Bezoekadres: Nieuwe Steen 29 1625 HV Hoorn (NH)
Postadres: Postbus 3112 1620 GC Hoorn (NH)
t -1-31 (0)229 27 63 00 f +31 (0)229 27 63 09 www.klaver-partnersadvocaten.nl
[email protected]
KLAVER V A N :< D E R
HOOFT P OSC H ADVOCATEN
PER GEWONE EN PER AANGETEKENDE POST Gemeente Veenendaal t.a.v. de Gemeenteraad Postbus 1100 3900 BC VEENENDAAL 08 dec 2015/1013
Hoorn, 7 december 2015
INGEKOMEN
O 8 DEC 2015 GEMEENTE VEENENDAAL
Uw ref. : 2015/82325 Onze ref.: F6837 Inzake : Raadsbesluit d.d. 29 oktober 2015 Proef vrij parkeren op zaterdagen BEZWAARSCHRIFT
Geachte Raad, Namens bezwaarde, de besloten vennootschap Bioscoopexploitatie J.M. Punt Beheer B.V., gevestigd aan de J. Duikerweg nr. 5 te (1703DH) Heerhugowaard, wordt bezwaar gemaakt tegen het raadbesluit van 29 oktober 2015, waarbij mede het navolgende is besloten: "de proef gratis parkeren op zaterdagen van 9:30 uur tot 24:00 uur in de gemeentelijke parkeergarages voor de periode van 14 november 2015 tot 1 januari 2017, aan te wijzen als een activiteit die plaatsvindt in hel algemeen belang in de zin van artikel 25h lid 5 Mededingingswet. " Genoemd besluit van de Gemeenteraad van de Gemeente Veenendaal d.d. 29 oktober 2015 is als productie 1 aan dit bezwaarschrift gehecht. Bezwaarde kan zich niet verenigen met voornoemd besluit en maakt daartegen bij deze tijdig bezwaar. Feitelijke situatie van de parkeervoorzieningen ,.
Bezwaarde is eigenaar van de onroerende zaken gelegen te Veenendaal, bekend als het winkelcentrum "De Scheepjeshof', alsmede van de parkeergarage die onder De Scheepjeshof is gelegen.
Pagina 1 van 12 mw. mr J.C. Brouwer • mr R. vander Hooft • mw. mr M.A.Th. Klaver • mr J.TR Koenis mr J.J, Kunst • mr. CJ, d ' Lange • mr drs. O.H. Minjon • mr. TF. Posch Iedere aans[3rakeliikheid is beoerkt tot het bedraa dat in het de betreffende aeval onder de beroeosaansDrakeliikheidsvprzpkprinn wordt uithpt^ifllrl
ALGEMENE VOORWAARDEN Art. 1 Opdracht: De opdracht tot juridische dienstverlening wordt bij uitsluiting geacht te zijn verstrekt aan en wordt aanvaard door de maatschap Klaver Van der Hooft Posch Advocaten en zal worden uitgevoerd door een aan Klaver Van der Hooft Posch Advocaten verbonden advocaat. Art. 2 Urenregistratie: De tijd die is besteed aan de door Klaver Van der Hooft Posch Advocaten ter uitvoering van de opdracht vernchte werkzaamheden zal worden geadministrEetd onder vermelding van zaaknaam, datum, duur en soort verrichting, met inachtneming van een minimum van 5 minuten per verrichtir>g-; pij sfe 'declaraties wordt een gespecificeerd overzicht van de geregistreerde werkzaamheden en daaraan bestede tijd verstrekt. Art. 3 Gefinancierde rechtshulp: In geval van gefinancierde rechtshulp zullen de door Klaver Van der Hooft Posch Advocaten verrichte werkzaamheden gedeclareerd worden' bij de Raad voor Rechtsbijstand. Voor eigen rekening van opdrachtgever blijven: • de door de Raad voor Rechtsbijstand op te leggen eenmalige eigen bijdrage per toevoeging; • (Ié (onjbéjaste verschptt'eni ivyaaronder uittreksels, griffierecht, kosten • van derden en andere rechtstreeks aan Klaver Van der Hooft Posch Advocaten in rekening gebrachte kosten; • de eventueel door opdrachtgever verschuldigde bijdrage in de (proces)kosten van de wederpartij. Klaver Van der Hooft Posch Advocaten is gerechtigd om ter zake van de eigen bijdrage en verschotten een voorschot in rekening te brengen. In geval gefinancierde rechtshulp Is aangevraagd, doch nog niet is toegekend, dan wel de aanvraag in eerste aanleg is afgewezen, is Klaver Van der Hooft Posch Advocaten gerechtigd om overeenkomstig na te noemen artikel 4 een voorschot in rekening te brengen, onder verplichting dit te verrekenen met de opdrachtgever indien en voor zover en vanaf de datum van ingang daarvan gefinancierde rechtshulp wordt toegekend. Art. 4 Overige zaken: De door Klaver Van der Hooft Posch Advocaten verrichte werkzaamheden zullen in overeenstemming met voornoemde urenregistratie gedeclareerd worden op basis van het schriftelijk met de opdrachtgever overeen te komen uurtarief, te vermeerderen met 5% kantoorkosten, 21 % BTW, (on)belaste verschotten, waaronder uittreksels, griffierechten, kosten van derden en andere rechtstreeks aan Klaver Van der Hooft Posch Advocaten in rekening gebrachte kosten. Het overeengekomen uurtarief wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het prijsindexcijfer Klaver Van der Hooft Posch Advocaten is gerechtigd om ter zake van honorarium en verschotten een voorschot in rekening te brengen. Art. 5 Betaling/opschorting: Betaling van declaraties dient te geschieden binnen veertien dagen na factuurdatum. Indien declaraties niet tijdig of niet geheel worden voldaan, zijn de wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke kosten ad 15% over de hoofdsom verschuldigd. Tevens is Klaver Van der Hooft Posch Advocaten gerechtigd om de werkzaamheden op te schorten, waarvan de gevolgen geheel voor rekening en risico van opdrachtgever zijn. Klaver Van der Hooft Posch Advocaten is te allen tijde gerechtigd, en opdrachtgever geeft op voorhand toestemming, om hetgeen zij opeisbaar van de opdrachtgever te vorderen heeft tot het beloop daarvan te verrekenen met gelden die Klaver Van der Hooft Posch Advocaten, dan wel na te noemen Stichting derdengelden, van opdrachtgever onder zich heeft. Art. 6 derdengelden: Klaver Van der Hooft Posch'Advocaten verplicht zich om gelden die door derden aan de opdrachtgever dienen te worden betaald, te doen betalen hetzij rechtstreeks aan de opdrachtgever, dan wel op bankrekening nummer NL51RABO0350746956 ten name van de Stichting derdengelden KHP / VZB Advocaten. Op deze rekening zullen worden gehouden gelden die Klaver Van der Hooft Posch Advocaten voor of ten behoeve van de opdrachtgever in depot heeft. Behoudens anders overeengekomen zal Klaver Van der Hooft Posch Advocaten over gelden op genoemde derdenrekening geen rente verschuldigd zijn en geen administratie- of beheerkosten In rekening brengen. Art. 7 Aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid van Klaver Van der Hooft Posch Advocaten, waaronder begrepen de maatschap en personen die in loondienst of in opdracht van de maatschap werkzaam zijn, jegens opdrachtgever is beperkt tot het bedrag dat wordt uitgekeerd krachtens de beroepsaansprakelijkheidsverzekenng van de maatschap. Indien krachtens genoemde verzekering geen ultkenng plaatsvindt, is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat ter zake van de desbetreffende opdracht aan honorarium (excl. BTW, kantoorkosten en verschotten) aan opdrachtgever in rekening gebracht is of kan worden. Art. 8 derden: In geval bij de uitvoering van de opdracht derden ingeschakeld worden, zijn de kosten van die derden voor rekening van opdrachtgever Indien de opdracht aan die derden door Klaver Van der Hooft Posch Advocaten verstrekt wordt, is Klaver Van der Hooft Posch Advocaten gerechtigd voorafgaand daaraan ter zake een voorschot aan opdrachtgever te vragen. Klaver Van der Hooft Posch Advocaten is jegens opdrachtgever niet aansprakelijk voor tekortkomingen van de derde. Art. 9 Beëindiging/sluiting/archivering: Bij beëindiging van de opdracht dan wel sluiting van een dossier ontvangt opdrachtgever een schriftelijke bevestiging daarvan. Voorts worden alle van de opdrachtgever ontvangen originele bescheiden afgegeven, evenals de originele (grosse van) rechteriijke uitspraken. Het overige dossier wordt door Klaver Van der Hooft Posch Advocaten gearchiveerd en gedurende ten hoogste zeven jaar na de datum van sluiting bewaard. De opdrachtgever dient originele rechteriijke uitspraken goed te bewaren; aan het opvragen van duplicaten, voor zover mogelijk, zijn kosten verbonden, die voor rekening van de opdrachtgever zijn. Art. 10 Verjaring: Het recht tot tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken verjaart na twintig jaar na de datum van het onherroepelijk worden van de uitspraak. De verjaringstermijn bedraagt vijf jaar voor wat betreft hetgeen op grond van de uitspraak bij het jaar of kortere termijn moet worden betaald. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, dient opdrachtgever na sluiting van het dossier er zelf op toe te zien dat rechten bewaard worden en heeft Klaver Van der Hooft Posch Advocaten ter zake geen taak of verantwoordelijkheid. Art. 11 Klachten: In geval de opdrachtgever zich niet kan verenigen met de dienstverlening dan wei hetgeen ter zake in rekening gebracht is, kunnen partijen zich terzake wenden tot mevrouw mr. M.A.Th. Klaver of indien het haar betreft tot mr R. van der Hooft.
