Kortdurende psychodynamische psychotherapie Prof. Dr. Jan J.L. Derksen Sectie Klinische Psychologie KUN Klinische Psychologie VUB KP opleiding 2003
Welke modellen bestaan er? Klassieke langdurige psychoanalytische
psychotherapie Focale Psychotherapie In tijd gelimiteerde dynamische psychotherapie Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie
1
Modellen; vervolg Overdrachtsgerelateerde psychotherapie voor borderline patiënten Cognitief-analytische therapie, eclectisch Interpersoonlijke psychotherapie Supportieve psychotherapie Psychodynamisch georiënteerde groepstherapie Psychodynamische benaderingen in de kindertherapie Korte dynamische psychotherapie voor specifieke stoornissen: PTSD, middelen misbruik, etc
Klassieke psychoanalytische psychotherapie Enkele malen per week, jarenlang Vis à vis Vrij associatie Verheldering, confrontatie, interpretatie Overdrachtsanalyse, overdrachtsneurose Neurotische stoornissen
2
Focale Psychotherapie David Malan Focus is richtinggevend en draagt zorg
voor het verkorten van de behandeling Conflictdriehoek Persoonsdriehoek Neurotische stoornissen bij gemotiveerde patiënten
In tijd gelimiteerde dynamische psychotherapie Mann Tijd is de wijze van verkorten van de
behandeling Geboorte----------------------dood 12 zittingen Speciaal voor separatie-individuatie thema’s
3
Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie Davanloo, Sifneos, Magnavita, Osimo Affect activeren, weerstand (D) angst, diep interpreteren, weerstand ontwrichten (S) Verkorting vindt plaats door acceleratie van het therapeutisch proces Twee driehoeken, spiegelingsfunctie, activeren onbewuste conflicten, herstructureren van afweer, angst reguleren, emoties ervaren Tamelijk brede indicatiestelling
Overdrachtsgerelateerde psychotherapie voor borderline patiënten Kernberg, Clarkin, Yeomans Object-relationele benadering Werken met de overdracht Identiteit, afweermechanismen,
realiteitstoetsing Borderline persoonlijkheidsorganisatie
4
Cognitief-analytische therapie (CAT) Ryle, Kerr in Engeland vormgegeven Combineert: common factors (Frank),
cognitieve en object-relatie theorie, Kelly’s Personal Construct theorie, theorieën van Vygotsky. Contract, 16 zittingen, huiswerk, actie http://www.acat.org.uk
Interpersoonlijke psychotherapie Klerman, Weissman Verlies, interpersoonlijke tekorten,
roltransities 14-18 wekelijkse zittingen Speciaal voor depressies
5
Supportieve psychotherapie Luborsky, Pinsker, Rockland Angst reduceren, ventileren, zelfgevoel
verbeteren, ontwikkelde afweer stimuleren, reframing, aanmoedigen, adviseren, anticiperen Voor de zware en moeilijke patiënten
Psychodynamisch georiënteerde groepstherapie Yalom, MacKenzie, Scheidlinger Efficiënt en kosteneffectief (-20 sessies) Tijdlimiet, actieve therapeut, focus, doelen,
selectie en voorbereiding van de patiënten Veel verschillende type groepen (van klacht tot ontwikkelingsgebied), supportief-expressief-interpreterend Speciaal voor interpersoonlijke problemen
6
Psychodynamische benaderingen in de kindertherapie Greenspan, Benedict, Hastings DIR-model (developmental, Ind-diff,
relationship-based), object-relationele speltherapie Veel nieuwe ontwikkelingen met een sterk integrerend karakter Allerlei stoornissen bij kinderen
Korte dynamische psychotherapie voor specifieke stoornissen PTSD, middelenmisbruik, echtparen,
hartpatiënten, persoonlijkheidsstoornissen, etc. Vaak combinaties van eerder genoemde methodieken
7
