LCD
Learner Centered design Corine Vuijk
Corine Vuijk www.corinevuijk.com
Learner centered design
auteur
titel
Hogeschool Rotterdam Wijnhaven 99 & 107 3011 WN Rotterdam
Alexander Zeh Marije smits Begeleiders vanuit de HrO
Sint Franciscus Gasthuis Kleiweg 500 3045 BA Rotterdam
René Zonnebeld Opleidingsadviseur
in opdracht van
Begeleider vanuit het sFg
29 oktober 2012
Rotterdam, Nederland
datum
Plaats
And summary 4 samenvatting
En dankwoord 6 voorwoord
Aanleiding van deze scriptie 8 inleiding
Learner centered design Voorkeuren & Gedragingen
Conclusie 10 theoretisch onderzoek
Bestaande e-learning vormen 30 Praktijkonderzoek
inHOudsOPgave
Casusbeschrijving Doelgroep Wireframes Product Testen Enquête & Interviews 40 interactief product
68 Bronnenlijst
En aanbevelingen 60 Conclusie
dvd Bijlagen
Pagina 2
e-learning & Learner centered design Het belangrijkste binnen de communicatie tussen zender en ontvanger is, door de digitale omschakeling binnen leren, het kanaal geworden. Dit kanaal bepaald hoe het op de ontvanger overkomt en is daarmee zeer belangrijk binnen e-learning. Doordat de zender niet meer direct invloed kan uitoefenen, is het juist presenteren van leerstof op een digitaal kanaal zeer belangrijk geworden. Maar ook is de verantwoordelijkheid van de zender verschoven naar de ontvanger. Doormiddel van e-learning kan er namelijk op een zelf gekozen tijd en plaats geleerd worden.
e-learning & Learner centered design With the upcoming digital revolution, the most important change in the communication between sender and receiver is the channel. The channel defines the way how it is received by the receiver and because of that very important within e-learning. Because the sender lost his direct influence, the right way to present the learning content on a digital device, became more important. But also the responsibility shifted from the sender to the receiver. Because of e-learning the receiver can choose the learning time and place.
Doordat de ontvanger nu zelf de weg moet vinden naar de e-learning, is het aantrekkelijk maken van de e-learning erg belangrijk. Dit kan doormiddel van learner centered design. Door het centraal stellen van de gebruiker van de e-learning, kan de ontvanger worden ondersteund in vier factoren, namelijk: motivatie, beleving, digitale afleidingen en didactiek. Door rekening te houden met deze vier factoren zijn er binnen het visuele ontwerp van een e-learning verschillende items te integreren die de gebruiker ondersteunen in het leren.
Because the receiver has to find his own way to the e-learning, the attractiveness of an e-learning has become a very important element. Learner centered design is the way to go. Putting the user’s needs in the center, he can be supported by four factors : motivation, experience, digital distractions and didactics. These factors can be visualised within the design to support the user with his learning.
Deze items zijn niet perse voor elke e-learning geschikt en daarom moet een goed onderzoek naar de doelgroep uitmaken welke gedragingen en behoeftes er vanuit die groep komen. Hiermee is een e-learning te creëren die moeiteloos aansluit bij de doelgroep en ervoor zorgt dat de leerstof aantrekkelijk gemaakt wordt.
Research within the target audience will define witch visualisations will be useful to support the behaviour and needs. With this information you can create a seamless working e-learning which makes the learning content more attractive to its user.
samenvatting & summary
Pagina 4
ik zit hier te gapen in mn hoofd is ht een mess wil eigenlijk lekker slapen maar dat gaat niet met die scriptie-stress
het liefst ga ik aan de pillen dan wordt ik helemaal gestoord dan kan ik mijn gedachten stillen pas maar op, voordat mijn moeder dit hoort
maar hoe kan dat, ik haal geen tienen dus wie luistert er dan naar mij ik denk dat ik een potje ga grienen het luie leven als student is voorbij
vanavond drink ik uit een fles en nee het is geen water ik drink door tot een uur of zes of misschien zelfs later
ik loop op mn tenen over een koord met kilometers te vallen die scriptie pleegt zowat een moord maarja wil mn studie niet vergallen
Bill gates was vroeg gestopt met zijn studie dus dat zegt helemaal niks jij zal later leven in glorie als je trek hebt in een twix
en morgen ook, met een kater ga ik door tot in de nacht misschien bega ik een ernome flater ach, als er maar iemand is die om me lacht
ik moet nu schrijven als een malle want over 672 uur is het tijd het liefst ren ik gillend door de hallen maar ik ben alleen geen meid
maar wat moet ik met die mix bill gates hersens aten slimmigheid in vergelijking voer ik mijzelf met bambix voor kleuters en vol met gekkigheid
scriptie schrijven, wat een vracht ik voel een zware druk maar ik heb geen kracht dit is niet bepaald geluk
ik ben iemand die een rustig leven leid maar daar komt niets meer van terecht en deze stress gaat door, geheid tot mn 67 is de weg nu vastgelegd
succes ligt in creativiteit ookal is dat niet vanzelfsprekend in dit leven is geld hetzelfde als tijd en dat is erg beledigend
die zware last is als een juk haast niet meer te tillen mn scriptie is zwaar en hoe ver ik me ook buk ik wil niet dragen, ik wil het uitgillen
ik vind dit onterecht veel geld zal jij verdienen jij zal in dienst nemen een knecht dan zal jij jouw gedicht herzienen
en het is iets onverdedigend het leven is zo hard maar soms is er iemand meelevendend met een gouden hart
Speciale dank aan studiegenoot en buddy Renaldo Farkas voor de lol tijdens de studie en het afstuderen.
voor- en dankwoord Je gaat het nog missen. Dat is wat je vaak hoort van degenen die er al aardig wat vlieguren op hebben zitten. Maar zou het voor mij ook zo zijn? Na een aantal studies te hebben “geprobeerd“ is het nu echt zover: ik ga afstuderen en daarmee stoppen mijn jaren op school. Heerlijk. Geen onnodige reflectieverslagen waarbij je maar invult wat ze willen horen. Wat een opluchting zal dat zijn!
Hiernaast wil ik ook mijn stagebegeleiders Alexander Zeh en Marije Smits bedanken voor hun inzet tijdens mijn stage. De start had misschien anders gekund, maar ik heb de vrijheid en ongedwongenheid enorm gewaardeerd tijdens het verdere verloop van mijn stage. Beschikbaar voor vragen mocht dat nodig zijn, verder geen overbodige afspraken of meetings. Mijn manier van werken.
Of ik ooit nog naar school ga? Geen idee, uitgeleerd ben je nooit. Maar wat ik wel weet is dat het dagelijkse klassikale leren niet voor mij is weggelegd, misschien daarom ook dit onderwerp.
Als laatste een dankwoord aan de speciale mensen in mijn leven, zoals mijn familie. Heerlijk dat ze zich niet teveel mee bemoeid hebben zodat het thuiskomen in het weekend ook een rustpunt was zodat ik het allemaal even los kon laten.
Het ontwerpen van een wereld met de gedachte “wat zou het toch fijn zijn als...“ is hoe ik met het onderwerp learner centered design aan de slag ben gegaan. De vrijheid vanuit het Sint Franciscus binnen het onderwerp e-learning heeft er voor gezorgd dat ik met plezier en enthousiastme ermee aan de slag ben gegaan. Hiervoor dank aan Renè Zonnebeld, opleidingsadviseur en begeleider tijdens deze maanden. Ook bedankt voor het geduld als ik voor mijzelf nog geen helder plaatje had waardoor ik soms misschien verward overkwam. Verder stond de deur altijd open voor vragen en suggesties, wat een fijne gedachte was.
vOOrwOOrd & dankwOOrd
Pagina 6
Onderzoeksvraag Vanuit het Sint Franciscus Gasthuis was de vraag hun digitale leeromgeving te verbeteren qua lay-out en de interactiemogelijkheden met de gebruikers. Ook het introduceren van een (nieuwe) e-learning tool wat interactief is en het leren stimuleert was een vraag voor mij als CMD afstudeerstudent. Na meer onderzoek in het bestaande systeem en het gebruik hiervan kwam ik erachter dat er vooral vanuit het systeem werd gedacht in plaats van het centraal stellen van de gebruiker. Het combineren van de wensen en de bevindingen van het huidige gebruik heeft mij er toe gebracht om te onderzoeken wat er komt kijken bij het centraal stellen van de gebruiker/ontvanger en het stimuleren van leren. Het woord hierbij verbonden is learner centered. Dit in combinatie met digitale media waardoor er interactie mogelijk is, vormt mijn onderzoeksvraag:
Hoe geef je vanuit learner centered design een e-learning interactief vorm? Om dit te onderzoeken wil ik weten waarom Learner Centered Design zo belangrijk is binnen e-learning en wat de factoren zijn die van invloed zijn op het leergedrag. Daarna wil ik vanuit mijn expertise als communicatie en multimedia designer kijken naar de manieren waarop deze factoren vorm gegeven kunnen worden binnen digitale media.
inLeiding
deelvragen Om antwoord te krijgen op mijn onderzoeksvraag heb ik de volgende deelvragen opgesteld: Waarom learner centered design? Welke factoren spelen een rol bij learner centered design? Op welke manier zijn deze factoren vorm te geven met behulp van interactieve media? doelstelling Door hier antwoord op te krijgen is mijn doelstelling een product te creëren wat kan voldoen aan “alle” gedragingen en voorkeuren van de ontvanger en daardoor een optimaal visueel ontworpen e-learning zou kunnen betekenen. Het voorkomen dat iemand zich niet aangesproken voelt in zijn leerwijze en daardoor afhaakt is de grootste uitdaging hierbij. Het vangen van alle soorten voorkeuren en gedragingen moeten ervoor zorgen dat de boodschap zo goed en helder overkomt, zodat iedereen toegang heeft om dezelfde kennis uit de boodschap te halen. Mijn scriptie zie ik als een algemene handleiding waarnaast e-learning modules gelegd kunnen worden. Hiermee kunnen ze beoordeeld worden in hoeverre er rekening is gehouden met het centraal stellen van de gebruiker. Er wordt gelet op welke manier de verschillende voorkeuren en gedragingen binnen het visuele ontwerp zijn opgenomen.
Pagina 8
Het overbrengen van informatie vergt inlevingsvermogen Het overbrengen van informatie en ervoor zorgen dat iemand het opslaat. Dit is iets waar de mensheid zich al jaren mee bezig houdt en waar iedereen weer een andere visie van heeft welke manier het beste is. De komst van digitale media in combinatie met leren heeft hier nog meer vragen aan toegevoegd en het digitaal leren heeft nieuwe factoren geschapen om rekening mee te houden. Het overbrengen van een boodschap heeft mij altijd geïnteresseerd, vooral de verschillen waarop de boodschap wordt gepresenteerd. Waarbij de een denkt de boodschap goed en duidelijk te hebben overgebracht door middel van een prachtige PowerPoint presentatie is de ontvanger in de war en vraagt zich af waarom het niet voorgedaan wordt, zodat het meteen duidelijk is. Het overbrengen van informatie heeft te maken met zoveel factoren, maar een van de belangrijkste punten naar mijn mening is het begrijpen van degene die de informatie moet opslaan.
