© Johan Geuvens en Régis Benoit, Oostende, 2010. D/2010/Johan Geuvens en Régis Benoit, uitgevers NUR 693 ISBN 978-90-9025168-4 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs. Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van dit boek werd besteed, kunnen de auteurs geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen. De auteurs hebben geprobeerd eventuele auteursrechten van alle opgenomen afbeeldingen te achterhalen. Digitalisering bouwplannen en affiches: Reprodux, Oostende. Drukwerk: Drukkerij Lowyck, Oostende. Foto omslag: Cinema Rialto-Corso, 1951. Coll. familie Libin.
De wonderlijke wereld van pluche en pellicule Johan Geuvens en Régis Benoit
D e gesch i ed enis va n d e O osten dse cinema’s
10
Meynckens-films Brussel, Revue Belge du Cinéma, 25 september 1921.
11
Een eeuw cinema te OostendE Na de introductie van de eerste bewegende beelden op de kermissen en in variététheaters, breekt er een nieuw tijdperk aan als de eerste vaste cinema’s schuchter de kop opsteken in Oostende. Veel van die vroege variété- en projectiezalen zijn nooit uitgegroeid tot echte cinema’s maar toch zijn ze de grondleggers geweest van de cinema’s zoals wij ze kennen in hun huidig bestaan. Mede door het gevaar van de uiterst brandbare pellicule treedt op 13 juli 1908 de cinemawet in voege die de uitbaters een resem verplichtingen oplegt. Zo moeten ondermeer de bioscoopstoelen worden vastgeschroefd, de doorgangen vrij blijven, een aparte projectiecabine voorzien worden en de films in blikken dozen bewaard worden. In 1907 zien we nog sporadische filmvertoningen in de feestzaal van het Hôtel de Vienne, maar in 1908 wordt hier de eerste echte cinema van Oostende geboren, Cinema Pathé (later Rio en Plaza).
vlinders, vulkanen, het opstijgen in een vliegtuig, enzomeer..., beelden die nieuw zijn voor die tijd en tonen wat er leeft onder de bevolking. In die tijd zien we vooral Max Linder (Gabriel Leuvielle, Frankrijk, 1883-1925) en Nat Pinkerton (Pierre Bressol, Frankrijk, 1874-1925) furore maken. De beelden zijn hoekig en doen soms pijn aan de ogen, films breken geregeld af of kunnen elk ogenblik in brand schieten. De cinema staat nog in zijn kinderschoenen en veel films doen nog aan theatervoorstellingen denken. Populair zijn de episodenfilms alleszins, want wie zich aan de eerste episode laat vangen, komt meestal terug voor de vervolgvertoningen. De mensen gaan volledig op in de ervaring van de beelden. Ze huilen weg bij het zien van pathetische melodrama’s en ze brullen het uit bij het zoveelste slagroomtaartgevecht. Ze nemen elke emotie in de film letterlijk en beleven het zo echt dat ze één worden met de film. De slechterik wordt uitgespuwd, de goeie luidop toegejuicht.
Vanaf 1908 lanceert de Pathé-groep het distributiesysteem dat cinema-uitbaters toelaat hun films te huren in plaats van te kopen. Overal in het land worden Pathé-cinema’s uit de grond gestampt, ook Gaumont volgt korte tijd later. Ook nog in 1908 wordt een kleine cinemazaal geopend in de Leopoldgalerij, de Ultra. In 1911 is het de beurt aan Cinema Palace en in 1912 verwelkomt men voorbij Petit-Paris de Cinéma des Familles. De Royal en de Excelsior (later Volksbond en dan Nova) volgen in 1913 en de Sint-Sebastiaan in 1914. Voor het eerst zien mensen beelden van de andere kant van de wereld met documentaires over de walvissenjacht, exotische Harold Lloyd, pionier van de slapstick, in “Safety Last!”, 1923.
