SPORTDAG VLAAMSE AMBTENAREN 2014
KORTE STADSWANDELING Deze wandeling start bij het Brusselse Noordstation. Het wandelparcours is 8,4 km lang en leidt je eerst door de Brusselse Kaaienwijk. Ook Oud-Molenbeek wordt aangedaan. Deze gemeente is in 2014 immers 'Capitale Culturelle Bruxelles-Wallonie'. Vervolgens brengt een metrorit je tot op de VUB-Campus in Elsene, waar je een middagpauze kunt houden. Daarna trek je door Etterbeek tot aan het Jubelpark, vanwaar een metrorit je naar het eindpunt Centraal Station brengt. Onderweg kom je voorbij een Bloso-controlepost (bemand van 9.30u tot 13.30u) waar je je IN-stempel krijgt. Bij het eindpunt volgt dan nog de UIT-stempel. Bij het gebruik van dit uitgeschreven wandelparcours gaan we ervan uit dat je als voetganger de wegcode respecteert. In deze wandeling is ook een quiz verwerkt met een reeks vragen en een schiftingsvraag. De juiste antwoorden kun je eerst noteren bij de vragen in de wandeltekst zelf. Na afloop van de wandeling breng je ze over op het blad achteraan en deponeer je dit blad in de daarvoor bestemde Bloso-urne. Heb je nog vragen, dan kan je bij de start van deze wandeling terecht bij een Bloso medewerker. Om hem te vinden wandel je de voormalige grote stationshal van het Noordstation door en neem je de uitgang met bruinglazen deuren. 20 m verder tref je de medewerker met fluo-vestje aan. Keer vervolgens terug naar de voormalige grote stationshal. -oOoHet vertrekpunt is de voormalige grote stationshal van het Noordstation. Het Noordstation is toe aan zijn derde versie. De eerste, uit 1835, heette ‘Groendreefstation’ of ‘Allée Verte’ en vormde het eindstation van de allereerste treinlijn op het Europese vasteland. De tweede, ingehuldigd in 1846, lag bij het Rogierplein. Voor de aanleg van de ondergrondse Noord-Zuidspoorverbinding moest het Noordstation meer noordwaarts opgetrokken worden. Bij het nieuwe station uit 1952 kwam de stationshal naast de sporen te liggen en dus niet meer op de kop van de doodlopende sporen. Sindsdien speelt de hoofdingang niet meer de rol van poort tot de stad. De stationshal heeft een mooie ruimtelijkheid. Kijk eens naar boven en ervaar de monumentaliteit. Veel van die kwaliteit gaat echter verloren door de rommelige opstelling van verkoopspunten en informatiepanelen. Ondertussen loopt een grondige opknapbeurt. De NMBS voorziet de afwerking in 2015. De ondergrondse doorgangen, de in- en uitgangen en de stationshal worden beter afgestemd op de loopwegen van de reizigers. Behalve de hoofduitgang richting zakencentum ‘Noordruimte’, komt er ook een hoofduitgang richting stadscentrum (links van je als je met je rug naar het aankondigingsbord staat). Draai je rug naar het aankondigingsbord met vertrekuren en verlaat de hal in de richting van het 'Rogierplein'. Voorbij de schuifdeur neem je de gang links richting Rogierplein en fietspunt. Hou rechtdoor aan en verlaat het stationsgebouw langs de uitgang 'Centrum'. Wandel de hellende toegang aan de linkerzijde af tot bij het ‘Fietspunt’. Aan de linkerzijde van deze helling ligt een brug van zowat 7 m hoog, waarop de Noord-Zuidspoorverbinding loopt. In 1903 werd beslist om het toenmalige Noord- en Zuidstation via het spoor te verbinden: de Jonction. Daarbij zouden beide terminusstations worden omgevormd tot transitstations. Na heel wat discussie tussen jonctionisten en antijonctionisten werd de verbinding dwars door de binnenstad in de heuvelrug aangelegd. Omdat treinen geen steile hellingen kunnen nemen, werd daarom het hele sporenniveau 7 m opgetrokken. Onder de brug zijn enkele winkelruimten voorzien. Eentje daarvan herbergde tot in 2013 de fietsverhuur- en -hersteldienst 'Fietspunt Noord', maar die verhuisde ondertussen naar een ruimte naast de stationsuitgang. Het is een initiatief van de Belgische Spoorwegen. Je kan er fietsen huren of je eigen fiets in een beveiligde ruimte stallen of laten herstellen. Elders in de stad vind je stallingen met huurfietsen, onder de naam ‘Villo’. Allemaal middelen die Brussel moeten behoeden voor een nakend verkeersinfarct. Wandel verder, steek bij de verkeerslichten over en loop rechtdoor de gaanderij van de Vooruitgangstraat in tot aan het paneel 'Inschrijvingen voertuigen' dat over de gaanderij hangt. Het gewelf boven dit trottoir maakt deel uit van een nieuwbouw met federale overheidsdiensten in verband met vervoer en de inschrijving van voertuigen. Bestelwagens langs het trottoir zijn omgebouwd tot winkel waar je een nieuwe nummerplaat kan laten maken. Aan de overzijde van de Vooruitgangstraat zie je een sculptuur van Jean-Michael Folon in de vorm van een wandelende man, met de veelzeggende titel ‘La Ville en marche’. Even verder in de straat ligt aan de rechterkant een bouwblok met winkels en appartementen: Residentie Novalis. 1
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Dit bouwproject uit 1999 was het allereerste project met woningen na decennia van verkommering, sloop en kantoorbouw in deze buurt. Loop de Vooruitgangsstraat verder af tot op het Rogierplein. Stap tot het einde van dit plein, voor de brede, drukke dwarsstraat. Het huidige Rogierplein was vroeger het stationsplein met het kopstation Noord. De drukte van aan- en aflopende reizigers deed het plein uitgroeien tot scharnierpunt in de stad, wat zich vertaalde in hotels, brasseries en terrassen rond het plein. Het deed ook een nieuwe winkelas ontstaan richting stadscentrum. Deze Nieuwstraat zie je aan de overkant van de drukke straat, tussen het winkelcentrum City 2 en het bankfiliaal. Na de inhuldiging van het nieuwe Noordstation in 1953 werd het oude gesloopt en vervangen door de 'Martini'-toren. Deze bekende en door architecten geroemde toren werd op zijn beurt in 2001 gesloopt en vervangen door de banalere Dexia-tower (vandaag Belfius). Deze is 137 meter hoog en daarmee de vierde hoogste in België. Op en onder het plein zijn al jaren werken aan de gang. Bedoeling is om de bestaande ondergrondse loopverbindingen tussen metroperrons en winkelgalerijen van daglicht te voorzien. Dit gebeurt langs een ruim gat in het plein dat op zijn beurt zal bekroond worden met een glazen koepel die als een enorme paraplu het hele plein zal overspannen. De voltooiing is voorzien voor 2015. Neem bij de verkeerslichten het zebrapad richting Sheraton-hotel. Wandel rechtdoor met Brussels Grill aan je rechterkant. Links van je ligt de Kleine Ring. Deze volgt het tracé van de tweede stadsomwalling. Vanaf 1812 (onder Napoleon) startte de afbraak van de hele verdedigingsgordel. Vanaf 1819 (onder koning Willem I) werd er een ringlaan aangelegd. De werken duurden tot 1840 (onder koning Leopold I). Het resultaat was een brede, fraaie laan met meerdere rijen bomen waar het aangenaam wandelen was. Aan de overkant van de Kleine Ring dateert de lagere bebouwing uit die periode. In de aanloop naar de wereldtentoonstelling Expo 58 werd op de plaats van de Kleine Ring een heus viaduct gebouwd. Het 2,4 km-lange gevaarte diende als autoverbinding richting Heizel en degradeerde de lanen tot stadssnelweg. Einde de jaren 1980 werd het viaduct gesloopt ten voordele van de huidige tunnels. Samen met de heraanleg van het Rogierplein wordt ook de Kleine Ring grondig aangepakt. Het aantal rijstroken wordt beperkt en brede voetgangerspromenades met bomen worden gecreëerd. De afwerking werd voorzien in het najaar. Benieuwd of je reeds wandelt op de heraangelegde boulevards. Aan de horizon waakt de Basiliek van Koekelberg over de westkant van Brussel. Wandel tot bij het ruime kruispunt met de Koning Albert II-laan met het monumentale beeldhouwwerk met opstaande schijven en cirkels. De kantoorwijk rond de Koning Albert II-laan aan je rechterkant is een gevolg van het Manhattanproject. Een hele generatie Brusselse politici, met Paul Vanden Boeynants (VDB) op kop, schaarde zich in 1967 achter het ambitieuze plan om de Noordwijk - een levendige buurt met 12.000 inwoners, ateliers en stapelhuizen, brouwerijen, cinema’s en cafés - te slopen en te vervangen door een Brussels World Trade Centre (WTC). Dit megalomane plan voorzag in 70 kantoortorens langs een centrale as / autosnelweg. Wat verderop moest er een kruispunt van twee autosnelwegen komen. Hevig verzet kon het project niet stoppen. De bewoners werden uit hun huizen gezet, zonder enige vervangwoningbouw. Door de oliecrisis van 1973 zakten de Golden-Sixties-ambities als een souflée in elkaar en belandden de plannen in de koelkast. Slechts het straatbreedteprofiel van de snelwegen en een handvol torens waren gerealiseerd. Braakliggende terreinen bleven 20 jaar onbenut. Eind jaren 1980 herpakte de bouw zich. De lege kavels werden vooral opgevuld door de Vlaamse overheid die door de federalisering van het land dringend nood had aan nieuwe kantoorgebouwen. Dit alles resulteert vandaag in een zeer eenzijdige kantorenwijk. Vastgoedeigenaars financierden de herinrichting van de middenberm tot park. Voor de aanleg werd een beroep gedaan op de vermaarde Belgische landschapsarchitect Jacques Wirtz. De ruimte werd opgevuld met hedendaagse sculpturen. Quizvraag 1: De Koning Albert II-laan was in het oorspronkelijke WTC-plan voorzien als een onderdeel van een autosnelweg. Welke snelweg was dit? Antwoord:
O O O O
E 19 (Amsterdam, Nederland - Parijs, Frankrijk) E 34 (Knokke Heist, België - Bad Oeyenhausen, Duitsland) E 40 (Calais, Frankrijk - Ridder, Kazachstan) E 42 (Duinkerke - Aschaffenburg, Duitsland)
2
