Ooit gedroomd van een nacht in de woestijn, van Arabische souks en forten, van palmenoases en ongerepte stranden, allemaal in één reis bestemming? Fotograaf en journalist Linda van de Pavoordt ging voor Living naar Oman.
“Daar! Nóg een!” We liggen op onze rug op een zandduin in de donkere woestijn en tellen vallende sterren. Er zijn van die momenten in je leven waarop alles samenvalt en je onmetelijk gelukkig bent. Dit is er zo één. In de woestijn in Oman, tientallen kilometers van het dichtstbijzijnde dorpje. Geen telefoon, geen internet. Alleen wij en de sterren. En een lekker bed en eigen douche in het desert camp een paar kilometer verderop. Een béétje comfort, hoe simpel ook, is natuurlijk wel zo fijn. De rit per fourwheeldrive hiernaartoe was een fantastische ervaring. We zaten niet zelf achter het stuur, want in de woestijn is een goede chauffeur annex gids onontbeerlijk. In het laatste dorpje vóór Wahiba Sands werd lucht uit de banden gelaten, een manier om meer grip te krijgen op het losse zand. Het asfalt ging over in een zandweg en niet veel later volgden we de piste – een route door de woestijn – richting het zuiden, naar het nog onzichtbare 1000 Nights Desertcamp. Terwijl de zon langzaam zakte en de normaal gesproken geeloranje zandduinen van kleur verschoten naar prachtig rood, draaide ik het raampje open en voelde de warme woestijnwind in mijn gezicht. We kwamen een keer muurvast te zitten in het rulle zand van een duin, maar gelukkig is er één regel in de woestijn: je helpt elkaar. Dus werden we door een andere fourwheeldrive weer los getrokken.
Kussens op de grond
1001 sterrennachten De sprookjesschoonheid van Oman 34
Dat was eerder vandaag. Voor nu besluiten we dat we genoeg vallende sterren hebben gezien en gaan terug naar het desert camp. Middenin het niets staat een klein kampement met tenten in de stijl van de bedoeïnen, het rondtrekkende woestijnvolk dat heel Noord-Afrika tot zijn woongebied rekent. De tenten zijn eenvoudig, maar bieden bescherming tegen het zand dat rondvliegt zodra er een beetje wind opsteekt. Bovendien slaap je in bedden en is er een grote, open ruimte, waar we eten op de Arabische manier: zittend op kussens op de grond, aan een lage tafel. Er is geen elektriciteit en het hele kamp is na zonsondergang sprookjesachtig verlicht met brandende lantaarns. Elke tent heeft een eigen openluchtbadkamer, een omsloten gebouwtje met douche, toilet, wastafel en spiegel, maar dan zonder dak. Als ik voor het slapen gaan nog even het zand van me afspoel onder de douche, kan ik me er niet van weerhouden om keer op keer naar boven te kijken.
Neus-begroeting Oman grenst aan Saudi-Arabië en Jemen en wordt in het noorden door de Golf van Oman gescheiden van Iran en in het westen door de Arabische Zee van India. De kustlijn is immens lang, zo’n 1700 kilometer, met veel rotsachtige stukken, afgewisseld door kustdorpjes en stranden. “Omani-vrouwen zijn erg intelligent”, vertelt Faisal ondertussen, een Omani die als gids werkt. “Wisten jullie dat dit jaar meer dan vijftig procent van de studenten aan de universiteit van Muscat vrouw is?” Dat wisten we niet, we willen meer. We zijn hongerig naar informatie over dit land dat tot een kleine veertig jaar geleden potdicht zat voor buitenlanders. Waarom begroette Faisal bijvoorbeeld een oude kennis door zijn neus drie keer tegen die van de 35
Prachtige henna-handen schildert ze, deze bedoeïnenvrouw. Ze verwelkomt gasten in haar eigen huis, een traditionele nomadentent in Wahiba Sands.
Als de sterren plaats hebben gemaakt voor de warme ochtendzon is het tijd voor kopje thee - of liever eerst een douche in je eigen openluchtbadkamer? 36
37
Loungen deden ze hier al voordat het woord in het Westen werd uitgevonden: even relaxen voordat het ontbijt wordt geserveerd in het 1000 Nights Desert Camp.
Sultan Quaboos Moskee Eigenlijk mag je als niet-moslim niet naar binnen in een moskee, maar Sultan Quaboos maakt een uitzondering met de Grote Moskee in Muscat, die tussen 1995 en 2001 speciaal op zijn verzoek werd gebouwd. Hier mag op gezette tijden iedereen een kijkje nemen (mits decent gekleed: geheel bedekte benen en armen en voor de vrouwen: bedekt haar), terwijl de moskee op andere tijden wel dienst doet als gebedshuis. Prachtige architectuur met veel symboliek.
