adres Rielerweg 174 7416 ZM Deventer telefoon 0570 623073 website www.dekleineplaneet.nl
de Kleine Planeet school voor Jenaplanonderwijs
Schoolgids / kalender 2013-2014 de Kleine Planeet Openbare school voor Jenaplanonderwijs Rielerweg 174 7416 ZM Deventer ℡ 0570-623073
[email protected]
1
Voorwoord Geachte ouders / verzorgers, Hierbij bieden wij u onze schoolgids aan voor het schooljaar 2013-2014 In deze gids staat voor u als ouders, de informatie voor het komend schooljaar. We kunnen natuurlijk nooit volledig zijn. Heeft u vragen, neemt u dan contact met ons op. Van deze schoolgids krijgt u elk schooljaar een nieuwe, bijgewerkte versie. De website van de Kleine Planeet is www.dekleineplaneet.nl. Hier kunt u alle nieuwtjes en wetenswaardigheden over de school vinden. We wensen uw kinderen en u als ouders een fijn schooljaar toe op de openbare basisschool “de Kleine Planeet”, school voor Jenaplanonderwijs. Stella Ramakers van Praag (directeur)
2
HOOFDSTUK 1: DE SCHOOL 1.1 Welkom op de Kleine Planeet Jenaplan 1.2 Schoolklimaat 1.3 De Jenaplankernkwaliteiten 1.4 Gebouw
5 5 4 5 7
HOOFDSTUK 2: HET ONDERWIJS 2.1 Zorgverbreding 2.1.1 Leerlingzorg 2.1.2 Speciale leerlingzorg 2.1.3 HGPD 2.2 Zelfstandig werken 2.3 Specifieke lessituaties 2.4 Methoden 2.5 Stamgroepen 2.6 Onderwijskundig beleid 2.7 Scholingsactiviteiten 2.8 Rapporten 2.9 ARBO-beleid
7 7 7 7 8 8 8 9 10 10 10 10
HOOFDSTUK 3: DE ORGANISATIE 3.1 Bestuur 3.2.1 Overige adressen 3.3 Personeel en groepsverdeling 3.3.1 Overig personeel 3.3.2 Stagiaires 3.4 Schooltijden 3.5 Ziekmelding 3.6 Verjaardagen 3.7 Gymnastiek 3.8 Sportactiviteiten 3.9 Klassenouders 3.10 Gesprekken met leerkracht/directie 3.11 Informatieavond 3.12 Contactmiddagen 3.13 Informatieverstrekking 3.14 Ouderhulp 3.15 Excursies 3.16 Culturele activiteiten 3.17 Ouderbijdrage 3.18 Schoolbibilotheek/Bibliotheekbus 3.19 Gevonden voorwerpen 3.20 Logopedie 3.21 Hoofdluis 3.22 Laarzen 3.23 Schoolregels 3.24 Fietsen 3.25 Algemene Toelatingsbepalingen 3.25.1 Datum inschrijving 3.25.2 Voedingsgebied 3.25.3 Plaatsing buiten voedingsgebied 3.25.4 Broertjes/zusjes regeling 3.25.5 Wachtlijst 3.25.6 Hardheidsclausule 3.25.7 Bezwaar 3.26 Convenant segregatie 3.27 Ouderlijk gezag 3.27.1 Ouderlijk gezag, informatie en consultatie
11 11 12 12 12 12 12 13 13 13 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 15 16 16 16 16 16 16 16
3.27.2 3.28 3.29 3.30 3.31 3.32 3.33 3.34 3.35 3.36 3.37 3.38 3.39 3.40 3.41 3.41.1 3.42 3.43 3.44 3.45
Schoolbeleid ouders-kind Veiligheidsprotocol Internetprotocol/mobiele telefoon Dossierbeheer en Privacy Vakantierooster Leerplicht Toepassing leerplichtregeling Verlof Overblijfregeling / tussentijdse opvang Ongeoorloofd verzuim (zie3.34) Godsdienst/Levensbesch. vorming Schakelklassen Nieuwe gewichtenregeling Klachtenregeling Passend onderwijs op onze school Hoogbegaafdheid BSO Kledingvoorschriften Medicijngebruik Plattegrond zie bijlage 1
17 18 19 19 19 19 20 20 20 20 20 21 21 21 21 21 22 22 22 22
HOOFDSTUK 4: DE LEERLINGEN 4.0 Inzet formatie 4.1 Interne Begeleiding 4.2 Remedial teaching 4.3 Schoolloopbaan 4.4 Overgang voortgezet onderwijs 4.5.1 Overgang naar andere basisschool 4.5.2 Leerlinggebonden financiering 4.5.3 Procedure weigering ZAT aanmelding of SBO-plaatsing
23 23 23 24 24 24 25 25
HOOFDSTUK 5: DE OUDERS 5.0 Klassenouders zie 3.9 5.1 Medezeggenschapsraad 5.2 Klachtenregeling 5.2.1 Contactpers. seksuele intimidatie 5.3 Schoolverzekering 5.4 Stichting Leergeld Deventer 5.6 Sponsoring
26 26 26 26 27 27 27
HOOFDSTUK 6: EXTERNE CONTACTEN 6.1 GGD op school 6.2 Schoolarts 6.3 Logopedie 6.4 Centrum Jeugd en Gezin 6.5 Onderwijsbegeleidingsdienst
27 28 28 29 29
KALENDER Jaarrooster met bekende activiteiten 32 BIJLAGEN 1. Plattegrond van de school 2. Luxe verzuim 3. Aanvraagformulier voor verlof voor minder dan 10 dagen per schooljaar 4. Aanvraagformulier voor verlof voor meer dan 10 dagen 5. Werkgeversverklaring, die ingeleverd moet worden bij bijlage 3 en 4
3
Voorwoord Openbaar Primair Onderwijs in Deventer Geachte ouders / verzorgers, Kiest u voor het openbaar onderwijs, dan kiest u voor een school die kinderen leert om respectvol samen te leven en te werken. De openbare school als samenleving in het klein. De kinderen hebben immers uiteenlopende achtergronden: maatschappelijk, cultureel, religieus en levensbeschouwelijk. Die onderlinge verschillen gebruiken we actief als uitgangspunt voor ons onderwijs. Een school waar ontmoeting, verdraagzaamheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid centraal staan. De school is een van de belangrijkste plaatsen van waaruit kinderen hun eigen leefstijl en waarden ontwikkelen. Daarom zijn de verschillende denkbeelden en meningen op een openbare school zo belangrijk. Ze dragen bij aan een prettige en veilige omgeving waarin kinderen zichzelf kunnen zijn en zich op hun gemak voelen. Een plek waar ze zich prima kunnen voorbereiden op het vervolgonderwijs en de samenleving. Geen wijk of buurt in Deventer is gelijk. Dat geldt ook voor de diverse scholen voor openbaar primair onderwijs. Het karakter van een school wordt bepaald door leerlingen, leerkrachten en door u als ouder. Openbare scholen streven ernaar alle leerlingen kwalitatief goed onderwijs te bieden. Dat is onderwijs dat vérder gaat dan leren “rekenen en schrijven” - hoe belangrijk we deze basisvaardigheden ook vinden. Persoonlijke aandacht en zorg voor uw kind staan voorop. Een openbare school wil samen met u in een open sfeer uw kind opvoeden. De school hecht waarde aan uw inbreng, bijvoorbeeld in de medezeggenschapsraad waar u samen met de leerkrachten over uiteenlopende zaken kunt praten en denken. De betrokkenheid van ouders, samen met de professionaliteit van de leerkrachten en de verscheidenheid aan kinderen, zorgen voor een levendige school. Een school waar uw kind zich thuis voelt en die kleurrijk het beste is.
Be stu ur O pen b a ar Pri m ai r
On der wijs De ve nter
4
HOOFDSTUK 1: DE SCHOOL 1.1 Welkom op “de Kleine Planeet” We zijn een openbare school met een eigen gezicht. Toch is er tenminste één overeenkomst met alle andere openbare scholen: ons onderwijs wordt gegeven vanuit het principe: “Onze leerlingen hebben uiteenlopende culturele en maatschappelijke achtergronden. Binnen de beschermde omgeving van onze school leren de kinderen van en met elkaar”. Met andere woorden: ‘De Kleine Planeet is meer dan leren alleen’. We streven ernaar zoveel mogelijk aan te sluiten bij de achtergrondsituatie van onze leerlingen. Daarbij staat respect voor elkaar en voor ieders mening voorop. Jenaplan De Kleine Planeet is een school in ontwikkeling. Van strak leerstofjaarklassen-systeem naar Jenaplan. Van leerstofjaarklassen-systeem naar werk- en leefgemeenschap. Het Jenaplanonderwijs gaat uit van basisprincipes. Op deze principes is het onderwijs gestoeld. Elk kind wil leren, ieder in een eigen tempo en op een eigen manier. Het formuleert zijn eigen vraag en zoekt daarop antwoord. Onderzoek en spel zijn belangrijk voor de manier waarop een kind zijn kennis uitbouwt. Het onderwijs van de Kleine Planeet is gericht op maximale ontplooiing van de talenten van elk kind. Om goed in de huidige maatschappij te functioneren moet een kind toegerust zijn met bepaalde bekwaamheden. Vandaar dat op de Kleine Planeet aandacht gegeven wordt aan de cognitieve vakken zoals taal, rekenen en wereldoriëntatie, maar ook aan sociale vaardigheden, culturele vaardigheden en ontwikkeling van de zelfstandigheid. Een kind kan leren wanneer het zich veilig voelt, wanneer het in verbinding staat met zichzelf en zijn omgeving (mensen, dieren, planten, dingen). Dan is er ruimte voor onderzoeken, spelen, zorgen voor anderen en leren van vaardigheden. Onze school probeert een klimaat te creëren dat tegemoet komt aan deze basisbehoefte van het kind. Ons onderwijs kent vier basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. Door met elkaar in gesprek te zijn kunnen we elkaar informeren en elkaar leren begrijpen. Tijdens het gesprek in de kring worden de plannen gemaakt en wordt voor een deel het werk besproken. Door samen te spelen leren we rekening met elkaar te houden. Ook maken we al spelend iets wat we meegemaakt hebben tot iets van onszelf. Onder werk vallen de instructiemomenten en de blokperioden, waarin kinderen zelfstandig met het werk bezig zijn. Door samen te vieren b.v. in een weekopening of –sluiting leren we elkaar wat ons hoofd en hart heeft beziggehouden; we brengen gevoelens op elkaar over. Deze basisactiviteiten wisselen elkaar af. Deze afwisseling is vastgelegd in het ritmisch weekplan. 1.2 Schoolklimaat Om aan onze uitgangspunten te kunnen voldoen is een optimaal schoolklimaat gewenst. Daarbij is een goede sfeer in de school van het grootste belang. Leerlingen moeten het prettig vinden om naar school te gaan, maar ook ouders, leerkrachten en andere betrokkenen moeten in onze school hun eigen plek vinden. Om hieraan tegemoet te komen zijn: * betrokkenheid, * zelfstandigheid, * gezamenlijke verantwoordelijkheid * aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het grootste belang. We streven ernaar ons onderwijs zo in te richten dat het steeds meer tegemoet komt aan de individuele verschillen en individuele behoeften van de leerlingen.
5
1.3
De jenaplankernkwaliteiten
Het jenaplanconcept is een concept, waarin relaties centraal staan: 1. De relatie van het kind met zichzelf 2. De relatie van het kind met de ander en het andere 3. De relatie van het kind met de wereld Om het belang van deze relaties in het jenaplanonderwijs te tonen, zijn er twaalf kernkwaliteiten geformuleerd. Een jenaplanschool richt de omgeving zodanig in, dat deze kwaliteiten gerealiseerd worden. 1. Relatie van het kind met zichzelf Jenaplankernkwaliteiten 1.1.Kinderen leren kwaliteiten/uitdagingen te benoemen en in te zetten, zodanig dat zij zich competent kunnen voelen. 1.2.Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor wat zij willen en moeten leren, wanneer zij uitleg nodig hebben en hoe zij een plan moeten maken. 1.3.Kinderen worden beoordeeld op de eigen vooruitgang in ontwikkeling. 1.4.Kinderen leren te reflecteren op hun ontwikkeling en daarover met anderen in gesprek te gaan. Sleutelwoorden/zinnen Dialoog van het kind met zichzelf Uitgaan van verschillen Uitgaan van de kracht en kwaliteit van elk kind Recht om zich competent te voelen. Recht op succeservaringen Werken met de zone van naastbije ontwikkeling Betekenisvol onderwijs Plezier in leren Werken met onderzoeksvaardigheden op basis van eigen vragen Autonomie Morele ontwikkeling 2. Relatie van het kind met de ander en het andere Jenaplankernkwaliteiten 2.1.Kinderen ontwikkelen zich in een leeftijdsheterogene stamgroep. 2.2.Kinderen leren samen te werken, hulp geven en ontvangen met andere kinderen en daarover te reflecteren. 2.3.Kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen en mee te beslissen over het harmonieus samenleven in de stamgroep en school, opdat iedereen tot zijn recht komt en welbevinden kan ervaren. Sleutelwoorden/zinnen Leven/werken in een stamgroep en school. Jezelf leren kennen in relatie met anderen. Aandacht voor de (niet-) zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Meerwaarde van samen ontdekken. Verschillen bij andere kinderen herkennen en respecteren. 3. Relatie van het kind met de wereld Jenaplankernkwaliteiten 3.1.Kinderen leren dat wat ze doen er toe doet en leren in levensechte situaties. 3.2.Kinderen leren zorg te dragen voor de omgeving. 3.3.Kinderen passen binnen wereldoriëntatie de inhoud van het schoolaanbod toe om de wereld te leren kennen. 3.4.Kinderen leren spelend, werkend, sprekend en vierend volgens een ritmisch dagplan. 3.5.Kinderen leren initiatieven te nemen vanuit hun eigen interesses en vragen. Sleutelwoorden/zinnen Onderwijs in samenhang in betekenisvolle, levensechte contexten. Relatie cursus en WO. Toegepast leren. Werken met primaire bronnen. Betekenisvol onderwijs.
6
1.4 Gebouw Het gebouw bestaat uit 7 lokalen en een speelzaal en is in 1954 gebouwd. In 1989 is de school aangepast ten behoeve van de huisvesting voor kleuters. Begin 2004 werd het gebouw grondig gerenoveerd. In het schooljaar 2013-2014 zal gekeken worden of een gedeelte van de school verbouwd kan worden. Voor het gymnastiekonderwijs wordt gebruik gemaakt van de gymzaal gelegen aan de Schipbeekstraat.