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Steek de Kleine Ring over en kies het linker trottoir van de brede Emile Jacqmainlaan. Voorbij het 1ste kruispunt wandel je langs de VGC (nr. 135). De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) is een Vlaamse overheidsinstelling die bevoegd is voor taken van de Vlaamse Gemeenschap in het Brussels Gewest. Ze bestaat sinds 1989 en ondersteunt allerlei initiatieven (scholen, speelpleinen, bibliotheken, gemeenschapscentra, kinderopvang, sportactiviteiten,…). Daarbij richt ze zich niet uitsluitend tot de Nederlandstaligen maar tot elke Brusselaar, pendelaar, student en of bezoeker die in het Nederlandstalige circuit geïnteresseerd is. Volg de Jacqmainlaan verder tot bij de ingang van het Theatre National. Deze laan maakt deel uit van de 'Centrale Boulevards', in 1871 aangelegd op de overwelfde rivier: de Zenne. De beslissing van de stad om de Zenne recht te trekken en te overwelven, hield verband met overstromingen en moordende cholera-epidemieën in die tijd. Deze waren op hun beurt het gevolg van de aanleg, vanaf 1820, van een riolennetwerk dat gewoon werd aangesloten op de Zenne. De gemeentelijke overheid wilde met de sanering niet alleen de hygiëne- en overstromingsproblemen oplossen, maar ook de sociale ellende in de verpauperde en dichtbevolkte wijken rond de Zenne uit de wereld helpen. Het Theatre National is het grootste theater van de Franse Gemeenschap in Brussel. Jaren terug was het gevestigd in de Martinitoren bij het Rogierplein, maar het moest wegens de afbraak van die toren op zoek naar een nieuw onderkomen. Na enkele tussenstops werd hier in 2004 het nieuwe gebouw in gebruik genomen. De architecten Marc Lacour, Pierre Van Assche en Olivier Bastin kregen de opdracht om het theater een nieuwe zichtbaarheid en transparantie te geven. Dat deden ze met de 55 meter façade. Die laat zonder schroom binnenkijken door zijn kristallijnen glasvinnen. Het Theatre National omvat twee theaterzalen (750 en 250 plaatsen) en een repetitieruimte met een podium met dezelfde afmetingen als de grote zaal. Steek ter hoogte van de theatervoordeur de Jacqmainlaan langs het zebrapad over en neem rechtdoor de Sint-Rochusstraat. In de late middeleeuwen stond op deze plek het ‘Tughthuys’, de Brusselse gevangenis. Het werd in 1818 gesloopt voor de bouw van de gasfabriek ‘Compagnie Continentale de Gaz’, met een 40m hoge schoorsteen en drie enorme cilindervormige gasreservoirs. Hiermee beschikte Brussel, als eerste stad op het Europese vasteland, over straatverlichting met gaslantaarns. Het systeem werd in 1784 uitgevonden door de Limburgse chemicus Jan-Pieter Minckelers. Na de sanering van de Zenne en de aanleg van de Centrale Boulevards werd de fabriek gesloopt en werden de terreinen verkaveld. De huizen uit die periode werden rond 1995 door de Brusselse dienst stadseigendommen gerenoveerd of vervangen. Degelijk onderhouden huurpanden en straten zijn het resultaat. Loop verder tot aan het pleintje links aan het einde van de straat. Quizvraag 2: Op het aangelegd pleintje staat tussen zitbanken en bomen een zuil; een restant van het gebouw van de geuzebrouwerij ‘Toussaint’ die hier tot 1963 heeft gebrouwen. Uit welk materiaal is deze zuil gemaakt? Antwoord:
marmer
gietijzer
gewapend beton
hout
Neem de Spaarstraat naar rechts en neem de 1ste links, de Ladderstraat. In 1867 startte de 29-jarige Ernest Solvay in de Ladderstraat zijn eerste ammoniak- & stearinefabriek, waarvoor hij grondstoffen recupereerde van de gasfabriek. Van de Nieuwstraat tot in Molenbeek gingen de bewoners dag en nacht gebukt onder de voortdurende en ondraaglijke stank. Dit belette Solvay niet om zijn bedrijf te laten uitgroeien tot een chemieconcern op wereldniveau. Volg de Ladderstraat tot bij de Lakensestraat. Links voor je pronkt de KVS. Loop langs de zebrapaden tot bij de KVS-voordeur. Je hebt reeds 1 kilometer gewandeld. Op de plaats van de huidige Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) bouwden de Oostenrijkse overheersers in 1781 de een douane-depot. In het midden van de 19 eeuw werd dit depot te klein en verhuisden de activiteiten naar het nieuwe ‘Groot Stapelhuis’ langs de Handelskaai. Net voor de Eerste Wereldoorlog verhuisden de douanediensten naar gebouwen bij het rangeergebied van Tour & Taxis. Het oude depot deed nog een tijd dienst als wapenopslagplaats, maar werd in 1887 onder impuls van burgemeester Charles Buls verbouwd tot ‘Théâtre Flamand’, met een nieuwe façade aan de vroegere achterzijde. De ijzeren balkons aan de zijkanten dienen als vluchtweg bij brand.
3
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Quizvraag 3: De KVS-gevel is versierd met borstbeelden. Van welke schrijver staat er geen borstbeeld? Antwoord:
Pieter Langendyck
Willem Ogier
Joost Vanden Vondel
Herman Teirlinck
De glorietijd van de KVS lag in de jaren 1950 tot 1970. Nadien daalde de kwaliteit van de producties. Vanaf de jaren 1990 zorgde de dynamische aanpak van intendant Franz Marijnen voor een eigentijdse programmatie en voor noodzakelijke verbouwingsplannen. In 1998 keurde de stad Brussel, eigenaar van het gebouw, een verbouwingsontwerp goed van het architectenbureau A2RC. Het grondig vernieuwde theater opende in 2006. Van de oude schouwburg werd enkel de inkom en de historische foyer behouden. In het gebouw bevinden zich nu een volledig uitgeruste theaterzaal (KVS-Bol), een polyvalente zaal (KVS-Top), de KVS-Bar en het atrium. Vandaag is de KVS een stadstheater, waarin naast theater ook ruimte is voor dans, litteratuur, muziek en tentoonstellingen. De artistieke werking vertrekt vanuit de stedelijke realiteit. KVS wil bruggen slaan over talige, culturele en sociaal-economische grenzen heen; er wordt onder andere nauw samengewerkt met het Theatre National. Neem links van de KVS de Arduinkaai naar de achterkant van de KVS. Onderweg, aan de linkerkant van de Arduinkaai op nr. 9, zie je een nieuwbouw. Dit is een aanvullend, nieuwe deel van de KVS, de KVS_Box. Hij omvat twee repetitieruimtes, waaronder een dansstudio, kantoren, café Congo en een toneelzaal van bescheidener afmetingen. De voorgevel van dit gebouw bevat een enorme vensteropening die de toegangshellingen naar de bovenverdiepingen verlicht. Het beglaasde dak van de repetitiezaal voorziet deze bij dag overvloedig van licht. Op de achterzijde van het 'oude' KVS-gebouw verwijst het opschrift in het fronton van de 18de-eeuwse gevel naar het gebruik als opslagplaats in de 19de eeuw. Deze zijde van het gebouw, die vroeger de voorzijde was, geeft uit op het voormalige Stapelhuisdok uit 1693 tussen de Arduin- en Hooikaai. Wat vandaag een plein is, was destijds een havendok waar schepen aanmeerden. De Brusselse haven was met de zee verbonden via het Kanaal van Willebroek (1555), de Rupel en de Schelde. Nadat in 1831 het kanaal van Willebroek was doorgetrokken naar Charleroi, liepen de activiteiten rond het dok geleidelijk terug. In 1911 werd het dok gedempt. Tot 1980 werd de ruimte gebruikt als parkeerstrook. Nadien kwam de herinrichting als speelplein en trefpunt voor jongeren. Laat het KVS-gebouw achter je en wandel langs de waterpartij tot het kunstwerk ‘Concrete Truck’. Links, aan de zijde van de Arduinkaai, sloeg de Assubel-kliniektoren een gat tussen de Arduinkaai en de ste de de achterliggende Vaartstraat. Dit 20 -eeuwse 'stapel'-huis, in een buurt met 17 - tot 19 -eeuwse pakhuizen getuigt van megalomanie in de jaren 1970. Het kunstwerk 'Concrete Truck' van Wim Delvoye, een betonmolen op ware grootte uitgevoerd in roestend Cortenstaal, kreeg ironisch als bouwjaren 2004-2010 mee. Het was immers een van die lang aanslepende dossiers. In 2004 besloot de Stad Brussel het kunstwerk achter de vernieuwde KVS te plaatsen. Protest van buurtbewoners en een vernietiging van de bouwvergunning volgden. De buurt vreesde vooral dat de truck gevaarlijk zou zijn voor kinderen en een grote vuilnisbak zou worden. Het uiteindelijke concept houdt rekening met enkele bezwaren en voorziet in een afsluiting en een klep om de betonmolen van afval te ontdoen. Ingehuldigd in 2010. Quizvraag 4: In de betonmolen worden stijlkenmerken gebruikt die verwijzen naar een historische architectuurstijl. De welke? Antwoord:
Romaans
Gotisch
Barok
Classiscisme
Art nouveau
Volg voorbij de betonmolen de rechterkant van het gedempte dok langs de Hooikaai. Tussen nrs. 51 en 53 van de Hooikaai ontdek je in de gevel van een taverne een Madonna-beeldje. In de tekst eronder uit 1680 werd Maria aangeroepen als beschermster tegen o.a. pest, hongersnood, oorlog en schipbreuk. Loop verder tot je aan een ruim kruispunt komt en steek rechtdoor de straat en het tramspoor over tot op de middenberm met beige-gele grondbedekking. Ter hoogte van dit kruispunt stond vroeger de Waterpoort. Langs wat nu de middenberm met dubbele bomenrij is, bereikte het Willebroekkanaal hier de stadswal en kwam zo de stad in. Begin 19de eeuw dwong de industriële ontwikkeling de overheid tot uitbreiding van de overslagruimte in de haven. In 1848 werd de stadsgrens noordwaarts verlegd over een afstand die overeenkomt met de lengte van de dubbele bomenrij. Het stukje kanaal werd er uitgegraven als Handelsdok. 4
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Aan de westzijde van het Handelsdok werd het Groot Stapelhuis (De Gruuten Entrepot) opgetrokken en aan de oostzijde werd een Werfdok uitgegraven waar boten werden hersteld. Niet voor lang echter, want op het einde van de de 19 eeuw verschoof het centrum van de havenactiviteit verder noordwaarts, weg van de stad. De oude dokken werden gedempt. In 1897 overwoog de stad Brussel even om het Handelsdok om te vormen tot overdekt zwembad, maar uiteindelijk werd het gedempt en ingericht als bomendreef. Na een halve eeuw gebruikt te zijn als parkeerstrook, werd de bomendreef in 2012 knap heringericht als fiets- en wandelpromenade met mooi geplaatste zitbanken. Ook het kruispunt werd aangepakt: het verkeersknooppunt werd geordend en waterpartijen rond te tramsporen verwijzen naar het verleden als Waterpoort. Steek ook het 2de deel van de Handelskaai over, loop even rechtdoor en sla de 1ste rechts, de Ieperlaan, in en hou rechts tot bij het volgende kruispunt. In 1911 werd het Groot Stapelhuis afgebroken. Tussen de twee wereldoorlogen (het interbellum) werden op het vrijgekomen terrein de Ieper- en Diksmuidelaan aangelegd. Deze en heel wat andere straatnamen in de buurt verwijzen naar de Eerste Wereldoorlog. Langs de lanen kwamen mooie art deco-appartementsgebouwen en opslagruimten. Quizvraag 5: Op een van de appartementen aan de Ieperlaan is het steeds 4 uur. Welk bedrijf was er destijds gevestigd? Antwoord:
Casa Menthe
Gérard Koninckx Frères
Gebroeders Kegel Frères
Imperial Importing
Aan het kruispunt steek je de Ieperlaan naar links over en vervolgens de Diksmuidelaan tot op de middenberm. Aan de overzijde van de Diksmuidelaan bouwde de stad Brussel de ‘Hallen der Voortbrengers’. Het woord ‘voortbrengers’ verwijst naar groenten- en fruittelers. Dit alles zorgde voor een levendige buurt met vroegmarktactiviteiten. Aan deze situatie kwam in 1970 een einde met de bouw van een nieuwe vroegmarkthal en veilinghuis noordwaarts langs het kanaal. De groothandel in de buurt kwijnde weg. Ten slotte verbouwde Brussel de Hallen in 1988 tot een geheel met sterk gewaardeerde ruime appartementen, winkelruimten, stadsadministratie en een politie-antenne. Enkel de activiteiten van migrantenwinkeliers en invoerders van fruit en groenten roepen nog de sfeer op van weleer. Volg de middenberm naar links (Hallen aan je rechterkant). Voorbij een standbeeld met een soldaat, steek je bij de verkeerslichten langs het zebrapad de brede laan over en wandel je tot bij de reling van het kanaal. Tussen 1815 en 1830 behoorden onze streken tot het Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I zette sterk in op economische ontwikkeling en op steenkool- en ijzerindustrie en liet in 1827 langs de oude stadsgrens van Brussel het kanaal naar Charleroi aanleggen. Het kanaal werd aan de Sainctelettesquare (aan de brug aan je rechterkant) aangesloten op het Kanaal van Willebroek. Het werd de belangrijkste handelsweg tussen het zuiden en het noorden van België. Een gouden tijd voor de kanaalvaart brak aan. In de gemeente aan de overkant van het kanaal, Sint-JansMolenbeek, werden de goederen ontscheept, opgeslagen en verwerkt en over het hele land geleverd. Maar over Molenbeek later meer. Hou het kanaal aan je rechterkant en wandel richting brug. Links zie je het Klein Kasteeltje, een grenadiers- en karabinierskazerne die in 1848 naast het kanaal gebouwd werd. De naam verwijst naar een laat-middeleeuws waterkasteel ‘Het Slotje’ in de buurt. Grenadiers waren militairen die o.a. werden ingezet tegen sociale onlusten. De kazerne stond strategisch tussen de oude en de nieuwe haven en bood zicht op de Vaartkapoenen (dokwerkers) aan de overkant. De kazerne werd later berucht als recruteringscentrum van het leger, waar menig Belgische jongeman zijn 'drie dagen' deed. In 1976 verhuisde minister van Landsverdediging Paul Vanden Boeynants (VDB) dit centrum naar het Militair Ziekenhuis in Neder-over-Heembeek. Het Klein Kasteeltje werd, samen met vijf andere Brusselse kazernes, verkocht aan de Brusselse overheid die ze zou verbouwen tot sociale woningen. Later tijdens deze wandeling zal je nog enkele van deze kazernes zien. VDB liet zijn privé-belangen meespelen bij de keuze van de bouwprojecten voor de nieuwe militaire infrastructuur. Vanaf dat ogenblik stond het Klein Kasteeltje leeg. Pas sinds 1985 wordt het Klein Kasteeltje gebruikt als opvangcentrum voor asielaanvragers. Sommige Belgen die op zoek zijn naar een goedkope oplossing bij een of andere bouwwerf veronderstellen (ten onrechte) dat deze asielaanvragers per definitie ook zwartwerkers zijn. Vanuit deze veronderstelling komen ze met hun camionettes langs het Klein Kasteeltje gereden om hun kans op een laagbetaalde werkkracht te wagen. Het gevolg is dat nietasielaanvragers, vooral Oost-Europeanen, naar de omgevende straten rond het Klein Kasteeltje afzakken in de hoop een werkopdracht te krijgen. Enige voorzichtigheid is dus geboden met veralgemenende veroordelende clichés over de bewoners van het Klein Kasteeltje. 5
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Steek via de brug het kanaal over. Je hebt niet enkel kilometerpaal 2 van de wandeling achter de rug, maar met de kanaalbrug heb je ook Brussel verlaten en ben je Sint-Jans-Molenbeek binnengestapt. De kleurrijke molentjes op de kanaalkade werden vanaf 2005 geïnstalleerd en zijn geïnspireerd op de naam 'Molenbeek'. Ze staan ook voor de energie en diversiteit in de gemeente. Na acht jaar is de molenrij uitgegroeid tot een 'landmark'. Ze geven ook een identiteit aan de achterliggende wijken en hun bewoners en inspireerden het logo van 'Molenbeek, Capitale Culturelle BruxellesWallonie 2014'. In de jaren 1860 kreeg Sint-Jans-Molenbeek de bijnaam ‘Petit-Manchester’. Langs het kanaal leverden honderden bedrijven en fabrieken werk aan duizenden arbeiders. Met tienduizenden kwamen arme, ongeletterde boerenzonen en -dochters naar de stad op zoek naar werk. Wat ooit een klein dorp was, groeide uit tot één van de meest geïndustrialiseerde voorsteden van Europa. De stedelijke ontwikkeling met de verkaveling van gronden en de aanleg van straten was in handen van industriebaronnen, want gemeentebesturen hadden maar een geringe financiële armslag en dus een beperkte impact. Tussen fabrieken verschenen arbeidersbuurten, waar gore ellende leidde tot frustraties en waar verontwaardiging uiteindelijk de voedingsbodem werd voor sociaal-politieke weerbaarheid. Dit stukje van de wandeling trekt vooral door het oudere gemeentecentrum, waar het bestaande dorpsstratenpatroon zorgde voor kleinschaliger fabrieksbouw, voor een sterkere vermenging met woningen en voor sociale voorzieningen. Deze wijken werden dus heel gemengd en compact bebouwd. Tijdens deze wandeling zal je kennismaken met enkele projecten die hierin lucht, vernieuwing, nieuwe dynamiek en openheid proberen te brengen. Wandel verder, steek ook de Koolmijnenkaai over en neem voorbij het hoekgebouw waarop een zeilboot geschilderd is, de 1ste straat rechts (Groene Hondstraat). In het hoekgebouw met zeilboot ontvingen in de 19de eeuw de dokwerkers hun dagloon. De straatnaam werd rond 1900 gebruikt voor het gebied met heel wat drassige gronden tussen Oud-Molenbeek en Tour & Taxis. Vele steden verloren vanaf de jaren 1960 hun meest weerbare bewoners. Die kochten toen immers een auto en verhuisden naar de groene stadsrand. Dit mechanisme zorgde in de vroegere industriële wijken voor een geleidelijke marginalisering. Dergelijke evolutie werkt bovendien zelfbevestigend. Pas sinds mobiliteit een steeds zwaarder probleem vormt, kiezen mensen opnieuw en bewust om in de binnenstad te komen wonen. Dat gebeurt natuurlijk eerst in de meest aantrekkelijke buurten. In Brussel is dat rond Sint-Goriks, de Dansaertstraat en Sint-Katelijne. Het Brusselse Gewest wil nieuwe stadsbewoners ook stimuleren om te komen wonen in 'moeilijkere' buurten, bv. over het kanaal. De gewestelijke dienst Citydev bouwt voor hen woningen die tot 20 % onder de marktprijs worden aangeboden. Vroeger heette deze dienst Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel, waardoor deze woningen doorgaans GOMB-woningen worden genoemd. Aan de andere straatkant zie je zo'n bouwproject. In het centrum van het bouwblok ligt een tuin. Alle woningen zijn duplex-appartementen. Je ziet telkens drie voordeuren naast elkaar. De buitenste horen bij de beide onderste appartementen. De middelste biedt toegang tot de bovenste duplex. Dit soort bouwprojecten doet dienst als hefboom om meer diversiteit in bevolkingsgroepen te krijgen. Dat laat zich meteen ook voelen bij de gebruikers van het openbaar vervoer en bij de kinderen in de buurtscholen. Bij het volgende kruispuntje volg je mee naar links. Even verder kom je langs de rechter straatzijde aan een open strook dwars op de straat (Koolmijngraversstraat 19). Loop het parkje binnen. Een gebouw met drie als blokkendozen op elkaar gestapelde appartementen vormt de toegangspoort van het Zenneparkje. Dit project is aangelegd op het tracé van het Zavelzinneke, een coupure die in de late middeleeuwen werd gegraven om te voorkomen dat de Zenne de Brusselse binnenstad zou overstromen. Bij hoge waterstand werd het rivierwater langs het Zavelzinneke door Kuregem en Molenbeek rond de stad geleid. In de 19de eeuw werd het water van deze coupure in de aangrenzende fabrieken gebruikt als spoel- en koelmiddel. Het Zavelzinneke werd in 1936 gedempt. Je kan bovengronds het traject nog herkennen aan braakliggende terreinen die erop liggen tussen achtermuren van de depots en fabrieken. Tijdens deze wandeling zal je het Zavelzinneke-tracé nog enkele keren tegenkomen. De bodem was hier sterk vervuild en werd van de bovengrond gescheiden door een betonplaat. B-Architecten en Fondu Landscape Architects behielden die plaat en legden het parkje er bovenop. De planten staan daarom in bakken. Het paadje in leisteen moet het traject van het vroegere Zavelzinneke symboliseren en leidt je naar achter. Daar staan speeltuigen voor de kleintjes. Halfweg vinden grotere kinderen hun plaats en houdt de parkwachter een oogje in het zeil. De mooie schoorsteen zorgt voor het decor en verwijst naar het verleden. Op de zijgevel van de oude mosterdfabriek tekenden schoolkinderen samen met vzw Costik het reglement van het park uit in het kader van een miniwijkcontract. Quizvraag 6: Welke zijn de openingsuren van het park in september? Antwoord:
7u - 22u
8u - 21u
9u - 18u
9u - 17u
Altijd open 6
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Verlaat de Zennetuin langs waar je gekomen bent, ga naar rechts en neem dan onmiddellijk de 1ste links, de Marokijnstraat. Het woord ‘Marokijn’ is gewoon een slechte vertaling van maroquinerie en verwijst dus naar een 19de-eeuwse leerlooierij. Het houdt geen verband met de aanwezige bevolking van Marokkaanse origine. Vanaf 1955 trok de industrie weg uit Molenbeek. Vanaf 1965 speelde ook de stadsvlucht en verdwenen de krachtiger maatschappelijke dragers. Oud-Molenbeek verarmde. In leegstaande woningen kwamen nieuwe, arme bevolkingsgroepen; eerst Spanjaarden en Italianen, later Marokkanen en Turken, meer recent ook Zwart-Afrikanen en Oost-Europeanen. Vandaag telt Molenbeek bijna 100.000 inwoners. In 2000 waren dit er nog maar 71.000. Stap tot op een plein voor een kerk. de-
De zogenaamde Parvis of het Voorplein ontstond in de jaren 1930. De oude 19 eeuwse Sint-Jan-de-Doperkerk was te klein geworden. Achter deze kerk, in het toenmalige kerkhof, werd de huidige modernistische kerk opgetrokken. De architect, Joseph Diongre, kennen we ook van het NIR-gebouw op het Flageyplein. Hij haalde de openbare aanbesteding binnen die de gemeente Molenbeek had uitgeschreven omdat hij werkte met beton en geprefabriceerde standaardmaterialen, wat het bouwproject merkelijk goedkoper maakte. Na de bouw van de nieuwe kerk werd de oude afgebroken. Zo ontstond het Voorplein. De sobere kerk werd in de jaren 2000 nauwgezet gerestaureerd. Vooral het interieur is heel indrukwekkend met zijn paraboolbogen uit massief beton en de glasramen die het licht een warme gloed geven. Het Voorplein zelf was tot in de jaren 1990 een klassiek stadsplein waar het autoverkeer overal rond- en door kon. De heraanleg volgde een vrij eenvoudige logica: hecht de pleinruimte vast aan het trottoir rond de kerk, hou de pleinoppervlakte vrij voor de jaarlijkse kermis, groepeer het autoverkeer aan de zijde van de winkels en voorzie een rij plataanbomen en zitbanken als barrière tussen plein en geparkeerde auto’s. Wekelijks loopt er op donderdag een markt, maar dat zal je al gemerkt hebben. Steek de parvis diagonaal tussen de marktkraampjes over en neem tussen 'Maitre Fruitier' (groen) en 'Le Nieuw Royal' (rood) de Schoolstraat. Rechts aan het begin van de straat (nr. 76) staat een oud katholiek volkshuis (1904, arch E. Ramaekers). Het huisvest nu 'De Vaartkapoen' of kortweg 'de Vk', een van de 22 Vlaamse gemeenschapscentra in het Brussels Gewest. Het maakt deel uit van de werking van de VGC, waarvan je de hoofdzetel eerder op deze wandeling gezien hebt. Tot buiten Brussel is de Vk bekend voor het organiseren van alternatieve concerten van zowel gevestigde namen als nieuw talent. Rage Against The Machine, Queens of The Stone Age, No Doubt, Lee Scratch Perry en vele anderen passeerden hier de afgelopen jaren de revue. Let op een aantal art nouveau-details in de gevel. In de hardstenen lijsten zijn knappe uitsnijdingen gemaakt die het houtwerk van de deuren en vensters volgen. Sgraffiti bekronen de gekoppelde vensters op de hoogste verdieping. Ook het contrast tussen de gele en de rode baksteen zorgt voor een mooi kleurenspel. Wandel de Schoolstraat verder door. De voorbije tien jaar groeide dit stukje Schoolstraat uit tot de plaatselijke winkelstraat. Migranten doen vandaag precies hetzelfde als Vlaamse migranten 75 jaar geleden. Ze hadden geen diploma, kenden geen Frans en vonden geen werk. Dus begonnen ze met een eigen winkel. Toen waren dat de kleine Centra- en Spar-winkeltjes, beenhouwerijen of bakkerijen. Die Vlamingen hadden een doel: dat hun kinderen het beter zouden hebben dan zijzelf. Vandaag zijn de eerste- en tweedegeneratiemigrantenwinkels duidelijk te onderscheiden. De eerste generatiewinkels zijn dikwijls zeer bescheiden, met bv. ‘Alimentation Generale’ en kledingsstoffen. Eens wat geld gespaard, breiden ze uit, verbouwen ze en passen ze zich aan aan technische en wettelijke normen en regels. In dit straatstuk maakte de viswinkel duidelijk die sprong. Loop de Schoolstraat verder door tot bij een parkje rechts. Ga het park binnen. Je staat op het dak van een ondergrondse metrolijn. Het traject hiervan is ook bovengronds duidelijk herkenbaar in de vorm van een breuklijn door de bebouwde omgeving. De afbraak van woningen in 1971 verliep niet alleen onwettig, maar ging met een dusdanig onrecht gepaard dat het de aanleiding vormde voor een actiegroep. De actiegroep groeide uit tot het buurtcomite Bonnevie, waarvan je het opschrift op een huis naast het park herkent. Dit terrein in het centrum van de gemeente lag na de aanleg van de metrolijn jarenlang braak. Het werd door Bonnevie in de jaren 1980 een eerste keer bezet en ingericht als park. Dit gebeurde met weinig financiële middelen en uitsluitend met recuperatiemateriaal. De aanmaak van de speeltuigen vormde in die tijd voor heel wat jongeren een ervaringsgerichte leerschool. In 1996 volgde de heraanleg door het Brussels Gewest. Begin 2011 werd de speelzone nog eens grondig aangepakt. 7
NOODNUMMER 0478/77 02 58
In een dichtbebouwde buurt met weinig openbare ruimte en kleine appartementen voor veelal grote gezinnen beantwoordt het Bonneviepark aan een veelheid van functies: het zorgt voor veilige speelruimte - want afgeschermd van het verkeer - voor opgroeiende kinderen van verschillende leeftijden, voor ontmoetingsruimte voor volwassenen/ouders en zelfs voor natuurbeleving want het is een van de weinige groene plekjes in de buurt. Kansarme buurten hebben bijzondere nood aan dergelijke openbare ruimten. Verlaat het park langs waar je gekomen bent. Neem rechts de Schoolstraat. Bij het 2de kruispunt steek je de dwarsstraat over en neem je de Gentstesteenweg naar links. De Gentsesteenweg - vroeger de 'Vlaamsesteenweg' - is een van de oudste verkeerswegen van het Brussels Gewest en verbond Vlaanderen via Brussel en Luik met Duitsland. Rond deze steenweg groeide vanaf de 12de eeuw het dorp Molenbeek. De steenweg heeft zijn bochtig tracé behouden. De laatste vijf jaar vertoont Oud-Molenbeek een fenomenale heropleving van handelsactiviteiten. Voortdurend komen er nieuwe migrantenwinkels bij. Gemeente en Gewest bouwden met een Wijkcontract daarop voort met een zorgvuldige heraanleg van de trottoirs en met de versmalling van de autorijstrook. De Gentsesteenweg wordt daarmee opnieuw wat het 100 jaar lang was: de commerciële slagader van Molenbeek. Sla de 1ste straat rechts in, de Ransfortstraat. Je hebt er reeds 3 kilometer op zitten. Heel wat gelijkvloerse verdiepingen vertonen nog verwijzingen naar vroegere winkelactiviteiten. Oud-Molenbeek moet in de jaren 1930 een bijzonder bruisende stadsbuurt geweest zijn. Het gebouw achter huis nr. 25 bood vroeger onderdak aan de drukkerij Guyot, waar ooit het Staatsblad en alle drukwerk voor de Senaat werd gedrukt. Rond 2000 kwamen de gebouwen leeg te staan. Vandaag wonen er een 15tal gezinnen met kinderen. Wandel in de Ransfortstraat bij het nr. 27 langs het ijzeren hek het binnenplein op. La Compagnie de Bronzes was in de 19de eeuw een van de grootste bronsgieterijen van het land. De Brabofontein van Antwerpen, Jacob Van Artevelde in Gent, Jan Breydel en Pieter De Coninck in Brugge…: ze werden allemaal in deze fabriek gegoten. Vanaf de poort is het hele productieproces nog altijd te volgen: rechts de tekenburelen, daarnaast de plaasterafgietselateliers, achteraan de restanten van de gieterij zelf, links daarvan de assemblagegebouwen, en links vooraan de directeur- en conciërgewoning. Sinds een 30-tal jaren is dit het werkterrein van ‘La Fonderie’, een organisatie die het rijke industriële verleden van Brussel in de verf wil zetten door dit erfgoed te bewaren, te archiveren en er tentoonstellingen over te organiseren. Het allereerste uitgangspunt bij dit alles: geef arbeiders hun geschiedenis terug, want zonder verleden is er geen toekomst. INSTEMPEL Op de site van La Fonderie vind je achteraan rechts de Bloso-stand voor je IN-stempel. Deze post is bemand van 9.30u tot 13.30u. Keer terug naar de Ransfortstraat, wandel naar links en sla rechts de Finstraat in. Wandel tot aan de nrs. 3438 aan de rechter straatzijde. De Finstraat was tot het einde van de jaren 1980 een miserabel straatje met verschillende arbeidersbeluiken: doodlopende steegjes met een koer met - in het beste geval - een pomp, met daarrond een reeks armtierige woningen. In 1892 maakt een rapport over deze straat nog melding van een dergelijke cité met 4 toiletten voor 200 personen! Bij de nrs. 34-38 werd een beluik omgevormd tot een stadstuintje met boven op de doorgang drie gemeentelijke appartementen van sociale aard. De buurtbewoners beheren het moestuintje onder de vleugels van de buurtvereniging La Rue. Door samen te tuinieren, leren buren elkaar kennen. Aan de straatkant is de gevel bekleed met lattenwerk. Het geeft de voorgevel warmte en kondigt de stadstuin aan. Kijk maar even naar binnen. Even verder in de Finstraat zie je aan de linkerkant de kleurrijke gevelrij van nrs. 7-13. Dit woonproject heet 'L'Espoir'. Het werd opgestart door de huidige bewoners, het Woningfonds, buurthuis Bonnevie, de organisatie Ciré en de gemeente. 14 families, zeven op elke duplex-verdieping, konden hier eigenaar worden van een woning. De grond moest worden gesaneerd en dat dreef de prijs op. Het architectenbureau Carnoy Crayon koos om budgettaire redenen voor houtskeletbouw, maar ook omdat hout goed isoleert. De betrokkenen wonen nu in passiefwoningen. De isolatie is er zo goed dat centrale verwarming overbodig is en ze dus ook geen verwarmingskosten meer hebben. De poolreiziger Alain Hubert werd de peter van dit project. Hij nam zelfs een straatbord van de Finstraat mee naar Antarctica. De plantenbegroeiing van de voorgevel zit nog in een beginfase; binnenkort zullen kamperfoelie en klimop de voorgevel bijna volledig bedekken zodat het gebouw minder snel zal opwarmen in de zomer. 8