Blabla
Communicatie Bij het communiceren, het overbrengen van informatie, heb je te maken met drie (basis) elementen. De zender, boodschap en ontvanger maken het samen mogelijk om informatie over te brengen en het kanaal bepaalt op welke manier de boodschap verstuurd wordt naar de ontvanger (Communicatie, z.d.). Bij de huidige analoge manier van les geven wordt er vanuit de docent (zender) gekeken naar de didactische manier van lesgeven, de leerstof (boodschap) wordt gepresenteerd door bijvoorbeeld een boek en/of white board (kanaal). De student (ontvanger) moet worden geprikkeld door de docent en hoe deze de stof presenteert en uitlegt via de verschillende kanalen. Hierdoor heeft de zender de meeste en de ontvanger het minste invloed op de manier waarop de informatie wordt gepresenteerd en daardoor op de manier waarop het binnenkomt bij de ontvanger. digitale omschakeling Op het eerste gezicht is er door de digitale omschakeling niet veel veranderd aan de drie basiselementen. De zender, boodschap en ontvanger blijven hetzelfde qua vorm, maar de kanalen waarmee de boodschap wordt overgebracht zijn enorm veranderd en daardoor de invloed van en dynamiek tussen de zender en ontvanger. Het grootste verschil en vaak als voordeel benoemd is dat de zender niet meer in dezelfde ruimte hoeft te zijn als de ontvanger waardoor de kanalen erg belangrijk worden (Voor- en nadelen van e-learning, z.d.}. Maar het belangrijkste is dat de invloed van de ontvanger is vergroot, doordat er op een zelf gekozen locatie gebruik van gemaakt kan worden, en bij asynchroon leren is ook de tijd zelf in te plannen.
verantwoordelijkheid Doordat de invloed van de ontvanger groter is geworden, is hun verantwoordelijkheid vergroot en is het belangrijk om dieper in te gaan op de gedragingen van de ontvanger. Binnen leeromgevingen heb je te maken met verschillende ontvangers, ofwel persoonlijke voorkeuren en gedragingen en is de manier waarop informatie wordt beleefd zeer verschillend. Maar doordat de kanalen dynamisch en interactief zijn, biedt dit de mogelijkheid om in te spelen op die verschillen tussen de ontvangers. De presentatie van de boodschap kan hierdoor in verschillende vormen worden aangeboden binnen hetzelfde kanaal. meerwaarde Learner Centered design Binnen e-learning is het niet meer de zender die direct kan stimuleren, maar komt alles neer op het kanaal en de manier waarop de boodschap daarmee wordt verzonden. Dit kanaal moet de boodschap zo aantrekkelijk maken dat de ontvanger zijn verantwoordelijkheid neemt en aan de slag gaat met de boodschap. Hierbij is het dus logisch dat er wordt gekeken naar de ontvanger (learner centered) en op welke manier deze hiervoor gemotiveerd kan worden. Voor de zender blijft het belangrijk dat de informatie zo goed mogelijk wordt opgenomen en verwerkt en is het van belang om te weten hoe de ontvanger daarin het best ondersteund wordt. Deze informatie kan dan worden verwerkt in de presentatie (design) van de boodschap. Learner centered design heeft dus een grote meerwaarde binnen e-learning.
Learner Centered design
Pagina 12
voorkeuren en gedragingen Zoals in de inleiding genoemd is ligt er meer verantwoordelijkheid bij de ontvanger en is het van belang dat daar aandacht aan wordt geschonken. Learner centered design is het ontdekken van gedragingen en voorkeuren van de ontvanger (student) en het daarop inspelen in het ontwerp van het product. Deze gedragingen kunnen invloed hebben op het leerproces. Zo kunnen de verschillende persoonlijkheden al een struikelblok zijn in de vorm waarop mensen bijvoorbeeld gemotiveerd worden of in hoe ze de kennis opnemen. Maar wat zijn de gedragingen en voorkeuren van gebruikers binnen e-learning? En op welke manier zijn deze te beïnvloeden in een digitale omgeving?
Om de werknemer aan te sporen zich in de materie te verdiepen is het belangrijk om te letten op de motivatie voordat er begonnen wordt met de invulling van de e-learning. Deze instelling bepaalt namelijk hoe de module wordt benaderd en in welke mate er bewust mee omgegaan wordt. Natuurlijk zijn bepaalde e-learning modules verplicht en hoewel er verschillende theorieën zijn die aangeven dat de werknemer liever lui is en goed gedirigeerd en gecontroleerd moet worden voordat ze zich inzetten (Regulatory Focus Theory, Higgins,1997, 2000; Conservation of Resources Theory, Hobfoll, 1989, 2002; Theory X, McGregor, 1960; Agency Theory, Shapiro, 2005), gaat de zelfdeterminatietheorie van Edward L. Deci en Richard M. Ryan (1985) er vanuit dat werknemers graag hun talenten willen ontwikkelen en hun verantwoordelijkheid willen nemen als de stimulatie daarvoor is. Deze theorie wordt vaak en met succes toegepast en komt overeen met het hoogste niveau op de behoeftepiramide van Maslow, namelijk zelfontplooiing. Binnen motivatie heb je twee verschillende soorten, intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie houdt in dat de drang om te handelen van binnenuit komt zoals zelfontplooiing. Extrinsieke motivatie is handelen vanuit een prikkel buitenaf zoals het bieden van een beloning. Ook uit de “The surprising science of motivation” toespraak van D. H. Pink (2009), auteur van vier provocerende bestsellers over de veranderlijke zakenwereld, blijkt dat als de werknemers gemotiveerd worden vanuit intrinsieke motivatie beter presteren en volhardend zijn dan door extrinsieke motivatie. Volgens Pink gaat het om de drang ons leven zelf te digereren, het verlangen om steeds beter te worden in iets wat er toe doet en het verlangen om iets te doen wat groter is dan onszelf. Het hoeft dus niet zo te zijn dat de werknemer gepusht moet worden doormiddel van een beloning of straf (extrinsieke motivatie), maar de werknemer moet op de juiste
mOtivatie
manier worden aangesproken en zelf de meerwaarde ervan inzien, voor betere resultaten en volhardendheid. Beïnvloedbare factor : (interne) Communicatie Bij intrinsieke motivatie zijn beloningen dus niet aan de orde. Maar om de intrinsieke motivatie aan te wakkeren bij de werknemer die (nog) niet de meerwaarde ervan inziet, heb je communicatie nodig. Deze communicatie moet zich wel richten op de intrinsieke motivatie van de werknemer. Het communiceren via bijvoorbeeld een teaser over de meerwaarde voor de zelfontplooiing zou genoeg moeten zijn om de motivatie te prikkelen. Dit kan inhouden dat het gepresenteerd moet worden als (nieuwe) leerstof dat zorgt dat iemand beter wordt in iets wat er toe doet. Maar naast deze vorm van communicatie is ook de werkomgeving zoals collega’s en leidinggevende een grote stimulans en het is dus van belang dat er op de werkvloer een positieve sfeer hangt rond een e-learning initiatief (Deci en Ryan, 1985). Beïnvloedbare factor : instructies Als de sfeer over de e-learning op de werkvloer goed is dan zullen de werknemers eerder geneigd zijn met de e-learning aan de slag te gaan. Maar ook het niveau van de e-learning moet aansluiten op de werknemers. Als het niveau van de werknemer wordt onderschat, kan dit demotiverend werken. De onderschatting, zoals Cathy Moore beschrijft in het artikel “Are learners idiots?” (2011), is een veel voorkomend probleem omdat er vaak ten onrechte wordt gedacht dat de gebruiker zelf tot weinig in staat is. Er wordt te vaak en teveel uitgelegd hoe bepaalde dingen werken, terwijl de gebruiker hiervan al op de hoogte is omdat het dagelijks daarmee in aanraking komt. “Assume intelligence” zoals Jerry Weissman in hetzelfde artikel opmerkt.
Pagina 14
Binnen het gebruik van digitale media zijn er verschillende niveaus in expertise met het medium, ofwel: “user typologies” (Goddard, 2010). Sommige mensen zitten dagelijks uren achter hun smartphone, tablet of pc dat ze door hun ervaring weinig uitleg nodig hebben bij de besturing van een interface, ofwel “perpetual intermediates” en “experts”. Maar er zijn ook “beginners” die net de aan/uit knop weten te vinden en in paniek raken als er meer dan één knop op het scherm te vinden is. Om de irritatie van de “experts” en de hulpeloosheid van de “beginners” te beperken, is het aanbieden van instructies een optie. Deze optie moet wel aan en uit te zetten zijn, zodat alleen de beginners hier van kunnen profiteren en de “perpetual intermediates” en “experts” het kunnen negeren, of in sommige gevallen, tijdelijk aan kunnen zetten. Hoewel dit een logische gedachte is, beschijft Alan Cooper dat instructies vooral gericht moeten zijn op de “perpetual intermediates” en “experts”. In “About Face 3: The essentials of Interaction Design” (Cooper, 2007) beschrijft hij dat een helpfunctie niet noodzakelijk voor een beginner is, hoewel een “quick start” voor beginners niet overbodig kan zijn. Maar er moet gekeken worden naar de gebruikers die er het meest mee omgaan, en daardoor tot de gevorderden behoren. Deze gebruikers willen meer opties binnen het product wat ze gebruiken en voor beginners moet het ontwerp zonder instructies te begrijpen zijn. Een gebalanceerde instructie is hierbij dus van belang, dit kan door bijvoorbeeld het aangeven van basiselementen en “extra features” die interessant zijn voor de “intermediates” en “experts”.
ontwerp de motivatie van de gebruiker beïnvloedt en dat de intrinsieke motivatie hierbij aangesproken moet worden. Veel mensen worden aangetrokken door de nieuwigheid van interactieve media, maar als het ontwerp niet de nieuwigheid ondersteund, dan is het snel gedaan met de volhardendheid. Het gaat om “Visual Interface Design”. Zoals Cooper (2007, p. 288) aangeeft is dat “design of user interfaces should not entirely exclude aesthetic concerns, but rather should place such concerns within a functional framework”. Ook Tom Kuhlmann (2009), van de articulate community (articulate is een veelgebruikt programma voor het maken van e-learning) en 15 jaar ervaring in de training industrie, geeft aan in zijn blogpost “5 Common visual design mistakes dat het ontwerp net zoveel impact heeft als leertheorieën en instructieontwerp. Maar zoals Cooper aangaf is het visueel ontwerp nodig binnen een goed functionerend frame, ofwel het interactie ontwerp. Om de voortgang zo goed mogelijk te laten verlopen zonder onderbrekingen is het van belang dat alles duidelijk en helder is voor de gebruiker. Het interactie ontwerp moet zo intuïtief zijn, dat het geen vragen oplevert voor de gebruiker en ze niet in de war brengt en daardoor de motivatie naar beneden haalt tot opgeven toe. Zoals Bruce Tognazzini (2002), gebruiksvriendelijkheids consult, in het artikel “First Principles of Interaction Design” over anticipatie schrijft; je moet ernaar streven om vooruit te lopen op de wensen en behoeften van de gebruiker, door ze alle informatie en hulpmiddelen aan te bieden die nodig zijn voor de verschillende stappen in het proces.
