Eindtijd (II). Preek over Lucas 21 Als je op vakantie oude gebouwen bezoekt, kan je dat op twee manieren doen. Je kunt gebouwen bezoeken die er nog staan. Zoals in Amsterdam [dia 1 - het gerenoveerde Rijksmuseum], Parijs [dia 2 - het Louvre] of New York [dia 3 – vrijheidsbeeld]. Maar je kunt je ook vergapen aan vergane glorie. Dan ga je misschien naar Athene [dia 4 - de Acropolis] of naar de ruïnes van een stad die helemaal niet meer bestaat [dia 5 - Efese]. In beide gevallen gaat er een wereld schuil achter wat je zien, van macht, status, geschiedenis, geloof. [dia 6] De leerlingen van Jezus, meest Galileeërs – ook een soort toeristen dus in Jeruzalem, vergapen zich aan de prachtige tempel in en van Jeruzalem, versierd met stenen en geschenken. Die tempel stond voor alles dat te maken had met macht, geschiedenis en geloof in Israël. Maar Jezus voorspelt dat het niet lang meer zal duren of de tempel zal er zo uitzien [dia 7]. En zo is het tot op de dag van vandaag. Het gebied wordt niet voor niets wel de meest omstreden vierkante kilometer ter wereld genoemd. Het draagt de littekens van de ene verwoesting na de andere. Kan je je voorstellen hoe deze voorspelling in de oren van gelovige joden in de tijd van Jezus moet hebben geklonken? Het moet gevoeld hebben als het verschil tussen een bezoek aan New York mét en zonder Twin Towers. Tussen een monument en een gebouw in bedrijf. Maar dan nog heftiger want de tempel stond voor jaren en jaren relatie tussen God en zijn verbondsvolk Israël. Maar stel je nu eens voor hoe dit moet zijn geweest voor de eerste leden van de kerk in Jeruzalem. Ik neem jullie mee, terug in de tijd. Naar zeg, ergens in de jaren 60 na Christus. Voor de verwoesting van de tweede tempel dus [dia 8]. We bevinden ons een jaar of dertig na de opstanding van Jezus. De tempel staat nog midden in de stad. Het in dé trots van Jeruzalem. Inmiddels echt bijna af. De leerlingen van Jezus komen daar nog steeds dagelijks bij elkaar. Om te bidden en God te prijzen. Ze breken bij elkaar thuis het brood en zorgen voor elkaar. Ze herinneren elkaar aan de woorden van Jezus: er komt een dag waarop er van deze prachtige tempel geen steen meer op de ander zou staan. Zou Jezus dat echt letterlijk zo bedoeld hebben?
Belangrijke gebeurtenissen kwamen en gingen. Zoals die keer bijvoorbeeld, toen de keizer een beeld van zichzelf in de tempel wilde zetten. Gelukkig ging het plan niet door. Gaius, de keizer om wie het ging, stierf. Daarna kwam Agrippa aan de macht, een jood. Dat leek beter, maar ook hij ging vroeg dood. In 54 kwam keizer Nero aan de macht. Na zijn zelfmoord in 68 volgden vier keizers elkaar in hoog tempo op. De volgelingen van Jezus keken het gelaten aan. Jezus had al gewaarschuwd: er zullen mensen komen die zeggen: ‘Ik ben het!’ of: ‘de tijd is gekomen!’ (8). Maar volg hen niet. Maar toch. Het leven ging door en dertig jaar is lang. Er werden huwelijken gesloten, er werd gekocht, verkocht, verbouwd. Er waren mooie, en indrukwekkende dingen gebeurd. Zoals met de fanatieke farizeeër Paulus, die zo ineens tot bekering kwam. Maar dat was alweer een tijd geleden. Petrus was ook al jaren niet gezien. Jakobus werd oud. Af en toe hoorden ze verhalen over de reizen van Petrus en Paulus en anderen – maar wat te denken van het nieuws dat ook heidenen werden toegelaten tot de jonge kerk zonder besneden te worden of verplicht de wet te moeten onderhouden? Anderen in Jeruzalem spotten er maar mee. Waar is jullie Messias? Hij had toch beloofd om terug te komen? Duurt wel lang, vinden jullie niet? Het enige dat restte voor de leden van de kerk van Jeruzalem bidden, het brood breken. En elkaar herinneren aan de woorden van Jezus. [dia 10 – leeg scherm] Denk nu ‘ns even terug aan hoe je vanochtend naar de kerk kwam. Als enige misschien uit de straat waar je woont in Hoofddorp, Nieuw Vennep, of ergens anders. Nu zal het (misschien) met de spot wel meevallen, maar de meeste mensen hebben toch andere dingen te doen. Anders dan bidden, zingen, luisteren. De dagen dat iedereen opging naar Jeruzalem zijn voorbij. De kerk is onzichtbaar geworden, onopvallend. Mensen lachen om christenen die het einde van de wereld voorspellen. Als het al over God gaat, zijn er meer vragen dan antwoorden. Als God bestaat, waarom ie het dan zo’n zooitje in de wereld? Het leven nu verschilt niet zoveel van dat van de eerste gelovigen. De kerk bidt nog steeds: Maranata. Intussen herinneren we elkaar aan dezelfde woorden van Jezus: verslap niet. Blijf waakzaam. Let op. Hoofdstuk 21 gaat over de tekenen die voorafgaan aan de komst van de Mensenzoon. Ze dagen ons uit om alert te blijven en om elkaar aan te moedigen het vol te houden tot de dag komt dat de Mensenzoon verschijnt. Op de wolken.
