Land van 1001 Pagodes
verslag van een rondreis per wagen door Myanmar 11/10/04-26/10/04
Kris en Anje Vandamme-Dhondt M. Vandewynckelstraat 2 8640 OOSTVLETEREN 057/40 16 86
[email protected]
REISSCHEMA : Zondag 10/10/04 Maandag 11/10/04 Dinsdag 12/10/04
Woensdag 13/10/04 Donderdag 14/10/04 Vrijdag 15/10/04 Zaterdag 16/10/04 Zondag 17/10/04 Maandag 18/10/04 Dinsdag 19/10/04 Woensdag 20/10/04 Donderdag 21/10/04 Vrijdag 22/10/04 Zaterdag 23/10/04 Zondag 24/10/04 Maandag 25/10/04
Dinsdag 26/10/04
Van Vleteren naar Zaventem (Diegem) Vlucht Brussel-Frankfurt ; FrankfurtSingapore Aankomst Singapore ; vlucht SingaporeYangon Bezoek Yangon Naar Pyay en bezoek aan Srikshetra Naar Bagan Bezoek tempelvlakte van Bagan Naar Mount Popa en verder naar Kalaw Wandeling naar Palaungdorpen ; verder naar Pindaya en naar het Inlé-meer Bezoek op en rond het Inlé-meer per boot Naar Mandalay Bezoek aan Mandalay en per boot naar Mingum Bezoek aan Amarapura, Sagaing en Mandalay Hill Naar Taungoo Naar Kyaiktiyo en bezoek aan de Golden Rock Naar Yangon via Bago Yangon ; in de namiddag naar de luchthaven en vlucht naar Singapore ; vlucht SingaporeFrankfurt Aankomst Frankfurt ; vlucht naar Brussel Met de wagen terug naar huis
2
VOORBEREIDEN VAN DE REIS : Boeken van de reis : Wij boekten onze reis bij Vreemde Kontinenten in Gent. In hun brochure “Individuele Reizen” vonden we het pakket “Myanmar over land”. Op de website is er wat meer uitgebreide info over dit pakket te vinden. We kregen voldoende info per mail en per telefoon voor we boekten. De prijs in de brochure en op de site is de werkelijke prijs. Dus geen “vanaf”-prijzen. Je betaalt wat er staat. Vreemde Kontinenten ’t ZuiDERHuiS Gent Frère Orbanlaan 34, 9000 GENT e-mail :
[email protected]
webstek : www.vreemdekontinenten.be
Wat boekten we ? In het pakket is inbegrepen : de vluchten, de overnachtingen, transport ter plaatse, inkomgelden volgens programma. Wat moest dit allemaal kosten ? -
de vluchten : Brussel-Frankfurt/Frankfurt-Singapore/Singapore-Yangon Yangon-Singapore/Singapore-Frankfurt/Frankfurt-Brussel EUR958 + EUR68.88 luchthaven- en veiligheidstaksen = EUR1026.88
-
rondreis ter plaatse : luchthavenstransfers 13 overnachtingen in kamer (met privé-sanitair) met ontbijt in toeristenklassehotels**(*) vervoer in privé-wagen met chauffeur en reisbegeleider-gids alle inkomgelden van de sites volgens programma EUR998 Enkel de toeslagen voor fototoestellen dienden we zelf nog ter plaatse te betalen. Op de meeste sites is dit tussen de 100 Kt en de 300 Kt.
-
bijkomende kosten : visumkosten : EUR40 (+ EUR7 voor de aangetekende retourzending) annulatieverzekering + kosten polis : EUR69
3
reisverzekering dienden wij niet meer te nemen daar we een jaarabonnement hebben bij Touring Assistance totaal betaald : EUR2134/pp Niet echt goedkoop. Grote uitgaveposten zijn vooral het vliegtuigticket en de taxi met chauffeur. Het land is ook goed te bereizen met het openbaar vervoer (trein en expressbussen) maar je moet dan voldoende tijd hebben. De frequentie van de treinen is heel laag en ze rijden nog trager dan de wagen of de bus Ter plaatse besteedden we USD320 (EUR256) voor eten, drinken, souvenirs, toeslagen voor fototoestellen, fooien, … Van die USD320 ging er USD150 naar onze chauffeur en gids. Een ruime fooi, maar ze hadden het meer dan verdiend ! Als we de tip voor gids en chauffeur niet mee rekenen dan komt het bedrag dat wij per man, per dag besteedden op USD6.1 (EUR4.9). Met EUR5 per dag raak je al een heel eind weg in Myanmar. Let wel : als je ter plaatse nog de inkomgelden voor de sites ed. moet betalen, kan het te besteden bedrag al snel oplopen. Buitenlanders moeten ook alle entrees in dollar betalen… De lokale agent van Vreemde Kontinenten in Myanmar is Current Travel & Tours. Dit is een kleine touroperator die gerund wordt door een viertal mensen. We hadden de indruk dat ze op een eerlijke manier te werk gaan. D.w.z. dat ze de grote ketenhotels en etablissementen die te dicht bij het regime aanleunen zoveel als mogelijk proberen te vermijden en voor overnachtingen en restaurantbezoek onderweg zoveel mogelijk zaken aan doen die in privé-handen zijn en de opbrengst dus niet integraal en rechtstreeks naar de junta vloeien maar toch deels ten goede komen van de plaatselijke bevolking (van Vreemde Kontinenten hadden we eigenlijk ook niets anders verwacht !) Onze reisbegeleider, mr. Than Swe en directeur van het reisbureau (buiten de naam is er geen enkele verdere overeenkomst met dé Than Shwe van Myanmar, de plaatselijke verlichte despoot en dictator voor het leven) deed er samen met de chauffeur werkelijk alles aan om de reis zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarom willen we hun reisbureau hier ook expliciet vermelden. Op hun website bieden ze een aantal tours aan die overgenomen werden door Vreemde Kontinenten. Je kunt dus ook rechtstreeks bij Current Travel boeken. Ze komen je graag oppikken op de luchthaven, zorgen eventueel voor de invitationletter om het visum aan de grens te kunnen bekomen, maken dat de herbevestiging voor de vluchten in orde komt, enz.
Current Travel & Tours Mr. Than Swe No.67 (C), room no.7 (B), Ko Min Ko Chin Street Yuzana Tower, Bahan Township Yangon Myanmar
4
Tel. : 0095 1 727463 Fax : 0095 1 381855 e-mail :
[email protected] of
[email protected] webstek : www.current-myanmar.com
Enkele praktische zaken :
Reisgidsen : Wij gebruikten de volgende 2 reisgidsen : Le Guide du Routard : Birmanie 2004/2005 Reishandboek Birma/Myanmar (Elmar Reishandboeken) 1996 De Routard gebruikten we vooral voor de praktisch-organisatorische zaken. Het is momenteel ook de meest recente reisgids over Myanmar op de markt. De boeken van Routard zijn even accuraat als de LP en stukken goedkoper (EUR16.50 bij De Reyghere op de Grote Markt in Brugge). De reisgids van Elmar verschaft heel wat interessante informatie voor de bezoeken aan de historische sites. Hoewel reeds 8 jaar oud toch nog heel “up to date” (EUR5 bij De Sleghte) Info op het web : Internet is, door toedoen van de dictatuur, nog niet echt een wijd verspreid fenomeen in Myanmar. Portaalsite waar je toch ’t een en ’t ander te weten kan komen en met enkele links naar andere sites : www.myanmar-tourism.com. Let wel : site onder controle van het regime. Visum : Visum is verplicht en heeft een geldigheidsduur van max. 28 dagen. Aan te vragen bij het consulaat in Breda. Kostprijs EUR40 + 2 pasfoto’s. De nodige papieren kan men bekomen door een eenvoudig telefoontje naar het consulaat waar je in het Nederlands te woord gestaan wordt. Consulate General of Myanmar Baronielaan 59 4818 PC BREDA 0031 76 520 90 54
Het visum hoeft niet meer persé op voorhand aangevraagd te worden. Wie een pakketreis boekt bij een erkende reisagent, krijgt van deze een “invitationletter” waarmee het visum bij het binnen komen van het land op de luchthaven van Yangon kan bekomen worden. Kostprijs USD25 + 2 pasfoto’s. Het zou ook mogelijk moeten zijn om het visum via het internet aan te vragen (e-visa). Dit kan door via de website www.myanmar-tourism.com door te klikken op “e-visa”. Je dient dan
5
wel een gescande pasfoto door te sturen. Vervolgens bekom je dan ook het nodige papier (soort invitationletter) waarmee je dan op de luchthaven van Yangon je visum kunt afhalen. Kostprijs eveneens USD25 Let wel : wij kozen het zekere voor het onzekere en vroegen, niettegenstaande we een invitationletter kregen van Vreemde Kontinenten, toch ons visum aan via het Consulaat in Breda. Maar goed ook want bij het inchecken in Brussel en Singapore controleerde men het visum en was men bij navraag niet direct geneigd om de invitationletter als volwaardig alternatief voor het visum te aanvaarden. Op de computer aan de incheckbalie in Zaventem stond uitdrukkelijk vermeld dat een visum noodzakelijk is… Voor groepsreizen zou het allicht geen probleem zijn, maar als individuele reiziger sta je niet altijd even sterk in dergelijke situaties. Naar eigen zeggen had men bij Vreemde Kontinenten wel nog nooit problemen gehad met de invitationletter bij het inchecken… Geldzaken : In Myanmar kan je enkel Dollars omwisselen. De Euro is er nog helemaal niet gekend. Enkel baar geld mee nemen is de boodschap (ongeschonden biljetten van USD100 en USD50 genieten de voorkeur bij de geldwisselaars). Met Travellers Cheques kan je niets aanvangen en in het gehele land is er niet één bankautomaat te vinden. Je moet zeker ook geen schrik hebben dat je kredietkaart gestolen zal worden : de dief kan er toch niets mee aanvangen in Myanmar daar ze zo goed als nergens aanvaard wordt. Bij het binnenkomen van het land moet je als toerist ook geen Dollars voor “FEC” meer omwisselen. Die verplichting is afgeschaft. De munteenheid in Myanmar is de Kyat. Wisselkoers op het moment dat wij er waren (oktober 2004) : USD1 = 900 Kt à 930 Kt (EUR1 is ongeveer 1100Kt waard) Wisselen kan in de hotels of op straat bij geldwisselaars. Op straat krijg je een betere koers. Bij het wisselen op straat is het wel belangrijk dat je alles goed na telt en vraagt naar ongeschonden biljetten. Je geeft pas je dollars wanneer je alles nageteld hebt. Als toerist wordt je rond de Sule-pagode in Yangon vaak aangesproken om geld te wisselen. Aan wisselaars geen gebrek… Ga zeker nooit wisselen in een bank. Enkele richtprijzen : - fles mineraalwater (1l) : 100 à 150 Kt in de winkel ; 150 à 200 Kt op restaurant - cola : Star-cola of Max-cola (plaatselijke brouwsels ): 150 à 250 Kt op café of restaurant - blikje “echte” cola : 500 à 900 Kt op café of restaurant ; 600 à 800 Kt in minibar op hotel ; 300 Kt in straatstalletjes - fles bier (75 cl) : 900 à 1100 kt op café of restaurant - 1 gallon (4,55 l) benzine : op de officiële markt 1000 Kt ; op de zwarte markt vanaf 2000 Kt Vluchten : Wij vlogen met de Star-Alliance : Tussen Brussel en Frankfurt met Lufthansa
6
Tussen Frankfurt en Singapore met Singapore Airlines Tussen Singapore en Yangon met Silk Air, een dochtermaatschappij van Singapore Airlines. De service aan boord was voortreffelijk (vooral bij Singapore Airlines). Eten was meer dan behoorlijk en er werden constant drankjes en versnaperingen aangeboden.. Bij het boeken had Anja vegetarische maaltijden gevraagd en deze waren dan ook voorzien. Het overstappen in zowel Frankfurt als Singapore verliep eveneens vlot. De vluchten waren behoorlijk stipt. Vluchtschema : LH4593 SQ25 MI516
11/10/04 11/10/04 12/10/04
Brussels Frankfurt Singapore
Frankfurt Singapore Yangon
07.05 08.05 12.35 06.30 vluchtduur 11u55 10.25 11.45 vluchtduur 02u50
MI517 SQ26 SQ2038
25/10/04 25/10/04 26/10/04
Yangon Singapore Frankfurt
Singapore Frankfurt Brussels
17.35 22.00 vluchtduur 02u55 23.50 06.30 vluchtduur 11u40 09.05 10.00
Anti-malariamiddelen : Volgens de boekskes ligt Myanmar in een “hogerisicozone” en is het innemen van antimalariamiddelen aangewezen. Ook de huisarts raadde ons aan om die dingen in te nemen. We schaften ons de nodige dosissen Malerone aan ( ongeveer EUR40 voor een doosje van 12 pillen ; 1 pil per dag in te nemen vanaf 1 dag voor vertrek tot 7 dagen na terugkomst) Wat bleek echter tijdens de reis : in de gebieden die we op deze reis aandeden bleek er geen risico te zijn voor malaria. Het risicogebied voor malaria is de jungle langs de Thaise grens en dit gebied is voor toeristen gesloten. Wie dus een “klassieke” rondreis door Myanmar onderneemt en in behoorlijke hotels overnacht, hoeft geen anti-malariamiddelen te nemen. Het is wel aangeraden om een goeie anti-muggenmelk mee te nemen en je ’s avonds goed in te wrijven ; niet voor de malariamug maar er is nog ander vliegend spul genoeg dat wel zin heeft om je te steken. Binnen in de hotelkamers hadden we echter weinig of geen last van muggen niettegenstaande het regenseizoen nog maar net voorbij was.