Beïnvloedbare factor: visuele en interactie ontwerp In het onderzoek”Screen Design Guidelines for Motivation in Interactive Multimedia Instruction: (…)” (Lee & Boling, 1999) wordt er benadrukt dat het
Pagina 16
De motivatie aan het begin is dus erg belangrijk in de toeloop naar een succesvolle e-learning. Maar hoe is de motivatie tijdens het volgen van de stof hoog te houden? Want veel e-learning modules worden vaak als saai ervaren en schieten daardoor vaak het doel voorbij. Het creëren van een motiverende e-learning is geen kwestie van een video of andere prikkelende visuele uitingen erbij plaatsen, maar hier moet gekeken worden naar wat de instelling van de gebruiker is en wat ze moeten weten of kunnen na het doornemen van de e-learning module. Volgens Cathy Moore, die als filosofie heeft “Let’s save the world from boring e-learning”, is het de taak van de ontwerper dat e-learning een omgeving biedt die de mogelijkheid geeft om te leren van een beleving, om iets te ervaren. Hoewel deze visie binnen e-learning vaak wordt omgezet in een casus of scenario, kan een beleving creëren binnen e-learning veel meer zijn dan dat.
Beïnvloedbare factor : Full-screen Een beleving creëren is met de interactiemogelijkheden van digitale media veel beter te doen dan binnen het analoog leren met een boek. Er kan gewerkt worden met beeld en geluid en er is interactie tussen het medium en de gebruiker mogelijk waardoor je al veel meer emoties betrekt. Een belangrijk punt om de beleving zo goed mogelijk over te laten komen is een full-screen functie. Veel e-learning modules bieden deze functie niet, terwijl dit bijdraagt aan een complete beleving van de module. Een film wordt vaak full-screen aangeboden, zodat de sfeer goed overkomt en je compleet in het verhaal wordt betrokken. Dit is ook de bedoeling bij een e-learning voor een ultieme beleving.
Een beleving is zoals het VanDale woordenboek omschrijft: ondervinding, een innerlijke ervaring. Er moet worden gezorgd dat de gebruiker compleet betrokken wordt bij het product om daarmee een optimale ervaring te creëren. Of zoals Marc Hassenzah (2010) professor aan de Folkwang Universiteit in Ess een beleving benoemd: “A chunk of time that one went through[…] sight and sounds, feelings and thoughts, motives and actions[…] closely knitted together, stored in memory, labelled, relived and communicated to others. Bij een beleving worden zo veel mogelijk emoties betrokken en aangesproken zodat er een compleet beeld en sfeer ontstaat voor de gebruiker. Maar dit is niet alleen toepasbaar op de boodschap in de vorm van een casus of scenario, maar ook op de omgeving waarin de boodschap wordt gepresenteerd. Dat houdt niet alleen in dat er gekeken moet worden waar de gebruiker zich lichamelijk bevindt, maar ook wat er zich bevindt in het scherm en de eventuele afleidingen die het kan geven.
BeLeving
Pagina 18
Het concentreren op een e-learning of ieder ander artikel wat concentratie vergt, is voor iedereen die er in geïnteresseerd is makkelijker te doen dan voor iemand die er toe gedwongen wordt of liever bezig is met iets anders. Hoewel eerder is gezegd dat werknemers zich inzetten als ze gestimuleerd worden, liggen de digitale afleidingen snel op de loer als de concentratie afneemt. Facebook, Twitter zijn de bronnen om de frustratie direct te posten, om daarna te kijken waar een ieder ander zich mee bezig houdt en voordat je het weet is het winkelmandje vol met aankopen van een willekeurige internetwinkel. Deze digitale afleidingen zijn moeilijk af te schermen of te beperken. Zoals de informatieontwerper David McCandless (2009) in zijn model “Hierarchy of digital distractions” aangeeft, zijn de eerste handelingen automatisch en uit een soort reflex, zoals bijvoorbeeld het bekijken van een e-mail (werk gerelateerd of niet) of een LinkedIn update.
reminder Een reminder kan de oplossing bieden. Als de module zich niet op de voorgrond bevind en niet actief is, kan een pop-up de gebruiker eraan doen herinneren dat de module nog openstaat en nog niet voltooid is. tijdbeperkingen Een module volgen zonder pauze is erg lastig en dat zijn ook de momenten waarop andere afleidingen zich aandienen. Een pauzeknop waarbij een tijdsbeperking opgegeven kan worden, kan de uitkomst bieden. Zodra er op pauze gedrukt wordt, kan er een tijd aangegeven worden, waarna de e-learning weer op de voorgrond springt en er doorgegaan kan worden met de rest van de e-learning.
Beïnvloedbare factor: reminders en/of tijdbeperkingen Afleidingen op een digitaal medium zijn niet te vermijden. Hoewel een juiste beleving in een full-screen versie waarbij er weinig zicht is op de overige functies van het medium het al verminderd, is een “alt-tab” snel ingetoetst. Het is beter om er rekening mee te houden dan het te negeren. Natuurlijk is het beter om een module niet te lang te maken, zodat de concentratie hoog blijft gedurende de module. Maar soms bevat een module zoveel informatie dat een pauze tussendoor onvermijdelijk is.
digitaLe aFLeidingen
Pagina 20
Naast motivatie, beleving en het niveau is het natuurlijk van belang dat de gepresenteerde informatie ook daadwerkelijk wordt opgeslagen. Didactiek houdt zich bezig met de manier waarop kennis en vaardigheden kunnen worden onderwezen. In het artikel “Eindelijk aandacht voor de didactiek van e-learning” stelt Robert-Jan Simons (2005), Professor Digital learning bij IVLOS aan de Universiteit van Utrecht, dat “Het succesvol implementeren van e-learning gaat om meer dan technische kwestie” en “ICT kan het rendement van het leren verhogen, bijvoorbeeld doordat lerenden meer in eigen tijd en tempo kunnen leren, zodat beter rekening gehouden kan worden met verschillende voorkennis en leerbehoeften. Juist die individuele aanpak vraagt om een andere didactiek”. Die leerbehoeften worden ook wel leerstijlen genoemd. Beïnvloedbare factor: Leerstijlen Binnen de wetenschap zijn er verschillende onderzoeken en modellen opgezet om er achter te komen hoe het menselijk brein werkt, wat voor verschillende types personen er zijn en andere factoren die komen kijken bij het leren. Maar hoewel er door de jaren heen veel is bedacht en opgesteld, zijn er ook geluiden die het idee van leerstijlen onzin vinden. In het artikel “The myth of learning styles” In Change (Magazine of higher learning) wordt door Daniel Willlingham (2010), professor psychologie universiteit Virginia en Cedar Reiner beschreven dat leerstijlen niet bestaan. Wel geven ze aan dat studenten van elkaar verschillen en dat daar rekening mee gehouden moet worden. Punten zoals talent, interesses, basiskennis en de handicaps die een iedere afzonderlijk heeft, zijn dingen om rekening mee te houden. Maar als het aankomt op iemand typeren als een bijvoorbeeld visueel gerichte student, blijkt uit experimenten dat er geen bewijs is dat er beter geleerd wordt als hem/haar alles visueel wordt gepresenteerd. Mensen die het woord
didaCtiek
opera horen, zullen daar het idee bij hebben zoals ze de eerste keer daarmee in aanraking zijn gekomen. Iemand die naar een opera is geweest zal daar ook een visueel beeld bij hebben, maar iemand die een opera alleen gehoord heeft op de radio, zal daar alleen audio bij kunnen bedenken, aldus Willingham (2008). Het hangt in dit geval dus af van de basiskennis en niet of de iemand visueel is ingesteld of op audio. Hoewel deze redenering aannemelijk is, hoeven de leerstijlen niet meteen van de tafel geveegd te worden. Door jaren van onderzoek naar de stijlen zijn er verschillende voorkeuren naar boven gefilterd die te vinden zijn in het gedrag van studenten, en zijn daardoor wel punten om rekening mee te houden. Met de benadering van Willingham in het achterhoofd, is het beter om te kijken welke voorkeuren er bestaan en de werknemer de keuze te laten op welke manier op dat moment met dat onderwerp het beste aansluit bij zijn “op-dat-moment”leervoorkeur. geluid Sommige mensen kunnen niet zonder, en sommige moeten er niet aan denken. Muziek aan bij het leren, een van de voorkeuren die zich voor kan doen. De voorlopige conclusie van een onderzoek van de Rijksuniversiteit van Groningen is gebleken dat het luisteren van Mozart goed is voor een verhoogde activiteit in de hersenen, het zogenaamde Mozart-effect (ANP, 2010). Uit het onderzoek van Balach, Bowman en Mohler (1992) van de Pennsylvania State University is gebleken dat het veranderen van genres geen verschil maakt voor het geheugen maar verandering in tempo wel. Het is dus van belang dat als er gekozen wordt voor muziek dat het tempo hetzelfde blijft gedurende het leerproces.
Pagina 22
Maar naast muziek zijn er nog meer geluidsopties binnen e-learning. Het voorlezen van de tekst zou voor de student makkelijk zijn en doordat het en in tekst staat en gesproken wordt, spreek je daarmee zowel audio als visueel ingestelde studenten aan. Hoewel de stelling van Willingham dit tegenspreekt, wordt het binnen e-learning veel gebruikt. Cathy Moore (2007) geeft ook aan in dat het voorlezen niet altijd gebruikt kan worden, alleen binnen bepaalde situaties, zoals iets uitleggen met afbeeldingen en audio in plaats van tekst en audio. Tekst en audio kan de student vertragen omdat hij/zij sneller of langzamer leest dan degene die het voorleest, wat kan leiden tot frustraties. Licht Het aanbieden van de mogelijkheid van fel of gedempt licht. Dit kan ook samen hangen met de voorkeur wanneer de stof wordt geleerd. Wordt er ’s avonds geleerd, dan kan de voorkeur zijn dat de intensiteit van het licht aangepast kan worden. Maar ook de voorkeur om buiten of binnen te leren kan hiermee worden vergemakkelijkt. In het onderzoek van de American Optometric Association “The effect of computer use on eye health and vision”, (Wilton, 2005) word aangeraden om het scherm op dezelfde helderheid te zetten als de kamer waarin iemand zich bevindt. [18] Hierdoor worden de ogen minder vermoeid, wat leidt tot meer productiviteit. Uit het onderzoek “The effect of high correlated colour temperature office lighting on employee wellbeing and work performance” (Mills, Tomkins & Schlangen, 2007) blijkt dat hogere kleur temperaturen (7500 K vs 3000 K), leiden tot meer actie van mentale activiteiten. Dus de kleur temperatuur van een scherm kan ook invloed hebben.