Er komen leiders die zeggen dat ze dé Messias zijn. Er komen oorlogen en opstanden, aardbevingen, hongersnood en epidemieën. En inderdaad, die dingen gebeuren nog elke dag, jaar in jaar uit. Soms heel letterlijk zoals in de tijd van Gaïus, Nero en Hitler, die zei dat hij de Führer was. Er zijn cholera uitbraken, revoluties, tsunami’s. [dia 11 - titel] Uit Lucas 21 leren we dat het tekenen zijn van de eindtijd, voorbodes van de komst van de Mensenzoon. Het zijn tekenen, bewijzen van de instabiliteit van de koninkrijken van deze wereld en de eindigheid van haar reserves. Het houdt een keer op. Het gaat niet voor eeuwig zo door, wat de mensen ook zeggen, zegt Jezus. Er komt een einde aan. Dat is niet alleen een voorspelling maar het zijn woorden waar we, net als de gelovigen in Jeruzalem nog steeds wat mee kunnen. [dia 11.1]Het is allereerst een uitdaging om de gebeurtenissen waar Jezus over spreekt, als je ze hoort of ziet ook zó te zien en te duiden. Als tekenen van de eindtijd, de tijd die voorafgaat aan de dag waarop Jezus terugkomt. [dia 11.2] Het betekent óók: wees niet naïef, laat je niet misleiden (vs. 8). ‘Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde.’ (9). Jezus zegt in vers 19: ‘Red je leven door standvastigheid!’ Geloven betekent dat je getest, aangevochten wordt. Juist in je geloof. Dat was toen zo en dat is nóg zo. Sterker nog: Jezus zegt dat in de dingen die komen zullen het juist de gelovigen zijn die het het meest moeilijk hebben: ‘jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn Naam’ (17). Hoe komt dat? Wat maakt dat geloven moeilijk is? Het komt omdat christenen als het erop aankomt weduwen zijn.1 Vreemdelingen op aarde. Mensen die hier wel een huis hebben, maar geen thuis. Het zijn mensen die, om met Paulus te spreken, op de een of andere manier getrouwd zijn, maar zonder dat dit hen in beslag neemt; verdriet hebben zonder dat zij erdoor worden beheerst; blij zijn zonder erin op te gaan; bezit verwerven alsof het niet hun eigendom is (1 Kor. 7:29-31). Als je er zo in staat dan is het niet leuk maar wel logisch dat je in tijden van crises klem komt te zitten tussen de machten. In de tijd van Jezus tussen de machtspolitiek van de Romeinen tégen de tempel en die van de Joodse leiders vanuit de tempel. In oorlog: tussen voor- en tegenstanders van een dictatoriaal regime (Syrië). In de samenleving en de politiek kan je als christen klem komen tussen recht en links. Tussen orthodox en liberaal. Als het erop aankomt heb je hier geen rechten.
1
Lucas 18-1-8.
Daar maak je gebruik van maar je verwacht er niet alles van. Je bent burger van een hemels koninkrijk. Een ander voorbeeld: als je getrouwd bent met iemand die niet (meer) gelooft, tussen de liefde voor je partner en die voor je HEER. Of als je kinderen hebt die anders kiezen. Jezus zegt: Mij volgen brengt scheiding. Tussen ouders en kinderen, broers en zussen, vrienden. Het is je familie, het zijn je vrienden maar er komen momenten dat duidelijk wordt dat de relatie met Jezus belangrijker is. Wat moet je hier nu mee? [dia 11.3] Nou, de derde les is dat Jezus wil in ieder geval dat je getuigt. Vers 13: ‘Dan zullen jullie moeten getuigen.’ Kom er dus maar voor uit. Of dat nu is in oorlogen of in grote verdrukkingen, of gewoon op school of op je werk. Of in de politiek. Niet alleen voor rechten en regelingen. Dat soms ook. Maar vooral voor Gods eer en het evangelie van de komst van de Mensenzoon. Dat is het proces dat iedereen in de wereld uiteindelijk aangaat. Daar moet iedereen van weten. Wat ze ermee doen is hun eigen verantwoordelijkheid. Getuigen die van ons. Getuigen, als we de woorden van Jezus serieus nemen, gebeurt nog niet eens op die momenten die je zelf echt opzoekt. Getuigen doe je ter verdediging, als anderen je ter verantwoording roepen en vragen gaan stellen. Doordat ze zien dat je andere prioriteiten hebt. Dit zijn drie lessen die Jezus jou leert voor het leven als christen in de dagen die voorafgaan aan de komst van de Mensenzoon. [dia 12] Daaraan voegt Hij minstens twee beloften toe: als je geroepen wordt om te getuigen zal je wijsheid van boven krijgen (15) en: geen haar van je hoofd zal verloren gaan (18). Terug naar Jeruzalem. [dia 13 – leeg scherm] De eerste gelovigen zagen een prachtige tempel. Wat zien we nu? Een moskee, ruïnes, klaagmuur. Van de tempel zelf staat geen één steen meer op de andere. Wat denk je, als je langs ruïnes loopt? Ik hoop ook aan Lucas 21 vanaf vers 20. Het is een profetie is die nog tijdens het leven van de eerste leerlingen is uitgekomen. De verwoesting van de tempel is de straf voor de miskenning van Jezus als koning van het koninkrijk van God (22). Ten tijde van de verwoesting van Jeruzalem moesten de volgelingen van Jezus de stad ontvluchten, de bergen intrekken en niet meer van het