HOOFDSTUK 2: HET ONDERWIJS 2.1 Zorgverbreding Wij garanderen een schoolklimaat waarin kinderen zich veilig en geborgen voelen. Kinderen verschillen, het ene kind heeft meer hulp nodig dan een ander kind. Kinderen, die op welk gebied dan ook extra aandacht nodig hebben, krijgen deze hulp van de groepsleerkrachten in samenwerking met de Intern Begeleider, een leerkracht die meer gespecialiseerd is. Voor bepaalde problemen is onze kennis niet voldoende. We roepen dan hulp in van leerkrachten uit het speciaal onderwijs. Een goede zorg voor elk kind houdt ook in een goed contact met u als ouder. Samen staan we sterker, dit is altijd ten voordele van uw kind. 2.1.1 Leerlingzorg Het vraagt veel kennis van leerkrachten om kinderen in de school extra te begeleiden. Van elk kind houden wij gedurende de hele schooltijd zijn of haar vorderingen bij. In het kader van “Weer Samen Naar School” worden, over het schooljaar verspreid, in alle groepen bepaalde toetsen afgenomen. Deze gegevens nemen we op in het leerlingvolgsysteem. Hierin worden ook de rapportgegevens, speciale onderzoeken enz. opgenomen. Het leerlingvolgsysteem (LVS) wordt beheerd door de interne begeleiders. Na de toetsperiode bespreekt de interne begeleider de resultaten van de kinderen met de groepsleerkrachten. Bij problemen in het leerproces zullen groepsleerkracht en interne begeleider verder onderzoek doen. Extra hulp kan dan zowel in als buiten de klas gegeven worden. Om dit uit te voeren vragen we u, als ouder, vooraf hiermee akkoord te gaan. Ook komt het voor dat kinderen voor een bepaald vak een aangepast programma krijgen. Dit geldt alleen als u hiermee akkoord gaat. Voor sommige kinderen ligt de oplossing niet in extra hulp. Kinderen, die op meerdere onderdelen problemen ondervinden, zijn soms meer gebaat nog een jaar in dezelfde groep te blijven. Er zijn echter ook kinderen die erg gemakkelijk leren. Ook zij krijgen extra aandacht in de vorm van verzwaring en/of verdieping van de lesstof. 2.1.2 Speciale leerlingzorg Ondanks al onze zorg en de extra zorg zijn er toch kinderen die wij niet meer verder kunnen helpen of waarvoor hulp van buitenaf ingeroepen moet worden. In dit geval vragen wij toestemming of wij uw kind mogen aanmelden bij het Zorg Advies Team voor verder onderzoek. Deze commissie bespreekt de verdere mogelijkheden, doet onderzoek en geeft advies. Soms komt er extra hulp van de school voor speciaal onderwijs, soms is het advies plaatsing op de school voor speciaal onderwijs. Deze plaatsing is, in eerste instantie, altijd tijdelijk. U als ouder speelt in deze procedure een belangrijke rol. Bij iedere stap wordt met u overlegd en wordt uw toestemming gevraagd. Hoogbegaafdheid Onze school neemt deel aan het invoeringstraject (hoog)begaafdheid van het samenwerkingsverband Sine Limite. Dit traject houdt in dat we scholing volgen, beleid vastleggen, en het digitaal handelingsprotocol (DHH) invoeren. Op deze wijze kunnen we (hoog)begaafde kinderen beter signaleren en onderwijs op maat bieden.
2.1.3 HGPD De school is voortdurend bezig de zorgstructuur in de school te optimaliseren. Er is sprake van zorgverdichting in het basisonderwijs: vooral op het terrein van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen zien we een toename van de problemen. In de komende jaren zal daarom veel aandacht geschonken worden aan handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD) om de teamleden beter toe te rusten in het omgaan met deze problemen. Wij zitten in het tweede jaar van
7
invoering. In de loop van het afgelopen schooljaar is de stuurgroep gestart met de inhoudelijke verkenning van het nieuwe zorgplan. Een beleidsplan voor de periode 2009-2013 is in 2009 vastgesteld. Inmiddels zijn besprekingen over de lokale invulling van herijking in de zorg binnen het samenwerkingsverband gestart. Het is de bedoeling hierover in de komende jaren met alle geledingen van gedachten te wisselen. 2.2 Zelfstandig werken Belangrijk is het werken aan zelfstandigheid van de leerlingen. Vanaf het allereerste begin moeten de leerlingen leren taken uit te voeren, zonder direct om hulp te vragen. Naarmate leerlingen ouder worden, wordt dit zelfstandig werken verder uitgebreid. 2.3 Specifieke lessituaties Verkeer: In het voorjaar doen de leerlingen uit groep 7 mee aan het theoretisch verkeersexamen. * Televisielessen: Een manier om de werkelijkheid dichter bij de kinderen te brengen is het gebruik van de televisie. Lessen van de NTR worden gebruikt bij b.v. het natuuronderwijs. U kunt thuis deze lessen ook volgen. * Gebruik van de computer: In groep 1 beginnen de leerlingen al te werken met de computer. Bij de moderne methoden zoals bij rekenen en taal is de computer niet meer weg te denken. (zie punt 3.7) * Godsdienst- en vormingsonderwijs: Op school kan, bij voldoende deelname, door leerlingen godsdienst- en/of vormingsonderwijs gevolgd worden in groep 7 en 8. Deze lessen worden onder schooltijd gegeven. Kinderen kunnen deelnemen wanneer ouders hiermee akkoord gaan. (zie punt 3.19) 2.4 Methoden a: in de kleutergroepen Ontwikkeling van de taal is heel belangrijk en is één van de prioriteiten in de school. Daarnaast komen dagelijks bewegings- en expressie-activiteiten aan de orde. Het werken met ontwikkelingsmaterialen is eveneens een belangrijk onderdeel van het programma in de kleutergroepen. Informatie over groep 1-2: Wat is goed om te weten als ouder: -
-
-
-
-
-
Wij stimuleren zelfstandigheid. ’s Ochtends doen de kinderen zelf hun jas in hun luizenzak en hangen dit aan de kapstok. Wij gaan ervan uit dat de kinderen zelf hun jas aan kunnen trekken en dicht kunnen doen en hun schoenen zelf aan en uit kunnen trekken. Één keer in de week hebben we gymnastiek, hiervoor hebben de kinderen een t-shirt, korte broek en gymschoenen nodig voorzien van naam. Deze gymkleren hangen in de groene of rode tasjes aan de kapstok. De tasjes zijn voorzien van naam. Geef gymkleding mee die de kinderen gemakkelijk zelf aan en uit kunnen trekken. Houd hierbij de groei in de gaten, zodat schoenen blijven passen. Elke dag eten we om 10.00 uur fruit. Hiervoor hebben de kinderen ongeveer 15 minuten de tijd. Geef uw kind dus niet te veel fruit mee, kijk wat uw kind in 15 minuten op kan eten. Als het fruit na 15 minuten niet op gegeten is, geven we het mee terug in de tas naar huis. Voor het brood eten tussen de middag krijgen de kinderen ongeveer 30 minuten de tijd. Ook hier geldt: geef uw kind niet te veel brood mee, maar zoveel het op krijgt in 30 minuten. Het brood dat na 30 minuten niet is opgegeten, gaat mee terug in de tas naar huis. Op school is reservekleding aanwezig voor als er een wc ongelukje gebeurt. Deze kleding zien we graag gewassen terug binnen een week. Om teleurstellingen en kapot speelgoed te voorkomen, mag er geen speelgoed meegenomen worden naar school. Al het speelgoed dat toch mee wordt genomen, gaat in de tas. Blijft het kind er toch mee spelen, dan kan de leerkracht ervoor kiezen om het in te nemen en te bewaren tot half 3. Wanneer het kind ‘ster van de week’ is en spullen die een relatie hebben met een thema, die mogen natuurlijk wel meegenomen worden. Maar geef hierbij geen speelgoed mee waar veel waarde aan wordt gehecht.
b: Nederlandse taal Onder Nederlandse taal verstaan we taalonderwijs, lezen en schrijven.
8
b.1: aanvankelijk lezen voor groep 3 Hiervoor wordt de methode “Veilig Leren Lezen” (nieuwe versie ) gebruikt, waarin kinderen met behulp van globaalwoorden het lezen leren Vanuit de kernwoorden worden de letters en klanken geleerd, waarmee de leerlingen na enige tijd zelf nieuwe woorden kunnen maken en lezen. Het lezen gebeurt eerst spellend maar na verloop van tijd zullen kinderen steeds vlotter gaan lezen. b.2: technisch, begrijpend en studerend lezen Nadat kinderen hebben leren lezen worden vormen van voortgezet lezen ingevoerd. In groep 3 wordt hier al mee begonnen. Technisch lezen is gericht op de vaardigheid (vlot en foutloos lezen), begrijpend lezen richt zich op de inhoud (weten wat je leest) en studerend lezen is gericht op het toepassen van de geleerde vaardigheden om b.v. uit een tekst hoofd- en bijzaken te halen. In groep 4, 5 en 6 wordt gewerkt met de voortgezet technisch leesmethode: “Estafette”, waarin leerlingen op hun eigen niveau verder oefenen. en door het lezen van bibliotheekboeken en activiteiten georganiseerd vanuit de schoolbibliotheek. Met Begrijpend Lezen wordt gewerkt met ABCDE kaarten, Goed Gelezen en “Nieuwsbegrip XL”. b.3: het taalonderwijs Voor het taalonderwijs gebruiken we de methode “Taal op Maat”. Alle taalonderdelen als spelling, dictee, foutloos schrijven, het onder woorden brengen van je mening, opstellen enz. komen in deze methode voldoende aan bod. Vanaf groep 6 wordt bovendien de nodige aandacht besteed aan grammatica. c: schrijven Voor schrijven maken we, in de groepen 3 t/m 6 gebruik van de methode “Schrijftaal”, die direct aansluit bij het programma van “Veilig Leren Lezen” in groep 3. In groep 6 t/m 8 gaan kinderen een eigen handschrift ontwikkelen, waarbij we letten op een duidelijk en goed leesbaar schrift. d: Engels In groep 7 en 8 wordt dit jaar voor het eerst gebruik gemaakt van de methode “Groove Me” Deze methode richt zich vooral op het oefenen van de luister- en spreekvaardigheid door middel van een digibordmethode aan de hand van muziek. e: rekenen Met rekenen maken we gebruik van de rekenmethode “Wereld in Getallen”. Dit is een methode waarmee de kinderen op verschillende manieren in aanraking komen met rekenproblemen. Er wordt ook gebruik gemaakt van de digitale methode “Rekentuin”. f: zaakvakken Voor de zaakvakken wordt gewerkt volgens: “Wereld Oriëntatie voor Jenaplanscholen” . Wereldoriëntatie wordt beschouwd als het hart van het onderwijs. De cursorische vorming vindt zijn oorsprong en zijn toepassing in de wereldoriëntatie. Waar mogelijk worden deze relaties aangegeven. De inhoud van wereldoriëntatie is opgedeeld in zeven ervaringsgebieden die voor basisschoolkinderen een sleutel naar de wereld zijn. De gebieden willen aansluiten bij de ervaring van kinderen, rekening houdend met hun leef- en belevingswereld. Deze gebieden sluiten bovendien aan bij ordeningen die we in de praktijk van het Jenaplanonderwijs tegen komen. Deze gebieden zijn: Maken en gebruiken, Techniek, Communicatie, Omgeving en Landschap, Samen Leven, Het jaar rond, Mijn leven. Deze ervaringsgebieden worden tevens geplaatst in de tijd (toen, nu, toekomstig) en de ruimte (hier en daar). Tijdens de projecten van wereldoriëntatie besteden we aandacht aan actief burgerschap. g: Studievaardigheden Voor studievaardigheden wordt vanaf groep 5 gewerkt met de methode Blits. h: expressievakken Voor de expressievakken (muziek, tekenen, handvaardigheid, drama enz.) maken we gebruik van ideeën uit de andere methoden. De expressievakken worden aan de hand van de thema’s vormgegeven. i: bewegingsonderwijs Bewegingsonderwijs (buitenspel voor kleuters, lessen in de speelzaal, in het gymnastieklokaal en op het sportveld) worden gegeven door de eigen groepsleerkracht en/of door een vakleerkracht gymnastiek. 2.5 Stamgroepen Er wordt op de “Kleine Planeet” gewerkt jaargroepen binnen stamgroepen. Daarin zitten bewust kinderen van verschillende leeftijden in de stamgroepen. We werken met stamgroep 1/2, 3/4, 5/6, 7/8. In deze groepen wordt, vanaf groep 3, over het algemeen groepsgewijs gewerkt. Alle leerlingen krijgen op hetzelfde moment dezelfde basisstof. Binnen deze werkvorm is het mogelijk om voor individuele leerlingen aangepaste oefenstof aan te bieden.
9
In de klassen wordt gewerkt volgens een rooster. Deze roosters worden elk schooljaar aangepast en vermelden het programma van een klas op weekbasis.
2.6 Onderwijskundig beleid Het onderwijskundige beleid van de school zal het komende jaar gericht zijn op het verdiepen van het Jenaplan onderwijsconcept , het aanscherpen van het kwaliteitszorgsysteem en het invoeren van het opbrengstgericht werken. We hanteren binnen onze school een eenvoudige cyclische structuur. Beleid ontwikkelen betekent bij ons:op basis van een profiel plannen maken, deze vertalen naar de praktijk, evalueren en bijstellen. Er wordt rekening gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen. Het schoolplan wordt elk jaar uitgewerkt naar concrete actieplannen. Aan het eind van de periode evalueren we ten opzichte van onze idealen voor de volgende planperiode. Alle scholen in het openbaar onderwijs Deventer doorlopen dezelfde cyclus en nemen de gedeelde bovenschoolse doelen over in hun eigen schoolplannen. Met een goed uitgewerkt systeem van kwaliteitszorg houdt de schoolleiding overzicht over alles wat er binnen de school moet gebeuren. De directeur krijgt alle schoolaspecten regelmatig onder ogen en kan daardoor planmatig werken aan verbeteringen. Zo is de directeur goed voorbereid wanneer ouders of het bevoegd gezag vragen stellen over de kwaliteit van het onderwijs.
2.7 Scholingsactiviteiten Ontwikkelingen in het onderwijs gaan snel. Om “bij” te blijven is scholing zeer belangrijk. Deze scholing is gericht op bv. invoering computers, nieuwe methoden (zie punt 2.6), etc. Daarvoor worden een aantal scholingsdagen voor het personeel georganiseerd. In sommige gevallen zijn de kinderen dan vrij. 2.8 Rapporten Eerder is al opgemerkt dat een goede zorg voor elke leerling ook inhoudt een goed contact met u als ouders. Vanuit de school worden een aantal activiteiten gepland om u zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de voortgang van uw kind: - gesprekken voor en na schooltijd - contactmiddagen en -avonden, in november en maart - ouderavonden - koffie- ochtenden/middagen Twee keer per jaar krijgen leerlingen uit groep 3 t/m 8 een rapport ( in februari en eind van het schooljaar. In november en februari zijn er 10 minuten gesprekken. De contactmiddag/avond voor kleuters (groep 1 en 2) wordt gehouden in januari/februari. Leerlingen uit groep 1 en 2 krijgen een rapport aan het eind van het schooljaar. Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden: Goede werkhouding hebben, voldoende begrippen kennen, zelfstandig kunnen werken, zich goed kunnen concentreren, taakgericht zijn, voldoen aan de lees- en rekenvoorwaarden. Voldoet een kind niet aan deze voorwaarden dan is de kans op succes in groep 3 erg klein. Uw kind blijft dan nog een jaar in de kleutergroep. Uiteraard wordt u hierover vroegtijdig geïnformeerd. Daarom een rapport aan het eind van groep 2 om duidelijk te maken wat uw kind kan. 2.9 ARBO-beleid In het afgelopen jaar heeft ook het onderwijs te maken gekregen met regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden. Wel moeten we constateren dat het ARBO-beleid nog in de kinderschoenen staat, maar de eerste stappen zijn gezet.