Ssst! Oman staat ook wel bekend als de schildpadden-kraamkamer van de Indische Oceaan, er worden nergens zoveel zeeschildpadden verwekt als hier. Vlakbij het plaatsje Ras al-Hadd aan de noordoostkust van Oman, kun je onder begeleiding ’s nachts kijken hoe de schildpadden aan land komen om eieren te leggen, miljoenen per seizoen. Dat lijkt veel, maar van elke 10.000 eieren komen er maar één of twee uit. 38
ander te drukken? Het leek een beetje op de Eskimo-kus. Faisal lacht: “We raken elkaar drie keer met de neus aan als we elkaar lang niet hebben gezien en één keer als we elkaar regelmatig tegen komen.” De westerse variant van de kus op de wang dus, hoewel ze die hier ook hebben: twee of vier, afhankelijk van de regio en hoelang je elkaar niet hebt gezien. Faisal: “De neusbegroeting wordt vooral in de woestijn gebruikt door de bedoeïnen, maar ook in de regio rond de stad Sur. Het gebeurt niet in het dorp waar ik ben opgegroeid en ook niet in Muscat, waar ik nu werk. Maar ik pas me altijd aan en heb respect voor de lokale gewoonten.” Dat de meeste Omani zo denken, blijkt uit het feit dat veel verschillende volkeren, religies en culturen vreedzaam samenleven in Oman. Het is een smeltkroes van Arabische, Afrikaanse en Aziatische invloeden. Ook tegenover westerlingen zijn de Omani tolerant, hoewel wel wordt verwacht dat iedereen zich ‘decent’ kleedt: bedekte knieën en schouders (liever bedekte benen en lange mouwen) en voor de vrouwen geen strakke kleding.
Visionaire sultan Alle Omani die we tegenkomen, zijn lyrisch over hun sultan, Quaboos Bin Said. Hij nam in 1970 de macht over van zijn vader, een traditionele man die elke vooruitgang en verandering in Oman tegenhield. Zodra de huidige sultan op de troon zat, begon hij met het moderniseren van zijn land. Hij vroeg alle Omani die gevlucht waren terug te komen. Velen gaven na verloop van tijd gehoor aan zijn oproep en kwamen terug uit Tanzania, Kenia, India of naar welk land ter wereld ze ook waren afgereisd. Vandaar de mengelmoes aan talen en culturen in het huidige Oman. Zo spreekt gids Faisal behalve Arabisch en Engels ook Swahili, de taal die op het Tanzaniaanse eiland Zanzibar wordt gesproken, waar zijn ouders woonden. Quaboos hield woord en liet wegen aanleggen, scholen bouwen (iedereen kan tot 18 jaar gratis naar school, hoewel dit niet verplicht is) en richtte ziekenhuizen op. Veel dorpen werden aangesloten op elektriciteit en water en de poorten van het land gingen open voor westerlingen. “Hoeveel belasting betalen jullie?” vragen we Faisal. Hij antwoordt: “Tussen de vijf en tien procent,” en lacht om onze reactie. “Maar hoe worden al die ontwikkelingen dan gefinancierd?” Het antwoord is kort: “Olie.” Natuurlijk, Oman is een oliestaat. Hoewel de voorraden niet onuitputtelijk zijn, leveren ze momenteel veel geld op. De sultan stopt een groot deel van dit geld in de ontwikkeling van het land, wat hem onmetelijk populair maakt. Hoewel hij soms rigoureus te werk gaat – als Quaboos bedenkt dat hij ergens een weg wil hebben, staan de landmeters de volgende dag al ter plekke, en dit is niet bij wijze van spreken – heeft hij ook echt een visie voor de langere termijn. De olie zal ooit opraken, maar een nieuwe bron van inkomsten voor zijn land en volk heeft Quaboos al op het oog: het toerisme. Wel kleinschalig en voor reizigers die echt zijn geïnteresseerd in de cultuur, de natuur en de tradities van Oman. Een tweede Dubai, met hoogbouw en veel opzichtigheid, wil Oman niet worden. 39
Terwijl de zandduinen in de avondzon verschieten naar rood, draai ik het raampje open en voel ik de warme woestijnwind in mijn gezicht 40
41
Liefhebbers van gestileerde Arabische architectuur kijken hun ogen uit in Muscat, bijvoorbeeld hier, rond Al Alam, het officiële paleis van de sultan, en natuurlijk in de Grote Sultan Quaboos Moskee.