KLAVER VA N»DE R
HOOFT POSCH
ADVOCATEN De parkeergarage onder De Scheepjeshof biedt plaats aan circa 450 auto's. Op zaterdagen kan in de betreffende parkeergarage tussen 08:00 uur en 20:00 uur worden geparkeerd, tegen een tarief van € 1,~ per half uur of een gedeelte daarvan. Een dagkaart kost op zaterdag € 7,50. De Scheepjeshof is gelegen in het winkelgebied van Veenendaal en functioneert mede als parkeervoorziening ten behoeve van het winkelgebied bestaande uit de Hoofdstraat, Markt en Tuinstraat. 3. Ten behoeve van het voldoen aan de parkeerbehoefte zijn door de gemeente in dit gebied buiten de parkeergarage van bezwaarde, drie parkeergarages gerealiseerd, te weten "Parkeergarage Arie Hensbergen", "PI Parking Tricotage" en "PI Parking Gemeentehuis Veenendaal". Als productie 2 wordt een plattegrond van de binnenstad van Veenendaal aan dit bezwaarschrift gehecht. Op de plattegrond staat aangegeven waar zich De Scheepjeshof alsmede de drie gemeentelijke parkeergarages bevinden. De parkeergarage van bezwaarde en de gemeentelijke parkeergarages bevinden zich op een te verwaarlozen afstand van elkaar en op nagenoeg gelijke afstand van het gebied dat zij verzorgen. De drie gemeentelijke parkeergarages bieden bij elkaar plaats aan circa 930 auto's. Het parkeertarief in deze parkeergarages op de zaterdagen bedraagt € 1,80 per uur, met een maximum dagtarief van € 6,~. De parkeerregulering Uw Raad heeft ten behoeve van het parkeren ervoor gekozen structureel parkeervisies op te stellen en te toetsen of de doelstellingen van deze visies worden behaald. De laatste door uw Raad vastgestelde versie, de Parkeervisie 2013 - 2020, dateert van 1 maart 2013. Voor zover van belang is in deze parkeervisie het volgende overwogen: "4. Veenendaal heeft een gezonde parkeerexploilatie De gemeente Veenendaal streeft er naar om de parkeerexploitalie - de kosten en opbrengsten van alle gemeentelijke parkeervoorzieningen (incl. fietsparkeren) - op zijn minst kostendekkend te laten zijn. Verlies kan worden opgevangen door een balans te vinden in een daling van de kosten door efficiënt parkeer manage ment, het beter benutten van bestaande plaatsen en mocht het dan nog nodig zijn- een aanpassing van de parkeertarieven, passend bij het Pagina 2 van 12
KLAVER VA N
DE R
HOOFT POSCH
ADVOCATEN imago van en de economische en ruimtelijke ambities met het centrum van Veenendaal. " Zie bladzijde 6. 8. De parkeervisie is gebaseerd op alle relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Dit is als volgt weergegeven: "Het is nu zaak om de parkeeropgave van de gemeente Veenendaal zorgvuldig in deze ambities te plaatsen. De huidige Parkeervisie van de Gemeente stamt uit 2005 en is niet meer toereikend om de genoemde ambities en de gevolgen van de ontwikkelingen in met name het centrum te borgen. Ook vanwege algemene, maatschappelijke ontwikkelingen (toenemend gebruik en bezit van de auto. teruglopen bezoek aan winkelcentra etc.) en lopende projecten en opgaven (parkeren in de schil, kalihralie parkeernormenl ) is een actualisatie van de parkeervisie gewenst, waarin keuzes voor nu en de nabije toekomst Moorden gemaakt. " Zie bladzijde 8. 9. In de parkeervisie is het volgende geconstateerd: " dan bouwen ln hel centrum van Veenendaal wordt nog steeds gebouwd aan nieuwe parkeervoorzieningen (Brouwerspoort). Hiermee wordt de groeiende parkeervraag, mede als gevolg van de toegevoegde functies, opgevangen. De nieuwe Nota Parkeernormen 2012 is het kader waarbinnen de uitbreiding van het parkeerareaal in het centrum van Veenendaal plaatsvindt. In woonwijken waar de overlast wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld een ruimtelijke inrichting uil de tijd dat autobezit een stuk lager was -en waar bovenstaande maatregelen geen uitkomst bieden- is uitbreiding van de parkeercapaciteit soms de enige mogelijkheid om te voorzien in de vraag. Binnen bestaande woonwijken is de realisatie van gebouwde parkeervoorzieningen fysiek lastig en duur. Daarom wordt noodgedwongen vaak gekeken naar mogelijkheden op maaiveld. Dit mag echter niet ten koste gaan van de kwaliteit van de openbare ruimte. " Zie bladzijde 17. "3.3.1. Veenendaal stimuleert een vitale economie Het centrum van Veenendaal moet een gebied zijn waar het prettig winkelen, wonen, werken en recreëren is. Een hoge ruimtelijke kwaliteit en een goed ondernemersklimaat ligt daaraan ten grondslag. Bezoekers, bewoners en werkenden vinden in Veenendaal makkelijk een parkeerplaats. Dit betekent dat er voldoende parkeercapaciteit moet zijn om de parkeervraag van deze doelgroepen te faciliteren. Autobezit en autogebruik wordt niet Pagina 3 van 12
KLAVER VA N»DE R
HOOFT POSCH
ADVOCATEN ontmoedigd door een gebrek aan parkeercapaciteit of moeilijk bereikbare parkeervoorzieningen. Alternatieve vervoerswijzen worden zo veel als mogelijk gestimuleerd, onder andere om de parkeerdruk te verlichten. De gastvrijheid geldt vanzelfsprekend ook voor gehandicapten. De gemeente zorgt voor goed gesitueerde parkeervoorzieningen voor hen. De visie gaat uit van parkeertarieven die allereerst worden bepaald door de economische ambities en daarnaast door de parkeerexploitalie. " Zie bladzijde 18. "3.3.4. Veenendaal heeft een gezonde parkeerexploitalie De gemeente Veenendaal streeft er naar om de parkeerexploitalie - de kosten en opbrengsten van alle gemeentelijke parkeervoorzieningen (incl. fietsparkeren) - op zijn minst kostendekkend te laten zijn. Verlies kan worden opgevangen door een balans te vinden in een daling van de kosten door efficiënt par keer management, het beter benutten van bestaande plaatsen en -mocht het dan nog nodig zijn- een aanpassing van de parkeertarieven, passend hij het imago en de ambities van het centrum van Veenendaal. " Zie bladzijde 19. "De hoogte van de parkeertarieven worden primair bepaald door de ambitie van Veenendaal met oog voor de concurrentiepositie (met Ede, Zeist etc.) en secundair door de beleidsmatige opgave van een kostendekkende parkeerexploitalie. Het tariefinstrument wordt wel meer dan nu ingezet om garageparkeren/terreinparkeren voor langpar keerders te bestemmen en straatparkeren voor kortparkeerders. Hiertoe wordt een lariefverschil van ten minste € 0,40 per uur gehanteerd (thans €0,25). " Zie bladzijde 24. 10. In de parkeervisie zijn de uitkomsten van de evaluatie van de parkeervisie 2005 weergegeven. Ten aanzien van het al dan niet gerealiseerd zijn van de doelstelling van de parkeervisie 2005 is het volgende overwogen: "3. Bijdragen aan hel versterken van de economische positie van Veenendaal. Dit doel is grotendeels bereikt. De hoeveelheid parkeerplaatsen blijkt voldoende te zijn en de tariefstelling is concurrerend. Er kan in ieder geval worden gesteld dal het aanwezige parkeerproduct van Veenendaal geen aanleiding is om niet naar Veenendaal le komen of zich er niet te vestigen. Voor het vestigen is het wel van belang dal de le hanteren parkeernormen eenduidiger en meer toegespitst worden op het werkelijke autobezit en gebruik. " Zie bijlage 2 op bladzijde 34.
Pagina 4 van 12
KLAVER V A N :^ D E R
HOOF T POSCH
ADVOCATEN
Aanleiding voor het besluit 11. Op basis van een amendement van een aantal fracties van de raad van de Gemeente Veenendaal is gekomen tot het hier bestreden besluit tot aanwijzen van het gedurende de periode van 14 november 2015 tot 1 januari 2017 gratis laten parkeren in de parkeergarages van de gemeente op de zaterdagen van 9.30 uur tot 24.00 uur, als een activiteit die plaatsvindt in het algemeen belang in de zin van artikel 25h lid 5 Mededingingswet. 12. Sinds de invoering van de Wet Markt en Overheid (hierna: "Wet M en O") zijn overheidsorganisaties gehouden tot hetgeen is bepaald in artikel 251 lid 1 Mededingingswet: "Een bestuursorgaan dat economische activiteiten verricht, brengt de afnemers van een product of een dienst ten minste de integrale kosten van dat product of die dienst in rekening. " 13. De Gemeente Veenendaal dient dan ook in beginsel ten minste de integrale kosten van de door haar verleende economische dienst - het aanbieden van parkeerruimte- bij de afnemers daarvan in rekening te brengen. Het kosteloos aanbieden van deze dienst is niet toegestaan. Dit kan anders zijn indien een algemeen belang bestaat die een afwijking van dit beginsel rechtvaardigt. 15. In dit bijzondere geval kan de Gemeenteraad op grond van artikel 25h lid 5 en lid 6 Mw komen tot aanwijzing van de betreffende activiteit als activiteit die plaatsvindt in het algemeen belang. Door deze vaststelling wordt de betreffende economische activiteit onttrokken aan de werking van (onder meer) artikel 25i lid 1 Mw en bestaat niet langer de verplichting tot doorbelasting van de integrale kosten.
Pagina 5 van 12
KLAVER V A N :< D E R
HOOF T POSCH
ADVOCATEN Toelichting op do aanwijzingsbevoegdheid 16, f ln de 'Handreiking Wet Markt en Overheid' (hierna te noemen: "de Handreiking")', opgesteld door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, wordt het volgende bepaald met betrekking tot het benutten van voornoemde bevoegdheid: "Om gebruik te kunnen maken van de algemeen belang-uitzondering is de eerste stap om te bepalen welk specifiek algemeen belang aan de orde is en of de desbetreffende economische activiteiten dat algemeen belang dienen. Vervolgens moet duidelijk zijn welke gevolgen de algemeen belangvaststelling heeft voor derden, in het bijzonder private ondernemers. Ten slotte moet nog worden afgewogen of het met de activiteiten te dienen algemeen belang opweegt tegen de nadelige gevolgen voor belanghebbenden. Het is al met al noodzakelijk dat het vaststellingsbesluit een krachtige motivering bevat waarom sprake is van een algemeen belang dal, afgewogen tegen de belangen van de private ondernemers, reden is de economische activiteiten buiten de reikwijdte van de gedragsregels van de Wet M en O te plaatsen ". Zie pagina 25 van de Handreiking, laatste alinea. 17. Voor een geldig besluit is dan ook van belang dat duidelijk bepaald is welk algemeen belang gediend wordt. Voorts is van groot belang dat voor het nemen van het besluit de noodzakelijk kennis wordt vergaard omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. Deze kennis dient in het bijzonder vergaard te worden ten aanzien van de gevolgen voor en de belangen van de ondernemers die actief zijn in het gebied van de economische activiteit waar het besluit op ziet. Voorts dienen de spelende belangen zorgvuldig te worden afgewogen en de nadelige gevolgen van het besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Tot slot dient sprake te zijn van een deugdelijk gemotiveerd besluit, waaruit blijkt dat sprake is van het vergaard zijn van alle noodzakelijke kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen en het zorgvuldig afgewogen zijn van de spelende belangen.
