INFORMATIENOTA
M14 Zaaknummer: Documentnummer: Onderwerp: Vergadering B&W: Raadsvergadering: Portefeuillehouder: Ambtenaar: Mailadres:
Z-15-23871 VB/Raad/15/00089 Ophef stadsregiotaxi en doorstart samen met doelgroepenvervoer 26 mei 2015 25 juni 2015 Wethouders J.G.M. Thijssen en M.A. Barber-Hendriks C.M. Sleyfer
[email protected]
Aan de gemeenteraad, Kennisnemen van stand van zaken ophef stadsregiotaxi en doorstart met doelgroepenvervoer Waarom nu naar de raad? Uw raad wordt in deze nota geïnformeerd over de stand van zaken stadsregiotaxi en doelgroepenvervoer, uw rol in het besluitvormingsproces en over de urgentie die dit dossier kent. Samenvatting Op het gebied van de Stadsregiotaxi en het doelgroepenvervoer speelt een aantal zaken: a) Het contract voor de Stadsregiotaxi verloopt 1 sep 2016. Er moet een nieuwe aanbesteding worden doorlopen om de taxi ook na 1 sep 2016 te laten doorrijden. De Stadsregio Arnhem Nijmegen kan de aanbesteding niet meer doen aangezien zij opgeheven wordt. b) Naast het bestaande gemeentelijke doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer, WMO vervoer) hebben we als gemeente er doelgroepenvervoersstromen bij gekregen: vervoer op basis van de nieuwe Wmo en de Jeugdwet. c) De provincie zou graag een overeenkomst Basismobiliteit met de oude Stadsregio tekenen. In deze overeenkomst neemt de Stadsregio de onderkant van de OV markt (Stadsregiotaxi, buurtbussen, slecht bezet regulier openbaar vervoer) over. Daarvoor in de plaats krijgt de Stadsregio een bijdrage van de provincie. Hieronder volgt een stand van zaken over deze 3 zaken. De gezamenlijke gemeenten, verenigd in de Stadsregio Arnhem Nijmegen, hebben destijds de Stadsregiotaxi opgericht om enerzijds de gemeentelijke verplichtingen in het kader van WMOvervoer na te kunnen komen en anderzijds om overal aanvullend openbaar vervoer te kunnen aanbieden.
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-23871 VB/Raad/15/00089
Pagina 1 van 5 VB/Raad/15/00089
a) Juridische entiteit nodig Het contract voor de stadsregiotaxi verloopt op 1 sep 2016 waardoor er nu een nieuwe aanbesteding moet worden doorlopen. Om de nieuwe aanbesteding te kunnen doen, hebben we een juridische entiteit nodig. De Stadsregio kan deze taak niet meer vervullen, want de Stadsregio wordt opgeheven per 1 juli 2015. Haar wettelijke taken en bevoegdheden als vervoersautoriteit zijn overgegaan naar de Provincie Gelderland. De provincie is nu de formele opdrachtgever van het regulier openbaar vervoer, als ook voor het huidige contract voor de Stadsregiotaxi. Het aandeel openbaar vervoer in de taxi is echter zeer gering, terwijl de gemeentelijke belangen in de taxi met het WMO- en overig doelgroepenvervoer zeer groot zijn. Het is dan ook evident dat de nieuwe Stadsregiotaxi het beste door de gemeenten georganiseerd kan gaan worden in plaats van door de Provincie Gelderland. Wij, noch de andere gemeenten kunnen de aanbesteding echter alleen doen; samen creëren we aanbestedingsvoordelen. Er moet dus een (nieuwe) regionale juridische entiteit worden opgericht. Deze juridische entiteit moet aan bepaalde eisen voldoen om de aanbesteding te kunnen begeleiden. Een Gemeenschappelijk Orgaan waar de oude Stadsregio nu op koerst (na liquidatie van de huidige Stadsregio) heeft geen rechtspersoonlijkheid en kan de aanbesteding niet doorlopen. Een gemeenschappelijke regeling (aansluiting MGR Rijk van Nijmegen) of centrumgemeente constructie heeft wel rechtspersoonlijkheid en kan een aanbesteding doorlopen. Vooralsnog ziet het er naar uit dat Arnhem de aanbesteding zal gaan trekken als penvoerder. Wij hebben daar echter onze vraagtekens bij gezet. Wij vinden aansluiting bij de huidige MGR Rijk van Nijmegen een logischere stap aangezien we daar al regionale samenwerking op het sociale domein hebben belegd. Uw raad zal over de oprichting