KORPSBLAD
Verantwoordelijke uitgever: Frank Mulleners Europalaan 27 3600 GENK April 2007 – jaargang 29 – nr. 108 Viermaandelijks tijdschrift
Colofon Redactieadres: Lokale politie PZ GAOZ Europalaan 27 3600 GENK Tel: 089 30 30 30 Redactieleden: Kris CROONEN Vicky FLOSSY Ilse JACOBS Lieve JAMAER Alex MARUT Luc WEVERS Lay-out: Politiezone GAOZ Foto’s: vzw Heemkring Heidebloemke Genk Eindredactie: Frank Mulleners
De artikelen mogen slechts gereproduceerd worden mits schriftelijke toestemming van de auteur, overeenkomstig de wet van 30.06.1994 betreffende de auteursrechten en de naburige rechten. Alle verzoeken hieromtrent dienen gericht te worden aan het redactieadres.
Inhoudstabel korpsblad 108 – april 2007 De processie van Echternach F. Mulleners, korpschef
p. 4
Stappenplan 2007-2010 K. Croonen, secretaris pz GAOZ
p. 6
50 jaar geleden kwam de eerste vrouw bij politie Genk A. Marut, commissaris
p. 13
In memoriam Raymond Rogiers
p. 15
Het houden, bewaren en vernietigen van politie-archieven A. Marut, commissaris
p. 16
Onderrichtingen HINP L. Wevers
p. 20
De processie van Echternach Frank Mulleners, korpschef lokale politie GAOZ Uiteindelijk werd de omzendbrief inzake de zogenaamde oneigenlijke politietaken (richtlijnen tot verlichting en vereenvoudiging van sommige administratieve taken van de lokale politie) toch aan de openbaarheid prijsgegeven. Verder in dit nummer wordt het desbetreffende opgelegde stappenplan van de politiezone Gaoz geëxpliciteerd. Dit stappenplan werd aanvaard en goedgekeurd op de zonale veiligheidsraad van 8 februari 2007. Zoals uit dat plan blijkt, beantwoordt de werking van de zone 5384 nagenoeg aan alle richtlijnen van de omzendbrief die ressorteren onder de jurisdictie van de zone. De zone heeft immers weinig of geen vat op bv. het verlichten en vereenvoudigen van taken verbonden aan gerechtelijke opdrachten waarin een actie van het parket mag verwacht worden of anderzijds de problematiek van de loslopende honden (dieren), een verantwoordelijkheid van de steden en gemeenten. Merkwaardig is ook te moeten vaststellen dat lobbyisten ogenschijnlijk niet hebben nagelaten de redactie van de omzendbrief te beïnvloeden. Na het optreden van de gerechtsdeurwaarders inzake het openbreken van een deur, wordt de nieuwe sleutel ter bewaring (voor ophaling door slachtoffer) afgegeven aan de politiezone waar een 24u permanentie verzekerd wordt. Voor de andere zones, zonder permanentie, het merendeel dus, dient een andere oplossing te worden gezocht. Begrijpe wie kan. Wie de politiezorg 24/7 aanbiedt, de enige echte vorm van politiewerking in het kader van onthaal en interventie, wordt gestraft met extra administratieve werklast. Deze regeling druist volledig in tegen de letter en de geest van de omzendbrief. Het bewaren van huissleutels in deze context kan bezwaarlijk omschreven worden als een politionele taak. Trouwens deze benadering zet de deur opnieuw open(!) voor andere gelijkaardige polemieken. De vraag kan verder gesteld in welke mate de inhoud van de omzendbrief beantwoordt aan de politierealiteit. In de zone 5384, en dat geldt in mindere of meerder mate ook voor andere zones, werd die beweging naar administratieve epuratie reeds lang voor de politiehervorming ingezet. De hervorming an sich gaf in deze materie een laatste duw in de rug aan de korpsen die hierin hun verantwoordelijkheid wilden of durfden opnemen. De wetgeving was in feite reeds voor handen in art. 25 van de wet op het politieambt. Dat de politierealiteit in de zones inzake oneigenlijke taken genuanceerd is, hoeft niet betoogd. Vele korpschefs zullen dan ook met enig genoegen de inhoud in de praktijk omzetten. De steun van de lokale bestuurlijke overheden in deze is evenwel onontbeerlijk, wat niet noodzakelijk een evidentie is. Het lokale niveau wordt door de omzendbrief aangezet tot nieuwe investeringen in personeel, deels in de zonale context, deels in de eigen gemeentelijke context. Algemeen mag zeker worden gesteld dat de omzendbrief voor een groot aantal zones aan een behoefte beantwoordt en kan worden aangewend om operationele capaciteit vrij te maken voor de eigenlijke politietaken, hoe die dan uiteindelijk ook worden gedefinieerd. M.i. is wel een fundamenteler kritiek formuleerbaar, niet zozeer op de inhoud dan van de omzendbrief dan wel op de vermoedelijk onbewust gehanteerde federale systematiek. De doelstelling om de operationele capaciteit te ondersteunen (3000 meer geüniformeerden op straat) wordt in deze administratieve omgeving in aanzienlijke mate ondergraven door wat een tegenbeweging zou kunnen genoemd worden. Andere oneigenlijke (?) administratieve politietaken werden de voorbije jaren geïntroduceerd in de dagelijkse politiewerking. Het heeft er alle schijn van dat door deze sluipende besluitvorming meer administratieve capaciteit wordt opgeslorpt dan door de omzendbrief wordt afgebouwd. Enkele niet limitatieve voorbeelden: APO/PV, OI’s, GAS, omzendbrief inzake jeugdcriminaliteit en zeker niet in het minst het project partnergeweld waar de administratieve rompslomp geenszins in verhouding staat met het bekomen resultaat. De processie van Echternach kan hieraan zonder twijfel een punt zuigen.
