KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een foto van Noelle in beeld. 2. Het programma voor vanavond: Inleiding; Het programma Verhaal van Kikker en Pad Hoe zit je kind en je zelf in elkaar /aan de hand van de driehoek Erkenning en contact Troosten Opvoeden-individu Eind verhaal eventueel Kahul Gibran ‘de Profeet’. 3. Hoe zit je kind en je zelf in elkaar? Aan de hand van de driehoek willen we graag laten zien hoe het kind en daarop u zelf wellicht kunt reageren. Deze driehoek is altijd handig om te laten zien, omdat vandaar uit een en ander vaak wat duidelijker naar voren komt. We beginnen met de IK wij noemen dit de autonome IK. Enkele herkenningspunten van de autonome IK is dat je leeftijdsadequaat bent, je je vrij voelt in je keuze, eigenlijk gewoon lekker in je vel! Vervolgens kijken we naar de KLEINE; het woord zegt het niet meer leeftijdsadequaat, gebruikt woorden als ‘nooit’ ,’altijd’ , ‘iedereen’ , ‘niemand’….., machteloosheid, eenzaamheid. Daartussen plaatsen we de AFWEER, op deze plek wordt de bescherming gekozen, soms terecht, maar meestal niet zo handig. Boos, liegen of star gedrag, weglopen, vals spelen…
Op het moment dat een kind dingen moet doen, waar hij niet goed in is of geen zin in heeft kan het gefrustreerd raken. Of bang dat ze worden uitgelachen (op school bijvoorbeeld). Op dat moment kan je kind in zijn KLEINE schieten. Zie je wel ik kan ook niets of ik moet altijd alles doen….Vervolgens gebruikt het zijn AFWEER om die pijn niet te hoeven voelen, door bijvoorbeeld weg te lopen of het spel kapot te maken. In de volgende sheet willen we graag uitleggen hoe we dit verder zouden kunnen aanpassen. 4. Erkenning en contact; Het is belangrijk dat je het kind erkent, het wil graag gehoord worden. Dit kan je doen door het te laten ervaren dat je erkent: wat het doet…bijvoorbeeld huilen worden wat het voelt….ik ben heel zielig en alleen wat het denkt….het is oneerlijk Dit betekent niet dat je zonder meer doet wat het kind zegt of wil of dat je het altijd eens bent met het kind. Maar het betekent WEL dat je het kind gehoord hebt wat het zegt en je begrijpt wat het zegt en je snapt wat hij bedoelt. Hoe doe je dit dan? Door middel van rapport; “Ik zie dat je verdrietig/boos….bent” Door de zelfde woordkeuze te gebruiken die je kind gebruikt, dat is niet papegaaien, maar goed luisteren naar wat het kind zegt. Non-verbaal kan je ook de zelfde gezichtsuitdrukking en gebaren gebruiken, dit alles niet om het belachelijk te maken, maar gezien! Hierdoor kan je wellicht voorkomen dat het kind in zijn AFWEER schiet, want als het kind eenmaal in zijn AFWEER zit kan je het niet meer bereiken. We hebben dan ook de bekende uitdrukking, “het lijkt wel of ik tegen een betonnen muur praat…” 5. Troosten;
Door de erkenning te geven op de KLEINE kan deze zich werkelijk even overgeven aan het gevoel van verdrietig, boos, bang etc.… Even als voorbeeld; een kind komt huilend met een bloedende knie naar je toe rennen… 1. Je bent misschien geneigd om te roepen Wie heeft dat gedaan ? 2. Je wilt meteen weten wat er is gebeurd? 3. Je kijkt vervolgens nog eens naar de wond en concludeert dat het gelukkig allemaal best meevalt 4. Ik heb je ook wel gezegd dat je voorzichtig moet zijn…. Het kind voelt zich niet getroost, alleen, verdrietig en denkt het is allemaal mijn schuld. Wat zou je ook kunnen doen? Ik zie dat je huilt, hoe voel je je? Hierdoor geef je begrip op het gevoel. ‘Wat naar voor je” Pas daarna is het van belang uit te zoeken wat er precies is gebeurd. Het enige wat je kunt waarnemen is dat het kind huilt. Je weet niet wat het denkt en wat het voelt. Vaak weet het kind het ook niet precies, maar wat het wel weet is; het doet zo’n pijn ik denk dat het nooit meer overgaat ik kan alleen nog maar huilen Als je wilt troosten in de praktijk zal je eerst moeten afstemmen op wat het kind ervaart. Alleen het gedrag is waarneembaar en de rest is raden. Als je verkeerd gokt, verlies je meteen rapport. Huilen kan van verdriet zijn, maar ook van woede of van angst. De kern is dat het gaat om het afstemmen op het doen, denken en voelen. De stappen: 1. Contact maken, de erkenning waar we net over gesproken hebben.
2. Uitvragen hoe het kind zich voelt en wat het denkt zonder in te vullen. 3. Terug sporen van gevoel en gedachtegang…ik begrijp dat je je A voelt en dat je B dacht en toen deed je C . Klopt dat? Heb ik dat goed begrepen?