De Handreiking is te downloaden via www.riiksoverheid.nl/onderwerpen/mededinginiJ,-markt-en-overheid
Pagina 6 van 12
KLAVER V A N :< D E R
HOOFT POSCH
ADVOCATEN Inhoud van het bestreden besluit 18. Het hier bestreden besluit is, voor zover van belang, als volgt gemotiveerd: "(...^ wordt overM'ogen dat: Het goed zou zijn dat de raad niet langer wacht met het nemen van doortastende maatregelen om een halt toe te roepen aan het al jaren teruglopende aantal bezoekers van ons winkelcentrum, maar ook van de horeca- en culturele voorzieningen; De tijd voor lichtere maatregelen echt voorbij is gelet op het grote aanlal lege winkelen horecapanden en gelet op de afnemende werkgelegenheid in ons winkelcentrum; Een proef met gratis parkeren op zaterdag in de gemeentelijke parkeergarages uit moet wijzen of de bezoekersaantallen weer gaan toenemen; (...)
De proef leidt tot minder 'blik' op straat, het uit hel slop halen van ons winkelcentrum, het ontdekken van hel gebruiksgemak van de parkeergarages en het behouden en vergroten van werkgelegenheid in het winkelcentrum, terwijl de proefin de pas loopt met het zogeheten loyaliteitssysteem van de winkeliers om hun klanten een korting te geven op de parkeerkosten van ook de particuliere parkeergarages; (...)
Voorts heeft er uitvoerig mondeling overleg plaatsgevonden tussen de indieners van dit amendement en de betrokken parkeerexploilanlen waarbij het particuliere belang is afgewogen tegen het algemene belang; (...) De proef tol gevolg heeft dat over de proefperiode in ieder geval € 80.000,— aan parkeerinkomsten wordt misgelopen; Van deze maatregel een positief effect wordt verwacht dat dit bedrag ruim te boven gaat. "
Pagina 7 van 12
KLAVER V A N :< O E R
HOOF T POSCH
ADVOCATEN Ondeugdelijk onderzoek/motivering 19. Bezwaarde dient het standpunt in te nemen dat geen deugdelijk onderzoek is gedaan naar de vraag of sprake is van teruglopende aantallen bezoekers van een niet nader genoemd winkelcentrum, horeca- en culturele voorzieningen. Voor zover wel sprake is van het verricht zijn van deugdelijk onderzoek naar de vraag of sprake is van teruglopende aantallen bezoekers, valt dit niet op te maken uit het bestreden besluit. Bezwaarde dient dan ook het standpunt in te nemen dat het hier bestreden besluit onjuist is voorbereid dan wel ondeugdelijk is gemotiveerd. 20. Bezwaarde dient het standpunt in te nemen dat geen deugdelijk onderzoek is gedaan naar de vraag of een eventuele terugloop van de aantallen bezoekers veroorzaakt wordt door de parkeertarieven die gehanteerd worden in de gemeentelijke parkeervoorzieningen. Voor zover wel sprake is van het verricht zijn van onderzoek naar de vooralsnog niet geconstateerde teruglopende aantallen bezoekers, geldt dat dit niet vaU op te maken uit de motivering van het bestreden besluit. Bezwaarde dient dan ook het standpunt in te nemen dat ook op deze grond het bestreden besluit onjuist is voorbereid dan wel ondeugdelijk is gemotiveerd. 21. Gelet op de parkeervisie die recentelijk is vastgesteld door de gemeente Veenendaal, kan juist worden aangenomen dat voor zover sprake is van afnemende bezoekers aantallen, dit niet het gevolg is van de tarieven voor parkeren op zaterdag in de parkeervoorzieningen van de gemeente. Immers, bij de evaluatie van de doelstellingen van de parkeervisie 2005 is in 2013 het navolgende geconstateerd ten aanzien van de bijdrage aan het versterken van de economische positie van Veenendaal via het parkeerbeleid, waaronder tarifering en regulering van het parkeren:
i "3. Bijdragen aan het versterken van de economische positie van Veenendaal. Dit doel is grotendeels bereikt. De hoeveelheid parkeerplaatsen blijkt voldoende te zijn en de tariefstelling is concurrerend. Er kan in ieder geval worden gesteld dat het aanwezige parkeerproduct van Veenendaal geen aanleiding is om niet naar Veenendaal te komen of zich er niet te vestigen. Voor het vestigen is het wel van belang dat de le hanteren parkeernormen eenduidiger en meer toegespitst worden op het werkelijke autobezit en gebruik. " Zie bijlage 2 van de parkeervisie 2013-2020 op bladzijde 34.
Pagina 8 van 12
KLAVER VA NaDE R
HOOFT POSCH
ADVOCATEN 22. Bovendien is op basis van onderzoek geconstateerd dat parkeertarieven een te verwaarlozen invloed hebben op het bezoekersgedrag. Immers, uit onderzoek van CROW, waar de rapportage van aan dit bezwaarschrift is gehecht als productie 3, blijkt dat: - parkeren geen attractiefactor is; de prijs van het parkeren maar voor vijf procent van de bezoekers een rol speelt; het parkeergemak daarbij een grotere rol speelt (zie pagina 4 van het onderzoek van CROW); - uit diverse eerdere onderzoeken gebleken is dat er geen verband is te ontdekken tussen de omzet per m2 en de parkeertarieven (zie pagina 5); - andere factoren, zoals nabijheid van winkels, sfeer, kwaliteit, aanbod van winkels belangrijker zijn dan de parkeertarieven; "beleving het loverwoord is bij winkelgedrag" (ziepagina 7). 23. Bij gebreke van deugdelijk onderzoek dient te worden geconcludeerd dat het bestreden besluit willekeurig is genomen en niet is genomen op basis van deugdelijk onderzoek en een deugdelijke afweging van de relevante onderzochte feiten. Dat maakt dat het bestreden besluit in strijd is met de Wet. 24. In de motivering van het besluit is overwogen dat sprake is van leegstand van winkelruimte en horecapanden en er sprake is van afnemende werkgelegenheid in het niet nader genoemde winkelcentrum. Uit het bestreden besluit valt niet op te maken of onderzoek is gedaan naar de vraag of daadwerkelijk sprake is van een grotere leegstand van winkelruimte en horecapanden dan verwacht mag worden op basis van maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder ander koopgedrag en horecabezoek. Indien sprake is van het uitgevoerd zijn van deugdelijk onderzoek naar een grotere leegstand van winkelruimte en horecapanden, waaruit blijkt dat dit veroorzaakt wordt door de gehanteerde parkeertarieven in de gemeentelijke parkeervoorzieningen, geldt dat dit niet blijkt uit de motivering van het hier bestreden besluit. Dit maakt dat het bestreden besluit onvoldoende deugdelijk gemotiveerd is. 25. In de motivering van het besluit is aangegeven dat de proef leidt tot minder "blik" op straat, het uit het slob halen van het winkelcentrum, het ontdekken van het gebruiksgemak van de parkeergarages en het behouden en vergroten van werkgelegenheid. Uit het aangehaalde CROW onderzoek blijkt juist dat er geen, dan wel nauwelijks een relatie bestaat tussen de parkeertarieven en het bezoekersgedrag. In de geldende parkeervisie is bevestigd dat de thans gehanteerde parkeertarieven geen aanleiding vormen om niet naar Veenendaal te komen of zich daar te vestigen.
Pagina 9 van 12
KLAVER VA N»DE R
HOOFT POSCH
ADVOCATEN 26. Uit het bestreden besluit blijkt niet van enig onderzoek op grond waarvan geconstateerd kan worden dat een proef zoals beoogd leidt tot de gevolgen zoals aangegeven in de motivering van het besluit. 27. Er dient dan ook te worden gesteld dat het bestreden besluit onvoldoende deugdelijk is voorbereid dan wel onvoldoende deugdelijk is gemotiveerd. 28. In de motivering van het besluit is aangegeven dat er gesprekken hebben plaatsgevonden tussen de indieners van het amendement en de betrokken parkeerexploltanten, waarbij het particuliere belang is afgewogen tegen het algemene belang. Uit de motivering blijkt niet dat sprake is van het geïnventariseerd zijn van de spelende belangen en het vergaard zijn van de noodzakelijke kennis van de gevolgen van het hier bestreden besluit voor de exploitanten van de niet-gemeentelijke parkeergarages. Op geen enkele wijze is aangegeven dat onderzoek is gedaan naar de financiële en andere gevolgen voor de exploitanten van de niet-gemeentelijke parkeergarages bij het geconfronteerd worden met het elders gratis kunnen parkeren. 30. Het aanbieden van gratis parkeergelegenheden in de gemeentelijke parkeergarages zal ernstige inkomensgevolgen hebben voor de dekking van de kosten van de betreffende parkeergarages door een verschuiving van het bezoekersgedrag naar de parkeergarages die gratis parkeren aanbieden. Daarnaast zal sprake zijn van beïnvloeding van het bezoekersgedrag binnen het winkelgebied van Veenendaal. Uit de motivering van het bestreden besluit blijkt niet dat onderzoek is gedaan naar deze spelende belangen. Voor zover wel onderzoek is gedaan naar deze spelende belangen, blijkt dit niet uit de motivering van het bestreden besluit en dient te worden geoordeeld dat het bestreden besluit ondeugdelijk is gemotiveerd. 31. Nu geen deugdelijk onderzoek is gedaan, althans niet gebleken is van het verricht zijn van deugdelijk onderzoek naar de spelende belangen, dient te worden geconcludeerd dat de spelende belangen niet zijn afgewogen alvorens het litigieuze besluit is genomen. Dit maakt dat het bestreden besluit in strijd is met de Wet.