10
Op school is een ARBO-coördinator aangesteld, mevr. G. Wielens. De bedrijfshulpverleners zijn mevr. S. Ramakers, mevr. I. Geensen, dhr. A. Brouwer, mevr. G. Wielens, mevr. E. Janssen en mevr. K. Hendriks. HOOFDSTUK 3: DE ORGANISATIE 3.1 Bestuur Stichting Openbaar Primair Onderwijs Deventer, contactpersoon: Bestuurder: dhr. drs. J. Rensink Koningin Wilhelminalaan 9, 7415 KP Deventer ℡ 0570-638570 fax: 0570-638571 e-mail: openbaaronderwijs@po-deventer Website: www.openbaaronderwijsdeventer.nl 3.2.1
Overige adressen
Inspectie v.h. onderwijs Inspecteur: dhr. P. Reijns Postbus 10048, 8000 GA ZWOLLE ℡ 038-4257820, fax: 038-4257825 Vertrouwensinspecteur mevrouw Doeleman, Postbus 10048, 8000 GA ZWOLLE ℡ 0900-1113111 Vertrouwenspersoon de heer H. Riphagen Postbus 10257 7301 GG Apeldoorn ℡ 088-0931000 Schoolarts: GGD regio Stedendriehoek mevrouw E. Jonker, Schurenstraat 8a, 7413 RA DEVENTER. ℡ 0570- 664664, fax. 664941 Leerplicht/RMC 5-12 jarigen, gemeente Deventer: Postbus 5000, 7400 GC DEVENTER. Fax: 0570-693171 Mevr.L.van Leersum, ℡ 0570-693969 Leerplichtadministratie mevrouw O.Aca-Coskun, email:
[email protected] ℡ 0570-694280 Hulplijn Pestweb Pestweb: www.pestweb.nl is een interactieve website gericht op leerlingen en docenten. Op de site is informatie te vinden en worden aan de hand van tests adviezen gegeven over omgaan met pesten op school. Aan Pestweb is een telefoonlijn en een e-mailadres gekoppeld waar gebruikers van deze site terecht kunnen voor persoonlijke ondersteuning. Leerlingen en docenten kunnen voor advies terecht bij pestweb of direct bellen voor een persoonlijk gesprek naar de hulplijn Pestweb, telefoon: (0800) 2828280. Ouders en verzorgers kunnen terecht bij 5010. Ouders en verzorgers van schoolgaande kinderen vinden bij 5010 antwoord op elke vraag over onderwijs en alles wat ermee te maken heeft. 5010 is een initiatief van de vier ouder-organisaties in samenwerking met Balans, CG-raad, FvO e.a. Telefonisch vragen stellen aan 5010 (gratis via 0800-5010) is op werkdagen mogelijk van 10.00 tot 15.00 uur, vakanties uitgezonderd. Ook kunnen ouders en verzorgers informatie vinden op de website www.50tien.nl.
11
3.3
Groepsverdeling 2012-2013
Directeur:
mw. Stella Ramakers van Praag
Groep: groep 1/2 Poolster
groepsleerkrachten: mw. Anne Rietberg mw. Caroline van Zijl groep 1/2 Grote Beer mw. Karin Hendriks mw. Anita Baltes mw. Caroline van Zijl Groep 3/4 Pluto mw. Geesje Wielen mw. Hannie Bovendorp mw. Susanne van der Wouden Groep 5/6 Pegasus mw. Ingrid Aalderink mw. Ingrid Geensen groep /7/8 Supernova dhr. Arnon Brouwer mw. Susanne van der Wouden onderwijsassistent mw. Caroline van Zijl interne begeleider mw. Hannie Bovendorp vakleerkracht Gymnastiek dhr. Ben Mullink 3.3.1 Overig personeel Admin. medewerker mw. Lisette Portier Conciërge mw. Elly Janssen ict dhr. Klaas Lindeboom 3.3.2 Stagiaires Tijdens het schooljaar werken er ook studenten op onze school. Zij kunnen afkomstig zijn van: * het MDGO stagiaires onderwijsassistent * de PABO stagiaires lerarenopleiding * de CALO stagiaires gymnastiekopleiding Sommige zijn het hele jaar bij ons, anderen slechts voor een aantal weken. Opleidingsschool Vier schoolbesturen in de Stedendriehoek en de Deventer Pabo werken samen bij de opleiding van studenten binnen ‘De Opleidingsschool De Stedendriehoek Overijssel-Gelderland’, met de bedoeling volgens het concept van opleiden in de school de student samen op te leiden. Alle openbare scholen in Deventer zijn Opleidingsschool. We werken samen aan: - een betere afstemming tussen het stageprogramma van de student en het programma van de basisschool; - een grotere verantwoordelijkheid bij de inzet van de student tijdens stages; - een oplossing voor het lerarentekort door a.s. leerkrachten aan ons te binden; - voldoende tijd en ruimte voor de ontwikkeling van personeel binnen de scholen. Door het concept van Opleiden in de school ontstaat er op meerdere niveaus gelegenheid om te leren: kinderen leren van leraren en aankomende leraren, aankomende leraren en onderwijsassistenten leren van de zittende leraren en de zittende leraren professionaliseren zich door de begeleiding van aankomende leraren. Op deze manier is er sprake van een voortdurende schoolontwikkeling wat het onderwijs ten goede komt. Opleiden in de school gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het opleiden van de student. Een goede samenwerking biedt winst voor alle drie de partijen; de student, de school en de opleiding. 3.4 Schooltijden groep 1 t/m 8: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 8.30 uur – 14.30 uur woensdag 8.30 uur - 12.15 uur De groepen 1-2, 3 en 4 krijgen een aantal vrije dagen omdat zij anders teveel uren op school doorbrengen. Deze uren staan in de kalender. 3.5 Ziekmelding Het komt nog wel eens voor dat niet gemeld wordt dat kinderen thuis blijven. Voor ons is dat heel vervelend omdat we dan niet weten of uw kind echt ziek is of dat uw kind op weg naar school ergens is blijven spelen. Dagelijks worden de afwezige leerlingen genoteerd. Teveel verzuim wordt niet geaccepteerd en dient door de school te worden gemeld aan de leerplichtambtenaar.
12
We vragen u dringend, bij afwezigheid van uw kind, voor half negen, te bellen naar school. Voor verlof verwijzen wij naar hoofdstuk 3.34. 3.6 Verjaardagen Denkt u bij het trakteren aan “snoep verstandig”? We hebben liever niet dat er op snoep wordt getrakteerd. Een goede variant is bijv. kaas, fruit, worst. 3.7 Gymnastiekrooster Op dinsdag krijgen de leerlingen gymnastiek van de vakleerkracht, de heer Ben Mullink. Op donderdag krijgen de leerlingen gym van de eigen leerkracht. De gymlessen vinden plaats in de gymzaal van basisschool Rivierenwijk aan de Schipbeekstraat of bij mooi weer buiten. Laat uw kind geen sieraden dragen. Dit is gevaarlijk, het kan bovendien kwijt raken. 3.8 Sportactiviteiten De school neemt deel aan diverse sportactiviteiten zoals: schoolvoetbal, schaken en dammen, avondvierdaagse, korfbaltoernooi, schoolsportdag. Als begeleiding zijn er steeds leerkrachten aanwezig maar uw hulp is daarbij zeer welkom. 3.9 Klassenouders Ouderhulp is onmisbaar op een school. Vanuit elke groep worden er twee ouders gevraagd als klassenouders. Zij behartigen de belangen van de ouders, het bevorderen van de contacten tussen ouders en school en verrichten allerlei hand- en spandiensten in de klas van hun kind en op school. Wanneer u interesse heeft om mee te participeren als klassenouder, kunt u terecht bij de leerkracht van uw kind. 3.10 Gesprekken met de leerkracht en/of de directie Leerkrachten zijn een kwartier voor schooltijd en na schooltijd altijd aanwezig. Mocht u behoefte hebben aan een gesprek, dan verzoeken we u een afspraak te maken met de betrokken leerkracht. De directie is ook tijdens de schooltijden te spreken, maar ook hier geldt dat als het gaat om belangrijke zaken het beter is om een afspraak te maken. 3.11 Informatie avond Aan het begin van het schooljaar houden we, per bouw, informatie avonden. Op deze info avonden geven we uitleg over dat schooljaar en hoe en waarmee er in de groep van uw kind gewerkt wordt. Aparte informatie avonden worden gehouden voor groep 8. Het onderwerp van deze avond is altijd de overgang naar het voortgezet onderwijs en alles wat daar mee te maken heeft., de keuze van de school, de CITO toets enz. 3.12 Contactmiddagen / avonden Contactmiddagen worden georganiseerd om u te informeren over de vorderingen van uw zoon of dochter. Het aantal gesprekken is voor de verschillende groepen niet gelijk: in november: contactmiddag voor de groepen 3 t/m 8 in januari/februari: groep 1 en 2 maart: contactmiddag voor de groepen 3 t/m 8 juni: op verzoek van ouders voor groepen 1 t/m 8 In speciale gevallen zult u vaker geïnformeerd worden over de vorderingen van uw kind. Ook uzelf kunt tussentijds altijd informeren naar de vorderingen. 3.13 Informatieverstrekking We informeren de ouders regelmatig over die zaken die voor u, als ouders, van belang zijn over de vorderingen van hun kind op school. Dit recht is neergelegd in artikel 11 van de Wet op het primair onderwijs. Soms ontstaan problemen met de informatieverschaffing aan gescheiden ouders, met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden, terwijl de wel met het gezag belaste ouder zich daartegen verzet. Na de scheiding zijn sinds de wetswijziging per 1 januari 1998 in principe beide ouders met het gezag over het kind belast (het zogenaamde co-ouderschap). In die gevallen hebben beide ouders wat betreft de informatievoorziening over hun kind gelijke rechten. Soms bepaalt de rechter op verzoek van één van de ouders dat het gezag niet aan beide ouders maar slechts aan één van hen wordt toegekend. De ouder, die alleen met het gezag is belast, moet de andere ouder op de hoogte stellen over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind. De rechter kan deze bepaling buiten toepassing laten als het belang van het kind dat vereist. De school is niet verplicht informatie te verschaffen, indien deze informatie ook niet aan de met het gezag belaste ouder zou worden verschaft of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. In met name het laatste geval zal een school soms een lastige beslissing moeten nemen en ingeklemd raken tussen de ene ouder die de informatie wenst en de andere ouder, die deze informatieverstrekking in strijd met het belang van het kind
13
acht. Indien de school besluit om de gevraagde informatie te weigeren, kan de rechter op verzoek van de niet met het gezag belaste ouder bepalen, dat de informatie op de door de rechter te bepalen wijze moet worden verstrekt. De rechter wijst het verzoek in ieder geval af als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. 3.14 Ouderhulp Op verschillende manieren en op veel momenten is de hulp van ouders in de school onmisbaar. Om alle activiteiten goed te laten verlopen is hulp van ouders gewoon nodig. Vaders en moeders, die willen helpen bij het computeronderwijs tot en met ondersteuning bij excursies, musicals enz. We zullen u vanuit school hiervoor benaderen. 3.15 Excursies Excursies worden gemaakt ter ondersteuning van het lespakket. Vaak zijn het jaarlijks terugkerende gebeurtenissen. Voorbeelden zijn: bezoek aan de bibliotheekbus van groep 3, bezoek aan de bibliotheek van groep 7, kunstproject, excursies georganiseerd via het Instituut voor Natuurstudie (IVN). 3.16 Culturele activiteiten Ten minste één maal per jaar bezoeken de kinderen een voorstelling, die gekozen wordt uit het aanbod van de Culturele Commissie voor het Onderwijs in Deventer (de CCOD). Soms wordt de voorstelling op school, in een andere school of in het buurthuis gegeven, soms ook in de Deventer schouwburg of in het Filmhuis. Met name in de schoolvakanties kunt u zelf met uw kinderen deelnemen aan tal van culturele activiteiten. 3.17 Ouderbijdrage Onze school vraagt jaarlijks van ouders een vrijwillige bijdrage per jaar voor allerlei activiteiten die er op school plaatsvinden. Jaarlijks worden van deze bijdrage schoolreizen georganiseerd en een schoolkamp voor groep 6, 7 en 8. Uw kind is verder ook verzekerd voor ongevallen tijdens de schooluren plus een kwartier ervoor en erna en ook tijdens de schoolreizen. Voor deze eenmalige bijdrage gelden de volgende bedragen: groep 1 t/m 5 € 35,00 groep 6 t/m 8 € 60,00 De ouderbijdrage wordt ondermeer gebruikt voor schoolreisjes, schoolkamp, sinterklaas (strooigoed), Kerst, en voor de Paasviering. 3.18 Schoolbibliotheek / bibliotheekbus In iedere groep is een collectie boeken van de schoolbibliotheek aanwezig. Deze boeken worden veelvuldig door de leerkrachten gebruikt, veelal ter ondersteuning van de lesstof. Natuurlijk worden ze ook gebruikt bij het leesonderwijs. Elke woensdagmiddag staat aan de Vetkampstraat de bibliotheekbus en kunnen kinderen, die lid zijn boeken lenen. Het is goed om uw kind te stimuleren om te lezen, want lezen is heel goed voor de ontwikkeling van uw kind. 3.19 Gevonden voorwerpen Regelmatig blijven er allerlei dingen in school liggen. Mocht u iets kwijt zijn, komt u dan even langs, het zijn toch vaak mooie dingen. 3.20 Logopedie Wanneer een kind 5 jaar is geworden, vindt er een logopedisch onderzoek plaats. We noemen dit screening. Er wordt dan bekeken of er problemen zijn met de taal, de spraak, de stem of het gehoor. Als er uit het onderzoek bijzonderheden naar voren komen, dan worden ouders ingelicht en uitgenodigd voor een gesprek. Ook kan de leerkracht, de schoolarts of kunt u als ouder, de logopediste vragen om een kind te onderzoeken, als er vermoed wordt dat er iets aan de hand is met de stem of het gehoor. Wat gebeurt er als er iets aan de hand is?? * de ouders krijgen een oefenprogramma mee * de leerkracht of de interne begeleider krijgt gerichte adviezen * het kind wordt begeleid op school door de logopediste, slechts kort. Wanneer meer aandacht nodig is, wordt er verwezen naar een logopedist met een eigen praktijk. * er vinden vervolg controles plaats Op onze school werkt als logopediste: mevr. A. Spekking
14
3.21 Hoofdluis Op alle scholen in Nederland duikt af en toe de hoofdluis weer op. Vooral na een vakantieperiode is gebleken dat de kans op hoofdluis groot is. Mocht u bij uw kind hoofdluis constateren, waarschuw ons dan s.v.p. direct. Een snelle melding kan verspreiding voorkomen. Op school gebruiken we luizenzakken. 3.22 Laarzen Bij slecht weer kan het om de school erg modderig en nat zijn. Om de kinderen les te kunnen geven in een zo schoon mogelijke ruimte is het soms noodzakelijk in het klaslokaal de schoenen uit te trekken. Rubberlaarzen mogen in school niet gedragen worden. U kunt als alternatief dan extra sokken of sloffen meegeven. 3.23 Schoolregels Overal waar veel mensen bij elkaar zijn, gelden bepaalde regels om de dagelijkse gang van zaken goed te doen verlopen. Ook in de school en op het schoolplein gelden dergelijke regels, voor de kinderen maar ook voor leerkrachten en ouders. Schoolregels worden aan het begin van het schooljaar aan de kinderen meegedeeld en zo nodig herhaald. Hieronder staan de belangrijkste schoolregels: • • • • •
verdraagzaamheid en respect t.o.v. elkaar is erg belangrijk we streven naar rust, structuur en veiligheid in de school we streven naar goed overleg met de ouders twee kinderen hebben wekelijks klassendienst er is elke dag pleinwacht
3.24 Fietsen Leerlingen die niet dicht bij de school wonen, mogen hun fiets mee nemen. De school is echter niet verantwoordelijk voor diefstal, beschadiging en dergelijke. 3.25 Algemene toelatingsbepalingen Openbare scholen zijn toegankelijk voor iedereen. Dit uitgangspunt biedt de mogelijkheid veel aandacht te besteden aan de verschillende culturele en/of levens-beschouwelijke achtergronden in onze samenleving. Het betekent ook, dat de school ruimte biedt aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan. De openbare school kiest voor actieve pluriformiteit. Bij het aannamebeleid moeten de wettelijke voorschriften voor openbare scholen in acht worden genomen. Het openbaar onderwijs heeft een garantiefunctie. Dit betekent echter niet dat elke leerling zonder meer op elke door ouders gewenste locatie voor openbaar onderwijs moet worden toegelaten. Ook een openbare school kan een verzoek tot plaatsing van een leerling afwijzen. In volgende gevallen is dit van toepassing zijn: • Kinderen zitten in een toelatingsprocedure of hebben een indicatie voor het speciaal basisonderwijs. • Kinderen zitten in een toelatingsprocedure of hebben een indicatie voor het REC. • De groep is vol. Uitgegaan wordt van een maximale groepsgrootte van 28 leerlingen. Om specifieke redenen, zoals extra zorgbehoefte in de klas, een startende leerkracht etc. kan het maximum in een groep worden verlaagd. • De school is vol. Het maximaal aantal beschikbare groepen voor onze school is zeven. • Het onderwijskundig rapport van de vorige school geeft op onderwijskundige motieven aanleiding om het kind niet toe te laten. • De zorgvraag van de leerlingenpopulatie in een groep is dermate complex dat het onverantwoord is nieuwe leerlingen in een groep te plaatsen. 3.25.1 Datum inschrijving Aan het eind van het kalenderjaar (uiterlijk 1 november) ontvangen de ouders waarvan het kind het jaar erop volgend 3 jaar wordt een brief van de gemeente met uitleg over de aanmeldprocedure en een beschrijving van de scholen in de gemeente. Alle ouders melden hun kind aan voor 1 febr. voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het 4 jaar wordt. Kinderen woonachtig in het voedingsgebied worden ingeschreven, rekening houdend met algemene toelatingsbepalingen (zie bovenstaande gegevens). Ouders van kinderen die buiten voedingsgebied wonen en niet geplaatst kunnen worden, worden benaderd om op een school in het eigen voedingsgebied het kind in te schrijven. 3.25.2 Voedingsgebied Openbare Jenaplanschool de Kleine Planeet hanteert een toelatingsbeleid, gebaseerd op het bij de school behorende voedingsgebied: De school is gelegen in wijk Voorstad. Het voedingsgebied van de school betreft de gebieden Voorstad en Bekkumer.
