Kaderregeling Vierslagleren in het voortgezet onderwijs ................................................................................... Inleiding Voor het voorgezet onderwijs (vo) is de verwachting dat het huidige lerarentekort, dat zich vooral voordoet in een aantal vakken , de komende twee à drie jaar nog groeit. Op de langere termijn (na 2017) worden de knelpunten op landelijk niveau kleiner, omdat dan ook het aantal leerlingen in het vo begint te dalen. Voor tekortvakken bieden deze ontwikkelingen echter geen soelaas, voor deze vakken is het belangrijk dat er meer leraren opgeleid worden (bron: brief ministerie van OCW inzake Onderwijsarbeidsmarkt d.d. 28 oktober 2014). In het sectorakkoord vo ‘Klaar voor de toekomst!‘ is bovendien afgesproken dat in 2020 50% van alle leraren over een afgeronde masteropleiding zou moeten beschikken.
Het project Vierslagleren in het vo biedt zowel oplossingen voor het tekort aan leraren voor de tekortvakken als voor het tekort aan masteropgeleide leraren in het vo. Daarnaast draagt het project bij aan de samenwerking tussen deelnemende leraren op het terrein van vakverdieping of schoolontwikkeling en aan een goede (extra) begeleiding van de starters.
Doel regeling Met de regeling worden vier slagen gemaakt: 1.
Het project leidt tot 150 nieuwe bevoegde startende leraren in tekortvakken.
2.
Het project leidt tot een toename van bevoegde zittende leraren in tekortvakken en een toename van masteropgeleide zittende leraren in de tekortvakken.
3.
Het project als geheel leidt ook tot een kwaliteitsslag in het onderwijs. De ervaren en de startende leraar werken namelijk gezamenlijk aan vak- of onderwijsontwikkeling.
4.
Tot slot zal de voortijdige uitval van de deelnemende startende docenten verminderen door intensieve begeleiding.
Inhoud regeling Vierslagleren vo kent de volgende pijlers: -
Een zittende leraar gaat een master/eerstegraads of een opleiding voor een (tweede) bevoegdheid in een tekortvak volgen. De leraar maakt gebruik van de Lerarenbeurs. De Lerarenbeurs vergoedt maximaal 4 klokuren wanneer er een 2e graadsopleiding wordt gevolgd en maximaal 6 klokuren wanneer een masteropleiding wordt gevolgd (beide naar rato werktijdfactor). Daarnaast wordt deze leraar voor 6 klokuren per week extra vrijgesteld van lesgevende taken gedurende 2 jaar. Als tegemoetkoming in de extra verletkosten is voor de zittende leraar € 16.500,- (= 6 klokuren extra verlet per week gedurende twee jaar) beschikbaar.
-
Deze vrijgekomen uren worden ingevuld door een vervanger die daarnaast een tweede- of een eerstegraadsopleiding in een tekortvak gaat volgen met gebruikmaking van de Lerarenbeurs, of met behulp van de zij-instroomregeling (daar valt ook de Eerst de Klasregeling en de Onderwijstraineeshipregeling onder). De vervanger ontvangt daarnaast ook studieverlofuren via de Lerarenbeurs (bij een masteropleiding 6 klokuren en bij een tweedegraadsopleiding 4 klokuren naar rato werktijdfactor) of uit de zij-instroomregeling . De vervanger wordt benoemd (conform cao VO) in een dienstverband van minimaal 0,5 fte. Na afloop van de opleiding spant het schoolbestuur zich in om de vervanger aan een baan in het vo te helpen.
-
De startende en de ervaren leraar vormen een lerarenduo. Idealiter begeleidt de ervaren leraar de vervanger.
Voor wie is dit project bestemd Het project staat open voor alle scholen in het vo. Het is vooral interessant voor schoolbesturen vo die moeite hebben om de vacatures voor tekortvakken nu of in de nabije toekomst te vervullen (bijvoorbeeld door pensionering van leraren en/of groei van leerlingaantallen).
De volgende doelgroepen (aankomende) leraren kunnen deelnemen aan het project:
Vervangers: -
zij-instromers die les willen gaan geven in een tekortvak, waaronder deelnemers van de projecten Eerst de Klas en Onderwijstraineeship die een achtergrond hebben in een tekortvak;
-
leraren die een educatieve minor hebben gevolgd en les kunnen geven in een tekortvak;
-
leerkrachten po of afgestudeerde pabo studenten die willen doorstromen naar een tekortvak in het vo;
-
Werkloze leraren met een bevoegdheid waar geen vraag naar is, die zich laat bijscholen in een tekortvak.