Pagina l O van 12
KLAVER VA N
DE R
HOOF T POSCH
ADVOCATEN Het algemeen belang 32. De kernvoorwaarde voor het nemen van een besluit tot het aanwijzen van een door de overheid uit te voeren economische activiteit onder kostprijs op grond van het algemeen belang is de omstandigheid dat via de betreffende economische activiteit sprake is van (i) het daadwerkelijk daarmee gediend worden van een (ii) genoegzaam concreet relevant algemeen belang, dat (iii) onvoldoende via andere vergelijkbare economische activiteiten ondersteund wordt. 33. In casu is daar geen sprake van.
1
34. Op geen enkele wijze is onderbouwd dat via het gratis laten parkeren in de gemeentelijke parkeerplaatsen sprake zal zijn van het daadwerkelijk gediend worden van het door de Raad gestelde algemeen belang. Zoals gezegd, blijkt uit de uit het gestelde in de parkeervisie dat de hoeveelheid aanwezige parkeerplaatsen voldoende zijn en de tariefstelling zoals bestond tijdens het vaststellen van de parkeervisie concurrerend was en geen aanleiding vormt om niet naar Veenendaal te komen of zich daar te vestigen. Zoals gezegd blijkt uit onderzoeken van het CROW dat tariefstelling van de parkeergarages geen of nauwelijks relevante invloed heeft op het bezoekersgedrag. Daarnaast dient te worden gesteld dat voor zover sprake is van teruglopende bezoekersaantallen en leegstand dit niet veroorzaakt wordt door tariefstellingen voor het parkeren op zaterdag, doch veroorzaakt wordt door andere ontwikkelingen van maatschappelijke aard. Er dient dan ook geconcludeerd te worden dat onvoldoende onderbouwd, althans onvoldoende deugdelijk gemotiveerd is dat sprake is van het daadwerkelijk gediend worden van een algemeen belang via de economische activiteit waar het aanwijzingsbesluit op ziet. 35. Door de Raad zijn een cluster aan belangen genoemd die de Raad wenst te dienen, waarbij onvoldoende concreet is aangegeven welk algemeen belang de Raad wenst te dienen. 36. Voorts geldt dat sprake is van een dusdanige omvang aan vergelijkbare economische activiteit ter plaatse, te weten het aanbieden van parkeervoorzieningen, dat niet geconcludeerd kan worden dat de diffuse door de Raad genoemde algemene belangen, onvoldoende ondersteund worden door de beschikbare parkeervoorzieningen die geëxploiteerd worden op grond van een kostendekkende exploitafie. Er dient te worden geconcludeerd dat de aanwezige marktpartijen in meer dan voldoende mate voorzien in de levering van de economische activiteit die noodzakelijk is voor het dienen van de diffuse algemene belangen die door de Raad zijn genoemd.
Pagina 11 van 12
KLAVER V A N :< D E R
HOOFT POSCH ADVOCATEN 37. Hierbij dient te worden opgemerkt dat naast de parkeergarage van bezwaarde zich twee particuliere parkeergarages in het centrum van Veenendaal bevinden die door Q-Park worden geëxploiteerd. De twee parkeergarages van Q-Park bieden plaats aan circa 780 auto's. De parkeergarage van bezwaarde biedt plaats aan 450 auto's. Conclusie Er dient te worden geconcludeerd dat het in bezwaar bestreden besluit in strijd is met de wet en derhalve niet in stand kan blijven. Namens bezwaarde wordt verzocht om het bezwaar gegrond te verklaren en in heroverweging te komen tot intrekking van het in bezwaar bestreden besluit. Hierbij wordt onder verwijzing naar artikel 7:15 lid 2 van de Awb verzocht, de kosten die bezwaarde gemaakt heeft en nog zal maken in verband met de behandeling van dit bezwaar te vergoeden. Hoogachtend, R. van der Hooft
Pagina 12 van 12
KLAVER V A N :< D E R
HOOF T POSCH ADVOCATEN
Productiel
Nieuwe Steen 29, 1625 HV HOORN Postbus 3112, 1620 GC HOORN Tel.: 0229 - 276 300 Fax: 0229 - 276 309
GEMEENTE
VEINENDAAL
RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2015, nummer 2015.00078;
Overwegende dat het gewenst Is het parkeren in het centrum te reguleren; Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening gemeente Veenendaal 2010; Gehoord en gelezen het amendement A4 van de fracties van GhristenUnie, CDA, Fractie Pottjewijd, SGP en SP waarin wordt overwogen dat: Het goed zou zijn dat de raad niet langer wacht met het nemen van doortastende maatregelen om een halt toe te roepen aan het al Jaren teruglopende aantal bezoekers van ons winkelcentrum, maar ook van de horeca- en culturele voorzieningen; De tijd voor lichtere maatregelen echt voorbij is gelet op het grote aantal lege winkel- en horecapanden en gelet op de afnemende werkgelegenheid In ons winkelcentrum; Een proef met gratis parkeren op zaterdag in de gemeentelijke parkeergarages uit moet wijzen of de bezoekersaantallen weer gaan toenemen; De Wet markt en overheid de gemeente verplicht te onderzoeken of deze proef kan worden aangewezen als een zogeheten 'activiteit in het algemeen belangdDe proef leidt tot minder 'blik' op straat, het uit het slop halen van ons winkelcentrum, het ontdekken van het gebruiksgemak van de parkeergarages en het behouden en vergroten van werkgelegenheid in het winkelcentrum, terwijl de proef in de pas loopt met het zogeheten loyaliteitssysteem van de winkeliers om hun klanten een korting te geven op de parkeerkosten van ook de particuliere parkeergarages; Er inmiddels is gesproken met een aantal belanghebbenden (middenstand en pandeigenaren) die positief hebben gereageerd, deze gesprekken zullen indachtig het laatste beslispunt worden voortgezet; Voorts heeft er uitvoerig mondeling overleg plaatsgevonden tussen de indieners van dit amendement en de betrokken particuliere parkeerexploltanten waarbij het particuliere belang is afgewogen tegen het algemene belang; Er gelet op het voorgaande sprake is van een activiteit in het algemeen belang in de zin van de Wet markt en overheid en er met het aanwijzingsbesluit niet langer voldaan hoeft te worden aan de Wet markt en overheid en de kosten niet integraal hoeven te worden doorberekend, waardoor de gemeente met deze proef niet in strijd handelt met de voorwaarden van deze wet;
Aan deze proef een aantal evaluatiecriteria worden verbonden zodat nog voor afloop van de proef onderzocht kan worden of de proef inderdaad tot het gewenste resultaat heeft geleid en of de proef er toe moet leiden dat in 2017 gratis parkeren op zaterdag moet worden gecontinueerd, alsdan zal gezocht moeten worden naar een structurele dekking; De proef tot gevolg heeft dat over de proefperiode in ieder geval ca. 80.000 euro aan parkeerinkomsten wordt misgelopen; Van deze maatregel een positief effect wordt venwacht dat dit bedrag ruim te boven gaat.
Besluit: 1. De belasting voor het parkeren in de openbare ruimte vast te stellen conform bijgevoegde negende wijziging van de Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010; 2. De proef gratis parkeren op zaterdagen van 9.30 uur tot 24.00 uur in de gemeentelijke parkeergarages voor de periode van 14 november 2015 tot 1 januari 2017, aan te wijzen als een activiteit die plaats vindt in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, lid 5 Mededingingswet; 3. Kennls te nemen van de tarieventabel voor garages en terreinen met dien verstande dat het college voor de periode 14 november 2015 - 1 januan 2017 het tarief voor parkeren in de gemeentelijk parkeergarages op de zaterdagen, vanaf 9.30 tot 24,00 uur op O euro vaststelt en de daardoor gederfde inkomsten ten laste te brengen van de algemene reserve; 4. Het college te verzoeken om dit raadsbesluit 'gratis parkeren op zaterdagen van 9.30 tot 24.00 uur in de gemeentelijke parkeergarages' uitgebreid te communiceren in samenwerking met Winkelstad Veenendaal; 5. Het college ook te verzoeken dit raadsbesluit op de juridisch voorgeschreven wijze te publiceren met de mogelijkheid daartegen bezwaar en beroep in te stellen; e.Om de raad in zijn vergadering van november 2016 al een voorlopige evaluatie van deze proef voor le leggen en over de daarvoor te hanteren criteria de raadscommissie in haar vergadering van januari 2016 te consulteren; 7,Het college te verzoeken om de positieve energie die uitgaat van dit raadsbesluit te benutten door in overleg te treden met de pandeigenaren, middenstanders, horeca, cultuur en particuliere parkeergarages teneinde te komen tot een gezamenlijke aanpak van ons centrum en daarvan uiterlijk in april 2016 verslag te doen aan de raad.
De Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 Wijziging verordening A, In de Tarieventabel worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. het jaartal '2015' wordt overal vervangen door: 2016; dagen
Tarief straatparkeren per uur
per minuut
Maandag tot en met donderdag
€2,40
€ 0,0400
Vrijdag
€2,40
€0,0400
Zaterdag Bijzondere koopavonden
€2.40
€0,0400 €0,0400
€2,40
Voor straatparkeren wordt de parkeerduur afgerekend per minuut. Het te betalen bedrag wordt afgerond op € 0,10 met een starttarief van € 0,20. 3, de tabel 'bewonersparkeervergunning wordt vervangen door: zones Aen B per jaar Bewonersparkeervergunning straatparkeren €0,vergunning l e auto €94,vergunning 2e auto € 142,vergunning 3e auto Bewonersparkeervergunning straatparkeren vergunning 1e auto vergunning 2e auto vergunning 3e auto e.v. Bewonersparkeervergunning straatparkeren vergunning l e auto vergunning 2e auto vergunning 3e auto e.v,
zone C
perjaar €0,€43,€43,-
straten Dragonder-zuid*
per jaar €0,€43,€43,-
•) de straten Dragonder-zuid vallen onder zone C en wordan nader bepaald door het college
bezoekersparkeervergunning straatparkeren Per set van 10 kraskaarten è 2 uur Per set van 10 kraskaarten a 2 uur 3.