DE SITUATIE IN MYANMAR : De mensenrechtensituatie is er niet echt rooskleurig. De junta regeert met ijzeren hand en duldt geen weerstand. Het leger is alom tegenwoordig en duidelijk zichtbaar op straat aanwezig en zelfs in elke kleinste uithoek is er een legerkazerne. Agenten van de Geheime Dienst kan je zo herkennen op straat. Hier en daar zag je dat mensen door soldaten staande gehouden werden en naar alle waarschijnlijkheid opgeëist werden om “gemeenschapstaken” uit te voeren : een weinig verder zie je dan mensen aan het werk langs de straat met in de onmiddellijke omgeving militaire aanwezigheid
7
Toen wij er waren werd de eerste minister (ook een generaal) die in de ogen van Shwe blijkbaar een iets te liberale koers voerde onder huisarrest geplaatst, zo vernamen we van onze gids. Volgens een Singaporese krant werd de man op 23/10 zelfs terechtgesteld. Er is ook een grote willekeur : gedwongen verhuizingen omdat er een of ander megalomaan project moet gerealiseerd worden, zijn er niet ongewoon. Zo is men momenteel bezig met het aanleggen van een nieuwe highway (de eerste echte autosnelweg in het land) tussen Mandalay en Yangon. De weg snijdt dwars door dorpen heen en het laat zich al raden wat er gebeurde met de huisjes die op het tracé stonden… Sociale voorzieningen, gezondheidszorg, … het is allemaal heel basic. Zo was het regenseizoen dit jaar uitermate hevig. Hele gebieden dienden geëvacueerd te worden. In de omgeving van Amarapura was er langs de weg naar Mandalay nog een “tijdelijk” dorp van geëvacueerde mensen. Ze werden weggehaald uit hun ondergelopen dorpen en gewoon ergens langs de weg op een droge plaats gedropt. Met allerhande materiaal proberen de mensen een onderkomen te bouwen en het vee moeten ze noodgedwongen laten grazen op de middenberm van de weg. Deze mensen waren al maanden gewoon aan hun lot overgelaten… Historische sites zijn allemaal prachtig gerestaureerd. De manier waarop dit gebeurde behoeft geen tekeningetje. Alle entrees voor de sites dienen ook in USD of FEC betaald te worden. Deze stromen dan rechtstreeks naar de junta… Een aanzienlijk deel van de toeristische infrastructuur wordt eveneens door dezelfde manspersonen gecontroleerd. Denk hierbij maar aan alle grote sterrenhotels, de grote touroperators, de chique restaurants … Momenteel is er ook een handelsembargo van kracht tegen het land en zoals wel meer bij dergelijke maatregelen treft dit in eerste plaats de gewone man in de straat en niet zo zeer de machthebbers. Het werkt een ook een zeer florissante zwarte markt in de hand. Werkelijk alle moderne toestellen zijn te koop in de grote steden zij het tegen prijzen die het maandinkomen van de modale Birmees meermaal overschrijden. Het zal de grote jongens van Samsung, Sony, Philips en Nissan worst wezen… De auto waar wij mee onze rondreis deden (een oude Nissan Bluebird, 18 jaar oud) had nog een marktwaarde van ruim USD7000. Je kunt dus heel makkelijk honderden reden aanhalen om niet naar Myanmar te reizen. Maar door niet naar het land te reizen, dreigt het nog meer in een isolement te geraken. Stel het simpel : hoe meer toeristen, hoe meer pottenkijkers en dit is iets wat dictaturen niet echt op prijs stellen. Op langere termijn zal het regime zich dan wel soepeler moeten opstellen. Als toerist komt het er op neer dat je zoveel mogelijk het regime probeert te boycotten, niet de mensen al weet je natuurlijk op voorhand dat een deel van de harde valuta die je binnen brengt wel naar het regime vloeien… Daarom is het belangrijk dat je probeert te reizen met kleine onafhankelijke reisbureaus, logeert in kleinere familiale hotels waar mogelijk, naar winkeltjes en restaurantjes gaat waar de doorsnee Birmees ook komt. Wanneer je daar dan geld besteedt komt het tenminste toch (groten)deels ten goede van de gewone man. Toerisme betekent ook werk en een vast inkomen én dus ook een middel om vooruit te geraken. In een land waar meer dan twee derden van de bevolking aangewezen is op landbouw en bijgevolg afhankelijk is van een niet echt stabiel inkomen, toch wel een belangrijke factor. De mensen zijn, ondanks alle problemen, ook fier op hun land en appreciëren het ten zeerste dat je interesse toont voor hun volk en cultuur. Toeristen die zich niet opsluiten in de beschermde luxewereld van de resorts kunnen ook op heel wat bijval en sympathie rekenen. Door de komst van de satellietontvangers, die sinds enige jaren gedoogd worden, krijgen de mensen ook een correctere kijk op de wereld en hun land. Mensen zitten echt aan de buis gekluisterd voor BBC-World en de talrijke Thaise soapseries zorgen voor een welgekomen afwisseling in het toch wel harde dagelijkse bestaan.
8
REISVERSLAG :
Zondag 10/10/04 : Dagverloop : In de late namiddag laden we alles de wagen in en snorren we rustig richting Diegem naar het Golden Tullip Rainbow Brussels Airport. De rit verloopt voorspoedig (op zondagnamiddag is de Ring blijkbaar nog filevrij). Het begint een beetje een traditie te worden voor ons : voor vertrek nog even rustig verpozen in een van de Brusselse luchthavenhotels. Bovendien is het een ideale oplossing voor mensen zoals ons die uit het “Verre Westen” komen en de volgende morgen vroeg op de luchthaven moeten zijn. Je kan er ook nog je wagen parkeren aan een schappelijke prijs…
Praktisch : Hotel : Golden Tullip Rainbow Brussels Airport Berkenlaan, Diegem Formule : Stay before you leave. EUR79 voor dubbel inclusief ontbijt, transfer naar en van de luchthaven. Parking gratis eerste 7 dagen ; vanaf dag 8 EUR5 per dag. Wij betaalden alles samen EUR124. Voor ons de meest interessante oplossing. Je verschijnt goed uitgeslapen aan de “start” van de reis en je kan je wagen parkeren aan betaalbare prijs dicht bij de luchthaven. Ter vergelijking : goedkoopste parking op de luchthaven : vanaf EUR13,40 per dag ; carhotel vanaf EUR13 per dag. Daar we ’s morgens rond 05.00 u. op de luchthaven aanwezig dienden te zijn, was het openbaar vervoer geen optie daar de eerste trein vanuit Poperinge maar om 04.30 u. vertrekt en het ongeveer 2 uur sporen is…
Maandag 11/10/04 : Dagverloop : Om 04.00 u. worden we teruggeroepen uit het land der dromenden. De wekker loopt af. De bagage is snel verzameld en algauw schuiven we aan voor het ontbijt dat al klaar staat. We laten het ons nog eens goed smaken want wie weet wat we “ginder achter” als ontbijt zullen voorgeschoteld krijgen. Even voor vijven rijdt de taxi voor en een tiental minuten later staan we reeds op “onze” nationale luchthaven. Het is er nog heel rustig ; enkel de vliegtuigen van DHL brengen wat leven in de brouwerij. Aan de incheckbalies van de Star-Alliance is men nog bezig met alles in gereedheid te brengen. Even later kunnen we dan toch inchecken. De brave man aan de balie krabt even in
9
het haar : op een vroege maandag morgen al meteen een “ingewikkelde” route moeten inboeken. Zelfs de computer verslikt er zich in. Bij de tweede poging lukt het dan toch en we zien onze bagage met daaraan bevestigd een mooi labeltje met als eindbestemming “RGN”, het zwarte gat induiken. We krijgen tevens al onze boardingpasses (zowel voor Brussel, Frankfurt als voor Singapore) en na controle van het visum kunnen we rustig naar de andere kant van de luchthaven slenteren. De mensen van de veiligheidscontrole hadden duidelijk last van de “maandagmorgenblues” ; het begroeten verliep “nogal” nors. Na het obligatoire rondslenteren in de “taxfree” waar de aankopen al lang niet meer “taxfree” zijn is het tijd om in te schepen. De vlucht naar Frankfurt is behoorlijk vol, vooral met zakenlui, die er op deze vroege maandagmorgen nog niet uitzien alsof ze vandaag de deal van hun leven zullen afsluiten. Precies op tijd zetten we voet aan de grond in Frankfurt. Daar onze aansluitende vlucht maar om 12.35 u. vertrekt, hebben we tijd zat om de luchthaven te verkennen. Zoals dit wel meer het geval is op grote luchthavens : grote ontdekkingen zijn er niet echt te doen… De aanduiding op de schermen dat de gate geopend is, komt niets te vroeg. Tijd om ons te laten onderdompelen in de luxe van Singapore Airlines. Het inschepen verloopt vlot en even later hangen we, behoorlijk volgens tijdsschema, ergens tussen het Westen en het Verre Oosten. De service aan boord is excellent : aan (lekker) eten en drinken ontbreekt het zeker niet en op het persoonlijke TV-scherm-met-computer heb je de keuze tussen 60 verschillende films, een halve discotheek muziek en voor wie het nog niet genoeg vindt : er zijn nog tal van computerspelletjes ook. Niet alleen het vliegtuig vliegt, maar ook de tijd…
Dinsdag 12/10/04 : Dagverloop : Welkom in de weelderige luxe van Singapore Airport. Vasttapijt van hier tot ginder, hotel, fitnessruimte, buitenterras met mooie zonnebloemen, shops, kraaknette toiletten, overal “free internet”, je kan je er laten masseren van kop tot teen of omgekeerd. Alleen de koffie is er niet te drinken. Na een efficiënte en vriendelijke veiligheidscheck schepen we in voor de vlucht naar Yangon. Volgens de boekskes zou het regenseizoen voorbij moeten zijn. Het weer laat zich echter niet regelen door boekskes en ja : het regent boven Yangon. Bij het landen moet onze Airbus alle remmen toesmijten of we zitten het eerste het beste rijstveld binnen. De landingsbaan, die tevens ook als startbaan dienst doet is niet echt berekend op iets grotere kleine vliegtuigen en de enige taxiweg heeft het regenseizoen ook niet in opperbeste staat overleeft. Wanneer we de “parkeerplaats” komen opgereden, zien we enkele vliegtuigen staan van de plaatselijke luchtvaartmaatschappij : de firma Hamerit zou hier nog een enorme afzetmarkt kunnen vinden voor hun anti-roest verven. We prijzen ons gelukkig dat we geen binnenlandse vluchten moeten nemen… De roestige bakken blijken wel uitstekende schuilplaatsen te zijn voor het grondpersoneel tijdens een tropische regenbui : iedereen zit netjes gehurkt onder de vleugels tot het stopt met regenen. De internationale luchthaven van Yangon mag dan al iets internationaals hebben, veel luchthaven is er toch niet. Het contrast met Singapore is dan ook eerder “groots” te noemen. Hier geen verschillende terminals of gates : gewoon simpel een trap, een bus voor een rit van 20 m en een deur en je bent in de aankomstruimte. We worden er opgewacht door een luchthavenassistente die ons vlot door de immigratiecontrole en de douane helpt. De bagage is
10
al gauw verzameld en even later maken we kennis met onze reisbegeleider, mr. Than Swe. Welkom in Myanmar. Onze wagen rijdt voor, bagage wordt ingeladen en weg zijn we… Wat ons meteen opviel : Yangon is een behoorlijk groene stad en het verkeer verloopt er tamelijk rustig en gedisciplineerd. In vergelijking met steden als Bangkok of Delhi is het in Yangon rijden als “op den buiten”. Met de staat van de gebouwen is het duidelijk minder gesteld : de meeste huizen en appartementsblokken zien er nogal verpauperd uit. Alhoewel : de oude koloniale gebouwen geven het geheel toch een nostalgisch tintje. Her en der beginnen echter ook de eerste wolkenkrabbers op te duiken… Ondertussen steekt de regen een tandje bij en laat onze auto z’n eerste steekje vallen : het koppelingspedaal wil niet echt meer mee. We wanen ons even in Australië : als een kangoeroe springen we vooruit door de straten van Yangon. Wanneer ook het springen niet meer lukt, houdt Than de eerste de beste taxi tegen en stappen we over. Wanneer de chauffeur onze wagen weer aan de praat krijgt, zou hij wel achterna komen. Bij de eerstvolgende verkeerslichten zien we onze wagen weer voorbij springen en wanneer we aan het hotel komen, staat ie er al te wachten. De check-in in het Eastern Hotel verloopt vlot en efficiënt. Even later staan we, rond 13.30 u. in onze hotelkamer. Om 14.30 u. worden we terug beneden verwacht voor de eerste trip : deze namiddag staat een bezoek aan Yangon op het programma. Men laat er duidelijk geen gras over groeien. We spoelen vlug de laatste vermoeidheid van de nachtvlucht van ons lijf en ruilen onze outfit voor eentje die meer aangepast is aan de plaatselijke temperatuur die zowat 30° C bedraagt. Wanneer we terug beneden in de receptie komen, wisselen we vlug nog wat geld en zien we dat de chauffeur en gids nog bezig zijn met de laatste herstellingswerken aan de auto. Precies op het afgesproken uur is de wagen weer opgelapt en kunnen we Yangon gaan verkennen. Ondertussen is het ook opgehouden met regenen Onze eerste halte is de Botataung pagode, gelegen nabij de haven. Hier maken we voor het eerst kennis met de plaatselijke gewoonte : alles wat maar ook iets te maken heeft of gehad heeft (zelfs al is het meer dan duizend jaar geleden) met pagodes of tempels moet op blote voeten bezocht worden ; Myanmar bezoek je dus op blote voeten… Na het bezoek aan de pagode wandelen we even door naar de haven. Yangon heeft de grootse zeehaven van het land maar deze is echter van het zelfde kaliber als de internationale luchthaven… Door het economische boycot tegen het land is de bedrijvigheid in de haven sterk terug gevallen. Grote oceaanstomers doen de haven nog zelden aan. De meeste schepen die nu aanleggen in de haven zijn binnenschepen die vanuit het binnenland komen om de stad te bevoorraden. Het blijft echter interessant om het laden en lossen van de schepen, dat nog hoofdzakelijk manueel gebeurt, gade te slaan. Na het “havenbezoek” gaat het naar de Shwedagon-pagode. Hét monument van Yangon. Je ziet de pagode al van heel ver blinken. Ze is prachtig gerestaureerd ; de manier waarop dit echter gebeurde is echter niet zo fraai. Vervolgens gaat het naar de Chauzkhtakyi-pagode waar er een enorme liggende bouddha te zien is. Volgende halte is het Chinese Kwartier : de bewoners hier hebben meestal Chinese roots en het is een bedrijvig handelscentrum met talrijke kleurige, fleurige en geurige winkeltjes straatmarktjes en eetkraampjes. Ondertussen is het reeds 17.00 u. geworden en de laatste stop van de dag is de Sule-pagode. Deze is het herkennings- en oriëntatiepunt van de oude benedenstad van Yangon. Omstreeks 17.30 u. à 17.45 u. draait men het licht uit in Myanmar. We keren even terug naar het hotel, zwaaien Than en de chauffeur uit en maken afspraken voor de volgende morgen.