15
3.25.3 Plaatsing van leerlingen van buiten het voedingsgebied Leerlingen afkomstig uit andere gebieden kunnen alleen geplaatst worden als de capaciteit van de school en het aantal leerlingen per groep dit toelaten. Als een verhuizing naar een adres binnen het voedingsgebied aan de orde is – dit moet aantoonbaar zijn door bijvoorbeeld een koopakte of een huurcontract – gelden de afspraken zoals hierboven beschreven. 3.25 .4 “Broertjes / zusjes – regeling” Broertjes en zusjes van reeds ingeschreven leerlingen worden geplaatst, rekening houdend met de algemene toelatingsbepalingen. Wij verstaan onder broertjes en zusjes kinderen die op hetzelfde adres woonachtig zijn. 3.25.5 Wachtlijst Er wordt niet gewerkt met een wachtlijst. 3.25.6 Hardheidsclausule De verantwoordelijkheid voor uitvoer toelatingsbeleid berust bij de directie, de eindverantwoordelijkheid bij het schoolbestuur. Er kan sprake zijn van calamiteiten of buitengewone persoonlijke omstandigheden (ter beoordeling aan de directeur) die een afwijking van bovenstaande regeling rechtvaardigen. 3.25.7 Bezwaar Indien u het niet eens bent met het besluit omtrent toelating kan u hiertegen binnen zes weken na ontvangst van het schriftelijke besluit een bezwaar indienen bij het schoolbestuur. 3.26 Convenant segregatie De gemeente Deventer vindt het belangrijk dat de scholen een afspiegeling zijn van de buurt. Het is belangrijk dat kinderen uit dezelfde buurt elkaar ontmoeten op de buurtschool. Uitgangspunt is daarom een stedelijke aanpak om segregatie tegen te gaan. De aanpak is gericht op alle basisscholen in de gemeente Deventer met als speerpunt de scholen met een te eenzijdige populatie. Onderwijs kan een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van segregatie. Kinderen zitten immers een belangrijk deel van hun leven op school. Middels het sluiten van een convenant tussen de schoolbesturen en de gemeente worden de handen ineen geslagen om vanuit hun eigen mogelijkheden contacten tussen allochtone en autochtone kinderen, kansrijk en kansarme kinderen te bevorderen. Alleen met een gezamenlijke aanpak tussen schoolbesturen en gemeente kan segregatie in het onderwijs worden beperkt. We hebben de afspraak gemaakt dat ouders hun kinderen op een vast moment aanmelden bij de school van hun keuze. Aan het eind van een kalenderjaar ontvangen de ouders van wie de kinderen over één of twee jaar vier jaar oud worden een brief met uitleg over de aanmeldprocedure en een beschrijving van de scholen. Voor 1 februari dienen de ouders hun kinderen aan te melden bij de school van hun keuze. Vervolgens komen de schoolbesturen bijeen en bespreken de aanmeldingen. Hierbij wordt gekeken naar de aanmeldingen van leerlingen van buiten het voedingsgebied. Als deze kinderen niet kunnen worden geplaatst wordt er contact opgenomen met de ouders. De ouders van wie de kinderen in een ander voedingsgebied wonen, worden door het schoolbestuur met elkaar in contact gebracht. Met die ouders kan dan gezamenlijk worden gesproken over een andere schoolkeuze, waarbij het schoolbestuur uit het voedingsgebied actief en stimulerend optreedt. Voor 1 mei geven de ouders aan of een andere dan hun eerste keuze gemaakt wordt en geven schoolbesturen aan of hun kind wel of niet geplaatst kan worden op de school van hun eerste keuze. 3.27 Ouderlijk gezag Ouders die getrouwd zijn en ouders binnen een geregistreerd partnerschap hebben vanaf de geboorte het gezamenlijke gezag over de kinderen. Ook na een scheiding blijven de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen. Als de rechter het gezag aan een van beiden heeft toegewezen zal de ouder die het gezag heeft over het kind de ander op de hoogte houden van belangrijke zaken die met het kind te maken hebben. Daar hoort school ook bij. De ouder die het gezag niet (meer) heeft, heeft wel recht op omgang, informatie en consultatie. 3.27.1 Ouderlijk gezag, informatie en consultatie 1) Gezag In Nederland staan alle minderjarigen volgens de wet onder gezag. Minderjarig is over het algemeen iedereen onder de 18 jaar. Meestal hebben de ouders samen het gezag. Dit noemen we het ouderlijk gezag. Het gezag kan ook uitgeoefend worden door een ouder en een niet-ouder samen. Dit noemen we gezamenlijk gezag. Als een ander dan de ouder(s) het gezag uitoefent noemen we dit voogdij. Een voogd en zijn of haar partner kunnen gezamenlijk de voogdij uitoefenen. Ouders die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan hebben samen ook het ouderlijk gezag. In de hiervoor genoemde situatie moet de mannelijke partner het kind wel erkend hebben. Ook gehuwde of geregistreerde vrouwen/mannen paren hebben het gezamenlijke gezag over de kinderen die geboren zijn tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Er is dan geen andere partner. Wat is gezag?
16
Wie gezag uitoefent over een minderjarige heeft een aantal rechten en plichten. Zo is iemand die gezag heeft verantwoordelijk voor de verzorging en de opvoeding van het kind. Ook is hij/zij de wettelijke vertegenwoordiger en wettelijk aansprakelijk voor het doen en laten van het kind. Voor de rechten en plichten is er weinig verschil tussen ouderlijk gezag, gezamenlijk gezag en gezamenlijke voogdij. Gezag en voogdij eindigen automatisch als het kind 18 jaar wordt of als het kind voor die leeftijd trouwt. Gezag door twee ouders Ouders die getrouwd zijn en ouders binnen een geregistreerd partnerschap hebben vanaf de geboorte het gezamenlijke gezag over de kinderen. Let wel: ook na een scheiding blijven de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen. Willen zij dit niet dan moeten zij de rechter vragen het gezag aan één van hen beiden toe te wijzen. Het verzoek kan worden gedaan door beide ouders of door één van hen. De ouder die het gezag niet (meer) heeft Deze ouder heeft recht op omgang, informatie en consultatie. De positie van een vriend(in) na een scheiding met betrekking tot het in-/uitschrijven en/of ophalen van een leerplichtig kind Het antwoord is te vinden in artikel 2 van de Leerplichtwet ("Verantwoordelijke personen"): * Degene die het gezag over een jongere uitoefent, en degene die zich met de feitelijke verzorging van een jongere heeft belast, zijn verplicht overeenkomstig de bepalingen van deze wet te zorgen, dat de jongere als leerling van een school is ingeschreven en deze school na inschrijving geregeld bezoekt. Bij de inschrijving wordt een van overheidswege verstrekt document of een bewijs van uitschrijving van een school overgelegd waarop de gegevens van de jongere betreffende zijn geslachtsnaam, voorletters, geboortedatum, geslacht en sociaal-fiscaal nummer of bij gebreke daarvan zo mogelijk zijn onderwijsnummer zijn vermeld. Indien de in de eerste volzin bedoelde personen bij de inschrijving aannemelijk hebben gemaakt dat zij geen sociaalfiscaal of onderwijsnummer van de jongere kunnen overleggen, overleggen zij het sociaal-fiscaal nummer of onderwijsnummer van de jongere aan de school zodra zij daarvan kennis hebben verkregen. * De in het eerste lid bedoelde verplichtingen gelden niet voor zover de daarin bedoelde personen kunnen aantonen dat zij daarvoor niet verantwoordelijk kunnen worden geacht. * De jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, is verplicht overeenkomstig de bepalingen van deze wet de school waaraan hij als leerling is ingeschreven, geregeld te bezoeken, onverminderd het bepaalde in het eerste lid. Kortom: de vriend(in) dient zelf te zorgen voor de inschrijving (als hij/zij zich met de verzorging van het kind heeft belast). De school is niet gehouden om na te gaan of hij dat wel rechtmatig doet, en of de ouder daar al dan niet toe in staat is. Als de school dat wel zou moeten doen, zou dat het gevaar met zich mee kunnen brengen dat een leerplichtige leerling niet naar school kan. 2) Informatie en consultatie; de rol en positie van de school. De ouder die het gezag heeft over het kind moet de ander op de hoogte houden van belangrijke zaken die met het kind te maken hebben. Daar hoort ook de school bij. Informatieverstrekking door derden Er zijn mensen die door hun beroep beschikken over belangrijke informatie over het kind, zoals leerkrachten. Ook zij zijn verplicht deze informatie te geven aan de ouder die het gezag niet heeft als deze daarom vraagt. Het moet om een concrete vraag over het kind gaan. Een ouder die het gezag niet heeft kan bijvoorbeeld de school om informatie vragen over de schoolprestaties van het kind. Het kan redelijk zijn dat de school deze ouder ook uitnodigt voor een ouderavond. 3.27.2 Schoolbeleid ouders-kind 1. Tenzij een rechterlijke uitspraak anders vermeldt gelden de volgende regels voor wat betreft schoolbeleid: - beide ouders maken omtrent het ophalen van hun kind afspraken; - ouders maken deze afspraken tijdig kenbaar naar school, ook bij eventuele wijzigingen; - school is verantwoordelijkheid voor de veiligheid van alle kinderen en personeel; - indien één van beide ouders (of familie) het kind tegen afspraken in toch ophaalt, dan wordt het kind niet meegegeven. 2. Beide ouders hebben recht om informatie te krijgen over de ontwikkeling van het leren van hun kind. Dit betreft: - de leerresultaten van alle vakken; - toetsresultaten (methodisch en nietmethodisch); - verzuim van het kind; - schoolgedrag van het kind;
17
3.
- sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind; - eventuele onderzoeken onder verantwoordelijkheid van de IB. Er wordt geen enkele privé-informatie over de ouders door school uitgewisseld. De informatie over het kind wordt uitsluitend rechtstreeks aan de andere ouder gegeven (dus geen familie, andere instanties, advocaten, enz.). De informatie over schoolresultaten gebeurt bijv. 3x per jaar (december, maart en juni); dat kan indien door ouders gewenst worden uitgebreid tot één gesprek per maand in de andere maanden dan de reguliere oudercontacten.