12
Vanaf de jaren ‘20 is het levenspatroon van de bevolking veranderd door de invoering van sociale verworvenheden als de zesdagenweek, betaalde vakantie, enzovoort. Vanaf nu kan ook het gewone volk tijd vrijmaken voor vermaak en vertier. In die dolle jaren ‘20 verschijnen de eerste luxezalen als de Moderne (later Cameo), Savigny, Forum, Odeon (later Roxy) en de Rialto. De kleine cinema’s brengen vertoningen onder begeleiding van een pianist, de grotere zoals de Forum en Rialto, hebben een heus symfonisch orkest.
van de late jaren ‘30 bereiken nu pas Europa. Aangevuld met nieuwe producties overspoelen ze ons land. Een resem nieuwe cinema’s opent in die dagen hun deuren, zoals de Mondial, ‘t Cenakel, Ideal, Paris, Ritz, Studiac (later Metro en dan Studio), Capitole, Eden en Orly. Het aantal cinema’s in Oostende klimt op tot zomaar eventjes 16! De toegangsprijzen zijn het duurst op het balkon en achteraan de benedenzaal, het goedkoopst echter vooraan, met de neus op het doek.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden voornamelijk Duitse en Franse gecensureerde films gedraaid, maar na de oorlog komt Hollywood naar Oostende. Heel wat Amerikaanse films
Oostende wordt een heuse filmstad in die periode. De sterren van het witte doek komen in hoogsteigen persoon naar de Koningin der Badsteden.
Pamflet Ciné Forum, «D-Day the Sixth of June», 1956. Coll. Freddy Denecker.
13
Van elke film zijn dan een vijftal kopieën in omloop die steevast naar eerstevisiezalen gaan in Brussel, Antwerpen en Gent, de zogenaamde sleutelsteden. In de zomermaanden is Oostende echter derde filmstad van het land. Ook Italiaanse en Duitse producties zijn zeer gegeerd in die periode. Het sociale aspect is een troef voor het cinemabezoek; het avondje uit is soms belangrijker dan de film zelf. Dit succes blijft echter niet duren en in de zestiger jaren slaat de crisis een eerste keer toe. Vanaf het magische jaar 1958 is de TV aan een flinke opmars begonnen, wat een duidelijke weerslag heeft op het cinemabezoek. Ook is het bezoek aan de cinema slechts één van de vele keuzemogelijkheden geworden sinds de democratisering van de vrijetijdsmarkt en is de bevolking er een stuk mobieler op geworden. Dit doet vooral de verouderde cinema’s de das om. Een eerste golf van sluitingen volgt in de jaren ‘60. In die jaren sluiten de Nova, Ideal, Roxy, Ritz, Palace, Opex en Cameo hun deuren. De verminderde concurrentie geeft de resterende cinema’s iets meer ademruimte en even is er een kleine heropleving. De buurtcinema’s zijn goedkoper met hernemingen en verlengingen en geven soms twee films voor de prijs van één. Dit kan niet verhinderen dat de Eden en Orly niettemin sneuvelen in de jaren ‘70. De centrumzalen kunnen nog een tijdje het hoofd boven water houden maar enkele zijn genoodzaakt over te schakelen op dubbele sexprogramma’s. Vanaf de jaren ’80 kent de filmindustrie een tweede dieptepunt wanneer de video massaal doorbreekt en grote zalen niet langer rendabel zijn. Een tweede golf van sluitingen is het gevolg met de Forum en Plaza in 1985 en weinig later de Paris, Capitole en Studio. De Rialto overleeft die moeilijke jaren dankzij het overschakelen naar de meerzalencinema, midden de jaren ‘90 opgedreven tot een totaal van acht zalen. In 2007 komt er een nieuwe speler op de Oostendse markt met de komst van de Kinepolis.
Publiciteit Radio Marlein, Cine News, 29 april 1966.
24
Hôtel de Vienne, ca.1907. Coll. Erwin Mahieu.
Cinéma Pathé, 1931. Coll. André Van Caillie.