4
5
STAPPENPLAN 2007 – 2010 In kader van de ministeriële omzendbrief dd. 01.12.2006 houdende richtlijnen tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie
1. analyse van de huidige stand van zaken m.b.t. de opdrachten die in de ministeriële omzendbrief van 01.12.2006 zijn omschreven 2. implementatie van de richtlijnen binnen de lokale politie PZ GAOZ 1. Analyse van de huidige stand van zaken m.b.t. de opdrachten die in de ministeriële omzendbrief van 01.12.2006 zijn omschreven Reeds van bij de opstart van de lokale politie heeft de lokale politie PZ GAOZ de ministeriële omzendbrief van 16.02.1999 betreffende de administratieve taken van de politie consequent opgevolgd, dit in samenwerking met de stedelijke en gemeentelijke diensten van de meergemeentezone die de taken, die niet tot de bevoegdheid van de lokale politie behoorden, hebben overgenomen. Tevens kan de politiezone GAOZ sedert de opstart van de lokale politie beschikken over een uitgebreid burgerkader (CALOG) die in diverse diensten worden ingezet. Momenteel is de personeelsformatie van de lokale politie PZ GAOZ samengesteld als volgt : o 186 FTE operationeel kader in statutair verband bestaande uit 1 HCP – korpschef 7 CP 30 HINP 3 HINP – politie-assistenten 135 INP 10 HAP o 42 FTE administratief en logistiek kader in statutair verband bestaande uit 2 adviseurs niveau A 10 consulenten niveau B 23 assistenten niveau C 3 arbeiders niveau D 4 bedienden niveau D Bovenstaande beleidsbeslissingen hebben tot resultaat dat de huidige werking van de politiezone, op enkele uitzonderingen na, geheel voldoet aan de richtlijnen opgelegd in de ministeriële omzendbrief dd. 01.12.2006. Bij ministeriële omzendbrief CP2 dd. 03.11.2004 werd vooropgesteld dat het CALOGcontingent binnen de zone moest opgedreven worden naar minimaal 16%. Het CALOGcontingent binnen PZ GAOZ is momenteel vastgelegd op 18,42%. Dit percentage zal nog stijgen bij volledige uitwerking van het personeelsbehoefteplan 2005-2014 (zie verder punt 2).
6
Stand van zaken op 01.01.2007 : I. TAKEN DIE OP TERMIJN DOOR HET PERSONEEL VAN HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER (CALOG) MOETEN WORDEN UITGEVOERD Taakomschrijving ministeriële omzendbrief I.1 Administratieve taken verbonden aan de opdrachten van de politie
I.2 secretariaatstaken
Uitvoering van de taken binnen de PZ GAOZ Deze taken worden door Calogleden op diverse diensten uitgevoerd. De administratie van het wapenregister wordt uitgevoerd door 1 HINP (zie verder punt 2). De algemene secretariaatstaken worden uitgevoerd door 4 assistenten niveau C en 1 bediende niveau D 1 INP ingevolge medische ongeschiktheid De betrokken inspecteur kan omwille van medische redenen niet ingezet worden voor operationele taken. De administratie en verwerking van de PV’s verkeer (onbemande camera’s/radar) worden uitgevoerd door : 2 arbeiders niveau D 2 assistenten niveau C 1 INP ingevolge medische ongeschiktheid De betrokken inspecteur kan omwille van medische redenen niet ingezet worden voor operationele taken. Zijn politionele kennis is echter wel noodzakelijk voor de opvolging van de dossiers, hetgeen de tewerkstelling van een politieambtenaar op dergelijke functie rechtvaardigt. APO-administratie alsook de De administratieve ondersteuning van de politieambtenaren wordt uitgevoerd door : 4 assistenten niveau C en 1 bediende niveau D 1 INP ingevolge medische ongeschiktheid De betrokken inspecteur kan omwille van medische redenen niet ingezet worden voor operationele taken. De richtlijnen rond APO voorzien echter de inzet van politieambtenaren voor dergelijke taken, zodat de tewerkstelling van de politieambtenaar op deze functie gerechtvaardigd is. De wijkadministratie wordt uitgevoerd door 1 assistente niveau C De beleidsadministratie wordt uitgevoerd door 1 consulente niveau B
7
I.3 ICT (techniek) en logistiek
I.4 Personeelsbeheer
I.5 Budget en financiën
De ICT-taken worden uitgevoerd door 2 ICTconsulenten niveau B. De taken logistiek worden uitgevoerd door 1 bediende niveau D 2 arbeiders niveau D 1 INP ingevolge medische ongeschiktheid de betrokken inspecteur kan omwille van medische redenen niet ingezet worden voor operationele taken. De organisatie van de dienst Logistiek & Financiën werd opgenomen in het personeelsbehoefteplan 2005-2014 (zie verder punt 2) Deze taken worden uitgevoerd door : 1 adviseur niveau A 2 consulenten niveau B 1 HINP-politie-assistente De organisatie van de personeelsdienst maakt voorwerp uit van het personeelsbehoefteplan 2005-2014 (zie verder punt 2) Deze taken worden uitgevoerd door 1 boekhoudkundig consulente niveau B
