NOODNUMMER 0478/77 02 58 Let op! Bij de start worden geen parcours uitgedeeld!
KORTE STADSWANDELING Deze wandeling start in het Brusselse Centraal Station. Het wandelparcours is 8,2 km lang en leidt je eerst langs de Kunstberg en het Warandepark. Dan doorkruis je Elsene met Sint-Bonifaas en de Zwart-Afrikaanse wijk Matonge. Het eindpunt van de wandeling ligt opnieuw bij het Centraal Station. Onderweg kom je langs een Bloso-controlepost waar je een IN-stempel krijgt. Vanaf de tweede helft van dit wandelparcours krijg je tips voor je middagpauze. Aan het eindpunt volgt dan nog de UIT-stempel. Bij het gebruik van dit uitgeschreven wandelparcours gaan we ervan uit dat je als voetganger de wegcode respecteert. In deze wandeling is ook een quiz verwerkt met een reeks vragen en een schiftingsvraag. De antwoorden kun je eerst noteren bij de vragen in de wandeltekst zelf. Na afloop breng je ze over op het blad achteraan en geef je ze af bij de stand van de UIT-stempel. Heb je nog vragen, dan kan je bij de start van deze wandeling terecht bij een Bloso-medewerk(st)er in de lokettenzaal bij de uitgang. Je herkent hem/haar aan het fluo-vestje. -oOoVertrekpunt is de lokettenzaal van het Centraal Station. Het Centraal Station (1937-1952, Victor Horta & Maxime Brunfaut) ligt op de spoorwegtunnel tussen het Noord- en Zuidstation. Tot in 1952 waren deze beide stations 'kopstation'. Dat betekende dat het spoor eindigde bij dat station. Reizigers die verder wilden reizen, moesten de afstand tot het andere station te voet of per tram overbruggen. Reeds rond 1855 startte de discussie over het al dan niet verbinden van beide stations door een spoor. De beslissing viel in 1903, maar het duurde nog tot 1953 eer de eerste trein door de tunnel reed. Vandaag rijdt er tijdens het spitsuur elke minuut een trein door de tunnel. Het Centraal Station werd in 1937 ontworpen door architect Victor Horta. Na zijn overlijden in 1947 werd het station afgewerkt door architect Maxime Brunfaut. Het station ontvangt dagelijks 145.000 reizigers. Wandel rechts van de loketten de doorgang richting 'Kantersteen' in. Neem er de trappen naar boven tot bij de ingang van de Ravensteingalerij. QUIZVRAAG 1: De tekening op het plafond voor de galerijdeuren stelt sterrenbeelden voor. Welke afbeelding staat net voor de deuren? Antwoord
O Walvis
O Windroos
O Castor Pollux
O Cassiopeia
Wandel de Ravensteingalerij in en volg die tot bij de rotonde. De Ravensteingalerij werd voltooid in 1958 en vormt een voetgangersverbinding tussen het station en de bovenstad. Deze overdekte winkelgalerij werd grondig gerenoveerd in 2009. Bedoeling was om er opnieuw een gevarieerder winkelaanbod te krijgen, maar dat lukt eigenlijk niet zo goed. Ondanks de 17.000 passanten per dag is het verloop van de winkeluitbaters groot. Aan het einde van de werkdag lopen de horecazaken steeds vol (en de pinten leeg). Rond de rotonde met betonnen lichtkoepel overbruggen trappen het hoogteverschil tussen beneden- en bovenstad. In de late Middeleeuwen stond op deze plek 'de Groote Pollepel’, een gotisch gebouwtje met een waterreservoir dat werd gevoed door de Koperbeek en diende voor de bevoorrading van de drinkfonteinen rond de Grote Markt. Het tracé van de Koperbeek zal je tijdens deze wandeling nog een paar keer tegenkomen. Langs de trappen rechts herken je op de tussenverdieping het Atelier van de Vlaamse Bouwmeester aan de letters BWMSTR op de grote ramen. Wandel de trappen op en loop door tot je buiten staat. Rechts voor je zie je het Paleis voor Schone Kunsten, tegenwoordig beter bekend als 'Bozar'. Onvoorstelbaar hoeveel ruimte architect Victor Horta hier in 1922-24 op zo’n bescheiden oppervlakte kon samenproppen: een grote concertzaal ‘Henri Le Boeuf’ met 2.200 zitplaatsen, een kamermuziekzaal voor 600 toehoorders, talloze kleinere zalen, een uitgebreid tentoonstellingscircuit en een heleboel ontmoetingsruimten die alles verbinden.
1
NOODNUMMER 0478/77 02 58 De bescheiden proporties van de buitenzijde doen niets vermoeden omdat een groot deel van het gebouw onder de grond zit. Het Bozargebouw vult eigenlijk de voormalige Koperbeekvallei op. Horta combineerde in dit art-decogebouw de culturele infrastructuur binnenin met winkelruimte aan de straatzijde en integreerde het gebouw zo in de stad. Het mastodontgebouw links voor je is een ander verhaal. Het dateert van 1970 en was jaren het hoofdkantoor van BNP Paribas Fortis. Het lijkt wel alsof de ontwerpers er alles voor deden om het gebouw niet te integreren in de stad. Maar, geen nood. Binnenkort wordt het gesloopt; een futuristische nieuwbouw met toegankelijke benedenverdieping zal het vervangen. Tussen BNP en Bozar loopt de korte Baron Hortastraat. Achteraan rechts is Cinematek gevestigd; een museum met één der rijkste filmcollecties ter wereld. Het ruime programma omvat dagelijks live op piano begeleide stille films en dat alles voor een prikje! Steek de straat over tot bij de Bozar-straathoek en wandel er naar rechts tot voorbij Bozar. Voorbij Bozar staat een oud gebouw met trapgevel en erker. Het is wat rest van het hof van Ravenstein-Cleve, een 15de-eeuws paleis opgetrokken aan de voet van het hertogelijk hof op de Koudenberg. Over de Koudenberg straks meer. In die tijd bezat elke zichzelf respecterende adellijke familie wel een optrekje in de buurt van het Bourgondische hof. Het heette toen nog niet lobbyen, maar in feite kwam het op hetzelfde neer. Vanop het trottoir van de huidige Ravensteinstraat en over de reling heen kijk je neer op de veel lager gelegen Terarkenstraat. Ze liep evenwijdig met de Koperbeek. De Ravensteinstraat werd in 1920 als een soort brug over de beekvallei heen gelegd om op die manier een tramverbinding mogelijk te maken tussen de lager gelegen buurt van het station en het hoger gelegen Koningsplein. Vanop dit niveau van de 1ste verdieping van Ravenstein-Cleve zie je meteen hoe Bozar de beekvallei opvulde. Tussen Ravenstein-Cleve en het trottoir komt er een trap omhoog. Het was een van de drie 'Jodentrappen' die de verbinding vormden tussen het Koperbeekniveau en de hogere heuvelrug. De trapnaam verwijst naar de Joodse gemeenschap die hier woonde, maar in 1370 werd uitgemoord na valse beschuldigingen van hostieroof en -schennis. Loop even verder en gebruik het tweede zebrapad om de Ravensteinstraat over te steken. Aan de andere straatzijde wandel je ze links verder op tot bij een waterpartij met kunstwerk. Vroeger stond dit driehoekig pleintje gewoon vol geparkeerd. De festiviteiten rond ‘Brussel, Europese Culturele hoofdstad 2000’ werden de aanleiding voor herinrichting met een waterpartij. Het kunstwerk 'The Whirling Ear' (1958, A. Calder) stond tijdens wereldtentoonstelling Expo 58 voor het Amerikaans Paviljoen op de Heizel, maar verdween nadien voor 30 jaar in de kelders van het Museum van Moderne Kunst. Aan de overkant van de straat, en dus rechts van het hof Ravenstein-Cleve, zie je de pas gerestaureerde gevel van de voormalige apotheek Delacre uit 1898. Architect Paul Saintenoy combineerde neogotiek met neorenaissance en werkte de gevel open met erkers, balkons, grote ramen en mozaïeken, 'reclames' voor Coffres de Secours, Bandages, Bas Elastique, enz. en met een halve zonnewijzer in de geveltop. QUIZVRAAG 2: Met welke omschrijving afficheerde de apotheek Delacre zichzelf op haar gevel? Antwoord
O Pharmacie Traditionelle O Pharmacie de classe
O Pharmacie Anglaise O Apotheek - Pharmacie
Aan de laagste kant van het pleintje begint een monumentale trap met een indrukwekkend panorama over de benedenstad, met de ranke gotische stadhuistoren en daarachter, in de verte, de koperen koepel van de Basiliek van Koekelberg. Aan je voeten ligt de geometrische tuin van de Kunstberg. Die werd door tuinarchitect René Péchère in de jaren 1950 aangelegd bovenop de ondergrondse ruimten van de Congressenpaleizen. 50 jaar later was de tuin afgeleefd. Na een grondige restauratie werden ook de ondergrondse ruimtes aangepakt. Die kregen in 2009 een nieuwe ingangspartij die je herkent aan de grote glazen kubus 'Square' rechts. Links van de tuin van Péchère zie je een monumentaal gebouw met zuilengalerij. Tussen die zuilen merk je met enige moeite een oude zandstenen muur met gotisch raam. Die horen bij de Sint-Joriskapel (1500), laatste restant van het in 1954 domweg gesloopte paleis van de prinsen van Oranje-Nassau, dat net als het hof van Ravenstein-Cleve in de buurt van de Koudenberg was opgetrokken.