Zittende leraren: -
tweedegraads leraren die een (hbo of universitaire) master in een tekortvak willen behalen;
-
leraren die een tweede bevoegdheid in een tekortvak willen behalen;
-
leraren die nu al met de Lerarenbeurs een mastertraject in een tekortvak volgen en van wie de opleiding vanaf schooljaar 2015/2016 nog twee jaar duurt. Bovendien moeten ze nog twee jaar gebruik kunnen maken van de Lerarenbeurs.
Tekortvakken De vastgestelde tekortvakken op landelijk niveau zijn wiskunde, natuurkunde, scheikunde, Duits, Frans, Engels, Nederlands, klassieke talen, aardrijkskunde, informatica en levensbeschouwing. Op basis van de jaarlijkse ramingen van Centerdata (Mirror) worden de tekortvakken vastgesteld.
Aanmelding, toekenning en procedure bij overtekening en eventueel doorschuif naar 2016/2017 Schoolbesturen hebben tot en met 30 juni 2015 de gelegenheid om voor het schooljaar 2015/2016 lerarenduo’s van kandidaten door te geven (d.m.v. een aanmeldformulier). Voion bundelt de aanvragen die voorzien zijn van een kopie van het aanvraagformulier van de Lerarenbeurs voor zowel de zittende als de vervangende leraar en/of eventueel een kopie van het aanmeldformulier voor de zij-instroomregeling. Er is plaats voor maximaal 150 lerarenduo’s van leraren.
Bij overtekening beoordeelt een begeleidingscommissie van Voion, bestaande uit vertegenwoordigers van de sociale partners in het vo, de aanvragen. Uiterlijk 6 juli 2015 wordt aan het schoolbestuur schriftelijk gemeld of de aanvraag geheel of niet, of indien sprake is van opgave van meerdere lerarenduo’s, gedeeltelijk wordt gehonoreerd. Uitgangpunt bij overtekening zal zijn dat toewijzingen worden verdeeld over zo veel mogelijk schoolbesturen in de verschillende regio’s. Indien er minder dan 150 aanmeldingen van lerarenduo’s zijn, dan kunnen er voor het restant aantal, aanvragen in een tweede tranche in 2016 worden gedaan (startdata opleidingen augustus 2016).
Voorwaarden en criteria voor een regeling Vierslagleren vo 1.
De tweede- en eerstegraadsopleiding en de master in een tekortvak duren twee jaar. Voor deze regeling geldt dat deze opleidingen lopen van schooljaar 2015/2016 tot en met schooljaar 2016/2017 of indien er minder dan 150 lerarenduo’s worden aangemeld dit jaar, van schooljaar 2016/2017 tot en met schooljaar 2017/2018.
2.
Het schoolbestuur biedt de vervangende leraar een contract voor minimaal 0,5 fte voor de duur van twee jaar. Voor kandidaten vanuit de projecten Eerst de Klas en Onderwijstraineeship gelden de binnen deze projecten gestelde minimum urenvereisten. Na afloop van de opleiding spant het schoolbestuur zich in om de vervangende leraar aan een baan in het vo te helpen.
3.
Per lerarenduo is er een vergoeding van € 16.500,- beschikbaar, bestemd voor 6 klokuren per week extra verletkosten voor de duur van twee jaar. Eventuele overige kosten komen voor rekening van het schoolbestuur. Bij de toekenning wordt hiervan 50% (€ 8.250,-) uitgekeerd. Na het eerste studiejaar dient het inschrijvingsbewijs van het 2e studiejaar (van zowel zittende als vervangende leraar) te worden ingediend. Op basis daarvan wordt 25 % (€ 4.125,-) uitgekeerd. Na afloop van het tweede studiejaar wordt de resterende 25% (€ 4.125,) uitgekeerd.
4.
Mocht een van de kandidaten de opleiding en/ of het arbeidscontract voortijdig willen beëindigen, dan dienen Voion en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) hierover direct te worden geïnformeerd.
a.