II. ADMINISTRATIEVE OPDRACHTEN DIE INGEVOLGE EEN BIJZONDERE WET MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN POLITIEAMBTENAAR II.1 Woonstcontroles en controle schijnhuwelijken II.2 Moraliteitsonderzoek II.3 Opstellen van het verslag inzake verkrijgen/verliezen van de nationaliteit II.4 Gericht controleren van fiches herbergen, hotels en logementhuizen II.5 Ontvangst van verloren en gevonden voorwerpen – controle diefstal/heling II.6 Protocollaire begeleiding of protocollaire aanwezigheid II.7 Administratieve onderzoeken m.h.o.o. het afleveren van een attest inzake eerbaarheid II.8 Verslag inzake overlijden alleenstaande II.9 Controle van de echtheid van het rijbewijs en andere officiële documenten II.10 Technisch advies openbare orde & veiligheid bij evenementen gepland op de openbare weg II.11 Adresaanvragen gerechtsdeurwaarder Alle voorgaande taken worden uitgevoerd hetzij door een politieambtenaar hetzij door een lid van het CALOG onder supervisie en eindverantwoordelijkheid van een politieambtenaar (voorbeeld II.5 en II.11) III. SAMENWERKING POLITIE - GERECHTSDEURWAARDERS Tussen de politiezone enerzijds en de kamer van gerechtsdeurwaarders anderzijds werd geen bijkomend protocol afgesloten. Het kaderprotocol, dat als bijlage 2 aan de ministeriële omzendbrief dd. 01.12.2006 werd gevoegd, wordt door de politiezone GAOZ opgevolgd behoudens wat punt ‘uitzetting’ betreft, waar het kaderprotocol bepaalt: 8
“Nadat is overgegaan tot het openbreken van de deur in toepassing van artikel 1504 Ger.W. kan de optredende gerechtsdeurwaarders in politiezones waar een permanentie van 24u/24u. is verzekerd, de sleutels in kwestie op dit bureau afgeven, in een gesloten enveloppe met op de voorkant vermelding van de naam, voornaam en adres van de bewoner(s) van de desbetreffende woning. In dit geval geeft de gerechtsdeurwaarder op het adres waar de deur is opengebroken, duidelijk zichtbaar aan waar de sleutels kunnen worden afgehaald en wat het telefoonnummer is van de politiepermanentie. Wanneer de permanentie niet verzekerd is in de betrokken politiezone, kan een andere manier worden gezocht voor het overhandigen van de nieuwe sleutels en in een aanvullend protocol vastgelegd worden.” Kritische kanttekeningen : De doelstelling van de ministeriële omzendbrief is, volgens de inleiding, ‘het verminderen van administratieve taken omdat deze de kerntaak van de lokale politie, zijnde de basispolitiezorg of een ‘community policing’ hypotheceren’. Bovenstaande paragraaf houdt echter een bijkomende administratieve taak in. Voor het bewaren van de sleutels is geen bijzondere politionele bevoegdheid vereist. Het is dan ook niet duidelijk waarom deze louter bewarende maatregel aan de lokale politie zou moeten worden toevertrouwd. Voor politiezones, die sedert de aanvang van de lokale politie hebben geïnvesteerd in een 24u./24u. permanentie, (een van de pijlers van ‘community policing’) worden op deze wijze extra administratief belast. Hun collega’s die geen permanentie verzekeren hebben deze bijkomende taak niet, zij kunnen maar moeten niet in een alternatief voorzien. IV. VERLICHTINGEN EN VEREENVOUDIGEN VAN TAKEN VERBONDEN AAN GERECHTELIJKE OPDRACHTEN IV.1 Algemeen Bij het vervullen van hun opdrachten van gerechtelijke politie, worden aan de politieambtenaren ook vaak administratieve taken toegewezen teneinde het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter in staat te stellen hun opsporingsonderzoeken of gerechtelijke onderzoeken integraal af te handelen. Vaak zijn ook administratieve taken verbonden aan de uitvoering van de straffen. Om de politiediensten te ontlasten, werden in de ministeriële omzendbrief dd. 01.12.2006 een deel aanbevelingen en richtlijnen opgenomen ter attentie van de gerechtelijke overheden. Deze aanbevelingen en richtlijnen zouden deel moeten uitmaken van een ‘stappenplan van de gerechtelijke overheden’ met het oog op de integrale toepassing van de ministeriële omzendbrief. De zone wacht hieromtrent de initiatieven van de gerechtelijke overheden af. IV.1 2e § tot en met IV.12 Voor een actuele stand van zaken zie bijlage 3. V. OPDRACHTEN DIE KUNNEN UITBESTEED WORDEN AAN PRIVATE ONDERNEMINGEN OF UITGEVOERD DOOR BESTUURLIJKE OVERHEDEN In het kader van de permanente zorg voor een geïntegreerde veiligheid, werden door de respectievelijke gemeenten van de meergemeentezone alsook door de politiezone volgende initiatieven genomen : Toezicht op en bescherming van roerende en onroerende goederen Voor het industrieterrein van de gemeente Opglabbeek werd een protocol afgesloten met het bedrijvenconsortium rond de privé-bewaking. 9