11
We slaan de Guide du Routard open en zoeken uit in welk restaurant we ons eerste Birmees avondmaal zullen “nuttigen”. De keuze is snel gemaakt : we zullen het even proberen in het “Palai Kywe” restaurant. Dat blijkt niet zo ver van het hotel gelegen te zijn. Na 20 minuutjes stappen hebben we het inderdaad gevonden. We worden er met open armen ontvangen en het personeel doet z’n uiterste best om het ons zo aangenaam mogelijk te maken. Er zitten ook nog een paar “Yangoners” (of hoe noem je een inwoner van Yangon) te dineren maar die gaan al vrij snel naar huis. Wat blijkt : er blijkt helemaal geen avond- en nachtleven te bestaan in Yangon en bij uitbreiding ook niet in het gehele land. De meeste restaurants, winkels, cafés sluiten de deuren rond 20.30 u. à 21.00 u. Nog een “erfenis” uit een niet zo ver verleden toen de avondklok nog van kracht was. Blijkbaar zit het er bij de mensen nog zo diep ingebakken dat ook nu nog, eenmaal na 21.30 u. het leven in de stad stil valt… We slenteren nog even door tot in de buurt van de Sule-pagode. We moeten immers nog het nodige geld wisselen om de rest van de trip door te komen. De beste wisselkoers krijg je in Yangon. Het duurt niet lang vooraleer we aangesproken worden om geld te wisselen en na wat onderhandelen kan er overgegaan worden tot de transactie : wij nemen plaats in een of ander cafeetje en ondertussen gaat de geldkoerier het nodige geld ophalen in het wisselkantoortje waar hij voor werkt. Even later is hij er terug met de nodige pakken geld en kan het tellen beginnen. Na dat alles geteld en herteld is en netjes weggeborgen is, krijgt de man z’n dollars. Na de geldtransactie zetten we terug koers richting hotel en besluiten we om onder zeil te gaan. Het is reeds 21.30 u. en de vorige nacht kwam er van slapen in het vliegtuig niet veel terecht. Ons bed kunnen we dus goed gebruiken. We vallen dan ook als een baksteen in slaap… Praktisch : * Luchthaven Yangon : Als je een pakketreis boekt (vlucht + rondreis) via een plaatselijke touroperator, dan wordt je bij de aankomst op de luchthaven opgewacht door een hostess van de luchthaven die je vlot door de visumcontrole en douane helpt. Wij hoefden onze bagage bij aankomst niet te openen. De bagage van heel wat individuele reizigers werd echter aan een grondige controle onderworpen. De eigenlijke reisbegeleiding staat je op te wachten na de douane. * Hotel : Opmerking : wij verbleven telkens in hotels die zich situeren in de prijsklasse tussen de USD15 à USD25 voor een dubbele kamer met ontbijt. Wij verbleven in het Eastern Hotel, gelegen in het oude centrum op een 15-tal minuten stappen van de Sule-pagode. Gelegen in een rustige zijstraat van de Bandoola Street Een net en efficiënt hotel. Kamer met TV, minibar, telefoon en privé-sanitair. Het hotel telt een 6-tal verdiepingen. Het ontbijt is, net zoals in alle hotels die we aandeden, eenvoudig : toast, confituur, boter, aangelengd fruitsap, eieren, koffie of thee. De kamers worden momenteel opgefrist. Eastern Hotel 194/196, Bo Myat Htun Street
12
Pazundaung Township Yangon, Myanmar Tel. : 00 95 1 293 815, …168 of …169
Fax : 00 95 1 294 346
* Restaurant : Palai Kywe Bo Aung Kyaw Street Dicht bij het kruispunt met de Strand Road Chinees restaurant, met uitgebreide kaart Gebakken rijst en groenten, 3 Star Cola’s : alles samen voor 2 personen 2200 Kt * Bezienswaardigheden : . Botataung-pagode Toegangsprijs : USD2 Een van de weinige pagodes waar je binnen in de koepel kan. Nogal kitscherig ; alles is bezet met stukjes spiegelglas en de kern met bladgoud. Aantal tentoonstellingskastjes met boeddhabeeldjes, muntstukken, sierraden, … die na het bombardement van de pagode in de tweede wereldoorlog gevonden zijn in de ruïnes of later geofferd werden. Recht tegenover de pagode staat een sierlijk gebouwtje dat eveneens met goudkleurige verf beschilderd is. In de straat : kraampjes waar er offergaven kunnen gekocht worden. . Haven De straat van de Botataung-paogde aflopen. Laden en lossen van schepen . Shwedagon-pagode Toegangsprijs : USD5, camerafee USD1 Hét monument van Yangon. Je moet even de tijd nemen om “het leven” in en om het heiligdom gade te slaan… Indien mogelijk moet je dit monument ’s morgens vroeg bezoeken, wanneer de bedelmonniken op ronde zijn… .Chinees kwartier Druk handelskwartier gelegen langs de Bandoola Street tussen de Sin Oh Dan Street en de Sule-pagode. Vooral de zijstraatjes binnenwandelen. De geuren en kleuren komen je te gemoed. Er is ook een Chinese tempel gelegen langs de Bandoola Street. . Sule-pagode Het centrum van “downtown” Yangon en belangrijk oriëntatiepunt. Pagode op zich, die een van de oudste van de stad blijkt te zijn, is niet zoveel bijzonders. De rust binnen in het heiligdom staat in schril contrast met de drukte er om heen.
13
In de omgeving van de pagode vindt men ook de geldwisselaars.
binnenzicht op de Shwedagon-pagode
Woensdag 13/10/04 : Dagverloop : De nachtrust heeft ons goed gedaan. Fris en monter - van enige jetlag is helemaal geen sprake - staan we tegen 08.00 u. gepakt en gezakt in de receptie van het hotel, klaar om het wijde Myanmar in te trekken. Stipt op tijd komt onze wagen voorgereden. Alles wordt ingeladen en weg zijn we. Het weer ziet er ook al stukken vrolijker uit dan gisteren. De zon staat al van ’s morgens vroeg te blinken aan de hemel. Eenmaal buiten echter wordt je overvallen door de heel vochtige warmte. Op één van de grote lanen die het verkeer de stad uitleiden, moet plotseling alles en iedereen halt houden. Uit een villa aan de linkerkant van de weg komt er een konvooi zwarte en geblindeerde Toyota Landcruisers de weg opgesneld. “Den baas van ’t spel” gaat “werken”, zegt onze gids. Wanneer het konvooi verdwenen is, herneemt het verkeer z’n dagelijkse gangetje. “Om naar Pyay te rijden, zullen we één van de beste wegen van het land nemen,” aldus Than, onze gids. Even buiten de stad rijden we de weg richting Noorden op ; een weg die bij ons kan doorgaan voor een doorsnee provinciebaantje. Met een gemiddelde snelheid van 60 à 70 km/u snorren we rustig richting bestemming. Een groen landschap ontplooit zich voor onze ogen. Het regenseizoen is net voorbij en de mensen maken alles in gereedheid om de rijstoogst binnen te halen. 14
Al snel valt de povere behuizing van de plattelandsbewoners op : de meeste mensen wonen nog in een paalwoning die opgetrokken is uit bamboe- en palmtakken. Hier en daar zie je een huis opgetrokken in teak en heel zelden een stenen woning : huizen van mensen die werken voor de regering. Zij kunnen het zich permitteren een iets steviger en ruimer huis te bouwen. Aan de stand van de hutten kan je zien vanwaar de wind kwam tijdens het regenseizoen : ze leunen allen over in de zelfde richting. De hoofdwegen zijn, naast de grote rivieren, de “levensaders” van het land. Van voetganger, fietser, ossenkar tot grote logge Japanse trucks : alles dendert, strompelt of ratelt in veel te zwaar beladen toestand over de weg. Her en der is men op “ambachtelijke wijze” het wegdek aan het herstellen. De uitdrukking “ambachtelijk” dient zeer letterlijk genomen te worden. Mensen lopen met een hoopje koud asfalt in de handen naar een put in de weg, droppen het er in en slaan het dan aan met de handen ; net zoals je “zandtaarten” maakt op het strand… Wanneer er twee of drie trucks voorbij gereden zijn, kan het ritueel herbeginnen… Onderweg zien we ook een heel aparte manier van vissen in een rivier : neme een hoop of twee modder en aarde om twee dammetjes in de rivier te bouwen ; trek het afgedamde stuk rivier leeg met een oude pomp en voilà : je kunt de vissen van uit de modder “plukken”. Iets verder op is men op “Chinese wijze” aan het vissen. Met een miniversie van de Chinese visnetten zoals men deze in het Indische Cochin kan bewonderen, probeert een gezin z’n visvoorraad wat aan te dikken. Meer dan wat minuscule visjes (eerder vislarven) levert deze techniek echter niet op.
vissen volgens de “droogpompmethode”
Net voor we Pyay binnen rijden, houden we halt bij een pagode. Bij het binnen komen van de tempel worden we aangestaard door een boeddhabeeld met op de neus een enorme Harry Potter bril. Voorwaar een komisch tafereel. Naar het schijnt had een of andere koning in het verleden nogal wat last van z’n ogen. Herhaalde consultaties bij de toenmalige oogarts bleken weinig effect te hebben. Ten einde raad bouwde de brave man zich een pagode met een boeddhabeeld erbij en jawel hoor : de man raakte verlost van z’n probleem. Als dankbaarheid schonk hij het boeddhabeeld een bril… Even voor half drie rijden we Prome (ofte Pyay) binnen : een klein provinciestadje dat meer en meer aan belang wint doordat het op het kruispunt ligt van enkele belangrijke hoofdwegen. Ons hotel, het Mingala Garden Hotel, ligt echter even buiten de stad, op weg naar Srikshetra, alwaar men een aantal heel belangrijke opgravingen gedaan heeft.
15
Na een vlugge check-in in het hotel, gaan we de ruïnes van Srikshetra van wat dichter bekijken. Bij het binnenrijden van de stad passeer je enkele restanten van wat eens een machtige vesting moet geweest zijn. De vestingmuren blijken meer dan 2000 jaar oud te zijn. We bekijken eerst even een van de oudste pagodes uit de omstreken van dichter bij : een enorm bakstenen half ei met daarop een klein verguld tempelparapluutje. Het ding mag dan al eeuwen oud zijn ergens in de middle of nowhere liggen, wat overwoekerd door struikgewas en geen echt religieuze functie meer hebben : voor het te betreden gaan de sandalen onverwijld uit… Er staat een éénmansklooster (’t kan ook een tweemansklooster zijn) naast de pagode. De monnik ziet er op toe of de pagode wel met het nodige respect betreden wordt. De vriendelijke man vraagt waar we vandaan komen. Uit België ! Een brede glimlach verschijnt op het gezicht en hij wuift ons uitbundig uit. Vervolgens gaat het naar het plaatselijke museum waar een aantal gebruiksvoorwerpen, basreliëfs en beeldjes uitgestald staan die bij de opgravingen op de site aangetroffen werden. Als afsluiter dwalen we nog wat rond tussen de pagodes die her en der te vinden zijn. Het rondlummelen wordt echter abrupt afgebroken. Bij een van de pagodes worden we begroet door een zwermpje niet echt vriendelijke rode wespen… ’t Is even spurten voor het rode gevaar en ettelijke steken later zitten we terug in de wagen. De “insectenbetenpen” wordt bovengehaald en kan meteen zijn nut bewijzen… Nog wat genietend van de “na-jeuk” zetten we koers richting stad waar we nog de Shwesandaw-pagode bezoeken. Deze is gelegen op een heuvel en rond de heuvel staan een aantal grote boeddhabeelden. Boven op de heuvel geraken is geen enkel probleem : men bouwde een lift met dito loopbrug zodat het bouwwerk voor iedereen toegankelijk is. Je hebt er een mooi uitzicht over de stad en omgeving. Het is ondertussen ruim 18.00 u. gepasseerd en het avonddonker doet reeds z’n intrede. Gezien het hotel nogal ver af gelegen is van de stad, eten we ’s avonds in het hotel.
Praktisch : * Hotel : Mingala Garden Hotel & Restaurant 00 95 53 210 18, …211 06 Gelegen aan een kleine zijweg van de weg naar Bagan, Mandalay, Srikshetra Hotel bestaande uit een hoofdgebouwtje en bungalowtjes die rond een meertje gelegen zijn. Ruime kamers met ligbad, toilet, TV, minibar en airco. Eten doe je op een overdekt terrasje aan de waterkant. Soep, water, cola, rijst en groenten kostte ons voor 2 personen 3500 Kt. * Bezienswaardigheden : . Shwedaung-pagode Pagode met de brildragende bouddha ; gelegen even buiten de stad Pyay (Prome). Gratis . Archeologische site van Srikshetra Toegang tot de site USD4
16
Museum, de “halve-ei”pagode, diverse pagodes en tempels, oude vestingmuren, grondvesten van oud paleis. Je kan er een ossenkar huren om naar de verschillende bezienswaardigheden te rijden. Een minder gekende en bezochte site. . Shwesandaw-pagode : Gelegen in het centrum van de stad. Je kan naar boven met de lift (betalend) of te voet via de trappen. Mooi uitzicht over de zeer groene omgeving boven.
Donderdag 14/10/04 : Dagverloop : Vandaag staat er een dagje autorijden op het programma ; we moeten immers naar Bagan. Om 08.00 u. zijn we al “on the road”. De “goeie” weg van gisteren heeft ondertussen plaats moeten ruimen voor een iets minder goed exemplaar ; rond de putten ligt er hier en daar nog wat asfalt. Het tempo gaat dus nog iets naar beneden doch dit kan ons niet deren. Onder weg is er immers van alles te beleven. De weg slingert zich door talrijke dorpjes. Met de regelmaat van de klok zien we ook militairen op straat of passeren we een kazerne. Bij wijlen is de weg in erbarmelijke staat. Regelmatig verandert het wegdek eventjes in een zandpiste wanneer we een zandrivier dwarsen. Plaatselijke bewoners proberen met de moed der wanhoop de piste berijdbaar te houden. Af en toe moet er ook door een gewone rivier gewaad worden. Maar onze kranige wagen houdt (voor als nog) stand en kwijt zich probleemloos van z’n taak. Hier en daar ligt er ook al eens een brug over een rivier. Bijna alle bruggen op de secundaire wegen werden destijds aangelegd door de Engelse bezetter. Deze verliet het land in 1948 en sedert dien werden de meeste bruggen niet echt meer gerenoveerd. De toestand van de meeste van die bouwwerken is dan ook heel lamentabel. Door de slechte staat van de wegen verslinden de wagens ook liters benzine en moet er bijgevolg regelmatig getankt worden. In Myanmar ook al een avontuur op zich. Brandstof is immers gerantsoeneerd en aan de officiële benzinestations van de MPPE kunnen de mensen max. 16 gallons per maand krijgen. De rest moet op de zwarte markt gekocht worden. De bevoorrading van de MPPE-stations loopt bovendien vaak mank. Gevolg is dat vanaf ’s morgens vroeg, reeds lang voor openingstijd, de mensen staan aan te schuiven om hun brommertjes te laten bijvullen. Bij de auto’s moet er weinig of niet aangeschoven worden want maar heel weinig Birmanen kunnen zich een vierwieler veroorloven. Wanneer er dan een benzinestation mét benzine gevonden is en het bonnetjeswerk achter de rug is, kan er getankt worden. De wagen wordt voor de pomp gereden, maar die laatste dient in de meeste gevallen als achtergrondversiering om het geheel iets “benzinestation-achtigs” te geven. Om te tanken heeft men er immers geen pomp nodig. Het vullen van de tank gebeurt “op grootmoeders wijze” : men geve het bonnetje af aan de pompbediende-zonder-pomp ; deze neemt een emmer en begeeft zich met emmer en bonnetje naar een groter vat ; daar wordt het bonnetje aangenomen door een andere pompbediende-zonder-pomp-maar-met-vat ; deze leest na op het bonnetje hoeveel benzine hij in de emmer moet tappen ; ondertussen is de derde pompbediende-zonder-pomp-maar-met-trechter-en-darm gearriveerd bij de wagen. De darm gaat in de opening van de benzine tank ; de trechter gaat op de darm en de inmiddels gearriveerde emmer benzine wordt gezwind in de trechter gekieperd. Et voilà : er is getankt.
17
Wat karikaturaal maar “een keteltje naft” halen biedt dus aan een half dorp werk ; onveilig en niet echt bevorderlijk voor de gezondheid van mens en milieu… Het tanken aan een “zwart” benzinestation verloopt enigszins vlotter : hier moet er enkel gediscussieerd worden over de prijs en alle handelingen worden door één en dezelfde man uitgevoerd. De kwaliteit van de geleverde benzine is vaak ondermaats. Onderweg houden we ook nog even halt aan een veemarkt. Op het dorpsplein is de halve veestapel van de streek verzameld en er wordt druk onderhandelt. De aankoop van een koe/os/buffel is dan ook een heel belangrijke zaak. Het is voor veel mensen op het platteland een “gegarandeerde belegging” : het beest geeft je eten en zorgt er voor dat je je land kan bewerken. De doorsnee prijs van één stuk vee bedraagt gewoonlijk meer dan een jaarsalaris. Tegen de klok van vijven bereiken we Bagan. Na meer dan 14 u. rijden zijn we op een goeie 400 km. van Yangon. Aan het checkpoint waar de wegentol moet betaald worden en de witneuzen de “entrancefee” voor de site moeten afdokken, is het behoorlijk druk en de gids waagt het er op om door te rijden. Een praktijk die wel vaker toegepast wordt : als het wat druk is aan een tolhuis of de slagboom gaat open voor de wagen voor je, dan probeer je gewoon door te rijden… meestal komt de politie of iemand van de tolbeambten je toch niet nagereden wegens gebrek aan vervoermiddel. In Bagan echter is de politie goed georganiseerd en van het tolhuis uit wordt er onmiddellijk geseind naar de agent op het eerst volgende kruispunt dat er eentje door de mazen van het net geglipt is. We worden dan ook vriendelijk verplicht om rechtsomkeer te maken en Than mag braafjes gaan betalen. Voor alle zekerheid worden onze paspoorten ook maar even nagezien (de enige keer immers dat we dit ergens moesten laten zien). Ons hotel is gelegen in New Bagan. Op weg er naar toe krijgen we al een voorproefje van wat er morgen op het programma staat : in de avondschemering doemt de ene stoepa na de andere pagode op aan de einder… De hele staf van het hotel staat ons bij aankomst op te wachten. We blijken de enige gasten te zijn. Het inchecken verloopt dan ook uitermate vlot. Ondertussen wordt het hoog tijd om een eettent te zoeken. We slenteren eerst wat door de straten op zoek naar een geschikt oord. Uiteindelijk belanden we in het nagelnieuwe Bayar Bagan Restaurant. Het is nog maar een goeie week open en staat bijgevolg nog niet in de boekskes. We worden met alle egards ontvangen en na het oeverloos geslijm van de eigenaar die maar eindeloos bleef doordrammen over z’n reputatie die hij wil opbouwen konden we eindelijk beginnen aan onze dagelijkse klassieker. Nadat we alles naar binnengespeeld hadden wisten we het wel zeker : morgen komen we hier zeker niet terug. Net terug in het hotel en er barst een regenbui los om u tegen te zeggen. We dommelen in op het ritme van de regen.