4. Begrip en troost geven op de wens/teleurstelling. Ik snap dat je dat wilt en het is heel naar dat het zo ging… 5. De realiteit aanbieden. Wederom met begrip. Ik snap dat je dat wilt, maar vandaag wil ik dat niet, want…. 6. Mening vragen. Hoe vind je dat? Natuurlijk reageert het kind met ‘niet leuk’ ofzo. 7. Toon begrip. Ja dat snap ik. Natuurlijk is dat niet leuk. Ik kan het ook aan je zien. Je voelt je er misschien nog steeds A over, dat kan ik mij voorstellen. 8. Vraag wat het kind nodig heeft om zich beter te voelen. In dit stadium is daar weer ruimte voor. Als de KLEINE op tijd gesignaleerd is, kan de afweer vaak voorkomen worden. Na de erkenning kan het kind even de tijd krijgen om weer terug te komen in zijn AUTONOME plek. Vanuit die plek kan je samen gaan onderzoeken wat er wellicht aan de hand was…. WAT gebeurde er precies toen je? WAT kunnen we met elkaar afspreken om er voor te zorgen dat het een volgende keer niet meer gebeurd? WAT kan jou helpen en hoe kunnen wij je er bij helpen? WAT spreken we met elkaar af als het toch niet helemaal lukt de volgende keer, welke consequenties spreken we met elkaar af? 6. Opvoeden – individu Wat gebeurd er met jou als dit alles met je kind gebeurd? Je kind is boos en gaat schreeuwen, trekt zich terug of juist arrogant gedrag! De reactie die het bij jou opwekt verschilt per persoon het is een persoonlijk proces. Ook jij hebt een autonome IK en de KLEINE jezelf en je AFWEER, de zelfde driehoek. Daarnaast worden we ook nog geconfronteerd met ons INTROJECT- de normen en waarden die je zelf wellicht weer hebt mee gekregen van jou ouders. Als je kind boos wordt of arrogant doet of niets meer zegt, dan gebeurt er wat met jou.
Je word getriggerd, dat betekent geraakt. Je probeert eerst vanuit je autonome IK al je beschikbare hulpbronnen om het kind te helpen, maar als dat niet lukt …. Dan schiet je zelf ook in je KLEINE, bijvoorbeeld je machteloosheid. Waarom luistert hij nu niet naar mij, waarom doet hij niet wat ik zeg? Op dat moment kun je ook vanuit je KLEINE reageren, je doet ook altijd zo, je bent niets waard, etc. Je kunt gaan schreeuwen, kortom je hebt even geen contact meer met al je hulpbronnen, met je autonome IK. Dit heeft te maken met jou als persoon en als opvoeder, Waar liggen jouw normen en waarden etc.? Door je kinderen wordt er constant een appel gedaan op jouw standpunt wat betreft opvoeding. Als volwassene kun je reageren vanuit verschillende rollen, zoals de ouderrol met specifieke doelen en een volwassene met eigen behoefte. Wat is je doel vanuit deze 2 verschillende gebieden? Opvoeder: Kind begeleiden zodat het kan uitgroeien tot een sociaal, moreel, geestelijk en lichamelijk gezond persoon. Persoon: zelf vreugde beleven aan je kind, belangrijke momenten delen, liefde geven, je kwetsbaar laten zien. Meestal wisselen de verschillende rollen regelmatig van positie zonder probleem, maar soms komt er je INTROJECT naar voren. Het zo hoort het, dit heb ik ook zo geleerd, dit vindt men! Hierbij is het belangrijk dat je de afweging durft en kan maken wat het belang is op dat moment. Denk aan het voorbeeld van ‘dank je wel zeggen tegen de slager bij het krijgen van een plakje worst’. Zo hoort het, maar voor sommige kinderen is dit zo spannend en eng dat ze er niets van leren en alleen maar heel ongelukkig van worden op dat moment. Op dat moment mag je er voor kiezen om vanuit AUTONOMIE de keuze te maken, nu hoeft dat even niet…. Er zijn ook momenten dat je na een confrontatie met je kind, die na de zoveelste keer weer niet naar je luistert, dat je van je zelf merkt dat je in je KLEINE schiet. Hierdoor zeg je allerlei dingen tegen je kind waardoor deze ook in zijn KLEINE schiet, voelt zich aangevallen en zo
ontstaat er een strijd die niemand kan winnen. Dit herkennen en erkennen is heel lastig. Als je dit wilt veranderen is het belangrijk om te benoemen wat er met je gebeurt. Bijvoorbeeld; ‘ ik merk dat ik nu heel geïrriteerd raak omdat je nog niet luistert. Ik wil heel graag dat je nu naar boven gaat, of ik geef straf etc. De maat is vol. Geef je grenzen aan voordat je in je machteloosheid schiet, zorg ten alle tijden dat je dat voor bent.
7. Eind verhaal eventueel Kahul Gibran ‘de Profeet’
Prestentatie Karin Hallegraeff en Noelle van Delden PRAKTIJK IKKE
[email protected]