Verkeersbegeleiding In de gehele zone worden door de gemeente gemachtigde opzichters ingezet. Tevens kan beroep worden gedaan op de stadswachten. De inzet van deze mensen gebeurt steeds in samenspraak met de diensten van de lokale politie. Controle betalend parkeren De controle op het betalend parkeren wordt in de zone niet meer uitgevoerd door de lokale politie. In het kader van haar mobiliteitsbeleid heeft de stad Genk het parkeren op de openbare weg en de controle op de naleving ervan sedert 1 februari 2002 uitbesteed aan een concessionaris, met name OPC (Optimal Parking Control). Vaststellingen in het kader van de G.A.S. De stad Genk heeft hiertoe ambtenaren aangeduid. De gemeenten As, Opglabbeek en Zutendaal hebben in 2006 een procedure opgestart tot het (supralokaal) aanwerven van 1 FTE stadswacht die na de vereiste opleiding onder meer zal ingezet worden voor het doen van de vaststellingen in het kader van de G.A.S. Al naargelang de feiten wordt de lokale politie tevens gelast de nodige vaststellingen te doen. De lokale politie is alleszins belast met de opmaak van het P.V. Dossiers ruimtelijke ordening en stedenbouw – leefmilieu Binnen de zone werden met de respectievelijke bevoegde diensten van de gemeenten afspraken gemaakt rond de samenwerking in deze dossiers. VI. OPDRACHTEN DIE NIET DOOR EEN POLITIEAMBTENAAR, EEN AGENT VAN POLITIE OF EEN CALOGMEDEWERKER MOGEN WORDEN UITGEVOERD VI.1 Afgifte van bewijzen van onvermogen VI.2 Toelating tot het plaatsen van lichtreclames en reclameborden VI.3 Wettiging van de handtekening, eensluidend verklaren van een kopie, aflevering van bewonerskaarten en parkeerkaarten VI.4 Reactie op het vrij rondlopen van verwaarloosde of gevaarlijke dieren VI.5 Afgifte van attesten voor het neutraliseren van bijenzwermen VI.6 Inning van taksen en plaatsing van ambulante handelaars VI.7 Openen van een slijterij VI.8 Betekeningen inzake verkiezingen VI.9 Afgifte van certificaten in opdracht van de RKB VI.10 Werklozencontrole VI.11 Onderzoeken m.h.o. op allerhande vergunningen VI.12 Bestellen van allerhande uitnodigingen VI.13 Betekenen van onbewoonbaarverklaringen VI.14 Aanplakken van berichten in het kader van ruimtelijke ordening & leefmilieu VI.15 Inlichtingen m.b.t. niet-politionele tellingen en onderzoeken VI.16 Opmaak en afgifte van verschillende attesten VI.17 Administratie van rijbewijzen, vreemdelingenregister, leurkaarten, reispassen en Identiteitskaarten VI.18 Bepaalde administratieve onderzoeken VI.19 Optreden als autobestuurder t.b.v. de gemeentebesturen, burgemeesters of andere publieke personen VI.20 Opmaak van inlichtingenbulletins t.b.v. gerechtelijke overheden met gegevens die buiten de taken van de lokale politie vallen Behoudens punt VI.4 worden deze taken niet meer uitgevoerd door de lokale politie PZ GAOZ.
10
2. Stappen(plan) tot implementatie van de richtlijnen binnen de lokale politie PZ GAOZ I. TAKEN DIE OP TERMIJN DOOR HET PERSONEEL VAN HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER (CALOG) MOETEN WORDEN UITGEVOERD Taakomschrijving I.2 Secretariaatstaken
1.3 ICT (techniek) en logistiek
Motivatie Om medische redenen werden volgende politieambtenaren ingeschakeld voor de uitvoering van administratieve taken : 1 INP algemene secretariaatstaken 1 INP administratie en verwerking PV’s verkeer (onbemande camera’s – radar) 1 INP APO-administratie Bij pensionering van betrokken personeelsleden zullen deze functies ofwel uitdoven, ofwel ingevuld worden door een CALOG of politieambtenaar die wegens medische ongeschiktheid niet in een operationele dienst kan worden ingezet. De administratie van het wapenregister wordt binnen de zone op dit ogenblik uitgevoerd door 1 HINP die zowel het beheer als de administratie voor zijn rekening neemt omwille van de know-how die hiertoe vereist is, inzonderheid na de inwerkingtreding van de nieuwe wapenwet. Het beheer alsook de administratie van het wapenregister zal op een later tijdstip geëvalueerd worden m.h.o. op de ontwikkeling van een nieuwe structuur. Om medische redenen werd 1 INP ingeschakeld voor de uitvoering van administratieve taken binnen de dienst Logistiek. Momenteel wordt deze dienst geleid door een commissaris van politie, lid van het operationeel kader. Vanaf april 2007 zal deze dienst geleid worden door een consulente niveau B. Binnen de dienst Logistiek & Financiën blijft operationele politiekennis onontbeerlijk (vb. aanschaf van wapens, uitrustingsstukken, …) Binnen het personeelsbehoefteplan 2005-2014 werd de dienst Logistiek & Financiën dan ook als volgt ingevuld : 1 diensthoofd-boekhoudster niveau B 1 HINP 1 bediende niveau D 3 arbeiders niveau D
Realisatietermijn -
Behoudens verdere wetswijzigingen uiterlijk 2010
2010
De hoofdinspecteur wordt zowel ingezet binnen de dienst Logistiek als binnen het wachtgebeuren en zal m.a.w. ook operationeel inzetbaar zijn.
11
1.4 Personeelsbeheer
In de oorspronkelijke formatie was 1 HINP politieassistente voorzien binnen de personeelsdienst. Bij pensionering van betrokken personeelslid zal deze binnen de dienst vervangen worden door een CALOGpersoneelslid (niveau B of A naargelang de noodwendigheid van de dienst). Deze vervanging werd reeds opgenomen in het personeelsbehoefteplan 2005-2014.