sociologie Binnen de leerstijl van Dunn & Dunn wordt ingegaan op het feit dat sommige liever alleen leren en sommige het liefst samen met andere. Deze voorkeuren kunnen worden ingevoerd door de mogelijkheid aan te bieden van instant messaging of slowchat, waardoor iedereen die hetzelfde volgt op dat moment of op een ander moment met elkaar kan communiceren. In deze tijd zijn er verschillende social media waarbij deze functies aangeboden worden en worden steeds belangrijker in de communicatie met elkaar. Het informeel leren van en met elkaar wordt als een steeds belangrijker item binnen e-learnig gezien, zeker met de opkomst van social media, ofwel social learning. Volgens Jay Cross, bestaat gemiddeld 80% van het totale leren binnen organisaties uit informeel leren. In “How Managers Learn (in their own words)” door Peter Caseboe (2010) is gevraagd naar de meest gebruikte leer methodes, en dit is de top vijf: 1. Informele gesprekken met collega’s. 2. Gebruik van zoekmachines. 3. “Trial and error.“ 4. “On-the-job” instructies. 5. Gebruik van professionele literatuur. Dr. Tony Karrar (2007), gezien als een van de top technologen op het gebied van e-learning, pleit in zijn blog “Facebook as a Learning Platform” om Facebook als leerplatform binnen e-learning te betrekken omdat daar je doelgroep zich bevindt. Het voorbeeld wat hij aanhaalt is dat een organisatie zelf een sociaalplatform had gecreëerd, maar dat het niet werd opgepikt door de werknemers, terwijl de helft van de werknemers actief op Facebook waren. Ook de post van Wilfred Rubens, (2009) e-learning consultant bij de Open Universiteit Nederland, “Liever
communicatie Facebook dan via een ELO” (electronische leeromgeving) beschrijft zo’n soort scenario. Bij het introduceren van een sociaalplatform is het dus goed om te kijken of een bestaand platform, zoals Facebook, niet een betere keus is. Deze sociale platformen zijn buiten de e-learning te bereiken en is daardoor niet bevorderlijk voor de concentratie en bied vele kansen voor afleidingen. Daarom is het aanbieden van bestaande websites binnen een e-learning een optie, zodat de link met de e-learning blijft bestaan en de kans van afhaken verkleint. Ook het gebruik van zoekmachines binnen de e-learning voor het zoeken naar overige informatie over het onderwerp kan binnen de e-learning gebeuren. Op deze manier voorzie je de gebruiker in deze hulpmiddelen. notities Het maken van notities wordt gezien als een algemeen hulpmiddel bij het leren van de stof. De conclusie uit het onderzoek “Note Taking and Learning: A Summary of Research” (Boch & Piolat, 2005) laat zien dat het onderzoeken van de effectiviteit van het maken van notities een ingewikkeld proces is, ook omdat de studenten geen training krijgen in het maken van notities. Maar toch wordt het maken van notities als een essentieel instrument gezien voor vele soorten informatieoverdrachten. Studenten ontwikkelen eigen methodes voor het maken van notities daardoor zullen notities er voor iedereen anders uitzien. Daarom is een samenvatting of iets dergelijks niet genoeg als overzicht van de module, maar er moet de mogelijkheid worden gegeven om zelf notities te maken bij de leerstof.
Leervolgorde De content van e-learning wordt op een bepaalde manier opgebouwd en de ene wil dat duidelijk aangegeven wordt wat de bedoeling is en loopt het gegeven rijtje af, terwijl de ander zelf zijn weg gaat en geen behoefte heeft aan een gestuurde aanpak. Deze holistische en serialistische gebruikers (Pask, 1976) hebben een top-down leerstijl (holistisch) of een stapsgewijze leerstijl (serialistisch). Voor de serialistische gebruiker is het belangrijk dat er opvolgende hoofdstukken zijn die doorgenomen kunnen worden, waardoor ze verbanden kunnen leggen. Een holistische gebruiker zal eerder de switchen tussen de afzonderlijke hoofdstukken en daar verbanden tussen leggen. Om in de behoefte van deze gebruikers te voorzien is het aangeven van een navigatie de oplossing. Alan Cooper (2007) geeft aan dat het geven van een overzicht de gebruiker helpt in het zich oriënteren binnen een interface, en daardoor het product gebruiksvriendelijker maakt. “Digital breadcrumbs” kunnen aangeven waar iemand zich bevindt, waar hij heen gaat en wat de weg terug is, makkelijk voor serialisten. Door een overzicht te blijven geven van alle hoofdstukken, kunnen de holistische gebruikers “random” door de hoofdstukken heen gaan en zelf hun route bepalen. Maar niet alleen serialisten en/of holisten hebben baat met deze invulling. Voor “intermediates” en “experts” biedt het de mogelijkheid om bepaalde hoofdstukken over te slaan als ze hier al van op de hoogte zijn. Basiskennis Zoals eerder gelezen gaf Willingham aan dat basiskennis een van de factoren is waar rekening mee gehouden moet worden (zie leerstijlen). Iedereen heeft een andere basis van kennis waar meerdere redenen voor kunnen zijn, bijvoorbeeld opleiding of leeftijd. Maar dit is wel van invloed op de inhoud van een e-learning. Zoals aangegeven is het niveau ook zeer bepalend voor de motivatie (zie niveau).
Pagina 24
Iemand die dagelijks met het onderwerp bezig is, zal niet de gehele module door willen nemen, omdat het voor diegene logische handelingen zijn. Terwijl er ook gebruikers zijn die het voor het eerst lezen en veel meer kennis willen krijgen over een bepaalde handeling bijvoorbeeld. Hiervoor is het handig om aan het begin van de e-learning duidelijk te krijgen wat de basiskennis is van de gebruiker. Ook binnen (basis)kennis zou je onderscheidt kunnen maken tussen “beginners”, “intermediates” en “experts”. Het geven van extra informatie is dus handig voor de “beginners” of om de gaten in de kennis van de “intermediates” en “experts” te vullen. Het plaatsen van een informatie icoon om aan te geven dat daar extra informatie te vinden is over het specifieke onderwerp, is een goede oplossing. Waarbij men er wel op moet letten dat er voorkomen wordt dat daardoor extra schermen geopend worden, wat voor extra onnodige handelingen en verwarring kan zorgen. Cooper (2007, p. 241) noemt dit “modeless”. Dit betekent dat de extra informatie niet de “flow” van de handelingen van de gebruiker stopt, maar dat dit ingebouwd is in de structuur. Concentratie Niet iedereen kan lange tijd stil zitten en bezig zijn met de leerstof. Hiermee rekening houdend is het van belang de informatie niet in te lange blokken aan te bieden, maar te kijken hoe deze in korte delen aangeboden kan worden, zodat er makkelijk tussendoor gestopt kan worden, en later verder gegaan kan worden. Handig hierbij is dat er ook geregistreerd word welke items er zijn bekeken en welke nog niet (zie leervolgorde). Cooper (2007, p. 310) stelt dat tekst binnen een interface een kritiek component is. Het kan de benodigde informatie geven maar daarnaast ook verwarren en moeilijker maken dan dat het is. Bij het lezen van tekst hanteert hij de
volgende stelregels: - Hoog contrast in tekst - Goed lettertype en grootte hiervan - Duidelijk verwoorden Verder wordt, hoewel er nog geen duidelijk onderzoek naar is gedaan, het idee geopperd dat de aandachtsboog verminderd door het gebruik van moderne technologie. In het artikel “Facebook and internet ‘can rewire your brain and shorten attention span’” van de Engelse Dailymail (Macrae, 2010) blijkt dat de experts van de Oxford Universiteit geloven dat de computer en internet de aandachtsboog verkort. De neurologen geloven dat technologie achter de alarmerende stijging in aandachtsstoornissen zit en de groei in het gebruik van het antihyper medicijn Ritalin verhoogt. Maryanne Wolf, cognitief neuroloog van de Tufts Universiteit in Masachusetts meent in het artikel dat “it takes time to think deeply about information and we are becoming accustomed to moving on to the next distraction.” Onze aandachtsboog blijkt te verminderen en natuurlijk valt er over te discussiëren of het verantwoord is om dit te ondersteunen of dat we moeten proberen het tegen te gaan. Maar omdat onderbrekingen onvermijdelijk zijn (zie digitale afleidingen, maar ook het dagelijks werk wat veel onderbrekingen kan geven) is het handig om korte blokken aan te bieden, zodat de gebruiker ook makkelijk kan onthouden waar hij of zij was gebleven binnen een hoofdstuk. (visuele) ondersteuning Ondersteuning tijdens het leren kan op verschillende manieren. In “Types of Digital Visuals in E-learning” word een opsomming gegeven van de soorten van afbeeldingen die varieren van een simpele diagram tot simulaties.
De soort afbeelding ondersteund het verhaal met een onderliggende betekenis. Zo zijn er volgens Dr Shalin Hai-Jew (2009), schrijver van het artikel, afbeeldingen die: waarheidgetrouwheid visualiseren (bijvoorbeeld foto of video van de ravage na een storm). helpen om een mentaal plaatje te maken (bijvoorbeeld een plaats op een wereldkaart). creativiteit uitstralen (bijvoorbeeld een moodboard). complexe ideeën visualiseren (bijvoorbeeld infografics ). menselijk en persoonlijk van aard zijn. (foto’s van mensen) ”up to date” informatie verschaffen (bijvoorbeeld google maps of life stream). gestructureerde informatie overbrengen (bijvoorbeeld grafieken en diagrammen). entertainen en vermaken (bijvoorbeeld een smiley ). je compleet betrekken in digitale tijd en plaats (bijvoorbeeld simulaties). sociaal vermaak ondersteunen (bijvoorbeeld SecondLife). een archiverende en bewarende functie hebben (bijvoorbeeld foto’s van muurschilderingen van vroeger).
Wat niet genoemd wordt in het artikel “Types of Digital Visuals in E-learning” zijn de serious games en een opkomend element in het informele leerproces. Maar ook hiervan geldt dat het voor de ene zal helpen maar voor de ander geen toegevoegde waarde zal hebben. Een variatie aanbieden is dus genoodzaakt. Verder hoeft ondersteuning van tekst niet alleen iets visueels te zijn, een casus geeft ook ondersteuning in het begrijpen van de gegeven stof en zo ook vragen.
Hieruit zijn foto’s, illustraties, video, simulaties uit te filteren die ondersteuning kunnen bieden aan een e-learning. De ene zal meer geschikt zijn voor een bepaald hoofdstuk dan de andere, maar ook hier is het argument van Willingham over de “onzin” van visueel ingestelde student van invloed. Iemand kan genoeg hebben aan waarheidsgetrouwe afbeeldingen om het te begrijpen, terwijl de ander een diagram genoeg vindt. Daarom is het beter om niet te veel te beperken in een soort binnen visualisaties ter ondersteuning van de leerstof.
Pagina 26
motivatie
Beleving
afleidingen
didactiek
Communicatie Voorbeeld : Wordt de e-learning aangekondigd door nadruk te leggen op de zelfwaarde, om daarmee de intrinsieke motivatie te activeren?
Full-screen Voorbeeld: Is er een full-screen optie aanwezig en zorgt dit voor meer betrokkenheid bij de e-learning?
Full-screen Voorbeeld: Verbergt de full-screen versie de overige opties van het medium?
geluid Voorbeeld: Kan er muziek opgezet worden en kan daarin gekozen worden?
visuele en interactie ontwerp Voorbeeld: Is de “look and feel” eenduidig wat zorgt voor een complete ervaring?
reminders Voorbeeld: Geeft de e-learning reminders als het niet afgemaakt wordt?
Licht Voorbeeld: Kan de helderheid aangepast worden?