2
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Vandaag staat de kapel ingebouwd in de Nationale Bibliotheek van België (1954-1969), de Albertina. Deze herbergt meer dan 6 miljoen boeken waaronder kostbare middeleeuwse codices en handschriften, maar ook kaarten en prenten. Ze is genoemd naar koning Albert I wiens ruiterstandeeld onderaan het park staat. Misschien merk je ook links van de Sint-Joriskapel op dakniveau een bolvormige serre. Die hoort bij een dakmoestuinproject. Recht tegenover de apotheek leidt een hellende doorgang richting vier bomen en het erachter liggende Museumplein. Bij de vier bomen staat enorme beeld van Karel van Lotharingen ofte Charles de Lorraine. Hij was van 1740 tot 1780 gouverneur van de Nederlanden, in opdracht van zijn schoonzus, keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk. Karel had in 1756 het Nassaupaleis gekocht dat hier stond. Hij verbouwde het tot zijn residentie, maar behield de Sint-Joriskapel, waarvan je de resten in de Albertina hebt gezien. De pleinwand links van zijn beeld omvat de gevel van zijn paleis. Achter de halfcirkelvormige rotonde-ingang bevindt zich een monumentale trapzaal. De gevel links van de rotonde herbergt op de eerste verdieping nog een reeks 18de-eeuwse, impressionante paleiskamers. Rechts van de rotonde-ingang bevindt zich de protestantse kapel. Al de rest is gesloopt om plaats te maken voor de Albertinabibliotheek. Het huidige plein was de voortuin van het paleis. In 1829 werden twee bijkomende pleinwanden opgetrokken in dezelfde stijl en met daarachter het Paleis voor de Nationale Nijverheid, de voorloper van onze huidige Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK). Maar ook achter die gevels ging de sloophamer tekeer. Het 19de-eeuws gebouw ging in de jaren 1960 tegen de vlakte. Wat je vandaag ziet, zijn de bovenste 3 verdiepingen van het 7 niveaus hoge Rijksarchief in de achterliggende en veel lager gelegen Ruisbroekstraat. Daarmee is de kous nog niet af. Je staat immers niet op volle grond, maar op het dak van het ondergrondse Fin de scièclemuseum. Kijk even doorheen gaten in de stenen balustrade midden op het plein, dan krijg je zicht op de enorme lichtkuil van dit museum. Dit plein zou kunnen uitgroeien tot een charmante scharnier tussen boven- en benedenstad, maar dan zouden hier wel wat commerciële activiteiten, zoals boekenwinkels en terras-tavernes moeten komen. En waarom geen zitbanken voor de vermoeide stadswandelaar? Volg links de Museumstraat bergop en neem de eerste doorgang links tot bij de bomen. Kijkend van onder deze bomen, krijg je een goed zicht op het voormalige winkelpand Old England aan de andere straatkant. Het is een prachtig voorbeeld van art nouveau. Architect Paul Saintenoy werkte de gevel volledig open dankzij het gebruik van ijzer en glas. De architect ontwierp dit gebouw maar één jaar na de pharmacie Delacre die je lager in de straat gezien hebt. Een apotheek moet vertrouwen inboezemen en daarom greep de architect daarbij terug naar historische stijlen. Het Old England-gebouw daarentegen was de toegangspoort en etalage voor een winkelketen die moderniteit en hipheid wou uitstralen en daarom werd de nieuwste architectuurstijl gebruikt. Vanaf 1990 werd dit winkelpand, na jaren leegstand en verkrotting, gerestaureerd en aangepast als onthaalruimte van het Muziekinstrumentenmuseum. Op de panelen op de balustrades staan vandaag notenbalken. Helemaal bovenaan bevindt zich een taverne met terras met een mooi panorama over de stad. Rechts van de bomen leidt een doorgang tot bij de straat. Wandel dan het trottoir bergop en gebruik bij de verkeerslichten het zebrapad naar links. Het Koningsplein is een homogeen plein (1774, arch. B. Guimard) aangelegd bovenop de ruïnes van het hertogelijk hof van de Koudenberg. De symmetrie, de vlakke bepleisterde witte gevels en de classicistische architectuur met zuilen en frontons geven het plein een statige, afstandelijke indruk. Deze uniformiteit illustreert het politieke denken van het 18de-eeuwse Verlicht Despotisme, dat het collectieve belang boven het individuele stelde. De aanleg van het plein was een cadeau van de stad Brussel aan Karel Van Lotharingen voor zijn 25 jaar gouverneurschap. Karel hield van brood en spelen en de Brusselse middenstand leverde maar al te graag aan het hof. Zijn standbeeld stond aanvankelijk in het midden van het plein, maar het werd na de Franse Revolutie van 1789 vervangen door een vrijheidsboom. In 1848 koos de jonge Belgische Staat voor een beeld van Godfried van Bouillon, een politiek minder geladen figuur die blijkbaar makkelijker symbool kon staan voor een ‘Belgisch’ verleden. Het beeld van Karel kreeg pas rond 1990 opnieuw een plaats, maar dan op het Museumplein, waar je het zag staan.
3
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Het gebouw met monumentale zuilengalerij lijkt wel een tempel maar is de kerk van Sint-Jacob-op-denKoudenberg. Het daktorentje met kruis werd er in 1849 aan toegevoegd. De andere gebouwen omvatten indertijd min of meer identieke herenhuizen. Rond 1900 werden enkele omgevormd tot hotel, andere kregen een winkel- of restaurantruimte. Maar ook hier is er vandaag verschil tussen schijn en werkelijkheid. Van de 18de-eeuwse interieurs is de helft gesloopt. Het zijn nu musea, tentoonstellingsruimtes of overheidsinstellingen. Wandel verder langs de pleinwand tot voor de deur waarboven 'Paleis van keizer Karel' vermeld staat. Aan deze kant van het plein stond het hertogelijk hof van de Koudenberg, de middeleeuwse residentie van de hertogen van Brabant. Onder de opeenvolgende dynastieën werd het voortdurend uitgebreid en gemoderniseerd. De Bourgondische hertog Filips de Schone bouwde een grote feestzaal, de Aula Magna, keizer Karel V voegde er een hofkapel aan toe en de aartshertogen Albrecht en Isabella breidden de woonvleugel uit. In 1731 verwoestte een brand een belangrijk deel van het paleis. Als de deur van nr. 10 openstaat, kijk dan even binnen. Onder de tekening van dit indrukwekkende paleis kan je door het glas kijken tot in de kelders. Voorbij nr. 10 kun je door de kelderramen nog enkele ondergrondse Paleisresten zien. Sinds 1997 werden ze opgegraven en gerestaureerd. Trouwens de hele ondergrondse site kan je bezoeken langs het Bellevuemuseum. Kom dus gerust nog eens langs. De ingangsdeur vind je op ditzelfde Koningsplein, aan de andere kant van de tramsporen. Blijf het trottoir nog even volgen. Dat betekent dat je voor de tramsporen mee naar links draait, voorbij de twee voordeuren van het Brussels Info Point wandelt en vervolgens loopt langs een lage muur waarin zich de achteringang van Bozar bevindt. Aan de andere kant van de tramsporen ligt een brede kasseivlakte. Dit plein was vroeger een deel van het park, maar koning Leopold II liet het als militaire défiléplein aanleggen. Aan de rechterkant van het plein ontvouwt zich de lange voorgevel van het Koninklijk Paleis, gebouwd vanaf 1904 op initiatief van Leopold II. Enkele stukken dateren nog uit de Oostenrijkse tijd. Vandaag is het Paleis niet meer de koninklijke woonplek, maar wel werkruimte en receptiegebouw. Nu woont de koning in het Kasteel van Laken. De bouw van Bozar startte in de tijd dat Albert I koning was. Hij vond het nodig dat hij vanop zijn paleisbalkon de stadhuistoren moest kunnen blijven zien. Daarom deze lage Bozar-balustrademuur langs het trottoir en meteen ook de reden waarom Bozar niet in de hoogte, maar wel in de diepte werd uitgebouwd. Stap verder tot bij het gebouw waar Vlaamse Leeuwvlaggen uithangen. Dit Errera-gebouw is een van de weinige 18de-eeuwse Brusselse wooninterieurs die zijn overbleven. Het dateert uit 1779 en was het stadsverblijf (refuge) van de Abdij van Grimbergen. In de 19de eeuw organiseerde de Venetiaans-Joodse bankiersfamilie Errera er 'salons'. Sindsdien heet het gebouw 'Errera'. In 1997 startte de Vlaamse overheid de restauratie. Vandaag is het de residentie van de Vlaamse ministerpresident en wordt het vooral gebruikt voor representatieve activiteiten. Steek enkele meters verder bij de voetgangerslichten via het zebrapad de Koningsstraat over. Wandel het park in. Je bereikte kilometerpaal 1 van dit parcours. Dit is de Warande. 800 jaar geleden hoorde het bij hertogelijk hof van de Koudenberg en was dit het hertogelijke jachtpark. Bij de aanleg van de tweede wal (1350-1385) kwam dit privé-park binnen de stad te liggen. De tuin strekte zich uit over een golvend terrein van de Naamse- tot de Leuvensepoort, en werd doorsneden door de Koperbeek. Na de brand van het paleis in 1731 geraakte het domein in onbruik. In 1776, dus in dezelfde tijd als het Koningsplein, werd het domein in classicistische stijl heraangelegd: het terrein werd min of meer genivelleerd en als wandelpark aangelegd met kaarsrechte dreven. Rond het park kwamen rechte straten met symmetrische, witbepleisterde gebouwen. Het was het eerste publiek toegankelijke stadspark in de Nederlanden, een mode die kwam overgewaaid uit Parijs, Wenen en Londen. Het kasseipad waarop je staat wordt wel eens 'de Bediendenweg' genoemd. Voor 9 uur ‘s ochtends en na 16 uur ‘s middags lopen de employés in één lange stille processie van het Centraal Station naar hun kantoor in de Leopoldwijk en terug. Rond het middaguur wordt het park vooral ingepalmd door de steeds talrijker wordende joggers. 4
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Neem de linkse strook van de Bediendenweg (=kasseipad). Na zowat 30 meter kruis je een brede dreef. Net voorbij deze kruising vertrekt er links tussen de struiken een bergop lopend pad. Het brengt je tot bij een muziekkiosk met banken. Deze prachtige muziekkiosk dateert uit 1841. Het is een gietijzeren constructie van architect Cluysenaar, die ook de Sint-Hubertusgalerijen ontwierp. De kiosk biedt een passend kader voor al dan niet geïmproviseerde concerten. Op elke werkdag van de laatste week van augustus organiseert de Ancienne Belgique hier ‘s middags het bekende festival Boterhammen in het park en ’s avonds het sfeervolle Feeërien. QUIZVRAAG 3: Welke naam is niet te zien op de muziekkiosk? Antwoord
O Bellini
O Rossini
O Busnois
O Halevy
O Menul
O Bach
Bij de voorste rij banken neem je links van de kiosk het pad met de trap naar beneden. Ga naar rechts en wandel deze park-as af tot bij de vijver met centrale fontein. In het oorspronkelijke 18de-eeuwse plan moest in het midden van deze cirkel een obelisk komen met daarbovenop het beeld van keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk. Op die wijze verkreeg ze als het ware een controlerende positie op het snijpunt van de drie assen van het park. Deze ruimtelijke aanpak is illustratief voor het denken van de verlichte vorsten: centralisme en controle. In 1855 werd de plek echter ingericht als fonteinvijver. Deze keuze is meteen een illustratie van de weerstand van het 19de-eeuwse liberalisme tegen overheidsinmenging. Vanaf 1999 werd het hele park grondig gerestaureerd om het zijn 18de-eeuws uitzicht terug te geven. Uitdaging daarbij: in de 18de eeuw kwam de burgerij hier flaneren, terwijl het park vandaag een rol speelt voor bezoekers die weinig of geen groen hebben. Een discussie dus tussen historisch verantwoorde herinrichting of een inrichting ten dienste van eigentijdse behoeften. Stap voorbij de fontein tot bij de parkuitgang. Aan de andere straatzijde ligt een indrukwekkend gebouw: het Paleis der Natie. Het centrale deel dateert uit dezelfde periode als het Warandepark en het Koningsplein en was bedoeld als onderkomen voor de Staten van Brabant, de middeleeuwse vertegenwoordiging van de drie standen: adel, clerus en handelsburgerij. Het gebouw is dus heel wat ouder dan de Belgische staat, waarvan het vandaag het Federale Parlement omvat. Onder de zuilenrij bekroond door een driehoekig fronton leiden de groene tapijten naar de Kamer der Volksvertegenwoordigers en de rode naar de Senaat. Verlaat het park niet maar ga naar links en volg het buitenpad van de lei-linden. Bij de parkhoek met de metro-ingang steek je rechts bij de verkeerslichten langs het zebrapad de Wetstraat over. Volg de Koningstraat rechtdoor tot bij het volgende kruispunt. Reeds bij het begin van de 17de eeuw had aartshertogin Isabella verbindingsdreven laten aanleggen richting Laken. Ze ging er immers wekelijks op bedevaart. Op het einde van de 18de eeuw nam de adellijke behoefte aan een vlotte verbinding richting Laken toe na de bouw in 1789 van het kasteel Schoonenberg in Laken (huidig Koninklijk Kasteel). Daarom werd in 1830 één van de zijdelingse straten van het Warandepark verlengd tot bij de Schaarbeeksepoort in de tweede stadswal (huidige Kleine Ring). Rond 1860 werd deze verbinding verlengd doorheen Schaarbeek tot in Laken. Zo ontstond de 'Koninklijke As' zoals we die vandaag kennen. In de Middeleeuwen lag ter hoogte van dit kruispunt het Leuvenseplein met de Leuvensepoort en de Veemarkt. Die markt verhuisde in 1563 naar de pas aangelegde kaaien in de benedenstad. Met de aanleg in 1830 van de Koningsstraat geraakte de oude verbindingsweg wat op de achtergrond. Het huidige pleintje wordt gedomineerd door het standbeeld van generaal Brialmont, het brein achter de 19de-eeuwse vestingsgordels rond Antwerpen en Luik. Links achter het beeld werd de scherpe straathoek door architect Mennessier schitterend opgevangen met een exuberante eclectische constructie waar vandaag brasserie La Rotonde is gevestigd. Wandel rechts de Leuvenseweg op tot halfweg een zwart hek met vergulde punten.
