van seminaries en stage behoren tot de mogelijkheden.
D/2002/0279/061
9
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6
Leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogische wenken en didactische middelen
6.1
TV BEHEERSLANDBOUW
2 lestijden per week = 50 lestijden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
DEEL 1: BASISBEGRIPPEN IN VERBAND MET BEHEERSLANDBOUW (4 lestijden) 1.1 Basisbegrippen ecologie -
Aan de hand van concrete voorbeelden de voornaamste basisbegrippen uit de ecologie verwoorden.
1.2
-
-
Aan de hand van concrete voorbeelden de voornaamste basisbegrippen in verband met natuurbehoud en beheerslandbouw verwoorden. Natuurkerngebieden, natuurverbindingsgebieden en biologisch waardevolle elementen in eigen streek herkennen en situeren.
-
Habitat, biotoop Populatie, levensgemeenschap Voedselweb Opportunisten versus specialisten Natuurlijk evenwicht, natuurlijke selectie Biodiversiteit Migratie Ecoregio’s Basisbegrippen natuurbehoud en beheerslandbouw. Natuurkerngebieden Natuurverbindingsgebieden Kleine landschapselementen Natuur/natuurlijk Streefbeeld in verband met natuurbehoud Biologisch waardevolle elementen Beheerslandbouw Wildbeheersing
DEEL 2: NATUUR EN HALFNATUUR IN VLAANDEREN (5 lestijden) De voornaamste ecoregio’s in Vlaanderen Ecoregio's in Vlaanderen situeren. Het begrip landschap Het begrip landschap definiëren. Verschillende typen landschap in WestVerschillende landschapstypen in eigen Vlaanderen streek verkennen, situeren en noemen. De kust/duinen/duingraslanden De verschillen en overeenkomsten in de Polders: verschillende landschaptypen in eigen - Ontstaan en geschiedenis streek aantonen. - Waardevolle polderlandschappen (kreken, De ecologisch waardevolle gebieden en zandruggen …) landschapelementen in eigen streek situe- Planten uit de polders: zilte graslanden ren. - Weidevogels: ganzen, grutto, kievit - Kleine landschapselementen: poelen en dijken De Zandstreek/Houtland: Ontstaan en geschiedenis (oerbos/wastine/ontginning/bebossing) Cultuurhistorische landschappen: kouter/ bulkenlandschap/ Veldgebieden Natuur in het Houtland: bos/heide/soortenrijke graslanden/ valleigebieden/meersen Kleine landschapselementen: houtkanten, knotbomen, bermen D/2002/0279/061
10
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
De Zandleemstreek Het Heuvelland: hagen en heggen/ bronbossen
DEEL 3: NATUUR ROND DE BOERDERIJ ( 6 LESTIJDEN) Planten en dieren die in de natuur rond de Hagen, houtkanten, knotbomen, wilgengriend, boerderij voorkomen herkennen en benoemen. geriefhout Dieren in de drinkpoel voor vee: amfibieën, oeverplanten. Vogels: zwaluw, patrijs, geelgors, holenbroeders, roofvogels Dieren: haas, konijn, vos, marterachtigen Planten en kruiden: boerenwormkruid, duizendblad Insecten: vlinders, bijen, libellen DEEL 4: INTEGRAAL WATERBEHEER ( 11 LESTIJDEN) 4.1 -
-
-
Natuurlijke en kunstmatige waterlopen van elkaar onderscheiden. Voorbeelden van natuurlijke en kunstmatige waterlopen situeren en opnoemen.
-
De factoren waarmee men rekening houdt bij het bepalen van de waterkwaliteit opnoemen. Op eenvoudige wijze zelf de kwaliteit van het water bepalen.
Factoren waarmee men rekening houdt bij het bepalen van de waterkwaliteit: Fysio-chemische waterkwaliteit: zuurstof, zuurtegraad, nutriënten, doorzichtigheid Biologische waterkwaliteit: macroinvertebraten, waterplanten, vissen Oorzaken van waterverontreiniging: Afvalwater, eutrofiëring, diffuse verontreiniging, slibkwaliteit, overstorten 4.3 Waterbeheersing
-
Oorzaken van waterverontreiniging aantonen en noemen.
-
Mogelijkheden om overtollig water af te voeren herkennen en noemen. De waterafvoercapaciteit van verschillende waterafvoersystemen en/of systemen die overtollig water kunnen bergen inschatten. Problemen die zich voordoen bij wateroverlast verwoorden.
-
-
Indeling van de waterlopen
D/2002/0279/061
De natuurlijke waterlopen : Bron/ontstaan Meandering/stroomkuilenpatroon Het valleigebied De kunstmatige waterlopen: Kanalen Polderwaterlopen Grachten 4.2 Waterkwaliteit -
-
-
11
Mogelijkheden om wateroverlast te voorkomen: Waterberging, grondwater Klassieke waterafvoer Problemen die ontstaan als gevolg van wateroverlast: Overstroming, verdroging, verzilting, verzakking, erosie, structuurverlies, aanslibbing
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.4
-
-
Het begrip integraal waterbeheer omschrijven. Mogelijkheden om aan integraal waterbeheer te doen aantonen en noemen. Maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, herkennen en noemen.
-
Integraal waterbeheer Het begrip integraal waterbeheer: Stroombekkenbeleid Natuurtechnische milieubouw: oeververdediging, slibvang, retentiebekken Herwaardering grachtenstelsel Bemalingssytemen. Maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren: Afkoppeling regenwater Kleinschalige waterzuivering: rietvelden, zuiveringsgracht, Waterzuiveringsstations Rioleringsnetwerk.
DEEL 5: AGRARISCH NATUURBEHEER ( 15 LESTIJDEN ) Het begrip agrarisch natuurbeheer omWat verstaan onder agrarisch natuurbeschrijven. heer? Voorbeelden van agrarisch natuurbeheer Voorbeelden van agrarische natuurbeheer: herkennen en de juiste inhoud ervan verAkkerrandbeheer woorden. Aanleg houtkanten Projecten agrarisch natuurbeheer realiseWeidevogelbeheer ren Beheer botanisch grasland Een landschapbedrijfsplan en/of beBebossing van landbouwgronden drijfsnatuurplan interpreteren. Bescherming oude rassen Een constructieve bijdrage leveren tot het Wildbeheer ontwerpen van een landschapbedrijfsplan Landschapsbedrijfsplan/bedrijfsnatuurplan en/of bedrijfsnatuurplan. Initiatieven om de bedrijfsgebouwen beter Voorbeelden van integratie van bedrijfsgete integreren in het landschap: bouwen in het landschap aantonen en kriBeplanting: erf doortrekken in het landschap tisch beoordelen. Agrarische architectuur: materiaalgebruik, vormgeving DEEL 6: WETTELIJK KADER WAARBINNEN BEHEERSLANDBOUW MOGELIJK IS ( 7 lestijden ) De voornaamste wettelijke bepalingen die Terminologie: verband houden met het uitoefenen van Gewestplan beheerslandbouw uitleggen. Ruimtelijk structuurplan De consequenties voor landbouwbedrijven Mestwetgeving van de wettelijke bepalingen die verband Drinkwaterwinning en kwetsbare gebieden met beheerslandbouw en natuurbescherVogelrichtlijngebieden ming opnoemen. Habitatgebieden Kapvergunningen Natuurdecreet Landinrichting/ruilverkaveling/natuurinrichting Bosdecreet DEEL 7. OVEREENKOMSTEN, VERGOEDINGEN EN SUBSIDIES IN VERBAND MET BEHEERSLANDBOUW ( 8 lestijden) Doelstellingen van het afsluiten van beOvereenkomsten en doelstelling van: heers- en gebruiksovereenkomsten formuBeheersovereenkomsten leren. Gebruiksovereenkomsten Instellingen en organisaties die vergoedinInstellingen en organisaties die vergoedingen en subsidies verlenen voor het uitoegen en subsidies verlenen voor het uitoefenen van beheerslandbouw opzoeken op fenen van beheerslandbouw internet. Overzicht van de bedragen die worden uitDe vergoedingen die worden uitbetaald betaald voor het uitoefenen van beheerslandbouw opzoeken op internet of anderen kanalen. D/2002/0279/061
12
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
PEDAGOGISCHE EN DIDACTISCHE WENKEN Het vak TV Beheerslandbouw kan niet los gezien worden van het vak PV Stages en PV Project/Seminarie. De bovenstaande theoretische leerinhouden krijgen binnen de vakken stages en projecten/seminaries een praktische vertaling. Leerlingen die geïnteresseerd zijn in beheerslandbouw moeten een periode stage lopen op een landbouwbedrijf dat een beheersovereenkomst met de overheid heeft afgesloten. Ze kunnen ook participeren in algemene milieuprojecten van de overheid of van natuurverenigingen. Zodoende worden de leerlingen geconfronteerd met de reële praktijksituatie en maken ze ook kennis met de mogelijkheden en beperkingen ervan. Via het vak PV Project/Seminarie krijgen de leerlingen de kans om zich te verdiepen in bovenstaande onderwerpen en dit gedurende vier lestijden per week. Deze mogelijkheid biedt een unieke kans om de geïntegreerde proef als vorm van zelfstandig werk gestalte te geven. Indien de leerlingen er in slagen de beperkingen en mogelijkheden van beheerslandbouw, vertrekkend vanuit hun eigen bedrijfssituatie, op een kritische manier in een eindrapport te vast te leggen dan is dit zeer vormend. Binnen het vak bedrijfsbeheer wordt een algemeen kader aangeboden i.v.m. het zelfstandig ondernemen. Ook algemene ondernemersvaardigheden zijn aan de orde. Vertrekkend vanuit het vak bedrijfsbeheer maakt men in het vak TV Beheerslandbouw kennis met de specifieke administratieve verrichtingen en verplichtingen, wetgeving en bedrijfseconomie die voor het runnen van een dergelijke onderneming noodzakelijk is. Omgekeerd moet het vak bedrijfsbeheer inspelen op de ondernemersvaardigheden die nodig zijn bij het uitbaten van een onderneming. Dit vak biedt ook veel mogelijkheden om een vakoverschrijdende samenwerking tot stand te brengen met de algemene vakken. De leerkrachten dienen hierop in te spelen. Het aanleren van communicatieve en ICTvaardigheden dienen vakoverschrijdend te gebeuren.
