Leergangkader Medewerker Brandpreventie
Instituut Fysieke Veiligheid Brandweeracademie Postbus 7010 6801 HA Arnhem www.ifv.nl
[email protected] 026 355 24 00
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiëren, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Brandweeracademie van het IFV.
2/12
Inhoud
Inleiding
4
1 1.1 1.2 1.3
De functie Medewerker brandpreventie Verantwoordelijkheden Kerntaken Afstemming met controleur brandpreventie en specialist brandpreventie
5 5 5 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
De leergang Medewerker brandpreventie Doelstelling, doelgroep en instroomeisen Uitgangspunten van de leergang Taken en verantwoordelijkheden binnen de leergang Doelgroep en instroomeisen Studiebelasting Onderwijsmiddelen Evaluatie Vrijstellingen Proeve van bekwaamheid Contactpersonen leergang
7 7 7 9 10 10 10 11 11 11 12
3/12
Inleiding De leergang Medewerker brandpreventie is één van de opleidingen die de Brandweeracademie verzorgt op het gebied van risicomanagement. De leergang bestaat uit de opleiding verzorgd door de Brandweeracademie en de opleiding op de leerwerkplek. In dit leergangkader vindt u algemene informatie over de functie waartoe de leergang opleidt, over de opleiding bij de Brandweeracademie en over de leerwerkplekopleiding, de diverse betrokkenen bij de leergang, de proeve van bekwaamheid en de organisatie. Daarnaast is voor de leergang een lesboek ontwikkeld, een werkboek voor het leren op de werkplek en per les informatie in de digitale leeromgeving. Voorganger van de leergang Medewerker brandpreventie was de (tijdelijke) opleiding brandmeester/adjunct-brandmeester Preventie. Na een grootschalige vernieuwing van het brandweeronderwijs zijn leergangen nu gebaseerd op kwalificatiedossiers voor functies in het zogeheten Landelijke functiehuis brandweer. Hierin zijn diverse brandweerfuncties in samenhang weergegeven. Op basis van het kwalificatiedossier voor de medewerker brandpreventie is de leergang ontwikkeld. Hierbij heeft de Brandweeracademie samengewerkt met deskundigen vanuit Brandweer Nederland en het IFV Examenbureau. Om het stuk leesbaar te houden wordt de hij-vorm gebruikt.
4/12
1 De functie Medewerker brandpreventie In het kwalificatiedossier van de Medewerker brandpreventie (MBP) wordt de functie als volgt beschreven:
1.1 Verantwoordelijkheden De medewerker brandpreventie behandelt standaard vraagstukken. Hij: 1. maakt, samen met de specialist brandpreventie en de controleur brandpreventie, onderdeel uit van het cluster brandpreventie. Hierin fungeert de specialist brandpreventie als klankbord; 2. beoordeelt en adviseert op het gebied van brandpreventieve voorzieningen; 3. houdt zich bezig met werkzaamheden op het gebied van toezicht en handhaving; 4. geeft voorlichting en adviseert op het gebied van brandpreventie; 5. signaleert preparatieve en repressieve aandachtspunten.
1.2 Kerntaken De medewerker brandpreventie vervult vier kerntaken. In principe heeft iedere medewerker brandpreventie met deze kerntaken te maken.
Kerntaak 1: Adviseren bij standaard en niet-complexe plantoetsing De medewerker brandpreventie adviseert bij standaard1 bouwvergunningen en nietcomplexe milieuvergunningen en meldingen. Daarnaast behandelt hij vergunningen op basis van de APV en BBV in het kader van brandveilig gebruik. Adviseren bij en behandelen van gebruiksmeldingen en gebruiksvergunningen op basis van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken behoort ook tot de werkzaamheden.
Kerntaak 2: Uitvoeren van inspecties brandpreventie De medewerker brandpreventie voert (integrale) brandveiligheidsinspecties uit en rapporteert hierover.
Kerntaak 3: Onderhouden van netwerken en relevante in- en externe contacten De medewerker brandpreventie onderhoudt contacten met alle partners die van belang zijn voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden.