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Quizvraag 7: Rechts van L'Espoir werd een stadstuintje geopend. Wat is de naam van dit stadstuintje? Antwoord:
Jardin Majorelle
Jardin van de hoop
Hubert Vert
Molentuin
Loop de Finstraat af en steek de Brunfautstraat over tot op het buurtplein. Dit Zwart Paardplein ligt op het tracé van het Zavelzinneke. Vandaag is het eigenlijk het dak van de zogenaamde Brunfautparking. Op het plein koos het bureau D+A Consult voor constructies van staal en hardhout. Ze geven het plein wat reliëf en vervullen verschillende functies: het zijn zitelementen, ze doen dienst als podium, maar het zijn ook plantenbakken, 'goals' voor voetballende jeugd of oefenterreinen om te skaten. Het oudere gebouw met metalen toegangshek was de Hallemansbrouwerij ‘Het zwart paard’. In de jaren 1975 kwam het leeg te staan. La Fonderie gebruikte het nog een tijd als archiefruimte. De architectengroep L’Escaut restaureerde het gebouw met respect voor het industriële karakter en vulde het complex aan met een originele woontoren (niet zichtbaar vanaf hier). Om de lichtinval te vergroten voegden ze ronde gaten toe die doen denken aan patrijspoorten van een schip. Het geheel herbergt nu 31 atelier-woningen voor kunstenaars. Hou het plein aan je rechterkant en volg de Brunfautstraat tot bij de Gentsesteenweg. Steek die rechtdoor over, de Graaf Van Vlaanderenstraat in. Aan de rechterkant van de Graaf Van Vlaanderenstraat is er nog een braakliggende strook, die verwijst ook naar het verdwenen Zavelzinneke. Let ook op de prachtige muurtekening: kunstenaar Jaba laat een reusachtige baobab zich met zijn lange takken ontfermen over de belangrijkste gemeentelijke monumenten: onder andere het gemeentehuis met zijn koepeltoren, de toren van de Sint-Jan-de-Doperkerk en de voormalige tabaksfabriek AJJA. Het echte AJJA-gebouw staat rechts van de tekening, naast de Zavelzinnekestrook. Het oudste gedeelte van het pand met de vijf puntgevels gaat terug tot 1874. In 1910 werd het uitgebreid met twee traveeën. Vanaf 1928 deed het dienst als opslagplaats voor tabaksproducent AJJA. De naam verwijst naar André-Jean Jacobs Aîné. De laatste eigenares verkocht het pand aan de gemeente die het liet restaureren door Atelier Una. Vandaag is in het gebouw o.a. het sociaal restaurant 'Les uns et les autres' gevestigd. Daar kan je niet alleen aan een sociaal tarief lunchen, maar krijgt het personeel ook een horeca-opleiding. Wandel verder langs de Graaf Van Vlaanderenstraat naar het Gemeenteplein. Vroeger was het Gemeenteplein een statig plein voor een majestueus gemeentehuis. De laatste decennia verwerd het tot een ordinair plein vol geparkeerde wagens. Die auto’s zullen nu elders een plek moeten zoeken want het plein wordt terug aan de voetgangers gegeven volgens het concept van een ’shared space’, een open ruimte zonder enige weg of parkeermarkering. Hierdoor zullen chauffeurs automatisch vertragen en voetgangers vrij spel krijgen. Op het plein verschijnen binnenkort ook grote blokken met verschillende functies: boombeschermers, zitbanken en verkeersbegeleiders. Een kunstwerk van Joëlle Tuerlinckx in de vorm van één enorme steen zal het geheel verfraaien. Benieuwd of de herinrichting volledig af zal zijn op het ogenblik van je wandeling. Verlaat het Gemeenteplein langs de straat rechts van de ronde gemeentehuistoren, de Graaf Van Vlaanderenstraat. Wandel tot bij de volgende zijstraat, de brede Sint-Mariastraat. Rechts zie je de metroingang. Daar moet je zo dadelijk naar beneden. Je hebt al 3,9 kilometer gewandeld. Op de rechter straathoek staat een opvallende witte nieuwbouw. Het werd opgetrokken op een heel smal perceel naast de metrosleuf, en vormt de perfecte overgang tussen de drukke Graaf van Vlaanderenstraat met hoge bebouwing en de rustigere Sint-Mariastraat met de lagere bebouwing. Naast sociale woningen voor 4 families herbergt het ook VK*Ateliers, een retoucheatelier verbonden aan het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen, dat je vandaag al gezien hebt. Het is een tewerkstellingsproject dat opleiding en werkervaring biedt aan werklozen zodat ze later meer kans maken op een reguliere job. Over de metrosleuf: in de jaren 1970 werd dwars door het dichtbebouwde centrum van Molenbeek een brede sleuf gegraven voor de metro. Pas vanaf de jaren 1990 werd op de metrosleuf nieuwbouw opgetrokken die de breuklijn minder schrijnend maakte. Recentelijk werd bovenop deze metrosleuf een wandelpromenade aangelegd, als onderdeel van 'de Pietro', een reeks trajecten voor zachte mobiliteit als alternatief voor de drukke Gentsesteenweg. Er werd voorzien in aangepaste verlichting en stadsmeubilair, zoals banken, speelzones, luifels, fietsrekken en informatiepanelen. Ga het metrostation Graaf van Vlaanderen langs de (rol)trap binnen. Ontwaard je reisticket bij de poortjes: daarvoor steek je de kaart in de oranje ontwaarder, als de kaart er terug uitkomt, neem je ze mee. 9
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Hou ze goed bij, voor eventuele controle onderweg. Ga door het geopende poortje. Ga naar beneden. Loop de tussenverdieping over en neem rechts de trap richting de gele metrolijn 5 'Herrmann-Debroux'. Vanop het perron heb je een goed zicht op de zwevende bronzen beelden van het 'space art'-kunstwerk '16x Icarus' (1981) van Paul Van Hoeydonck, wiens beeldje 'Fallen astronaut' door de commandant van de Apollo 15 in 1971 op de maan geplant werd. In de Brusselse metro verfraaien talloze kunstwerken perrons, lokettenzalen en gangen. Alle genres zijn vertegenwoordigd: schilderijen, beeldhouwwerken, foto's, glasramen, alsook alle materialen, van doek tot brons en van hout over glas tot staal. Tijdens deze wandeling kan je nog enkele kunstwerken ontdekken in de grootste ondergrondse kunstgalerij van Brussel. Opgelet: op het perron komen metrostellen van twee verschillende lijnen voorbij. Neem het metrostel van de lijn 5 'Herrmann-Debroux' (dus niet lijn 1 die hier ook stopt). Nummer en naam van de metrolijn staan vooraan op het 1ste voertuig. Ook hangt halfweg het perron een aankondigingpaneel dat aangeeft welke lijn binnen hoeveel minuten langskomt. De deuren van het metrostel gaan niet automatisch open: druk op de groene knop of trek aan de hendel. Na het instappen, hou je je goed vast want het metrostel kan nogal bruusk optrekken. Het reisverloop kan je volgen op de aankondigingborden boven de deuren. Na tien haltes of 15 minuten reistijd moet je uitstappen bij de halte Pétillon. Dat is de 1ste halte nadat de metro terug boven de grond komt. Bij het uitstappen gebruik je opnieuw de groene knop of de hendel om de metrodeuren te openen. Neem in Pétillon de uitgang 1 'Vrijwilligerslaan' door op het perron te wandelen in de richting waarin je metro rijdt. Als je boven bent, kijk dan even om. Op het timpaan boven de sporen zie je nog een voorbeeld van kunst in de metro: het reliëf 'Que la mer épargne' van Lismonde uit 1976. Ga de poortjes door, verlaat het gebouw en neem bij het trottoir de Vrijwilligerslaan naar rechts. Op de hoek met de 1ste dwarsstraat rechts (Generaal Pétillonstraat) zie je een Cambio-afhaalpunt. Cambio is een autodeelsysteem. Het is bedoeld als goedkoop alternatief voor een eigen wagen voor mensen die relatief weinig met de wagen rijden. Abonnees reserveren een auto en op het afgesproken tijdstip kan die dan afgehaald worden. Cambio beschikt over meer dan 500 auto's, zowel kleine als grote wagens, allemaal nieuwe en milieuvriendelijkere modellen. Ze staan verspreid over ruim 220 standplaatsen in 27 Belgische steden. Cambio zorgt voor de administratie, verzekering en het onderhoud van de voertuigen. Quizvraag 8: wat zijn de Cambio kleuren? Antwoord:
Groen - rood
Geel - Blauw
Blauw - oranje
Bruin - grijs
Wandel verder langs de rechterkant van de Vrijwilligerslaan en steek het volgende kruispunt over. De Vrijwilligerslaan vormt de grens tussen twee gemeenten. Je wandelt in Etterbeek, links ligt Oudergem. Dat deze laan een grensgeval is, merk je aan het verschil in trottoiraanleg en laanbomen. Langs de Oudergemse kant bevinden zich nog de oude rode prunusbomen en zelfs nog haagjes. de De Vrijwilligerslaan (vroeger Lorrainendreef geheten) werd ten tijde van Karel van Lotharingen (midden 18 eeuw) dwars door het bos getrokken. In het Zoniënwoud ligt ze er nog steeds, en de wandelaars die vandaag kozen voor de Boswandeling zullen ze kruisen. In de jaren 1920 werd de straat verbreed. Bepalend voor het huidige straatbeeld zijn nog steeds de panden uit de jaren 1930, meestal met drie bouwlagen. Voel je het verschil met de oudere, smallere en armere Molenbeekse straten? Bij de volgende zijstraat rechts steek je deze over en wandel je ze rechts af. Voorbij het rode bakstenen loodsgebouw ga je langs het hek links naar binnen. Volg de kasseiweg rechtdoor in de richting van een Colruyt die je in de verte ziet. Je wandelt over het terrein van het Arsenaal, één van de voormalige Etterbeekse militaire kazernes. In 1901 kreeg architect H. Van Dievoet de opbracht om plannen te ontwerpen voor een kazerne voor het transportkorps en voor het onderhoud en de herstelling van rollend materieel, aanvankelijk voor door paarden getrokken materiaal, later voor motorvoertuigen. Je kan tijdens het wandelen de middeleeuws uitziende kazernetorens zien. In 1930 had het Arsenaal een totale capaciteit van 1200 voertuigen. In 1976 werd het buiten dienst gesteld (net als het Klein Kasteeltje en andere Brusselse kazernes). In 1989 kocht de GOMB (nu Citydev) het voorste deel (rechterkant van de kasseiweg), restaureerde het en herbestemde het als bedrijfsruimte voor KMO's en een restaurant. 10