2010
II. ADMINISTRATIEVE OPDRACHTEN DIE INGEVOLGE EEN BIJZONDERE WET MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN POLITIEAMBTENAAR Nihil. III. SAMENWERKING POLITIE - GERECHTSDEURWAARDERS De politiezone wacht eventuele initiatieven vanuit de kamer van gerechtsdeurwaarders af. IV. VERLICHTINGEN EN VEREENVOUDIGEN VAN TAKEN VERBONDEN AAN GERECHTELIJKE OPDRACHTEN De zone wacht hieromtrent de initiatieven van de gerechtelijke overheden af. V. OPDRACHTEN DIE KUNNEN UITBESTEED WORDEN AAN PRIVATE ONDERNEMINGEN OF UITGEVOERD DOOR BESTUURLIJKE OVERHEDEN Nihil. VI. OPDRACHTEN DIE NIET DOOR EEN POLITIEAMBTENAAR, EEN AGENT VAN POLITIE OF EEN CALOGMEDEWERKER MOGEN WORDEN UITGEVOERD Wat het punt VI.4 “Reactie op het vrij rondlopen van verwaarloosde of gevaarlijke dieren” werkt de politiezone momenteel als volgt : tijdens de kantooruren worden de vrij rondlopende, verwaarloosde en achtergelaten dieren gevangen en overgebracht door de ‘hondenvanger’, dit is een door de stad Genk aan de politiezone ter beschikking gestelde arbeider niveau E. na de kantooruren (17.00u.), tijdens de weekends en op zon- en feestdagen worden de vrij rondlopende, verwaarloosde en achtergelaten dieren gevangen en overgebracht door agenten van politie of politieambtenaren. Krachtens de bepalingen van de ministeriële omzendbrief dd. 01.12.2007 zal binnen de politiezone GAOZ een algemeen geldende regeling moeten gezocht worden voor de opvang en overbrenging van vrij rondlopende, verwaarloosde, achtergelaten en gevaarlijke dieren. De politiezone wacht hieromtrent de verdere initiatieven van de respectievelijke stad/gemeenten van de meergemeentezone af. Bijlagen 1. ministeriële omzendbrief dd. 01.12.2006 2. personeelsbehoefteplan 2005-2014 3. Samenwerking met gerechtelijke overheden : stand van zaken
12
50 jaar geleden kwam de eerste vrouw bij politie Genk Alex Marut, CP lokale politie GAOZ Recent geraakte in de media bekend dat de vrouw haar intrede met succes bij de politie gedaan heeft, doordat 1 op 4 politie-inspecteurs er één is van het zwakke geslacht. 50 jaar geleden was dit niet zo evident en bovendien mocht een vrouw niet gehuwd zijn om toe te treden tot bepaalde gemeentelijke openbare diensten1. De eerste vrouw bij de politie Tijdens de gemeenteraadszitting van 15 juni 1956 werd beslist om het politiekader te Genk van 76 naar 80 eenheden uit te breiden. Ook werd toen voor de eerste keer in de geschiedenis van de politie in Limburg een functie voor een vrouwelijke agente open verklaard in de gemeente Genk. De motivatie stond in het jaarverslag van de politie van 1957 en was ingegeven door twee belangrijke factoren : 1. de moeilijkheden die zich voordeden bij ondervraging van vrouwen en kinderen die betrokken waren bij zedenfeiten; 2. de bescherming van de jeugd. Politiecommissaris Ghijsen voegde eraan toe : ‘In een gemeente zoals de onze, met een bevolking die voor een derde bestaat uit vreemdelingen en waar het geboortecijfer betrekkelijk hoog is, dienen wij, op sociaal gebied, de kinderen en jonge meisjes te beschermen. Dit zal zeker een der hoofdtaken zijn van onze sociale dienst’. De algemene aanwervingsvoorwaarden waren : een woonplaats hebben in de gemeente; verbod om handel te drijven of enig ander beroep uit te oefenen. De specifieke aanwervingsvoorwaarden waren : in het bezit zijn van een getuigschrift van sociaal-assistente, voldoen aan dezelfde voorwaarden van de mannelijke politieagenten, behoudens de lengte en militievoorwaarden. Op 16 februari 1957 kwam de 23-jarige Cecile Van Marsenille2 in dienst bij de gemeente Genk. Zij werkte zowel voor het gemeentebestuur als onder het gezag van politiecommissaris Henri Ghijsen. Zij kreeg een uniform, bestaande uit een blauw mantelpak en een hoedje met het politie-embleem, maar het dragen ervan was niet verplicht. Op het politiefeest van 29 september 1957 legde zij de grondwettelijke eed af in bijzijn van burgemeester Gerard Bijnens en politiecommissaris Henri Ghijsen. In juni 1958 slaagde Cecile Van Marsenille in het eerste jaar van de officierenopleiding te Hasselt3. Opdrachten van de politie-assistente bij de sociale dienst van de politie De politie-assistente kreeg haar politie-opdrachten van de politiecommissaris en moest verslag bij hem uitbrengen. Zij werkte alleen en legde huisbezoeken af met de fiets4. In een korpsnota bepaalde de politiecommissaris de opdrachten van de politie-assistente5 : -onderzoek instellen inzake het sociaal midden waarin de kinderen zich bevinden die met de politie in aanraking komen, hetzij op rechterlijk gebied, hetzij op administratief gebied of inzake schoolverzuim; 1 Deze reglementering was ook van toepassing op het vrij gesubsidieerde onderwijs en het verplegend personeel van de gemeentelijke COO’s (ziekenhuizen van de Commissie van de Openbare Onderstand). De maatregel werd voor het onderwijs pas afgeschaft door de zogenaamde Schoolpactwet van 29 mei 1959 (BS van 19.06.1959). 2 Jaarverslag politie Genk 1957, p. 5. Cecile Van Marsenille (°Lauw, 05.11.1933). 3 Jaarverslag politie Genk 1958, p. 16. 4 MARUT, A., De Kroniek van de Genkse Politie, deel II, 1995, p. 177. 5 Korpsnota politie Genk nr. 12 van 1 april 1957. 13