Een definitie van ‘standaard’ is niet conform een landelijke norm beschikbaar. Standaard betekent in ieder geval binnen de kaders van het Bouwbesluit 2003 m.u.v. de gelijkwaardigheid. De nadere invulling van het begrip standaard zal binnen de organisatie, waar de medewerker brandpreventie werkzaam is, nader worden bepaald. 1
5/12
Kerntaak 4: Geven van voorlichting over brandpreventie De medewerker brandpreventie geeft voorlichting over zijn werkzaamheden aan diverse doelgroepen, zorgt voor informatieoverdracht aan de repressieve dienst en werkt mee aan voorlichtingscampagnes.
1.3 Afstemming met controleur brandpreventie en specialist brandpreventie In het functiehuis zijn ook de controleur en de specialist brandpreventie opgenomen. De medewerker werkt onder supervisie van de specialist brandpreventie. Bij ontwikkeling van de leergang MBP is ervan uitgegaan dat het grootste verschil met de specialist zit in de complexiteit van aanvragen en inspecties, waarbij het al dan niet toepassen van gelijkwaardigheid een grote rol speelt. De medewerker past geen gelijkwaardigheid toe; de specialist wel. Daarnaast zal de specialist, meer dan de medewerker, op beleidsniveau taken uitvoeren en contacten onderhouden.
6/12
2 De leergang Medewerker brandpreventie Op basis van een opleidingsplan dat is afgeleid van het functie- en competentieprofiel, het kwalificatieprofiel en de proeve van bekwaamheid is de opleiding verder uitgewerkt.
2.1 Doelstelling, doelgroep en instroomeisen Doelstelling van de leergang is dat deelnemers aan het eind van de leergang als beginnend beroepsbeoefenaar in de functie van medewerker brandpreventie aan de slag kunnen.
2.2 Uitgangspunten van de leergang De nieuwe opleiding is opgezet vanuit de volgende uitgangspunten: a. De opleiding is functie- en competentiegericht, gebaseerd op de kerntaken van het functie- en competentieprofiel voor de MBP. b. De student wordt opgeleid tot beginnend beroepsbeoefenaar. c. Het is een duale opleiding, dat wil zeggen dat de leergang bestaat uit de opleiding bij de Brandweeracademie en uit een leerwerkplekopleiding. d. In het onderwijs bij de Brandweeracademie wordt een actieve leerhouding van studenten verwacht. e. De lessen door de diverse docenten bij de Brandweeracademie zijn op elkaar afgestemd, met een duidelijke link naar de leerwerkplekopleiding en de proeve van bekwaamheid.
Functie- en competentiegericht Bij het vaststellen van de inhoud en opzet van de opleiding is de praktijk het uitgangspunt. De inhoud van de functie maar ook de competenties (het vermogen om vakkennis en – inzicht, vaardigheden, gedrag en persoonseigenschappen in samenhang in te zetten) bepalen samen de opzet en inhoud. De volgende competenties zijn voor de medewerker brandpreventie in het kwalificatiedossier genoemd bij de verschillende kerntaken: > Analyseren > Oordelen > Accuraat > Flexibel > Mondeling communiceren > Samenwerken De ontwikkeling van deze competenties is geïntegreerd in opdrachten voorafgaand aan of tijdens de lessen bij de Brandweeracademie maar vooral in de leerwerkplekopdrachten. Door de uitvoering ervan en door de feedback van de leerwerkplekbegeleider krijgt de student de kans om deze verder te ontwikkelen.
7/12
Bij functiegericht opleiden is de relatie met de beroepspraktijk essentieel. Daarom spelen concrete arbeidssituaties een belangrijke rol in de leergang. Studenten doen niet alleen op de werkplek praktijkervaring op maar leren ook op het opleidingsinstituut zoveel mogelijk aan de hand van praktijksituaties, casussen.
Opleiden tot beginnend beroepsbeoefenaar Aan het eind van de opleiding is de student inzetbaar als beginnend beroepsbeoefenaar. Dat betekent dat hij tijdens de leergang de werkzaamheden die voortkomen uit de kerntaken onder de knie moet krijgen en bekend raakt met de keuzes en dilemma’s die bij die kerntaken horen.