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Het achterste deel van de site (waar je nu bent) kreeg pas zijn huidige bestemming in 2008 met een mix van kantoren en productie (in de oude herstellingsloodsen) en ruime appartementen in drie nieuwe woningblokken. In de 1ste loods heeft het modehuis Natan van Edouard Vermeulen zijn kantoren, creatieruimte en showroom. Aan het einde van de kasseiweg staat een hek met een deur die handmatig kan geopend worden. Verlaat er het Arsenaal en wandel de drukke weg naar links op tot bij het kruispunt met verkeerslichten. Steek de Waversesteenweg naar rechts over en neem er rechtdoor de Henri Schoofslaan. Aan de rechter straatkant staat een gebouw van de Vrije Universiteit Brussel. Het bevat sinds 1997 een studentenhuis. Aan het einde van de straat bereik je de brede Triomflaan. Steek deze langs het zebrapad over. Bij het bakstenen paviljoen volg je de pijl 'KLZ' mee naar rechts. 20 m verder sla je voor het gebouw 'Kb' links af. Loop langs het 'Labo Burgerlijke Bouwkunde'. Je wandelt nu over de site van de VUB-campus in Elsene. De aanwezigheid van deze Nederlandstalige Brusselse universiteitscampus houdt verband met de studentenbeweging in de jaren 1960 die niet alleen in Leuven een opdeling in een Nederlandstalige en een Franstalige universiteit verkreeg. In 1969 kwam het ook in Brussel tot een splitsing en werd er uitgekeken naar nieuwe terreinen. Hiervoor kwam het toenmalige oefenplein van de kazernes van Elsene en Etterbeek in aanmerking. Het gebied werd in twee gesplitst. De terreinen waarover je nu wandelt werden volgebouwd met VUB-faculteitsgebouwen. Op het andere deel kwamen de gebouwen van de ULB (Université Libre de Bruxelles). MIDDAGPAUZE Je hebt al 5 kilometer gewandeld. Eens voorbij het labo bereik je de plek van je middagpauze. Smakelijk eten. Keer na je middagpauze terug naar de ruimte tussen de eettent en het podium. Wanneer je met je rug richting Labo Burgerlijke Bouwkunde staat, zie je voor je een cilindervormige affichezuil. Wandel er naartoe en er voorbij tot op een driehoekig grasplein dat ligt tussen gebouwen met gele, blauwe en paarse kleurpanelen. Dit zijn de eerste studentenwoningen op de VUB-campus. In 1969 vroeg het VUB-rectoraat aan de Belgische architect Willy Vander Meeren om op de campus huisvesting te voorzien voor 350 studenten. Het betrof een 'tijdelijke' oplossing. De bouwsels moesten slechts 10 jaar standhouden. Willy Vander Meeren was een bijzonder getalenteerd architect die telkens opnieuw zocht naar de optimale oplossing tegen de gunstigste prijs. Zijn advies luidde: koop 350 caravans. Dat vond het VUB-rectoraat maar niets. Het wilde 'iets degelijks'. De zoektocht van Willy Vander Meeren leidde naar prefab-bouwcontainers die als puzzelstukken naast en op en aan elkaar geklonken konden worden. Vander Meeren wilde echter geen eentonige blokkendoos-architectuur. Mei '68 was doorgedrongen in de jongerencultuur met alle sociale en hiërarchische conflicten van dien. Hij vermoedde dat de studentenwijk wel eens het tafereel zou kunnen worden van studentenbetogingen en politiecharges. Daarom liet hij zich bij de opstelling van de containerelementen inspireren door de doolhofstructuren van oude stadsbuurten (medina's) in Noord-Afrika. Hij combineerde bouwblokken en open ruimte met doorsteken, draaitrappen en oversteekplaatsen over de containers heen. Deze studentencontainers dateren van 1971. Ondertussen zijn ze dus al ruim 40 jaar oud. Enkele jaren geleden werden ze gerenoveerd. Tussen de studentenkoten met gele en blauwe kleurpanelen vertrekt een wandelpad, neem het wandelpad, 30 m verder volgt een splitsing. Neem links. Je loopt nu evenwijdig met een afsluitdraad. Waar die afsluitdraad een hoek maakt, neem je het grijze klinkerpad naar rechts. Even verder wandel je voorbij een trap. Bij de kruising met een dwarspad blijf je rechtdoor wandelen. Bij de gele paal met richtingaanduidingen volg je de richting 'Rectoraat' naar rechts. Zo bereik je een ovaalvormig gebouw. Wandel tot bij de indrukwekkende luifel aan de voorzijde. Dit is het rectoraatsgebouw van de VUB. De bijnaam ‘De sigaar’ verwijst naar zijn eigenaardige vorm. De betonnen kokers met champignon-vormige deksel zijn ventilatieroosters. Dit alles is ontworpen door de Antwerpse architect Renaat Braem en is sinds 1976 in gebruik. Antwerpenaren kennen Braem als architect van de woonwijk ‘Het Kiel’ of ontwerper van het Beeldhouwkunstpaviljoen in het Middelheimpark. Leuvenaars kennen zijn woonwijk ‘SintMaartensdal’. Mensen uit Boom zijn vertrouwd met zijn ‘Kruiskenslei’-gebouw. Quizvraag 9: In de betonnen luifel van het rectoraatsgebouw zijn uiteenlopende symbolen aangebracht. Welk symbool staat er niet op? Antwoord:
fakkel
ster
kruis
Egyptisch oog
zon
graan
11
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Naast het rectoraatsgebouw ligt een drukke laan. Wandel er naartoe. Steek daarbij gerust door langs het smalle loopspoor over het gazon. Aan de overzijde van de drukke laan zie je enkele kazernes. Ze werden in 1872 gebouwd. Arch. Felix Pauwels haalde zijn inspiratie voor de majestueuze opeenvolging van hoofdgebouwen langs de hoofdlaan bij de 17de-eeuwse Marsveldkazernes in Parijs. In de losstaande paviljoenen werden beneden de paarden gehuisvest en op de verdiepingen verbleven de manschappen. De Franse invloed komt ook tot uiting in de enorme gesculpteerde trofeeën boven de hoofdingangen. In de 19de eeuw werden de kazernes gebruikt door de militaire cavalerie, later o.a. door de luchtmacht, en sinds 1978 door de rijkswacht. De lokalen waren echter in zeer slechte staat, wat parlementaire vragen opriep: “Het is zelfs niet denkbaar dat de leerlingen van de Rijkswachtschool van 1978 moeten logeren zoals diegenen van 1946, in kamers met tien tot vijftien bedden en verwarmd door een kachel in het midden van het vertrek.” Ondertussen zijn de gebouwen gerenoveerd. De meeste Brusselse kazernes werden gebouwd onder koning Leopold II. Sommigen lagen in de binnenstad en in Schaarbeek, maar de grootste concentratie lag op de grens van Etterbeek en Elsene. De Rolinkazerne, de Rijkswachtkazerne, het Militair Hospitaal en het Voertuigenarsenaal lagen allemaal rond een centraal oefenterrein dat gebruikt werd om te leren paardrijden en voor manoeuvre-oefeningen: het Oefenplein. Vanuit deze locatie vertrokken een aantal lanen richting centrum en richting Koninklijk Paleis van Laken,… om, indien nodig, direct te kunnen ingrijpen. De plannen voor deze lanen zijn van Victor Besme en dateren van 1864. Vele van deze lanen hebben namen van militairen; deze bv. heet Generaal Jacqueslaan. Vandaag zijn deze lanen beter bekend als 'De Grote Ringlanen'. Het Oefenplein doet vandaag dienst als ULB- en VUB-campus. Wandel de Generaal Jacqueslaan rechts op tot bij de 1ste verkeerslichten, met rechts een nieuwbouw. U-Residence is een een nieuw multifunctioneel complex met studentenverblijven. Steek de General Jacqueslaan bij de verkeerslichten langs de zebrapaden over en neem rechtdoor de Tweede Lanciers Regimentlaan. Wandel aan de rechter straatkant. Deze laan loopt langs de zijgevels van de twee kazernes. Tussen de bomen van de middenberm werden later oorlogsmonumenten geplaatst. Heel wat Etterbeekse straatnamen verwijzen naar de voormalige kazernes en militaire helden. Een eeuw geleden was Etterbeek echter een koele minnaar van de steeds uitbreidende kazernes op haar grondgebied. Ze vond dat ze al genoeg niet-belastbare zones op haar grondgebied had. Wandelend langs deze lange kazernemuur, voel je dat deze kazernes een grote oppervlakte innemen. Bij het einde van de eerste kazernemuur steek je de dwarsstraat (Luchtmachtlaan) over. Het hoekgebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl is het politiemuseum. Het is gewijd aan de geschiedenis van de verschillende Belgische politiediensten. De nadruk ligt op de voormalige rijkswacht, die de meeste museumstukken leverde, maar ook op andere politiekorpsen zoals de gerechtelijke politie, de vroegere gemeentepolitie of de burgerwacht. Als je graag uniformen, wapens, decoraties, voertuigen en foto’s van de politie ziet, dan weet je nu waarheen. Quizvraag 10: Welk bouwjaar staat op een van de gevels van het hoekgebouw aangegeven? Antwoord:
1879
1903
1913
1967
Blijf de Kazernenlaan volgen. Voorbij het politiemuseum draait ze naar rechts. Neem vervolgens de 1ste rechts, de Dokter Drijepondtstraat. Na een bocht naar links neem je onmiddellijk rechts de Joseph Buedtsstraat. Aan de rechterzijde van de straat ligt de hogeschool ISFCE (Institut Supérieur de Formation Continue d’Etterbeek). De gevels van de scholen op het grondgebied van Etterbeek bieden een fraaie staalkaart van de grote momenten uit de geschiedenis van de schoolarchitectuur. Het gebouw hier, het Institut Technique René Piret (1914, arch J. Stillemans) is in klassieke stijl opgetrokken. De lange symmetrische gevel in witte baksteen op een arduinen sokkel heeft een classicistisch uitzicht. Het interieur was typisch voor zijn tijd: klaslokalen gaven uit op een centrale speelplaats waardoor ze veel licht binnenkregen. Die speelplaats lag aan de binnenzijde van het bouwblok zodat de leerlingen beschermd waren tegen epidemieën. Licht, schoonheid, harmonie en hygiëne waren kernwoorden in schoolontwerpen van het begin van de 20ste eeuw. Een radicale breuk met de kleine, donkere en onaangepaste gebouwen die voordien als school werden gebruikt.