D/2002/0279/061
13
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.2
TV VERWERKING EN VERKOOP VAN HOEVEPRODUCTEN
2 lestijden per week = 50 lestijden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
DEEL 1: ALGEMENE WETGEVING IN VERBAND MET HET THUISVERWERKEN EN -VERKOPEN VAN ZUIVELPRODUCTEN AFKOMSTIG VAN HET LANDBOUWBEDRIJF Algemene begrippen in verband met het thuis verwerken en – verkopen van hoeveproducten. De begrip thuisverwerking en –verkoop omHet begrip thuisverwerking en -verkoop van schrijven. hoeveproducten. Verschillende uitbatingvormen in verband Verschillende uitbatingvormen i.v.m thuismet de thuisverwerking en thuisverkoop van verwerking van hoeveproducten hoeveproducten herkennen en verwoorden. Organisatie van de thuisverwerking van hoeVoornaamste verenigingen in België herkenveproducten in België. nen, noemen en hun specifieke functie verDoelstellingen bij het thuis verwerken en woorden. thuis verkopen van hoeveproducten De doelstellingen waaruit een landbouwer start met hoevetoerisme verwoorden. De voornaamste evoluties die zich voordoen Evolutie en trends in verband met de verop het gebied van thuisverwerking en verwerking en verkoop van hoeveproducten in koop van hoeveproducten binnen België en België Europa herkennen en verwoorden. De voornaamste oorzaken van de wijzigingen die zich voordoen op het gebied thuisverwerking en -verkoop binnen België en Europa herkennen en verwoorden. Algemene handelswetgeving die van toepassing is bij het verkopen en verwerken van hoeveproducten De algemene handelswetgeving die van toePrijsbepaling passing op de thuisverkoop van zuivelproPrijsaanduiding ducten interpreteren en op een correcte maEtikettering nier toepassen. Wanneer moet een product voorzien zijn van een etiket? Wat moet er op een etiket vermeld worden? Specifieke verplichte vergunningen voor het thuis verwerken en thuisverkopen van zuivelproducten Bepalen welke vergunningen een concrete Algemene en bijzondere voorwaarden tot uitbatingvorm van thuisverwerking en vererkenning voor het bereiden van hoeveprokoop moet bezitten. ducten De wetgeving in verband met thuisverwerAlgemene en bijzondere hygiënevoorschrifking en -verkoop interpreteren en toepassen ten in concrete praktijksituaties. Aanvragen van erkenningen i.v.m thuisverEen aanvraagprocedure bij het starten met werking en –verkoop van hoeveproducten. thuisverwerking en -verkoop op een correcte Vergunning voor het verdelen en verkopen manier uitvoeren. van zuivelproducten Het verband leggen tussen enerzijds de verVergunning voor plaatsen waar voedingsschillende vergunningen die nodig zijn voor middelen behandeld of in handel gebracht het thuis verwerken en thuis verkopen van worden zuivelproducten en anderzijds de organisaAanvraagprocedures van de verschillende ties die ze uitreiken. vergunningen Organisaties die bevoegd zijn voor het uitreiken van vergunningen
D/2002/0279/061
14
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
De specifieke fiscaliteit in verband met het thuisverkopen van hoeveproducten interpreteren en toepassen in concrete praktijksituaties.
Specifieke fiscaliteit in verband met het thuis verwerken en thuis verkopen van zuivelproducten.
DEEL 2: KWALTITEITSCONTROLE EN -BEWAKING VAN De doelstellingen van en de verplichtingen t.o.v. HACCP verwoorden. Kritische punten tijdens het productieproces (di1e risico’s inhouden voor de kwaliteit van het eindproduct) inventariseren en bewaken. Kwaliteitscontrole uitvoeren voor, tijdens en na het productieproces van zuivelproducten. Controleplan en controlefiche in verband met de productie van zuivelproducten opstellen. Aan de hand van voorbeelden uitleggen wat productaansprakelijkheid betekent. De gevolgen van onzorgvuldige kwaliteitsbewaking inschatten. -
-
GEPRODUCEERDE ZUIVELPRODUCTEN Kwaliteitscontrole bij zuivelproducten Wat verstaat men onder HACCP? Wat zijn de doelstellingen van HACCP? Verplichtingen t.o.v. HACCP Opstellen van een controleplan i.v.m de kwaliteitsbewaking van zuivelproducten Opstellen van controlefiches i.v.m kwaliteitsbewaking van zuivelproducten Productaansprakelijkheid
DEEL 3: HET BEREIDEN VAN ZUIVELPRODUCTEN VERTREKKEND VAN EIGEN HOEVEPRODUCTEN 3.1 Het bereiden van boter De ingrediënten voor het bereiden van boter Ingrediënten herkennen, noemen en op kwaliteit beoordeMateriaal len. Uitrustingen Het materiaal nodig bij het bereiden van Het bereidingsproces van boter boter, noemen en op de juiste wijze hanteKwaliteitseisen gesteld aan boter ren. Houdbaarheid en bewaring De uitrustingen die nodig zijn bij het bereiKwaliteitscontrole van de boter den van boter opsommen en de werking ervan uitleggen. De verschillende fazen in het bereidingsproces van boter in de juiste volgorde plaatsen en het belang van iedere fase aantonen. De kwaliteit van bereide boter beoordelen. Factoren die een invloed hebben op de houdbaarheid van boter opnoemen en de gepaste maatregelen toepassen om deze optimaal te bewaren. Aan de hand van een recept boter bereiden.
-
-
-
-
3.2 Het bereiden van yoghurt Ingrediënten Materiaal Uitrustingen Het bereidingsproces van yoghurt Kwaliteitseisen gesteld aan yoghurt Houdbaarheid en bewaring van yoghurt Kwaliteitscontrole van de yoghurt
De ingrediënten voor het bereiden van yoghurt herkennen, noemen en op kwaliteit beoordelen. Het materiaal nodig bij het bereiden van yoghurt noemen en op de juiste wijze hanteren. De uitrustingen die nodig zijn bij het bereiden van yoghurt opsommen en de werking ervan uitleggen. De verschillende fazen in het bereidingspro-
D/2002/0279/061
15
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
ces van yoghurt in de juiste volgorde plaatsen en het belang van iedere fase aantonen. De kwaliteit van bereide yoghurt beoordelen. Factoren die een invloed hebben op de houdbaarheid van yoghurt opnoemen en de gepaste maatregelen nemen om deze optimaal te bewaren. Aan de hand van een recept yoghurt bereiden. 3.3 Het bereiden van plattekaas Ingrediënten Materiaal Uitrustingen Het bereidingsproces van plattekaas Kwaliteitseisen gesteld aan plattekaas Houdbaarheid en bewaring van plattekaas. Kwaliteitscontrole van plattekaas.
De ingrediënten voor het bereiden van plattekaas herkennen, noemen en op kwaliteit beoordelen. Het materiaal nodig bij het bereiden van plattekaas noemen en op de juiste wijze hanteren. De uitrustingen die nodig zijn bij het bereiden van plattekaas opsommen en de werking ervan uitleggen. De verschillende fazen in het bereidingsproces van plattekaas in de juiste volgorde plaatsen en het belang van iedere fase aantonen. De kwaliteit van bereide plattekaas beoordelen. Factoren die een invloed hebben op de houdbaarheid van plattekaas opnoemen en de gepaste maatregelen nemen om deze optimaal te bewaren. Aan de hand van een recept plattekaas bereiden.
De ingrediënten voor het bereiden van kaas herkennen, noemen en op kwaliteit beoordelen. Het materiaal nodig bij het bereiden van kaas noemen en op de juiste wijze hanteren. De uitrustingen die nodig zijn bij het bereiden van kaas opsommen en de werking ervan uitleggen. De verschillende fazen in het bereidingsproces van kaas in de juiste volgorde plaatsen en het belang van iedere fase aantonen. De kwaliteit van bereide kaas beoordelen. Factoren die een invloed hebben op de houdbaarheid van kaas opnoemen en de gepaste maatregelen nemen om deze optimaal te bewaren. Aan de hand van een recept kaas bereiden.