land naar de stad gaan. Dat betekent: blijf niet loyaal aan Jeruzalem, haar leiders en de tempel. Jeruzalem wordt Babylon.2 Zo ligt Jeruzalem er bij tot op de dag van vandaag. Als een herinnering aan Gods oordeel terwijl gelovigen in de verstrooiing wachten op het nieuwe Jeruzalem, dat zal neerdalen bij God vandaan (Openbaringen 21). De verwoesting van Jeruzalem is een goed voorbeeld van hoe gelovigen altijd de tekenen hebben moeten duiden. Verwoesting is nooit zomaar een ramp. Ze zijn voortekenen van de komst van de Mensenzoon zien komen op de wolken. Als Hij Gods lam, zijn offer, priester en koning is dan kan er niet nóg een tempel zijn op aarde. Maar er zijn andere tekenen die door gelovigen zijn waargenomen. Aan de zon (verduisteringen), maan, sterren en de zee. Waarschijnlijk staan ze voor het komen en gaan van koninkrijken, heersers en machthebbers.3 Zoals ook de drie koningen op het teken van een ster naar Bethlehem kwamen omdat ze hadden gezien dat daar een koning geboren was. Zo heb je een beetje een beeld van de manier waarop de eerste gelovigen de tekenen van hun tijd duidden. Hoe zit dat met ons, zo’n 2000 jaar later? Niet veel anders. Petrus zal later schrijven, toen al bleek dat de komst van Jezus als Mensenzoon langer duurde dan verwacht: ‘Vergeet vooral niet dat er aan het einde van de tijd (de eindtijd) spotters zullen komen, die hun eigen begeerte volgen en smalend vragen: ‘Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie voor ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is. […] Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.
2
Toen Gods oordeel haar trof, moesten de Israëlieten ook haar ontvluchten (Jes. 48:20; Jer. 50:8 en 51:6,45). Dat dit nu van Jeruzalem wordt gezegd vonden de meeste joden onvoorstelbaar, vgl. de gelijkenis van de wijngaard en de wijnbouwers (Lucas 20, v/a vers 9), m.n. de reactie van de hoorders: ‘Dat nooit!’ (vers 16, slot). 3
Zoals in 68 na Christus, toen na de zelfmoord van Nero vier keizers elkaar in rap tempo opvolgden – elk aan het hoofd van een leger.
[…] Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door hem te worden aangetroffen. Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is.’ Lucas 21 sluit af met een gedeeltelijke herhaling van de lessen van Jezus over de manier waarop je mag leven in de tijd tot Jezus terugkomt [dia 14]: 1. Heb geduld. Een dag is voor de HEER als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 2. Wees waakzaam en standvastig. Verslap niet in het gebed, in het omzien naar elkaar. In het bijbellezen en het gebruiken van de sacramenten. Red je leven door standvastigheid (19), zegt Jezus. 3. Kijk naar het journaal. Ingrijpende gebeurtenissen mag je zien als een teken van de eindtijd. Niet om interessant over te doen maar om elkaar te bemoedigen. Dat laatste doet Jezus vooral. Als die dingen gebeuren, hef dan je hoofd op. Verlossing is nabij. Zo kan je elkaar bemoedigen. Een concreet voorbeeld van de manier waarop je dat kunt doen is in het gesprek over Israël. In 1948 werd de staat Israël opgericht. Wat daarvan te denken? Een uitleg is dat de vijgenboom in Lucas 21 staat voor Israël. En dat, zodra de boom uitloopt (1948?) de dag van de Mensenzoon nabij is. Gebruik dat als bemoediging. Als er iets van te zeggen is, dan dit: Jezus komt! Terugkomend op onze vakantiebestemmingen. Pas waren we een dagje op een camping bij de boer in Leimuiden. [dia 15] Op de weg (naar Alphen a/d Rijn) kom je langs de N207 een klein kerkgebouw tegen met de tekst: ‘Jezus leeft’ en: ‘Jezus komt!’ Het staat ook hier boven de preekstoel. Hét gebed van de kerk. Schrijf het maar boven je leven, diep in je hart. MARANATA!