5
NOODNUMMER 0478/77 02 58 De Leuvenseweg was de verbinding tussen de Sint-Goedelepoort in de eerste stadswal, over de Sionsberg, tot bij de Leuvensepoort in de tweede wal. Aan de linkerzijde van de weg bevond zich sinds 1616 het klooster van Sion van de zusters Annunciaten. Het werd opgericht onder de aartshertogen Albrecht en Isabella, in 1784 door de Oostenrijkse keizer Jozef II opgeheven en vervolgens gebruikt als cavaleriekazerne. De afbraak in 1844 opende voor de overheid allerlei bouwmogelijkheden, maar daarover straks meer. Het zwarte hek vormt de afsluiting van de achterzijde van het Federaal Parlement. In het tuintje zie je een van de exemplaren van de Fontein der Geknielden, het beroemdste werk van de Gentse symbolist George Minne. Minnes Geknielden staan ook op het Braunplein in Gent en sieren ook het graf van Robert Long in Den Haag. Een eeuw later blijft het kunstwerk nog steeds aanspreken. QUIZVRAAG 4: Deze fontein bestaat uit 5 jongelingen. Waarop rusten hun handen? Antwoord
O Heupen
O Hoofd
O Rug
O Schouders
O Knieën
Wandel de Leuvenseweg verder op tot bij het kruispunt met de Drukpersstraat. In de buurt van het Federale Parlement installeerde de overheid tal van ministeries en overheidsdiensten zoals het Belgisch Staatsblad en het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Aan de rechterkant van de Leuvenseweg ligt het voormalige Ministerie van Spoorwegen, Post, Telegrafie en Zeevaart (1892, H. Beyaert). De afwisseling van bak- en natuursteen contrasteert met de sobere klassieke architectuur die in deze omgeving de boventoon voert. Later werd het gebouw omgevormd tot het Huis der Parlementairen. Sinds 1980 is het grondig en knap gerenoveerd. Het omvat de kantoren van de parlementsleden en hun medewerkers, fractiezalen, een restaurant en spreekkamers. Steek de Drukpersstraat over en steek onmiddellijk ook naar links de Leuvenseweg over en stap tot aan de oranje banken. Kilometerpaal 2 van dit parcours is bereikt. QUIZVRAAG 5: Kijk terug naar het Huis der Parlementsleden. Zowat een eeuw na de bouw kwam er op het dak een toevoeging die de naam 'Beyaert' van de architect alle eer aandoet. Wat? Antwoord
O Beelden van bejaarden O Een basreliëf met bijen aan een haard
O Een beiaard O Zijn naam in koperen letters
Links van het Huis der Parlementairen wordt een bouwblok ingenomen door een gebouw met een gevel in zandsteen en arduin. Dit voormalige gebouw van de Posterijen en het Zeewezen uit 1905 werd in1996 verbouwd tot Vlaams Parlement. De hoofdstructuur en enkele markante ruimtes werden gerecupereerd. De binnenplaats werd omgevormd tot halfrond en origineel overkoepeld met een glazen constructie. Aan de andere straatkant valt, achter de oranje banken, een groot geometrisch kantoorgebouw op. Het was de hoofdzetel van het Bestuur der Postchecks, een modernistische kolos van architect Victor Bourgeois uit 1939. Rond 2000 besliste de Vlaamse regering om er het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers in onder te brengen. Na een grondige verbouwing werd het symbolisch geopend op 11 juli 2002, 700 jaar na de Guldensporenslag. Het omvat 500 kantoren voor de Vlaamse parlementsleden, hun medewerkers en ambtenaren. Het oranje pad met trapjes, bruggetjes en zonneterras, dat heel het gebouw omringt, is een werk van de kunstenaar Jozef Legrand met als naam 'Een gebouw stapt uit zichzelf en ontmoet de buurt'. Ironisch genoeg zijn het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordiger en het Vlaams Parlement verbonden door een ondergrondse tunnel. Wandel de Drukpersstraat langs het oranje pad naar beneden af, neem bij de IJzerkruisstraat rechts en loop onder de luifel rechts de 'Loketten' binnen. Deze lokettenzaal van het Bestuur der Postchecks behoort tot het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers. Er vinden soms gratis toegankelijke tentoonstellingen plaats.
Controlepost (van 9u tot 12u) In deze lokettenzaal vind je de Bloso-stand waar je je IN-stempel kunt vragen.
6
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Keer terug naar het trottoir en wandel naar rechts tot aan de straathoek. In het grijze gebouw uit 1991 aan de overkant van de IJzerenkruisstraat zetelt de Franse Gemeenschap, tegenwoordig omgedoopt tot Fédération Wallonie-Bruxelles. In de kelders van het gebouw zit nog een ijskelder die hoorde bij het vroegere gebouw dat er stond. Een ijskelder is de voorloper van onze diepvriezer: in de grond werd een diepe put uitgegraven waarin in baksteen een tonvorm werd gebouwd. In die ruimte werd tijdens de wintermaanden ijs gestapeld dat op zijn beurt in de zomer dienst deed als koelmiddel om voedingswaren te bewaren. Neem rechts het oranje pad langs de Noordstraat. Steek de Leuvenseweg over en wandel, voorbij de bezoekersingang van het Vlaamse Parlement, de Hertogstraat op. Ter hoogte van de hoofdingang van het Vlaams Parlement steek je over naar de linkerkant van de Hertogstraat. Stap tot nr. 65. Dit opvallende witte gebouw werd in 1911 opgetrokken voor de kanselarij van de Franse ambassade, die er nog steeds gevestigd is. Het is een mooi voorbeeld van Franse art nouveau zoals je die vindt in Parijs en Nancy. In Brussel vind je dus niet alleen de eigen art nouveau zoals het Old England-gebouw, dat je al zag, of de woningen van Ernest Blérot, die je nog zal zien, maar je vindt hier ook fraaie voorbeelden van Weense, Franse en Schotse tegenhangers. Opvallend is dat de toenmalige Franse overheid hier koos voor een actuele architectuurstijl, terwijl de Belgische overheidsgebouwen teruggrepen naar stijlen uit het verleden. QUIZVRAAG 6: Welk decoratief element versiert de Franse ambassade niet? Antwoord O Denappels
O Wapenschild
O Mensen
O Eikenblaadjes en -noten
O Ster
Stap verder en steek bij het kruispunt zowel Hertogstraat als Wetstraat over en wandel het Warandepark binnen. Tussen de bomen van het park zie je een gebouw staan: het Théâtre Royal Du Parc. Achter een klassieke gevel uit 1781 zit een vaak herbouwde zaal verborgen, die nog helemaal de knusse atmosfeer uitademt van de theaters van weleer. Ze is gebouwd à l’italienne, d.w.z. in hoefijzervorm met vier rijen balkons en loges, zodat de toeschouwers zowel elkaar als de scene konden bekijken. Achter het theatergebouw zit discreet de Cercle Gaulois verscholen, een selecte club waar politici en leidinggevende figuren ongedwongen van gedachten kunnen wisselen. Aan de overzijde van de Wetstraat bevindt zich het kantoor van de eerste minister met diens kabinet, de kanselarij en de ministerraadzaal, de beruchte 'Wetstraat 16'. Het is het zenuwcentrum van de Belgische politiek. Het gebouw links ervan (nr. 12) herbergt het kabinet van de minister van Financiën. De rijkelijk gedecoreerde en origineel 19de-eeuwse interieurs deden o.a. dienst voor de film 'Grace of Monaco' uit 2014. Keer terug naar de hoek waar je het park bent binnengewandeld en volg van daaruit de lei-lindendreef aan de parkrand langs de Hertogstraat tot aan de eerste dwarsdreef. Ondanks de vele 19de- en 20ste-eeuwse aanpassingen, vertonen de gevels langs de Hertogstraat nog steeds hun 18de-eeuws eenvormig ritme. Een hoger en breder gebouw wordt gevolgd door vier lagere huizen, waarna weer een hoger breed gebouw volgt. Enzovoort. En dat alles in een sobere uniforme stijl en kleur. Heel wat gebouwen herbergen representatieve functies. Op de hoek met de Zinnerstraat ligt de zwaar bewaakte ambassade van de Verenigde Staten. Op de andere straathoek bevindt zich De Warande, een privéclub naar Engels model. Ze werd in 1988 opgericht door het Vlaamse bedrijfsleven en de Vlaamse regering, als reactie op de overwegend francofoon gedomineerde business clubs in België. Verder in de Hertogstraat, op de hoek met de Lambermontstraat bevindt zich de ambtswoning van de eerste minister. Al is de Warandewijk 18de-eeuws, ze staat bol van 19de- en 20ste-eeuwse nationale en regionale politieke, economische en culturele symbolen. Laat de ambassade achter je en volg de rechterzijde van de dwarsdreef tot aan het standbeeld van 2 kinderen op een brede hoge sokkel. Het linkse kind houdt een schild vast met daarop het grondplan van het Warandepark. Rechts achter het beeld, kan je met enige moeite tussen de bomen een gebouw zien. Het is de Waux Hall-kiosk uit 1913. 7