D/2002/0279/061
16
3.4 Het bereiden van kaas Ingrediënten -
Materiaal
-
Uitrustingen
-
Overzicht van de verschillende soorten kaas
-
Het bereidingsproces van kaas
-
Kwaliteitseisen gesteld aan kaas
-
Houdbaarheid en bewaring van kaas
-
Kwaliteitscontrole van kaas
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
-
-
-
-
-
3.5 Het bereiden van roomijs Ingrediënten Materiaal Uitrustingen Overzicht van de verschillende soorten roomijs Het bereidingsproces van roomijs Kwaliteitseisen gesteld aan roomijs Houdbaarheid en bewaring van roomijs Kwaliteitscontrole van roomijs
De ingrediënten voor het bereiden van roomijs herkennen, noemen en op kwaliteit beoordelen. Het materiaal nodig bij het bereiden van roomijs noemen en op de juiste wijze hanteren. De uitrustingen die nodig zijn bij het bereiden van roomijs opsommen en de werking ervan uitleggen. De verschillende fazen in het bereidingsproces van roomijs in de juiste volgorde plaatsen en het belang van iedere fase aantonen. De kwaliteit van bereide roomijs beoordelen. Factoren die een invloed hebben op de houdbaarheid van roomijs opnoemen en de gepaste maatregelen nemen om deze optimaal te bewaren. Aan de hand van een recept roomijs bereiden.
DEEL 4: RENTABILITEIT EN KOSTPRIJSBEREKENING Uitgaand van een concreet voorbeeld en aan de hand van een theoretisch berekeningsmodel de te verwachten rentabiliteit berekenen. -
-
-
De rentabiliteit van bestaande uitbatingen die hoeveproducten bereiden aan de hand van de rentabiliteitsnormen inschatten. Aan de hand van een concrete situatie de arbeidsbehoefte en beschikbare arbeid verbonden aan het produceren en verkopen van hoeveproducten berekenen.
-
Hoe wordt de rentabiliteit van een landbouw onderneming die hoeveproducten bereidt berekend? Theoretisch berekeningsmodel in verband met de berekening van de rentabiliteit van hoeveproducten De rentabiliteitsnormen i.v.m. de verwerking van hoeveproducten
-
Studie van de arbeidsbehoefte en de beschikbare arbeid
-
De prijs voor hoeveproducten bepalen Factoren die een invloed hebben op de slaagkansen van een ondernemer die start met het verwerken en verkopen van hoeveproducten herkennen, verwoorden en kritisch beoordelen.
-
Prijszetting of prijsbepaling Factoren die rentabiliteit en de slaagkansen van onderneming i.v.m. hoeveproducten bepalen
-
De specifieke mogelijkheden tot steun aan ondernemers die starten met het thuis verwerken en -verkopen van hoeveproducten opnoemen en toelichten.
-
Vormen van ondersteuning van startende ondernemers i.v.m. hoeveproducten Financiële ondersteuning Voorlichting en advies
-
DEEL 5: PUBLIC RELATIONS EN PROMOTIE I.V.M. DE VERKOOP VAN HOEVEPRODUCTEN De mogelijkheden om promotie te voeren Mogelijkheden om promotie te voeren voor hoevoor eigen hoeveproducten herkennen en veproducten gebruiken. Mond aan mond reclame Aan de hand van concrete voorbeelden een Schriftelijke reclame folder voor promotie van eigen hoeveproducRepresentaties ten opstellen. Internationale beurzen Een website van eigen onderneming in verPlaatselijke beurzen band met de verkoop van hoeveproducten Websites beheren. D/2002/0279/061
17
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
Algemeen de organisaties en de mogelijkheden van het voeren van promotie voor hoeveproducten herkennen en hun rol verwoorden.
PEDAGOGISCHE EN DIDACTISCHE WENKEN -
Dit vak TV Verwerking en verkoop van hoeveproducten kan niet los gezien worden van het vak PV Stages en PV Project/Seminarie.De bovenstaande theoretische leerinhouden krijgen binnen de vakken stages en projecten/seminaries een praktische vertaling.
-
Leerlingen die geïnteresseerd zijn in het vak verwerking en verkoop van hoeveproducten moeten een periode stage lopen op een bedrijf dat thuis verwerking en thuisverkoop op een professionele manier aanbiedt. Zodoende worden de leerlingen geconfronteerd met de reële praktijksituatie en maken ze ook kennis met de mogelijkheden en beperkingen ervan. Ook het bereiden van hoeveproducten bij een gespecialiseerd bedrijf en/of een praktijkschool behoort tot de mogelijkheden.
-
Via het vak PV projecten/seminaries krijgen de leerlingen de kans om zich te verdiepen in bovenstaande onderwerpen en dit gedurende vier lestijden per week. Deze mogelijkheid biedt een unieke kans om de geïntegreerde proef als vorm van zelfstandig werk gestalte te geven. Indien de leerlingen er in slagen de beperkingen en mogelijkheden van de verwerking van hoeveproducten, vertrekkend van uit hun eigen bedrijfssituatie, op een kritische manier in een eindrapport vast te leggen dan is dit zeer vormend.
-
Binnen het vak bedrijfsbeheer wordt een algemeen kader aangeboden i.v.m. het zelfstandig ondernemen. Ook algemene ondernemersvaardigheden zijn aan de orde. Vertrekkend vanuit het vak bedrijfsbeheer maakt men in het vak TV verwerking en verkoop van hoeveproducten kennis met de specifieke administratieve verrichtingen en verplichtingen,wetgeving en bedrijfseconomie die voor het runnen dergelijke onderneming noodzakelijk zijn. Omgekeerd moet het vak bedrijfsbeheer inspelen op de algemene kennis van bedrijfsbeheer die nodig bij het uitbaten van een onderneming in verband met verwerken en verkopen van hoeveproducten.
-
Dit vak biedt ook veel mogelijkheden om vakoverschrijdende samenwerking tot stand te brengen met de algemene vakken. De leerkrachten dienen hierop in te spelen. Het aanleren van communicatieve en ICT- vaardigheden dienen vakoverschrijdend te gebeuren.
D/2002/0279/061
18
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.3
TV ALTERNATIEVE TEELTEN
2 LESTIJDEN PER WEEK ( 50 LESTIJDEN) Uitgangspunten: tijdens het eerste en tweede leerjaar hebben de leerlingen reeds kennis gemaakt met een aantal klassieke teelten die in onze streken worden beoefend. Dit vak biedt een unieke kans om een aantal teelten te behandelen die minder frequent voorkomen, maar voor de leerlingen nieuwe uitdagingen en kansen inhouden. Bij het vak teelten gaat het niet zozeer om de kennis van de teelt zelf, maar het aanleren van algemene transferbare kennis, inzichten en vaardigheden. Leerlingen moeten vooral probleemoplossend leren, denken en handelen. Het verwerven van een methodiek om zich snel te bekwamen in een nieuwe teelt ( = nieuw probleem) en nieuwe teeltechnieken is de hoofddoelstelling. De leerkracht kan samen met de leerlingen bij het begin van het schooljaar enkele modelteelten voorop stellen en deze uitwerken aan de hand van onderstaande leerinhouden en doelstellingen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN DEEL 1. OVERZICHT VAN NIEUWE MOGELIJKHEDEN TOT HET STARTEN MET ALTERNATIEVE TEELTEN. Het begrip alternatieve teelten verwoorHet begrip alternatieve teelten den. Nieuwe teeltmogelijkheden en teelttechOverzicht van de nieuwe teeltmogelijkhenieken inventariseren. den Op een kritische manier kansen en valkuiKansen en valkuilen i.v.m. de start met len bij de keuze voor alternatieve teelten alternatieve teelten vaststellen. DEEL 2:. ALTERNATIEVE PLANTAARDIGE PRODUCTIES De voornaamste plantkundige kenmerken Wat zijn de plantkundige kenmerken van van de gekozen plantensoort herkennen de modelteelt(en)? en omschrijven. Via literatuurstudie een synthese maken Welke teelteisen stelt de modelteelt? van de belangrijkste eisen die de gekozen plantensoort stelt om een kwaliteitsproduct af te leveren. De eisen die de gekozen plantensoort aan Welke eisen stelt de keuzeplant aan de de grond en/of substraat stelt verwoorgrond en/of substraat? den. De eisen die de gekozen plantensoort op Welke eisen stelt de keuzeplant in verband het gebied van voeding stelt, verwoorden. met de voeding? -
De eisen die de gekozen plantensoort stelt aan het klimaat verwoorden.
-
-
Doelstellingen waarvan men uitgaat bij de planning van een teelt, formuleren. Kwaliteitseisen waaraan het geteelde product moet voldoen, inventariseren. De verschillende teeltmogelijkheden van de gekozen plantensoort onderzoeken en opsommen. Onderzoeken welke teeltmogelijkheden haalbaar zijn in functie van het bedrijf.
Wat zijn de doelstellingen van de modelteelt? Onderzoek naar de kwaliteitseisen van het geteelde product Onderzoek naar de verschillende teeltmogelijkheden
-
-
D/2002/0279/061
19
Welke eisen stelt de keuzeplant in verband met het klimaat?
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
De infrastructuur die nodig is om de modelteelt op een rendabele wijze te organiseren, inventariseren. Eisen waaraan de infrastructuur moet voldoen, onderzoeken en opsommen. De machines en installaties die nodig zijn voor het realiseren van de modelteelt, bedienen. De werking van machines en installaties nodig voor het realiseren van een kwaliteitsproduct verklaren. De criteria verwoorden waarmee men rekening houdt bij de rassenkeuze. De voornaamste rassen herkennen en de belangrijkste verschilpunten verwoorden. De rassenlijst hanteren en de betekenis van de belangrijkste raskenmerken bij de rassenkeuze verwoorden. Rassenkeuze maken. Omschrijven hoe de gekozen plantensoort op commerciële basis wordt vermeerderd en opgekweekt. De voornaamste verzorgingsactiviteiten van de modelteelt herkennen en opsommen. Teeltvoorbereidingen uitvoeren.