5.
8
zones
per jaar
Aen B C
€30,€0,-
de bedragen in de tabel voor 'zakelijke parkeervergunning' worden gewijzigd in: per maand P ^rjaar € 1 .003,€ 100,30 en de tekst bij de *) wordt gewijzigd in; Alleen voor bedrijven in het gereguleerd gebied zone A en B; per jaar per maand €58,€5,80 de bedragen in de tabel voor 'autodateparkeervergunning' worden gewijzigd In: per Jaar per maand €94,€9,40 het bedrag voor 'administratiekosten' wordt gewijzigd in: per handeling € 11,60 het bedrag voor een verloren kaart wordt vastgesteld op: verloren kaad € 12.50 na de tabel van de 'adminis tratiekosten' wordt een nieuwe tabel ingevoegd: Naheffingsaanslag €60,belasting bedoeld in artikel 9
F.
Als bijlage wordt de Zonekaart ingevoegd, zie bijlage.
G,
In de toelichting worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in artikel 4 wordt na de tweede alinea een nieuwe alinea gevoegd: ln de gemeenteraad van 27 februari 2014 is de tarieventabel gewijzigd. Hierin is bepaald dat bewoners voor hun bewonersparkeervergunning parkeerbelastingen moeten gaan betalen. Voor nieuwe parkeervergunnlngen voor bewoners van Dragonder-zuid geldt dat in 2014 0% van dit bedrag moet worden betaald, in 2015 50% en in 2016 wordt ook door de bewoners van Dragonder-zuid 100% van dit bedrag betaald. 2. In artikel 9 wordt na de tweede alinea een nieuwe alinea ingevoegd; Per 1 januari 2015 bedraagt het maximumbedrag dat vooreen naheffingsaanslag aan kosten in rekening mag worden gebracht € 60,00 (bedrag 2016) (Staatscourant, nr. 2015-0000383346).
Artikel 2 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
KLAVER
VA N VD E R
HOOF T POSCH
ADVOCATEN
Productie2
Nieuwe Steen 29, 1625 HV HOORN Postbus 3112, 1620 GC HOORN Tel.: 0229 - 276 300 Fax: 0229 - 276 309
ALD Veenendaal Cent'u.m
^Winkelcentrum de Scheepjeshof
/a.'iii.-f_,
Scheepjcshofplein -^b
National
i ^oog,;f.. S,ll
Zwaaiplen
Vijgcnria.-,,,
Kijkshop Vn; !P i;:,^:!|
B Nooiner-<.rooi*'/p|Ines:.;
ANWB Winkel
él
QParkeergarage Arie van Hensbergen
i
Klyoshi Japans
''O
.1»
S,i'> !i
Grill
s 11.5-M ro
"On
i3
I . i . - r,| b V
Big Baijsr 'Veerird.aal
ro
d
.";-' Men a: Vv'ork Vee-ie.iö.nal
.-
l
Pass.3ge Corridor
Krjid'/ai 'v'eenendaal Passage
McDonald's Veenendaal '^^
O P I Parking Tricotage
Alben lleijn
S
Ö BCC Veenendaal
h ^''"A'f.v
ri.' i i - ( i I
/'l::.;:i:ri
hca5''.'=rie liij Slik oixn'i;. Veeneiöeal
^
Sl.r-Urgnl i l l l u e l
VSD Veenendaal
ö 1?'
Q P I Parking Gemeentehuis Veenendaal
Go gle
KLAVER VAN
DER
HOOF T POSCH
ADVOCATEN
Producties
Nieuwe Steen 29, 1625 HV HOORN Postbus 3112, 1620 GC HOORN Tel.: 0229-276 300 Fax: 0229 - 276 309
18-11-2015
or k e n n i s p l 3 t f O r m 0KÊgr ipHHjl ^^""11 fl I ff I L M I m ^JP
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
CROW: Het nationale
kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare iniuue E-mail: Hulp nodig? | Telefoon: 0318 - 69 53 15
> Vakgebieden > Verkeer en Vervoer > Bibliotheek > Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail Hoofdmenu
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail die niet overeenkomen met wat menigeen denkt of gelooft Auteur: Hans Voerknecht Bron: CROW-KpVV Datum: 1 sep 2014 Type: Keimispagina Onderwerp(en): Parkeren [ url: /Vakgebieden/'Verkeer-en-Vervoer/Bibliotheek?onderwerp=56 ], Ruimte & JMobiliteit [ url: /Vakgebieden/Verkeer-en-Vervoer,/Bibliotheek?onderwerp=57 ] Op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is CROW-KpW in 2010 begormen met het inventariseren van de onderzoeken en praktijkervaringen op het gebied van betaald parkeren. • Omschrijving Veel gemeenten zitten in hun maag met wat te doen aan vraagstukken rond parkeren en vervoer rond winkelgebieden. Bij winkeliers en publiek is veel weerstand tegen betaald parkeren en is er de indruk, dat betaald parkeren de winkeliers veel geld kost. De inventarisatie van CROW-KpW heeft geleid tot de publicatie 'Vervoer naar retail [ url: /publicaties./vei"voer-naar-retail-(l) ]'. Deze publicatie en een aantal andere publicaties hebben geleid tot deze tekst, met als doel het inzicht hierin samen te vatten en te verbreden.
1.Parkeren is een privaat goed Economisch gezien is een parkeerplaats een privaat goed, net als een huurhuis; als iemand er de auto neerzet kan niemand anders die plaats gebruiken. Martens en Schneijderberg leggen dit uit in hun artikel in Verkeerskunde [16]. Ze delen daarbij goederen in in wel en niet rivaliserende goederen en goederen waarvan het gebruik al dan niet voor groepen mensen uitgesloten wordt. Dit leidt tot een volgende indeling van goederen: Uitsluitbaar Privaat goed Rivaliserend Club goed Niet-rivaliserend
Niet-uitsluitbaar Common pool goed Publiek goed
Bijvoorbeeld de dijkbescherming van een land is niet-uitsluitbaar (niemand kan worden uitgesloten van de bescherming van de dijken) en niet-rivaliserend (niemand kan meer of minder bescherming van dijken krijgen dan een ander). Deze goederen zijn daarom bij uitstek publieke goederen. Verreweg de meeste goederen zijn uiteraard private goederen. Kleding bijvoorbeeld, heeft rivaliteit
18-11-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteiten retail - CROW
en zodra iemand een kledingstuk gekocht heeft kan anderen ervan uitsluiten. De ontwikkeling van parkeren laat zich goed vergelijken met het gebruik van landbouwgrond in de middeleeuwen. Veel plaatsen hadden toen een zogenaamde meent. Dit waren stukken land, waar alle boeren hun dieren gebruik van konden laten maken. Er was genoeg ruimte, dus als er meer vraag was naar dit land, dan werd de meent simpelweg uitgebreid. Maar op een gegeven moment werd de ruimte schaars en was er meer vraag naar het gebruik van de meent dan er ruimte was en ontstond er rivaliteit. Hierdoor werd het een common pool goed en daarmee verminderde ook de kwaliteit van het goed. Om hiermee om te gaan werd het gebruik ervan voorbehouden aan een bepaalde groep boeren en werd het een club goed, maar uiteindelijk werd het een privaat goed. Hetzelfde geldt voor parkeren. In eerste instantie was er voldoende ruimte en waren er maar weinig auto's. Dus kon het parkeren (vaak overdekt stallen, want de toenmalige auto's waren niet al te best beschermd tegen regen en wind) in de openbare ruimte plaatsvinden. Naarmate het aantal auto's toenam, ontstond er rivaliteit in het gebruik van de beschikbare parkeerruimte op sommige plaatsen en werd de kwaliteit ervan daarmee slechter. Hieruit ontstonden twee ontwikkelingen. Of er werd een vergunningensysteem ingesteld, waarmee het een club goed werd. Of het parkeren werd een privaat goed. Martens en Sneijderberg betogen, dat alle vier vormen van het parkeren in de praktijk voorkomen. Publiek goed in woonwijken met ruim voldoende parkeerruimte. Op veel plaatsen, vooral in dichtbebouwde gebieden, is echter te kort aan parkeerruimte. Daar wordt het een common pool goed. Dit heeft tot gevolg dat het parkeren wordt gereguleerd, vaak in de vorm van verguiming parkeren Daarmee is parkeerruimte een club goed geworden. Het parkeren bij bedrijven gebeurd veelal op eigen terrein (evenals bij een deel van de woningen) en wordt daarmee een privaat goed. Hetzelfde gebeurt bij het instellen van betaald parkeren, waarmee de gebruiker in feite voor een bepaald tarief de parkeerplaats voor een tijd huurt. Maar evenals bij de landbouwgrond is parkeren natuurlijk ten principale een privaat goed. Dit wordt mooi geïllustreerd aan de hand van de volgende anekdote, afkomstig van Hillie Talens: Bij een gemeente komt iemand aan de balie. Hij richt zich tot de baliemedewerker en zegt dat hij een pony gekocht heeft en dat hij in het stadspark heeft rondgekeken en dat hij daar wel een aardige plek heeft gezien om zijn pony te stallen. De baliemedewerker vraagt hoe dat dan in zijn werk moet gaan en wat de pony-eigenaar daar dan voor zou gaan betalen. De pony-eigenaar zegt dat het stadspark openbare ruimte is en dat hij daar natuurlijk niet voor hoeft te betalen. De baliemedewerker geeft aan, dat de gemeente dan aan de gang kan blijven als ze voor alle paarden en pony 's gratis stallingen beschikbaar zou moeten stellen en dat dan de kosten torenhoog op zouden lopen. Waarop de pony-eigenaar zegt: "Dat is ook gek, mijn buren hebben net hun derde auto gekocht en voor al die drie auto 's stelt de gemeente gratis ruimte beschikbaar. En daarvoor zegt u ook niet dat de gemeente wel aan de gang kan blijven, als ze voor iedereen gratis ruimte beschikbaar moet stellen." Uiteraard gaat dit voorbeeld mank in het feit dat paarden en pony's gevoed moeten worden en de stallen uitgemest, maar zelfs al zou de eigenaar dat helemaal zelf doen, dan zal hij nog moeten betalen voor de stallingsruimte. Het stuk van Martens en Schneijderberg gaat primair in op het gebruik van parkeernormen. Om het afwentelen van de private parkeerbehoefte van bedrijven op openbare parkeerruimte tegen te gaan, stellen gemeenten parkeernormen en zelfs parkeerfondsen in. Dat komt in de ogen van de auteurs door de misvatting, dat parkeren een publiek goed is. Voor de discussie rond parkeren in en nabij winkelgebieden geldt hetzelfde. Het parkeren daar is een privaat goed. Daarbij hebben winkeliers er belang bij, dat klanten die per auto komen hun auto in de nabijheid van de winkels kunnen parkeren. Daarbij is het echter primair aan de winkeliers om af te wegen op welke manier ze dat wensen te
18-11-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
organiseren en wat de belangen zijn in de afweging om voor het parkeren geld te vragen. Het stuk van Martens en Schneijderberg beveelt aan om het organiseren van parkeren over te laten aan ontwikkelaars. De gemeente hoeft dan niet met parkeernormen te komen, maar kan zich uitsluitend focussen op het voorkomen van parkeeroverlast door het formuleren van heldere beleidskaders.