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Oorspronkelijk was het een halfopen orkestpaviljoen. Vanaf 1933 stond de kiosk echter leeg en verkrotte, tot ze in 1993 aan een particulier werd verhuurd die het restaureerde en inrichtte als woning en kunstgalerij. Enkele jaren geleden verhuisde de man echter. Tegenover het standbeeld met de kinderen zie je twee grote dreven met daartussenin een padje in de berm tussen de struiken. Het brengt je tot bij een standbeeld met een jongeman die een hoofd van een everzwijn vastheeft. Je komt op een hoger gelegen plateau. Voor de heraanleg tot een publiek park onder de Oostenrijkers was de Warande een heuvelachtig bos. Door de aanleg van vlakke rechte dreven en het tactisch plaatsen van hagen en boompjes, geeft het park vandaag de indruk vlak en volledig genivelleerd te zijn. Straks zal je merken dat er naast heuvels ook nog dalen in het park zijn. Vervolg het padje. Neem bij het kruispunt van paden rechts en wandel tot bij de achthoekige vijver. Stap rond de vijver tot bij een drinkfontein van een meisje met een schelp. Kilometerpaal 3 is bereikt. In het verlengde van enkele vijverhoeken staan ‘hermes’, arduinen mannenbeelden met hoofd en voeten. Ze dateren uit 1766 en stellen strijders voor. Deze beelden komen uit de tuin van het kasteel van Karel van Lotharingen in Tervuren. De sierlijke drinkfontein ‘meisje met schelp’ uit 1898 moest arme kinderen ervan weerhouden tijdens het spelen in het park uit de vijver te drinken, een irritant schouwspel voor de wandelende bourgeoisie. Het meisje glimlacht en reikt naar voor, met haar schelp, alsof ze je uitnodigt om te drinken. Het haakje is nog te zien, maar het drinkbekertje is verdwenen. Sierlijk. Het is duidelijk te zien van welke plekken de mensen niet kunnen afblijven. Deze glimmen. QUIZVRAAG 7: Welke diertjes sieren de fontein? Antwoord
O Kikkers
O Vissen
O Slakken
O Vlinders
Schuin links achter de drinkfontein is een openstaand hek. Wandel erdoor en daal af via het pad. Dit valleitje hoort bij de oorspronkelijke topografie van de Warande: hier ontsprong de Koperbeek die langs de huidige Bozar en Ravensteingalerij en Grasmarkt richting Zenne vloeide. Dit valleitje was de scheiding tussen de Sionsberg (omgeving Federaal Parlement) en de Koudenberg (Koningsplein). Een deel van het valleitje verdween begin 20ste eeuw achter de lange opstaande muur, omwille van de heraanleg van het Paleizenplein onder koning Leopold II. Op die muur zijn mysterieuze letters aangebracht. Ze dateren uit 1990. De omgekeerde volgorde van de afkorting V.I.T.R.I.O.L. verwijst naar de vrijmetselaarssymboliek die volgens sommigen de plattegrond van het park bepaalt. Naast een prachtig 18de-eeuws beeld van een liggende Maria-Magdalena herinnert een buste van de Russische tsaar Peter de Grote aan diens bezoek aan de Nederlanden begin 18de eeuw. Het enige feit daarover dat het herinneren waard blijkt, staat vermeld op een arduinen kader dat je vindt aan de andere kant van het wandelpad. Vrij vertaald: Peter de Grote had op deze plek een klein accidentje. Hij had te veel gedronken en in de namiddag kwam het er allemaal weer uit. Deze tekst is een spiegel van zijn tijd. De romantische versie van dit incidentje bezorgde het nageslacht een blijvende herinnering aan de grote tsaar. Quizvraag 8: Op welke dag in april 1717 had de tsaar dit accidentje? Antwoord
O3
O8
O 12
O 16
O 23
O 28
Vervolg het pad. Sla boven rechts af en volg de dreef tot bij de parkuitgang. Aan de overkant van het plein ligt het Koninklijk Paleis. In de kroonlijst en in de medaillons op de hoekpaviljoenen zie je overal Leopolds symbool opduiken: een dubbele L in spiegelbeeld tegenover elkaar geplaatst. Met de verbouwingen en uitbreidingen van het gebouw stak koning Leopold het Koninklijk Paleis in Londen naar de kroon. Het getuigt van zijn politieke ambities.
8
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Op het trottoir bij de parkuitgang wandel je naar links tot bij het zebrapad. Bedoeling is dat je het parkje aan de andere straatkant inwandelt. Vanaf deze straatkant kan je zien of de poort links van het zebrapad open is. Is ze gesloten? Geen nood. Rechts een eindje verder zit er nog een toegangspoort. Steek dus de Hertogstraat over, wandel langs de poort die openstaat het parkje binnen en loop links om het vrijstaande gebouw. Het imposante vrijstaande gebouw werd in de jaren 1820 gebouwd als koninklijke residentie voor de Hollandse kroonprins Willem I. Architect Charles Vander Straeten realiseerde hiermee een van de mooiste gebouwen uit de Hollandse tijd in België. Vanaf 1859 begon het gebouw een loopbaan in de culturele sector als Museum en Paleis voor Schone Kunsten. Vandaag is het het Paleis der Academiën en herbergt het een reeks wetenschappelijke instellingen die tot doel hebben het onderzoek te stimuleren en te verspreiden. Leden zijn vaak verdienstelijke professoren. Links van het paleis bevindt zich in de tuin een heuvel. Het is een overblijfsel van de tweede omwalling van de stad. Zodra je die voorbij loopt, verlaat je dus het middeleeuwse Brussel. Wandel het gebouw links om. Aan de andere kant loop je langs de uitgang tot op het trottoir dat je rechts volgt tot bij het kruispunt. Je wandelt langs de Kleine Ring. Deze ligt op de plaats van de vroegere gracht van de stadswal. Na de sloop van de wal begin 19de eeuw vulde men de grachtstrook op en richtte ze in als groene wandelboulevard met achtvoudige bomenrij rond de stad. Die situatie bleef tot na de Tweede Wereldoorlog, maar omwille van de verwachte verkeersdrukte voor de wereldtentoonstelling Expo 58 op de Heizel werden alle bomen gerooid en vervangen door brede verkeersstroken met tunnels bij de kruispunten. Vandaag worden plannen voorbereid om deze verkeersfaciliteit terug te schroeven. Langs het trottoir staat een stenen muur. Daarachter liggen de 'Koninklijke Stallingen' uit 1825. In 1965 verhuisden de koninklijke paarden naar de rijkswacht. Na 30 jaar leegstand en verkrotting startte in 1994 de restauratie. Vandaag doet het gebouw dienst als bibliotheek en tentoonstellingsruimte van het Paleis der Academiën. Midden in het gazon staat een standbeeld van een ruiter. Wandel er naartoe. Het ruime Troonplein wordt gedomineerd door het ruiterstandbeeld van koning Leopold II (1926, beeldhouwer Thomas Vinçotte). De geldinzameling ter financiering van het beeld had zoveel succes dat er ook een duplicaat kon gemaakt worden. Het werd geplaatst in Kinshasa, in Leopold II’s voormalige Kongo-Vrijstaat. De grondstoffen van het beeld kwamen trouwens uit Congo. Let op de taalkeuze van het opschrift: Latijn om taaldiscussies te vermijden. Het beeld lijkt wat ironisch geplaatst aan de achterkant van het paleis en kijkend naar de Kleine Ring. Maar aan de buitenzijde van die Ring stond de woning en bank van Leopolds zakenvriend baron Lambert. Na een brand in 1956 werd dat vervangen door het originele kantoorgebouw van de Amerikaanse architecten Skidmore, Owings en Merril. De huidige hoofdzetel van ING (voorheen Bank Brussel Lambert) heeft na een halve eeuw nog niets van zijn elegantie ingeboet. Het volledige gebouw staat op palen en de gevel heeft een betonnen draagstructuur met visgraatmotief. Hierdoor komt het gebouw allerminst over als een betonnen mastodont. Door afwezigheid van scheidingsmuren op de verdiepingen en het H-vormige grondplan van het gebouw hebben alle werknemers bovendien visueel contact met de buitenwereld. De bovenste verdieping is een penthouse, oorspronkelijk het privé-appartement van Baron Lambert. Achter de grote ramen was hij omringd door een befaamde kunstcollectie. Bedoeling is dat je nu de straat links van het ING-gebouw bereikt. Keer daarom terug naar de hoek met de verkeerslichten, wandel langs de zebrapaden de Kleine Ring over en loop links van het ING-gebouw de Troonlaan op. Voorbij het ING-gebouw ligt een parkje. Tussen gebouw en parkje vind je de park-ingang. Kilometerpaal 4 is bereikt. Het Marsveldparkje vormt een schakel tussen kantoorgebouwen bij de Kleine Ring en woningen in de gemeente Elsene, tussen harde grootstedelijkheid en intiemere beslotenheid. In de jaren 1980 leek het wel even anders te zullen lopen. Het BBL-kantoorgebouw werd te klein en de bank zag uitkomst in een mogelijke uitbreiding richting achterliggende 'Marsveldwijk'. Huizen werden opgekocht, stonden jaren leeg en verkrotten.