Leren en werken: duale opleiding Om die kerntaken te leren uitvoeren in een realistische context bestaat de leergang, naast de opleiding bij de Brandweeracademie, uit een leerwerkplekopleiding. Vanaf het begin van de opleiding voert de student opdrachten uit die zijn gekoppeld aan de kerntaken voor de functie. De opdrachten zijn beschreven in het werkboek voor het leren op de werkplek. Elke student moet een leerwerkplekbegeleider hebben, aangesteld door de werkgever. De leerwerkplekbegeleider faciliteert en bespreekt de uitvoering van de opdrachten en beoordeelt deze samen met de student aan de hand van beoordelingscriteria en tekent ze af. Alle uitwerkingen samen vormen het portfolio van de student, dat input is voor het eindgesprek. De leerwerkplekopleiding en de opleiding bij de Brandweeracademie zijn op elkaar afgestemd. Ze gaan uit van dezelfde kerntaken/blokken. Ook chronologisch volgen ze hetzelfde pad, maar een blok op de werkplek loopt wat langer door. In het werkboek voor het leren op de werkplek staat een schema met een advies voor planning van de leerwerkplekopleiding in relatie tot de opleiding bij de Brandweeracademie. De docent heeft geen rol in de beoordeling van de leerwerkplekopdrachten maar zal soms wel werkplekopdrachten toelichten tijdens de les. De decaan onderhoudt contact met studenten en de leerwerkplekbegeleiders over het verloop van de leerwerkplekopleiding en zal op aanvraag langskomen om dit te bespreken. Verder is de opleiding op de leerwerkplek een verantwoordelijkheid van de student, de leerwerkplekbegeleider en de werkgever. In het eindgesprek beoordeelt het IFV de kwaliteit van de uitgevoerde opdrachten.
Actieve leerhouding We gaan ervan uit dat de student verantwoordelijk is voor zijn eigen leerproces. Hij volgt goed voorbereid de lessen bij de Brandweeracademie, leert op de leerwerkplek, voert daar opdrachten en proeveonderdelen uit. Door zelfreflectie en feedback van de leerwerkplekopleider, docent, decaan of medestudenten kan de student zelf bepalen waar hij het accent moet leggen in (met name) de leerwerkplekopleiding. Mocht de leerwerkplekopleiding niet voldoen of heeft hij problemen met de opleiding bij de Brandweeracademie dan moet hij zelf actie ondernemen om dit aan te kaarten. Van studenten wordt verwacht dat zij de lessen op de Brandweeracademie thuis voorbereiden aan de hand van de voorbereidingsopdracht die bij elke les hoort. Deze opdracht bestaat altijd uit twee delen: het bestuderen van bepaalde leerstof en het maken van een opdracht of het verzamelen van informatie op de werkplek of via andere bronnen. Deze voorbereiding is voorwaarde voor het effectief deel kunnen nemen aan de les: > het zorgt ervoor dat de praktijk in de lessen wordt gehaald > het voorkomt dat er onevenredig veel tijd gestoken moet worden in kennisoverdracht
8/12
> er ontstaat ruimte in de les voor inzicht en toepassing in de praktijk. Doordat de focus iets minder op kennisoverdracht komt te liggen en meer op inzicht en toepassing in de praktijk kunnen activerende werkvormen worden toegepast. De voorbereidingsopdracht is te vinden in de digitale leeromgeving (zie onder).
Afstemming lessen onderling en leerwerkplekopleiding De opleiding bij de Brandweeracademie wordt verzorgd door een groep docenten. Om ervoor te zorgen dat de doorgaande lijn door het programma heen goed wordt bewaakt is er, in samenwerking met een aantal kerndocenten van de opleiding, voor elke les een lesplan ontwikkeld. Dit lesplan is het kader van de les. Hierbinnen zal elke docent natuurlijk zijn eigen inkleuring kunnen geven, door de eigen vakinhoudelijke en didactische ervaring die ieder inbrengt. Via het advies voor planning van leerwerkplekopdrachten en soms als aandachtspunt binnen de les wordt de link tussen les en leerwerkplek gelegd.