12
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Quizvraag 11: Wat staat op het logo van de hogeschool? Antwoord:
een open boek
een hoofd in profiel
een wijze uil
een brandende kaars
Wandel de straat af tot je bij de Waversesteenweg komt. De buurt waardoor je wandelt, heet 'de Jacht'. Die naam verwijst naar jagersactiviteiten ten tijde van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Het gehucht maakte deel uit van het hertogelijk domein. In 1870 werd dit deel van de gemeente verkaveld. Het duurde echter lang vooraleer het bebouwd werd, en de tracés werden onophoudelijk hertekend en aangepast. De Waversesteenweg is de oude as doorheen het gebied. Steek via het zebrapad tegenover het café 'New Bouffons' de Waversesteenweg over en wandel de Generaal Fivéstraat in. Sla tussen nrs. 16 en 22 de overdekte doorgang (aan de wegverhoging) in en wandel het parkje in. Dit parkje werd in 1955 aangelegd in het midden van het woonblok. Het werd genoemd naar de in dat jaar overleden Louis Van Hooveld, Etterbeeks gemeenteraadslid en senator. De huidige naam 'Tuinen van Fontenay Sous Bois' is geïnspireerd op de Franse zustergemeente van Etterbeek. Je vindt er een speelplein, omheind sportterrein, basketveld en een rustzone. Een plaat gedenkt dat hier in juni 1993 een 1ste middeleeuwse markt plaatsvond. Deze driedaagse markt met middeleeuws spektakel, gevechten, ambachten en ste gerechten kende dit jaar haar 22 editie in het Jubelpark. Loop langs de bomendreef het park door. Hou het zwembad (met de glijbaanbuizen) aan je rechterkant en neem de doorgang onder een rood bakstenen gebouw. Steek de straat over en ga naar rechts. Sla de 1ste zijstraat (Landbouwersstraat) links in en gebruik het rechter trottoir. Aan de straatverhoging met boompjes wandel je langs de doorgang rechts het tuinwijkje Jouët-Rey binnen. Loop tot het centrale pleintje in het parkje dat zich achter de huizen bevindt. De sociale wijk Jouët-Rey werd gebouwd in de jaren 1909 en 1910 in opdracht van de 'Brusselse Godshuizen' om onderdak te bieden aan bejaarden. Voor Brussel was het de eerste sociale wijk die werd gebouwd volgens het Engelse 'tuinwijk'-concept. Bedoeling was om aan de rand van steden nieuwe wijken te creëren en zo een overgang te maken tussen het platteland en de stad. Ook moesten deze tuinwijken zorgen voor een betere voeling met de natuur en een beter sociaal contact tussen de bewoners. Vandaar dat elk huisje zijn tuin had en er een centraal parkje was. De meeste tuinwijken in Brussel ontstonden na de Eerste Wereldoorlog. Tegenwoordig liggen de tuinwijken binnen de stad. Van 'stad op het platteland' zijn ze uitgegroeid tot 'platteland in de stad'. Tuinwijken waren een spaarzame keuze: groepen huizen werden opgebouwd volgens eenzelfde plan en met dezelfde materialen. Dit had schaalvoordelen en vele huizen konden op korte tijd opgeleverd worden. In deze wijk zie je daarom langs twee parallelle straten telkens 16 eenvoudige bakstenen huisjes in twee blokken van acht. Beide blokken vormen elkaars spiegelbeeld. Na 20 jaar verwaarlozing werd de wijk in 1998 gerenoveerd en kent ze vandaag een nieuwe bloei. Het beheer ervan is in handen van verenigingen die hulp bieden aan mensen in nood. Een deel van de huizen is gereserveerd als groepswoningen voor bejaarden met een laag inkomen. Loop verder rechtdoor tot je weer op een straat uitkomt. Volg deze links tot aan een zebrapad voor een rondpunt. Steek langs dat zebrapad naar rechts over en steek ook de volgende dubbele straat (Alexandre Galopinlaan) over. Neem de volgende straat, de Elf Novemberlaan, naar rechts. Dit deel van de laan is hoofdzakelijk bebouwd met appartementsgebouwen van na de Tweede Wereldoorlog, behalve nrs. 53-55 die gebouwd werden in 1941. Halfweg dit straatstuk staat het Athenée Royal André Vésale. Dit complex uit 1937-38 is een goed voorbeeld van de monumentale, bijna verpletterende schoolarchitectuur uit de periode net voor de Tweede Wereldoorlog. Ze kenmerkt zich door een overzichtelijke structuur, zuivere lijnen en sobere vormgeving waaruit bijna elke decoratie is gebannen. Het gebruik van beton, gele baksteen, stalen raamlijsten en grote rechthoekige ramen met bovenlichten maakt deel uit van deze esthetische visie. Vandaag bevat het gebouw een volledige kleuter-, lagere en middelbare school. Wandel verder tot aan het Koning Overwinnaarsplein. Steek langs het zebrapad rechtdoor over en wandel naar rechts (haag aan je linkerkant). Neem voorbij de bocht de 1ste parkingang aan je linkerkant. Loop het parkje in tot aan een lage herdenkingssteen. Voor de bebouwing rond dit ovaalvormige plein schreef de gemeente Etterbeek in 1936 een architectuurwedstrijd uit. Het winnende project van arch. Paul Posno werd pas in de jaren 1950 uitgevoerd. Het is een architecturaal geheel dat opvalt door zijn harmonie en eenheid. Het is symmetrisch en alle gebouwen zijn sober opgetrokken in gele baksteen en hebben grote horizontale muuropeningen, die de appartementen van veel licht voorzien. 13
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Samen met het Flageyplein in Elsene is dit het enige uitgevoerde pleingeheel van modernistische interbellum architectuur in het Brussels Gewest. De ruimte in het midden van het plein, aanvankelijk bestemd voor een nieuw gemeentehuis, werd uiteindelijk ingericht als park. Centraal in het park staat een monument voor burgemeester Louis Schmidt, overleden in gevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1944. Het parkje wordt bij mooi weer heel intens gebruikt door de appartementsbewoners uit de buurt. Wandel verder, verlaat het plein, steek langs het zebrapad over en neem rechtdoor de E. de Thibaultlaan. Wandel aan de rechterkant. Tussen de volgende twee zijstraten liggen aan de rechterkant (nrs. 78 tot 72) sociale appartementsgebouwen die tijdens de jaren 1920 gerealiseerd werden door de sociale woningmaatschappij 'Etterbeekse Haard' (let op de F.E. op de hoek van het gebouw). Naast de tuinwijken, waarvan je eerder al een voorbeeld gezien hebt, zie je hier een voorbeeld van een 2de soort sociale architectuur: appartementsgebouwen met een gemeenschappelijke centrale tuin. Als de groene poort van nr. 74 openstaat, kan je die tuin van op straat zien. Quizvraag 12: op nr. 70 op de hoek de J. Massartstraat zie je een gedenkplaat met profiel van Oscar Velghe, voormalig voorzitter van de 'Foyer Etterbeekois'. Welk attribuut gebruikt hij? Antwoord:
Hoorapparaat
Pijp
Hoge hoed
Monocle
Wandel de E. de Thibaultlaan verder af. In de bocht naar rechts kom je aan het nr. 2 bij een rood-zwart hek. Dit opvallende ijzeren hek werd ontworpen door de art nouveau-architect Paul Hankar. Het is afkomstig van een afgebroken woning op de Tervurenlaan waar de kunstschilder Bartholomée een atelier had. Wandel binnen tot op de binnenplaats. Dit industriële pand van arch. H. Willems dateert uit 1905 en kwam in 1920 in handen van de drukkerij Phobel, die gespecialiseerd was in kleurboeken en gezelschapsspellen. Na de sluiting van het bedrijf in 1970, ontdekte Marcel Boon, de directeur van het Koekelbergse RHoK (Rijkscentrum Hoger Kunstonderwijs) de oude litho-drukkerij. Er was een collectie machines achtergelaten samen met kleinere werktuigen, meubilair (de 'letterkasten'), honderden kalkstenen met tekeningen (gebruikt voor lithografie), glasplaten voor foto’s, kaarten, plans en boeken. In 1972 werd het pand gekocht door het toenmalige ministerie van Onderwijs en Cultuur. Het werd volledig gerenoveerd door de arch. F. Bogaert om er het RHoK in onder te brengen. De officiële opening volgde in 1973. Het RHoK is er nog steeds gevestigd. Het is een academie voor beeldende kunsten waar een team van leerkrachten, met eigen artistieke loopbaan, de opleiding verzorgt van zowel kinderen, jongeren als volwassenen. Ateliers vormen de ruggengraat van de academie. Het gebouw omvat twee bouwlagen op een onregelmatige plattegrond, voornamelijk onder glazen dak. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen, verlevendigd door het gebruik van witte baksteen voor banden en bogen. Grote rechthoekige muuropeningen zorgen voor licht. Het interieur werd aangepast bij de renovatie, maar in de huidige drukwerkplaats werd de vloer en het ijzeren gebinte goed bewaard. Links van het RHoK kan je doorwandelen, zodat je langs de parking en een andere poort kunt terugkeren tot bij de straat. Merk je dat je al een tijdje bergaf gewandeld hebt en dat de bebouwing in deze straat eenvoudiger, kleiner en ouder is? Je bent aanbeland in een ouder stukje Etterbeek. Deze straat lag langs de Sint-Pietersbeek die enkele kilometers verder uitmondde in de Maalbeek die op haar beurt uitmondde in de Zenne. Op het trottoir sla je rechts af en volg je de Generaal Tombeurstraat tot aan het Sint-Pietersplein. Dit veelhoekige plein werd aan het begin van de 20ste eeuw aangelegd op een kruispunt van heel oude wegen. Het midden van het kruispunt wordt verfraaid door de leilinden en het geheel van blauwe sculpturen met fonteintjes die de vorm van het plein volgen. De 30 sculpturen met variërende hoogte, het beeldhouwwerk Waterstèles uit 2002 van Charlotte Marchal, geven het plein iets feestelijks en waarderen de tramhalte op tot een geborgen wachtruimte. Loop langs links rond het plein. Na het oversteken van de brede straat met de tramsporen (Jachtlaan) sta je voor een imposant gebouw. Het is het Instituut Ernest Richard (1914, architect Stillemans). Het was oorspronkelijk bedoeld als Vredegerecht maar huisvest nu een Franstalige middelbare school. Het is gebouwd in een eclectische stijl, de vermenging van uiteenlopende stijlen uit het verleden. 14