9
NOODNUMMER 0478/77 02 58 De strijd tussen bank, gemeentebestuur en wijkcomité leidde uiteindelijk tot een 'redelijk' compromis. De bank breidde maar half zoveel uit als voorzien. De verkrotte woningen werden gesloopt en vervangen door een buurtpark en de hoekgebouwen van de Marsveldwijk werden vernieuwd. Links van het parkpad staat een cirkelvormig en doorzichtig kunstwerk. Ga even in het midden van de cirkel staan en geniet van de merkwaardige geluidservaring. Langs het parkpad en de trappen bereik je de parkuitgang aan de andere zijde. Links van het afgeronde hoekgebouw zie je twee straten. Wandel de linkse in. Deze Londenstraat is een rustige woonstraat waarvan de bepleisterde gevels wijzen op de bouwperiode rond 1850-1870. Halverwege de straat, in nr. 15, bevindt zich het fietsershuis, waar de organisatie ‘Pro Velo’ huist. Je kan er niet alleen een fiets huren. Pro Velo wil via fietstoerisme mensen ook laten voelen en ervaren hoe heerlijk het is om zich op twee wielen door de stad te verplaatsen. Loop de straat door tot op het Londenplein. Tot voor kort had het Londenplein een klassieke aanleg, met langs de drie zijden geparkeerde wagens en in het midden een versleten en vervuild gazon, een kapotte bank en drie onderontwikkelde bomen. De recente herinrichting haakte het middengebied aan een pleinwand. Hierdoor lijkt het meteen driemaal groter. Het pleintje loopt links uit tot bij een kruispunt met verkeerslichten. Op de linkerhoek is een kwaliteitsrestaurant gevestigd in het fantastisch mooie interieur van een vroegere viswinkel. Het pleintje loopt rechts achteraan tot bij een indrukwekkende gevelpartij: de voordeur van het Athénée Charles Janssens. Striptekenaar Hergé liep er ooit school. De gemeentelijke overheid gebruikte de bouw ervan de op het einde van de 19 eeuw om een beluik op te ruimen. De armoede stoorde de betere burgerij die zich toen in de Londenstraat en aanpalende straten had gevestigd. MAALTIJDTIP 1 Vanaf hier leidt het parcours door enkele buurten met behoorlijk wat eetmogelijkheden. Het Londenplein is de eerste plek. Errond vind je enkele horecazaken. Naar onze mening bieden maaltijdtips 2 & 3 de meeste mogelijkheden. Wandel rechts van het Atheneum de Majoor René Dubreucqstraat in en loop vervolgens de Waversesteenweg links op. De Waversesteenweg is een eeuwenoude verbinding richting Namen. In de vroege Middeleeuwen liep die verbinding langs de huidige Elsenesteenweg even verderop, maar nadat op die weg midden de 14de eeuw een reeks overvallen gebeurden, verschoof de reisweg naar de Waversesteenweg. In de tweede helft van de 19de eeuw groeide dit deel van de steenweg uit tot een handelscentrum, maar met de komst van de auto verhuisden heel wat Brusselaars naar de stadsrand en 'deden hun commiskes' in de grootwarenhuizen. Vandaag zijn heel wat gelijkvloerse ruimtes opnieuw winkel en heel dikwijls met ZwartAfrikaanse activiteiten, maar daarover straks meer. Wandel door tot bij het nr. 150. Op dit nummer is het Camille Lemonnier Museum gevestigd. Camille Lemonnier (1844-1913) was een Franstalige schrijver en kunstverzamelaar. Het museum, dat op dit ogenblik gesloten is, bevat een getrouwe reconstructie van zijn werkruimte in de Meerstraat in Elsene met heel wat schilderijen van o.a. Emile Claus, Théo Van Rijsselberghe, Théodore Baron en Louise Lemonnier. De bibliotheek bevat illustraties van o.a. James Ensor, Laermans, Xavier Mellery, Fernand Khnopff en beelden van o.a. Auguste Rodin en Jef Lambeaux. QUIZVRAAG 9: Wie huldigde het Camille Lemonnier Museum in 1946 in? Antwoord
O Koning Leopold II
O Georges Simenon
O Koningin Elisabeth
O Albert Camus
Wandel de steenweg verder af tot ter hoogte van de art-nouveaufaçade van Maison Demeuldre aan de andere straatkant.
10
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Wie in het Brusselse toe was aan een nieuw eetservies, stapte naar deze kwaliteitszaak die al bestaat sinds 1818 en waarvan de 19de-eeuwse ateliers links achter de winkel liggen. De indrukwekkende winkelgevel dateert van 1905. In de doorgang links van de winkel vind je een reeks tekeningen en foto's van de vroegere ateliers. In de bocht wandel je rechts de Goffartstraat in. Op het nr. 7A huist het 'Theatre Rideau de Bruxelles', ook wel 'XL Theatre' genoemd. Dit theater legt de nadruk op eigentijdse toneelproducties. Sla bij het volgende kruispunt rechts de Raadstraat in en wandel ze op tot bij een lange bank naast een appartementsgebouw. Dit appartementsgebouw en dat daarachter dateren uit de jaren 1975, een tijd waarin niet zo nauw werd toegezien op integratie van nieuwbouw in de omgeving. Deze sociale woningen werden opgetrokken op de plaats van de vroegere groentenmarkt van Elsene. Markten hadden tot in de jaren 1965 succes. Maar toen JanModaal een koelkast kocht en per auto begon te shoppen, ruimde het wandelingetje naar de markt de plaats voor een ritje naar het grootwarenhuis. Vandaag begint de situatie te keren. In de stad hebben wekelijkse markten opnieuw succes. In 2014 werd de ruimte tussen beide hoogbouwen heringericht met een voetbalzone en met nieuwe aanplantingen. Bij het volgende kruispunt neem je links de Van Aastraat. Deze rechte straat heeft een opvallende eenvormige bebouwing. Ze werd reeds in 1844 aangelegd; dat is dus zowat 25 jaar vroeger dan de stadsuitdeining in de onmiddellijke omgeving. De verklaring daarvoor vinden we in het middendeel en bij het einde van de straat. Vanaf het kruispunt met de Viaductstraat liep de nieuwe straat over de eigendommen van grondbezitter LouisXavier Gomand. In samenwerking met de gemeente bouwde hij aan de linker en rechter straatzijde en in de dwarsstraten een 'Cité Ouvrière' met 47 arbeiderswoningen. Het waren opvallend ruime arbeidershuizen voor die tijd. Hun oorspronkelijk uitzicht is behoorlijk bewaard ondanks de aanpassingen van muuropeningen en het veelal herbekleden van gevels. Het initiatief was ingegeven door humanistische en moralistische overwegingen. De huizen waren bedoeld voor ‘les plus laborieux et les plus dignes’ van de arbeidersklasse. De cité vormt aldus één van de allereerste huisvestingsprogramma’s voor arbeiders in België en loopt ruim een halve eeuw voor op de klassieke sociale woningbouw. De naam 'Woonwijkstraat' van de volgende dwarsstraat is nog een verwijzing naar de Cité Gomand. Loop de Van Aastraat af tot op het einde. Kilometerpaal 5 is bereikt. Aan de overzijde van de straat ligt het Museum van Elsene. Het ontstond in 1892, nadat de gemeente de kunstcollectie van schilder Edmond De Praetere had gekregen. Vanaf 1900 werden de gebouwen aan de linkerzijde uitgebreid met een feestzaal die in 1950 en 1969 opnieuw werd verbouwd. Het Museum van Elsene staat bekend voor kwaliteitstentoonstellingen over hedendaagse kunst. Loop gerust even binnen. De voorgeschiedenis van het gebouw klinkt echter anders. Het werd in 1850 gebouwd als slachthuis. Het hoofdgebouw van het huidige museum dateert nog uit die tijd. Een slachthuis veroorzaakt behoorlijk wat stank. Daarom werd het opgetrokken op een afstand van de toenmalige woonkern. Een slachthuis produceerde ook veel vervuild water. Daarom werd toen gekozen voor een plek dicht bij de erachter passerende Maalbeek waarop de riool gewoon werd aangesloten. Bijgevolg vormde de Van Aastraat een rechte verbinding tussen de groentenmarkt en dit slachthuis. In de 2de helft van de 19de eeuw nam het protest tegen stank- en transporthinder sterk toe. In 1890 volgde de sluiting van het slachthuis en de omvorming tot museum. De slachthuisactiviteiten werden overgenomen door de 'Abattoir' van Anderlecht. Aangezien die abattoir de opvolger was van 7 gemeentelijke slachthuizen, spreken we vandaag nog steeds in de meervoudvorm over 'de slachthuizen van Anderlecht'. Ook de twee hoekhuizen van de Van Aastraat met de Jean Van Volsemstraat werden samen met het slachthuis gebouwd, als een spiegelbeeld van de vroegere toegangspaviljoenen van het slachthuis zelf. Rechts van het rechter hoekhuis zie je een kleine witte deur. Daarachter leidt een gang en een trap tot onder de kelders van de huizen in de Van Aastraat nr. 110 en 112, tot bij ... een ijskelder. Deze was gebouwd in baksteen, met een diepte van 9,25 m en een diameter van 11 m. 11
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Het ijs werd de kelder ingebracht via een keldervenster in de Van Aastraat 112. Dat ijs werd in de winter uitgekapt op de vijvers van de Maalbeek. Met het Museum van Elsene in je rug, wandel je de Van Volsemstraat 10m rechts af tot bij een grote houten poort met klimplanten. In dit huis woonde net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de Joodse familie Sobol. In juni 1944, dus drie maanden voor het einde van de oorlog, werd de familie op konvooi geplaatst richting concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. De laatste jaren worden heel wat inspanningen gedaan om de herinnering aan de tragedie van de uitroeiingskampen levend te houden. In het Brussels Gewest plaatste de vzw 'Auschwitz in gedachtenis' ondertussen al ruim 100 'Struikelstenen'. Het zijn kleine gedenkplaatjes die ter hoogte van de voordeur van gedeporteerden in het trottoir worden ingemetst. De struikelsteentjes aan uw voeten dateren van april 2015. QUIZVRAAG 10: Op welke dag in juni werden ze gearresteerd? Antwoord
O6
O 13
O 18
O 23
O 30