2.3 Taken en verantwoordelijkheden binnen de leergang In het schema geven we de verschillende rollen en taken van de betrokkenen weer. Rol
Onderdeel
Taken/verantwoordelijkheden
Student
Opleiding BWA Leerwerkplekopleiding -
Voorbereiden/volgen opleiding BWA Plannen en uitvoeren LWP-opleiding Actief voor eigen leerproces
Docent
Opleiding BWA
-
Docent Coach Ontwikkelaar
Kerndocent
Opleiding BWA
-
Ontwikkelingen signaleren Samenhang bewaken Opleidingsmateriaal actueel (helpen) houden
Coördinator
Opleiding BWA
-
Planning Faciliteiten Aanspreekpunt op organisatorisch gebied
Decaan
Opleiding BWA Leerwerkplekopleiding -
Eindverantwoordelijk Kwaliteitsbewaker opleiding Aanspreekpunt op inhoudelijk gebied Coach van studenten Contact leerwerkplek- en trajectbegeleiders
Onderwijskundige
Opleiding BWA Leerwerkplekopleiding -
Ontwikkeling materialen i.s.m. docenten e.a. Didactische begeleiding docenten Evaluatie
Leerwerkplekbegeleider
Leerwerkplekopleiding -
Coach student Beoordelaar student
Trajectbegeleider
Leerwerkplekopleiding -
Organisator leerwerkplekopleiding Kwaliteitsbewaker Begeleider van leerwerkplekbegeleider Contact werkgever en IFV
9/12
Werkgever/ leidinggevende
Leerwerkplekopleiding -
Verantwoordelijk voor kwaliteit leerwerkplek
Examenbureau
Proeve van bekwaamheid-
Kwaliteit, organisatie en uitvoering van proeveonderdelen Beoordeling
-
2.4 Doelgroep en instroomeisen Doelgroep zijn personen die werkzaam zijn of worden als preventiemedewerker op mboniveau. De leergang is vooral gericht op mensen die deze functie uitoefenen bij de brandweer; voor mensen werkzaam bij andere werkgevers is deze leergang minder geschikt tenzij zij in de gelegenheid zijn om de leerwerkplekopdrachten uit te voeren. Het instroomniveau is mbo-diploma of mbo-werk- en denkniveau. Aanvullende voorwaarde is dat studenten bouwtekeningen moeten kunnen lezen.
2.5 Studiebelasting De studiebelasting is circa 400 uur, waarvan 25 lesdagen bij de Brandweeracademie en circa 20 dagen leerwerkplekopleiding en zelfstudie. Daarnaast is er nog het eindgesprek aan de hand van het portfolio. Doorlooptijd van de opleiding is ongeveer 8 maanden.
2.6 Onderwijsmiddelen Voor de leergang zijn de volgende onderwijsmiddelen ontwikkeld: > Docentenhandleiding > Presentaties > Casusmap > Lesboek en literatuurlijst > Informatiemap voor deelnemers (inclusief leerwerkplekopdrachten) > Informatiemap voor leerwerkplekbegeleiders > Digitale leeromgeving
Docentenhandleiding Deze bevat een gedeelte met algemene informatie (leergangkader) en een deel met lesplannen per les, met toelichting en didactische aanwijzingen voor de inrichting van de lessen. De docent krijgt deze informatie en materialen via de coördinator van de leergang.
Presentaties Het is de bedoeling dat er (indien nodig) presentaties bij een les worden ontwikkeld door één of meer docenten, in samenspraak met de kerndocent en eventueel de onderwijskundige van de Brandweeracademie. De presentaties zijn per les via de coördinator beschikbaar voor de docent. Indien gewenst komen ze na afloop van een les via de digitale leeromgeving beschikbaar voor de studenten.
Casussenmap Om te leren van de praktijk en te oefenen met het toepassen van kennis en inzicht wordt in een groot aantal lessen gewerkt met casussen. Voor de grote casussen is een aparte map
10/12
samengesteld, met daarin praktijkbeschrijvingen, tekeningen en opdrachten. Studenten krijgen een exemplaar en nemen die mee naar de les als dat nodig is (zie lesvoorbereiding via de digitale leeromgeving).