(visuele) ondersteuning Voorbeeld: Maken de visuele ondersteuningen deel uit van de complete “look and feel” en geven ze duidelijk aan wat ermee bedoelt wordt?
tijdbeperking Voorbeeld : Is er een mogelijkheid om een tijdbeperking in te stellen?
sociologie Voorbeeld: Is het mogelijk om andere bronnen te raadplegen, zoals collega’s of internet?
geluid Voorbeeld : Is het mogelijk om het geluid aan en uit te zetten?
notities Voorbeeld: Is het mogelijk om notities te maken?
instructies Voorbeeld: Is er de mogelijkheid om instructies te krijgen voor “beginners”? En is het (tijdelijk) uit te zetten voor “intermediates” en “experts”? visuele en interactie ontwerp Voorbeeld: Is ontwerp makkelijk en duidelijk in het gebruik? Leervolgorde Voorbeeld: Is het mogelijk om hoofdstukken over te slaan? Basiskennis Voorbeeld: Is het mogelijk om de kennis te testen voordat de e-learning gestart wordt en is het mogelijk om snel een overzicht te krijgen waar het om gaat en wat er besproken wordt? (visuele) ondersteuning Voorbeeld: Is er gebruik gemaakt van verschillende soorten visuele ondersteuningen? Concentratie Voorbeeld: Geeft het de mogelijkheid om tussendoor te stoppen, en later verder te gaan met hetzelfde hoofdstuk?
Leervolgorde Voorbeeld: Is het mogelijk om andere hoofdstukken eerst door te nemen en is daar een overzicht van? Basiskennis Voorbeeld: Is er de mogelijkheid om meer informatie over de e-learning in zijn geheel te krijgen? Concentratie Voorbeeld: Wordt de leerstof in kleine blokken aangeboden? (visuele) ondersteuning Voorbeeld: Dragen de visuele ondersteuningen mee aan het begrijpen van de leerstof?
CHeCkList
Uit het onderzoek zijn er verschillende factoren gekomen die van invloed zijn op het gedrag van de gebruiker bij een e-learning. Door rekening te houden met deze factoren en deze vorm te geven binnen een e-learning zou de gebruiker meer gemotiveerd zijn door het gebruik en daardoor het opslaan van de informatie. Natuurlijk zijn er nog veel meer voorkeuren die van invloed kunnen zijn op het leerproces, die niet zo makkelijk zijn te vangen zijn in een ontwerp, maar afhankelijk zijn van de achtergrond van de persoon of de levensfase bijvoorbeeld. Verder zijn er binnen de leerstijlen nog veel meer verschillen te benoemen, die meer gericht zijn op interne factoren dan externe factoren en dus ook moeilijker zijn te beïnvloeden met het ontwerp van e-learning. De werking van de hersenen en de veranderende technologie plus de verbanden die daartussen te leggen zijn, bieden nog vele kansen voor onderzoeken naar de optimale invulling van e-learning. En het schrijven van teksten wat een vak apart is, kan veel invloed hebben op het leergedrag van de student en moet dus rekening mee gehouden worden. Verder zijn er nog de externe afleidingen zoals de mensen om je heen, de plek waar gestudeerd wordt en dergelijke. Maar deze zijn door de flexibele media, zoals tablets, makkelijker te ontwijken door de student zelf. Maar hoe is deze theorie in de praktijk terug te vinden? Op welke manieren wordt er rekening gehouden met de gebruiker en hoe worden deze functies vorm gegeven? Hiervoor heb ik alle punten onder elkaar gezet, waardoor er een soort checklist ontstaat waarmee de e-learnings vergeleken kunnen worden, om te zien of ze rekening houden met de uit de theorie verkregen factoren.
COnCLusie
Pagina 28
Praktijkonderzoek Binnen e-learning bestaan er vele vormen. Het kan een vorm zijn waarbij alleen tekst wordt aangeboden of de leerstof wordt in een video duidelijk gemaakt aan de gebruiker. Voor mijn onderzoek heb ik dan ook gezocht naar verschillende vormen, om te kijken welke vorm het beste aanslaat en welke items binnen deze e-learningvorm als prettig wordt ervaren en welke niet. Hiervoor heb ik gekozen voor 4 soorten, namelijk: casus, video, gesproken tekst en de ‘gewone’ tekst vorm. Deze vormen heb ik langs mijn checklist gelegd om te kijken in hoeverre deze rekening houden met het centraal stellen van de gebruiker, vanuit de theorie gezien. Als kanttekening is het belangrijk om te vermelden dat de meeste e-learning modules die op internet zijn te vinden, demo’s zijn en kunnen hierdoor niet in zijn geheel worden beoordeeld. Het kan zijn dat bepaalde functies binnen demo’s niet worden aangeboden, maar wel in de volledige versie worden aangeboden.
Titel Doelgroep Soort
Patiënt Management Verpleegkundigen Casus
www.suddenlysmart.com/examples/Patient_Management/player.html algemene beschrijving Deze e-learning werkt vanuit casussen. De gebruiker krijgt een patiënt met een beschrijving over de toestand van deze patiënt. Doormiddel van checkboxen kunnen er vragen gesteld worden aan de patiënt om de juiste diagnose te kunnen stellen en daarop in te kunnen spelen. Er kunnen verschillende paden worden bewandeld, waarna er positieve feedback en negatieve feedback op wordt gegeven. motivatie Deze e-learning scoort binnen motivatie vooral op de interactie doordat dit makkelijk in gebruik is. Er zijn niet veel knoppen aanwezig, waardoor er maar één mogelijkheid is om door de e-learning heen te komen. Het gebruik is hierdoor geschikt voor beginners en gevorderden. Verder zijn de gebruikte beelden in harmonie met elkaar.
afleidingen Doordat de e-learning niet full-screen wordt aangeboden mist het daardoor net de afwerking van de gehele stijl. Doordat deze vorm niet de overige opties afdekt liggen afleidingen sneller op de loer. didactiek Binnen didactiek scoort deze vorm vooral op concentratie en heft daardoor de afleidingen wat op. Doordat de casussen kort zijn en snel afwisselen qua scherm is het makkelijk vol te houden. Een manco aan deze vorm is dat het qua basiskennis summier is. Er wordt er vanuit gegaan dat de gebruiker al op de hoogte is van de nodige kennis, waardoor het antwoorden op de vragen gemakkelijk zou moeten zijn. De gehele versie van de vorm zou hier misschien wel in voorzien.
Beleving De beleving van deze e-learning is qua vormgeving in orde, doordat het zich binnen een bepaalde stijl houdt en alles daarbij aanpast.
Bestaande e-Learning vOrm nr 1
Pagina 32
Titel Doelgroep Soort
Vuilnis Vuilnismannen Video
http://demo.tinqwise.nl/vuilnis/preview/ algemene beschrijving De video geeft uitleg over hoe vuilnismannen met veiligheid en hun werk moeten omgaan. Er zijn twee vuilnismannen die uitleggen welke eisen en maatregelen er genomen moeten worden om veilig te werken. Tussendoor worden er vragen gesteld waar de gebruiker op moet antwoorden. motivatie Er wordt in het begin uitgelegd waar het over gaat, alleen niet voordat de video wordt gestart. De e-learning is verder simpel en daardoor makkelijk in gebruik. Er zijn twee opties om uit te kiezen, full-screen of even een pauze nemen. Verder stopt de video bij de vragen en gaat na beantwoorden gewoon verder maar het is niet mogelijk om iets over te slaan, de video speelt alles achter elkaar af. Wel is er de mogelijkheid om even te stoppen door op de pauze knop te drukken. De vormgeving is strak en simpel en alles wordt binnen de praktijkomgeving uitgelegd.
Beleving Bij deze e-learning is full-screen een optie, maar zorgt niet voor extra beleving. Het wit rond de e-learning vult het beeld aan, maar de video blijft in dezelfde vorm aangeboden. Alle beelden die gebruikt worden passen bij elkaar en zorgen voor een complete ervaring binnen het werk van vuilnismannen. De beleving wordt hierdoor wel extra versterkt. afleidingen De full-screen versie zorgt dan niet voor extra beleving, maar zorgt er wel voor dat de overige functies worden bedekt. Hierdoor zijn afleidingen meer afgeschermd. didactiek Doordat deze vorm alleen video aanbiedt, zijn er binnen didactiek weinig andere opties te vinden. De onderwerpen die besproken worden, zijn wel kort en bondig en daardoor goed voor de concentratie.
Bestaande e-Learning vOrm nr 2
Pagina 34
Titel Doelgroep Soort
Prince2 Projectmanagers Gesproken tekst
http://cf.ilxgroup.com/demos/p2-foun-demo-dutch/main.html?ilx_ address=netherlands algemene beschrijving Deze demo over projectmanagement geeft inzicht in wat Prince2 inhoud en waarom dit wordt toegepast binnen projecten. Deze demo wordt geheel gesproken aangeboden met af en toe een onderbreking zoals een vraag. Verder zijn er nog overige opties zoals: ondertiteling, notities, blocnote, index, inhoud, woordenlijst en favorieten. Deze opties kunnen tijdens het volgen van de module worden gebruikt. motivatie Er wordt in de introductie uitgelegd waar deze e-learning voor dient waardoor de intrinsieke motivatie wordt aangesproken. Hoewel deze niet geheel op de intrinsieke motivatie richt, geeft het wel een eerste indruk van de inhoud van de module. Bij het opstarten worden er instructies gegeven over het product. Deze kunnen uitgezet worden, zodat de productrondleiding niet elke keer automatisch start. Ook kan er gekozen worden welk hoofdstuk afgespeeld moet worden. Ook kan het de stem onderbroken worden door op pauze te drukken.
Beleving De gebruikte beelden binnen de e-learning sluiten op elkaar aan, maar staan wel los van de omgeving. De simpele gebruikte, kleurrijke illustraties zijn heel anders dan de illustraties gebruikt voor de knoppen. Hierdoor komt het rommelig over. afleidingen Hoewel er de optie ondertiteling wordt gegeven, is het geluid binnen de e-learning niet aan te passen. Er is geen full-screen mogelijkheid, waardoor er extra ruis is. didactiek Er is een mogelijkheid om notities te maken naast de tekst en ook is er een woordenlijst beschikbaar om te raadplegen als iets ontschoten is. Als er een hoofdstuk is wat iemand eerder wil lezen, is dat ook mogelijk door dat bij ‘inhoud’ aan te geven. De visuele ondersteuningen zijn vooral gericht om een mentaal plaatje te maken, dan dat ze duidelijke uitleg geven over de gehoorde en getoonde tekst.
Bestaande e-Learning vOrm nr 3
Pagina 36
Titel Doelgroep Soort
Venapunctie Verpleegkundigen Tekst
https://www.leerplein.sfg.nl/ algemene beschrijving Deze module geeft uitleg over hoe de venapunctie wordt uitgevoerd binnen het SFG. De module bestaat uit een inleidend verhaal waaraan een manual gekoppeld is die de leerstof weergeeft. De manual bestaat uit tekst ondersteund met beeld, af en toe video en er zijn wat interactieve flash bestanden toegevoegd. motivatie Het ontwerp van de manual is makkelijk in gebruik, er zijn niet al te veel functies. Er kan binnen de hoofdstukken worden gekozen om iets over te slaan of eerder te lezen. Ook is er variatie binnen de visuele ondersteuningen doordat er video en beeld wordt gebruikt.
afleidingen De full-screen is niet aanwezig, maar vult het beeld wel bij het vergroten van het scherm. Het geluid van de video’s uitgezet en verder zijn er geen andere geluidsopties. didactiek Er is een optie om notities te maken bij de tekst en als er vragen zijn over de inhoud van de lesstof zijn de experts te mailen voor vragen. Aan de zijkant zijn de hoofdstukken te zien die de manual bevat, en daardoor kunnen hoofdstukken worden overgeslagen. De lesstof wordt wel in grote stukken aangeboden, wat niet bevorderlijk is voor de concentratie.