Op het einde van de straat bereik je het kruispunt met de Sans Soucistraat. Aan de overkant ligt een gemeentelijke kleuter- en lagereschool. Het witte, neoklassieke gebouw dateert uit de jaren 1875. Links daarvan lag vroeger een weeshuis. Dat werd einde de 19de eeuw vervangen door een nieuw gebouw voor de Ecole des Arts d'Ixelles, de gemeentelijke kunstschool. Zoals zovele 19de-eeuwse schoolgebouwen in Brussel, zijn de klaslokalen geschikt rond een centrale binnenruimte met glaskoepeldak. Wandel de Sans Soucistraat links op. Deze straat heeft een andere uitstraling dan de parallelle Van Aastraat. De witgepleisterde huizen zijn de oudste. De huizen met baksteengevel dateren meestal van het einde van de 19de eeuw. Op dat ogenblik zorgde de industrialisatie immers voor een nieuwe, rijkere middenklasse. Die had blijkbaar meer nood aan profilering en wilde zich onderscheiden van de rest door ook de gevels sterker te doen verschillen. Meestal echter waren de woningen binnenin veel minder indrukwekkend en uniformer. Sommige woningen beschikken ook over een inrijpoort. Meestal houdt dat verband met een achterliggend koetshuis, wat betekent dat bewoners een koets en paarden hadden. In het huis nr. 131 bevindt zich de Nederlandstalige gemeentelijke bibliotheek. Bij het nr. 120 loopt op dit ogenblik een bouwwerf. Het gaat om heel wat sociale woningen in passiefbouw. Het is een gemeentelijk initiaitef. De werken worden uitgevoerd door het Woningfonds. Begin 2016 zouden de huizen opgeleverd worden. Bij het nr. 110 wandel je langs een hekje een parkje in. Deze Sans Soucisquare werd rond 1910 aangelegd op de plek van een vroeger sanatorium. Het perceel was behoorlijk groot. De eigenaar wilde een hoger financieel rendement en besliste om het perceel langs een doorgang bereikbaar te maken en er een binnenpark aan te leggen met daarrond huurappartementen. Keer terug naar de straat en wandel ze verder op. Bij het nr. 94 zie je opnieuw een gemeenteschool. Ze dateert uit 1860. Ook deze heeft een centrale hal met glazen koepeldak. Rechtover deze school ligt de Woonwijkstraat. Die hoorde bij de Cité Gomand en heeft dus eenvoudigere en witgepleisterde woningen. Wandel de Sans Soucisstraat verder op. Sla bij het volgende kruispunt de Viaductstraat links in. Even verder kruis je opnieuw de Van Aastraat. Nog een kruispunt verder bereik je een zessprong. Zo'n kruispunt heeft wel iets. Een herinrichting met bv. een boom in het midden zou prachtig zijn. Op deze plaats zie je dat de Viaductstraat zowat de laatste straat is van een vrij vlak gebied rechts, terwijl de linkerzijde stilaan bergafwaarts gaat. Midden de 18de eeuw was hier nog geen bebouwing. 12
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Links moet dus een prachtig zicht gegeven hebben over de veel lager gelegen Maalbeekvallei, de visvijvers van het Terkamerklooster en bosrand van het Zoniënwoud verderop. Over dat uitzicht straks meer. Sla bij de zessprong rechts de Collegestraat in en wandel tot bij het kruispunt met de Raadstraat. Midden de 18de eeuw moet dat prachtige panorama de toenmalige gevolmachtigde minister van Financiën onder gouverneur Karel van Lotharingen ertoe aangezet hebben om hier, links van de huidige bomen, zijn residentie te bouwen. Je kan het je bijna voorstellen: na een werkdag in de buurt van het Koningsplein, stapte de minister in zijn koets en liet zich vervoeren tot thuis. Zijn ritje liep langs de Elsenesteenweg tot bij de tuin van zijn residentie, waar nu dit pleintje ligt. Langs een achterpoort reed de koets binnen en parkeerde zich bij een tulpenboom (vandaar ook rechts de 'Tulpstraat'). Vervolgens wandelde de minister het bordes van zijn woning op, stapte binnen, deed zijn mantel uit en ging aan de andere kant even genieten van het panorama. De dag zat erop. Rond 1850 kocht de gemeente de residentie, verbouwde het tot gemeentehuis, bouwde het tuinbordes om tot voordeur en vormde de vroegere residentietuin om tot stadsplein: het Fernand Cocqplein. Vandaag bevindt de gemeentelijke administratie zich in andere panden in de buurt en heeft het gemeentehuis vooral een receptionele functie. QUIZVRAAG 11: Wat stelt het wapenschild van de gemeente Elsene voor? Antwoord
O Elleboog
O Vis
O Els
O Kloostergevel
O IJskelder
MAALTIJDTIP 2 Op en rond het Fernand Cocqplein vind je enkele eetmogelijkheden. Wandel langs het Cocqplein richting drukke Elsenesteenweg en loop deze rechts op. Kilometerpaal 6 is bereikt. De voorbije 100 jaar groeide de Elsensesteenweg uit tot een drukke winkelstraat. Vele Brusselaars uit de oostrand gaan voor hun inkopen niet tot in het stadscentrum of de Nieuwstraat, maar houden het bij deze buurt. Het drukke verkeer door de straat is niet zo aangenaam. Al jaar en dag is er sprake van een herinrichting. Elk herinrichtingsplan botst echter op de handelaars die nog steeds denken dat hun klanten per auto komen winkelen. Ook de bussen rijden zich vast in het drukke verkeer. Er zijn plannen om bus 71 te 'vertrammen' en de hele steenweg auto-luw te maken. Even verder op de Elsenesteenweg bereik je een kruispunt met zowel links als rechts twee dwarsstraten. Aan de linker straatkant staat een standbeeld met een buste van Ernest Solvay. Het staat voor het voormalige hoofdkwartier van het bedrijf dat hij op 25-jarige leeftijd in 1863 met zijn broer Alfred stichtte. Tussen 1870 en 1880 verrezen fabrieken in Frankrijk, Engeland, Duitsland, Rusland en de USA. De steile opgang was te danken aan de uitvinding van een nieuw industrieel productieproces voor sodiumcarbonaat. Op sociaal vlak had hij voor zijn tijd bijzonder progressieve ideeën. Zo voerde hij in zijn bedrijf de acht-urendag en de betaalde vakantie in, lang voor dat wettelijk verplicht werd. Als invloedrijk filantroop steunde hij de ontwikkeling van een wetenschappelijke campus van de Université Libre de Bruxelles (ULB) in het Leopoldpark (de bibliotheek draagt er zijn naam) en de organisatie van wetenschappelijke congressen met Nobelprijswinnaars zoals Marie Curie, Albert Einstein en Max Planck. Ook rechts van de steenweg zijn er twee dwarsstraten. Sla de tweede in en wandel deze Vredestraat af tot bij een kerk. Besef bij het binnenstappen van de kerk dat je 'toerist' bent in een gebouw dat voor anderen een religieuze plek van eredienst en bezinning is. De Sint-Bonifatiuskerk (1846, arch. J.J. Dumont) was één van de eerste neogotische kerken van het land. De bouw ervan vormde het startschot voor de verstedelijking van het landelijke Elsene. Aan de buitenzijde zegeviert de gotiek (spitsboogvensters, puntgevel en luchtbogen), maar binnenin overheerst de soberheid van de classicistische traditie. 13
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Rond 2010 werd de kerk gerestaureerd. Omwille van de nabijheid van Matonge groeide ze uit tot centrumkerk voor de Zwart-Afrikaanse gemeenschap. Keer terug naar de straat. Voor de kerk staat een standbeeld. Wandel naar de voorzijde ervan. In het midden van de Sint-Bonifaasstraat staat een monument ter ere van Charles Woeste (1837-1922), gekend als de conservatieve tegenstander van priester Daens uit de gelijknamige film. Beide waren in Aalst geboren. De invloedrijke politicus Woeste, die in de Sint-Bonifaaswijk woonde, had een grondige hekel aan de emancipatiebewegingen die eind 19de eeuw de kop opstaken. Iedereen hoorde zijn plaats te kennen. Sinds 2000 ontwikkelde de Sint-Bonifaaswijk zich tot een hippe buurt met talrijke restaurants, cafés en trendy winkels. Het werd een plaats waar artiesten en intellectuelen, of mensen die zich daarmee identificeren, elkaar ontmoetten. MAALTIJDTIP 3 Rond het plein en in de straten in de buurt vind je heel wat eetgelegenheden met specialiteiten uit vele uithoeken van de wereld. Keer terug naar het trottoir voor de kerk en wandel de Vredestraat links in tot bij huis nr. 35. Op dit adres was tot voor kort het Vlaams-Afrikaans centrum Kuumba gevestigd. Kuumba wilde tijdens deze Sportdag voor de wandelaars graag een activiteit opzetten, maar ze werd einde juli buiten gezet. Kuumba zocht een alternatieve locatie. Dat krijg je een eindje verder in deze tekst gepresenteerd. Wandel de straat verder af. Ondertussen loop je voorbij een van de beste bakkers van Brussel. Bij het eerste kruispunt wandel je links het autovrije deel van de Lang Levenstraat in. Dit korte stukje straat is, samen met de Waversesteenweg en de Galerie d'Ixelles het kloppende hart van Matonge. De buurt is genoemd naar een uitgaansbuurt in het Congolese Kinshasa. Het woord 'Matonge' wilt zeggen: struikje. De Brusselse Matongewijk ontstond op een merkwaardige manier. In de tijd van de wereldtentoonstelling Expo 58 op de Brusselse Heizel organiseerde een adellijke dame, Monique Vanderstraeten, zus van een missionaris in Afrika, een Belgisch bezoek voor een Afrikaans kinderkoor. Daarbij hoorde een bezoek aan Expo 58 en een reeks kooravonden. Bij het afscheid in Zaventem zei ze, zoals we dat al eens zeggen: 'A la prochaine', en het jaar daarop stonden de Zwart-Afrikanen daar terug, en het jaar daarop terug, enz... Een groep adelijke dames trok daar conclusies uit en startte een filantropisch project: 'La Maison Africaine'; eerst in de Dwarsstraat in Sint-Joost-ten-Node, vervolgens in een zijstraat van de Louizalaan in Elsene en ten slotte hier wat verder, in de Elzas-Lotharingenstraat. La Maison Africaine is een soort studentenhotel dat jaarlijks plaats biedt aan een 80-tal Zwart-Afrikaanse jongeren die willen komen studeren aan Belgische universiteiten of hogescholen. Studenten, al dan niet afgestudeerd, wilden of konden niet meer terug naar Afrika en startten op den duur een winkel. Vrij snel vestigden zich in de omgeving allerlei zwarte handelszaken - kapsalons, kleding-, voeding- en krantenwinkels. Matonge groeide uit tot de ontmoetingsplek voor Zwart-Afrikanen in België, gaande van ambassadepersoneel en topkaders, via studenten tot steeds weer nieuwe vluchtelingen, vanwege de aanhoudende politieke moeilijkheden in Congo. De commerciële uitstraling van Matonge reikt tot 300 km ver. Maar omdat slechts 3 % van de Brusselse zwarten hier woont, is de wijk geen getto geworden. Wandel de Lang Levenstraat af tot bij het volgende kruispunt. Heel wat huizen in deze en de volgende straten dateren van het einde van de 19de eeuw. Dat is enigszins verwonderlijk, aangezien je nu door het oudste deel van Elsene wandelt. Daarover straks meer. Het laatste huis van de Lang Levenstraat links dateert uit 1900 en is van arch. Antoine Dujardin. Het heeft op de tussenverdieping mooie sgraffitipanelen. Enkele zijn pas gerestaureerd. QUIZVRAAG 12: Wie was de kunstenaar van deze sgraffitipanelen? Antwoord