3.28 Veiligheidsprotocol Veiligheid en geborgenheid Op alle scholen binnen Nederland worden maatregelen getroffen om (uw) kinderen zich in een veilige en geborgen omgeving te laten ontwikkelen. Zo’n pedagogisch (opvoedkundig) klimaat wordt vooral gecreëerd door met elkaar afspraken te maken over gedragingen en regels, die nageleefd moeten worden. Behalve dat er specifieke schoolregels bestaan, zijn er ook wettelijke bepalingen waaraan we ons moeten houden. Alle scholen hebben een actueel schoolveiligheidsplan waarin al deze zaken in relatie met elkaar zijn beschreven. Deze regels en afspraken gelden niet alleen voor de kinderen en personeelsleden binnen de school, maar voor iedereen die zich in en om de school ophoudt. Dat betekent dat alle kinderen, alle ouders, alle personeelsleden en alle andere personen die hand- en spandiensten verzorgen in en om de school zich dienen te houden aan deze regels en afspraken en kunnen weten wat de gevolgen zijn als deze worden overtreden. “Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen: • De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. • De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. • De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. • De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. • Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. Zo’n veilig klimaat op school zou iets vanzelfsprekends moeten zijn. Maar helaas blijkt uit incidenten dat veiligheid op school blijvend aandacht behoeft. Ook een veilige thuissituatie is niet altijd vanzelfsprekend. Daarom hebben de schoolbesturen van het primair onderwijs in Deventer samen met de gemeente besloten om een map “Veiligheid” te maken waarin protocollenen afspraken zijn opgenomen. Immers: voorkomen is altijd beter dan genezen. En mocht er toch wat gebeuren of gesignaleerd worden, dan is het handig om te weten hoe te handelen. Alle partijen hebben op 12 juni 2012 een convenant getekend, waarin vermeld staat dat iedereen zich houdt aan de afspraken en protocollen, zoals die in de map “Veiligheid” zijn verwoord. Met deze map, die gebruikt wordt op alle Deventer scholen voor primair onderwijs, geven de besturen aan hoe zij willen dat leerlingen en leraren op school met elkaar omgaan en waar de grenzen liggen. Maar ook hoe de school omgaat met signalen op het gebied van ongewenst opvoedgedrag in de thuissituatie. Ook hoe de school een veilige schoolomgeving creëert. De volgende hoofdstukken zijn in deze map opgenomen: Hoofdstuk 1 School, veiligheid en handhaving Hoofdstuk 2 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Hoofdstuk 3 School en medische zaken Hoofdstuk 4 School en multimedia Hoofdstuk 5 School en veilige speelplaats Hoofdstuk 6 School en veilige verkeersomgeving Hoofdstuk 7 Voorbeeldformat schoolveiligheidsplan Hoofdstuk 8 School en EHBC (Eerste Hulp Bij Crisis) De map “Veiligheid” ligt ter inzage op onze school. .
18
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Per 1 januari 2012 is een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld op elke school verplicht. De meldcode is een hulpmiddel om kindermishandeling, maar ook om huiselijk geweld tegen te gaan. Een meldcode betekent niet dat er meldplicht is. Bij meldplicht moet een professional zijn vermoeden van geweld melden bij een andere instantie. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. Samen met de gemeente Deventer hebben de schoolbesturen in Deventer op basis van landelijke richtlijnen een meldcode ontwikkeld. Hierin is een stappenplan opgenomen hoe te handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook op onze school gebruiken we deze meldcode. De meldcode maakt onderdeel uit van ons veiligheidsbeleid “Veilig op school”. 3.29 Mobiele telefoons en Internetprotocol Het meenemen en gebruiken van mobiele telefoon door leerlingen is niet toegestaan. Uitzonderingen zijn leerlingen die verder weg van de school wonen en alleen reizen. De leerkracht is dan op de hoogte. Het gebruik van de computer door leerlingen is alleen gericht op educatieve doeleinden. Voorop staat dat: - het gebruik van de computer functioneel moet zijn; - kinderen er voordeel van moeten ondervinden bij het leren; - de pc een vanzelfsprekend hulpmiddel moet zijn bij het lesgeven, te vergelijken met schoolbord of naslagwerken; - onze leerlingen niet uren per dag achter de computer zitten. Voor nadere informatie m.b.t. het gebruik van ICT op onze school verwijzen we naar ons “ICT-beleidsplan”, dat op school ter inzage ligt. Op onze school hebben we afspraken over het gebruik van internet vastgelegd in een internetprotocol dat met de leerlingen besproken wordt. Een voorbeeld van een internetprotocol is op school verkrijgbaar. 3.30
Dossierbeheer en Privacy De school gaat voorzichtig en terughoudend om met leerlinggegevens en gegevens die ouders aan school verstrekken. De school zorgt ervoor dat de gegevens goed beveiligd zijn. U kunt de gegevens die de school van u of uw kinderen bijhoudt inzien en zonodig vragen deze te corrigeren. In principe zal alleen vrij verkrijgbare informatie openbaar gemaakt worden (bijvoorbeeld verspreiding klassen/leerlingenlijsten). Als er bezwaren bestaan tegen het verspreiden van deze informatie verzoeken we u dat aan te geven bij de directie van de school.
Met betrekking tot vermelding van leerlinggegevens op de homepage is er een privacyreglement opgesteld. Op onze homepage worden o.a. werkstukjes, filmpjes en foto’s van kinderen geplaatst. Ouders die tegen publicatie van werk gemaakt door kinderen en/of foto’s of filmpjes van hun kinderen zijn wordt gevraagd hiertegen bezwaar te maken. Bij bezwaren zal degene die de homepage onderhoudt deze informatie verwijderen. Strikt persoonlijke informatie wordt niet geplaatst op de homepage.
2013-2014 21-10-2013 t/m 27-10-2013 23-12-2013 t/m 05-01-2014 24-02-2014 t/m 02-03-2014 18-04-2014 t/m 21-04-2014 28-04-2014 t/m 05-05-2014 29-05-2014 t/m 01-06-2014 09-06-2014 07-07-2014 t/m 15-08-2014
herfstKerstVoorjaar PaasMei- en Hemelvaart Hemelvaart PinksterzomerVrije dagen Studiedag Onderwijsdag Studiedag eventueel extra studiedag
10 -09-2013 12-03-2014 10-06-2014 wordt nog bekend gemaakt
19
3.32 Leerplicht Vanaf 1985 zijn alle kinderen vanaf 5 jaar leerplichtig, d.w.z. vanaf de 1e schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het kind 5 jaar wordt. Voorbeeld: uw kind wordt op 3 november vijf jaar, uw kind is dan per 1 december leerplichtig. De leerplicht geldt tot aan het einde van het schooljaar waarin uw kind 16 jaar wordt. Daarna volgt nog een jaar waarin uw kind gedeeltelijk leerplichtig is. 3.33 Toepassing leerplichtregeling - van verzoeken om verlof wordt altijd een dossier bijgehouden - bewijsstukken bij verzoeken om verlof zijn verplicht (uitnodigingen, werkgeversverklaringen etc.). De beoordeling ligt bij de directeur - de individuele beoordeling van directeuren betreffende ‘andere gewichtige omstandigheden’, dus de interpretatie van persoonlijke, sociale of maatschappelijke omstandigheden ligt bij de directeur. Daarover hoeven we geen verantwoording naar anderen af te leggen. Verlof om die reden is altijd mogelijk mits de omstandigheden zwaarwegend genoeg zijn - indien van toepassing wordt over de uitleg van de leerplichtregeling contact opgenomen met collega’s van andere basisscholen: het kan niet zo zijn dat er op openbare scholen op eenzelfde verzoek een andere beoordeling volgt - bij twijfel wordt advies gevraagd van de leerplichtambtenaar - daar waar sprake is van verschillen als gevolg van vakantiespreiding kan de directeur voor 1 vakantieperiode per jaar vrijaf geven voor een gezamenlijke gezinsvakantie. Dit geldt niet voor de zomervakantieperiode - als ouders ondanks een afwijzende beschikking de kinderen van school houden volgt altijd melding bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt - afspraken betreffende toepassing leerplichtregeling worden in de schoolgidsen opgenomen. In de correspondentie aan ouders wordt gewezen op de mogelijkheid van bezwaar of beroep. Vrijstelling van verplichte deelname o.g.v. levensbeschouwelijke overtuiging • alle onderwijsactiviteiten opgenomen in leerplan, schoolplan en schoolgids zijn verplicht • er zijn géén bepalingen in de leerplichtregeling die verlof op grond van levensbeschouwelijke overtuiging toestaan, anders dan het verlof voor het bijwonen van religieuze vieringen. In de leerplichtwet zijn deze verlofgronden opgenomen. • als ouders op grond van levensbeschouwelijke overtuiging willen dat hun kinderen niet deelnemen aan activiteiten wordt in de school of door de school een vervangende activiteit aangeboden (eventueel in samenwerking met andere scholen) Het onttrekken van leerlingen aan onderwijsactiviteiten wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar. 3.34 Verlof De leerplichtwet regelt ook het extra verlof. Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als het kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar het kind vrijgeven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Verlof, voor minder dan 10 dagen, kunt u aanvragen bij de directeur d.m.v. een aanvraagformulier. Hierbij moet ook een werkgeversverklaring ingeleverd worden. In deze schoolgids zijn voorbeelden bijgesloten. (bijlagen 2 en 3). Procedure en voorwaarden: - in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij aangegeven waarom dat niet mogelijk was; - de verlofperiode mag éénmaal per schooljaar worden verleend; - de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; - de verlofperiode mag niet in de eerste 2 weken van het schooljaar vallen. In geval van ander verlof wordt uw aanvraag direct doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. (zie: Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties, bijl. 2). 3.35 Overblijfregeling en tussenschoolse opvang De Kleine Planeet werkt met een continurooster. Alle kinderen eten tussen de middag op school onder leiding van de eigen leerkracht. De leerlingen mogen voor ’s ochtends en tussen de middag een melkproduct, brood of fruit meenemen. Op dinsdag, woensdag en donderdag nemen de kinderen voor de ochtendpauze fruit mee. Wilt u er op letten dat er geen cakejes en koekjes mee naar school genomen worden? 3.36 Ongeoorloofd schoolverzuim zie punt 3.34 3.37 Godsdienstonderwijs / Levensbeschouwelijke vorming Stichting Openbaar Primair Onderwijs Deventer biedt de kinderen bij voldoende belangstelling ook de gelegenheid tot het volgen van godsdienstig of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Het volgen van deze lessen is vrijwillig,
20
maar gebeurt wel onder schooltijd aan bepaalde groepen. De lessen worden verzorgd vanuit verschillende kerken, het Humanistisch verbond (HVO) en de Stichting Islamitisch Godsdienst-onderwijs. De verantwoordelijkheid voor de opzet en uitvoering van dit onderwijs ligt bij de betreffende organisaties. 3.38 Schakelklassen Het kan zijn dat kinderen die bij aanmelding het Nederlands onvoldoende beheersen niet direct op school worden ingeschreven, maar verwezen worden naar een Schakelklas. De Schakelklas is bedoeld voor zowel autochtone als allochtone onderinstromers, 4- en 5- jarigen, met een forse taalachterstand. De taalachterstand kan bij instroom door en op verzoek van de school worden gemeten met behulp van de TAK-toets van het CITO (Taaltoets Alle Kinderen). Ook kan verwijzing plaatsvinden door de peuterspeelzaal of het consultatiebureau. De Schakelklassen zijn een initiatief van de gezamenlijke Deventer basisscholen en de gemeente Deventer. In een Schakelklas wordt met behulp van een specifieke methode gedurende 1 tot 1 ½ jaar zeer gericht gewerkt aan het vergroten van de actieve en passieve woordenschat van kinderen. Na afloop van dit programma zijn de kinderen in principe toelaatbaar op een reguliere basisschool. 3.39 Gewichtenregeling Er is met ingang van het schooljaar 2006-2007 een nieuwe gewichtenregeling in het basisonderwijs ingevoerd. Het criterium om een basisschool al of niet extra middelen toe te kennen, is het opleidingsniveau van de ouder(s). Voor deze regeling is een ouderverklaring nodig. Indien deze niet op school aanwezig is, kunt u een verzoek van de school krijgen om een nieuwe ouderverklaring in te vullen. 3.40
Klachtenregeling De klachtenregeling staat uitvoerig beschreven in hoofdstuk 5.1 van de schoolgids. Kleine problemen bespreekt u in eerste instantie met de groepsleerkracht. Wordt het probleem niet opgelost dan kunt u naar de directie gaan. Is, volgens u, het probleem niet opgelost dan kunt u dit melden aan de contactpersoon op de school, mevr. H. Bovendorp. Zij kan in het uiterste geval het schoolbestuur inschakelen.
3.41 Passend onderwijs op onze school Ons schoolbestuur werkt met andere schoolbesturen in de regio samen in het samenwerkingsverband Sine Limite. Sine Limite adviseert en ondersteunt ook onze school bij het vormgeven van passend onderwijs. Wat is passend onderwijs? Passend onderwijs is niets anders dan góed onderwijs. Ook als er ‘zorg’ is om een kind. Bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat, omdat een kind uitdaging mist, of omdat extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsproblemen. Met (zo) wenselijk extra begeleiding kan onze school vaak prima passend onderwijs bieden. Is een kind hier – of eventueel op een andere ‘gewone’ basisschool - echt niet op zijn of haar plek, dan is er speciaal onderwijs dat passend onderwijs kan bieden. Om ervoor te zorgen dat ieder kind inderdaad dat passende ‘onderwijsarrangement’ krijgt, wordt passend onderwijs landelijk ook wettelijk geregeld. Dat moet zorgen voor minder ‘van het kastje naar de muur’ en snellere hulp als extra onderwijszorg nodig is. De wetgeving is met een jaar uitgesteld en wordt in 2014 verwacht. Op www.passendonderwijs.nl staat steeds de actuele stand van zaken. Zorgteam helpt Sine Limite heeft een zorgteam. Dit team bestaat uit GZ-psychologen, orthopedagogen, een speltherapeut, (psycho)diagnostisch medewerkers en dyslexie-, gedrag- en rekenspecialisten. Zij adviseren en ondersteunen leerkrachten en intern begeleiders bij de hulp aan kinderen die extra begeleiding nodig hebben. Zorgteamleden zijn onder meer aanwezig bij leerlingenbesprekingen op onze school, de zogenaamde HGPDbesprekingen. HGPD staat voor handelingsgerichte procesdiagnostiek. De hulpvraag van de leerling staat centraal. Leerkracht, intern begeleider, ouders en een zorgteamlid zoeken gezamenlijk naar een oplossing voor die hulpvraag. School en ouders gaan vervolgens aan de slag met de afspraken die gemaakt worden. Ook schuiven zorgteamleden aan bij de besprekingen van het School Zorg Adviesteam (SchoolZAT). Dat SchoolZAT bestaat uit de intern begeleider, de schoolverpleegkundige en soms ook de schoolmaatschappelijk werker. Ook is er vaak een lid van de directie bij. Samen kijken zij hoe ‘onderwijs’ en ‘zorg’ zo goed mogelijk kunnen aansluiten bij het kind waar het om gaat. Als hulp ‘van buiten’ nodig is Voor de meeste leerlingen geldt dat wij voldoende deskundigheid en mogelijkheden in huis hebben om goed onderwijs te bieden. Voor die kinderen die hulp ‘van buiten’ nodig hebben, heeft Sine Limite het bovenschoolse Zorgadviesteam (ZAT).