Bij voortijdig beëindigen van de opleiding door de zittende leraar worden alleen de studieverlofuren vanuit DUO voor het resterende schooljaar vergoed omdat de vervangende leraar onder meer voor deze uren is aangesteld. Indien de zittende leraar minder dan 15 studiepunten heeft behaald, worden de vergoede studiekosten teruggevorderd. Het schoolbestuur dient een gedateerde verklaring van stopzetting van de studie aan te leveren. Het schoolbestuur moet zich na afloop van de opleiding van de vervanger nog wel inspannen om deze vervanger aan een baan in het vo te helpen. Hij/ zij krijgt tevens in het hele studiejaar de verletkosten vergoed via de Lerarenbeurs/ zij-instroomregeling. In het volgende studiejaar is voor de vervangende leraar het reguliere Lerarenbeursregime/ de zijinstroomregeling van kracht wanneer geen vervangende zittende leraar wordt gevonden. Voor wat betreft de vergoeding vanuit Voion geldt dat alleen de verletkosten tijdens de studieperiode van de zittende leraar worden vergoed naar rato van het aantal maanden dat de zittende leraar aan de studie heeft deelgenomen (€ 700,- per maand). Eventueel teveel betaalde voorschotten worden teruggevorderd. Het schoolbestuur heeft wel de mogelijkheid een andere zittende leraar te zoeken die een opleiding (evt. in het volgende schooljaar) wil volgen. In dat geval kan van de resterende vergoedingsmogelijkheden gebruik worden gemaakt totdat de vervangende leraar zijn opleiding heeft behaald. Het kan dus zo zijn dat voor het tweede jaar van de opleiding van
deze nieuwe zittende leerkracht geen vergoeding vanuit Vierslagleren meer verstrekt wordt, omdat de vervangende leraar zijn opleiding dan heeft afgerond.
b.
Indien de vervangende leraar voortijdig stopt met studie en/ of werk, dient het schoolbestuur een vervanger te zoeken voor de verleturen van de zittende leraar. Hij/ zij gaat tevens een opleiding volgen in het volgende studiejaar. Deze tweede vervangende leraar krijgt dan in het volgende studiejaar nog één jaar de extra verleturen in het kader van Vierslagleren. In het daarop volgende jaar valt hij/zij onder het reguliere regime van de Lerarenbeurs/ zijinstroomregeling. Het schoolbestuur spant zich in om deze leraar aan een baan in het vo te helpen na afloop van de opleiding. Voor de vervangende leraar die tussentijds stopt, geldt dat hij/ zij bij het behalen van minder dan 15 studiepunten de reeds uitgekeerde studiekosten bij gebruikmaking van de Lerarenbeurs moet terugbetalen, dan wel indien sprake is van de zij-instroomregeling moet het bestuur het niet bestede deel van de subsidie terugbetalen. Bovendien stopt het studieverlof van deze vervangende leraar en worden eventuele voorschotten bij gebruikmaking van de Lerarenbeurs door DUO teruggevorderd. De subsidie voor het studieverlof zal naar rato worden teruggevorderd.
5.
Indien de opleiding van een van de deelnemers door omstandigheden langer dan twee jaar duurt, dan blijft de maximumvergoeding € 16.500,-. De deelnemers vallen daarna onder het reguliere regime van de lerarenbeurs. Eventuele aanvullende kosten dienen door het schoolbestuur zelf te worden gedragen.
6.
Tijdens en na afloop van het tweejarig traject werken de schoolbesturen, de zittende leraren en de vervangende leraren mee aan een beperkt monitoronderzoek.
7.
Als bijlagen bij het aanmeldformulier worden meegestuurd:
-
Kopie aanvraagformulieren voor de Lerarenbeurs van zowel de zittende als de vervangende leraar of indien van toepassing het aanmeldformulier voor de zij-instroomregeling.
-
Een schriftelijke verklaring van de vervangende leraar dat hij/ zij geen regulier dienstverband in het vo heeft voorafgaand aan het moment van indiensttreding in het kader van Vierslagleren.
8.
De werkgever verklaart in het aanmeldformulier dat hij de vervangende leraar een jaarcontract geeft voor minimaal de uren dat de vervangende leraar de zittende leraar vervangt, vermeerdert met zijn/haar studieverlofuren (minimaal 0,5 fte). Daarnaast zegt het schoolbestuur in zijn verklaring toe zich in te spannen om na afloop van de opleiding de vervangende leraar aan een baan in het vo te helpen alsmede garandeert hij een goede begeleiding van de vervangende leraar.
................................................................................... Over Voion Voion, het Arbeidsmarkt & Opleidingsfonds voor het voortgezet onderwijs, zet zich in om samen met scholen vraagstukken op te lossen op het gebied van arbeidsmarkt, mobiliteit, professionalisering en veilig, gezond en vitaal werken. Voion ondersteunt schoolbesturen, directies, P&O-ers, mr-en, arbocoördinatoren, maar ook docenten, oop’ers en sociale partners. Voion ontsluit kennis, doet onderzoek, ontwikkelt nieuwe instrumenten en adviseert en begeleidt scholen in (pilot)projecten. Ook initieert en faciliteert Voion netwerken op verschillende niveaus, publiceert good practices en biedt trainingen aan. Voion werkt voor en samen met werkgevers en werknemers in het voortgezet onderwijs, en wordt bestuurd door de sociale partners in het voortgezet onderwijs.
...................................................................................