Beleving Er is geen full-screen functie aanwezig, hoewel de content zich wel aanpast op het vergroten van het scherm. Er is weinig look en feel, het heeft een vrij standaard uiterlijk. De gebruikte beelden zijn soms wel ondersteunend voor de tekst, maar soms ook niet. Ook het verschil in stijl tussen de gebruikte beelden is enorm, waardoor er geen samenhang is.
Bestaande e-Learning vOrm nr 4
Pagina 38
mijn interactief product Goed of slecht, dat is niet perse te zeggen na de e-learning demo’s langs de checklist gelegd te hebben. De vormen zijn met verschillende insteken gemaakt en richten zich dan ook op verschillende factoren. De ene is visueel aantrekkelijk en scoort daarom hoog op beleving, maar verliest het weer op het didactische vlak. Maar hieruit kan je niet opmaken dat de ene beter is dan de ander. De doelgroep heeft meer te zeggen over welke vorm aansluit bij hun behoeftes. Voor mijn interactief product wil ik proberen om de beste dingen uit de andere vormen samen te brengen in een e-learning die op alle vlakken het beste presteert. Door de theorie en de praktijk bij elkaar te voegen hoop ik een ideaal product te creëren, wat inspeelt op al die voorkeuren en gedragingen van de gebruikers. Maar naast deze theoretische voorkeuren is het ook belangrijk te weten welke voorkeuren er vanuit de doelgroep komen.
Het sint Franciscus gasthuis Het Sint Franciscus Gasthuis is sinds 1975 gevestigd aan de Kleiweg in Rotterdam. In dit ziekenhuis werken ongeveer 2.000 medewerkers die zich inzetten op verschillende vlakken en specialismen binnen de gezondheidszorg. Het Leerhuis van het SFG biedt het personeel cursussen aan zodat ze op de hoogte blijven van de vernieuwingen binnen de gezondheidszorg of voor het behouden van bekwaamheid. De cursussen worden vooral digitaal aangeboden op het digitaal leerplein en in sommige gevallen is er sprake van b-learning, ofwel blendedlearning. Hierbij wordt een mix gemaakt tussen digitaal leren en klassikaal. Deze klassikale lessen gebeuren in het Skills Lab of opleidingslokaal, waar de middelen zich bevinden om een bepaalde handeling te oefenen of te laten beoordelen zoals een kunstarm voor de venapunctie. Huidige situatie Het digitaal leerplein bevat verschillende onderwerpen die modules worden genoemd. Dit varieert van modules over “effectief presenteren” tot de uitleg van “elektronische toedieningregistratie van medicatie”. Deze modules worden aangekocht, verkregen door uitwisseling met andere ziekenhuizen maar worden ook intern geproduceerd. De modules op het leefplein bestaan standaard uit een manual waar de lesstof in wordt beschreven. Daarnaast is de mogelijkheid om er een toets aan te koppelen. Voordat de manual geopend wordt, kan er algemene informatie worden verteld over de inhoud ervan en wat de bedoeling is van de module. De opmaak is een standaard sjabloon die gemaakt is voor het SFG, waarbij de HTML in een ander scherm aan te passen is. Voor de invulling is geen kennis nodig van HTML, omdat het genoeg standaard functies biedt zoals het toevoegen van foto’s, video’s en flashbestanden.
CasusBesCHrijving
venapunctie De module venapunctie gaat over de handeling bloed afnemen. Van de doelgroep wordt verwacht dat zij deze module één keer in de vijf jaar herhalen, omdat dit wettelijk is bepaald door de BIG-wet. Het ziekenhuis moet namelijk kunnen aantonen dat het personeel bekwaam is om deze handeling uit te voeren. Deze handeling wordt in b-learning vorm aangeboden. De theorie en handswijze staat op het digitaal leerplein waar ook een toets aan vast zit. De handeling zelf wordt in het Skills Lab geoefend en getoetst. De toets in het Skills Lab mag alleen worden afgenomen als de e-learning gevolgd is en daar een voldoende mee is behaald. Voor het maken van deze module wordt de expertise die in huis is gebruikt. Medewerkers die zich dagelijks bezig houden met deze handeling voegen hun kennis samen om de module inhoud te geven. Deze medewerkers worden als experts gezien en zijn daardoor ook bereikbaar voor vragen die mensen hebben tijdens het volgen van de module. vernieuwing De venapunctie module heeft qua inhoud ook vernieuwing omdat er een nieuw soort naald wordt geïntroduceerd binnen het ziekenhuis wat ervoor zorgt dat degene die de venapunctie afneemt, minder kans heeft zichzelf te prikken. Dit kan voor de module als extra motivatie worden aangedragen, omdat het iets is wat de werknemer beter maakt in iets wat er toe doet. Door dit in het begin duidelijk te communiceren, zal de intrinsieke motivatie om de e-learning te volgen vergroot worden.
Pagina 42
PERSONA
DESIGN Gemiddelde gebruiker SFG
Geslacht Vrouw Leeftijd 37 Gebruikersniveau Beginner tot intermediate Functies Verpleegkundige
“ Soms zie ik er tegenop om een module te maken. ” Bron : sfg.nl
MOET soms een module maken om bevoegdheid te behouden
HEEFT computer ter beschiking om deze te maken tijdens werktijden
WIL
zich er toe zetten om een module te maken
niet altijd tijd en zin om module te maken
niet teveel tijd kwijt zijn aan het volgen van module
op de hoogte blijven van kennis binnen de gezondheidszorg
%
%
% 51
BO V
%
35
49
%
N VRO MA U W
35 ONDE N E
11
GESLACHT
R
LEEFTIJD
89
doelgroep De doelgroep van deze module bestaat uit bijna iedere werknemer die in contact komt met patiënten. De grootste doelgroep zijn de verpleegkundigen. Het afnemen van de venapunctie is een standaard procedure die iedereen moet beheersen. Binnen de groep van verpleegkundige is 51% onder de 35 en daardoor opgegroeid met computers. Deze generatie Y (vanaf laat 1970) is opgegroeid met computers, en heeft daardoor eerder het Intermediates gebruikersniveau. Maar 48% is boven de 35 en daardoor minder opgegroeid met computers waardoor het gebruikersniveau veel beginners zal hebben. Binnen de verpleegkundigen is 89% vrouw en 11% man.
dOeLgrOeP
Pagina 44
Wireframes
DIDACTIEK Leervolgorde Overzicht van de hoofdstukken, en je kan kiezen welke je eerst doet. MOTIVATIE Leervolgorde Je kan hierdoor hoofdstukken overslaan
TITEL
MOTIVATIE Communicatie - Hoofdstuk 1
Nu m NIE et OND UW ERW ERP
Intrinstiek, iets wat ze beter maakt in iets wat er toe doet
- hoofdstuk 2
MOTIVATIE Communicatie
- Hoofdstuk 3 - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 5
betrokken experts: naam achternaam | naam achternaam
Naamsvermelding ter erkenning en werving en motivering van andere experts
MOTIVATIE Basiskennis Voor de intermediates en experts een samenvatting en oefentoets DIDACTIEK Basiskennis Geeft overzicht van de inhoud van de module
Het eerste scherm geeft de eerste indruk van de e-learning en is daarom erg belangrijk dat hier gelet wordt op de motivatie-factoren. Het aangeven van een nieuw item binnen een bestaande e-learning kan er voor zorgen dat de gebruiker zich extra gemotiveerd voelt om de leerstof door te nemen. Een ander item is het benoemen van de auteurs Doordat de stof intern wordt geproduceerd, zijn ze altijd op zoek naar mensen die hun kennis daarvoor willen inzetten. Door een product neer te zetten waarop ze trots kunnen zijn, zullen andere ook eerder gemotiveerd zijn om mee te werken aan de ontwikkeling, wat zorgt voor de intrinsieke motivatie van het deel uitmaken van iets wat groter is dan henzelf.
wireFrames
Pagina 46
Wireframes MOTIVATIE Basiskennis Instructies over de werking van de e-learning.
AFLEIDING Geluid Het geluid moet ook uit te zetten zijn. DIDACTIEK Geluid Het aan en uit kunnen zetten van muziek en kiezen van ritme . DIDACTIEK Licht Lichtintensieteit aanpassen aan de tijd waarop geleefd wordt.
Bij de functies die buiten de inhoud van de leerstof staan zijn de instructies, vooral omdat we met veel beginners te maken hebben, heel belangrijk. Ik kies er dan ook voor om deze instructies in tekst weer te geven, terwijl de andere iconen worden. Zo zijn de instructies voor iedereen meteen te begrijpen en de betekenis van de iconen worden daarmee meteen duidelijk. Het licht kan op drie verschillende sterken worden ingesteld, voor overdag, avond en nacht. De muziek heeft meerdere functies nodig, Naast het kunnen regelen van het volume moet ook het tempo aan te passen zijn. Het beste zou zijn dat er één muziekmelodie op verschillende tempo’s aan te passen is.
DIDACTIEK Visuele ondersteuning MOTIVATIE Visuele ondersteuning BELEVING Visuele ondersteuning Verschillende vormen : video, foto, casus, vragen, games, overig.
DIDACTIEK Concentratie MOTIVATIE Concentratie Korte bondige tekst.
MOTIVATIE Basiskennis Extra uitleg naast basiskennis DIDACTIEK Leervolgorde Overzicht van de hoofdstukken, en je kan kiezen welke je eerst doet. MOTIVATIE Leervolgorde Je kan hierdoor hoofdstukken overslaan
Hoofdstuk 1
home
De functies binnen de leerstof zijn gericht op visuele ondersteuning, lengte van tekst en de mogelijkheid om te zien waar je bent, waar je geweest bent en waar je naartoe gaat. De visuele ondersteuningen die naast de tekst staan moeten wel goed aansluiten bij de tekst, maar kan wel op verschillende manieren worden laten zien. Zo kan een video weer hele andere informatie geven dan een game hierover. Maar ook vragen en een casus kan ondersteuning bieden. Verder kan er onderscheid gemaakt worden in relevantie binnen de tekst. Zijn er dingen die niet bij de basis horen, maar wel meer duidelijkheid geven? De extra informatie kan aan de behorende basis informatie “gehangen“ worden. Verder zijn er “digital breadcrumbs‘ die ervoor zorgen dat mensen hun positie weten en hierdoor ook delen over kunnen slaan binnen de e-learning.
wireFrames
Pagina 48
DIDACTIEK Notities Te maken bij de stof. Voor mobiel, print en e-mail.
DIDACTIEK Sociologie Zoeken naar andere bronnen om te leren of sociale platforms .
DIDACTIEK Sociologie Stellen van vragen aan de experts over de inhoud van de module.
Dan zijn er nog de functies die buiten de leerstof ondersteuning brengen voor de gebruiker. Het toevoegen van notities kan door te klikken op een icoon bij de tekst, waardoor de tekst verschijnt op het tabblad notities. Hierna kan er toelichting door de gebruiker bij geschreven worden. En om deze persoonlijke notities te gebruiken in de praktijk kunnen ze verstuurt worden naar mobiel, uitgeprint worden of per e-mail verstuurt worden. Het aanbieden van het internet binnen in de e-learning geeft de mogelijkheid om dingen op te zoeken zonder de link met de e-learning te verliezen en afgeleid te worden. Verder kan hierbinnen ook gecommuniceerd worden met de al gebruikte sociale media die de gebruiker als prettig ervaart. Voor vragen direct over de inhoud van de lesstof zijn de auteurs te bereiken voor vragen.