-een blijvend toezicht houden over de toestand van de kinderen die het voorwerp uitmaakten van een onderzoek en die dienen gevolgd te worden; -de onderzoeken en opdrachten van de kinderrechter, de Procureur des Konings, in verband met minderjarigen; - de onderzoeken doen en minnelijke regelingen treffen, daar waar de ouders zich overgeven aan slecht gedrag, grove verwaarlozing der kinderen, onmacht of ongeschiktheid tot de opvoeding der kinderen; -tussenkomsten en onderzoeken inzake diensters, ongehuwde moeders; -bewakingen in dancings, cinema’s en warenhuizen ter gelegenheid van volkstoeloop; -bewaking op de voorlopig in vrijheid gestelde vrouwen; -overbrenging van vrouwen; -toezicht op de lekturen en op het uitstallen van foto’s en brochuren; -contact zoeken met alle jeugdorganisaties; -toezicht op de kampeerterreinen van meisjes. Gemeentelijke opdrachten De politie-assistente kon ook opdrachten krijgen van het gemeentebestuur van Genk. Zo moest zij onderzoeken instellen over de sociale belangen van het personeel, de huisvesting, zieken, genadeverzoeken, enz. Een korte loopbaan Haar benoeming was een aansporing voor andere vrouwen om in deze sector te komen solliciteren. Lisette Withofs, een studente sociaal-assistente, mocht een stage lopen in 1957 en behaalde met haar thesis De taak van de Maatschappelijke Assistente bij de Politie te Genk een onderscheiding in haar eindexamen6. In het jaarverslag 1959 van de politie van Genk werden de eerste cijfers bekendgemaakt van de sociale dienst bij de politie. Op 30 september 1959 werd aan Cecile Van Marsenille ontslag verleend omdat ze in het huwelijk wilde treden7. Een korte, maar mooie carrière, bij de politie.
6 Over het onderwerp vrouwen bij de politie werd, tijdens een stage bij de sociale dienst van de politie in Genk, door Gerda Olaerts in 1971 een thesis opgesteld onder de titel Maatschappelijk werk in het kader van de gemeentelijke politie te Genk. 7 Jaarverslag Politie Genk 1959, p. 4. Gemeenteraadsbesluit van 6 april 1959. 14
In memoriam Inspecteur Raymond Rogiers
°Hasselt, 29 april 1938 + 15 januari 2007 politieagent sinds 1 april 1966 inspecteur van politie sinds 1 mei 1986 op pensioen sinds 1 mei 1998
15
Het houden, bewaren en vernietigen van politiearchieven Alex Marut, CP Lokale PZ GAOZ De oude archiefwet van 1955 is een halve eeuw oud en wacht reeds geruime tijd op een injectie naar legale vernieuwing. Ondertussen blijven archivarissen koorddansen op een touw om een aanvaardbare werksituatie na te streven op grond van rechtsleer. Wat de archieven van de gemeentelijke politiediensten betreft, werden meestal de algemene richtlijnen gevolgd, die van toepassing waren op de gemeentearchieven8. Sinds de politiehervorming van 2001 trad ook de lokale politie toe tot het digitale tijdperk, waarbij ook archiveringsprocessen geautomatiseerd werden. Helaas, wordt er in de nieuwe richtlijn slechts voorgeschreven hoe de papieren documenten moeten gearchiveerd worden. Op 7 april 2006 werd in het (digitale) Belgisch Staatsblad de ministeriële omzendbrief PLP 40 van 9 februari 2006 betreffende de archieven van de Lokale Politie, gepubliceerd. Wij overlopen de voornaamste bepalingen uit de richtlijn die voor onze politiezone van toepassing zijn. Het belang van een historisch archief De excellenties Patrick Dewael, minister van Binnenlandse Zaken en Laurette Onkelinx, minister van Justitie, benadrukken in fine van hun omzendbrief, het belang van een goed beheerd historisch patrimonium bij de lokale politie. Het archief van de lokale politie GAOZ bevat de erfenis van de stedelijke politie van Genk, waarbij de oudste registers met processen-verbaal dateren van 1914, toen de gemeente Genk slechts twee veldwachters in dienst had. De oudere archiefstukken van de veldwachters van Genk en de personeelsdossiers uit de periode van de stedelijke politie van Genk (1920-2001) worden bewaard in het stadsarchief van Genk. De archieven van de gemeentepolitie As, Opglabbeek en Zutendaal bevinden zich respectievelijk in de gemeentelijke archieven aldaar. De recente archieven van de voormalige rijkswachtbrigades van Genk en Opglabbeek (1989-2001) werden vanaf 1991 geautomatiseerd en worden nu beheerd bij de lokale politie GAOZ. Naast het bewaren van afschriften van processen-verbaal worden er in een politiearchief bestuurlijke verslagen bewaard, die te maken hebben met de taakuitvoering van de politiediensten, zoals het handhaven van de openbare orde bij manifestaties. Voor een wetenschapper zijn dit primaire bronnen, die slechts zelden het daglicht zien9.