Welke investeringen zijn nodig om de modelteelt op een rendabele wijze te organiseren?
-
Teeltvoorbereidingen
Voedingsbehoefte van de gekozen plantensoort verwoorden. Bemestingsplan voor de modelteelt opstellen en uitvoeren. Voornaamste parasieten en schadebeelden herkennen die specifiek zijn voor de gekozen plantensoort. Een efficiënt en milieuvriendelijk gewasbeschermingsplan voor de modelteelt opstellen en verantwoorden. Een vooropgesteld gewasbeschermingsplan voor de modelteelt uitvoeren. Een onkruidbeheersplan opstellen voor de modelteelt. Het onkruidbeheersplan uitvoeren.
-
Bemesting: Voedingsbehoefte van gekozen plantensoort Bemestingsplan opstellen. Parasieten en parasietenbeheersing: Opstellen gewasbeschermingsplan Uitvoeren van het gewasbeschermingsplan
-
Onkruidbeheersing: Opstellen onkruidbeheersplan Uitvoeren onkruidbeheersplan
Het teeltproduct oogsten. Het teeltproduct sorteren en marktklaar maken volgens de voorgeschreven richtlijnen. Afzetkanalen voor de geproduceerde gewassen herkennen. Geoogste producten op een efficiënte manier bewaren met behoud van de kwaliteit. De mogelijkheden om de modelteelt op een biologische en/of duurzame wijze te telen omschrijven.
-
Oogsten, sorteren, marktklaar maken en afzetten van geoogste producten
-
Bewaring van geoogste producten
D/2002/0279/061
Welke rassen kiezen we in functie van de doelstellingen van de teelt en de teeltmogelijkheden?
Hoe wordt de keuzeplant op commerciële basis vermeerderd en opgekweekt? Verzorgingsactiviteiten aan de modelteelt
-
Mogelijkheden van biologische teeltwijze en/of geïntegreerde teeltwijze en duurzame teelttechnieken
20
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Rentabiliteit van de modelteelt berekenen. Het te verwachten inkomen uit de modelteelt inschatten. Factoren die hierbij belangrijk zijn voor het teeltresultaat, verwoorden.
Rentabiliteit van de teelt.
-
De productiemiddelen nodig om een rendabele teelt te bekomen, opsommen.
-
Analyse van productiemiddelen die nodig zijn om de teelt op een rendabele manier te organiseren
-
De factoren die de arbeidsbehoefte bepalen opnoemen.
-
Analyse van de arbeidsbehoefte van de teelt
-
Bepalen in hoeverre en op welke manier de modelteelt inpasbaar is in het teeltplan en de bedrijfsstructuur. Afzetmogelijkheden van het geteelde product herkennen en omschrijven.
-
Onderzoek naar de inpasbaarheid in het bedrijf
-
Onderzoek naar de afzetmogelijkheden van het teeltproduct Marktstudie
-
-
-
-
Te verwachten inkomen kan worden verworven uit de teelt Analyse van te verwachten inkomsten Analyse van de te verwachten kosten
Teeltgegevens rapporteren en registreTeeltregistratie: ren. Opmaken teeltfiche en/of perceelfiche Perceelfiche en/of teeltfiche invullen. DEEL 3: ALTERNATIEVE DIERLIJKE PRODUCTIES (25 lestijden) Nieuwe teeltmogelijkheden en teelttechOverzicht van de verschillende alternatienieken i.v.m. dierlijke productie inventarive mogelijkheden in dierlijke producties seren. De leefomstandigheden van de gekozen De leefomstandigheden van de gekozen diersoort in de vrije natuur analyseren en diersoort in de vrije natuur verwoorden. De delen van de uitwendige bouw van de Uitwendige kenmerken van de gekozen gekozen diersoort herkennen en benoediersoort: men. De uitwendige bouw Het exterieur van de dieren op basis van Rassenstandaard de rassenstandaard van de gekozen dierExterieurbeoordeling soort beoordelen. Positieve en negatieve zaken i.v.m. het exterieur op keuringsrapporten vaststellen. Aan de hand van de uitwendige kenmerTypen en hun voornaamste kenmerken ken de voornaamste typen van de gekozen diersoort herkennen en de voornaamste kenmerken verwoorden. Aan de hand van uitwendige kenmerken Rassen de voornaamste rassen herkennen en de voornaamste kenmerken verwoorden. Criteria voor de rassenkeuze opstellen in Rassenkeuze in functie van het teeltdoel. functie van de teeltdoelstellingen en de bedrijfsstructuur. Levensloop en productiecycli van de gekozen diersoort De voortplantingswijze en de productiecyDe voortplantings- en productiecyclus clus van de gekozen diersoort beschrijven. Teeltgegevens i.v.m. de vruchtbaarheid Registratie van gegevens in verband met en productiecyclus registreren. vruchtbaarheid -
D/2002/0279/061
21
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
-
-
-
-
-
-
De verplichte administratie i.v.m. de gekozen diersoort bijhouden. Dieren identificeren. De kengetallen i.v.m. vruchtbaarheid en productie van de gekozen diersoort opnoemen en interpreteren. Bedrijfskengetallen vergelijken met het gemiddelde voor het ras en conclusies voor eigen bedrijfsvoering hieruit afleiden.
Verplichte administratie en identificatie van dieren
-
Kengetallen in verband met de vruchtbaarheid van dieren
Voeding van de gekozen diersoort Voedingsbehoeften van de gekozen diersoort
Via literatuurstudie de voedingsbehoefte van de gekozen diersoort vaststellen en verwoorden. Rantsoen voor de gekozen diersoort berekenen.
-
Rantsoenberekening voor de gekozen diersoort
Voersystemen voor de gekozen diersoort herkennen, noemen en beoordelen. De eisen die de gekozen diersoort aan huisvesting stelt, verwoorden. Vormen van huisvesting van de gekozen diersoort beoordelen op milieu- en diervriendelijkheid. De verschillende verzorgingsactiviteiten voor de gekozen diersoort herkennen, noemen en inventariseren. Veilig omgaan met de gekozen diersoort.
-
Voersystemen voor de gekozen diersoort
-
Veilig omgaan met gekozen diersoort
Verzorgingsactiviteiten uitvoeren aan de gekozen diersoort. De voornaamste ziekten bij de gekozen diersoort herkennen, voorkomen en behandelen.
-
Verzorging van het gekozen diersoort
-
De verschilpunten tussen traditionele, biologische en duurzame teeltwijze van de gekozen diersoort vaststellen en verwoorden.
-
Te verwachten inkomen uit de modelteelt inschatten. Factoren die een belangrijke invloed op het teeltresultaat hebben, verwoorden.
-
-
Huisvesting van de gekozen diersoort
Verzorgingsactiviteiten aan de gekozen diersoort
Ziekten en ziektebestrijding van de gekozen diersoort. Verschillende teeltwijze van de gekozen diersoort Traditionele teeltwijze Biologische teeltwijze Initiatieven om te komen tot een duurzame productiewijze van gekozen diersoort Rentabiliteit modelteelt Te verwachten inkomen uit de teelt van de gekozen diersoort
PEDAGOGISCHE EN DIDACTISCHE WENKEN -
Dit vak TV Alternatieve teelten kan niet los gezien worden van het vak PV Stages en PV Project/ Seminarie. De bovenstaande theoretische leerinhouden krijgen binnen de vakken Stages en Project/ Seminarie een praktische vertaling.
-
Leerlingen die geïnteresseerd zijn in het vak alternatieve teelten moeten een periode stage lopen op een bedrijf dat alternatieve teelten op een professionele manier aanbiedt. Zodoende worden de leerlingen geconfronteerd met de reële praktijksituatie en maken ze ook kennis met de mogelijkheden en beperkingen ervan.
D/2002/0279/061
22
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
Via het vak PV Project/Seminarie krijgen de leerlingen de kans om zich te verdiepen in bovenstaande onderwerpen en dit gedurende vier lestijden per week. Deze mogelijkheid biedt een unieke kans om de geïntegreerde proef als vorm van zelfstandig werk gestalte te geven. Indien de leerlingen er in slagen de beperkingen en mogelijkheden van alternatieve teelten, vertrekkend van uit hun eigen bedrijfssituatie, op een kritische manier in een eindrapport te vast te leggen dan is dit zeer vormend.
-
Binnen het vak projecten en seminaries wordt de mogelijkheid geboden om samen de leerling(en) eigen projecten in verband met alternatieve teelten op school realiseren.
-
Binnen het vak bedrijfsbeheer wordt een algemeen kader aangeboden i.v.m. het zelfstandig ondernemen. Ook algemene ondernemersvaardigheden zijn aan de orde. Vertrekkend vanuit het vak bedrijfsbeheer maakt men in het vak TV alternatieve teelten kennis met de specifieke administratieve verrichtingen en verplichtingen,wetgeving en bedrijfseconomie die voor het runnen dergelijke onderneming noodzakelijk is. Omgekeerd moet het vak bedrijfsbeheer inspelen op de algemene kennis van bedrijfsbeheer die nodig bij het uitbaten van een onderneming in verband met alternatieve teelten.