25
Pathé - Rio - Plaza 1908-1985 Langestraat 56 De eerste echte vaste cinema die Oostende rijk was, was de latere cinema Plaza in de Langestraat 56. De cinema wordt in de prille jaren van de vorige eeuw opgericht in het toenmalige Hôtel de Vienne, dat uitgebaat wordt door de heer en mevrouw Vindevogel. De eigenaar van het gebouw is Lodewijk Coetermans (sinds 1894), een voormalige diamantverkoper en op dat moment algemeen consul van Perzië te Antwerpen. Op dat moment spreken we echter nog niet van een vaste cinema, maar zitten we nog altijd in de periode dat de projectieapparatuur wordt opgesteld op een bepaalde locatie, meestal tijdelijk, in de feestzaal van een hotel of brasserie.
cinema bestaat uit een middelgrote zaal zonder balkon. Bij de opening op 4 juni 1908 spreekt men voor het eerst over «Cinéma Pathé Frères». Hector Vindevogel blijft voorlopig nog altijd uitbater van het Hôtel de Vienne. Eén van de attracties van die tijd is het filmen van grote evenementen, zoals de grote Oostendse Paasstoet, die gefilmd wordt door het «Maison Pathé» en op vrijdag 26 juni 1908 vertoond wordt in de Cinéma Pathé. De banden werden eerst naar Parijs gestuurd voor ontwikkeling en kwamen na zo’n twee weken terug.
Half juni 1907 slaat het «American Cinema Theatre» er zijn tenten op. De filmvoorstellingen worden gegeven in de feestzaal van het Hôtel de Vienne en de vertoningen zijn «sensationeel en van een compleet nieuw genre». Uiteraard gaat het hier enkel over sporadische filmvoorstellingen voor het zomerseizoen van 1907 als extra attractie in het Hôtel de Vienne. De vertoningen lopen het hele seizoen door, met orkest onder leiding van M. Nortut.
Het programma in de Pathé verandert elke dinsdag en vrijdag en omvat zowel komische als dramatische stukken. De voorstellingen zijn niet meer seizoensgebonden en lopen gewoon het hele jaar door.
Cinéma Pathé
De Cinéma Pathé gaat door met zijn filmvoorstellingen met in 1912 onder andere «La Dame aux Camélias» (Frankrijk 1911) met Sarah Bernhardt. Men spreekt van een cinematografisch meesterwerk. Ook «La Guerre des Balkans» lokt elke avond een talrijk publiek.
In 1908 is de Pathé-groep wereldleider op het vlak van de cinematografie en lanceert ze haar innoverend distributiesysteem. In hetzelfde jaar kondigt ze de opening aan van het «Théâtre des Nouveautés» in het Hôtel de Vienne. De familie Vindevogel heeft dus voor het seizoen 1908 een overeenkomst met de Pathé-groep die overal in Frankrijk en België cinema’s uit de grond stampt. De nieuwe wet op de cinema’s van 1908 is hier niet vreemd aan. De grote zaal van het Hôtel de Vienne wordt volledig omgevormd en heringericht op de meest comfortabele wijze. De
In december worden er onder andere «A la crèche» en «La course des taureaux» vertoond en men kondigt voorstellingen aan met begeleiding van de Gentse tenor M. Stevens.
De Zeewacht, 21-28 augustus 1920.
26
Filmprogramma Rialto-CorsoRio-Roxy, 15 maart 1946. Coll. Ignace Baillière. Postkaart Rio, ca.1946.
27
In 1926 doet Lodewijk Coetermans het gebouw (de nummers 54 en 56) van de hand en wordt het bij openbare verkoop toegewezen aan de gebroeders Vanden Broecke van de gelijknamige kolenhandel aan het Filip Van Maestrichtplein. De gebroeders Amerlinck nemen de uitbating van het hotel en de cinema over van de familie Vindevogel. Het hotel verandert van naam naar «Hôtel Concordia» en een deel van het hotel wordt als bowling ingericht.
In 1931 wordt Joseph Vanhakendover de nieuwe uitbater van Cinéma Pathé. Op zon- en feestdagen zijn er namiddagvertoningen van 13u30 tot 19u30, op maandag en donderdag telkens om 17u. Alle dagen zijn er avondvertoningen om 20u30. Nog tot 21 april 1932 wordt de naam Pathé gebruikt, met als laatste film «Doublepatte et Patachon»; dan sluit de cinema voor veranderingswerken.