O P. Cauchie
O G. Strauwen
O V. Horta
O P. Saintenoy 14
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Wandel links de Ernest Solvaystraat in tot bij het kruispunt met de Sint-Bonifaasstraat. Wat nu Matonge wordt genoemd, heette vroeger 'Sint-Bonifatiuswijk', gelegen tussen de oude steenwegen naar Waver en het dorp van Elsene. Bijna alle gevels dragen de uiterlijke kenmerken van art nouveau (erkers, sgraffiti, hoefijzerbogen). Ze verraden dat ze allemaal rond 1900 werden gebouwd. Achter de originele en sierlijke gevels, vaak met een winkelpui, schuilen echter meestal dezelfde traditionele woningtypes. Ze werden immers gebouwd in het kader van een vastgoedoperatie. Architect Ernest Blérot werkte daar gretig in mee. De nrs. 12-22, 15-19 werden door hem ontworpen. De nrs. 7-11 zijn dan weer van architect Henri Jacobs. Eentje, het nr. 32 valt op door zijn originele schikking. Het was de eigen woning van architect Victor Taelemans. Het contrast tussen het zwarte Matonge- en de blanke Sint-Bonifaaswijk die hier naast en door elkaar leven, is opmerkelijk. De nabijheid van de Leopoldwijk en van de Franstalige Brusselse universiteit zorgen voor de komst van hippe eethuisjes, kunstgalerijen en trendy winkels. Dat brengt snel stijgende huurprijzen met zich mee, niet alleen hier, maar ook in heel wat andere wijken van Elsene. De cafés Ultime Atome (hoek Solvay/Sint-Bonifaas) en Comptoir Florian (Sint-Bonifaasstraat 17) zijn de meest bekende voorbeelden van 'places to be' voor de bobo's. Met de kerk in je rug wandel je de Sint-Bonifaasstraat af tot bij de splitsing. De dwarsstraatjes heten Francartstraat. In de 2de helft van de 18de eeuw kocht Joseph Francart hier een stuk grond, legde er twee straten aan en deelde het terrein op in een 30-tal percelen. Zijn bouwproject was een van de allereerste buitenstedelijke woningbouwinitiatieven in Brussel. Toen midden de 19de eeuw de echte stadsuitdeining op gang kwam, werden de nieuwe straten voor, achter en naast de Francart-cité uitgerold. Eind de 19de eeuw werd de Francart-cité beschouwd als verouderd, gesloopt en vervangen door een nieuw immobiliënproject met de Sint-Bonifaasstraat en Solvaystraat. Wat dus vroeger het oudste was, is vandaag het recentste. Volg de Francartstraat naar rechts. Dit straatje met winkels zoals Beauty en Transport Fret Africaine vormt de overgang van Sint-Bonifaas naar Matonge, dus, van blanke naar zwarte place-tot-be. Steek de Waversesteenweg over en wandel deze links op tot voorbij het nr. 30. Dit stuk steenweg vormt, samen met twee galerijen even verder, de spil van Matonge. In de voormiddag is het hier heel rustig, maar na 12 uur neemt, vooral tijdens de tweede weekhelft, de drukte Afrikaanse proporties aan. Langs de steenweg liggen vooral drie types Afrikaanse winkels. Veruit de belangrijkste zijn de haarkappers. Voor de Zwart-Afrikaan vormt een kapsalon de ontmoetingsplaats bij uitstek. Naar onze begrippen is het een kruising van een haarkapper met een café. De hele familie gaat mee, drinkt iets en luistert naar muziek, terwijl man- of vrouwlief geknipt wordt. De kapper is dus een sociale ontmoetingsplaats waar al de nieuwtjes worden uitgewisseld. Het kappen kan, afhankelijk van het gewenste model, 3u tot 8u of zelfs meerdere dagen duren. Wanneer er valse vlechten worden ingedraaid, houden die doorgaans een drietal maanden stand. Dan is het echte haar teveel gegroeid waardoor de vlechtjes uitvallen. Kappers combineren hun praktijk vaak met verkoop van cosmetica. Sommige zwarten gebruiken cosmetica om zichzelf minder zwart te maken. Niet zozeer omdat blanken hun voorbeeld zijn maar om zich te onderscheiden van de andere zwarten. Deze producten zijn vaak duur en eenmaal je ze gebruikt moet je ze verder gebruiken. Sommige zwarten gebruiken dan iets goedkopere producten die schadelijk zijn voor de huid. Ook de kledingzaken zijn talrijk aanwezig. Dikwijls zijn het winkels waar kledingstoffen worden aangeboden. Meestal gaat het over kleurrijk batik-katoen, origineel afkomstig uit Midden-Aziê, India en Indonesië. Die stoffen hebben een standaardmaat van 1m40 breed en 5 m lang. Na aankoop worden ze in drie gelijke stukken gesneden. Het eerste stuk dient om er een blouse van te maken (meestal door een naaister gemaakt op maat). Het tweede stuk wordt om de lenden gelegd, als een gedrappeerde rok. Het derde stuk wordt in allerlei vormen rond het hoofd gedragen. Ten slotte zijn er in de buurt ook heel wat groenten- en fruitwinkels. Het Zwart-Afrikaanse eten is behoorlijk pikant. Vlees is behoorlijk taai. De meest opvallend fruitsoort is de banaan. De kleine worden rauw gegeten, als fruit, de grote gebakken of gefrituurd. De groene worden gestoomd. 15
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Als er tien Zwart-Afrikanen samenwonen, dan zorgt de Senegalees onder hen gegarandeerd voor het eten. Ze worden weleens beschouwd als 'de Fransen van de Afrikaanse keuken'. De Matonge-commercie bereikt Zwart-Afrikanen in een straal van 300 km, dus tot in Londen, Parijs, Keulen en Amsterdam. Even verder vind je rechts een galerij. Wandel deze in. Net voorbij de knik in de galerij vind je aan de linkerzijde het vroegere Théàtre Molière. Vandaag is er Muziekpublique gevestigd. Het stelde de zaal ter beschikking van Kuumba die er voor u Afrikaanse muziek en percussie en een drankje presenteert. Loop gerust even binnen. Na je bezoek wandel je de galerij verder door en uit. Neem de eerste trap rechts en wandel over het plein tot bij het drukke kruispunt met de Kleine Ring. Dit is de 'Naamsepoort'. De naam verwijst naar de vroegere stadspoorten bij de middeleeuwse stadswal. Die wal lag aan de overkant van het kruispunt. Je wandelde net langs de Bastiontoren en over het Bastionplein. Die naam verwijst naar de bastions die vanaf de 17de eeuw aan de buitenzijde van de stadswal waren uitgebouwd. De gigantische, uitgegraven grachten en opgehoogde verdedigingsstructuren moesten de stad beschermen tegen aanvallen. Die verdedigingslinies waren soms tot 200 m ver buiten de eigenlijke stadsmuur uitgebouwd. Vandaar dat het Bastionsplein zo ver van de vroegere Brusselse stadswal lag. In het begin van de 19de eeuw werden die enorme grachten gedempt. Daarop kwam een aan elkaar geregen bomendreef rond de stad. Ter voorbereiding van de wereldtentoonstelling Expo 58 werden alle bomen gekapt en onder het kruispunt kwam een verkeerstunnel. Sinds 1999 staat er in het midden van het kruispunt een kunstwerk (arch. Jacques Moeschal). De tijd dat koning auto overal voorrang kreeg, loopt stilaan ten einde. Vandaag wordt nagedacht over de herinrichting van de Kleine Ring, met veel smallere rijstroken en veel meer voetgangersruimte. Links van het kruispunt en aan de buitenzijde van de Kleine Ring ligt Brussels' chique winkelbuurt van de Louiza- en Guldenvlieslaan. MAALTIJDTIP 4 Rond de Naamsepoort en langs de Guldenvlieslaan vind je diverse drank- en eetgelegenheden. Aan de andere kant van het Naamsepoort zie je twee hoekgebouwen met daartussen een straat. Daar moet je naartoe. Steek daarom de Kleine Ring bij de verkeerslichten langs de zebrapaden over. Wandel de Naamsestraat in, steek de Boomkwekerijstraat over en wandel vervolgens rechts de Theresianenstraat af tot het einde. Kilometerpaal 7 is bereikt. Vanaf hier gaat het vooral bergaf. Op deze plek lag, sinds 1615, het Theresianenklooster van de Ongeschoeide Karmelietessen. Nadat deze orde in 1783 werd opgeheven, werden de gronden verkaveld. Daarom staan er vandaag nog enkele classicistische herenhuizen. De nieuwbouw dateert van het einde van de 20ste eeuw. De straat eindigt bij de dienstingang van het Koninklijk Paleis. Merk er de zorgzame herinrichting van deze toch wel bijzonder rustige buurt. Neem de Brederodestraat naar links. In het huis nr. 14 is de Koninklijke Schenking gevestigd. Die stichting werd opgericht door koning Leopold II. Hij maakte zich immers zorgen. Hij had geen directe troonopvolger en wilde voorkomen dat zijn bezittingen verdeeld zouden worden onder zijn drie dochters. Daarom besloot hij in 1900 om zijn bezittingen met de talrijke gronden, kastelen en andere gebouwen onder te brengen in een stichting. Daarbij hoorden drie voorwaarden: de gronden en gebouwen mochten nooit verkocht worden, sommigen moesten hun oorspronkelijke functie en uitzicht bewaren en ze moesten ter beschikking staan van de troonopvolgers. De Koninklijke Schenking is nu een autonome openbare instelling die voor haar eigen inkomsten en kosten instaat. Voorbij de Schenking staat een overblijfsel van de eerste stadswal van Brussel (1250), vandaag opgenomen in de omheining van de paleistuin. 16