-
Hieronder worden enkele mogelijkheden van alternatieve teelten op een rijtje gezet: Teelt van kruiden en planten voor de productie van geneesmiddelen. Duurzame teelten Biologische plantaardige productie Teelt van paling en andere vissen voor consumptie De teelt van herten De teelt van struisvogels De teelt van schapen De teelt van geiten Productie van honing en het telen van bijen. Telen van wormen Kweken van maden (visaas, vogelvoedsel …) Kweken van planten voor waterzuivering Het kweken en onderhouden van oude rassen
-
Dit vak biedt ook veel mogelijkheden om een vakoverschrijdende samenwerking tot stand te brengen met de algemene vakken. De leerkrachten dienen hierop in te spelen. Het aanleren van communicatieve en ICT- vaardigheden dienen vakoverschrijdend te gebeuren.
D/2002/0279/061
23
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.4
TV HOEVETOERISME
2 lestijden per week = 50 lestijden
LEERPLANDOELSTELLINGEN -
-
LEERINHOUDEN Algemene begrippen in verband met toerisme Definitie hoevetoerisme Definitie plattelandstoerisme Organisatie van het toerisme in België Verenigingen en organisaties in Vlaanderen in verband met toerisme en specifiek met hoevetoerisme Doelstellingen bij het organiseren van hoevetoerisme.
De definitie van hoevetoerisme en plattelandstoerisme verwoorden. Vormen van hoevetoerisme onderscheiden van andere vormen van toerisme. De voornaamste verenigingen in België herkennen, noemen en hun specifieke functie verwoorden. De doelstellingen waarmee een landbouwer start met hoevetoerisme verwoorden.
Welke infrastructuur en investeringen zijn nodig om als landbouwer te starten met hoevetoerisme? -
-
-
-
-
De verschillende uitbatingmogelijkheden binnen hoevetoerisme herkennen en verwoorden. Aan de hand van concrete voorbeelden de noden aan infrastructuur en investeringen in verband met hoevetoerisme inschatten en uitschrijven. De minimumeisen die worden gesteld aan de infrastructuur van hoevetoerisme opsommen. De voornaamste evoluties die zich voordoen op het gebied van hoevetoerisme binnen België en Europa herkennen en verwoorden. De voornaamste oorzaken van de wijzigingen die zich voordoen op het gebied van hoevetoerisme binnen België en Europa herkennen en verwoorden
-
Welke uitbatingvormen inzake hoevetoerisme zijn mogelijk?
-
Welke infrastructuur en investeringen vragen de verschillende uitbatingvormen inzake hoevetoerisme?
-
Welke minimumeisen worden gesteld aan de infrastructuur inzake hoevetoerisme?
Evoluties in verband met hoevetoerisme binnen België en Europa
Specifieke wetgeving in verband met het organiseren van hoevetoerisme -
-
-
-
Bepalen welke vergunningen een concrete uitbatingvorm in verband met hoevetoerisme moet bezitten. De wetgeving in verband met hoevetoerisme interpreteren en toepassen in concrete praktijksituaties. Een aanvraagprocedure bij het starten met hoevetoerisme op een correcte manier uitvoeren.
Wanneer is een uitbater van hoevetoerisme vergunningplichtig? Overzicht van de belangrijkste vergunningen i.v.m. hoevetoerisme Vergunning afgeleverd door de dienst Stedenbouw voor het inrichten van logies en de organisatie van hoevetoerisme Vergunning voor het verstrekken van logies (decreet op logies verstrekkende bedrijven) Attest brandveiligheid Milieuvergunning Attest eetwareninspectie indien warme maaltijden worden verstrekt Kwaliteitsnormering hoevetoerisme Doelstelling van de kwaliteitscontrole in de sector hoevetoerisme
De doelstellingen van de kwaliteitsbewaking in de sector hoevetoerisme verwoorden.
D/2002/0279/061
24
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
De organisatie die kwaliteitscontroles uitvoeren in de sector hoevetoerisme herkennen, noemen en hun bevoegdheden omschrijven.
-
Wie oefent de controles op de kwaliteit van hoevetoerisme uit?
-
Het verloop van zo’n kwaliteitscontrole in de sector hoevetoerisme verwoorden.
-
Hoe verloopt een kwaliteitscontrole?
-
Aan de hand van de vooropgestelde normen in verband met kwaliteitsbepaling hoevetoerisme zelf de kwaliteitscategorie van een concrete uitbating vaststellen. De verschillende kwaliteitscategorieën in verband met hoevetoerisme herkennen en noemen.
-
Welke normen worden gehanteerd bij het bepalen van de kwaliteit?
-
Welke kwaliteitscategorieën worden gehanteerd?
-
De rentabiliteit van een landbouwonderneming die hoevetoerisme aanbiedt -
-
-
-
-
Uitgaand van een concreet voorbeeld en aan de hand van een theoretisch berekeningsmodel de te verwachten rentabiliteit berekenen.
-
De rentabiliteit van bestaande uitbatingen in verband met hoevetoerisme aan de hand de rentabiliteitsnormen inschatten. Aan de hand van een concrete situatie de arbeidsbehoefte en beschikbare arbeid verbonden aan hoevetoerisme berekenen.
-
-
De prijs voor de diensten die via hoevetoerisme worden aangeboden bepalen. Factoren die een invloed hebben op de slaagkansen van hoevetoerisme herkennen, verwoorden en kritisch beoordelen. De specifieke mogelijkheden tot steun voor startende ondernemers opnoemen en toelichten.
Hoe wordt de rentabiliteit van een landbouw onderneming die hoevetoerisme aanbiedt berekend? Theoretisch berekeningsmodel in verband met de berekening van de rentabiliteit van hoevetoerisme De rentabiliteitsnormen i.v.m. hoevetoerisme
-
Studie van de arbeidsbehoefte en de beschikbare arbeid
-
Prijszetting of prijsbepaling
-
Factoren die rentabiliteit en de slaagkansen van onderneming i.v.m. hoevetoerisme bepalen
-
Vormen van ondersteuning van startende ondernemers i.v.m. hoevetoerisme: Financiële ondersteuning Voorlichting en advies
Nieuwe ontwikkelingen binnen de toeristische sector en binnen hoevetoerisme -
-
De nieuwste trends binnen de toeristische sector herkennen en de consequenties i.v.m. met hoevetoerisme inschatten. De nieuwste trends binnen de sector hoevetoerisme herkennen en de consequenties voor de eigen uitbating inschatten.
-
Nieuwe trends binnen de toeristische sector
-
Nieuwe trends binnen de sector hoevetoerisme
Beheer van een uitbating hoevetoerisme -
De verschillende onderhoudszorgen die een infrastructuur voor hoevetoerisme vraagt inventariseren en uitvoeren.
D/2002/0279/061
-
25
Beheer van de infrastructuur
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
Administratieve verrichtingen en verplichtingen in verband met het verblijf van gasten in het kader van hoevetoerisme op een correcte manier uitvoeren.
-
-
Veiligheidsvoorschriften in verband met hoevetoerisme toepassen. EHBO toepassen.
-
Op een klantvriendelijk wijze omgaan met de gasten die kiezen voor hoevetoerisme. Activiteiten organiseren die het verblijf van de gasten op de hoeve aangenaam maken. De ICT mogelijkheden binnen de sector herkennen en hanteren.
-
-
Administratieve verrichtingen en verplichtingen: De politiefiche Het bijhouden van de bezettingsgraad. De verplichtingen in zake prijslijsten en logo’s Boekingen verrichten Contracten opstellen Verzekeringen afsluiten Wijzigingen in de manier van uitbatingen melden Veiligheidsvoorschriften en EHBO
Omgaan met klanten: Ontvangst Dagorganisatie Organiseren of verwijzingen naar mogelijke activiteiten ICT- toepassingen
Public relations en promotie i.v.m. hoevetoerisme -
-
-
De mogelijkheden om promotie voor eigen uitbating herkennen en gebruiken. Aan de hand van concrete voorbeelden een folder voor promotie van eigen onderneming opstellen. Een website van eigen onderneming in verband met hoevetoerisme beheren. Algemeen de organisaties en mogelijkheden voor promotie voor hoevetoerisme herkennen en hun rol verwoorden.
Mogelijkheden om promotie te voeren voor hoevetoerisme: Mond-aan-mond reclame Schriftelijke reclame Representaties Internationale beurzen Plaatselijke beurzen Websites Verenigingen en organisaties die culturele en andere activiteiten promoten
De beperkingen en mogelijke valkuilen bij het starten van eigen zaak in verband met hoevetoerisme herkennen en inschatten.
Beperkingen en valkuilen bij de start met hoevetoerisme
PEDAGOGISCHE EN DIDACTISCHE WENKEN -
Dit vak TV Hoevetoerisme kan niet los gezien worden van het vak PV Stages en PV Project/Seminarie. De bovenstaande theoretische leerinhouden krijgen binnen de vakken Stages en Project/Seminarie een praktische vertaling.
-
Leerlingen die geïnteresseerd zijn in het vak hoevetoerisme moeten een periode stage lopen op een onderneming die hoevetoerisme op een professionele manier aanbiedt. Zodoende worden de leerlingen geconfronteerd met de reële praktijksituatie en maken ze ook kennis met de mogelijkheden en beperkingen ervan.