2.Gratis parkeren bestaat niet Er bestaat een Engelse uitdrukking "There's no such thing as a free lunch. Hetzelfde geldt voor parkeren. Parkeren kost geld. Volgens de best beschikbare schattingen kost parkeren in Nederland in totaal jaarlijks €6 tot €8 miljard. De onderzoeken, waarop dit bedrag is gebaseerd zijn gedateerd (2002 en 2005).De daar gevonden bedragen zijn wel geëxtrapoleerd aan de hand van het toegenomen aantal auto's en de inflatie. Wel is duidelijk, dat een plek in een parkeergarage €3.500 - €5.000 per jaar kost. Gebaseerd op een bezettingspercentage van 30 procent (*) tijdens de gebruiksuren (3.000 gebruiksuren per jaar) komt dit neer op een dekkend parkeertarief van ruim €3 per uur. Volgens ons bekende informafie gebruiken parkeerexploltanten een bedrag van ca. €4,40 per uur (**). Recente gegevens van gemeenten laten dit zien. Het de eerste 2 uur gratis parkeren in Alphen aan den Rijn kost de gemeente jaariijks een kleine €3 miljoen en het 's ochtends gratis parkeren in Dokkum kost de gemeente Dongeradeel zo'n €300.000 per jaar. Het totaal aan opbrengsten (uit parkeergelden en vergunningen) wordt voor 2012 geschat op zo'n €650 miljoen. De resterende bedragen worden voor het overgrote deel uit gemeenschapsgeld gefinancierd. Aangezien er geen geld uit de wegenbelasting naar parkeren gaat, worden deze kosten door de gemeente uit eigen middelen betaald. En dus bekostigd uit belastinginkomsten van alle burgers gezamenlijk. En daarmee betaalt ook iemand die geen auto bezit of niet met de auto naar een winkelgebied gaat mee aan de kosten van het parkeren van degene die wel met de auto komt. Dit geldt natuuriijk zowel voor het gratis parkeren als voor de niet-kostendekkende parkeertarieven. In het boek "The High kost of Free Parking" van de Califomische hoogleraar Donald Shoup [24] worden de in zijn ogen torenhoog negatieve effecten geschetst van dit subsidiëren van parkeren door de overheid. Giuliano Mingardo [19] vat dit samen in de volgende effecten: • • • • • •
Verminderde leefbaarheid Verminderde kwaliteit van de openbare ruimte Hogere belastingen voor alle burgers en/of Minder beschikbare gemeentegelden voor andere functies Sociale overlast Ongewenste kruissubsidies.
Het kan natuuriijk een keuze zijn van een gemeente om het parkeren bij winkelgebieden te subsidiëren, omdat daarmee een ander belangrijk gemeentelijk oogmerk - een aantrekkelijk, florerend en goedftinctionerendwinkelgebied - gediend wordt. Omdat veel gemeenten voor deze afweging staan en omdat winkeliers aangeven, dat hoge parkeerkosten hen veel omzet kosten, is onderzoek gedaan naar de kosten en baten van het subsidiëren van parkeren. Zoals in de volgende waarheden zal worden aangetoond, is het effect van de parkeersubsidies op winkelomzetten gering. En lijken de baten ervan niet op te wegen tegen de negatieve effecten van deze parkeersubsidies. Een deel van de kosten van parkeren worden opgebracht door de ondernemers zelf. Deze kosten moeten uiteraard ook opgebracht worden uit inkomsten. En dat betekent, dat de kosten van het parkeren hier verwerkt zitten in de kosten van de producten.
18-11-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteiten retail - CROW
* Dit lijkt heel laag, maar tegenover een zaterdagmiddag met vaak (over)volle parkeergarages staan vele doordeweekse uren, waar de bezetting veel lager is. Overigens liggen de bezettingspercentages (alleen) in de centra van de vier grote steden gemiddeld hoger. ** Hoewel de kosten van parkeerplaatsen buiten gebouwde voorzieningen (het zgn, 'parkeren op maaiveld') veel goedkoper zijn, worden hiervoor dezelfde of zelfs hogere tarieven als bij parkeren in ene gebouwde voorziening gerekend, omdat deze plaatsen in of nabij winkels een hoge economische waarden vertegenwoordigen (en uiteraard, omdat anders het gewenste gedrag -parkeren in een garage- niet plaatsvindt).
3.Omzetverlies bij winkels wordt niet veroorzaakt door hoge parkeertarieven, maar vooral door online winkelen In vele gemeenten krijgt de politiek te maken met argumenten van winkeliers en publiek, dat de winkels veel omzet verliezen vanwege de hoge parkeerkosten. En inderdaad gaat het niet goed met de omzet van veel winkels. Maar ligt dat aan de parkeertarieven? Er zijn twee andere mogelijke verklaringen van de omzetdalingen: 1. De economische crisis 2. Intemetwinkelen Voor de daling in omzet in dure, duurzame goederen lijkt de economische crisis een goede verklaring. Maar als we ons realiseren, dat in 2011 (Koopstromenonderzoek Randstad [12], al 13 procent van de inkopen via Internet werden gedaan - recente schatüngen gaan uit van een kleine 20 procent -, dan is hiermee duidelijk een belangrijke verklaring voor de dalende omzet van fysieke winkels gevonden. Wanneer we de gegevens uit het koopstromenonderzoek van 2011 nader bekijken, blijkt dat de omzetdaling vooral heeft plaatsgevonden in branches , waar het Internet een geduchte concurrent is (zoals bv. in boeken, DVD's, reisbureaus, wit- en bruingoed) en veel minder in branches, waar Internet nog niet of nauwelijks een concmrent is. Dagelijkse boodschappen lieten in 2011 zelfs een stijging van 4 procent zien ten opzichte van 2004. In ieder geval zijn de effecten van Intemetwinkelen daarmee duidelijk hoger dan de effecten van parkeren. Blijft nog de mogelijkheid, dat de omzetontwikkeling van winkels met betaald parkeren ongunstig afsteekt bij winkels met grafis parkeren. Maar eerst: hoe speelt parkeren mee bij de keuze voor een winkelgebied:
4.Parkeren is een weerstandsfactor, geen attractiefactor Bij de keuze voor een winkelgebied gaat het er om, dat de attractie van het gebied (sfeer, kwaliteit winkels, kwaliteit van de openbare ruimte, aanbod van verschillende soorten winkels etc.) opweegt tegen de weerstand, waarvan parkeren er, naast de moeite, tijd en kosten om er te komen, één is. Dus parkeren is een weerstandsfactor en geen attractiefactor. Niemand gaat ergens heen om te parkeren, maar om iets te bezoeken, dat voldoende aantrekkingskracht heeft. Parkeren als weerstandsfactor heeft daarbij twee componenten: • De inoeite om een parkeerplaats te vinden • De prijs van het parkeren. Uit het Koopstromenonderzoek 2011 blijkt de weerstandsfactor van de moeite om een parkeerplaats te vinden voor 16 procent van de klanten een keuzefactor. De prijs van het parkeren speelt maar voor 5 procent van de klanten een rol. Voor veel mensen is het dus een groter obstakel als parkeren gratis is, maar het lastig is om een parkeerplaats te vinden, dan als het parkeren geld kost, maar een parkeerplaats makkelijk te vinden is. Uit de CROW-KpVV-pubHcatie 'Vervoer naar retail' blijkt
18r 1-1-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
bijvoorbeeld dat mensen ongeveer €1,50 over hebben voor een parkeerplaats 100 meter dichter bij de bestemming. De aantrekking van grote winkelgebieden met een gevarieerd aanbod blijkt zo groot, dat daarbij de weerstand van parkeertarieven en soms zelfs van het vinden van een parkeerplaats niet meer relevant is. Een voorbeeld hiervan zijn de enorme rijen voor de Bijenkorf-parkeergarage in Amsterdam en Rotterdam op zaterdag en zondag. Hier moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen het routinematig winkelgedrag en het 'keuze'winkelgedrag. Het overgrote deel van de boodschappen wordt gedaan in bekende, vaak nabije winkels. Hierbij vindt geen bewoiste afweging van de keuze plaats. Alleen voor een deel van de nietdagelijkse boodschappen, of als men een dagje uit wil, waarvan winkelen een onderdeel uitmaakt, is er een bewuste keuze. Duidelijk is, dat beleving een steeds belangrijkere factor wordt bij deze bewuste keuze. In die gevallen is de factor parkeren steeds minder relevant en daarmee ook de parkeertarieven. Alleen voor die gebieden, waarbij de attractiefactor zwakker is, kan de weerstand van parkeren een rol gaan spelen. Daarbij is echter een relevante afweging of het helpt om de blijkbaar zwakke weerstand van parkeertarieven te verminderen, waar juist het ontbreken van voldoende aantrekking het probleem is. Dat speelt in de situatie van de middelgrote winkelgebieden. Deze winkelgebieden moeten het, veel meer dan de kleine winkelgebieden, zoals buurtcentra, hebben van de keuzebezoeker. En die kiest dan vaak voor de aantrekkelijker grotere winkelgebieden, ondanks veelal hogere parkeertarieven of moeite die gedaan moet worden, zoals het gebruik van P+R. Maar mensen die als volgt redeneren: "Maar het winkelcentrum van X heeft al zo weinig ten opzichte van de omliggende steden, het gratis parkeren is het enige dat nog bezoekers trekt." doen alsof parkeren een attractiefactor is, terwijl het probleem veelal is dat de attractie te laag is, en dan heeft het weinig zin de weerstand te veriagen.