Het geheim van de oase Wadi Bani Awf, Wadi Bani Kalid, Wadi Tiwi: toen we voor vertrek de kaart van Oman bekeken en de reisroute volgden met onze wijsvinger, klonken deze namen ons exotisch in de oren. Wat een ‘wadi’ precies was? Een drooggevallen rivierbedding, volgens de reisgids. Wat dat inhoudt, ontdekken we als we per fourwheeldrive Wadi Tiwi binnenrijden. Tussen rotsachtige bergen die zo droog en onvruchtbaar zijn dat er geen boom groeit, slingert door het dal een strook grond die op een oase lijkt, met palmbomen en ander weelderig groen. De oorzaak: een smal stroompje water, dat kan aanzwellen na heftige regenval of soms juist helemaal droogvalt. Langs de meeste wadi’s zijn wel wat huizen te vinden, het is een prettige plek om te wonen in dit droge landschap. Een schoolbusje vóór ons stopt en er rolt een groepje uitgelaten schooljongens uit. Ze zijn gebracht zover de weg het toeliet, maar nu moeten de jongens, met de dish-dash opgetrokken tot net onder de knieën, te voet verder, want de route wordt onderbroken door water. Ook onze fourwheeldrive worstelt zich over de grote rotsblokken in de rivierbedding. Verderop komen we een groep kinderen tegen. Ze zijn nog jong, niet ouder dan een jaar of twaalf, en ze roosteren lamsspiesjes op een open houtvuur. ‘Niet met vuur spelen’ hoort hier blijkbaar niet tot de waarschuwingen van volwassenen. Gul bieden ze ons een spies aan. We twijfelen of onze westerse magen dit aankunnen en bedanken. Op onze beurt bieden we hen kauwgum aan, dat ze nieuwsgierig maar op hun hoede bekijken en tenslotte, net zo vriendelijk als wij zonet, afslaan.
Picknicken onder een palmboom In sommige wadi’s staat zoveel water dat je erin kunt zwemmen. Zoals in Wadi Bani Khalid, een spectaculaire, diepe bedding tussen onmetelijk hoge rotsen. Het is een geliefde plek om te picknicken. In de winter is het in Oman al gauw dertig graden en in de zomer kan de temperatuur oplopen tot wel zo’n vijftig graden. Zwemmen in het koele water van de wadi en opdrogen in de schaduw van een palmboom is een geweldige manier om het weekend door te brengen, daar zijn bezoekende reizigers én Omani het over eens. Hier kun je binnen korte afstand een westerse vrouw in bikini zien zwemmen en een Omani vrouw in een lang gewaad gracieus zien baden. Overigens valt het weekend in het Islamitsche Oman op donderdag en vrijdag, in plaats van zaterdag en zondag. En vrijdag is ook de dag voor de wekelijkse geitenmarkt in Nizwa, een mooie stad in het binnenland. De plek waar de markt plaatsvindt is net een toneel en we ontkomen niet aan de gedachte dat het voor veel Omani een uitje is, dé gelegenheid om vrienden en bekenden te ontmoeten en te genieten van het wekelijkse spektakel. Verkopers en potentiële kopers in hun witte gewaden vormen een binnen- en een buitenring. Daartussen ontstaat een cirkelvormig toneel, waar ingehuurde ‘makelaars’ goed verzorgde geiten en koeien rondleiden en luidkeels aanprijzen. Ik versta er niets van, maar kan me voorstellen dat het ongeveer zo gaat: “Beste mensen, dit is een heel goede geit! Kijk eens naar die vacht! Glanzend en gezond! En die uiers, die geven gegarandeerd goede melk! Wie biedt!” Er wordt onderhandeld, geboden en gelachen. Het is duidelijk dat we middenin een eeuwenoud ritueel zijn beland. 42
Op weg naar het privéstrand van The Chedi.
To see & do • souk in Muscat (in de wijk Mutrah) • forten als Jabrin en het Nizwa-fort • de stad Nizwa • overnachten in de woestijn • dolfijnen spotten bij Muscat
Voor duikers De ultieme belevenis voor duikers in Oman is the Bimmah Sink Hole, een krater in de krijtrotsen met hemelsblauw water, op zo’n halve kilometer uit de kust, halverwege tussen Muscat en Sur. Ondergronds staat de krater in verbinding met de Arabische Zee. Ervaren duikers zwemmen graag van de krater naar zee of terug. Bij Muscat ligt het Omani Dive Center, een leuke verblijfplaats (ook voor niet-duikers), met eenvoudige hutjes van palmbladeren aan een mooie baai met een zandstrand.