Wireframes
AFLEIDING Reminder Pop-up scherm met reminder dat de e-learning nog open staat. De e-learning [naam] staat nog open Verder gaan
over 5 minuten
AFLEIDING Tijdbeperking Tijd geeft aan wanneer de module weer gestart moet worden
Als laatste hebben we de functies ‘buiten’ de e-learning. Een reminder voordat er wordt vergeten dat de e-learning nog steeds openstaat en dat deze nog afgerond moet worden. Hierbij kan er gekozen worden voor het overslaan van deze reminder als dit op het moment niet uitkomt. Hierdoor wordt de gebruiker wel bewust gemaakt dat de e-learning nog aanstaat, maar geeft de mogelijkheid om eventuele andere belangrijke zaken voor te laten gaan.
wireFrames
Pagina 50
De vormgeving van het product heb ik zo simpel en overzichtelijk mogelijk gehouden, zodat het zo min mogelijk vragen oproept. Zodra de notities, internet of het e-mail venster wordt geopend, verschuift de tekst naar links. Hierdoor blijft de tekst zichtbaar bij het stellen van vragen of het opzoeken van overige informatie. De visuele ondersteuning veranderd zodra er links op geklikt wordt. Hierdoor blijft de tekst staan, maar de soort uitleg veranderd. Zo kan er een game worden gemaakt over een bepaalde handeling maar ook een video, zodat je kan kiezen welke vorm je het beste aanspreekt.
PrOduCt
Pagina 52
testen Na het doorvoeren van de functies binnen mijn ontwerp is het testen van het product de volgende stap in mijn onderzoek. Als het goed is zal mijn ontwerp, wat nu voldoet aan alle “eisen“ gericht op learner centered design, als beste uit de bus rollen. Hierin is nu de doelgroep aan het woord. In een korte enquête en een persoonlijk interview wil ik erachter komen welke vormen ze aanspreken en waar ze dan vooral op letten. Wat spreekt aan, welke functies vinden ze handig en welke zijn totaal overbodig.
Leeftijd Geslacht Gebruikersniveau Hoe typeert u een e-learning module in het algemeen? Verdeel hieronder 100 punten: .... Een kans om nieuwe kennis op te doen. .... Het is een verplichting. .... Ter opfrissing. .... Als naslagwerk. Hoe typeert u een e-learning module van het SFG? Verdeel hieronder 100 punten: .... Een kans om nieuwe kennis op te doen. ..... Het is een verplichting. ..... Ter opfrissing. ..... Als naslagwerk. Wat is het meest voor u van toepassing? Verdeel hieronder 100 punten: E-learning… ..... moet er aantrekkelijk uitzien (professioneel/speels) ..... moet iets nieuws te bieden hebben. ..... moet niet te lang duren. ..... moet meer beelden dan tekst bevatten. ..... moet de aandacht vast houden door, ..... moet
Enquête Om er achter te komen wat de doelgroep aanspreekt en wat hun motivatie is voor het volgen van een e-learning heb ik hun gevraagd naar het volgende: Hoe typeert u een e-learning module in het algemeen? Uit de enquête blijkt dat e-learning vooral wordt gezien als het opfrissen van kennis. Hierna volgt de kans om nieuwe kennis op te doen wat nipt wordt gevolgd door verplichting. Het minst zien ze e-learning als een naslagwerk waar ze in kunnen terugkijken. Op de vraag hoe ze een e-learning module van het SFG typeren, was verplichting het grootste wat gevolgd wordt door het opfrissen van kennis. Hierna wordt de kans om nieuwe kennis op te doen genoemd en nog kleiner dan bij de vorige vraag is het gebruik van e-learning als naslagwerk. Verder heb ik ze gevraagd wat binnen e-learning voor hen het meest van toepassing is. Hierop scoort het bieden van iets nieuws het best. Daarna scoort de lengte en de aantrekkelijkheid op bijna gelijke hoogte. Het minst scoort dat een e-learning meer in beelden dan tekst moet voorzien. Overige opmerkingen waren dat het vooral duidelijk moest zijn.
motivatie is en daardoor geen volhardende motivatie is. Vooral de modules van het SFG worden als verplichting gezien en daardoor gericht op extrinsieke motivatie. Deze motivatie moet dus omgekeerd worden, zodat ze het meer zien als een manier om nieuwe kennis op te doen of ter opfrissing. Interviews Voor het interview heb ik gekozen om de verpleegkundigen de 4 gekozen e-learning vormen te laten bekijken, met als 5de vorm mijn product. Hierbij heb ik niet verteld dat nummer 5 mijn eigen ontwerp was, om een zo eerlijk mogelijk resultaat te krijgen. Wat ik vooral wilde weten is hoe de e-learning vormen worden ervaren en wat ze er prettig en minder prettig aan vinden. Hierdoor wil ik onderzoeken welke eventuele items vanuit de theorie in de praktijk niet relevant zijn of welke items niet besproken zijn, maar juist wel relevant zijn voor het ontwerp vanuit de gebruiker gedacht.
Het hoofddoel van e-learning in zijn algemeen zien verpleegkundigen dus vooral voor het opfrissen van hun kennis. Dit is ook te koppelen aan de intrinsieke motivatie, omdat het ze hierdoor toch beter worden in iets wat er toe doet. En als tweede was de kans om nieuwe kennis op te doen, wat hier natuurlijk compleet op aansluit. Maar toch wordt het gevolgd door de verplichting wat een extrinsieke
Door ze eerst de verschillende vormen kort te laten zien, wilde ik erachter komen welke motivaties achter een eerste indruk zitten. Hierbij werd er over het algemeen gekozen voor mijn ontwerp. De motivatie die erachter zat was dat het vooral duidelijk en overzichtelijk eruit zag. Het minst en vaak als irritant werd benoemd was de video variant. Hier werd of het soort humor of het geluid als vervelend ervaren. Verder werd de casus benoemd als een aantrekkelijke vorm door de simpelheid. De gesproken vorm werd door iemand als eerste indruk positief ervaren doordat het er professioneel eruit zag en dat er waarschijnlijk veel geld in gestopt was. Maar door anderen werd het gesproken vaak als vervelend ervaren. De module van het SFG werd vooral op het tekstuele vlak negatief beoordeeld, doordat de gegeven tekst vaak heel veel is.
enquete & interviews
Pagina 56
Na de eerste indruk van de verschillende vormen, heb ik gevraagd of ze alle vormen zelf wilde doorlopen om te kijken wat bij het gebruik van de vormen positief wordt ervaren en wat niet. Uit dit gedeelte kwamen veel dezelfde dingen naar voren die bij de eerste indruk werden genoemd. De eerste, de casusvorm, werd gezien als vragen die meer als toets diende dan als e-learning, ze miste de theorie ernaast. Daarnaast was het wel makkelijk in gebruik, maar werd het ook als saai ervaren. De video werd door slechts één persoon positief ervaren, een ander zou het eventueel positief vinden als het over iets gaat waar je niet van op de hoogte bent. Het veelgehoorde negatieve punt bij deze vorm was dat het kinderachtig en te onrustig is. De gesproken tekst werd door sommige als fijn ervaren, maar er werd ook opgemerkt dat dit wel veel tijd kost, terwijl ze de e-learning soms tussendoor willen volgen. Ook het gebruik van geluid is op afdelingen niet toegestaan, en daardoor onhandig. Maar over het algemeen lazen ze liever tekst, dan dat het werd voorgelezen. Hoewel deze door één iemand bij de eerste indruk als positief werd ervaren, werd na het omgaan met de module de omgeving en kleur als depressief ervaren, waardoor de motivatie snel over zou zijn. De functies die deze module ernaast aanbiedt, werden vaak niet opgemerkt. Na ze hier op geattendeerd te hebben, werden ze door de groep boven de vijfendertig vooral als overbodig ervaren. Binnen de module van het SFG werd voor het kiezen van de hoofdstukken als positief ervaren. Een veelgehoord negatief punt was de lengte van de tekst, waardoor de motivatie afnam. Ook het gebruik van plaatjes die niet in relatie stonden van de tekst werden niet als prettig ervaren. De vorm van tekst met
enquete & interviews
beeld wat hierin ondersteunt werd algemeen gezien als de beste vorm. Het ontwerp wat ik had gemaakt werd positief ervaren doordat het ook de vorm van tekst met beeld had, waarbij de beelden betrekking hadden op de tekst. Maar vooral het rustige en overzichtelijke werd als positief ervaren. De overige functies werden door de meeste niet meteen opgemerkt, maar na het aangeven van de instructies, waren er positieve reacties. De functies die het meest positief werden ervaren was het aanbod van de verschillende soorten (visuele) ondersteuningen. De functies van notities, internet en het mailen van experts viel het minst op. De groep onder de vijfendertig waren voor de functies meer te bewegen. Als eindvraag had ik hen voorgelegd welke vorm ze uiteindelijk zouden kiezen mochten ze dit binnen het SFG invoeren Hier kozen ze uiteindelijk allemaal voor mijn ontwerp, waarbij sommigen de keuze spraakfunctie hierbij zou toevoegen. De meeste vonden de module van het SFG ook goed, maar waarschijnlijk doordat dit een vertrouwde omgeving was. Maar doordat mijn ontwerp ook in de functies voorzag die de SFG module had, werd er naar de uitstraling gekeken, en mijn ontwerp als rustiger en overzichtelijker ervaren. Conclusie Na deze enquête en interviews te hebben afgenomen, heb ik ontdekt dat het vooral de tijd is waar deze doelgroep mee te maken heeft. Het efficiënt gebruik van plaatjes, het bepalen van het eigen tempo en het aanbieden van korte bondige teksten zijn belangrijke punten die naar voren komen in de gesprekken. Het leren op de afdeling moet soms tussendoor en daardoor is efficiënt gebruik van de e-learning een groot voordeel.
Pagina 58
antwoord Hoe geef je vanuit learner centered design een e-learning interactief vorm? Met deze vraag begon ik de zoektocht naar een ultiem ontwerp van een e-learning module. Het richten op de gebruiker zou meer moeten motiveren en de handige functies zouden het leerproces moeten ondersteunen. Maar is dit ook het geval, of zijn er andere factoren die meer aandacht moeten krijgen om een succesvolle e-learning te maken?