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Wandel verder rond het plein en neem voorbij Lavoir St-Pierre links de Sint-Pieterssteenweg. Wandel aan de rechterkant. Net voorbij de 1ste bocht in de steenweg neem je rechts de trap (Jubeltrap) naar boven. Je verlaat de Sint-Pietersbeek, de vallei, en het volksere stukje Etterbeek. Bovenaan de trap bereik je een andere wereld: de buurt van het Jubelpark. Voor de aanleg van dit Jubelpark werd in 1880 de hele omgeving opgehoogd tot een vlak plateau. Die artificiële ophoging liep door tot waar je staat. Even verderop ging het reliëf dus plots steil naar beneden tot bij de oude steenweg. De overgang tussen beide niveaus kreeg in 1910 deze trapvorm. Bovenaan de trap ga je naar rechts. Het trottoir brengt je met een bocht naar de Galliërslaan die je verder afwandelt tot aan de 1ste zijstraat. Parallel met de bouw van de Triomfboog in het Jubelpark organiseerde de gemeente een gevelwedstrijd langs de Galliërslaan. Het resultaat is een fraai ensemble van verschillende architectuurstijlen. Steek de 1ste zijstraat, de Frankenstraat over en kijk deze straat in. Je hebt een mooi zicht op de gevel van het Cauchiehuis aan de overkant van de straat (nr. 5). Het kunstenaarsechtpaar Paul en Line Cauchie bouwde er in 1905 hun huis met atelier. Uit het gebouw sprak een gedurfde moderniteit die mijlenver verwijderd lag van de burgerlijke architectuur van de wijk. Geen neostijlen of plantenkrullen uit de art nouveau, maar het lijnenspel uit de Wiener Sezession. Geen zichtbaar dak maar een dakterras. En vooral geen baksteen en witsteen, maar wel bepleistering. Daardoor kon Paul Cauchie zijn specialiteit op zijn huis ten toon spreiden: het sgraffito. Deze techniek - ingekleurde lijntekeningen gekrast in natte pleister - was niet duur en Cauchie verlevendigde er honderden woningen mee. Daar waar anderen vaak hetzelfde motief herhaalden, maakte Cauchie voor elke woning een ander ontwerp. Hier, op zijn eigen woning, zie je zijn mooiste schepping waarop jongen vrouwen de kunsten verzinnebeelden. Het sgrafitto-rijke interieur kan het 1ste weekend van elke maand bezocht worden en in de zomer ook op dinsdagavond. Quizvraag 13: Bovenaan in de geveltekening zie je de afbeelding van zeven vrouwen. Waaraan herken je de jonge vrouw die de muziek verbeeldt? Antwoord:
Viool
Luit
Hoorn
Partituur
Harp
Steek langs het zebrapad de Galliërslaan en het fietspad over en wandel langs de doorgang en de trap het Jubelpark binnen. Neem de 1ste geasfalteerde weg naar links. Op een kasseivlakte gekomen, hou je rechts. Wandel tot je in de as van de Triomfboog staat en er aan je rechterkant enkele brede treden naar beneden zijn. Koning Leopold II was rond 1880 de drijvende kracht achter de herinrichting tot Jubelpark van een oud militair oefenplein op de Linthoutvlakte. De Triomfboog maakte deel uit van een tentoonstellingspark dat naar aanleiding van ste de 50 verjaardag van België werd uitgebouwd. Daarom is dit plateau bij veel mensen bekend als Halfeeuwfeestpaleizen of Cinquantenaire. Het was de bedoeling om in imposante hallen de prestaties van het jonge België op het vlak van handel, industrie en kunst aan de wereld te tonen. Hoogtepunt was de wereldtentoonstelling van 1897. Ter gelegenheid van deze wereldtentoonstelling wilde de vorst een extraatje. Hij liet de toenmalige Triomfboog afbreken en vervangen door een veel breder en hoger exemplaar. Vanaf 1935 verhuisde de tentoonstellingsactiviteit naar de Heizel. De gebouwen in het Jubelpark werden ingericht als Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Legermuseum en Autoworld. Via het Legermuseum geraak je zelfs (gratis) op de Triomfboog. Draai je met je rug naar de Triomfboog, dan heb je een goed zicht op de brede laan die buiten het park begint. Het is de Tervurenlaan die onder impuls van Leopold II werd aangelegd om de wereldtentoonstelling van 1897 in het Jubelpark te verbinden met een nevensite van de expo, de Congo-tentoonstelling in Tervuren. Deze bijzonder statige bomenpromenade, met witte kastanjelaren, liep kilometers ver door, van het Linthoutplateau, door de Woluwevallei en door het Zoniënbos tot bij het Park van Tervuren, waar Leopold II zijn Koloniënpaleis liet bouwen. Ze liep trouwens doorheen terreinen die vooraf door de koning waren opgekocht. De aanleg en de aandacht zorgden voor snelle verkaveling en dus voor een enorme meerwaarde. De koning bereikte met dit initiatief drie doelen. België kwam onder de internationale aandacht; zijn Congo-project kreeg veel bijval, en zijn verkavelingsaanpak zorgde voor een enorme winst. Laat de Triomfboog achter je en wandel de brede treden af. Wandel links rond de vijver met fonteinen en verlaat het park. Voorbij de poort ga je naar de linkerkant en via een zebrapad kom je aan de ingang van het metrostation 'Merode' (met de witte M op een blauwe achtergrond). Als je een roltrap naar beneden wenst, dan kan je 50 meter verder de volgende ingang nemen. Ontwaard je kaart in het oranje toestel en loop door de sluis. Hou je ontwaard ticket goed bij, voor het geval je controle krijgt. 15
NOODNUMMER 0478/77 02 58
In de ondergrondse hal kom je aan een brede kleurrijke muurschildering. Het is het kunstwerk 'Vive la sociale' van Roger Raveel (1976). Quizvraag 14: Op het schilderij 'Vive la sociale' vind je een zelfportret van Raveel. Waaraan herken je hem? Antwoord:
O O O O O
Naamkaartje op vest Staat achter schildersezel Heeft een schilderij vast Houdt penselen vast Zit te schetsen
Volg richting '1 Weststation' (paars) en ‘5 Erasmus’ (geel): neem daarom aan de rechterkant van de muurschildering de trap naar beneden. Neem op het perron het 1ste metrostel dat langs komt (beide lijnen zijn goed). In elk metrostel kan je de reis volgen op aanduidingpanelen. De haltes worden aangegeven en omgeroepen. de Stap uit bij de 5 halte 'Centraal Station' en wandel naar de lokettenzaal van het treinstation. Kies er de hoofduitgang links van de loketten naar het ronde stationsplein.
UITSTEMPEL (van 15.30u tot 17u) Op dit ronde stationsplein (= Europakruispunt) vind je de Bloso-stand voor je UIT-stempel.
PINTJE OF TERRASJE? Heb je nog zin in een pintje, of een terrasje? Wandel dan via de doorgang onder het hotel ‘Le Méridien’ rechts naar beneden. In de buurt van de Grote Markt en de Sint-Hubertusgalerijen vind je zeker nog iets aantrekkelijks. Hopelijk heb je een fijne sportdag gehad en keer je snel terug om te genieten van de charmes van deze stad.
SCHIFTINGSVRAAG Dit wandelcircuit werd uitgewerkt door 7 medewerkers van Brukselbinnenstebuiten. Wat is de gemiddelde afstand van hun woonplekken tot bij de toren van het Brusselse stadhuis, uitgedrukt in meters, zonder cijfers na de komma? Antwoord:
..........m
Dit circuit werd in opdracht van Bloso uitgewerkt door Brukselbinnenstebuiten. Bruksel wil je de stad tonen, te voet, per bus, met de fiets of met openbaar vervoer, en dit verder dan de toeristische neus lang is. Bruksel helpt je je gedachten over Brussel te openen. Meer informatie over Bruksel: <www.brukselbinnenstebuiten.be> of tel. 02.218.38.78
Wat vond je van de ‘Korte wandeling’? Laat het ons weten en maak kans op een mooie prijs! www.bloso.be/sportdagvoorambtenaren, doorklikken naar ‘Geef je mening’
16
NOODNUMMER 0478/77 02 58
KORTE STADSWANDELING 2014
QUIZVRAGEN De juiste antwoorden kun je eerst noteren bij de vragen in de wandeltekst zelf. Na afloop van de wandeling breng je ze over op dit blad en deponeer je dit blad in de daarvoor bestemde Bloso-urne.
Naam + voornaam: ………………………………………………………… Administratie: ………………………………………………………………. Straat + nummer: ………………………………………………………….. Postcode + gemeente: ……………………………………………………. (invullen in drukletters, aub!) Vraag 1: De Koning Albert II-laan was in het oorspronkelijke WTC plan voorzien als een onderdeel van een autosnelweg. Welke snelweg was dit? Antwoord:
O O O O
E 19 (Amsterdam, Nederland - Parijs, Frankrijk) E 34 (Knokke Heist, België - Bad Oeyenhausen, Duitsland) E 40 (Calais, Frankrijk - Ridder, Kazachstan) E 42 (Duinkerke - Aschaffenburg, Duitsland)
Vraag 2: Op het aangelegd pleintje staat tussen zitbanken en bomen een zuil; een restant van het gebouw van de geuzebrouwerij ‘Toussaint’ die hier tot 1963 heeft gebrouwen. Uit welk materiaal is deze zuil gemaakt? Antwoord:
marmer
gietijzer
gewapend beton
hout
Vraag 3: De KVS-gevel is versierd met borstbeelden. Van welke schrijver staat er geen borstbeeld? Antwoord:
Pieter Langendyck
Willem Ogier
Joost Vanden Vondel
Herman Teirlinck
Vraag 4: In de betonmolen worden stijlkenmerken gebruikt die verwijzen naar een historische architectuurstijl. De welke? Antwoord:
Romaans
Gotisch
Barok
Classiscisme
Art nouveau
Vraag 5: Op een van de appartementen aan de Ieperlaan is het steeds 4 uur. Welk bedrijf was er destijds gevestigd? Antwoord:
Casa Menthe
Gérard Koninckx Frères
Gebroeders Kegel Frères
Imperial Importing
Vraag 6: Wat zijn de openingsuren van het park in september? Antwoord:
7u - 22u
8u - 21u
9u - 18u
9u - 17u
Altijd open
Vraag 7: Rechts van L'Espoir werd een stadstuintje geopend. Wat is de naam van dit stadstuintje? Antwoord:
Jardin Majorelle
Jardin van de hoop
Hubert Vert
Molentuin
Vraag 8: Wat zijn de Cambio kleuren? Antwoord:
Groen - rood
Geel - Blauw
Blauw - oranje
Bruin - grijs
17
Vraag 9: In de betonnen luifel van het rectoraatsgebouw zijn uiteenlopende symbolen aangebracht. Welk symbool staat er niet op? Antwoord:
fakkel
ster
kruis
Egyptisch oog
zon
graan
Vraag 10: Welk bouwjaar staat op een van de gevels van het hoekgebouw aangegeven? Antwoord:
1879
1903
1913
1967
Vraag 11: Wat staat op het logo van de hogeschool? Antwoord:
een open boek
een hoofd in profiel
een wijze uil
een brandende kaars
Vraag 12: Op nr. 70 op de hoek de J. Massartstraat zie je een gedenkplaat met profiel van Oscar Velghe, voormalig voorzitter van de 'Foyer Etterbeekois'. Welk attribuut gebruikt hij? Antwoord:
Hoorapparaat
Pijp
Hoge hoed
Monocle
Vraag 13: Bovenaan in de geveltekening zie je de afbeelding van zeven vrouwen. Waaraan herken je de jonge vrouw die de muziek verbeeldt? Antwoord:
Viool
Luit
Hoorn
Partituur
Harp
Vraag 14: Op het schilderij 'Vive la sociale' vind je een zelfportret van Raveel. Waaraan herken je hem? Antwoord:
O O O O O
Naamkaartje op vest Staat achter schildersezel Heeft een schilderij vast Houdt penselen vast Zit te schetsen
SCHIFTINGSVRAAG Dit wandelcircuit werd uitgewerkt door 7 medewerkers van Brukselbinnenstebuiten. Wat is de gemiddelde afstand van hun woonplekken tot bij de toren van het Brusselse stadhuis, uitgedrukt in meters, zonder cijfers na de komma? Antwoord:
.........m
18