S.Gratis of goedkoop parkeren leidt niet of nauwelijks tot meer bezoek of omzet Uit een diverse onderzoeken blijkt dat er eigenlijk geen verband is te ontdekken tussen zowel het aantal parkeerplaatsen in de nabijheid van winkelgebieden en de omzet per m2 als de parkeertarieven en de omzet per m2. Dat is ook uitgebreid beschreven in de CROW-KpW-publicatie 'Vervoer naar retail'. Blijft nog noodzakelijk om de effecten van een tariefsverandering te bekijken. Een veriaging van de parkeertarieven blijkt eigenlijk nergens enig effect te hebben. Het invoeren van gratis parkeren op bepaalde dagdelen of dagen (of het helemaal afschaffen ervan) heeft voor zover ons bekend nog nergens tot duidelijke vermeerdering van de omzet geleid. Zo is onlangs het gratis parkeren in Ede op woensdagmiddag afgeschaft, omdat het de gemeente wel veel geld kostte, maar er geen enkele wijziging in bezoekersaantal viel te noteren. Uiteraard is er wel degelijk prijselasüciteit voor parkeren. Als parkeren bijvoorbeeld €100 per uur zou kosten, komt niemand ergens meer parkeren. Anderzijds blijken zelfs hoge parkeertarieven zoals in Amsterdam niet te leiden tot minder bezoek. Als het winkelgebied attractief genoeg is, zullen bezoekers altemafieve vervoerswijzen kiezen, zoals het Openbaar Vervoer, Park+Ride, fiets. Sommige bezoekers stellen de hoge parkeertarieven zelfs op prijs, want als ze dan echt nabij een winkel willen parkeren, is daar ook daadwerkelijk plaats. Het is wel van belang, dat op grotere afstand goedkopere parkeerruimte (bijvoorbeeld bij een P+R) beschikbaar is. Een tariefsverhoging pakt verschillend uit voor verschillende winkelgebieden. Een winkelgebied met een hoog percentage keuzebezoekers (de grote winkelgebieden in de grote steden) zijn ongevoelig voor wijzigingen in parkeertarieven. Een stijging van 80 procent in Maastricht (van €1,= in 2004 naar €1,80 in 2012) ging volgens een onderzoek van DTZZadelhoff [7] niet ten koste van het aantal bezoekers. Dat steeg in die periode met 20 procent. Een upgrade van het centrum was hierbij de
18^11-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
bepalende factor. Het merendeel van de bezoekers kent ook vaak de hoogte van parkeertarieven met, dus een niet-exorbitante verhoging van de tarieven zal niet opvallen en dus geen effect hebben. Voor de winkelgebieden, waar het keuzebezoek gering is, ligt dit anders. Vaak is hier na het verhogen van de parkeertarieven een daling in het bezoek te noteren. Overigens blijkt hier dat de bezoekersaantallen zich na enkele maanden te herstellen. Alleen als er in de directe nabijheid een winkelgebied is, met goedkoper parkeren, blijft het herstel na een dergelijke daling uit. Zoals in Almere, waar binnen een afstand van een kilometer een winkelgebied met gratis parkeren was. De nabijheid van winkels lijkt voor de dagelijkse boodschappen een zodanig relevante factor, dat men niet bereid is om b.v. üen minuten om te rijden naar een gelijkwaardig winkelgebied met gratis parkeren. Een mooi voorbeeld hiervan is de vergelijking tussen Leidschenhage in Leidschendam en In den Boogaerd in Rijswijk. Twee vergelijkbare winkelgebieden redelijk dicht bij elkaar, maar in Leidschenhage met grafis en bij In den Bogaerd betaald parkeren. Waarbij de bezoekersaantallen en de mate van leegstand vergelijkbaar zijn.
ó.Betaald parkeren is geen melkkoe voor gemeenten In het politieke en publieke debat wordt nogal eens aangevoerd, dat betaald parkeren een melkkoe is voor gemeenten. Dat is niet het geval. Al eerder werd duidelijk, dat een parkeertarief van minimaal €3 per uur nodig is om kostendekkend uit te komen. Dat is een tarief dat vrijwel nergens geheven wordt. Toch melden veel gemeenten, dat er jaariijks een bedrag uit de parkeerexploilatie in de gemeentekas vloeit. Dat is in situaties, waar de kosten van de investeringen in de parkeervoorzieningen niet meer bij de exploitatie zijn betrokken (vaak als onrendabele top). Wanneer deze kosten, zoals dat bij iedere andere exploitatie het geval is, wel betrokken worden, ontstaat een negatief plaatje. Dat is op dit moment des te meer relevant, omdat een groot aantal parkeergarages niet meer aan de eisen voldoet. Omdat de gelden van de parkeerexploitalie niet zijn gebruikt voor reserveringen van deze kostbare onderhouds- en renovatieactiviteiten, staan gemeenten voor de onaantrekkelijke taak om hiervoor een dekking te vinden in tijden met zeer beperkte middelen.
7.De auto is minder belangrijk voor winkels dan winkeliers denken, maar vooral: de fietser en de voetganger zijn belangrijker Uit onderzoek komt naar voren, dat het aandeel 'auto' in iedere door winkeliers verdiende euro verschilt per winkelgebied. In binnensteden is het aandeel auto laag, 25 procent-40 procent van de bezoekers komt per auto. In perifeer gelegen winkelgebieden kan het aandeel oplopen tot 70 procent. Maar belangrijker is, dat het aandeel van de auto nogal wordt overschat en daardoor ook het belang van (gratis)parkeren. Winkeliers schatten het aandeel auto zo'n 20-30 procent te hoog in en het aandeelfietsersen voetgangers te laag. En dat is ook begrijpelijk. Winkeliers horen veel vaker opmerkingen over hoe moeilijk bereikbaar het winkelgebied was, of dat "de parkeertarieven alweer zijn verhoogd" en vrijwel nooit over de prettigefietsrouteof de aangename wandeUng. Daarmee ontstaat het beeld, dat vrijwel alle klanten automobilisten zijn. Winkeliers zien winkelwagentjes vol boodschappen naar de autos gereden worden en mandjes met boodschappen naar de fietsers. Daamaast is de vraag of automobilisten meer omzet genereren, omdat de automobilist meer besteed in zijn winkel. Per bezoek is dat waar, maarfietsersen voetgangers gaan vaker naar de winkel. In de meeste winkelgebieden blijven automobilisten wel de grootste inkomstenbron. Maar brengen fietsers en voetgangers een zodanig relevant aandeel omzet, dat ze meer aandacht verdienen dan nu gebeurt. Het Openbaar Vervoer is alleen voor de grote steden een relevante factor in de vervoerswijzekeuze. Overall komt maar zo'n 3-5 procent van de bezoekers van een winkelgebied met het Openbaar
18-11-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
Vervoer, in de grote steden kan dat oplopen tot 25 procent. Een mooi voorbeeld hiervan is te vinden in het onderzoek van Mingardo e.a. bij de Rotterdamse Meent:
Modal split en omzet pt9
21 S
Ttrtk
i:s :t 73 »
1 -S.'Ü 4* IftIJK
r<*»ii
t l »<W>«
De Meent is een gebied, waar auto's nog 'voor de deur' kunnen parkeren. Desondanks komt maar iets meer dan 20 procent van de bezoekers met de auto naar het gebied. Ook is aan winkeliers gevraagd of zij denken, dat meer dan 50 procent van de bezoekers met de auto komt, ongeveer 50 procent of minder dan 50 procent. De meeste winkeliers denken dat meer dan de helft van de bezoekers met de auto komt. Slechts een kwart denkt (correct) minder dan de helft. Uiteraard zouden veel winkeliers hun deuren moeten sluiten, als ze de 24 procent omzet van de automobilist zouden moeten missen. Maar opvallend is, dat winkeliers veel meer aandacht besteden aan de automobilist-klant, terwijl ze zich veel minder dmk maken over hun belangrijkste klantengroep, de voetganger, die alleen maar verkeers- en parkeeroverlast ervaart op de Meent.
S.Verkeer speelt maar een beperkte rol bij het winkelgedrag Uit het koopstromenonderzoek 2011 blijkt dat voor maar zo'n 20 procent van de bezoekers verkeersaspecten zoals bereikbaarheid per auto, het vinden van een parkeerplaats of de parkeertarieven een rol spelen bij het winkelgedrag. Het blijkt dus dat aantrekkingsfactoren veel zwaarder meewegen, dan weerstandsfactoren. Bij deze onderzoeken konden meerdere factoren genoemd worden, dus voor 80 procent van de bezoekers speelt het geen rol. Andere factoren, zoals nabijheid van winkels (bij de dagelijkse boodschappen voor 77 procent van de bezoekers een relevante factor), sfeer, kwaliteit, aanbod van winkels etc. veel belangrijker is.