Praktisch : * Hotel : NK Betelnut Hotel
18
Tamelijk recent hotel in New Bagan. Hotel bestaande uit een hoofdgebouwtje met daarachter enkele bungalowtjes. Ruime kamers met alle comfort (TV, minibar, airco) en heel netjes. NK Betelnut Hotel Khayea Pin Street Anawratha Quarter, New Bagan Tel. : 00 95 61 603 26 * Restaurant : Bayar Bagan Restaurant Nagelnieuw, nogal groots opgevat restaurant gelegen in de hoofdstraat van New Bagan. Het eten is behoorlijk, alles is heel netjes en clean. De eigenaar (een duidelijk niet ondervoede Birmees) is echter een ongelofelijke slijmbal die als maar kwam mekkeren over de goeie reputatie die hij aan het opbouwen is. We betaalden 5200 Kt voor sweet and sour fried noodles, cola en water * Entrancefee voor Bagan : Iedere buitenlandse toerist dient bij het binnenkomen in Bagan USD10 te betalen. Hiermee kan je zo lang je wil ronddwalen op de site.
Vrijdag 15/10/04 : Dagverloop : Het heeft water gegoten deze nacht. Het regenseizoen is dus duidelijk nog niet helemaal afgelopen, mochten we daar nog aan twijfelen. Bij het opstaan is het nog aan het druppelen en de lucht hangt vol hoogzwangere regenwolken. Dit belooft dus weinig goeds voor vandaag. We laten het echter niet aan ons hart komen ; ’t is immers nog maar 6 uur ’s morgens en al weer ruim 25° C. Ontbijten doen we in het “rooftoprestaurant” van het hotel. In het midden van de ruimte staat 1 tafeltje met twee stoelen ; we hoeven dus niet te vragen welke tafel er voor ons gereserveerd is… Tegen 7 uur staan we startensklaar : meer dan 2000 pagodes en tempels verspreid over een oppervlakte van ruim 42km² wachten ons op. Er is dus heel wat werk aan de winkel vandaag.
19
zicht op de tempelvlakte van Bagan
De ganse dag trekken we van god naar her en zien we de ene pagode na de andere tempel aan ons passeren. Het ene monument is al imposanter en indrukwekkender dan het andere. Ondanks het feit dat het regime in een niet zo ver verleden geprobeerd heeft om de lokale bevolking van de toeristen gescheiden te houden – in 1990 werden alle Birmanen gedwongen om Oud Bagan te verlaten en have en goed achter te laten ; enkel nog een paar luxehotels zijn er over gebleven – zie je dat mensen weer hun intrek nemen tussen de monumenten en er opnieuw de velden bewerken, is er een geheel nieuw dorp ontstaan waar er tal van guesthouses en trekkershotelletjes zijn. De smeltkroes van weleer vindt langzamerhand zijn eigenheid terug. Ondanks de eeuwenoude leeftijd van de monumenten is dit geen dode site. Door dat Bagan de laatste jaren, qua toerisme, serieus in de lift zit, begin je hier stilaan ook wel de minder aangename uitwassen van het toerisme te zien : opdringerige verkopers en stijgende prijzen. Het is ook een van de plaatsen waar leger en politie het meest uitdrukkelijk aanwezig waren. Big Brother is nooit ver af… Een aantal tempels kan nog beklommen worden en van boven af heb je een prachtig uitzicht over de site. Door het vochtige weer werd het uitzicht jammer genoeg enigszins belemmerd door de nevel. Bij helder en zonnig weer moet het nog heel wat anders zijn. Maar dan zal het allicht ook niet te harden zijn van de hitte. Dat heel wat mensen een tempel beklimmen om vandaar uit een mooie blik te kunnen werpen op de omgeving, is ook het regime niet ontgaan en ze hebben, hoe kan het anders, geld geroken. Heel wat tempels kunnen al niet meer beklommen worden en momenteel wordt er een gigantische toren neergepoot in het midden van de site. Het plan is, eenmaal de toren klaar (moest normaal klaar zijn tegen eind 2004 maar dit halen ze – gelukkig – niet), om alle resterende tempels die kunnen beklommen worden, af te sluiten en alle toeristen een verplichte stop te laten maken op de toren en hiervoor natuurlijk een extra in USD aan te rekenen. In de late namiddag stond er ook nog een bezoek aan een lakwerkfabriekje op het programma. Hier kan je zien hoe men van de bladeren en takken van een bepaalde boom die vooral rond het Inle-meer groeit, allerhande potjes, gebruiksvoorwerpen, schalen, vazen, … maakt die dan op een heel specifieke manier beschilderd worden.
20
Gezien het donkere, regenachtige weer vandaag gaat het licht nog wat vroeger uit dan anders (tegen 17.30 u. is ’t donker) en dienen we dus terug te keren naar het hotel. ’s Avonds gingen we “dineren” in een lokaal restaurantje en aan het eten te proeven wist de eigenaar hoe je een reputatie moet opbouwen : simpel maar lekker. Praktisch: * de site : Deze kan je op verschillende manieren bezoeken. Je kan een paardenkoets huren of een fiets. Tussen de verschillende belangrijke bezienswaardigheden zijn (fiets)paden in verharde aarde aangelegd en er is een behoorlijke wegaanduiding in het Engels. Fietsen huren is wel meer aangewezen tijdens het droge seizoen. In het regenseizoen zijn de fietspaden her en der herschapen in modderige karrensporen. Met de auto zijn alle belangrijke bezienswaardigheden natuurlijk ook te bereiken. Gezien wij die toch hadden en het allesbehalve goede weer, kozen wij voor het bezoek per auto. Met gemotoriseerd vervoer is de “actieradius” natuurlijk ook een heel stuk groter. Wij bezochten volgende tempels. Een beschrijving van de tempels en historische achtergrondinfo is terug te vinden in de reisgidsen (oa de Guide du Routard en de Elmar ; beiden terug te vinden in de bibliotheek van Wegwijzer ). Neem zeker ook een zaklamp mee want in een aantal tempels zijn er muurschilderingen te bewonderen. -
Abeyadana tempel : muurschilderingen Ananda-tempel : meest bekende en best bewaarde tempel Bupaya-pagode : vanaf hier goed mooi uitzicht over de rivier Dhammayangyi tempel : een van de grootste en meest imposante tempels Dhammayazika pagode : deze heeft 5-hoekige terrassen waar 4-hoekig normaal de regel is ; rond de pagode werd onlangs een mooie tuin aangelegd Gawdawpalin tempel Mahabodhi : Indisch geïnspireerde tempel Mingalazedi pagode Nagayon tempel Payathonzu tempel : muurschilderingen Shwesandaw pagode : met een liggende bouddha Thatbyinyu tempel : de hoogste van Bagan (ruim 60 m.) Kubyaukkyi tempel Shwezigon pagode
Aan heel wat pagodes en tempels hebben verkopers hun kraampje opgeslagen. In Bagan zijn de verkopers van het hardnekkige en volhardende type ; bij momenten zelf opdringerig. * lakwerkfabriekje : Wij bezochten Moe Moe Tun Handicrafts gelegen aan het ronde punt op de hoofdweg in New Bagan. Het productieproces wordt er van naaldje tot draadje uitgelegd en het atelier is te bezichtigen. Nadien is er “visite obligatoire” in het winkeltje. Men is er echter helemaal niet opdringerig. Ook als je niets koopt, word je er op een attente manier ontvangen en weer uitgezwaaid.
21
Amanda-tempel
Moe Moe Tun Handicrafts 6/1 Khanlaung Quarter New Bagan * Restaurants : ‘s Middags gingen we eten in het “Silver House”, gelegen in de hoofdstraat, juist voorbij het ronde punt. Vriendelijk onthaal, netjes en lekker eten. Tijdens het wachten op het eten krijgt men een schaal nootjes aangeboden. Voor groententampura en water betaal je 2300 Kt voor 2 personen. ’s Avonds trokken we naar “Yuzana” ; een klein restaurant recht tegenover het Silver House, dat blijkbaar ook bij de lokale bevolking goed in de smaak valt (wij waren er de enige witneuzen). Eveneens vriendelijk onthaal en goed eten. Rijst met zoetzure groenten, water en cola (Star Cola) heb je voor 2100 Kt voor 2.
Zaterdag 16/11/04 : Dagverloop : Vandaag wordt het opnieuw een lange dag. We moeten immers naar Kalaw, de bergen in. Er was blijkbaar nog volk in het hotel deze nacht want er staan 2 tafeltjes gedekt. We hoeven echter geen hartverscheurende keuze te maken (aan welk tafeltje gaan we zitten ?) ; we worden prompt naar één tafeltje geleid. Na het ontbijt staat de wagen al klaar voor het hotel. Zoals steeds zijn gids en chauffeur ruim op tijd. Het is net geen zeven uur wanneer we Bagan uit rijden.
22
Het weer ziet er gelukkig iets vrolijker uit dan gisteren. Even buiten Bagan houden we halt aan een palmsuikerfabriekje. Nu ja, “fabriekje” is een groot woord. Het gaat hem over een palmloofhutje met daarnaast een uit de kluiten gewassen schoorsteen, enkele palmbomen, een aardnotenveld en een pers die aangedreven wordt door een os. De gids en de eigenaar van het geheel zijn blijkbaar geen onbekenden voor elkaar. Ze begroeten elkaar heel hartelijk. We krijgen een “bedrijfsbezoek” aangeboden en we zien hoe men hier palmsuiker produceert. De man haalt enkele aardewerken potten te voorschijn die hij aan z’n gordel bint, neemt z’n machete ter hand, loopt naar een palmboom alwaar hij eerst een schietgebedje prevelt en klimt dan de boom in. Er wordt een blad verwijdert en onder de snede wordt er een van de terracottapotten gehangen waarin het sap opgevangen wordt. Normaal blijft een dergelijke pot een hele dag hangen. Het opgevangen sap wordt vervolgens in drie stappen gekookt tot men een suikerbrij over heeft die men laat opstijven in kleine bolletjes. De tweede productielijn in het bedrijf betreft het vervaardigen van aardnotenolie. Een oude man houdt met z’n os een pers draaiende alwaar de olie vrolijk komt uitgestroomd. Na een dag ronddraaien zal het arme rund allicht ook vrolijk zot gedraaid zijn. Zoals het hoort na elk bedrijfsbezoek krijgen we nog een relatiegeschenk aangeboden (een zelf gevlochten mandje gevuld met palmsuiker) en zoals het goede toeristen betaamt laten we een fooi achter want die zijn, u raad het al, zowat ’s mans enige bron van inkomsten. Vervolgens zetten we koers richting Mount Popa. Dit is een heiligdom gelegen boven op een rots die zo’n 737 m boven de zeespiegel uitsteekt. Bij aankomst staat er net een rij bedelmonniken aan te schuiven voor een shop alwaar ze hun dagelijkse portie rijst aangeboden krijgen. De jongste monniken zijn amper 7 jaar oud… Na dit vredige tafereel wat gade geslaan te hebben, beginnen we aan de klim van de Heilige berg : een trap met 717 betonnen treden leid je naar de top. Het eerste stuk gaat vrij vlot, maar halverwege gaan de schoenen uit (’t is een heilige berg) en word je opgewacht door een troep bavianen die overal rondspringen en slingeren. Heilige plaatsen zijn vaak oorden waar de mensen samen komen om hun vrije dag door te brengen en om er te picknicken ; er worden ook heel wat voedingsmiddelen geofferd. De restjes worden gretig door de apen verorberd en die stellen het niet op prijs dat ze gestoord worden tijdens hun maaltijd. Het is dus even op je tellen letten. Bovendien laten de apen hun gevoeg overal achter. Op den duur denk je er liever niet meer aan wat er allemaal tussen je tenen zit… Boven heb je een mooi uitzicht over het dorp en op de nabijgelegen (uitgedoofde) vulkaan. Tenminste als de wolken willen meewerken… Tegen de middag zijn we reeds in Thazi. Volgens de kaart hebben we dan al ruim 3/4de van de vandaag af te leggen weg afgemaald. Het lijkt dus heel vlot te gaan. Maar…
23
Het stuk dat we nu voor de wielen geschoven krijgen is minder vlot te berijden en dan is dit nog heel eufemistisch uitgedrukt. De slotklim naar Kalaw (40 km) is helemaal niet van de poes. Het regenweer heeft tijdens de voorbije natte maanden lelijk huis gehouden in de bergen en dat is de weg – of wat er van overblijft – helemaal niet ten goede gekomen. Regelmatig zijn er serieuze verzakkingen of is het wegdek weggespoeld. Bovendien is de bergpas naar Kalaw één van de hoofdwegen van het land die heel wat zwaar verkeer te verwerken krijgt. Vrachtwagens kruipen naar boven, expresbussen denderen naar beneden op een weg niet veel breder dan een doorsnee landweg in de polders… Onze wagen zag het even niet meer zitten en draaide warm… Uiteindelijk bereikten we na 4 uur draaien en keren iets na 17.00 u. Kalaw. Na een vlugge check-in in het Winnerhotel konden we nog even de stad verkennen en dan ging het licht alweer uit. Praktisch : * Palmsuikerfabriekjes : Rond Bagan liggen er her en der van dergelijke fabriekjes verspreid. Vrij te bezoeken. * Mount Popa : Heiligdom, gelegen op 51km van Bagan. Druk bezocht bedevaartsoord waar vooral de geesten (nats) vereerd worden. Beneden aan de rots (bij het begin van de trap die naar boven leidt) staat “het paleis van de geesten” : een gebouwtje waar een aantal geesten tentoon gesteld staan. Mensen offeren er zaken voor de geest die ze willen bekoren. De rots waarop het heiligdom zich bevindt, noemt eigenlijk Taungkalat. Mount Popa zelf is een uitgedoofde vulkaan (1518 m) die naast de rots ligt. Deze kan eveneens beklommen worden. Het heiligdom zelf stelt niet zo veel voor. Het is vooral het leven op en rond de rots dat je moet bekijken. Pas op voor de apen : zeker als ze met jongen zitten, zijn ze erg onberekenbaar. * Hotel : Winner Hotel, gelegen langs de hoofdweg. Goed middenklasse hotel, vriendelijk onthaal. Mogelijkheid om e-mail te versturen.