21
Dit ZAT adviseert ouders en scholen over een passend onderwijsarrangement, uiteraard met toestemming van ouders. Bijvoorbeeld als een aanvraag van een leerlinggebonden budget (ook wel ‘rugzakje genoemd) nodig is waarmee extra hulp op de basisschool betaald wordt. Of over een plaatsing op het speciaal onderwijs. In het bovenschoolse ZAT werkt Sine Limite nauw samen met het speciaal onderwijs, Carinova, GGD en Bureau Jeugdzorg. Sine Limite ondersteunt onze school Sine Limite zorgt verder voor scholing van onderwijsteams. Het zet allerlei projecten op om ervaring op te doen met passend onderwijs. Zo werken gespecialiseerde leerkrachten vanuit Sine Limite op de scholen en helpen leerlingen en leerkrachten. Ook kan via Sine Limite onderzoek worden gedaan, bijvoorbeeld naar intelligentie of naar oorzaken van gedragsproblemen. Er is één loket waar scholen én ouders terecht kunnen met hun vragen. Sine Limite heeft ook een Kenniscentrum Dyslexie, dat voorlichting geeft aan kinderen, ouders en scholen over dyslexie, behandeling en hulpmaterialen. Ouders en leerkrachten denken mee Sine Limite is het samenwerkingsverband voor passend onderwijs voor zo’n 11 duizend leerlingen van in totaal 44 basisscholen in de regio Deventer. Alle schoolbesturen die samenwerken in Sine Limite vormen samen als Stichting Orthopedagogisch Instituut het schoolbestuur van de speciale school voor basisonderwijs Panta rhei. Vertegenwoordigers van de schoolbesturen denken namens hun achterban volop mee over passend onderwijs. Maar ook leerkrachten en ouders zijn nauw betrokken bij passend onderwijs in het Leerkrachtenplatform en het Ouderplatform. Dit zijn de adviseurs en klankbordgroepen van Sine Limite. Eén loket voor scholen en ouders Als ouders vragen hebben over de onderwijszorg voor hun kind, dan is de leerkracht het eerste aanspreekpunt. Ook de intern begeleider kan veelal antwoord geven op vragen. Indien ouders toch nog vragen hebben kan ook het loket van Sine Limite gebeld worden, dat elke werkdag bereikbaar is: telefoon (0570) 638 577, of kijken op www.sinelimite.nl 3.42 BSO Met ingang van dit schooljaar bieden we voor onze kinderen een compleet dagarrangement aan van 07.15 uur tot 18.00 uur. In samenwerking met DOK13 wordt op school op alle werkdagen voor- en naschoolse opvang, opvang tijdens schoolvakanties en schoolvrije dagen gerealiseerd. De opvang is, behalve 3 weken tijdens de zomervakantie en de week tussen kerst en nieuwjaar, alle weken van het jaar open. Prijs per 1 januari 2011: 5,93 per kind per uur. De kosten worden vooraf per maand in rekening gebracht en per automatische incasso geïnd. Het dagarrangement, exclusief bestemd voor leerlingen van De Kleine Planeet, heeft als vertrekpunt de school. Daaromheen worden de overige activiteiten georganiseerd. De pedagogisch medewerkers maken deel uit van het team van de school. BSO De Kleine Planeet is opgenomen in het Landelijk Register. Hiermee komen ouders in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. De oudercommissie wordt zo spoedig mogelijk ingesteld. Taak van de school: • In samenspraak met DOK13 het pedagogisch kader en de koers van de opvang bepalen; • U doorverwijzen naar DOK13; • Samen met DOK13 pedagogisch medewerkers aanstellen. Taak van DOK13: • Ontzorgen ouders; • Bewaken pedagogisch beleid; • Borgen wet- en regelgeving buitenschoolse opvang; • Financiële afhandeling opvang; • Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid; • Werkgever van pedagogisch medewerkers; • Klachtenafhandeling. Taak van de ouder: • U gaat zelf in overleg met DOK13;
22
• •
U tekent zelf een contract met DOK13; U bent zelf verantwoordelijk voor de betalingen;
Wat vragen wij van u? • U meldt zich rechtstreeks aan voor opvang op www.dok13.info; Alle informatie over opvang, aanmelden, wijziging, etc. vindt u op www.dok13.info DOK13, Postbus 51, 7240 AB Lochem, tel. 06-50264881 email:
[email protected]
3.43 Kledingvoorschriften In de leidraad ‘Kleding op scholen’, wordt uitgelegd welke eisen een school aan kleding mag stellen, welke grenzen wet- en regelgeving hieraan stelt, hoe deze voorschriften kunnen worden vastgelegd en hoe ze kunnen worden gehandhaafd. Het advies van de Commissie Gelijke Behandeling over gezichtssluiers en hoofddoeken op scholen van 16 april 2003 is hierbij als richtlijn gebruikt. Een school is in principe vrij om kledingvoorschriften voor te schrijven. Er zijn wel voorwaarden waar deze voorschriften aan moeten voldoen: - de voorschriften mogen niet discriminerend zijn; - de voorschriften mogen de vrijheid van meningsuiting niet aantasten; - de voorschriften moeten worden opgenomen in de schoolgids, het leerlingenstatuut, het studentenstatuut, de algemene bepalingen van een onderwijsovereenkomst of in de arbeidsvoorwaarden; - de maatregel op het overtreden van een kledingvoorschrift mag niet onevenredig zwaar zijn. Deze voorwaarden worden punt voor punt toegelicht in de leidraad ‘Kleding op scholen’. Daarbij wordt vooral aandacht besteed aan de voorwaarde dat kledingeisen niet discriminerend mogen zijn, omdat die in de praktijk de meeste problemen oplevert. Deze leidraad ligt ter inzage op school. 3.44 Medicijngebruik Ouders / verzorgers zijn verantwoordelijk voor duidelijke instructies aan leerkrachten over het gebruik van de medicijnen en voor het op peil houden van de voorraad medicijnen. Groepsleerkrachten zien toe op het juiste gebruik onder schooltijd. De eindverantwoording voor medicijngebruik ligt altijd bij de ouders / verzorgers. Als een kind vóór schooltijd medicijnen moet innemen zijn wij hiervan als school ook graag op de hoogte. Het wel of niet innemen van medicijnen kan het gedrag op school beïnvloeden. 3.45 Plattegrond Voor de plattegrond van de school verwijzen we u naar bijlage 1.
HOOFDSTUK 4: LEERLINGEN 4.0 Inzet formatie onderbouw / maatregelen tbv het jonge kind Het streven is om de groepen met name in de onderbouw naar verhouding klein te houden. Dit gebeurt door middel van specifieke inzet zoals klassen- en onderwijsassistenten. 4.1 Interne begeleiding De interne begeleider coördineert de leerlingzorg binnen de school. Als extra aandacht nodig blijkt te zijn, kan een groepsleerkracht samen met de interne begeleider in een handelingsplan vastleggen op welke wijze dit zal gaan gebeuren. De taak van de interne begeleider houdt onder meer het volgende in: - het ondersteunen van leerkrachten bij het zoeken naar oplossingen - bijwerken en bijhouden van het leerlingvolgsysteem - bewaken van het systeem van observaties en toetsen - het houden van leerlinggesprekken - contact onderhouden met externe instanties - aanspreekpunt voor ouders zijn. Mevr. H. Bovendorp vervult de taak van interne begeleider. 4.2 Remedial Teaching / Extra hulp Dit zijn extra leerkrachten, die individuele leerlingen of kleine groepen begeleiden in overleg met de interne begeleider en de groepsleerkracht.
23
4.3 Schoolloopbaan De basisschool omvat een periode van 8 leerjaren. Kinderen moeten in deze periode de school kunnen doorlopen, met alle hulp die we kunnen bieden, zie punt 4.1 en 4.2. Sommige kinderen slagen hier, ondanks extra hulp, niet in. Het is dan voor het kind soms beter om het jaar opnieuw te doen. Dat kinderen hier niet in slagen heeft ook vaak te maken met het feit dat kinderen (nog) niet in staat zijn de lessen in het Nederlands goed te volgen. De meeste kinderen gaan van jaar tot jaar door naar de volgende groep. 4.4 Overgang naar het Voortgezet Onderwijs Voor de overgang naar het voortgezet onderwijs proberen we tot een gezamenlijk advies te komen waarbij de wens van de ouders en het advies van de leerkracht de uitgangspunten zijn voor een gesprek. Om te komen tot een goed advies wordt ook het resultaat van de CITO-toets meegenomen. De CITO-toets is echter alleen gericht op wat kinderen weten. Zeker zo belangrijk zijn andere en vaak moeilijker meetbare vaardigheden als studiehouding, huiswerk maken, zelfstandigheid en omgaan met anderen. Hierbij is de inbreng van de groepsleerkracht van groot belang. Hij/zij heeft de kinderen een jaar lang in de klas gehad en kan antwoord geven op de moeilijk meetbare vaardigheden. Het samenspel van toets en de mening van de groepsleerkracht moet leiden tot een advies dat een goede schoolkeuze in het voortgezet onderwijs garandeert. Een juiste keuze is erg belangrijk voor het succes van uw kind op de nieuwe school! Naar welke school gingen de groep 8 leerlingen in schooljaar 2012-2013 1 leerling naar 1leerling naar 2 leerlingen naar 1 leerling naar 2 leerlingen naar 2 leerlingen naar 1 leerling naar
VWO Havo Vmbo GL t/m Vbmo TL Vmbo KL Vmbo KL-Vmbo GL Vmbo BL LWOO praktijkonderwijs
De uitslag van de Cito eind groep 8 : 2013: GL 2012: GL
4.5.1
ondergrens 532,2 531,8
De Kleine Planeet 535,8 534,9
Procedure bij overplaatsing van de leerlingen naar een andere basisschool:
Uitgangspunten en gedragscode bij overplaatsing van leerlingen binnen de scholen voor primair onderwijs Deventer 1. Voor overplaatsing van een leerling is er altijd contact tussen de basisscholen. Dit is een bestaande afspraak die aan de orde is geweest in het schoolbesturenoverleg Deventer. 2. De school van herkomst geeft aan de ontvangende school: relevante informatie over het kind, redenen voor verandering van school, relevante bijzonderheden van belang voor de ontvangende school 3. De ontvangende school moet een onderwijskundig rapport ontvangen met informatie over de schoolloopbaan van het kind. Dit kan via de ouders worden meegegeven of per post of aan de ontvangende school worden gezonden. 4. Er zijn geen wettelijke voorschriften voor de vormgeving van het onderwijskundig rapport. Er wordt naar gestreefd op korte termijn een standaard te ontwikkelen die binnen alle scholen in Deventer gebruikt kan worden. 5. Als ouders gaan ‘shoppen’ moeten ze eigenlijk het onderwijskundig rapport van hun kind bij zich hebben. De school van herkomst moet het onderwijskundig rapport meegeven op verzoek van de ouders. In ieder geval moet een rapport opgemaakt worden als de kinderen de school verlaten. 6. Leerlingen worden niet op een nieuwe school ingeschreven zonder onderwijskundig rapport. Inschrijving gebeurt altijd onder de opschortende voorwaarde van overhandiging van het onderwijskundig rapport. Bij de voorlopige inschrijving wordt een termijn genoemd waarbinnen het onderwijskundig rapport moet worden overhandigd. 7. De ontvangende school kan een leerling weigeren op grond van de inhoud van het onderwijskundig rapport. Dat zal met name het geval kunnen zijn als er sprake is van een SBO-verwijzing. 8. Ouders hebben het recht te weten welke informatie doorgegeven is aan de ontvangende school.
24
9.