8 MARECHAL, G., Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven, Richtlijn en advies, twee delen, Miscellanea Archivistica Studia 7, Algemeen Rijksarchief Brussel, 1990. 9 MARUT, A., Historisch onderzoek aan de hand van politiearchieven, Korpsblad Politie Genk nr. 76/1997. 16
Een efficiënt archiefbeheer De nieuwe onderrichtingen van archivering werden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, maar staan ook op de website van de Federale Politie, Directie voor de Relaties met de Lokale Politie (CGL), waardoor iedereen kan kennisnemen van de regels : www.fedpol.be en www.poldoc.be De korpschef van lokale politie kan een archiefverantwoordelijke aanduiden, die belast wordt met de toepassing van de lijsten. Indien zij archiefstukken willen vernietigen, moeten ze de schriftelijke toelating hebben van de Algemeen Rijksarchivaris of zijn gemachtigde. Met deze nieuwe lijsten wordt aan de korpschef of zijn archiefverantwoordelijke een instrument aangeboden dat hen in staat moeten stellen om bescheiden, die voor het werkproces of voor het politioneel onderzoek geen enkel nut meer hebben, sneller of binnen een redelijke termijn te vernietigen. Met de invoering van de nieuwe archiefselectielijst en de verkorting van de bewaringstermijn kunnen de archiefmassa's in de lokale politiezones teruggedrongen worden, wat zou moeten resulteren in een efficiënter archiefbeheer. Wij ontvingen deze archiveringslijst op 5 juni 2006 van dhr. Michel Van Der Eycken, rijksarchivaris te Hasselt (bijlage). Het archief en de bewaringstermijnen Een archiefselectielijst is een in systematische orde gestelde opsomming van alle categorieën archiefbescheiden, ongeacht hun vorm, inhoud of structuur, die door een instelling of organisatie worden gevormd of ontvangen, met vermelding van : 1) hun definitieve bestemming, te bewaren of te vernietigen; 2) de minimale administratieve bewaartermijn. De lijsten wordt elke categorie voorafgegaan door een code, gevormd door de afkorting van de instelling die de archiefbescheiden heeft gevormd en een volgnummer bestaande uit drie cijfers, voorafgegaan door de letters LP (Lokale Politie). De in de lijsten vermelde bewaartermijnen zijn de minimale bewaartermijnen. Dit laat de korpschef of de archiefverantwoordelijke toe op het ogenblik van het verstrijken van de toepasselijke bewaartermijn aan de archieven de eindbestemming te geven die in de lijst is voorzien. Indien de korpschef langere bewaartermijnen wil toepassen, moet hij er van bewust zijn dat een verhoging van de kosten voor de opslag van archieven, zoals : de kosten voor het inrichten van archiefruimten, voor de verhuis van massabestanden, enz., zal moeten gemotiveerd worden. Belangrijke investeringen in gebouwen en materiële uitrusting zullen pas plaatsvinden wanneer de korpschef/archiefverantwoordelijke kan aantonen dat hij alle nuttige maatregelen heeft genomen om de volumes archiefdocumenten zo laag mogelijk te houden, met eerbiediging van de wettelijke bepalingen en de richtlijnen terzake. Archiefselectielijsten Bij het vastleggen van de termijnen werd rekening gehouden met de ervaringen van diverse lokale politiezones, het advies van de Vaste Commissie voor de Lokale Politie en het College van Procureurs-generaal. Beide instanties verleenden hun goedkeuring aan de bepalingen die in de archiefselectielijst werden opgenomen. De lijst werd opgemaakt door het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in de Provinciën, in nauw overleg met een aantal 17
stadsarchieven en vertegenwoordigers van verschillende politiezones. Het Rijksarchief ziet in het kader van de uitvoering van de Archiefwet toe op de vernietiging van bescheiden gevormd door de Lokale Politie. * Archiefbescheiden die op de lijst als te bewaren vermeld staan, verdienen een voorkeursbehandeling inzake materiële zorg, ordening en toegankelijkheid. Wanneer zij voor de betrokken dienst geen administratief nut meer hebben - na het verstrijken van de minimale bewaartermijn - kunnen zij bij het Rijksarchief worden neergelegd10. * Alle stukken, gevormd door de lokale politiezones en die ouder zijn dan 100 jaar, moeten aan het Rijksarchief worden overgedragen11, uiteraard voor zover ze voor permanente bewaring in aanmerking komen. * Archiefbescheiden die op de lijsten als te vernietigen staan aangeduid, verdienen geen voorkeursbehandeling inzake materiële zorg, ordening en toegankelijkheid. Wanneer zij voor de dienst geen administratief nut meer hebben - na het verstrijken van de minimale bewaartermijn zoals vermeld in de lijst - worden zij best zo snel mogelijk vernietigd. De vernietiging van archieven geschiedt door of met de hulp van het Bestuur der Domeinen van het Ministerie van Financiën. * Archiefbescheiden die op de lijst als te selecteren staan aangeduid, kunnen pas aan een nadere selectie worden onderworpen na het verstrijken van de op de lijst vermelde minimale bewaartermijn. * Indien de archiefbescheiden aan een nadere selectie moeten onderworpen worden, dan vermeldt de archiefselectielijst ook de toe te passen selectiecriteria. In sommige omstandigheden is en blijft een advies van de plaatselijke rijksarchivaris vereist. Dit is bijvoorbeeld het geval voor series bescheiden waar de archiefvorming sterk kon verschillen naargelang de politiezone of voor bescheiden afkomstig van andere politiële overheden. In dit geval neemt men contact op met de bevoegde archivaris, voor de lokale politie van de gerechtelijke arrondissementen Hasselt en Tongeren is dit de rijksarchivaris te Hasselt Bampslaan 4. Criteria De levensduur van de archiefstukken hangt af van de belangen die bij het ontstaan, de verwerking, de opslag en de bewaring van de informatie gemoeid zijn. Bepaalde informatie heeft slechts een tijdelijk belang, andere informatie is fundamenteel voor het instandhouden en het sturen van de bedrijfsprocessen, of heeft naast bewijswaarde ook cultuurhistorische waarde. Bij het bepalen van de minimale bewaartermijnen werd rekening gehouden met het belang dat stukken kunnen hebben voor de bedrijfsprocessen bij de lokale politie, zoals de rubrieken Personeel en Financieel en Materieel Beheer, met de juridische waarde van de stukken in het kader van het politieel onderzoek en de richtlijnen van de betrokken procureur en met de rechten van de recht- en bewijszoekende burger. De selectiecriteria en de bewaartermijnen die in deze lijsten vermeld staan, hebben 10 11