24
Winner Hotel Main Road/Union Road Kalaw Tel. 0095 81 500 25
[email protected] * Restaurant : 7 Sisters (Lulu Singh’s) Union Road Gelegen in het begin van de straat bij het binnen komen van Kalaw Restaurant dat zeer geekend is onder de toeristen. Vriendelijke bediening, lekker eten. Tijdens het wachten krijgt men altijd een schaal verse kroepoek aangeboden. Lentilsoep, palauw met groenten, gebakken rijst met groenten en water : 3200 Kt. * Stad Kalaw : Is vooral het vertrekpunt voor wandelingen in de bergen en bezoeken aan de bergstammen. Wanneer je iets verder de stad inloopt (via de University Road), dan kan je nog heel wat oude Engelse cottages zien. Om de 5 dagen vindt er een belangrijke “roulerende markt” plaats. Dan komen de bergvolkeren in hun specifieke klederdracht met hun koopwaar naar de markt. Wij hebben deze markt jammer genoeg niet kunnen mee maken. In het hotel kunnen ze je wel vertellen wanneer de markt doorgaat.
Zondag 17/10/04:
Dagverloop : Opnieuw vroeg uit de veren : er staat deze voormiddag een wandeling op het programma naar 2 dorpen van de Palaung, een van de bergvolkeren die hier in de omgeving leven. Het belooft alvast een mooie dag te worden : een stralende blauwe hemel. Ronald, de berggids van het hotel, zal ons op de wandeling vergezellen. Hij komt regelmatig bij de bergvolkeren en kent de streek als zijn broekzak. Het tempo wordt er meteen stevig ingezet en algauw moet Than, onze gids, afhaken. Hij is dan ook een gediplomeerd kettingroker… Onder weg wijst Ronald ons op tal van “mooie dingen der natuur” en legt hij uit hoe de mensen hier (over)leven. Na twee uurtjes flink doorstappen komen we in Ywa Thit, de eerste nederzetting van de Palaung die we aandoen. De mensen zijn net begonnen met het binnenhalen van de theeoogst. Her en der liggen de blaadjes te drogen in de zon. Op de heenweg zijn we door “theeplantages” gewandeld. Deze zijn echter helemaal niet te vergelijken met de Indische plantages. De middelen en mogelijkheden zijn er niet om de plantages echt te laten renderen… We kunnen even binnen kijken in een authentieke woning. Onze komst is de plaatselijke kinderbevolking niet ontgaan. Van “heinde en ver” komen ze aangelopen. De kleine
25
geschenkjes die we bij hebben worden gretig aanvaard. De mensen leven hier echt geïsoleerd en het is knokken om de eindjes aan elkaar te knopen. De situatie wordt deels door de mensen zelf in stand gehouden. Om het voortbestaan van de eigen bevolkingsgroep te garanderen, mogen jongeren niet huwen met iemand die nietPalaung is. Doen ze dit toch, dan worden ze uitgesloten uit de gemeenschap. Ze blijven ook hun eigen, voorbijgestreefde, landbouwmethodes gebruiken waardoor de opbrengst uiteraard heel laag is en de landbouwgrond binnen de kortste keren uitgeput is. In de tweede nederzetting, Tar Yaw, die een weinig verder gelegen is, bezoeken we een typisch “longhouse”. In zo’n woning leeft men met 7 à 8 gezinnen samen. Ieder gezin heeft z’n eigen hoekje in het huis met daarin één slaapkamertje voor de ouders en een kookhoek. De rest van de ruimte is gemeenschappelijk. Deze vorm van wonen is langzaam aan het verdwijnen. Mensen proberen met de weinige middelen die ze hebben toch een eigen woning te bouwen. Bewoners van een longhouse zijn dus de “armste der armen”. Niet te min zijn we er van harte welkom en onmiddellijk wordt er thee en fruit aangebracht. We kopen er enkele handgeweven schoudertassen. Afbieden kan maar we houden ons in : de mensen hebben al niet veel en de prijs die ze vragen voor hun producten is ook al bescheiden… Wanneer er Westerlingen op bezoek komen betekent dit voor deze mensen ook gratis gezondheidszorg. We worden te rade gevraagd bij een jongen met een erg ontstoken voetwonde die zeer slecht verzorgd is (de middelen zijn er gewoon weg niet om het beter te doen). Ons ontsmettingsmiddel en zaken voor wondverzorging hebben we jammer genoeg niet bij. Gelukkig hebben we wel nog een doosje breedspectrumantibiotica. Volgens de bijsluiter ook aangewezen bij ontstoken en besmette wonden. Samen met wat pijnstillers en de nodige uitleg laten we dit maar achter en hopelijk wordt de medicatie ingenomen zoals we uitlegden want dit blijkt vaak ook een probleem te zijn aldus Ronald : de weinige medicatie de mensen krijgen, nemen ze niet goed in… In het hotel hebben we ook nog een zak met oude brillen liggen. Ook deze zouden hier heel goed gebruikt kunnen worden. We spreken af met Ronald dat hij deze bij een volgend bezoek meebrengt naar de dorpen. binnenzicht in een longhouse
De terugweg gaat via een mooi uitzichtpunt over de heuvels en na een stevig stukje wandelen in de brandende zon komen we rond 13.00 u. terug in Kalaw. Na een snelle hap bij de 7 Sisters verlaten we de stad en gaat het richting Pindaya. Normaal was dit niet voorzien in het programma, maar we krijgen het als extraatje aangeboden door onze gids… Halverwege de namiddag komen we aan bij de grot.
26
De ingang van de grot ligt iets hogerop in de rotswand. Ooit werd er een overdekte trap gebouwd maar die beklimmen vond men blijkbaar wat te lastig. Vandaar dat men enige jaren geleden een externe liftkoker voor de rots bouwde. We dachten dat we al heel wat boeddha’s gezien hadden tijdens deze reis, doch dit was buiten de grot van Pindaya gerekend. Wanneer je binnenstapt , wordt je aangestaard door duizenden boeddhaogen ; hier ontstond waarschijnlijk de spreuk : “God ziet u ; hier vloekt men niet”. De grot op zich is ook redelijk indrukwekkend en ’t is er aangenaam fris maar vochtig. ’t Is dus opletten om niet weg te glijden op de spekgladde vloer wat op blote voeten niet zo simpel is. Met de lift dalen we na het bezoek terug af tot de “aardse werkelijkheid”. Vanuit die glazen lift heb je wel een goed uitzicht op de omgeving. Ondertussen is het al ruim 16.30 u. gepasseerd en we hebben nog een rit van dik 3 uur voor de boeg naar Nyaungshwe, het stadje dat de toegangspoort vormt tot het Inlé-meer. Het zal dus een ritje in het donker worden door heuvelachtig gebied. Algauw valt de duisternis in. De lichten van de wagen worden ontstoken en dan verwacht je dat het stuk weg voor je verlicht zal zijn. Niet in Myanmar echter. De boomkruinen zijn prachtig verlicht alsook de zaken naast de weg… Wagens hoeven hier duidelijk niet naar de keuring en van afstellen van de lichten heeft men al helemaal niet gehoord. Telkens als er een tegenligger afkomt, wordt je verblind en is het dus op de tast rijden. Om niet verblind te worden past men daarom soms het truckje “doof de lichten tot de tegenstander gepasseerd is” toe. Resultaat blijft echter hetzelfde : op de tast rijden. We zijn dan ook dik tevreden als we iets voor 20.00 u. heelhuids het hotel bereiken en onderweg niets of niemand overhoop gereden hebben. We droppen snel de bagage op de kamer en zoeken ons nog iets te eten in het dorp. Lang kiezen moeten we echter niet meer doen daar de meeste restaurants sluiten rond 20.30 u. Na het avondmaal dwalen we nog even rond in de stad. Rond de tempel is het enorm druk. Alles wordt in gereedheid gebracht voor het Festival (zie verder) dat morgen van start blijkt te gaan. Er wordt een jaarmarkt opgetimmerd en voor de kinderen worden er enkele draaimolens klaargezet die nog manueel aangedreven worden… Praktisch : * Wandelen naar de bergvolkeren rond Kalaw: Deze moeten gebeuren onder begeleiding van een “trekking-guide” daar er helemaal geen wandelkaarten van de streek bestaan. Deze gidsen kennen ook een aantal mensen in de bergdorpen en zorgen voor een goeie spreiding zodat de dorpen niet onder de voet gelopen worden. De gidsen zijn meestal vast verbonden aan een hotel. De gids die ons begeleidde, Ronald, is een zeer aimabele man die zijn job met hart en ziel vervult en groot respect aan de dag legt voor zowel natuur als bevolking. Hij kan geboekt worden via het Winnerhotel. Mogelijkheid van halve dagtochten tot meerdaagse tochten waarbij er dan overnacht wordt bij de plaatselijke bevolking. Ronald begeleidt wandelingen naar de Palaung, de Da Nu, de Pa-O en de Taung You. Neem zeker je EHBO-kit mee, niet voor je zelf maar voor de plaatselijke mensen die heel geïsoleerd leven. In hun dorpen is gezondheidszorg zo goed als onbestaande. Ook oude brillen, balpennen, … kan je hier achter laten ; de mensen kunnen ze zeker gebruiken. Je laat best wel zaken achter via de gids ; hij weet als geen ander waar de meeste noden zijn. * De grot van de 8000 Boeddha’s in Pindaya : Ingang : USD3 ; camerafee 200 Kt.
27
Nogal een indrukwekkend geheel en het loont zeker de moeite om de omweg te maken wanneer je van Kalaw naar Inlé trekt. Hoe de beelden in de grot geraakt zijn en wat precies de bedoeling er van was of is, is nog altijd een goed bewaard geheim. De naam van de grot is intussen ook voorbij gestreefd : inmiddels staan er meer dan 9200 verschillende boeddhabeelden en nog altijd komen er bij (dit door pelgrims die beelden bijplaatsen). Voor het onderhoud van grot en beelden werkt men met een “adoptiesysteem” Vanaf USD 40 kan men een kleiner beeld adopteren dat dan een onderhoudsbeurt krijgt. Via de achterkant van de eerste zaal waar de meeste en grootste beelden staan, kom je in verschillende andere zalen, waar je een mooi zicht hebt op de koepel van de grot. Helemaal op het einde van de laatste zaal bevindt zich de rots met de zwarte klei. Volgens de Birmanen beschermt deze klei tegen allerhande boze geesten. Vanuit Pindaya kan je ook trekkings ondernemen naar de bergvolkeren. De trekkings vanuit Pindaya zijn wel een stuk lastiger dan vanuit Kalaw daar Pindaya een stuk lager gelegen is dan Kalaw. Er moet dus meer geklommen worden. Voor meer info omtrent de trekkingmogelijkheden vanuit Pindaya kan je eveneens terecht bij Current Travel.
* Hotel : De meeste hotels en guesthouses voor bezoekers aan het Inlé-meer zijn in Nyaungshwe gelegen. Op het meer zelf zijn er enkele grote en luxueuze resorts die gecontroleerd worden door de regering. Wij logeren in het Paradise Hotel, gelegen aan de rand van het centrum in een rustige straat. Het hotel bestaat uit een hoofdgebouw met bungalows in de tuin. De kamers zijn heel ruim en netjes ; alle comfort aanwezig. Iedere kamer heeft ook een terrasje waar je ’s avonds kan toeven als je niet opgegeten wordt door allerlei vliegende toestanden groot en klein. Paradise Hotel 40, Museum Road Nyaungshwe Tel. : 0095 81 220 09
Fax : 0095 81 235 86
28
* Restaurant : Gezien het late uur trokken we naar het dichtstbijzijnde restaurant : het Hu Pin restaurant nabij het gelijknamige hotel. Het geheel deed nogal kantineachtig aan en de bediening was niet echt van harte. Het eten zelf was ook niet echt bijzonder - gewoontjes. Voor gebakken groenten en rijst en een grote fles water betaalden we 1800 Kt voor 2. In de reisgidsen staat dit restaurant aangeduid als één van de besten van de stad. Dit lijkt ons echter niet het geval te zijn…(misschien zijn de vlees en visgerechten er wel lekker)
Maandag 18/10/04 : Dagverloop : Vandaag een supervroege dag. Het is de eerste dag van de festivalmaand rond het meer. Tijdens dit festival worden 4 van de 5 eeuwenoude plaatselijke boeddhasculpturen in een processie van de ene tempel naar de andere gevaren (nummer 5 mag niet meer mee op tocht daar deze in 1965 eens over boord kieperde en op “miraculeuze wijze” terug gevonden werd ; sedert dien heeft hij tempelarrest…). Hierbij wordt de processieboot voortgetrokken door een parade van meer dan 20 longtailboats die op hun beurt “aangedreven” worden door de wereldberoemde beenroeiers.
De processie vertrekt deze morgen om 07.00 u. vanuit de Phaung-Daw U pagode in Thar Lay en dit is op ruim een uur varen van Nyangshwe. Om 05.45 u. staan we dan ook al aan de aanlegsteiger. Wanneer we het meer opsnorren met onze “barque” is er alles nog heel rustig. Enkele vissers zijn er hun netten aan het ledigen en al vlug valt op hoe groots (32 km bij 6 km) het meer is en hoe fantastisch de diepte is : die is max. 5 (vijf) meter. Je ziet dan ook regelmatig de bodem van het meer. Het geheel is mooi omzoomd door de heuvels. Hoe dichter we bij Thar Lay komen, hoe meer boten er onderweg zijn naar de processie. Algauw zijn er honderden boten. Deze processie is dan ook één van de hoogtepunten van het jaar voor de plaatselijke bevolking. 29
Wanneer de processie zich “in gang roeit”, dan gaan alle bootjes zich in “poleposition” wriemelen om de processieboten zo dicht mogelijk te benaderen. Een heel spektakel… Zo gaat de gehele vloot mee richting dorp waar de 4 beeldjes de nacht zullen doorbrengen. In dit dorp is het dan ook groot feest. De volgende morgen wordt de gehele verhuisactie opnieuw georganiseerd. Na de processie varen we terug naar Thar Lay waar we de Phaung-Dauw U pagode bezoeken en waar beeldje nummer 5 “eenzaam en alleen” staat te pronken. Vervolgens peddelen we met onze motorboot via een van de zijrivieren van het meer naar het dorpje In Dein. Dit is een Pa-O dorp waar er een grote markt is die opgefleurd wordt door de klederdracht van de plaatselijke dames (fel oranje tulband/hoofddoek en zwarte kledij). Terwijl de dames de kost proberen te verdienen, zijn de mannen naarstig “doendig”aan de gokkraampjes waar ze spelen op de plaatselijke variant van de roulette : kijken mag maar fotograferen wordt minder op prijs gesteld daar het spelleke een illegale bezigheid blijkt te zijn... We wandelen de markt verder af en komen aan de overdekte “trap” die leidt naar de pagode van Alaungsitthou met daar rond honderden vervallen en overwoekerde stoepatjes uit de 17de eeuw.