-
Via het vak PV projecten/seminaries krijgen de leerlingen de kans om zich te verdiepen in bovenstaande onderwerpen en dit gedurende vier lestijden per week. Deze mogelijkheid biedt een unieke kans om de geïntegreerde proef als vorm van zelfstandig werk gestalte te geven. Indien de leerlingen er in slagen de beperkingen en mogelijkheden van hoevetoerisme, vertrekkend van uit hun eigen bedrijfssituatie, op een kritische manier in een eindrapport vast te leggen dan is dit zeer vormend.
D/2002/0279/061
26
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
-
Binnen het vak bedrijfsbeheer wordt een algemeen kader aangeboden i.v.m. het zelfstandig ondernemen. Ook algemene ondernemersvaardigheden zijn aan de orde. Vertrekkend vanuit het vak bedrijfsbeheer maakt men in het vak TV hoevetoerisme kennis met de specifieke administratieve verrichtingen en verplichtingen, wetgeving en bedrijfseconomie die voor het runnen dergelijke onderneming noodzakelijk is. Omgekeerd moet het vak bedrijfsbeheer inspelen op de algemene kennis van bedrijfsbeheer die nodig is bij het uitbaten van onderneming in verband met hoevetoerisme.
-
Dit vak biedt ook veel mogelijkheden om een vakoverschrijdende samenwerking tot stand te brengen met de algemene vakken. De leerkrachten dienen hierop in te spelen. Het aanleren van communicatieve en ICT-vaardigheden dienen vakoverschrijdend te gebeuren.
-
Door de Vlaamse federatie voor hoeve– en plattelandstoerisme worden berekeningsmodellen voor de voor de berekening van de rentabiliteit ter beschikking gesteld. Ze zijn ontworpen om ondernemers die willen starten met hoevetoerisme inzicht te laten verwerven in de te verwachten bedrijfsresultaat. Het hanteren van deze modellen binnen de studierichting landbouwdiversificatie is een must.
D/2002/0279/061
27
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.5
PV PROJECT/SEMINARIE
4 Lestijden per week = 100 lestijden Uitgangspunten en algemene doelstellingen van het vak projecten/seminarie. Seminaries is bedoeld om de integratie van de verworven vaardigheden, kennis en inzicht tot stand te brengen. Deze integratie komt tot stand tijdens het realiseren van één of meerdere concrete projecten. Bovendien bieden projectmatig werk en seminaries uitstekende kansen tot het verdiepen en inoefenen van bepaalde deelaspecten van landbouwdiversificatie. Hieronder vindt u een overzicht wat bij elk keuzethema aan bod komt. De hoofddoelstelling van dit vak is “ het zelfstandig leren en werken van leerlingen “ en zodoende vaardigheden verwerven om een probleem op een zelfstandige basis op te lossen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN Oriëntatiefase
-
-
Een project kiezen uit een van de vier deelaspecten van landbouwdiversificatie. De verschillende mogelijkheden die in aanmerking komen voor het uitschrijven van een project onderzoeken. De keuze van het project verantwoorden. De doelstellingen van het projecten schrijven en toelichten. Voorwaarden waaraan het project moet voldoen verwoorden. Het project zelf uitschrijven. Het project voorstellen.
-
Keuze van het project/onderwerp
-
Mogelijke keuzes voor het uitschrijven van een project
-
Verantwoording van het project Doelstellingen van het project
-
Voorwaarden waaraan het project /seminarie moet voldoen. Uitschrijven van de opdracht Voorstelling van het project
-
Informatiefase -
Inventariseren wat er komt kijken bij het realiseren van het gekozen project.
-
Wat komt er allemaal kijken bij de realisatie van het project/seminarie? Over welke kennis, inzichten en vaardigheden dien ik te beschikken? Hoe en waar kan ik informatie verzamelen?
-
Inlichtingen inwinnen bij deskundigen
-
Welke investeringen zijn nodig om het project kunnen realiseren? Te verwachten rentabiliteit van het project
-
-
-
Op een efficiënte manier informatie verzamelen. Inlichtingen inwinnen bij deskundigen omtrent de praktische realisatie van het project. Bepalen welke investeringen er nodig zijn om het project te realiseren. De te verwachten rentabiliteit van het project bepalen. De wetgeving die betrekking heeft op het realiseren van het project onderzoeken en samenvatten. Bepalen hoe men praktische ervaring verwerft i.v.m. het project. Eenvoudige marktstudie i.v.m het project verrichten en verwoorden. Verwoorden op welke manier men de kwaliteit tijdens de realisatie bewaakt. Verwoorden op welke manier men het project en/of product kan presenteren en promoten.
D/2002/0279/061
-
Welke wetgeving heeft betrekking op het project?
-
Waar kan ik praktische ervaring verwerven i.v.m. met het project? Marktstudie
-
28
Hoe kan ik de kwaliteit van mijn product en/of project bewaken? Hoe kan ik mijn project en/of product presenteren en promoten?
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Planningsfase -
-
Een realistische planning opstellen voor de uitvoering van het project, rekening houdend met het voorziene tijdsbestek. Concrete afspraken uitschrijven voor de realisatie van het project. Concrete afspraken uitschrijven voor de wijze en het tijdstip van de evaluatie.
-
Opstellen van een planning voor het realiseren van het project
-
Afspraken in verband met de realisatie van het project Afspraken in verband met de evaluatie van het project
-
Realisatiefase van het project/seminarie -
Het voorgestelde project uitvoeren.
-
Het realiseren van het project De voorbereidingen De uitvoering De nazorg
Evaluatie van het project/seminarie -
Kostprijs van het concrete project berekenen. Kostprijsberekening analyseren. Conclusies i.v.m. de kosten-batenanalyse formuleren. De fouten die werden gemaakt tijdens het verloop van het project inventariseren. Eventuele voorstellen voor bijsturing van het project formuleren. Het project evalueren en de bevindingen neerschrijven in een rapport. Het project presenteren.
-
Kosten- batenanalyse
-
Foutenanalyse Formuleren van mogelijke bijsturingen
-
Zelfevaluatie
-
Presentatie van het eindproduct en/of project
PEDAGOGISCHE EN DIDACTISCHE WENKEN -
In overleg met de leerkracht kiest de leerling of de leerlingengroep een project bij de start van het schooljaar. Het project kadert in één van de vier deelaspecten van landbouwdiversificatie, met name hoevetoerisme, verwerking en verkoop van hoeveproducten, beheerslandbouw en alternatieve teelten.
-
De leerkracht zorgt er voor dat de leerlingen een realistisch en haalbaar project kiezen.
-
Tijdens het schooljaar en binnen de lessen PV Project/Seminarie krijgen de leerlingen de kans om het project vorm te geven. De leerkracht treedt op als coach. Hij/zij begeleidt, evalueert en stuurt het project.
-
Het is de bedoeling dat alle opdrachten door de leerling(en) zelf worden uitgevoerd. Op deze wijze krijgt het persoonlijk werk van de leerling vorm.
-
In de loop van het schooljaar worden alle gegevens, afspraken, activiteiten, verslagen, evaluaties, e.a. bijgehouden in een dossier per project en per leerling.
-
Als bewijsmateriaal kunnen eventueel foto’s van het gerealiseerde project en/of product aan het dossier toegevoegd worden.
-
Het project wordt best gekoppeld aan de stage. De praktische ervaring die de leerling verwerft tijdens de stageperiode kan een belangrijke ondersteuning bieden. Bij de evaluatie van het project beoordeelt men zowel het proces en het product. De klemtoon ligt vooral op het proces en op de zelfevaluatie. Analyse van de tekorten en regelmatige bijsturingen zijn noodzakelijk.
-
D/2002/0279/061
29
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.6
PV STAGES
8 LESTIJDEN PER WEEK = 200 lestijden/ schooljaar Algemene doelstellingen en uitgangspunten: De bedoeling van stage is dat leerlingen via kennismaking met de mogelijk toekomstige arbeidssituaties ervaringen verwerven op het gebied van de vier deelaspecten van landbouwdiversificatie. Voor elke deelaspect worden ongeveer 50 lestijden voorzien. Hieronder volgen de activiteitenlijsten voor de verschillende teeltaspecten.
8.1 Activiteitenlijst hoevetoerisme: 50 lestijden/schooljaar. • • • • • • • • • • • • • •
Omgaan met klanten Klanten ontvangen en verwelkomen Klanten rondleiden en kamers toewijzen Afspraken maken met klanten. Telefoneren met klanten Boekingen registreren. Promotiefolder opstellen. Promotie voeren Administratieve verrichtingen in verband met hoevetoerisme uitvoeren. Activiteiten voor klanten organiseren. Infrastructuur i.v.m. hoevetoerisme onderhouden Maaltijden organiseren Omgaan met conflictsituatie of probleemsituatie. Opstellen prijslijst
8.2 Activiteitenlijst: Verwerking en verkoop van hoeveproducten: 50 lestijden/ schooljaar • • • • • • • • •
Controlelijst invullen tijdens elke bereiding Bereiden van boter Bereiden van yoghurt Bereiden van plattekaas Bereiden van kaas Bereiden van roomijs Kwaliteitscontrole bij elke bereiding uitvoeren en rapporteren Verkoopsklaar maken van de geproduceerde hoeveproducten Prijsaanduidingen aanbrengen op de geproduceerde hoeveproducten
8.3 Activiteitenlijst:stage beheerslandbouw: 50 lestijden/schooljaar • • • • • • • •
Akkerrand beheren Hooien in een natuurgebied Aanleg en onderhoud van houtkanten Beheer botanisch grasland Streekeigen groen opkweken Streekeigen groen onderhouden Een erfbeplanting aanleggen Een erfbeplanting onderhouden
D/2002/0279/061
30
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
8.4 Activiteitenlijst stage alternatieve teelten: 50 lestijden/schooljaar Voor wat de stage alternatieve teelten betreft: ( 50 lestijden) kan de leerling kiezen tussen stage lopen op een bedrijf gespecialiseerd in een alternatieve plantaardige productie of op een bedrijf gespecialiseerd in een alternatieve dierlijke productie. Een combinatie van beide kan ook. Hieronder zijn de activiteiten voor beide keuzemogelijkheden verder uitgewerkt.