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Net voorbij die muur staat de 'Noorse Chalet'. In dit wat ongewone gebouw hield de eigenaar van KongoVrijstaat (1885-1908), Leopold II himself, kantoor. Hij hoefde slechts zijn tuin door te lopen als hij zijn Belgische kroon even wilde terzijde leggen om zich te wijden aan de exploitatie van zijn Afrikaanse bezit. De standingvolle kantoorgebouwen aan de andere straatkant werden zonder uitzondering gebouwd ten behoeve van Belgische firma’s die actief waren in Congo. QUIZVRAAG 13: Welk symbool op het gebouw verwijst naar 'Kongo-Vrijstaat'? Antwoord
O Afrikaanse olifant
O Afgehakt hand
O Brullende leeuw
O Vijfpuntsster
Wandel de Brederodestraat verder af tot bij de Naamsestraat. De Naamsestraat behoort tot de oudste straten van Brussel en vormde de verbinding tussen het hertogelijk hof van de Koudenberg, langs de Oude Koudenbergpoort (eerste stadswal ter hoogte van dit kruispunt) tot bij de Nieuwe Koudenbergpoort (tweede stadswal, later de Naamsepoort op de Kleine Ring). Omwille van haar ligging is ze nog steeds een elitaire handelsader. Loop aan de overkant van de Naamsestraat de Karmelietenstraat in tot even voorbij de eerste zijstraat. 16de eeuw: nieuwe geloofsovertuigingen die zich verzetten tegen de praal en pracht van het Katholiscisme; Reformatie; Geuzenstrijd en de bloedige wraak van de Spaanse koning Filips II. Even verder in deze straat stond links de hof van Culembourg. In 1566 kwamen er 20 edelen samen en stelden een smeekbede op voor de opheffing van de 'plakkaten', dictaten van de Spaanse koning. Deze samenkomst zou de geschiedenis ingaan als 'Het eedverbond der edelen'. Het document werd vervolgens door 1000 edelen ondertekend en afgegeven aan de gouvernante Margaretha van Parma. De sancties waren niet min. In 1568 werden 19 edelen onthoofd en liet de hertog Van Alva het hof van Culembourg met de grond gelijk maken en er zout uitstrooien om die plaats te zuiveren. 50 jaar later, we waren dan onder de vrome aartshertogen Albrecht en Isabella, verscheen op de plek het klooster van de Ongeschoeide Karmelieten. Begin 19de eeuw werd het vervangen door een gevangenis en nog eens 100 jaar later bouwde de overheid hier een grenadierskazerne. Dat is het imposante gebouw aan de linker straatzijde. Al sinds 1975 lopen discussies over wat aan te vangen met dit pompeus gebouw. De hele achterbouw werd reeds afgebroken. De recente besparingsronde bij het leger raakt nu ook de Albertclub voor officieren in de voorbouw. Aan de andere straatkant staat de nieuwbouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken (1991, M. Jaspers), in een wat zwaarlijvige postmoderne architectuur. Stap tegenover het tweede kazerneportaal onder de boog door, wandel de trappen af en loop tot bij de straat met tramsporen. Aan de andere straatkant zie je de Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Zavelkerk. Ze dateert uit 1435/1579 en bevat o.a. een mooi laatgotisch koor, twee zijkapellen met de graven van de familie Thurn en Tassis en glasramen. Vroeger stond de kerk volledig ingebouwd tussen huizen. Vanaf de 19de eeuw ontstond de tendens om dergelijke gebouwen veel zichtbaarder te maken. De eerste stap kwam in 1827. De stad liet een eerste stukje van de huidige Regentschapsstraat aanleggen van het Koningsplein tot bij de kerk. De echte doorbraak kwam er echter in 1872 toen de Regentschapsstraat werd doorgetrokken richting Justitiepaleis. De Zavelkerk werd gestroopt en kreeg een neogotische buitendecoratie. Stap rechts en 20 meter verder in de Regentschapsstraat bij verkeerslichten langs het zebrapad naar de overzijde en wandel er de smalle Ruisbroekstraat naar beneden tot waar ze verbreedt. De oude Ruisbroekstraat volgt de loop van een vroegere zijbeek van de Zenne. Het grote kantoorgebouw aan de rechter straatkant herbergt het Rijksarchief en de Albertinabibliotheek, waarvan je op het Museumplein, verscholen achter een 19de-eeuwse gevel, het bovenste deel hebt gezien. In 1962 wilde de stad in de as van de straat een stadssnelweg aanleggen tussen boven- en benedenstad. Actiegroepen wilden dit snelwegproject ‘afdammen’, dus letterlijk dwarsbomen en verkregen de bouw van het kantoorgebouw dwars op de Ruisbroekstraat. Sindsdien is de straat een oase van rust en worden oude huizen hersteld. 17
NOODNUMMER 0478/77 02 58 Wandel in het verlengde van de Ruisbroekstraat door de galerij onder het kantoorgebouw tot op een pleintje met vlaggenmasten. Het Gerechtsplein wordt gedomineerd door een veel te brede brug, een restant van de snelwegambities uit 1962. Op deze plek bevond zich sinds 1820 het gerechtsgebouw, ondergebracht in het voormalige Jezuïetenklooster uit 1589. Na de bouw van het Justitiepaleis werd het kloostergebouw gesloopt. Op de gronden kwam de sterk hellende R. Lebeaustraat richting Zavelwijk met herenhuizen en winkelpanden. Maar ook de blauw-gele vlaggen vallen op. 'Blauwen op geel' is een kunstwerk uit 2009 van de Franse kunstenaar Daniel Buren. De 89 masten stellen een soort bos in de stad voor. Bedoeling was om de visuele impact van de brede brug te verzwakken en de verbinding tussen boven- en benedenstad opnieuw te doen overheersen. Neem rechts de trap omhoog en volg er het trottoir naar rechts tot ter hoogte van een trappartij met ruiterstandbeeld. Waarschijnlijk herken je deze plek. Je staat aan de benedenkant van de Kunstberg met de Albertinabibliotheek en de stadstuin van René Péchère. Steek de brede Keizerslaan over en wandel, tussen huizen en groen, de Magdalenasteenweg naar beneden. 100 m voorbij het kerkje bereik je een bomenplein, met rechts een lindeboom in een betonnen bak. Voorbij die boom zie je rechts een parkinginrit. Wandel rechts ervan door tot op een binnenplein met de ruiterstandbeelden van Don Quichot en Sancho Panza. Dit is het einde van het wandelparcours. Hopelijk heb je een boeiende sportdag gehad en keer je snel terug om te genieten van de charmes van de stad.
UITSTEMPEL (van 15u tot 17u) Op dit Spanjeplein vind je de Bloso-stand voor je UIT-stempel.
PINTJE OF TERRASJE? Heb je nog zin in een pintje, of een terrasje? Wandel dan verder bergafwaarts. In de buurt van Grote Markt en Sint-Hubertusgalerijen vind je zeker nog iets aantrekkelijks.
NAAR HET CENTRAAL STATION? Verlaat dan het plein langs de bovenzijde. Bij het trottoir neem je naar rechts. Even verder bereik je het ronde plein met de stationsingang.
SCHIFTINGSVRAAG Midden mei testte Brukselbinnenstebuiten dit wandelparcours voor de eerste keer. Vanuit deze test volgden aanpassingen aan parcours en tekst. Wat was bij die test de lengte van het parcours, uitgedrukt in meters? Antwoord
. . . . . . . meter
Dit parcours werd in opdracht van Bloso door Brukselbinnenstebuiten uitgewerkt. Meer informatie over Bruksel: <www.brukselbinnenstebuiten.be> of tel. 02.218.38.78
Wat vond je van de ‘Korte wandeling’? Laat het ons weten op www.bloso.be/sportdagvoorambtenaren, doorklikken naar ‘Geef je mening’ 18
NOODNUMMER 0478/77 02 58
QUIZ KORTE STADSWANDELING De juiste antwoorden kun je eerst noteren bij de vragen in de wandeltekst zelf. Na afloop van de wandeling breng je ze over op dit blad en geef je ze af bij de stand van de Uitstempel. Uw naam en voornaam:
......................................................
Straatnaam en huisnummer:
......................................................
Postcode en gemeente:
......................................................
Telefoonnummer:
......................................................
VRAAG 1: De tekening op het plafond voor de galerijdeuren stelt sterrenbeelden voor. Welke afbeelding staat net voor de deuren? Antwoord
O Walvis
O Windroos
O Castor Pollux
O Cassiopeia
VRAAG 2: Met welke omschrijving afficheerde de apotheek Delacre zichzelf op haar gevel? Antwoord
O Pharmacie Traditionelle O Pharmacie de classe
O Pharmacie Anglaise O Apotheek - Pharmacie
VRAAG 3: Welke naam is niet te zien op de muziekkiosk? Antwoord
O Bellini
O Rossini
O Busnois
O Halevy
O Menul
O Bach
VRAAG 4: Deze fontein bestaat uit 5 jongelingen. Waarop rusten hun handen? Antwoord
O Heupen
O Hoofd
O Rug
O Schouders
O Knieën
VRAAG 5: Kijk terug naar het Huis der Parlementsleden. Zowat een eeuw na de bouw kwam er op het dak een toevoeging die de naam 'Beyaert' van de architect alle eer aandoet. Wat? Antwoord
O Beelden van bejaarden O Een basreliëf met bijen aan een haard
O Een beiaard O Zijn naam in koperen letters
VRAAG 6: Welk decoratief element versiert de Franse ambassade niet? Antwoord O Denappels
O Wapenschild
O Mensen
O Eikenblaadjes en -noten
O Ster
VRAAG 7: Welke diertjes sieren de fontein? Antwoord
O Kikkers
O Vissen
O Slakken
O Vlinders
VRAAG 8: Op welke dag in april 1717 had de tsaar dit accidentje? Antwoord
O3
O8
O 12
O 16
O 23
O 28 19
NOODNUMMER 0478/77 02 58
VRAAG 9: Wie huldigde het Camille Lemonnier Museum in 1946 in? Antwoord
O Koning Leopold II
O Georges Simenon
O Koningin Elisabeth
O Albert Camus
VRAAG 10: Op welke dag in juni werden ze gearresteerd? Antwoord
O6
O 13
O 18
O 23
O 30
VRAAG 11: Wat stelt het het wapenschild van de gemeente Elsene voor? Antwoord
O Elleboog
O Vis
O Els
O Kloostergevel
O IJskelder
VRAAG 12: Wie was de kunstenaar van deze sgraffitipanelen? Antwoord
O P. Cauchie
O G. Strauwen
O V. Horta
O P. Saintenoy
VRAAG 13: Welk symbool op het gebouw verwijst naar 'Kongo-Vrijstaat'? Antwoord
O Afrikaanse olifant
O Afgehakt hand
O Brullende leeuw
O Vijfpuntsster
SCHIFTINGSVRAAG Midden mei testte Brukselbinnenstebuiten dit wandelparcours voor de eerste keer. Vanuit deze test volgden aanpassingen aan parcours en tekst. Wat was bij die test de lengte van het parcours, uitgedrukt in meters? Antwoord
. . . . . . . meter
20