Terug in de boot gezeten , houden we eerst halt bij een ambachtelijke weverij : men weeft er hier nog zoals bij ons halverwege de 19de eeuw… We doorkruisen ook een aantal drijvende tuinen. Hydrocultuur op zeer grote schaal waardoor er een enorme productie is. Als je ergens in Myanmar een tomaat eet, dan is deze bijna zeker gekweekt op ’t water van Inlé. Zo komen we aan bij het klooster van Ngahpe-kyaung, beter bekent als het klooster van de “jumping cats”. Hier leven een handvol monniken samen met een handvol katten. Om hun leven wat op te vrolijken, zijn de monniken ooit begonnen om hun katten door een hoepel te leren springen op commando. Een kat laat zich echter niet zo maar commanderen en het vraagt dan ook heel wat tijd en geduld vooraleer zo’n beest door een hoepeltje wil springen. Nadat de katjes hun ding gedaan hebben, varen we terug het ruime sop op en zetten we koers naar het dorp waar de vier beeldjes de nacht zullen doorbrengen. Bij het opvaren van het kanaaltje dat naar het dorp leidt, zien we reeds overal gebedsvlaggen hangen en bij de pagode waar de 4 op hotel zijn is het een drukte van jewelste. Midden in de tempel staan de beeldjes
30
opgesteld en daar rond plaatsen de mensen hun offers : van bloemen, over fruit tot en met kleurrijke frisdrankjes. Overal zitten er mensen die de beeldjes aanbidden. Op het pleintje achter de tempel is er een feestmarkt. Het is hier duidelijk een “hoogdag” voor het gehele dorp. Iets na 15.00 u. en we varen terug naar Nyaungshwe. Onderweg zien we nog een enkele visser die nog op de traditionele manier – met de fuik – aan het vissen is. Drie kwartier later meren we aan bij de aanlegstijger. We dwalen nog wat rond bij de “haven”. In de “tomatenzone” van de haven worden tonnen tomaten, nadat ze in houten kistjes verpakt zijn, overgeladen op grote trucks die dan op hun beurt richting Yangon of Mandaly tuffen. Als je echt eens veel tomaten te samen wil zien, dan kom je in de pakhuisjes van Nyaungshwe-haven zeker aan je trekken. Praktisch : * bezoek aan het Inlé-meer : Toegansrecht tot het meer USD3 Boottochten op het meer kan je boeken bij de meeste hotels of langs de kade waar de boten aangemeerd liggen. De prijs per dag bedraagt rond de USD10 voor een tocht van 5 à 7 uur. Er gaan maximum 5 personen mee in een bootje. Je hebt je eigen stoeltje, een zwemvest en een paraplu (in ’t natte seizoen tegen de regen, in ’t droge tegen de heel felle (!) zon). Het is wel interessant om vroeg te vertrekken. Je ziet het meer dan tot leven komen en je komt dan ook de meeste vissers tegen. Rond de middag kan het wel behoorlijk warm worden op het water. Wij bezochten de volgende zaken : - Phaung-Daw-U festival of Inle festival : Begint bij de volle maan van oktober aan de gelijknamige pagode en duurt de hele maand. ’s Morgens om 7 uur worden de beeldjes in mooie processie rondgevaren naar de verschillende dorpen op en rond het meer. Het duurt ongeveer 2 uur vooraleer de beeldjes op hun volgende bestemming aankomen. Bij vertrek- en aankomstpunt is het een drukte van jewelste. Het loont zeker de moeite om de beenroeiers in volle actie te zien. - Phaung-Daw-U pagode : De belangrijkste pagode van Inle. Hier worden de 5 beeldjes door het jaar heen bewaard. De beeldjes stellen een boeddha voor maar in feite zijn het 5 in bladgoud ingepakte stenen waar je misschien met veel fantasie een boeddhabeeld kan in herkennen. In de pagode hangen ook een aantal foto’s waarop je het ongeval met en de miraculeuze redding van beeldje nummer 5 kan zien - dorpjes op het Inle meer : Recht tegenover de pagode ligt het Inn Thar Lay restaurant. Achter het restaurant ligt er ook een klein dorpje waar we even doorheen wandelden. De mensen leven er op een heel eenvoudige manier. - In Dein : Mooie markt waar er nog heel wat pa-O vrouwen in traditionele klederdracht te zien zijn. Wordt wel een beetje toeristisch. De pagode van Alaungsitthou (gratis toegang ; 100 Kt voor fototoestel) bereik je via een lange overdekte galerij (ook hier een aantal souvenirkraampjes). Honderden kleine vervallen stoepa’s. Je kan terugkeren via een wandelpad
31
-
-
-
-
-
langs de rivier naar de marktplaats. Je komt dan door een bamboebos en je kan het dagelijkse leven (de was en de plas) van de dorpelingen langs de rivier gade slaan (hier geen souvenirverkopers) weverij : Op en rond het meer zijn er nog een aantal ambachtelijke weverijen waar men mooie (zijden) stoffen weeft. Het atelier dat wij bezochten was gevestigd in enkele mooie grote teakhouten huizen op palen midden op het meer. klooster van Nga-Phe-Chaung : Mooi houten klooster dat vooral gekend is voor z’n springende katten. Verwacht zeker geen “circusoptreden”. De “kunstjes” beperken zich tot het springen op commando door een hoepeltje op ongeveer een meter hoogte. De katten zijn een “eigen productie” van het klooster. Men probeerde ooit om van buiten af “geïmporteerde” katten het springnummer aan te leren, doch dit lukte niet. drijvende tuinen : Via een ingenieus systeem slaagt men er in om een soort drijvende matten te maken (dit duurt wel jaren) waarop men dan groenten kweekt. Eigenlijk het principe van de hydrocultuur waardoor men een enorme productie krijgt. boottocht : De tocht met de boot op zich is ook heel interessant. Je vaart tussen dorpen, tuinen, op riviertjes die naar het meer leiden. Van op het midden van het meer heb je een mooi zicht op de heuvels de het meer omringen. aanlegsteiger in Nyaungshwe : Tientallen gekleurde longtailbootjes met luidruchtige dieselmotoren liggen te wachten op klanten. Het zijn de taxi’s van het meer.
* Restaurant : ’s Middags gingen we eten in het “Inn Thar Lay”-restaurant tegenover de pagode. Het eten is er lekker en het restaurant blijkt populair te zijn bij buitenlandse toeristen. Ons traditionele menu (gebakken rijst en groenten + water) kostte er 2000 Kt. ’s Avonds trokken we naar het Shan Land restaurant. Dit Chinees restaurant is gelegen langs het kanaaltje dat start aan het Hu Pin Hotel en je zit er op een veranda op het eerste verdiep. ’t Is er veel gezelliger zitten dan in het Hu Pin Restaurant en ook de bediening is er stukken vriendelijker. Zoetzuur met rijst deze keer met cola en water voor 2300 Kt.
Dinsdag 19/10/04 : Dagverloop : Het gaat razendsnel vooruit. Wij zijn al halverwege onze reis en we hebben ons nog geen minuut verveeld. Afspraak om rond 07.30 u. te vertrekken want er staat een lange rit naar Mandalay op het programma waar onze gids hoopt rond 17.00 u. aan te komen. We lopen eerst nog even langs op de dagelijkse markt van Nyaungshwe. We zien er heel wat “levende verse” vis en dat moet je heel letterlijk opnemen : menig gevind exemplaar ligt nog te spartelen in het kraam. Na een bezoekje aan de vleesafdeling van de markt weet je direct
32
weer waarom het niet echt aangewezen is om vlees te consumeren in Myanmar. Er is ook een grote bloemenafdeling en met de komst van de 4 beeldjes deze avond wil iedereen de beste bloemen om het mooiste offerstukje te maken. Terug in de wagen heeft de chauffeur een cassette in de cassettespeler geschoven : plaatselijke R&B. Op het ritme van de muziek die we best wel aardig vinden, cruisen we richting Mandalay tot… Er komt plots een onheilspellend gekraak van onder de wagen vandaan. We kijken met z’n allen elkaar aan, zien wat wegvliegen van onder de auto en dan begint het serieus te rammelen tot we enkele tientallen meter verder tot stilstand komen. Allen de wagen uit met de gedachte : we hebben lekke band en het gehele rubber is er af gelopen. Niets daarvan echter : de banden zien er nog allemaal prima uit. De chauffeur kijkt even onder de auto en zegt dat het er iets minder aangenaam uit ziet : een van de stangen van de ophanging is doorgebroken en er is een aantal stukken foetsie. Het ziet er naar uit dat we een eindje zullen vast zitten. We gaan meteen maar tot de actie over. We wandelen terug om de ontbrekende stukken te zoeken. Die zijn broodnodig omdat het niet zeker is dat er een vervangstuk gevonden wordt en bijgevolg het kapotte stuk weer aan elkaar dient gelast te worden. De volgende stad waar dit kan gebeuren, blijkt zich op een half uur rijden te bevinden. Een vriendelijke man neemt ons en de chauffeur met bijhorende stukken mee met z’n rammelende Toyota Corolla naar de stad terwijl de gids de wacht op trekt bij de wagen. Wij worden gedropt bij een restaurantje in afwachting van en de chauffeur gaat met de andere man op zoek naar een vervangstuk of, indien dit niet te vinden is, een smederij om de zaak weer aan elkaar te lassen. Het wachten duurt lang : geen goed teken dus… Wij zijn al bezig met noodscenario’s te bedenken tot plots vanachter de hoek onze wagen kwam aangetuft. De stang diende gelast wegens het inderdaad onvindbaar zijn van een passend stuk : het geprefereerde automerk in Centraal Myanmar blijkt Toyota te zijn ; in Yangon, waar onze auto vandaan komt, Nissan en de stukken van de ene Japanner zijn niet compatibel met de andere. Na meer dan drie uur oponthoud kunnen we eindelijk verder. Than verontschuldigt zich wel 100 maal We stellen hem gerust dat we er helemaal niet zwaar aan tillen. Dit zijn dingen die nu eenmaal kunnen gebeuren gezien de staat van de wegen en de staat van het wagenpark. We moeten de hele weg terug over Kalaw, de bergpas naar beneden om dan in Meiktila de weg naar Mandalay te kunnen nemen. In Kalaw wippen we nog even binnen bij “the 7 sisters” om wat te eten. We hebben tijd want nu blijkt de bergpas naar beneden even afgesloten voor alle verkeer : bij het herstellen van de weg gebruikt men de grote middelen want een deel van de modderstromen die de weg gedeeltelijk blokkeren zullen worden opgeblazen met een beetje dynamiet. Het aantal vrachtwagens dat staat te wachten in Kalaw om door te mogen is zich ondertussen serieus aan het “ophopen”. Beneden gebeurt allicht hetzelfde. Bij het opnieuw openstellen van de weg zal het dus straks wat worden… En inderdaad, na een eerste oponthoud door een vrachtwagen die enkele minuten voor ons het ravijn is ingetoekerd , is het enkele kilometers verder koekenbak : tientallen vrachtwagens die naar omlaag willen, moeten een file van tientallen vrachtwagens passeren die naar omhoog willen en dat op een wegdek van amper 3 meter breed… Het wordt manoeuvreren door putten en over bulten. We houden ons hart vast en hopen dat de wagen het houdt. We raken gelukkig heelhuids beneden. Eens goed en wel beneden krijgen we een totaal ander soort wegdek voor de wielen geschoven. Men is er bezig met de aanleg van de eerste autosnelweg in het land. Het asfalt bolt uitermate zacht (althans op de stukken die afgewerkt zijn) maar men moet er duidelijk nog leren leven met het gegeven “autosnelweg” : niet voor fietsers en/of voetgangers, best ook geen ossenkaren ; niet spookrijden ; werken aanduiden op een snelweg … Bovendien doet de duisternis z’n intrede. Het is dus geen ritje om even rustig in te dommelen.
33
Om 20.15 u. bereiken we eindelijk het hotel in Mandalay. We droppen snel alles op de kamer en zoeken ons snel nog iets te eten. Het is even pech hebben want we zitten niet bepaald in een restaurantbuurt. Gelukkig botsen we op een bakkerij (!) en ze hebben er alle soorten broodjes, boterkoeken en dies meer. We staken prompt het restaurant zoeken en kopen ons elk een goeie gesuikerde boterkoek. Na meer dan een week toast en rijst kan zo iets wel goed smaken. Praktisch : * Hotel : Silver Swan Hotel : Betonnen blok met 7 verdiepingen. Efficiënt middenklasse hotel dat ook populair blijkt te zijn bij de Thaise toeristen. Kamers met TV, airco en minibar. Wel wat stoffig. Netheid kon beter. Mogelijkheid om e-mail te versturen Silver Swan Hotel 568, 83rd Street (between 32nd & 33rd Street) Mandalay, Myanmar Tel. : 0095 2 321 78, …363 33 Fax : 0095 2 365 67 e-mail :
[email protected]
Woensdag 20/10/04 : Dagverloop : Na de rally van gisteren, zal het er vandaag wat rustiger aan toe gaan. We blijven in en rond Mandalay. De gids heeft echter groot nieuws : de eerste minister werd gisteren avond onder huisarrest geplaatst. Hij was de dictator “afvallig” geworden. Hij vond de grilletjes van Shwe waarschijnlijk iets te gortig worden en wilde een meer liberale koers varen. Het zal de man zuur opbreken. Politiek en intellectueel Myanmar blijkt op z’n kop te staan ; op straat is er echter niets van te merken. Mandalay is een grote en stoffige stad ; het verkeer verloopt er ook, in vergelijking met Yangon, tamelijk chaotisch. Het stratenplan is echter eenvoudig : de stad is door middel van kaarsrechte straten in blokken onderverdeeld en iedere straat heeft z’n nummer. We starten de dag op het “boeddha-industrieterrein”. In de straat die leidt naar Amarapura blijken een aanzienlijk deel van de boeddhabeelden die Zuid-Oost Azië bevolken, geproduceerd te worden. Je hebt er in marmer, brons, steen, Chinese, Thaise, kleine, grote en hele grote. Zoek je een bepaald type boeddha : vraag het hier en je krijgt het en als ze het niet hebben, dan maken ze het wel. Mandalay is de plek bij uitstek voor de marionetten. In een winkel schaffen we er ons dan ook een aan, zij het na moeizame onderhandelingen. Er staan natuurlijk ook een aantal pagodes op het programma : de Kuthodaw-pagode, de Kyauktawgyi-pagode en de Mahamuni-pagode. We bezoeken ook het enige overblijvende gebouw van wat eens een heel groot paleis was : het Shwe Nandaw klooster.