van een nieuwe juridische entiteit moeten beslissen. Een voorstel hiervoor zal binnenkort uw kant opkomen. b) Bezuinigingen noodzakelijk en tijdsdruk aanbesteding. De aanbesteding moet via de Europese aanbestedingsregels verlopen. Dit houdt in dat er in september 2015 een bestek op de markt moet worden gebracht. Er zit dus tijdsdruk op het proces. Op dit moment gaat er in de Stadsregio ongeveer €24.000.000,= om in het stadsregiotaxi- en doelgroepenvervoer. Onze gemeente heeft daar een aandeel in van ongeveer €900.000,= (hierin is het jeugdvervoer niet meegenomen). Als we de huidige contracten doorzetten, dan ligt het benodigde bedrag voor alle vervoersstromen in de regio rond de €30.000.000,= in 2020. Dat komt met name door de toenemende vraag de komende jaren. Echter, we moeten juist bezuinigen op de kosten voor het vervoer. We zullen in 2020 het vervoer moeten regelen voor een budget van €11.000.000,=. We staan dus voor een flinke opgave. In Stadsregionaal verband hebben we ambtelijk al de nodige werkzaamheden verzet voor de aanbesteding. Er is een memo van uitgangspunten opgesteld die u in de bijlage aantreft. Hieronder een korte samenvatting van deze memo:
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-23871 VB/Raad/15/00089
Pagina 2 van 5 VB/Raad/15/00089
Uit onderzoek is gebleken dat het goedkoper is om de Stadsregiotaxi te combineren met andere doelgroepenvervoerstromen, zoals leerlingenvervoer en zorgvervoer. Deze bezuiniging is nodig omdat uit onderzoek blijkt dat de verwachte toekomstige budgetten onvoldoende zijn om de kosten van het vraagafhankelijk openbaar vervoer en doelgroepenvervoer te dekken. De regio heeft derhalve gekozen om de aanbesteding van de Stadsregiotaxi samen met andere doelgroepenvervoersstromen op te pakken. Idee is om twee aparte ‘producten’ aan te besteden. Regiecentrale en vervoer. De regiecentrale is verantwoordelijk voor de ritplanning en de aanname van ritten. De vervoerders voeren de ritten slechts uit. Dit zijn alleen de taxi(busjes) en chauffeur. Hiermee beogen we maximale efficiëntie, omdat vervoerders niet hun eigen ritten boeken. Idee is om te kiezen voor een private regiecentrale. Deze marktpartij zoekt schaalvoordelen en is beter in staat te innoveren en mee te gaan met de nieuwe ontwikkelingen. De regiecentrale heeft een aanspreekpunt nodig dat spreekt namens alle regiogemeenten, dit wordt de beheersorganisatie. Deze beheerorganisatie is verantwoordelijk voor de tactische regie (advisering en ontwikkeling voor beleid), het contractbeheer en de facturering en wordt daarom publiek uitgevoerd.
c) De provincie wil de onderkant van de OV markt graag naar de regio overhevelen. De provincie zou graag een overeenkomst Basismobiliteit met de oude Stadsregio tekenen, net zoals ze dat heeft gedaan met andere regio’s in Gelderland. (Daarvoor is overigens ook een juridische entiteit nodig.) In deze overeenkomst neemt de Stadsregio de onderkant van de OV markt over. Daarvoor in de plaats krijgt de Stadsregio een bijdrage van de provincie. Redenen voor de provincie om deze overeenkomst aan te gaan: - Een mogelijk gezamenlijk belang: zoveel mogelijk OV-reizigers gebruik te laten maken van regulier openbaar vervoer, aangezien een rit per doelgroepenvervoer simpelweg het duurst is voor zowel ons als de reiziger (geldt uiteraard ook voor WMO-reizigers). - De provincie Gelderland hanteert haar OV-visie, waarin zij zich vooral wil focussen op de grote vervoersstromen in de OV-markt. Voor de onderkant van de OV-markt voorziet de provincie noodzaak tot maatwerk (om OV overal betaalbaar te houden), waarvan de gedachte is dat de regio gelet op haar lokale netwerk beter zou moeten zijn tot het leveren van maatwerk. Echter, de provincie stelt zeer hoge eisen aan het product maar geeft daar relatief weinig geld voor terug. De Stadsregio is met de