Designhotel Designhotels kent Oman vrijwel niet, maar de Omaanse editie van the Chedi in de buurt van hoofdstad Muscat vormt een prettige uitzondering. De witte gebouwen steken prachtig af tegen de blauwe lucht en strak design is gecombineerd met Arabische architectuur. 43
Een verrassing van de natuur: the Bimmah sinkhole, een krater in het Omaanse landschap gevuld met koel, smaragdgroen water. Duikers zwemmen graag via een ondergrondse gang naar zee, maar pootje baden kan natuurlijk ook.
De hand van Fatima geeft de drager geluk.
44
45
Op blote voeten in Designhotel The Chedi.
Bergen en valleien
Duurste parfum
Op een van onze laatste dagen in Oman gaan we de stad uit en bezoeken we Jebel Akhdar (letterlijk: de Groene Berg), een van de hoogste gebergten van Oman. De temperatuur, die eerder die dag nog ver boven de dertig graden lag, zakt bijna tien graden en er staat een koel briesje. hier wordt terrasbouw toegepast, een beetje zoals de sawa’s in Indonesië. Tegen de kale hellingen liggen groene terrassen waar met veel wilskracht rozen, druiven en abrikozen worden gekweekt. We staan hoog op een bergtop en nemen de bijzondere omgeving in ons op als juist op dat moment de muezzin begint. In heel Oman komt er geen tape aan te pas, je hoort de muezzin altijd in hoogsteigen persoon. Zijn oproep voor het gebed schalt door de vallei en wordt door de wind naar alle uithoeken geblazen – en dus ook naar ons. Sprookjesachtig mooi is dit - en een prachtig beeld om onze reis mee af te sluiten: de aangename bries, het uitzicht met in de verte verdwijnende bergtoppen in verschillende gradaties grijs en het exotische geluid van de muezzin die de vallei vult. o
In opdracht van sultan Quaboos ontwikkelde de beroemde Franse neus Guy Robert (die onder andere ook Dioressence creëerde) het duurste parfum ter wereld: Amouage, een zware geur met onder meer rozen, jasmijn, patchouli, sandelhout, perzik en muskus. Het is te vinden in goede parfumerieën en voor souvenirjagers is er natuurlijk imitatieAmouage te koop in de souk.
Souvenirs uit Oman • dunne omslagdoek
Ook naar Oman? Kijk op www.livingtravel.nl of kijk op pagina 138 van de Living Gids voor meer informatie over de Living-reisaanbieding. Kijk voor alle adressen op pagina 140. 46
• zilveren sieraden • een kanhjar (een replica van de zilveren dolk die mannen dragen) • flesje Amouage-parfum 47
Fotografie en Tekst: Linda van de Pavoordt. M.m.v. www.martinair.nl en www.visitoman.nl.
Zilver en parfum in de souk “Come in, take a look.” De verkopers van de souk in Mutrah, een wijk in Muscat, spreken Engels om hun koopwaar aan de man te brengen. De Indiërs doen dat met net iets meer overgave dan de Omani zelf, maar het is een vriendelijk gebeuren. Een glimlach en een grapje zijn vaak genoeg om het geroep te doen stoppen. Het is een spel, net als het onderhandelen over de prijzen, mocht je geïnteresseerd zijn in de zilveren sieraden, pashmina’s of parfums die overal worden verkocht. Het zijn ideale souvenirs en cadeautjes voor thuis. Muscat ligt aan zee en is de hoofdstad van Oman. Het is een uitgestrekte stad, met veel verschillende wijken: van ambassadewijken tot zakendistricten, van woonwijken tot het deel met een van de paleizen van sultan Quaboos en de verschillende haventjes met plezierjachten, waarmee je boottochtjes of duik- en snorkelexcursies kunt maken. Ga je ’s ochtends vroeg, dan is de kans groot dat je dolfijnen ziet. Het middelpunt van de stad is de Sultan Quaboos-haven, waar een boulevard omheen ligt. Vlakbij de ingang van de souk, in de buurt van het water, kun je een paar terrasjes en eethuisjes vinden, met namen als ‘Food Stuff’. De uithangborden in Oman hebben onder hun Arabische tekst bijna altijd een Engelse vertaling. Die zijn heel expliciet, er bestaat geen misverstand over welke producten hier worden verkocht of welke diensten verleend: ‘Winkel voor de Verkoop van Gordijnen, Tapijten en Lampen’, ‘De Voorzichtige Kapper’ of ‘Het Creatieve Telecom Centrum’.