DIDACTIEK ondersteunt
MOTIVATIE
beïnvloed
heeft
moet
heeft
AFLEIDING
E-Learner ondersteunt
wil
BELEVING
vermindert
Hoe geef je vanuit learner centered design een e-learning interactief vorm? Hierin heb ik gezocht naar de verschillende items die de gebruiker kan ondersteunen in het leerproces. Het onderzoek hiernaar heeft me geleid tot vier hoofdfactoren die van invloed zijn tijdens het volgen van een e-learning. Motivatie, beleving, afleidingen en didactiek. Deze hoofdfactoren zijn op verschillende manieren gevisualiseerd in mijn ultieme e-learning ontwerp en zou daarmee in optimale vorm ondersteuning moeten bieden. Maar zijn deze factoren allemaal even belangrijk voor het stimuleren van de gebruiker? motivatie Uit het testen bleek dat motivatie wel heel belangrijk is, maar doordat binnen het SFG de verplichting de motor is achter het volgen van de e-learning, spreekt dit vooral de extrinsieke motivatie aan. Hierdoor zal de kans klein zijn dat ze vanuit zichzelf op zoek gaan om op deze manier kennis op te doen. Binnen e-learning ligt de motivatie vooral op de visuele ondersteuning. Veel gaven aan dat het plaatsen van duidelijke beelden in relatie tot de leerstof het aantrekkelijker voor hen maakt. Maar niet alles moet visueel getoond worden, want het lezen van de leerstof is bij de meeste toch de beste methode, omdat hierdoor een eigen tempo gevolgd kan worden. Beleving Uit het praktijk onderzoek bleek dat de beleving binnen de verschillende e-learning beter kan. Het gebruik van verschillende soorten visuals ondersteunen niet het geheel van de module, waardoor er een hoop beleving verloren gaat. De beleving is zo belangrijk voor de motivatie, waar een enorme slag in te maken valt.
De reden dat mijn ontwerp uiteindelijk gekozen werd, was vooral door de rustige en overzichtelijkheid van de e-learning. Hierdoor is het visueel ontwerp, en daardoor de beleving, dus een van de grootste factoren om rekening mee te houden. afleidingen De afleidingen zijn niet direct te testen door een interview. Het langer gebruik maken van de e-learning zou hier meer duidelijkheid in kunnen geven. Maar zoals al eerder gezegd is, is dat de beleving ervoor zorgt dat mensen niet afhaken en daardoor ook gemotiveerd blijven. didactiek De functies binnen didactiek zijn vooral gericht op de “intermediates” gebruikers doordat deze voor het volgen van de e-learning niet perse nodig zijn. Wat wel aanspreekt is tonen van korte bondige teksten waardoor het ook overzichtelijk blijft. Overbodige functies Doordat mensen de e-learning niet in zijn geheel en voor lange tijd konden testen, is het nut van de overige functies niet geheel overgekomen, waardoor je niet met zekerheid kan zeggen dat deze overbodig zijn. Maar doordat tijd en het snel kunnen doen wel de boventoon voert bij de medewerkers van het SFG, is er iets te zeggen over de overbodigheid van de overige functies zoals notities. Als de module kort en bondig genoeg is, zijn notities dan wel nodig?
eindCOnCLusie & aanBeveLingen
Pagina 62
waar pleit ik voor? Het maken van een e-learning is erg lastig door de vele factoren die van invloed zijn. Mijn focus heb ik gelegd op het integreren van factoren binnen de vormgeving van een e-learning, maar daarmee is niet alles in optimale vorm te krijgen. Hoewel dit wel een aantal belangrijke factoren bevat, die van grote invloed kunnen zijn op de ervaring met e-learning.
mijn aanbevelingen voor het sFg De modules binnen het SFG zijn goed van opbouw en bieden de standaard items die voorzien in het gebruik voor beginners. Ook het aanbieden van tekst, waardoor het tempo te bepalen is, wordt als prettig ervaren. Het kiezen van de hoofdstukken naast de leerstof laat zien waar de gebruiker is en welke hoofdstukken er nog meer zijn.
Na dit onderzoek gedaan te hebben pleit ik voor de aandacht binnen e-learning op : Motivatie en Beleving. Dit doordat het in relatie staat met afleidingen en daardoor ook op de didactiek. Deze twee hoofdfactoren voeren de boventoon bij het stimuleren van het leren en daardoor de didactiek. Ook de afleidingen zijn hier mee afgeschermd.
Verbeterpunten liggen binnen de motivatie en beleving. De lengte van de aangeboden teksten worden niet als prettig ervaren, waardoor de motivatie vaak afneemt. Dit probleem is makkelijk te verhelpen door kritisch te kijken naar de relevantie van de getoonde tekst. Wat is de basiskennis van de gebruikers en wat wil je de gebruikers bijbrengen. Door deze informatie op een bondige manier te presenteren zal de motivatie en volhardendheid toenemen.
Het visueel aantrekkelijk maken van een e-learning zorgt ervoor dat men gemotiveerd is om er aan deel te nemen en hun aanspreekt in hun intrinsieke motivatie. De afnemende motivatie die door slecht ontworpen interactie kan ontstaan, zijn met duidelijk en helder ontwerp makkelijk te onderscheppen, en daardoor van groot belang bij het opzetten van een e-learning. De functies binnen didactiek zijn vooral gericht op de interactie en zoals Bruce Tognazzini (2002) schreef is dat je ernaar moet streven om vooruit te lopen op de wensen en behoeften van de gebruiker, door ze alle informatie en hulpmiddelen aan te bieden die nodig zijn voor de verschillende stappen in het proces. In dit geval het leerproces.
Binnen beleving is het tonen van relevante beelden een groot voordeel. Maar relevantie is niet het enige kenmerk waaraan de beelden moeten voldoen. Het combineren van verschillende soorten stijlen in afbeeldingen zorgt voor een verstoorde beleving. Hoewel er vele soorten visuele elementen worden gebruikt binnen de e-learning, is het zorgen voor een geheel heel belangrijk. Hierdoor wordt er een rustig beeld gecreërd waardoor men meer gemotiveerd zal zijn om hier mee aan de slag te gaan.
eindCOnCLusie & aanBeveLingen
Pagina 64
LCD LCD
ANP (2010, 17 Oktober) Hersenen actiever bij luisteren mozart. Verkregen op 15 Juli 2012 van http://www.nu.nl/wetenschap/2358243/hersenen-actieverbij-luisteren-mozart.html Behoeftepiramide van maslow (2002, Oktober) Verkregen op 2 juli, 2012, van http://www.menscentraal.nl/behoeftepiramide_van_Maslow.html Boch, F., & Piolat, A. (2005, September) Note Taking and Learning: A Summary of Research. The WAC Journal, Vol. 16 : September 2005. Verkregen op 4 Augustus 2012 van http://wac.colostate.edu/journal/vol16/boch.pdf Caseboe, P. (2010) How Managers Learn (in their own words). Verkregen op 28 Augustus via Informal Learning Blog, Cross, J., & Internet Time Group van http:// www.informl.com/where-did-the-80-come-from/ Coffield, F., Moseley, D., Hall, E., & Ecclestone, K. (2004) Learning styles and pedagogy in post-16 learning, A systematic and critical review. Verkregen op 20 Juni van: http://hdl.voced.edu.au/10707/69027 Cooper, A. (2007) About Face 3: The Essentials of Interaction Design. Published by Wiley Publishing, Inc. 10475 Crosspoint Boulevard Indianapolis, IN 46256. Goddard, M. (2010, 6 Februari) Beginners, Experts and Perpetual Intermediates - User Typology. Verkregen op 10 september 2012 van http://blog. matthewgoddard.net/beginners-experts-and-perpetual-intermediates
BrOnnenLijst
Hai-Jew, S., “Types of Digital Visuals in E-Learning” (2009). SIDLIT Conference Proceedings. Paper 15. http://scholarspace.jccc.edu/sidlit/15 Hassenzahl, Marc (2011). User Experience and Experience Design. In: Soegaard, Mads and Dam, Rikke Friis (eds.), Encyclopedia of Human-Computer Interaction. Aarhus, Denmark: The Interaction Design Foundation. Verkregen op 10 Juli van http://www.interaction-design.org/encyclopedia/user_experience_and_ experience_design.html. Karrer, T. (2007, Oktober 15) Facebook as a Learning Platform. Verkregen op 29 Augustus 2012 van http://elearningtech.blogspot.nl/2007/10/facebook-aslearning-platform.html Kuhlmann, T. (2009, 24 Juni) 5 Common Visual Design Mistakes. Verkregen op 3 Augustus 2012 van http://www.articulate.com/radip-elearning/5-commonvisual-design-mistakes/ Lee, S. H. & Boling, E. (1999) Educational technology. 39:19-26, Screen Design Guidelines for Motivation in Interactive Multimedia Instruction: A Survey and Framework for Designers. Verkregen op 13 Augustus 2012 van http://www. medvet.umontreal.ca/techno/eta6785/articles/screen_design_guidelines.pdf Macrae, F. (2010, 15 September) Facebook and internet ‘can re-wire your brain and shorten attention span’. Verkregen op 28 Juli 2012 van http://www. dailymail.co.uk/sciencetech/article-1312119/Facebook-internet-wire-brainshorten-attention-span.html
Pagina 68
McCandless, D. (2009) The Hierarchy of Digital Distractions, Information is Beautiful, Verkregen op 3 Augustus 2012 via http://www.moma.org/ interactives/exhibitions/2011/talktome/objects/145523/
Simons, R. J.(2005, 30 Maart) Eindelijk aandacht voor de didactiek van e-learning! Verkregen op 15 Juni 2012, van http://igitur-archive.library.uu.nl/ ivlos/2005-0622-185157/5672.pdf
Mills, P. R., Tomkins, S. C., & Schlangen, L. J. M. (2007, 11 Januari) The effect of high correlated colour temperature office lighting on employee wellbeing and work performance. Verkregen op 20 Juli via Flux van http:// stereopsis.com/flux/research.html
Van de Broeck, A., De Witte, H., Vansteenkiste, M., Lens, W. ,& Adriessen, M. (2009, November). De Zelf-Determinatie Theorie: kwalitatief goed motiveren op de werkvloer [Elektronische versie]. Gedrag & Organisatie, volume 22, nr. 4, pp 316-334.
Moore, C. (2007, 13 November) Addicted to audio? Verkregen op 11 Juni 2012, van http://blog.cathy-moore.com/2007/11/addicted-to-audio/ Moore, C. (2011, 13 December) Are learners idiots. Verkregen op 10 Juni 2012, van http://blog.cathy-moore.com/2011/12/are-learners-idiots/
Voor- en nadelen van e-learning (z.d.) Verkregen op 2 Juni 2012, van http://www.e-learning.nl/Elearning/Voorennadelenvanelearning.aspx
Pask, G. (1976) Systems and Conversations: Pask and Laurillard. Verkregen op 28 Juli 2012 van http://www.learningandteaching.info/learning/pask.htm
Willingham, D. , & Riener, C. (2010) The Myth of Learning Styles. Change Magazine, September-Oktober. Verkregen op 17 Juni, van http://www. changemag.org/Archives/Back%20Issues/September-October%202010/themyth-of-learning-full.html
Pink, D. (2009, 25 Augustus) Dan Pink: The puzzle of motivation. Verkregen op 10 Augustus 2012 via TedTalks van http://www.youtube.com/ watch?v=rrkrvAUbU9Y
Willingham, D. (2008, 21 Augustus) Learning Styles Don’t Exist. Verkregen op 17 Juni 2012 van http://www.youtube.com/watch?v=sIv9rz2NTUk
Rubens, W. (2009, 6 Maart) Liever communicatie via Facebook dan via een ELO. Verkregen op 15 Augustus 2012 van http://wilfredrubens.typepad.com/ wilfred_rubens_weblog/2009/04/liever-communicatie-via-facebook-dan-via-eenelo.html
Wilton, G. C. (2005, 11 Januari) The Effects of Computer Use on Eye Health and Vision. Verkregen op 23 Augustus 2012 van http://www.aoa.org/documents/ effectscomputeruse.pdf
BrOnnenLijst
Pagina 68