9 Beleving is het toverwoord bij winkelgedrag. Een toenemend aantal mensen wil een stad beleven, waar dan winkelen een onderdeel van is. Daarbij hoort ook, dat het aanbod van andere aantrekkingsfactoren, zoals horeca , musea en evenementen van invloed is op het aantrekken van bezoekers en daarmee winkelbezoek en -omzet. Rabobank [1], [2]constateert een hoge samenhang tussen de omzet van winkels en de aanwezigheid van horeca in de nabijheid. Opvallend is, dat winkels die investeren in 'experience' tegen de trend in groeien. Een mooi voorbeeld hiervan is de 'revival' van de Haarlemmerbuurt in Amsterdam, waar juist is geïnvesteerd in de beleving van de bewoners. 1
10 In termen van kosten-baten is het subsidiëren van parkeren niet kostenefficiënt.
1 ^ *1-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
r
Uit de vorige 9 waarheden volgt, dat de kosten van het parkeren hoog zijn en dat het veronderstelde rendement, een hogere omzet voor winkeliers, zich vrijwel niet voordoet. En in ieder geval lang niet opweegt tegen de kosten van de investering. En zelfs al zou dat het geval zijn, dan is het de vraag of de gemeente deze kosten voor haar rekening zou moeten nemen:
11 De rol van de overheid bij parkeren is aan herdefinitie toe. Stel, dat een gemeente aan iedere bezoeker van een winkelgebied 5 euro zou geven, maar alleen aan automobilisten en niet aanfietsers,voetgangers en OV-reizigers die het winkelgebied bezoeken. Het is duidelijk, dat vrijwel iedereen dit onrechtmatig handelen van de betreffende gemeente zou vinden. Toch is dit de facto wat er gebeurt bij het subsidiëren van parkeren dat nu gebeurt. En dus in vrijwel alle gemeenten. Zoals meerdere onderzoekers aanbevelen, is het nodig de rol van de overheid in deze te herdefiniëren. Uiteraard zijn bezoekers die met de auto komen van belang voor winkels. De taak en het belang van de overheid zitten voor dit onderwerp in: • • • •
Het (gezamenlijk met de retailers) organiseren van bereikbaarheid van het winkelgebied Het voorkomen van verkeers- en parkeeroverlast in en nabij het winkelgebied Het zorgen voor een kwalitatief goede openbare mimte Het (gezamenlijk met de retailers) organiseren van een aantrekkelijk winkelgebied
Op drie manieren kan de rol van de overheid anders en effectiever in gevuld worden:
Het organiseren van de samenwerking tussen gemeenten en de retailers In het buitenland (VS, Groot-Brittaimië, Duitsland, Canada) zijn veel goede ervaringen met Business Improvement Districts (BID). In Nederland wordt een dergelijk samenwerkingsverband mogelijk gemaakt door de onlangs door de Tweede Kamer aangenomen Wet op de bedrijveninvesteringszone (BIZ). Er is op enkele plaatsen al met succes geëxperimenteerd met een BIZ op bais van een experimentenwet. Zie de CROW-KpVV-berichten over dit onderwerp (Literatuurverwijzing). Bij een BIZ wordt een actieplan opgesteld voor een vooraf gedefinieerd gebied en moeten alle ondememers in dat gebied meedoen en meebetalen aan de uit het actieplan voortvloeiende gezamenlijke activiteiten. Voorwaarde is, dat aan een stemming over het doorgaan van een BIZ minstens de helft van de ondememers heeft gestemd en minstens twee-derde vóór het instellen of continueren van een BIZ heeft gestemd. Daarmee kan de samenwerking tussen de overheid en ondememers direct op een goede en effectieve manier vorm worden gegeven, worden free-riders (winkeliers die wel profiteren van de investeringen die gedaan worden, maar niet meebetalen) vermeden. Er is een aparte, onafhankelijke organisatie, die gespecialiseerd is in het vormgeven van activiteiten, die niet direct tot de kernactiviteiten van de winkeliers horen. De gemeente heeft daarmee een aanspreekpunt naar de winkeliers. Tevens hebben de winkeliers een instmment om invloed uit te oefenen bij de gemeente. Voor een gemeente is bovendien een voordeel, dat de discussie over de detailhandel niet telkens temgkomt, maar alleen bij het vaststellen van het actieplan.
Het marlitconform omgaan met de openbare ruimte
?
I
?
Zoals al bij de eerste waarheid staat beschreven, is parkeren principieel een privaat goed. Maar vindt er frictie plaats, omdat het vaak plaatsvindt in de openbare ruimte. De openbare ruimte is bij uitstek een publiek goed, waar ook vaak privaat gebmik van wordt gemaakt, bijvoorbeeld voor terrassen, reclame-uitingen en parkeren. Het is daarom verstandig om voor de afwegingen, die de openbare mimte betreffen voor privaat gebmik een marktconforme benadering te kiezen. Hierbij wordt gekozen voor die invulling, die de hoogste kwaliteit van de openbare mimte bewerkstelligt, zowel voor algemeen, als voor privaat gebmik. En waarbij voor privaat gebruik ook een marktconforme prijs
IS-l'l-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
wordt betaald. De baten van een hoge kwaliteit openbare ruimte (Literatuurverwijzing) worden in de afweging betrokken. Dit kan tot gevolg hebben, dat de waarde van de openbare mimte op maaiveld zo hoog is, dat het verstandig is om een gebouwde parkeervoorziening aan te leggen. Hierbij ligt de afweging wat van belang en kostenefficiënt is bij de winkels (of bv. de BIZ-organisatie. In ieder geval geldt hierbij: als het een 'onrendabele top' is bij het ontwikkelen van een winkelgebied, is het dus onrendabel.
Een realistische blik op de kansen voor winkels Als alle gemeenten zich, samen met de winkeliers, zouden inspannen om maximaal in te zetten voor de aantrekkingsfactoren voor winkels, dan zullen niet alle winkelgebiedenfloreren.Uit de onderzoeken van de Rabobank komt naar voren, dat met name winkelgebieden in middelgrote gemeenten, die het voor een (groot) deel moeten hebben van de keuzebezoeker het moeilijk hebben. Zeker waimeer een groter of aantrekkelijker winkelgebied binnen bereik is. In die situatie zal bekeken moeten worden of het winkelaanbod niet simpelweg te groot is. Dan is het verstandig om niet coüte que coüte te proberen alle winkels overeind te houden. En zeker helpt het dan niet om de parkeertarieven te verlagen of te investeren in de aanleg van meer parkeermimte.
Het parkeren in de omgeving van het winkelgebied Eén van de taken van de gemeentelijke overheid is het voorkomen van parkeeroverlast in de omgeving van het winkelgebied. Als daar bijvoorbeeld woonwijken met gratis parkeren zijn, terwijl het parkeren in het winkelgebied zelf wel geld kost, zullen klanten geneigd zijn uit te wijken naar de omliggende wijken. Daarom is het onontkoombaar, dat het parkeren ook daar gereguleerd wordt. Bijvoorbeeld door middel van vergunningen. De kosten daarvan moeten door de bewoners worden gedragen. Het handhaven hiervan moet goed gebeuren. Daarom zouden de inkomsten uit de vergunningen voor een groot deel gelabeld moeten worden voor de handhaving en niet moeten toevloeien aan de algemene middelen.
Literatuurlijst [IjAalders, R. (2013), Fun of functie: verschuivingen in mimtelijk koopgedrag. [2]Aalders, R. (2013), Uitkomsten van relatie betaald parkeren en omzet groei naar omvang winkelgebieden, dedicated berekeningen voor CROW. [3]CR0W-website, Factsheet vervoer naar retail [4]CR0W (2005), Parking policies and the effects on economy and mobility [5]Detailhandel Nederland (2014), Parkeren wel degelijk van invloed op winkelgebied [6]Dijk, K. van (2002), Parkeren in Nederiand, omvang, kosten, opbrengsten en beleid [7]DTZ Zadelhoff (2012), Parkeren op grens van belevin [8]EC0RYS (2010), Parkeeroplossing voor overheid en markt [9]Goudappel Coffeng (2001), Effecten van parkeermaatregelen [lOjHaringsma, J. (2011), Het belang van parkeren
15-11-2015
Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail - CROW
f
[l l]Heide, W. van der (2011), Zorg ervoor dat de garage geen dissatisfier wordt [12]I&0 Research (2011), Koopstromenonderzoek Randstad 2011 [13]KpVV (2013), Vervoer naar retail [14]Langendonck, L., Boggelen, O. van. Vaker fietsen naar stadscentrum [15]Martens, K. (2014). "Zelforganiserend parkeren." Parkeer24 9(3): 18 [I6]Martens, K., Schneijderberg S.(2014), Doe het anders, laat parkeren aan ontwikkelaar. Verkeerskunde 4 [17]MAX (2006), Succesvolle Bewustwordingscampagnes over Mobiliteit en Strategieën voor Obiliteitsmanagement [ISjMeerkerk, J. van, Mingardo, G., Bosch, N. (2009), Parkeren heeft weinig invloed op winkelomzet PI (2006), Retail en parkeren [19] Mingardo, G. (2014), presentatie seminar Urban Retail [20]Pels, D. (2014), Niet parkeermimte, maar winkelaanbod speelt winkeliers parten,Trouw 31/5/2014 [2 l]Raad voor Verkeer en Waterstaat (2010),Wie ik ben en waar ik ga: advies over de effecten van veranderingen in demografie en leefstijlen op mobiliteit [22]Roelands , J., Scheerder, G. (2014) Lage parkeertarieven zorgen niet voor vitale winkelgebieden, ROMagazine, mei 2014 [23]S0AB (2009), Benchmark vervoerwijzekeuze supermarktbezoekers [24]Shoup, D. (2005), The High Cost of Free Parking [25]Stienstra, S., Parkeerbeleid op middellange termijn. Hoe vangen we de parkeerdmk in de toekomst op? Een discussiekader [26]Sustrans (2003), Traffic restraint and retail vitality [27]Sustrans (2006), Shoppers and how they travel [28]Timmermans, H., Modellering van mimtelijke keuze- en beslissingsprocessen van consumenten: theorie, methode en empirische toepassing [29]Tellingen, H. van, Verwaaijen, J., Caspers, M., (2014), Zonnige toekomst fysiek winkelen, deel 4, Shopping Centre News (te verschijnen najaar 2014 [30]Veenstra, S., Thomas, T., Tutert, B. (2009), Niet werken, maar winkelen; de invloed van afstand op de frequentie van boodschappen doen [31] Voerknecht, H. (2013) Wat is er mis met gratis parkeren in woonwijken, Parkeer24 juni 2013 [32] Voerknecht, H. (2013), Niet meer gratis of te goedkoop parke © Copyriglit 2015 CROW - Privacy statement - Cookie statement - Disclaimer - Voorwaarden
Aangetekend
Brief: D-A-1 Pakket: B-P-3
4 3 O 7 2 83
95 5 O E 6
3SRRDT3950944
HOORN
n> (T)(gKT) I post
07.12.15
€00795ct
Postbus 3112 1 620GC
# PB 8 3 5 1 8 9 Nederland