34
We passeren ook nog de enorme vestingmuur en de gracht van het voormalige paleis. Nog niet zo lang geleden duidde Shwe een 2000 “vrijwilligers” aan die de gracht “mochten” reinigen. Weer zo een van ’s mans megalomane projecten. In de namiddag gaat het per boot naar Mingun alwaar we de ruïne van de bakstenen pagode bezoeken die ooit de hoogste ter wereld moest worden. Mingun leeft duidelijk van z’n ruïne : de souvenirverkopertjes volgen je werkelijk overal. Hier hebben ze ook ’s werelds grootste, nog werkende klok. Als je een slag van die klepel krijgt, dan ben je allicht meer dan van je melk en weet je zeker en vast de klepel niet meer hangen. Wanneer we ’s avonds weer aanmeren met de boot in Mandalay, is men volop aan het wassen en plassen langs de oever van de rivier. Een echte aanlegsteiger is er ook niet. De boten leggen allemaal naast elkaar aan. De onze meerde ergens in de 6de rij aan en dus moesten we via enkele andere boten naar de “loopbrug” klauteren om dan dwars door de “badkamer” van de schippersfamilies te lopen en zo de oever te bereiken… ’ s Avonds zwerven we nog even de stad in om via de omwalling van het voormalige paleis bij het Kipling Café te belanden waar we het avondmaal nemen. We doen ook nog een cafeetje aan alwaar we opnieuw zien hoe de mannen liters bier en whisky naar binnenkappen. Ze hebben hier duidelijk nog geen last van “wodka-acties” en Bob rijdt hier ook al niet rond. Met de flessen Johny Walker die we al bijeen zagen in Myanmar, kan je zeker twee supermarkten vol stouwen : één voor de flessen Red Label en eentje voor het Black Label. In de winkels zie je hier ook de meest moderne elektronicatoestellen staan : Samsung en co doen hier dank zij de Chinese smokkelaars gouden zaken. Praktisch : * Toegangsgeld voor Mandaly : Voor alle monumenten van Mandalay, Amarapura, Inwa en Paleik bedraagt dit USD10. Ticket kan aangekocht worden bij de grote monumenten in Mandalay of, voor wie met het vliegtuig aankomt op de luchthaven. In tegenstelling tot Bagan kan je elk monument maar 1 maal bezoeken met je toegangskaart : bij ieder bezoek wordt er een gaatje geknipt. * Bezienswaardigheden : . Ateliers voor boeddhabeelden : Op de weg naar Mandalay. Ateliers voor bronzen, marmeren en stenen boeddha’s. De ateliertjes zijn vrij te bezichtigen. Je kan er op vraag gerust even binnenlopen en men geeft je er graag de nodige uitleg. Ieder atelier heeft natuurlijk ook zijn kleine “shop” alwaar je een beeldje in miniversie kan aanschaffen. . Kuthodaw- pagode : Deze is beter gekend als “het grootste boek ter wereld”. Verwacht hier echter geen klassiek boek met reuzenafmetingen. Op het terrein staan rond de hoofdstoepa 729 kleine witte tempeltjes verzameld en in ieder tempeltje staat een soortement stenen tafel (zoals we die kennen van onze 10 geboden) die vol gekriebeld zijn met de leer van boeddha. Nog dit : het is er loeiend heet en de grond kan heel warm aanvoelen aan de blote voeten…
35
. Kyauktawgyi –pagode : Hier staat de op één na grootste marmeren boeddha van het land die uit één en hetzelfde blok marmer gekapt is. Men had de halve stad nodig om het beeld destijds op z’n plaats te krijgen. Than Shwé, de huidige machthebber, liet er een kappen ter zijne eer en glorie die tweemaal zo groot blijkt te zijn… In tempels gebeurt het wel vaker dat het oorspronkelijke oude boeddhabeeld (vooral als er een speciale betekenis aan vast zit) ergens weggemoffeld staat in een hoekje en het vervangen is door een beeld dat “geschonken” werd door ons aller Thanneke. De mens heeft toch wel serieus last van grootheidswaanzin doch dit geheel ter zijde… . Mahamuni-pagode : Dit is de meest belangrijke pagode van de stad. Er komen duizenden pelgrims naar het boeddhabeeld dat ooit veroverd werd op het koninkrijkje Arakan. Het is van dit beeld dat elke morgen het gezicht gewassen wordt. Op z’n kont ligt er een goudlaag van centimeters dik : de mannen komen dit massaal offeren en wrijven er de goudblaadjes met hopen op. De vrouwen mogen beneden, op enige afstand, het beeld aanschouwen doch mogen het niet aanraken of in de onmiddellijke omgeving er van komen. . Shwe Nandaw klooster : Het enige oorspronkelijke gebouwtje dat overblijft van het grote paleis dat ooit in het midden van de stad stond. Het prachtige teakhouten gebouwtje met zeer mooie houtsculpturen werd verplaatst in 1880 door de jaloerse zoon van de grote koning Mindon omdat het te veel bedevaarders trok. De rest van de gebouwen van het paleis werden vernield tijdens de tweede WO. Het is een van de mooiste gebouwtjes die we zagen in Myanmar.
. Omwalling van het voormalige paleis :
36
De vierkanten omwalling meet 2 bij 2 km. en werd begin jaren 90 door dwangarbeiders schoongemaakt en gerestaureerd. Het voetpad rond de omwalling is ’s avonds de rendez-vous plaats voor verliefde koppeltjes. Er staan ’s avonds ook mobiele drankstalletjes die allerlei fruitcocktails maken. De eigenaars van de stalletjes zorgen ook voor tafeltjes en stoeltjes. . Bladgoudfabriekje : Atelier waar het bladgoud gemaakt wordt dat gebruikt wordt om te offeren. Dit bevindt zich in de 36ste straat, tussen de 77ste en de 78ste straat. Je kan de verschillende stappen in het productieproces volgen. Let vooral op de heel eenvoudige maar ingenieuze chronometer bij de “kloppers” : door middel van een halve kokosnootschelp die langzaam ondergaat in een bakje water, weten zij hoe lang ze moeten kloppen met hun hamer op het goud. Wanneer er niet gekocht wordt in de shop, wordt er een kleine donatie verwacht. Naast het goudfabriekje is er een slangenleer shop. Zo te zien aan de formaten slangenvellen die er buiten hingen te drogen, kruipen er in Myanmar serieus grote exemplaren rond. Wij zagen echter gedurende de hele reis niet één slang. Slangenleer is er spotgoedkoop : portefeuilles, riemen, kleine tasjes kan je al krijgen voor amper 5 à 10 Euro… . Mingun : Je moet er heen per boot. Toeristen mogen niet meer mee met de ferry voor de lokale bevolking. Je moet een van de toeristenboten nemen. De gids regelde een boot voor ons 2 ; hoeveel die kostte konden we niet achterhalen. Voor reizigers alleen : tickets zijn te koop in het kantoor bij de “aanlegsteiger”. Het lijkt ons echter interessanter om te wachten op een klein groepje toeristen en probeer daar bij aan te sluiten tegen kleine vergoeding. Er is toch meer dan plaats genoeg op de boten. De oversteek duurt 01.15 u. en je vaart langs een aantal dorpen gelegen op de oever van de rivier waar je het dagelijkse leven kan gade slaan. De onafgewerkte pagode van Mingun zie je al van heel ver liggen. Toen wij er waren was het weer zo helder dat je ze reeds zag liggen van bij de inscheping in Mandalay. Bij aankomst in Mingun meert de boot aan bij de Satowya pagode (sandalen gaan dus meteen uit) Je wordt aangeklampt door jonge souvenirverkopertjes die alles behalve makkelijk loslaten (die van ons zijn we niet meer kwijt geraakt). Toegangsrecht voor Mingun bedraagt USD3 (toegangsbewijs is ook geldig voor Sagaing) De grote pagode is een enorme bakstenen blok van 50 m hoog die grote scheuren en averij opliep door diverse aardbevingen. Op zich stelt het bouwsel niet veel (meer) voor. Je moet het echter beklimmen (er leidt een betonnen trap naar boven – eens boven spring je losjes over scheuren, losliggende stenen, struiken, … ; dit gebeurt allemaal op blote voeten) want boven heb je een heel mooi uitzicht op de rivier, de dorpjes op en langs de rivier en bij helder weer op Mandalay-Hill. Toen wij er waren was die heel goed te zien ; volgens de gids gebeurt dit maar heel zelden daar er meestal brandnevel en of mist hangt. De grote klok, die een beetje verder langs de hoofdweg in het dorp gesitueerd is, is de grootste nog “kleppende klok” ter wereld. Dwz : ze is nog intact en zou in principe nog kunnen geluid worden al is dat voor een klok met dergelijke afmetingen allicht geen evidentie. Het ding zelf is door massa’s graffiti en inkervingen wel veel van z’n schoonheid kwijt gespeeld.Als je de weg nog verder afloopt, dan kom je bij de Hsinbyume pagode.
37
Deze witgekalkte pagode heeft merkwaardige terrassen : ze zijn omringd door “golvende” muurtjes die de golven van de rivier zouden voorstellen. In het dorp zijn er heel wat kunstgalerietjes waar je toch een aantal mooie aquarellen en/of pen- en houtskooltekeningen kan vinden. Souvenirshops zijn er natuurlijk ook alsook enkele drankstalletjes. De terugvaart naar Mandalay gaat sneller (een kleine 3 kwartier) en van op het water heb je een mooie zonsondergang.
* Restaurant : ’s middags gingen we eten in het Min Min restaurant, een Chinees restaurant gelegen op nr 194 in de 83ste straat. Het eten is er eerder middelmatig en als je er komt moet je vooral eens een blik werpen op de keuken en even naar achter lopen waar het toilet zich bevindt. Gevoelige magen doen dit best voor het eten (voor zover je er dan nog wilt blijven eten). Rijst, zoetzure groenten, gebakken groenten, water en echte cola kostten ons alles te samen 2900 Kt. Het Kipling Café wat we ’s avonds aandeden was qua hygiëne de tegenpool van het Min Min. Het is gelegen in de buurt van de chique hotels zoals het Sedona Hotel en het Mandalay Swan Hotel (South Moat Road – 26ste straat). We kwamen er toevallig terecht na een wandeling langs de omwalling. Gebakken rijst en groenten en twee kleine flesjes water kostten er 4900 Kt. * Aankoop marionet : We kochten een mooie pop bij Soe Moe ; een handel in voorwerpen vervaardigd door etnische minderheden. Er hangen heel mooie poppen en marionetten, allen uniek Het onderhandelen verloopt er heel stroef, maar als je vroeg in de ochtend gaat en de eerste klant bent, dan kan je serieus van de prijs afpingelen (het alomgekende “first costumer – good luck” bijgeloof). De oorspronkelijke vraagprijs was USD65 ; uiteindelijk kwamen we op een prijs van USD20 uit. Blijkbaar zaten we dicht bij de bodemkoers want de handelaar vroeg of we bv ons uurwerk of iets anders (balpennen, ringen, …) konden missen en hem als gift schenken bij het aankoopbedrag. Door iemand die z’n prijzen in dollar stelt, zijn we echter niet te vermurwen…
38
Soe Moe Myanmar Handicraft Workshop & Tribal Art Trading Nr. 496, 84ste straat Mandalay, Myanmar
[email protected]
Donderdag 21/10/04: Dagverloop : Deze morgen gaat het naar Amarapura. We bezoeken er eerst de teakhouten U Bein brug. Het gammele ding heeft wel z’n beste tijd gehad en hier en daar heeft men er al “prachtige” betonnen stukken moeten tussen steken om de zaak overeind te houden. Vroeger liep het gebied rond de brug enkel onder water in het regenseizoen. De brug verbond dan Amarapura met het wat verder gelegen dorp. In het droge seizoen was het gebied vruchtbare weide- en landbouwgrond. Vijf jaar geleden echter besloot de regering om het gebied rond de brug permanent onder water te zetten. Er werd een dam opgeworpen en in het ontstane meer werd er massaal vis uitgezet. Op zich een niet zo slecht idee maar… De machthebbers hebben natuurlijk geld geroken. Om te mogen vissen op het meer dienen de vissers zich een dure vergunning aan te schaffen waardoor de mensen in feite weer totaal afhankelijk worden van de goodwill van de regering. Bovendien is de brug niet voorzien op het permanent geklots van water tegen de peilers. Als je nu over de brug stapt, dan voel je ze weg en weer wiebelen. De dag dat er te veel weg en weer gewiebeld wordt, is het “over and out” met de U Bein brug… Van de brug gaat het naar het Mahagandhayon klooster, één van de grootste kloosters van Birma. Op weg naar het klooster passeren we een soortement markt waar de mensen uit de wijde omgeving hun schenkingen voor de kloosters uit de buurt aanbrengen. Het is er een drukte van jewelste. Het voedsel en de kleding wordt met ganser hopen aangevoerd. Op de muurtjes en onder de bomen rond de markt zitten honderden monniken, de ene al jonger dan de andere, te wachten tot ze kunnen aanschuiven om hun deel van de “buit” in ontvangst te nemen ; precies als aasgieren die rond hun prooi cirkelen. Momenteel verblijven er in het Mahagandhayon klooster 1200 monniken. Op het einde van het regenseizoen is de populatie van de kloosters het grootst : tijdens het regenseizoen is er heel weinig werk op het land en weinig werk betekent weinig inkomsten. Heel wat jongentjes worden door hun ouders naar het klooster gestuurd : ze krijgen er eten, onderwijs en onderdak en dit helemaal gratis. De kloosters vormen dan ook een heel belangrijke schakel in het
39
sociaal opvangnet van het land. Om 10.00 u. is het vandaag etenstijd voor de monniken. Het is bovendien “donationday” : de maaltijd wordt geschonken door een rijke familie en er staat dan al eens iets extra’s op het menu. We kunnen eerst even rond snuisteren in de keuken : in ketels ter grote van een kinderzwembad wordt de rijst met curry klaargestoomd. In de refter zelf brengen de jongste monniken alles in gereedheid voor de maaltijd. Als de gong weerklinkt komen de monniken van overal te voorschijn en gaan ze in volstrekte stilte in twee lange rijen voor de refter staan (groot contrast met het geroezemoes dat opstijgt uit de chaotische bende toeristen die het “spektakel” gade slaan). Onder het toeziend oog van vader abt en de rijke donnatoren schuifelen de monniken voorbij het “buffet” alwaar hun bedelkom gevuld wordt en dan nemen ze rustig plaats in hun sectie in de refter. Eens de laatste monnik binnen, stormen de toeristen de eetzaal eveneens binnen en wordt er in het wilde weg gefotografeerd. De sereniteit van de maaltijd is dan wel helemaal zoek. Een genante vertoning waar wij ons zoveel mogelijk afzijdig proberen van te houden… Vervolgens zetten we koers richting Sagaing. We rijden eerst even door tot net voorbij Sangaing naar de pagode van Kaung Hmu Daw, een halve witte bol die meer weg heeft van een grote koepel op een moskee.
Kaung Hmu Daw pagode
U Ponya pagode
Na het middagmaal doen we de Ponya pagode aan. Gelegen op een heuvel, beslaat dit heiligdom verschillende niveaus. Het is prachtig weer en gloeiend heet. Het is dan ook geen sinecure om op blote voeten de wel zeer warme ondergrond te bewandelen. In het zaaltje waar een dertig tal boeddha’s netjes op een rij zitten, kunnen we onze gekookte tenen even laten afkoelen op de frisse marmeren vloer. We zakken langzamerhand terug af naar Mandalay waar we nog Mandalay Hill aandoen. ’s Avonds gaan we nog even langs bij de bakker en terug op de kamer pakken we alles weer samen want morgen beginnen we met de terugtocht naar Yangon.
40
Praktisch : * toegangsgeld voor Amarapura : Gebruik hetzelfde ticket als voor de bezienswaardigheden in Mandalay * brug van U Bein : Mooi teakhouten bouwwerk, zij het in niet meer echt stabiele staat. De tand des tijds begint serieus te vreten aan de pilaren en de dwarslatten. De brug loopt over een kunstmatig aangelegd meer waar je heel wat visarenden kan zien. Je kan ook een roeibootje huren om over het meer te varen. Zo krijg je een vanuit een andere hoek een mooi zicht op de brug en kan je de vogels en vissers van heel dicht bij aan het werk zien (3000 Kt à 5000 Kt voor drie kwartier + fooi) * Mahagandhayon klooster : Een van de grootste en belangrijkste kloosters van Mandalay en omgeving. Het klooster zelf is niet zo oud (1942) en de gebouwen hebben niet echt een historische waarde. Het gaat hem vooral over de hoeveelheid monniken die je hier kan aantreffen. Het klooster is enorm goed georganiseerd en fungeert eigenlijk een beetje als een OCMW of opvangtehuis. De monniken eten hier, net zo als in alle andere kloosters, 2 maal per dag : om 05.00 u. ’s morgens en tussen 10.00 u. en 10.30 u. (monniken mogen na 12.00 u. niet meer eten). De serene manier waarop dit zou moeten gebeuren, maakt een bezoek aan het klooster de moeite waard. Probeer ruim op tijd te komen, zodat je in alle rust kan ronddwalen tussen de verschillende gebouwen in het klooster. Je kan dan ook zien hoe de refter in gereedheid gebracht wordt en hoe de maaltijd klaargemaakt wordt. Tegen het etensuur echter wordt de rust in het klooster enigszins verstoort door de busladingen toeristen die aangevoerd worden. Van enige sereniteit is er dan al gauw geen sprake meer. Het beste is dan om wat op de achtergrond te blijven zodat de luxetoeristen in alle opdringerigheid de monniken kunnen fotograferen. Eens die uitgekiekt zijn, kan je dan in alle rust en minder opvallend en opdringerig ook nog even de refter binnen glippen. * Kaung Hmu Daw pagode : Gelegen op een 8 tal km buiten Sagaing. Pagode met een niet alledaagse vorm en dat is ook de reden voor het bezoek. * U Ponya pagode : Gelegen op de hoogste heuvel van Sagaing. Strekt zich uit op verschillende niveaus. Nogal kitscherig maar kleurrijk. In deze pagode bevinden zich ook de bronzen beelden van de kikker en het konijn en deze blijken een heel bijzondere betekenis te hebben. Boven op de heuvel heb je een mooi zicht op de stad en de omringende pagodes. Let wel : het is er loeiend heet en schaduw is er een eerder schaars product.