Essentiële ingrediënten Geen waarheden, maar hypotheses en zoekschema’s Essentieel is en blijft het proces van vrije invallen als criterium voor effectiviteit Heden, verleden, toekomst, realiteit en fantasie, gevoelsbeleving tijdens de zitting In en met de overdracht werken, tegenoverdracht snel en dynamisch gebruiken
Essentiële ingrediënten: vervolg Een sterk focus op kernkwesties, het
proces niet laten afdrijven; Activiteitsniveau van de therapeut is hoog; in begin hoger dan later; Interpretaties worden gebruikt in een vroeg stadium; Emoties worden stevig geactiveerd;
8
Essentiële ingrediënten: vervolg Tijdsbeperking; Voorzover de ego-structuur het toelaat snel
bewust maken van onbewuste inhouden; Diepte van behandeling is niet per se gerelateerd aan lengte;
Conflictdriehoek afweer
angst
blokkerend gevoel
onbewust gevoel
9
Persoonsdriehoek therapeut
actuele ander
persoon uit verleden
De spiegelfunctie De therapeut spiegelt de minder bewuste
aspecten van de patiënt die: Emoties; Angst; Defensieve attitudes. Het is constante feedback van hetgeen de patiënt uitstraalt gevolgd door verhelderingen en interpretaties
10
Activeren van onbewuste conflicterende emoties Een therapeutisch proces gericht op
dynamische verandering noodzaakt het ervaren van conflicterende gevoelens in een voldoende sterke intensiteit. De krachten die deze ervaring blokkeren worden snel geneutraliseerd of verminderd middels:
Vervolg; Afweer herstructureren; Angst reguleren; Emotionele expressie vergemakkelijken
11
Afweer herstructureren Rijpheid van de afweer Karakterafweer, “position defenses” die
samen het karakter vormen: gezichtsuitdrukking, houding Tactische afweer, functioneren in de interactie met de therapeut: “ik denk dat ik boos ben”, effect op therapeutische relatie.
Angst reguleren Angst schaamte, schuld of pijn als rem op
een verdrongen conflictueus gevoel Afweer herstructureren mobiliseert vaak de angst die in de zitting hanteerbaar moet zijn. De diepere gevoelens worden in acceptabele intensiteit beleefd zodat het een correctieve emotionele ervaring wordt.
12
Angst reguleren Helpen bij de herkenning van hoe ze de
angst ervaren (b.v. psychosomatisch). Bewustmaken van de connectie tussen het onderliggende conflictueuze gevoel en de angst. Therapeut is emotioneel actief, sterk en gericht op samenwerken.
Emotionele expressie vergemakkelijken Helpen bij het ontdekken, ervaren, tot
expressie brengen en accepteren van de nieuwe emotie. Aanwezigheid van de therapeut, acceptatie van de gevoelens van de patiënt. Alles dat via het lichaam wordt uitgedrukt zien, steunen en vergemakkelijken.
13
Empirisch onderzoek Naar bankanalyses was dit moeilijk door
de lengte Nu nog is het model in veel opzichten strijdig met wat we kennen als de empirische onderzoeksmethodieken Naar de korte therapieën is nu veel meer onderzoek gedaan, audio en videobanden in opmars
Empirisch onderzoek: vervolg Uitkomsten van psychotherapieonderzoek
hebben beperkte invloed op de klinische praktijk Clinici vinden een discussie met collega’s waardevoller dan de onderzoeksverhalen Deze twee dichter bijeenbrengen ligt nog voor ons
14
Uitkomsten empirisch onderzoek (Gabbard, 1997) Dynamische therapie is niet beter of
slechter dan de andere therapieën Supportieve en expressieve therapie in combinatie doen het beter bij ernstig gestoorde patiënten Weinig studies met een RC design
Uitkomsten empirisch onderzoek Er is weinig steun voor de superioriteit van
klassieke analyse boven KPP, de grenzen zijn vervaagd; Techniek en (echte) relatie hebben stuivertje gewisseld; Patiënt en observator taxeren de therapeutische relatie beter dan de therapeut.
15