8.4.1 Activiteitenlijst stages op een bedrijf waar alternatieve plantaardige producties voorkomen ⌦ Teeltvoorbereidingen uitvoeren voor alternatieve teelten • • • • • • • • • •
Teeltplan opstellen Teelteisen formuleren Kwaliteitseisen van teelten die voorkomen op het stagebedrijf formuleren Eventueel aanpassen van de infrastructuur welke nodig is om het gekozen gewas op een rendabele wijze te produceren. Een verantwoorde rassenkeuze maken Grondbewerkingen uitvoeren Hoeveelheid planten en/of zaaizaad berekenen Opstellen en uitvoeren van een bemestingsplan Opstellen van het gewasbeschermingplan Opstellen en uitvoeren van een onkruidbeheersplan
⌦ Activiteiten gewasverzorging uitvoeren i.v.m alternatieve teelten • • • • • •
Gewassen vermeerderen Klaarmaken van zaai- of pootbed Zaaien en/of planten Bemesting uitvoeren Eventueel parasieten bestrijden Onkruid bestrijden
⌦ Alternatieve plantaardige tuinbouwproducten oogsten en marktklaar maken • • •
Het teeltproduct oogsten Het teeltproduct sorteren Het teeltproduct marktbaar maken volgens de voorgeschreven richtlijnen
⌦ Registratie van teeltgegevens van alternatieve teelten op het stagebedrijf • • •
Opstellen teelt en/of perceelsfiche(s) Opvolgen van de gewassen. Registreren van opbrengstgegevens
⌦ Verslagen van stages opstellen
D/2002/0279/061
31
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
8. 4.2 Activiteitenlijst stages op een bedrijf waar alternatieve dierlijke producties voorkomen ⌦ Verzorgingsactiviteiten bij dieren uitvoeren i.v.m alternatieve teelten • • • • • • • • • • • •
Veilig omgaan met dieren Dagelijkse verzorging van dieren uitvoeren Voeding van de dieren verzorgen Gezondheid van de dieren controleren Hygiënische voorschriften uitvoeren Dierenverblijven schoonmaken Klauwen verzorgen (U) Diergeneesmiddelen toedienen Dieren verplaatsen Huidverzorging bij dieren uitvoeren Zorgen tijdens de opfok van dieren toepassen Persoonlijke beschermingsmaatregelen nemen
⌦ Registratie van productie en -cyclusgegevens van alternatieve teelten (dierlijke producties) op het stagebedrijf • • • • •
Registratie Registratie Registratie Registratie Registratie
van cyclusgegevens van productiegegevens in verband met de voeding van de dieren in verband met de gezondheidstoestand in verband met de medicatie van de dieren
⌦ Stageverslagen opstellen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Stage kan niet als een los staand vak aangeboden worden. Stage en de technische vakken en PV Project/Seminarie” moeten door de leerlingen als een geheel worden ervaren.
-
Het voorgeschreven stagereglement is te vinden als bijlage I van de omzendbrief SOZ(91) 15 ( 10-7-91) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs. ( http://www.ond.vlaanderen)
-
De lijst van stageactiviteiten en attitudelijst is een opsomming van de activiteiten waaraan de leerlingstagiair zal participeren en de attitudes die hij daarbij dient te verwerven.
-
De lijst van stageactiviteiten en attitudelijst worden opgemaakt door de stagebegeleider – in samenspraak met de stagementor – met de bedoeling een optimaal leerproces bij de leerling–stagiair te bereiken.
-
Voornoemde lijsten zijn de basis voor een correcte evaluatie van de prestaties van de leerling–stagiair. Daarnaast geven ze de leerling-stagiair duidelijke informatie en kunnen ze hem helpen na te denken over zijn eigen prestaties en bij zijn zelfevaluatie.
-
De beoordeling van stageactiviteiten vormt een essentieel onderdeel van de evaluatie van de geïntegreerde proef.
D/2002/0279/061
32
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
7
Evaluatie
Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via allerlei vormen van evalueren krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en niet-bereikte leerdoelen. Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij op het proces want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen en remediëren. Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan: Cognitieve vaardigheden (kennen, begrijpen, inzien, toepassen); Psychomotorische vaardigheden (nadoen, oog-hand-coördinatie, juistheid, ritme, snelheid van uitvoering, nauwkeurigheid, beheersingsniveau); Attitudes (doorzetting, efficiëntie, ordelijk werken, motivatie, sociale gerichtheid). De einddoelstelling is dat de leerling(e), door zelfevaluatie, zijn eigen handelen leert bijsturen om te komen tot kwaliteitsverbetering. Het zelf kunnen deelnemen aan de evaluatie werkt stimulerend en motiverend voor de leerling(e). Het lerend bezig zijn van leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken, worden permanent beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie gebeurt bij elke stap die ze zetten tijdens de realisatie van een product of project. Hun technisch en technologisch kennen en kunnen worden permanent getoetst. Daarbij kunnen de leerlingen ook nog periodiek, aan de hand van goed gekozen en duidelijk omschreven opdrachten bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden en ondersteunende kennis verworven hebben. Evalueren helpt het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit en is meer een leermoment dan een beoordelingselement. Daardoor worden het leerproces van de leerling en leraar geoptimaliseerd. Het is belangrijk bij iedere opdracht duidelijk op voorhand aan te duiden welke items het voorwerp van de evaluatie uitmaken en hoe de beoordeling zal worden opgevat.
8
Minimale materiele vereisten
Om projectmatig te kunnen werken, dient de school te beschikken over een degelijke werkruimte, zowel binnen als buiten. Daarnaast zijn volgende lokalen wenselijk: één klaslokaal met documentatiecentrum, een wasplaats, een kleedkamer, serre met teeltuitrustingen en een bergruimte voor gereedschappen. Er moet een perceel grond aanwezig zijn voor het telen van planten en om basisvaardigheden te kunnen inoefenen en om aan in het kader van beheerslandbouw aan akkerrandbeheer te kunnen doen. Er moet ook een ruimte, al dan niet overdekt, voorzien worden voor het stapelen van materialen en het bergen van zwaar materieel. De werkplaats, de loodsen, het gereedschap, de machines, de werktuigen en de uitrusting moeten beantwoorden aan alle veiligheidsvoorschriften. Er moet gestreefd worden naar de best mogelijke benadering van de reële werkomstandigheden. Richtlijnen in verband met de inrichting van de werkplaats(en) De werkplaats(en) moeten voldoende ruim zijn om een degelijke opleiding te kunnen realiseren. werkplaatsen moeten uiteraard beantwoorden aan de bepalingen van het ARAB en AREI.
De
Opslagplaats voor de materialen: naast de werkplaats moet er voldoende ruimte voorzien worden voor het stapelen van materiaal en materieel. D/2002/0279/061
33
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Een gereedschapslokaal: naast de werkplaats moet er voldoende ruimte voorzien worden voor het stapelen van materiaal en materieel. Aan het ordentelijk opbergen van gereedschap moet veel zorg besteed worden. Klaslokaal: om projectmatig en geïntegreerd te kunnen werken (= voortdurende interactie tussen theorie en praktijk) is een klaslokaal, voorzien van documentatiekasten en projectiemogelijkheid nodig. ICTuitrusting is wenselijk. Een kleedkamer voor de leerlingen: hierin moeten sanitaire installaties worden voorzien in functie van het aantal leerlingen. Een terrein voor praktische oefeningen: een perceel grond liefst in de onmiddellijke omgeving van de werkruimte gelegen. Gereedschappen en uitrustingen: iedere leerling(e) dient over het noodzakelijke gereedschap en de uitrustingen te beschikken om de vooropgestelde doelstellingen van het leerplan te realiseren. Werkkledij: voor de praktische oefeningen dient iedere leerling(e) over aangepaste kledij te beschikken.