gedeputeerde in overleg om het eisenpakket en de bijkomende financiën te verbeteren. Vraag is echter of wij als Stadsregio de verantwoordelijkheid willen dragen voor de onderkant van de OV-markt. De Stadsregio staat daar vooralsnog positief tegenover, mits de eisen en financiën worden aangepast. Onze insteek is echter tot nu toe dat we geen redenen zien om de onderkant van de OV markt over te nemen. Argumenten: - De eisen van de provincie zijn te hoog ten opzichte van de middelen die ze ervoor over hebben. - Voor de organisatie van het Wmo vervoer kregen wij vanuit het Rijk geld. Dat geld hebben wij ondergebracht in de Stadsregio. Deze Brede-Doel-Uitkering (BDU) gelden gingen uiteindelijk
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-23871 VB/Raad/15/00089
Pagina 3 van 5 VB/Raad/15/00089
van Rijk direct naar Stadsregio. Nu gaat het geld van Rijk naar provincie (opvolger van Stadsregio). Echter, het lijkt erop dat we minder geld krijgen. Dat is ons inziens niet juist. - Op dit moment is het nog onduidelijk wat precies gezien wordt als de onderkant van de OVmarkt. Het gaat daarbij naast de Stadsregiotaxi ook om buurtbussen en slecht bezet regulier openbaar vervoer, maar wie bepaald welke lijnen dat zijn? Evenmin is duidelijk of de Provincie ook alle benodigde bevoegdheden overdraagt als ook de betrokken opbrengsten. Zolang dit soort aspecten niet uitgekristalliseerd zijn, maar er wel al door de Provincie een bijdrage is bepaald zijn de financiële risico’s te hoog. - De provincie heeft de benodigde kennis om het vraagstuk zelf te behandelen aangezien ze de mobiliteitsmensen van de Stadsregio heeft overgenomen, als ook zelf al jaren als vervoersautoriteit openbaar vervoer organiseert in de rest van de Provincie. - Het is mogelijk om samen met de lokale kennis van gemeenten vanuit de provincie de onderkant van de OV markt te bedienen. Overigens zien wij, in tegenstelling tot bij de aanbesteding van de Stadsregiotaxi, geen tijdsdruk bij een eventuele overeenkomst over de Basismobiliteit. De huidige concessie voor het openbaar vervoer, en daarmee ook voor de onderkant, loopt immers nog tot 2022, waardoor hervormingen vooralsnog niet aan de orde zijn. Tot slot: In het dossier ‘Stadsregiotaxi en doelgroepenvervoer’ is de uitdaging vooral om de hoofdlijn en belangrijkste risico’s scherp in zicht te houden. De hoofdzaak is: Het oprichten van een systeem waarmee wij doelgroepen kunnen vervoeren. Als basis geldt het systeem van de huidige Stadsregiotaxi. Op hoofdlijnen functioneert dit systeem naar tevredenheid. Het is dan ook zaak voort te borduren op dit systeem. Het belangrijkste risico: vervoer is veelal een open eind regeling, het grootste risico is dat het systeem duurder wordt dan begroot en mogelijk onbetaalbaar wordt. Kostenbeheersing / het kunnen inbouwen daarvan is dan ook de uitdaging. Een ander risico is de tijdsdruk die op dit dossier ligt. De planning is zeer strak. Wanneer de planning niet gehaald wordt, zullen we moeten kijken wat de juridische consequenties hiervan zijn. Communicatie Voor de memo van uitgangspunten hebben we input gevraagd van onze contactpersoon die zitting heeft in het GAR (Gebruikersadviesraad) en het ROVOC (Regionaal Overlegorgaan Consumenten Openbaar Vervoer). Tevens ligt de memo ter inzage van 28 mei tot en met 12 juni. De zienswijzenota wordt in de zomer opgesteld en vervolgens naar uw raad verzonden. Burgemeester en wethouders van Gemeente Groesbeek, De secretaris, De burgemeester, J.W. Looijen H.W.C.G. Keereweer
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-23871 VB/Raad/15/00089
Pagina 4 van 5 VB/Raad/15/00089
Bijlagen digitaal ter inzage Memo van uitgangspunten Bijlagen ter inzage fractiekamer Bijlage ter inzage griffier
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-23871 VB/Raad/15/00089
Pagina 5 van 5 VB/Raad/15/00089