Als ouders het oneens zijn met de verstrekte informatie, kunnen ze een procedure aanspannen tegen de school die de informatie verstrekt heeft 10. Bij bedreigingen – verbaal of fysiek - wordt onmiddellijk aangifte gedaan bij de politie. 11. Aangifte wordt gedaan door de directeur van de school. De bedreigde wordt als getuige gehoord. Ingeval een directeur van een school bedreigd wordt doet de algemeen directeur/de bovenschools directeur of een bestuurslid aangifte. Bij een tussentijdse overgang naar een andere school worden relevante gegevens uit het leerlingdossier meegegeven naar de andere school. Mocht u deze gegevens eerst willen bekijken dan kunt u dat kenbaar maken en een afspraak maken met de interne begeleider. 4.5.2 Leerlinggebonden financiering (LGF) De invoering van de leerlinggebonden financiering per 1 augustus 2003 vergroot de keuzemogelijkheden van ouders betreffende aanmelding van leerlingen met een handicap op reguliere basisscholen. Gecombineerd aan de invoering van regionale expertisecentra om specifieke expertise voor deze leerlingen te borgen en te bevorderen is de wetgeving voor het Primair Onderwijs zodanig aangepast dat toelating van leerlingen met een specifieke hulpvraag mogelijk wordt. Het betreft kinderen uit de volgende clusters: - cluster 1: visueel gehandicapten - cluster 2: auditief en communicatief gehandicapten, - cluster 3: lichamelijke en/of meervoudige gehandicapten, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen (somatisch) - cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen met ernstige gedragsproblemen en langdurig zieke kinderen (psychiatrisch) Op onze school wordt gebruik gemaakt van een stappenplan, dat een procesbeschrijving geeft van de toelatingsprocedure voor een leerlingen met handicap. Op onze school worden bij aanmelding van - of een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor indicatiestelling (Rugzak-leerling) - of voor een leerling met een positieve beschikking van de permanente Commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband WSNS - of voor een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school aan de hand van de onderwerpen die hierna in een schema zijn opgenomen de onderwijskundige vragen van het kind doorgenomen. Vervolgens wordt aan de hand van deze onderwijskundige vragen bezien of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Mogelijkheden en beperkingen worden in kaart gebracht. De school zal bij de beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een regionaal Expertisecentrum en/of van de mogelijkheden die het samenwerkingsverband WSNS biedt. Ook kan de schoolarts gevraagd worden expertise aan te reiken. Bij het besluit tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat – bij toelating – de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. Met ouders kunnen echter ook bindende afspraken gemaakt worden die aangegeven dat een leerling gedurende een beperkte periode deelneemt aan het onderwijsproces op de basisschool. De uiteindelijke beslissing over toelating of weigering wordt door het bevoegd gezag van onze school genomen. Aandachtspunten bij de toelatingsprocedure: Pedagogisch klimaat: Geborgenheid, veiligheid, bevorderen van zelfstandigheid/verantwoordelijkheid, pedagogisch differentiëren, acceptatie Leerlingenzorg Leerlingvolgsysteem, potentieel aan middelen, inzet van middelen Professionalisering Aantal leerkrachten dat ingezet kan worden, kennis- en vaardigheidsniveau, nascholingsplanning, interne communicatie, externe communicatie Bouwkundige - en materiële omstandigheden Aanpassingen, beschikbare ruimte, ruimte voor ondersteuning Didactisch klimaat: Leerstofaanbod: vervangende kerndoelen, adaptief onderwijs, leerdoelen, werkwijzen, organisatie Ondersteuning Contacten met schoolbegeleidingsdiensten, samenwerkingsverband, contacten met scholen uit cluster 2 en 3 Contacten met ouders
25
Communicatieniveau met ouder(s)/verzorgers(s), ouderraad en medezeggenschapsraad 4.5.3 Procedure weigering van ouders ZAT-aanmelding of SBO-plaatsing Binnen de scholen voor openbaar primair onderwijs is een procedure afgesproken over de manier van omgang met kinderen en ouders als uit onderzoek gebleken is dat bepaalde kinderen aangewezen zijn op speciaal basisonderwijs. Deze procedure ligt op de school ter inzage
HOOFDSTUK 5: DE OUDERS 5.0 Klassenouders Per schooljaar wordt per groep een aantal ouders benaderd die de rol van contactpersoon invult tussen de leerkracht en alle ouders. Zij regelen bijvoorbeeld het vervoer in geval van een excursie. Alle klassenouders samen kunnen de naam van ouderraad dragen. Zie punt 3.9 5.1 Medezeggenschapsraad De “medezeggenschapsraad” is een raad waarin vertegenwoordigers van ouders en personeel zitting hebben. De raad vergadert 8 tot 10 keer per jaar. Deze vergaderingen zijn in principe openbaar. De vergadering krijgt een besloten karakter als er over personen gesproken wordt. De vergaderingen van de MR worden gehouden op de school. De MR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen. De MR ontleent deze bevoegdheid aan het “MR-reglement”. In dit reglement, dat geldt voor alle openbare scholen in Deventer, zijn alle taken en bevoegdheden opgenomen. Voor een aantal zaken heeft de MR adviesrecht en bij andere instemmingsrecht. Adres: secretariaat MR De Kleine Planeet Rielerweg 174 7416 ZM DEVENTER Zitting in de MR hebben de volgende ouders en leerkrachten: oudergeleding leerkrachtgeleding Dhr. E. Boekelder Mevr. I. Aalderink Mevr. I. Harleman Mevr. I. Geensen (voorzitter) 5.2 Klachtenregeling Ouders, leerlingen en personeel kunnen klachten hebben over gedragingen, beslissingen – of het uitblijven daarvan – van het schoolbestuur, directie of personeelsleden. Klachten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op begeleiding en beoordeling van leerlingen, discriminerend gedrag, agressie, seksuele intimidatie, geweld en pesten. In de klachtenregeling is vastgelegd hoe scholen op dergelijke klachten moeten reageren. Voordat u een klacht bij de klachtencommissie indient, moet u eerst de volgende procedure doorlopen. U moet eerst uw klacht met de leerkracht en daarna (eventueel) met de schoolleiding bespreken. Veruit de meeste klachten ten aanzien van de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een passende wijze worden afgehandeld. Heeft de vorige stap niet tot een bevredigende oplossing van uw klacht geleid, dan kunt u terecht bij het bestuur van de school. In dat geval dient u contact op te nemen met de algemeen directeur, de heer drs. D.J. Rensink, telefoon: 0570-638575. Ook kunt u terecht bij de externe vertrouwenspersoon. Binnen het openbaar onderwijs wordt de functie van extern vertrouwenspersoon ingevuld door de heer H. Riphagen, Postbus 10257, 7301 GG Apeldoorn. Telefoon 0880931000. Op verzoek kunt u ook contact opnemen met een vrouwelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure. Indien ook dat vervolgens niet leidt tot het wegnemen van de klacht, dan kunt u tenslotte de klacht voorleggen aan de (landelijke) klachtencommissie, waarbij het bestuur van onze stichting is aangesloten. Het adres van de klachtencommissie, waar u uiteindelijk terecht kunt luidt: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC): Postbus 85191, 3508 AD Utrecht. Telefoon: 030-2809590 Het reglement van de klachtenregeling ligt op de school ter inzage
26
5.2.1 Contactpersonen seksuele intimidatie In geval van een klacht m.b.t. seksuele intimidatie dient uw kind of u de klacht te melden aan de contactpersonen op de school waar uw kind naar school gaat. Mevr. H. Bovendorp is hiervoor de aangewezen persoon. De contactpersonen zorgen voor de eerste opvang van de leerling(en). In geval van seksuele intimiteiten dient, door de contactpersonen, onmiddellijk contact te worden opgenomen met de vertrouwens-persoon: de heer H. Riphagen, Postbus 10257, 7301 GG Apeldoorn. Telefoon 088-0931000. Zij zal richtlijnen volgen zoals die zijn verwoord in de “Klachtenregeling inzake seksuele intimidatie openbaar onderwijs”. De klachten moeten betrekking hebben op gedragingen van medewerkers van de school. In geval van een klacht kunt u, als ouder, ook zelf de klacht indienen bij 1. dhr. H. Riphagen 2. dhr. J. Rensink (alg. directeur openbaar basis onderwijs)
5.3 Schoolverzekering Voor alle leerlingen en voor het personeel en voor ouders in de school is een ongevallenverzekering afgesloten. Op deze verzekering kan een beroep gedaan worden als de eigen verzekering de kosten niet dekt. Iedereen is verzekerd van een kwartier voor tot een kwartier na schooltijd, tijdens schoolreizen, het schoolkamp, excursies enz. 5.4 Stichting Leergeld Deventer Wanneer de kosten die gemaakt moeten worden m.b.t. schoolreisjes en andere vormende activiteiten van uw kind, zoals lid worden van een sportclub, naar muziekles gaan etc. voor u moeilijk op te brengen zijn, kunt u een aanvraag indienen voor financiële ondersteuning bij: Adres: Stichting Leergeld Deventer Postbus 295, 7400 AG DEVENTER ℡ 0570-672599 Website: www.leergelddeventer.nl 5.6 Sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan bestuur, directie, leraren, leerlingen of niet-onderwijzend personeel. De sponsor verlangt hiervoor een tegenprestatie waarmee leerlingen en hun ouders in schoolverband geconfronteerd worden. Op dit moment hebben we m.b.t. sponsoring, nog geen beleid ontwikkeld. Sponsoring komt in het Onderwijs steeds vaker voor. Scholen moeten er op een zorgvuldige en verantwoorde manier mee omgaan. Daarom heeft onze bestuurscommissie op 16 juni 1999 het beleid inzake sponsoring in een nota vastgelegd. Deze nota, die is gebaseerd op de afspraken die landelijk op dit punt zijn gemaakt, ligt ter inzage in de school. Sponsoractiviteiten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de (G)MR.
HOOFDSTUK 6: EXTERNE CONTACTEN 6.1 GGD op school Bij de GGD Gelre-IJssel is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ondergebracht bij gemeentelijke gezondheidsteams (GGT’s). Binnen deze teams werken artsen, verpleegkundigen, assistenten en logopedisten. Samen met ouders en school zorgen de medewerkers van de GGD ervoor dat kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Zij doen dit door kinderen te onderzoeken, door kinderen te vaccineren en door ondersteuning te bieden aan ouders en leerkrachten en hierin ook samen te werken met andere instanties. Onderzoeken en vaccinaties De bekendste taak vanuit de GGD voor schoolgaande kinderen zijn de preventieve onderzoeken. Het is belangrijk dat factoren, die de groei en ontwikkeling van een kind kunnen verstoren, in een vroeg stadium worden opgespoord. De GGD onderzoekt gedurende de basisschoolperiode een kind meerdere keren. Daarnaast krijgen de kinderen in deze periode ook twee vaccinaties. • Rond de leeftijd van 5 jaar vindt de logopedische screening plaats. De logopedist onderzoekt naar aanleiding van deze screening kinderen die in hun spraak- en taalontwikkeling risico’s lopen. De logopedist let dan vooral op taal, spraak, mondgedrag en stem. • Bij 5/6-jarige kinderen doet de jeugdarts en de assistente een uitgebreid onderzoek. Hierin komen het zien, horen, bewegen, groei, gezondheid en gedrag en ontwikkeling aan bod. • Op 9-jarige leeftijd ontvangen de kinderen de vaccinatie tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en tegen bof, mazelen, rodehond (BMR).
27
• •
In groep 7 vindt bij alle kinderen een onderzoek plaats door de jeugdverpleegkundige. Daarin wordt aandacht besteed aan groei, gezondheid en gedrag. Op 12-jarige leeftijd ontvangen de meisjes de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV)
Voor ieder onderzoek en elke vaccinatie ontvangen de ouders vooraf een uitnodiging. Bij alle onderzoeken en de vaccinatie van de 9 jarigen zijn de ouders aanwezig. Dit geldt niet voor de logopedische screening. Na elk onderzoek informeert de GGD de ouder(s)/verzorger(s) over de bevindingen. Advisering en verwijzing Naar aanleiding van het onderzoek kan de JGZ-medewerker - afhankelijk van de bevindingen – het volgende doen: • gericht advies en/of begeleiding geven aan kinderen en ouders. Bijvoorbeeld bij gedragsproblemen met kinderen op school of thuis, gezondheidsvragen of problemen in de spraak- en taalontwikkeling • een kind na verloop van tijd opnieuw oproepen voor een vervolgonderzoek • het kind (en de ouder) voor uitgebreider onderzoek of behandeling verwijzen naar een andere hulpverleningsinstelling. De GGD werkt samen met de huisarts, de specialist in het ziekenhuis en met Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk werk, psychologen, pedagogen en anderen. Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s). Onderzoek op verzoek Ook leerlingen uit andere groepen kunnen door hun ouders, leerkrachten of intern begeleider aangemeld worden voor nader onderzoek door jeugdarts, verpleegkundige of logopedist. Ondersteuning van leerkrachten GGD-medewerkers kunnen ook leerkrachten ondersteunen en adviseren bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten, bijvoorbeeld gericht op het aanleren en/of verbeteren van gezond gedrag. Ook adviseren zij over het gebruik van leskisten, lespakketten en andere voorlichtingsmaterialen uit het documentatie- en informatiecentrum van de GGD. Team Jeugdgezondheidszorg Het team Jeugdgezondheidszorg bestaat uit: Els Jonker, arts Henny Markvoort, assistente Jacqueline Lubberts, verpleegkundige Anjo Spekking, logopediste Bereikbaarheid en informatie U kunt de GGD om advies vragen op en veiligheid op school. Meer informatie website: www.ggdgelre-ijssel.nl
diverse terreinen. Bijvoorbeeld infectieziekten, hygiëne over diverse onderwerpen kunt u vinden op de
U kunt de GGD telefonisch bereiken op
telefoonnummer: 088 – 4433802
6.2 Schoolarts De leerlingen worden tijdens hun basisschooltijd regelmatig gecontroleerd door de schoolarts, mevr. E. Jonker en de assistente mw. H. Markvoort. In groep 1 onderzoekt de assistente van de schoolarts ogen en oren. In groep 2 onderzoekt de schoolarts de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. In groep 4 herhaalt de verpleegkundige dit onderzoek. In groep 7 onderzoekt de schoolarts de kinderen opnieuw. Alle onderzoeken vinden plaats op school. Bij ziekte en/of afwezigheid kan het voorkomen dat de onderzoeken plaats vinden in het gebouw van de GGD aan de Schurenstraat. 6.3 Logopedie In verschillende gemeenten wordt door logopedisten van de GGD Gelre-IJssel een logopedische screening uitgevoerd. Dit is een kort onderzoek dat plaatsvindt bij alle leerlingen rond de leeftijd van 5 jaar. Het onderzoek vindt plaats op school. Afhankelijk van het aantal leerlingen bezoekt de logopedist de school 1, 2 of 3 keer per jaar voor deze screening. Bij de planning wordt rekening gehouden met de kalenderleeftijd van de leerlingen, zodat ze niet te vroeg en niet te laat gescreend worden. De ouders zijn overigens niet bij de screening aanwezig. Ze worden vooraf schriftelijk geïnformeerd over de screening. Op de bijgevoegde oudervragenlijst kunnen zij dan aangeven of hun kind gescreend mag worden en of zij akkoord gaan met het bespreken van de bevindingen van de screening met de leerkracht.
28
De logopediste beoordeeld taalgebruik, taalbegrip, articulatie, adem, stem, mondgedrag en luisterhouding (gehoor). Na de screening krijgen alle ouders schriftelijk bericht hoe de screening is verlopen. Afhankelijk van de bevindingen kan de logopedist: - De leerling na verloop van tijd opnieuw beluisteren (controle) - Adviseren een uitgebreid logopedisch onderzoek en/of behandeling te laten verrichten bij een vrijgevestigd logopedist (verwijzing) - De ouders gerichte adviezen geven, ondersteund met informatie- en oefenmateriaal. Wanneer mogelijk vindt er een gesprek op school plaats en anders is er telefonisch contact. Leerlingen uit alle groepen kunnen door ouders, leerkrachten/intern begeleider en jeugdarts aangemeld voor een uitgebreid onderzoek op verzoek. Hiervoor vult de leerkracht of intern begeleider samen met de ouder(s) een daarvoor bestemd aanmeldingsformulier in dat opgestuurd wordt nar de GGD. Na ontvangst zal de logopedist een afspraak met school maken om de betreffende leerling te onderzoeken. De kinderen die op de controlelijst staan worden zoveel mogelijk tijdens de screeningsdagen gezien. Vanzelfsprekend krijgen de ouders na een controle of onderzoek schriftelijk bericht. Zo nodig vindt een (telefonisch) gesprek plaats waarin de bevindingen worden besproken. 6.4
Centrum Jeugd en Gezin
CJG Deventer: gratis informatie en advies over opvoeding Elke ouder/verzorger heeft wel eens vragen over zijn of haar kind: ‘Mijn dochter vindt zichzelf te dik, mag ze lijnen?’ ‘Mijn zoon slaapt zo onrustig, wat kan er aan de hand zijn?’ Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Deventer kunt u terecht met dit soort vragen. Dat kan heel makkelijk via www.cjgdeventer.nl, maar u kunt ook bellen of naar een van de inlooppunten gaan. Wat is het CJG Deventer? Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een netwerk van 14 organisaties in Deventer op het gebied van onderwijs, jeugdgezondheidszorg en jeugdhulpverlening. Ook de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in Deventer maken deel uit van het CJG. U kunt bij het CJG terecht voor informatie en persoonlijk advies over alles wat met de ontwikkeling en opvoeding van uw kind te maken heeft. Makkelijk en gratis: het E-consult Op www.cjgdeventer.nl kunt u online uw vragen stellen aan de CJG-consulent. U krijgt dan binnen twee werkdagen antwoord. Op de website vindt u ook handige informatie over elke leeftijdsfase: van baby tot jong volwassene. Verder vindt u hier een altijd actueel overzicht van activiteiten voor kinderen, jongeren en ouders in de gemeente Deventer. Privacy Uw vragen worden beantwoord door de CJG-consulent, die deskundig is op het gebied van opvoeding en ontwikkeling. Vragen stellen kan ook anoniem, u hoeft niet te zeggen wie u bent. Uw gegevens worden niet uitgewisseld binnen het CJG. Deelnemers in het CJG Deventer: Bureau Jeugdzorg Overijssel, Carinova, COACH, Etty Hillesum Lyceum, GGD IJsselland, Huisartsenvereniging Deventer e.o., MEE IJsseloevers, Naviva, Politie IJsselland, Raster, Sine Limite, Stichting Brede School, Stichting De Kij, Verloskundige Kring. Centrum voor Jeugd en Gezin Deventer www.cjgdeventer.nl telefoon 088 00 300 66 (lokaal tarief). 6.5 Onderwijsbegeleidingsdienst Indien nodig, kan de school, naast de Jenaplanspecialist, ook een beroep doen op schoolbegeleidingsdiensten. Zij adviseren scholen bij het toepassen van nieuwe ontwikkelingen en begeleiden invoering van nieuwe methoden. Medewerkers van de begeleidingsdiensten zijn ook in te roepen voor kinderen die leer- en/of gedragsproblemen hebben.