Lesboek en literatuurlijst Voor deze opleiding is een lesboek samengesteld, dat alleen beschikbaar is voor deelnemers en docenten van de NIFV-leergang. In de voorbereidingsopdracht per les wordt telkens verwezen naar de te bestuderen delen uit dit boek of naar andere bronnen. In de literatuurlijst worden die op een rij gezet. Dit boek bevat ook de lesstof die geleerd moet worden voor de theorietoets aan het eind van de opleiding.
Informatiemap voor deelnemers en leerwerkplekbegeleiders Deelnemers krijgen een map bestaand uit twee delen: het leergangkader en het werkboek voor het leren op de werkplek.
Leeromgeving Deelnemers van de leergang krijgen toegang tot de digitale leeromgeving. Hier kunnen zij terecht voor actuele informatie over de leergang, informatie over de inhoud van elke les, voorbereidingsopdrachten, hand-outs, toetswijzer, mededelingen van de coördinator of decaan, lesevaluaties en voor onderling contact. Ook leerwerkplekbegeleiders en docenten kunnen toegang krijgen tot de digitale leeromgeving. Zij kunnen hierop informatie verspreiden onder de deelnemers, via de coördinator van de leergang.
2.7 Evaluatie Tussentijds en aan het eind wordt de leergang geëvalueerd door de deelnemers en docenten. Daarnaast vullen deelnemers na elke les een evaluatie in, die staat in de digitale leeromgeving. Al deze gegevens zullen worden verwerkt in een evaluatierapport, op basis waarvan de leergang eventueel zal worden bijgesteld.
2.8 Vrijstellingen Er zijn geen vrijstellingen mogelijk.
2.9 Proeve van bekwaamheid De proeve van bekwaamheid bestaat uit een portfolio van drie arbeidsproeven aangevuld met reflectieverslagen, gesloten vragentoets en een eindgesprek op basis van het portfolio. Binnen de opleiding wordt alleen diagnostisch getoetst, met andere woorden deze toetsen tellen niet mee voor de eindbeoordeling van de student. > De arbeidsproeven en (voorbereidende) leerwerkplekopdrachten zijn gericht op het toetsen van een bouwplan en het opstellen van een advies hierover, het inspecteren van een gebouw en het geven van een presentatie in het kader van brandpreventie. > De gesloten vragentoets is vooral gericht op de toepassing van wet- en regelgeving bij de kerntaken adviseren en inspecteren. > Het eindgesprek geschiedt aan de hand van het portfolio dat de student heeft opgebouwd gedurende de opleiding. Hierin zitten bewijsstukken van de arbeidsproeven, re-
11/12
flectieverslagen en uitwerkingen van leerwerkplekopdrachten die de student gedurende de opleiding heeft uitgevoerd. Het IFV Examenbureau is verantwoordelijk voor de uitvoering van de proeve. De volledige toetswijzer is te vinden in de digitale leeromgeving. Indien de deelnemer alle onderdelen van de proeve van bekwaamheid met goed gevolg aflegt, ontvangt hij het diploma Medewerker brandpreventie van het IFV.
2.10 Contactpersonen leergang Onderstaande personen zijn verantwoordelijk voor de opzet, inhoud en organisatie van de leergang Medewerker brandpreventie. Contactpersonen Medewerker Brandpreventie Vakgroepdecaan:
Hans Veltkamp
Telefoon:
06 51 06 30 81
E-mailadres:
[email protected]
De vakgroepdecaan is verantwoordelijk voor het curriculum van de leergang. Hebt u vragen hierover, dan is de decaan voor u het eerste aanspreekpunt. Onderwijskundige:
Hermien Vleems
Telefoon:
026 355 29 15
E-mailadres:
[email protected]
De onderwijskundige ondersteunt de vakgroepdecaan bij het vaststellen en uitwerken van het curriculum. Samen met de decaan verzorgt zij ook (delen van) de startbijeenkomst en/of de intervisiebijeenkomsten. Coördinator leergang:
Nicole Funk
Telefoon:
026 355 22 26
E-mailadres:
[email protected]
Secretaresse leergang:
Vera Suradi
Telefoon:
026 355 24 33
E-mailadres:
[email protected]
Bij vragen over organisatorische zaken rondom de leergang kunt u terecht bij de coördinator of de secretaresse van de leergang.
12/12