9 -
Bibliografie De opdrachten van Ovam: minder afval en propere bodem. Uitgeverij: OVAM Lesbladen water en lucht voor het middelbaar onderwijs. Uitgeverij: VMM Waterwegwijzer voor veehouders een handleiding voor duurzaam watergebruik in en om de veehouderij. Uitgeverij VMM Afvalwater zuiveren. Uitgeverij VMM Waterkronkels uitgegeven door de milieudienst van de provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen Agrarisch natuurbeheer: tweede offensief. Buiten kansen magazine voor duurzame land- en tuinbouw, februari 2002. Boeren beheren de natuur, beheersovereenkomsten, Vlaamse Landmaatschappij. Boeren en tuinders bouwen aan het landschap, (1998), Proclam De ecosystemen interactief boek & cd-rom ,(2001), Uitgeverij: Artis-Historia, OGC en Sitac. De zwinstreek, een toeristisch-recreatieve gebiedsvisie, (2001), SAIL, Provincie West-Vlaanderen en Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Grensbepaling van de landbouwstreken van België, (1992), Ministerie van Middenstand en Landbouw. Handboek Agrarisch Natuurbeheer, (1995), Centrum Landbouw en Milieu, de Landbouw-voorlichting en Landschapsbeheer Nederland. Het landschapsplan, ( 1992), Stichting Landelijk Overleg Natuur- en Landschapsbeheer. Kaart van de landbouwstreken van België, (1993), Ministerie van Middenstand en Landbouw. Landinrichtingsproject: Brugse Veldzone, voorstudie, kaarten, Vlaamse Landmaatschappij. Natuur, bos en landschap in het centrale Bulskampveld - gebiedsvisies in relatie tot recreatie, (1997 1998), Provinciebesturen West- en Oost-Vlaanderen. Natuur op en rond het erf, (1994), Centrum voor Landbouw en Milieu Ontwikkeling van botanisch waardevol grasland in West-Vlaanderen, (2000), Provincie bestuur WestVlaanderen. Projecten voor natuur, een kennismaking met natuurinrichting, Vlaamse Landmaatschappij Boeren en tuinders bouwen aan het landschap, Proclam Plantgoed voor meer streekeigen groen, Provincie West-Vlaanderen en Proclam Nieuwsbrief, weidevogelbescherming Vlaanderen, VLM Gasten ontvangen op het platteland, Leader-project Hoeve- en plattelandstoerisme in Vlaanderen, Vlaamse Federatie voor hoeve- en plattelandstoerisme Vakantiekrant, Landelijke Gilde Buitenkansen,magazine voor duurzame landbouw, ALT De nieuwe technologieën in de landbouw, Ministerie van Middenstand en Landbouw Praktijkgids irrigatie vollegrondsgroenten, POVLT - 5B Westhoek Middenkust Code van goede landbouwpraktijken, Bestrijdingsmiddelen, ALT Code van goede landbouwpraktijken, Nutriënten akkerbouw, ALT
D/2002/0279/061
34
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Code van goede landbouwpraktijken, Nutriënten grasland en voedergewassen, ALT Code van goede landbouwpraktijken, Nutriënten vollegrondsgroenten en fruitteelt, ALT Alle publicaties van het project 5-B, Westhoek Middenkust Landbouw&Techniek, Boerenbond P.A. Bijman, ’83, Praktische geitenhouderij, uitgeverij Terra Zupthen Sanitel schapen Aveve, ‘ ,Schapenhouderij, Cursus LG, ’99, schapenhouderij J. Budin, 2002, zuivelbereiding, cursus PCLT VAC, 2002, zuivelverwerking, cursus VAC Zuivelmuseum Drongen R. Caestecker, 2002, zuivelwetgeving HACCP, 5b-magazine, 2000, T. Degloire Ontwikkelingscentrum Ede: HACCP in 14 stappen, boterbereiding, kaas en yoghurtbereiding Hoeveproducten:algemene wetgeving, zuivelwetgeving, rendabiliteit, cursussen van KVLV-Agra en 5bproject
-
Video's − − −
Grutto's tussen 't gras, (1996), Vogelbescherming Nederland 't Heydehof, elk zijn deel, Maertens, plattelandsontwikkeling vzw, Gent Hoeveslagerij Heydehof, plattelandsontwikkeling vzw, Gent
Cd-rom −
Traditionele hagen en knotbomen als leidraad voor aanplantingen in het kader van natuurontwikkeling en landschapsherstel, Provincie West-Vlaanderen
Andere − LABIRINT: Via de website www.vilt.be kan je informatie zoeken omtrent leerinhouden van dit leerplan. Labirint is een database die 175 land-en tuinbouwtijdschriften ontsluit. Deze centrale database groeit jaarlijks aan met ongeveer 20 000 records per jaar. Voortaan kan u vanachter uw pc-scherm op het werk, op school of thuis land- en tuinbouwartikels bestellen. Na ontvangst van de bestelling worden de gewenste artikels voor u gekopieerd en netjes thuis bezorgd. − Website Diocesane Begeleidingsdienst Brugge. Op de website http://dpb.sip.be kunt u up-to-date informatie raadplegen omtrent de studierichtingen land- en tuinbouw. U vindt er ook een overzicht van het beschikbaar cursusmateriaal uitgegeven door de sectorcommissie land- en tuinbouw van het VVKSO.
10
Nuttige adressen en informatie
VLAAMS INFORMATIECENTRUM OVER LAND- EN TUINBOUW VZW (VILT) Leuvenseplein 4 1000 Brussel tel. (02)510 63 91 e-mail:
[email protected] Internet: www.vilt.be AFDELING LAND- EN TUINBOUWVORMING (ALT) Leuvenseplein 4 1000 Brussel tel. (02)553 63 56 fax (02)553 63 56
D/2002/0279/061
35
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
STOAS Wageningen: “De Schans” Agro business Park 10 Postbus 78 6700 AB Wageningen Nederland tel. (0317) 47 27 11 fax (0317) 42 47 70 ONTWIKKELCENTRUM Educatieve uitgaven en dienstverlening Willy Brandtlaan 81 Postbus 451 6710 BL Ede tel. (0138) 642 992 fax (0138) 642 866 e-mail:
[email protected] Internet: www.ontwikkelcentrum.nl Het KLEINE LOO Postbus 91430 NL- 2509 EA Den Haag Nederland VLAM - Vlaams promotiecentrum voor Agro- visserijmarketing Leuvenseplein 4 1000 Brussel 02)510 62 50 fax (02)510 62 15 e-mail: www.vlam.be Internet:
[email protected] MINISTERIE VAN LANDBOUW EN MIDDENSTAND Manhattan Office Tower 15e verdieping Bolwerklaan 21 1210 Brussel tel. (02)206 72 11 fax (02)206 72 09 UITGEVERIJ MISSET, uitgever van land- en tuinbouwboeken en tijdschriften Hanzestraat 1 Postbus 4 NL – 700 BA Doetinchem OVAM, Openbare afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse gewest Kan. De Deckerstraat 22-26 2800 Mechelen Tel 015-284284 Fax 015-203275 Http://www.ovam.be VLACO Kan. De Deckerstraat 22-26 2800 Mechelen Tel 015-451370 FAX 015-218335 http://www.vlaco.be
D/2002/0279/061
36
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ VMM- infoloket en documentatiecentrum A.Van de Maele 96 9320 EREMBODEGEM TEL 053-72 64 45 FAX 053-711078 http://www.vmm.be MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW WTC III, Simon Bolivarstraat 30 1000 BRUSSEL Tel 02/2083211 http://cmlag.fgov.be BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIE Willem de Croylaan 48 3001 Leuven (Heverlee) tel. (016)31 09 22 fax (016)22 42 06 e-mail:
[email protected] Internet: www.bdb.be OIVO Onderzoek- en informatiecentrum van de verbruikersorganisatie Ridderstraat 18 1050 BRUSSEL
[email protected] AGROFINA WTC 17 de verdieping boulevard Simon Bolivaar 30 1000 BRUSSEL TEL 02 208 45 38/42 FAX 02 208 45 40 http://www.cmlag.fgov.be PLATTELANDSKLASSEN Leemweg 24 9980 SINT-LAUREINS TEL: (09) 379 74 77 FAX: (09)379 74 78 http://www.plattelandsklassen.be WWF Vlaanderen Waterloossteenweg 608 1050 BRUSSEL TEL: (02) 340 09 99 http://www.vwf.be ALGEMENE EETWARENINSPECTIE Esplanadegebouw 713 ter R.A.C. Pachecolaan 19 bus 5 1010 BRUSSEL TEL (02) 210 48 43 FAX (02) 210 48 16
D/2002/0279/061
37
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar
AMINAL Koning Albert II- laan 20 bus 8 1000 Brussel TEL: (02) 553 76 83 FAX (02) 553 76 85 e-mail:
[email protected] PLATTELANDSONTWIKKELING vzw Nieuwevaart 117 9000 Gent TEL: (09) 233 51 51
[email protected] PROVINCIEHUIS BOEVERBOS K. Leopold III laan 41 8200 Sint-Andries (Brugge) TEL: (050) 40 32 23 FAX: (050) 40 34 03
[email protected] VLAAMSE FEDERATIE VOOR HOEVE- en PLATTELANDSTOERISME v.z.w. Minderbroederstraat 8 3000 Leuven TEL: (016) 24 21 16 FAX: (016) 24 21 49 www.hoevetoerisme.be www.plattelandstoerisme.be PROCLAM vzw Ieperseweg 87 8000 Beitem-Rumbeke TEL: (051) 26 14 25 INNOVATIESTEUPUNT Beroepswerking Postbus 40 3000 Leuven TEL: (016) 24 21 22 FAX: (016) 24 21 03 REGIONAAL LANDSCHAP HOUTLAND Provinciehuis Boeverbos/Het filiaal K. Leopold III laan 41 8200 Sint-Andries (Brugge) TEL: (050) 40 34 74 FAX: (050) 40 31 41
[email protected] VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Afdeling Brugge E. de Neckerestraat 5 8000 Brugge TEL: (050) 45 81 00 FAX: (050) 45 81 98 www.vlm.be
D/2002/0279/061
38
Landbouwdiversificatie 3de graad BSO - 3de leerjaar