29
30
JAARROOSTER 2013-2014 augustus d
1
zomervakantie
september z
1
oktober d
1
november v
december
1
z
1
januari w
1
v
2
m
2
w
2
z
2
m
2
d
2
z
3
d
3
d
3
z
3
d
3
v
3
z
4
w
4
v
4
m
4
w
4
z
4
m
5
d
5
z
5
d
5
d
5
z
5
d
6
v
6
z
6
w
6
v
6
m
6
w
7
z
7
m
7
d
7
z
7
d
7
d
8
z
8
d
8
v
8
z
8
w
8
v
9
m
9
w
9
z
9
m
9
d
9
z
10
d
10
d
10
z
10
d
10
v
10
z
11
w
11
v
11
m
11
w
11
z
11
m
12
d
12
z
12
d
12
d
12
z
12
d
13
v
13
z
13
w
13
v
13
m
13
w
14
z
14
m
14
d
14
z
14
d
14
d
15
z
15
d
15
v
15
z
15
w
15
v
16
m
16
w
16
z
16
m
16
d
16
z
17
d
17
d
17
z
18
w
18
v
18
m
19
d
19
z
d
20
v
20
z
groep 1-2 vrij
studiedag alle leerlingen vrij
groep 1-2 vrij groep 3-4 12.00u vrij
groep 1-2 vrij
z
17
d
17
v
17
m
18
w
18
z
18
19
d
19
d
19
z
19
20
w
20
v
20
m
20
z
21
d
21
z
22
w
22
groep 1 t/m 8 vrij
w
21
z
21
m
21
d
21
d
22
z
22
d
22
v
22
groep 1-2 vrij
groep 1-2 vrij
groep 1-2 vrij
herfstvakantie
groep 1-2 vrij groep 3-4 12.00u vrij
v
23
m
23
w
23
z
23
m
23
z
24
d
24
d
24
z
24
d
24
z
25
w
25
v
25
m
25
w
25
m
26
d
26
z
26
d
26
d
26
d
27
v
27
z
27
w
27
v
groep 1 t/m 8 vrij
kerstvakantie
d
23
v
24
1e Kerstdag
z
25
2e Kerstdag
z
26
27
m
27 28
w
28
z
28
m
28
d
28
z
28
d
d
29
z
29
d
29
v
29
z
29
w
29
v
30
m
30
w
30
z
30
m
30
d
30
z
31
d
31
d
31
v
31
31
groep 1-2 vrij
groep 1-2 vrij groep 3-4 12.00u vrij
februari z
1
maart z
1
april d
1
mei d
juni
1
z
1
juli d
1
z
2
z
2
w
2
v
2
m
2
w
2
m
3
m
3
d
3
z
3
d
3
d
3
d
4
d
4
v
4
z
4
w
4
v
4
w
5
w
5
z
5
m
5
d
5
z
5
d
6
d
6
z
6
d
6
v
6
z
6
v
7
v
7
m
7
w
7
z
7
z
8
z
8
d
8
d
8
z
8
1e Pinksterdag
z
9
z
9
w
9
v
9
m
9
2 Pinksterdag
w
9
m
10
m
10
d
10
z
10
d
10
studiedag alle leerlingen vrij
d
10
d
11
d
11
v
11
z
11
w
11
v
11
w
12
w
12
z
12
m
12
d
12
z
12
d
13
d
13
z
13
d
13
v
13
z
13
v
14
v
14
m
14
w
14
z
14
m
14
z
15
z
15
d
15
d
15
z
15
d
15
z
16
z
16
w
16
v
16
m
16
w
16
z
17
d
17
d
17
z
18
w
18
v
18
m
19
d
19
z
19
d
20
v
20
z
20
groep 1-2 vrij
onderwijsdag alle leerlingen vrij groep 1-2 vrij groep 3-4 12.00u vrij
m
17
m
17
d
17
d
18
d
18
v
18
groep 1-2 vrij
Goede Vrijdag
groep 1-2 vrij
groep 1-2 vrij
e
m
7
Zomervakantie t/m
d
8
15 augustus 2014
w
19
w
19
z
19
d
20
d
20
z
20
1e Paasdag
v
21
v
21
m
21
2e Paasdag
w
21
z
21
m
21
z
22
z
22
d
22
d
22
z
22
d
22
z
23
z
23
w
23
v
23
m
23
w
23 24
groep 1 t/m 8vrij
voorjaarsvakantie
groep 1-2 vrij groep 3-4 12.00u vrij
groep 1-2 vrij groep 3-4 12.00u vrij
m
24
m
24
d
24
z
24
d
24
d
d
25
d
25
v
25
KONINGSSPELEN
z
25
w
25
v
25
w
26
w
26
z
26
Koningsdag
m
26
d
26
z
26
d
27
d
27
d
27
v
27
z
27
v
28
v
28
w
28
z
28
m
28
z z
29 30
d v
29 30
z m
29 30
d w
29 30
m
31
z
31
d
31
groep 1-2 vrij
z
27
m
28
d w
29 30
meivakantie
32
Hemelvaart
groep 1 t/m 8 vrij
33
bijlage 2 HANDLEIDING LUXE VERZUIM Inleiding Het komt geregeld voor dat scholen worden geconfronteerd met (aan)vragen over verlof die al dan niet te maken hebben met ‘bijzondere’ omstandigheden. Het is niet altijd duidelijk welke ruimte de wet biedt om verlof toe te kennen. Gevolg hiervan is dat het per school kan verschillen of een kind al dan niet verlof wordt toegekend. De afdeling Leerplicht/RMC van de gemeente Deventer probeert met deze handleiding uniformiteit in het afwijzen en toekennen van ‘luxe verzuim’ bij de scholen te bereiken waardoor er voor alle betrokken partijen meer duidelijkheid ontstaat. In deze handleiding is duidelijk beschreven welke factoren meewegen bij het toekennen van verlof. Daarnaast staat beschreven hoe de procedure verloopt en wordt aangegeven hoeveel verlofdagen er mogen worden toegekend. Er zullen zich echter altijd situaties voordoen die niet beschreven staan in het onderstaande overzicht. In zulke gevallen is het goed om in contact te treden met de afdeling Leerplicht/RMC om met elkaar te bekijken op welke wijze het belang van het kind het beste is gewaarborgd. 1. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen – art 11 onder e. In de Leerplichtwet 1969 wordt ruimte geboden voor het niet-geregeld schoolbezoek wanneer een kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Dan bestaat er recht op verlof. Verlof:: Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Procedure: Melding twee dagen van tevoren bij de directeur van de school. 2. Op vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als het kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar het kind vrijgeven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij de aanvraag moet door de ouder(s) een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijkt. Procedure en voorwaarden: in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij aangegeven waarom dat niet mogelijk was; de verlofperiode mag éénmaal per schooljaar worden verleend; de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. 3. Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’ Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die niet onder artikel 11 onder a t/m g van de Leerplichtwet 1969 vallen (Gronden voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek).
Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: Situatie een verhuizing het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 4e graad: ernstige ziekte van bloedof aanverwanten
Overlijden bloed- of aanverwanten: in de 1e graad in de 2e graad in de 3e of 4e graad viering van 25-, 40- of 50jarig ambts-jubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks) jubileum van bloed- of aanverwanten
Verlofperiode 1 dag 1 dag (buiten de woonplaats max. 2 dagen) aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met directeur of leerplichtambtenaar
ten hoogste 4 dagen ten hoogste 2 dagen ten hoogste 1 dag 1 dag
34
andere calamiteiten (geen vakantieverlof!). Bv. een verklaring van arts of maatschappelijk werker dat verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende de leerling.
Naar eigen inzicht en/of het advies van de arts en/of maatschappelijk werker. Eventueel overleg met de leerplichtambtenaar
Dan zijn er nog altijd situaties te bedenken waar ouders ook verlof voor kunnen aanvragen maar die in het kader van ‘luxe verzuim’ niet voor verlof in aanmerking komen. De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’: • familiebezoek in het buitenland • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding • vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden • een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie om op vakantie te gaan • eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte • verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn • gescheiden ouders waardoor het kind mogelijk aan twee vakanties kan deelnemen Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren). Het kan voor komen dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Om misverstanden te voorkomen is het van belang om dan een doktersverklaring uit het vakantieland te vragen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijkt. Mocht blijken dat dit niet overlegd kan worden, dan is het goed om een melding bij de afdeling Leerplich/RMC te doen. De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege ‘andere gewichtige omstandigheden’ meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur en de ouders te hebben gehoord. 4. Overige vragen Het kan voorkomen dat er zich specifieke vragen rondom het aanvragen van verlof voordoen. Het is moeilijk deze in categorieën in te delen en daar dus een pasklaar antwoord op te formuleren. Bij het beoordelen van deze aanvragen voor verlof kunnen de volgende vragen ter overweging meegenomen worden : Wat zegt de wet? Schept het precedentwerking? Wat is het belang en voor wie? Wordt het schoolsysteem niet uitgehold? Hoe is het belang van het kind het beste te waarborgen? Uit de praktijk blijkt dat een aantal situaties zich (wel eens) voordoet. Enkele voorbeelden zijn: Sportselectie; wanneer een jongere uitgenodigd wordt voor deelname aan een sportselectie kan dit mogelijk opgevangen worden door het meegeven van extra huiswerk maar dient ook de sportbond aangesproken te worden op hun verantwoordelijkheid; Wanneer een leerling veelvuldig en/of langdurig ziek is en er bestaat twijfel over deze melding dan wordt aangeraden de schoolarts in te schakelen; Ouders willen dat het kind bijles krijgt - onder schooltijd en buiten de school - en vragen daar verlof voor. Dit is een ongewenste situatie omdat a) het kind verdere achterstand in haar/zijn leerontwikkeling oploopt en b) het onderwijssysteem ondermijnd wordt. Gemeente Deventer, Team Leerplicht RMC Telefoon 0570-694280
35
Bijlage 3 Aanvraagformulier vakantie & verlof voor 10 dagen per schooljaar of minder Aan de directeur van …………………………………………………………………………………… In te vullen door de ouder(s)/verzorger(s) Naam …………………………………………………………………………………………. Adres …………………………………………………………………………………………. Postcode + Woonplaats………………………………………………………………………………… Telefoonnummer………………………………………………………………………………………… Naam leerling …………………………………………………………………………………………. Geb.datum leerling …………………………………………………………………………………… Naam leerling …………………………………………………………………………………………. Geb.datum leerling ……………………………………………………………………………………. Naam leerling …………………………………………………………………………………………. Geb.datum leerling ………………………………………………………………………………………. Periode verlof
van………………………………….. tot en met ……………………………………
Reden voor het verlof (Indien dit te weinig ruimte is, kunt u een bijlage bijvoegen): …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………… Plaats Datum
………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
Handtekening
…………………………………………………………………………………………..
In te vullen door de directeur van de school Het verlof wordt wel / niet verleend. Reden voor wel / niet verlenen van het verlof: (doorhalen wat niet van toepassing is) …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Indien u zich niet met deze beslissing kunt verenigen, kunt u hiertegen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht binnen 6 weken na dagtekening van deze beschikking gemotiveerd een bezwaarschrift indienen bij de directeur van de school. Plaats …………………………………………………………………………………………. Datum …………………………………………………………………………………………. Handtekening …………………………………………………………………………………………. Indien het gaat om een aanvraag voor vakantie verlof dient u bij het aanvraagformulier een werkgeversverklaring te voegen. Sector Welzijn, Cultuur en Onderwijs, afdeling leerplichtzaken, postbus 5000 7400 GC DEVENTER
36
Bijlage 4 Aanvraagformulier verlof voor meer dan 10 dagen per schooljaar Aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Deventer, In te vullen door ouder(s)/verzorger(s) naam : …………………………………………………………………..……… adres
: …………………………………………………………………...………
postcode en woonplaats: …………………………………………………………………..……… telefoonnummer
: ……………………………………………………………………...……
naam leerling naam leerling naam leerling
: ………………………………………… : ………………………………………… : …………………………………………
geb.datum ………….. geb.datum …………….. geb.datum ………………
periode van het verlof : van ……………………………… tot …………………………….……. reden voor het verlof : (indien te weinig ruimte: verklaring op een bijlage toevoegen) …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………… naam school telefoonnummer plaats + datum handtekening
: ………………………………………………………………………….. : ………………………………………………………………………….. : ………………………………………………………………………….. : …………………………………………………………………………..
In te vullen door de leerplichtambtenaar van de gemeente Deventer Het verlof wordt wel / niet verleend. Reden wel / niet verlenen van het verlof : ………………………………………………………………………………………………………….… ………………………………………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………………………………………. naam leerplichtambtenaar : ……………………………………………………………………….. datum : ……………………………………………………………………….. handtekening : ………………………………………………………………………...
Indien u zich niet met deze beslissing kunt verenigen, kunt u hiertegen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht binnen 6 weken na dagtekening van deze beschikking gemotiveerd een bezwaarschrift indienen bij de gemeente Deventer, aan de leerplichtambtenaar.
Sector Welzijn, Cultuur en Onderwijs, afdeling leerplichtzaken, postbus 5000, 7400 GC DEVENTER 37
______________________________________________________________________________________________________________ VAKANTIEVERKLARING WERKGEVER 1.
Gegevens van het bedrijf Naam van het bedrijf:
_________________________________________________________________________________
eigen bedrijf :
ja / nee
adres:
_________________________________________________________________________________
postcode en plaats:
_________________________________________________________________________________
telefoon
_________________________________________________________________________________
Ondergetekende verklaart dat de hierna te noemen werknemer 2.
Gegevens van de werknemer naam en voornamen:
__________________________________________________________________________________
adres
__________________________________________________________________________________
postcode en plaats
__________________________________________________________________________________
bij hem in dienstverband werkt en door de specifieke aard van zijn/haar beroep geen vakantieverlof kan nemen in de voor zijn/haar leerplichtige kind(eren) geldende schoolvakanties. De specifieke aard van zijn/haar beroep betreft in dit verband: __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Hij/zij is daarom aangewezen om vakantie te nemen in de periode 3. A
Gegevens van het verlof periode:
__________________________________________________________________________________
reden/motivatie
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
4.
Ondertekening datum________________
handtekening _______________________________________________________________________
Inleveren Het ingevulde formulier dient tegelijk met het formulier “aanvraag vrijstelling van geregeld schoolbezoek” te worden ingeleverd bij de directeur van de school
Belangrijk Artikel 225 Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing: ‘Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met een gevangenisstraf van ten
38
hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie’. Informatie Als u nog vragen heeft, kunt u zich richten tot de leerplichtambtenaar van uw gemeente.