Artikel 4, vierde lid van de archiefwet van 24 juni 1955 (Belgisch Staatsblad 12 augustus 1955). Artikel 1, eerste lid van de archiefwet van 24 juni 1955. 18
betrekking op alle archiefbescheiden, ongeacht hun inhoud, vorm en structuur. In de loop van de laatste decennia raakten registers soms in onbruik. Zij werden vervangen door manuele fichesystemen of nog later door geautomatiseerde gegevensbestanden. Informatie werd soms opgeslagen op andere dragers dan papieren dragers. Bij de redactie van deze lijsten werd in de mate van het mogelijke rekening gehouden met deze realiteit. De archiefselectielijsten zullen in de toekomst aan een vijfjaarlijkse herziening onderworpen worden. De concrete herziening van de archiefselectielijsten zal worden voorbereid door een Werkgroep Politie-Archieven waarvan de samenstelling en taakstelling in de loop van 2006 zal worden bepaald. Digitale archieven Een bijzonder probleem vormt de selectie van digitale archiefbescheiden. Archiefdocumenten in elektronische vorm vallen evengoed onder toepassing van de Archiefwet van 1955 als de papieren archiefbescheiden. Net zoals voor de papieren documenten, is het even cruciaal om te kunnen bepalen welke digitale documenten op termijn vernietigd kunnen worden, welke bewaartermijn verantwoord is, en welke op termijn moeten overgebracht worden naar het Rijksarchief. Als digitale bestanden overgebracht moeten worden of pas vernietigd mogen worden na tien jaar - zoals dit het geval is voor de boekhoudkundige informatie - dan stelt dat veel hogere eisen aan hun duurzaamheid dan wanneer ze reeds na één of twee maanden mogen vernietigd worden. In de toekomstige archiefselectielijsten zal er rekening gehouden worden met het beheer van digitale archiefbescheiden. Toepassing van de archiefselectielijsten Indien in een archiefselectielijst bij een categorie archiefbescheiden de bestemming te vernietigen vermeld staat en in het geval dat de minimale administratieve bewaartermijn verstreken is, kan de betrokken lokale politiezone slechts tot effectieve vernietiging overgaan na voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan het Rijksarchief. Hierbij wordt voor elke politiezone vermelding gemaakt van de aard van de stukken en de uiterste data, die voor elke zone kunnen verschillen. Dit bericht moet aan voornoemde instanties worden overgemaakt minstens dertig werkdagen vóór de effectieve vernietiging van de archieven. Indien het Rijksarchief, niet reageert binnen een termijn van 10 werkdagen op de kennisgeving, houdt dit de stilzwijgende toestemming tot de vernietiging in. Voor de vernietiging van stukken die niet op de archiefselectielijst vermeld zijn, is steeds een schriftelijke toestemming tot vernietiging nodig van de Algemeen Rijksarchivaris of diens gemachtigde. De omzendbrief is van toepassing sinds 1 februari 2006.
19
Onderrichtingen CP Luc Wevers Korpsorders 2006/035 2007/001 2007/002 Procureur 2006/053
PRORELA douane uitrusting
PRORELA-procedure in werking op 01/12/2006 Afspraken met Douane en Accijnzen - PZ GAOZ verdeling Led Lenser lampjes
racisme
2006/054 2006/055
dienstregeling criminele organisatie
2007/001
privacy
2007/003 2007/004
OI wapens
2007/005 2007/006
gerechtskosten mensenhandel
2007/007
dreigingsanalyse
2007/008
strafrechtelijk beleid
2007/009 2007/010
leger spoorwegen
2007/011 Provincie 2006/048 2007/001
dienstregeling
Naleving van voorschriften col 6 en 14/2006 : racistisch motief voor misdrijf vermelden in PV Dienstregeling van de parketdienst COL 19/2006 : criminele organisatie georganiseerde criminaliteit - bijdrage openbaar ministerie in het jaarrapport georganiseerde criminaliteit in België. Bescherming privacy - adres van personeel Vertrouwenscentrum niet in PV Machtiging uitschrijven OI’s Aanvulling op de gecoördineerde omzendbrief van 30 oktober 1995 betreffende de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake wapens. Gerechtskosten in strafzaken. Voorlopige procedure COL 1/2007 : Mensenhandel - Ministeriële richtlijn inzake het opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel COL 2/2007 : betreft: gemeenschappelijke omzendbrief van de Minister van Justitie en het College van Procureurs-Generaal betreffende het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse addendum COL 9/2005 COL 3/2007 : gemeenschappelijke omzendbrief van de Minister van Justitie en het College van Procureurs-Generaal inzake het strafrechtelijk beleid van de auditoraten. Wegverkeer bij het leger. Spoorwegen en openbaar vervoer - Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen. Dienstregeling magistraat van dienst
2007/002
wapens
2007/003
vogelgriep
2007/004
hotels
vuurwerk wetswijzigingen
Eindejaar - vuurwerkproblematiek Recente wijzigingen van de wetgeving die een invloed kunnen hebben op de taken en opdrachten van de lokale politie en op de politiecapaciteit. Nieuwe omzendbrief met betrekking tot de wapenwetgeving Vogelgriep - maatregelen vanaf donderdag 1 maart 2007-analyse van het risico van de verkoop van vogels en pluimvee op openbare markten Opheffing van de Wet van 17 december 1963 op de controle van de reizigers
20