41
* Mandalay Hill : Je gaat met roltrappen naar boven. Je hebt er een mooi uitzicht op de brede omgeving van de rivier. Populair uitzichtpunt voor de zonsondergang. Van op de heuvel zie je ook grote gevangenis van Mandalay goed liggen. * Restaurant : ’s Middags gingen we in Sagaing eten in het Hapy Hotel-Restaurant. Vriendelijke bediening. Rijst, champignons, babymaïs, cola en water voor 3500 Kt. Je kan het restaurant moeilijk missen ; staat al van ver aangeduid.
Vrijdag 22/10/04 : Dagverloop : Vandaag staat weer een lange verbindingsrit op het programma. Om 07.15 u zijn we reeds onderweg. De stad is al volop tot leven gekomen en de monniken zijn al naarstig aan het bedelen. Mandalay is duidelijk dé stad van de monniken. Je ziet ze er met hele hordes. Ze mogen gratis gebruik maken van openbaar vervoer, krijgen heel wat zaken toegestopt door de mensen, … Eens buiten de stad, keert de rust van het platteland al gauw terug. Her en der zien we mensen de voorbereidingen treffen voor het “Full Moon Festival” dat plaats vindt op het einde van de maand. De Myanmarese R&B wordt terug opgezet en de rit lijkt voorspoedig te verlopen, tot – u raadt het al – er opnieuw een onheilspellend geluid van onder de auto vandaan komt. “Niets om ons zorgen over te maken, “ zegt de gids, “het is een steen die wegschiet.” Het zal wel zijn : we zagen duidelijk een stuk dat helemaal niet op een steen lijkt, wegschieten en ja hoor : enkele honderden meter verder staan we weer stil in de graskant… We weten onmiddellijk wat er ons te doen staat en zoeken ijverig de ontbrekende stukken bijeen. We zijn zelfs zo ijverig dat we teveel stukken bij elkaar gezocht hebben. Gelukkig is de lokale smederij niet ver en al gauw krijgt de chauffeur een lift op een brommertje van een vriendelijke bewoner die ons te hulp snelt. We blijven in afwachting, wachten bij de auto waar we algauw de attractie van de namiddag zijn. Kinderen die van school terug komen willen dat koppel witneuzen wel eens van dichter bij bekijken en de volwassenen moeten algauw weten waar we vandaan komen. We spreken onze voorraad balpennen en snoepgoed nog even aan en snel is menige kinderhand gevuld. Een dik uur later is het euvel opnieuw verholpen en kunnen we weer verder. De rest van de rit verloopt zonder verdere problemen (al begint één van de voorbanden nu ook al te lossen) en tegen 18.00 u bereiken we Toungoo, een provinciestad, gelegen op het knooppunt van enkele hoofdwegen en die dienst doet als overnachtingplaats voor iedereen die op weg is van Yangon naar Mandalay of omgekeerd. Ons hotel, Lucky Baby (what’s in a name) situeert zich even buiten de stad, langs de weg naar Yangon. Het is eerder een B&B : er zijn een viertal kamertjes, eenvoudig maar netjes. ’t Is donker en niets meer te beleven. Na het avondmaal, een kom soep, gaan we onder zeil. Buiten plenst de regen met bakken uit de lucht.
42
Zaterdag 23/10/04 : Dagverloop : Onze reis loopt stilaan op z’n laatste benen. Vandaag staat dan ook het bezoek aan het op een na laatste toeristische hoogtepunt op het programma : De “Golden Rock”. Het is echter eerst nog een flink stuk rijden (je passeert oa grote rubberplantages) tot Kinn Pun Camp, het dorp van waaruit de pelgrims hetzij te voet hetzij met de vrachtwagen vertrekken naar de site van de Golden Rock. Tegen 14.00 u. bereiken we het dorp. De wagen wordt gestationeerd op een bewaakte parking. Er gaat enkel een klein dagrugzakje mee naar boven. De rest van de bagage blijft in de wagen. Aan het “camionstation” worden er door de gids kaartjes gekocht voor ons gevieren en dan is het wachten tot we met de vrachtwagen mee kunnen naar boven. Via een slingerend wegje dat enkel door de vrachtwagens mag gebruikt worden, gaat het naar een tweede “kamp”. Van hier uit gaat het dan verder te voet naar de site. Een heel steile weg leidt je – in een dik uur aldus de gids ; wij haspelden het af in drie kwartier – naar boven. Onderweg was men volop bezig met het optimmeren van de marktkraampjes voor het festival. Eens de stevige kuitenbijter bedwongen, kom je boven aan het kantoortje waar het toegangsgeld tot de site moet betaald worden. We dienden er even te wachten want Than, onze gids en de chauffeur hadden duidelijk ons tempo niet kunnen volgen. Een twintig minuten later komen zij ook hijgend en puffend boven en kunnen we verder. We overnachten boven op de top, in het Kyaikhto Hotel. Na de vlugge check-in gaat het naar de eigenlijke site. Het is er behoorlijk druk. De gouden rots is immers van het zelfde kaliber als “ons” Lourdes. Er zijn ook heel wat Thaïse toeristen. De rots zelf is op zich wel een “wonder”. Het is fascinerend hoe dat rotsblok, steunend op een dergelijk klein draagvlak niet naar beneden valt. Er wordt goudpapier geofferd dat het een lieve lust is, zij het enkel door de mannen, want vrouwen mogen niet tot bij de rots komen. Het bladgoud hangt er dan ook centimeters dik op (ruw geschat zo’n 20 à 30 cm dik). Op en rond de site zijn er ook heel wat guesthouses voor pelgrims gebouwd. Aan de andere kant van de site is er een heel “ontspanningscentrum” voor Birmese pelgrims gebouwd : allemaal huisjes waar restaurantjes en winkeltjes onderdak vinden. Buitenlandse toeristen tref je hier echter weinig aan. Eten doen we ’s avonds in het hotel en na de maaltijd dwalen we nog even terug naar de site. De rust is er wat weergekeerd maar her en der zijn families bezig met het organiseren van een
43
gezellige picknick. En de rots zelf staat vrolijk te pronken in de lichtbundels van de nachtverlichting. Praktisch : * Bereiken van de site: Vanuit Kinn Pun Camp kan je op verschillende manieren de top van Kyaik-Hti-Yo, waar de Golden Rock gelegen is bereiken. Voor de sportievelingen kan het te voet in een 4 tal uur via het eeuwenoude pelgrimspad. Wie dit niet ziet zitten kan er naar toe per vrachtwagen tot aan een soort parking ; vanaf daar is het dan nog een uurtje wandelen. Sommige vrachtwagens rijden door tot op de top. In iedere vrachtwagen zijn er 4 plaatsen in de cabine (800 Kt/plaats) en een 30 tal plaatsen in de laadbak (400 Kt/plaats). Wij hadden plaatsjes voorin. In de laadruimte is het letterlijk zitten als “haringen in een ton” en het motto is : er kan nog altijd wel iemand bij. Bovendien is de laadbak niet overdekt. In het regenseizoen is dit dus ook een heel vochtige bedoening. In het droge seizoen een stoffige aangelegenheid. Wie de laatste stuk van de tocht niet per vrachtwagen of te voet wil afleggen, kan nog een draagstoel huren al lijkt ons dit eerder misplaatst… * The Golden Rock : Toegang : USD6 Er leidt een brede, geplaveide wandelweg naar de eigenlijke rots. Bij het begin van de weg kan je je schoenen achter laten. Groot en belangrijk heiligdom. Alles draait echter rond de rots. Enkel mannen mogen bij de rots komen en moeten bovendien zedig gekleed zijn (kniebroek kan, short niet). De rots wordt permanent bewaakt door twee agenten. Mooi zicht op de beboste heuvels. Rechts van de rots vind je de restaurantjes voor mensen die logeren in de guesthouses. Het is de enige plaats op de top waar er ’s avonds iets te beleven valt. De guesthouses zelf zijn in principe niet toegankelijk voor buitenlanders. * Hotel : Kyaikhto-hotel Tot voor kort het enige hotel op de top waar buitenlanders kunnen logeren. Het is een staatshotel maar wordt tegenwoordig privé uitgebaad. Men is er volop aan het renoveren en er worden kamers bijgebouwd. De kamers in het hoofdgebouw (waar wij zaten) zijn rudimentair en aan een broodnodige opfrisbeurt toe. Ze zijn wel redelijk proper. Het eten in het restaurant is goed. Daar het hotel altijd vol is, moet je ruim op voorhand reserveren. Juist voor de controlepost waar het entreegeld dient betaald te worden is er nu een tweede hotel, het Mountain Top Hotel Kyaikhto Hotel Khyaik-Hti-Yo Myanmar Tel. : 0095 1 24 52 85 (reserveringsnummer in Yangon)
44
Zondag 24/10/04 : Dagverloop : Vroeg uit de veren deze morgen. De zonsopgang boven de Golden Rock heet “een schone ervaring” te zijn. Iets voor zes uur zitten we dan ook paraat op het terras van het hotel, fototoestel in de aanslag. Tevergeefs echter : nevel en sluierwolken gooien roet in het eten. Na het ontbijt lopen we terug naar beneden (en dit gaat een heel stuk vlotter). Het is even wachten vooraleer we een truck te pakken krijgen maar een weinig later staan we dan toch weer bij onze auto op de parking. Wanneer de banden terug bij gepompt zijn kunnen we vertrekken richting Bago dat we net voor de middag bereiken. We bezoeken er achtereenvolgens de Shwemawdaw pagode, de Shwethalyuang pagode en de Kyaik Pun pagode. Wanneer we onze laatste pagode-sight-seeing achter de kiezen hebben, gaat het in één ruk door naar Yangon. Vooraleer naar het hotel te gaan, houden we nog uitgebreid halt in de grote overdekte markt van Bogyoke of Scott Market waar we op souvenirjacht gaan. Overnachten doen we opnieuw in het Eastern Hotel. Praktisch : *toegansgeld voor Bago : De inkom bedraagt USD10. Met de toegangskaart kan je alle monumenten in de stad bezoeken. * Shwemawdaw pagode : Grootste en hoogste pagode van de stad (114 m hoog). Heeft de allures van een kathedraal bij ons. De grote stoepa wordt momenteel herbelegd met bladgoud. Hiervoor heeft men een enorme stelling in bamboe aangebracht. * Shwethalyuang pagode: In deze pagode kan je de mooiste liggende boeddha van Myanmar bewonderen. * Kyaik Pun pagode : Deze pagode is even buiten de stad op de weg naar Yangon gelegen. Hier geen klassieke pagode met stoepa. Hier vind je vier verschillende boeddhabeelden die met de rug naar elkaar toe zitten. Er hangt een mooie legende aan vast die je kan terug vinden in de reisgidsen. * Bogyoke/Scott Market : Grootste en overdekte markt van Yangon gelegen aan de Bogyoke Aung San Street, op een klein half uurtje stappen van de Sule-pagode. Je kan deze markt het best vergelijken met onze shoppingcentra, maar dan op z’n Myanmars. Je vindt er heel wat kleding, gebruiksvoorwerpen, sierraden, souvenirs, … Prijzen zijn redelijk vast : je krijgt er max. 10 à 20 % af.
45
Elke dag geopend tot ong. 18.00 u. * Restaurant : ’s middags aten we in Bago in het Kyaw Swa restaurant, gelegen langs de Main Road. Behoorlijke Chinese keuken. Gebakken noodles en groenten + cola voor 2000 Kt ’s avonds ging het in Yangon naar het Nan Yu Restaurant. Een rustig en net Chinees restaurant ; een van de beste van de stad. We aten er heel lekkere sweet en sour (met verse ananas) die ons, met rijst, cola en water erbij 2600 Kt kostte voor 2. Nan Yu Restaurant Pansodan Street 81 (straat aan de achterkant van het Hooggerechtshof op 10 wandelen van de Sule-pagode)
Maandag 25/10/04 : Dagverloop : We hebben nog de voormiddag vrij om even de stad in te trekken. Pas om 14.30 u. worden we opgepikt om naar de luchthaven te vertrekken. De hotelkamer mochten we houden tot aan ons vertrek zodat we nog kunnen douchen vooraleer af te reizen. We passeren eerst nog eens langs de haven en de Botataung pagode om er nog enkele kiekjes te schieten. Twee weken geleden was het weer immers niet echt je dat, maar nu schijnt de zon volop. We slenteren verder langs de Strand Road en wanneer we een zijstraat inslaan om zo via de Merchant Street naar de 25ste straat te wandelen alwaar we een Joodse synagoge willen bezoeken, blijkt de weg plots geblokkeerd te zijn. We zien al vlug waarom : wat verder in de straat ligt een Amerikaanse bunker, de ambassade van de USA dus. We moeten even zoeken naar de synagoge maar vinden ze dan toch, verscholen tussen de andere huizen en achter een klein hekken. Yangon telt nog amper een handvol Joden maar ze slagen er alsnog in om hun gebedshuis in ere te houden. Hun begraafplaats mochten ze echter niet behouden van de regering en deze is nu verboden terrein. Alras komen we in de Chinese buurt en kunnen er de drukke handel gade slaan. Er zijn ook nog een aantal overdekte marktjes. Toevallig ontdekten we ook nog een nieuw fastfood restaurant : een soort Mc Donalds die ze Wonderful, Fast Food and Bakery genoemd hebben (Shwebonthastreet). ’s Middags gaan we nog even langs in het Nan Yu restaurant en al gauw is het tijd om naar de luchthaven te vertrekken. Precies op het afgesproken uur komen Than en onze chauffeur ons ophalen. De rit naar de luchthaven verloopt voorspoedig. Het afscheid is hartelijk. Inchecken op de luchthaven van Yangon is nog een ambachtelijke bezigheid en gebeurt volledig computerloos. Met enige argwaan bekijken we hoe de bagagelabels handmatig ingevuld worden. De streepjescode hoeven ze gelukkig niet meer handmatig in te kleuren. De valiezen zelf worden nog op een oude Engelse bascuul gewogen. Transit en taxfreezone zijn al helemaal een lachertje en er is welgeteld één gate. Wanneer een vlucht klaar is om in te schepen, komen een aantal hostesses de vertrekruimte binnengewandeld en er wordt gewoon afgeroepen wie er mag vertrekken. Life is simple… Zowel de vlucht naar Singapore als die naar Frankfurt en Brussel verlopen voorspoedig en de volgende morgen staan we om 10.00 u. gezond en wel terug op Belgische grond.
46
Het einde van een prachtige reis… Praktisch : * Vertrek vanuit de luchthaven van Yangon : Departure tax : 10 USD Voorbij de douanecontrole heb je een aantal taxfree winkeltjes. Deze stellen echter niet veel voor en eens voorbij de metaaldetector heb je enkel nog een ruimte met stoeltjes waar je wacht tot de vlucht vertrekt. Je kan dan enkel nog naar het restaurant boven in de vertrekhall waar alles in dollar betaald dient te worden. Birmees geld dat je over hebt kan je niet opnieuw omwisselen. Opsouperen voor de douanecontrole is de boodschap.
Kris en Anje Vandamme-Dhondt 01/12/04
47