Cinema Rio Vanaf 13 mei 1932 verandert de naam in Cinema Rio met als eerste film «Trader Horn» (VSA 1931 MGM). De plaatselijke verslaggever vermeldt: «De cinema werd gansch gemoderniseerd en met een eenige klankinstallatie uitgerust.» De benaming Rio wordt zijdelings leesbaar aan de gevel aangebracht. Op zondag 14 april 1935 woont Jefke Bruyninckx («de witte») en Nandje Buyl de vertoning bij in de Rio van de film «Alleen voor U», die zijn tweede week ingaat. De cinema’s Rialto, Rio, Roxy en Cameo zijn de laatste cinema’s waar in 1940 nog voor geadverteerd wordt. Na de oorlog herneemt de Rio zijn voorstellingen met «De Eerste Rebel», doch sluit direct hierna terug zijn deuren. Vier maand later, vanaf 21 april 1945 is de Rio terug open. De benaming Rio verdwijnt; de laatste film in de Cinema Rio is «Van Texas tot Tokyo» («We’ve never been licked», VSA 1943 Universal) met Richard Quine en Anne Gwynne. De cinema sluit zijn deuren voor veranderingswerken vanaf 30 mei 1952. Rio-Ciné, juni 1935. Coll. Erwin Mahieu.
De Zeewacht, 4 juni 1932.
28
Cinema Plaza In een bouwaanvraag van 20 juni 1952 door de gebroeders Vanden Broecke, die nog altijd eigenaar zijn van het pand, wordt in opdracht van Pierre Vanhakendover het aanbrengen van een marquise (een luifel of overkapping) aangevraagd met de benaming «Plaza» in plaats van «Rio». Het is een houten constructie die loopt over de gehele breedte van de cinema en 2,38m over het trottoir komt, met bovenaan de naam «Plaza». Onderaan de luifel is plaats voorzien om calicots (schilderingen met voorstellingen van de vertoonde film) op te hangen. Het ontwerp van de marquise was van de hand van architect C. Damman uit Brussel. De muren krijgen een geelachtige bekleding van opgespannen plastic bovenaan, met daaronder grijs gecapitonneerd simili-leder, verder, een bruinkleurige linoleum met lichtgroene tapijtlopers in de zijgangen, groene zetels en een geel gordijn. De cinema heeft nu ongeveer een 350-tal zetels. In de projectiecabine bevinden zich twee B12 projectors van Bauer.
Plaza, ca.1952. Coll. Freddy Denecker.
De volledig omgebouwde zaal heropent zijn deuren als «Plaza» op 11 juli 1952 met de Technicolor film «Een Gouden Meisje» («Golden Girl», VSA 1951 Twentieth Century-Fox) met Mitzi Gaynor en Dale Robertson. Kort daarna ondervindt de Plaza veel schade door de overstroming van 1953, die een groot deel van de binnenstad onder water zet. In 1957 kost de algemene ingang 10 frank, uitgezonderd op zon- en feestdagen. Cine Plaza, 1960. Coll. Freddy Denecker.
9
De Plaza is vooral een tweede- of derdevisiezaal, die voornamelijk B-films en hernemingen draait, in het bijzonder films die eerst in de Rialto vertoond zijn. Toch is het een niet te onderschatten zaal met tal van avonturenfilms, westerns en komische films die ook het jongere publiek weet te boeien. Ook in de jaren zestig houdt dit aan. Topfilms weten het publiek nog naar de Plaza te trekken, maar de cinema is over zijn glorieperiode heen.
Plaza, 1960. Coll. familie Delrue.
30
31
Publiciteitswagen Plaza-Rialto, Langestraat, 1960. Coll. familie Delrue. Filmvertoning «Sapphire» in de Plaza, 1960. Coll. Robert Mawet.
32
Aankondiging «Village of the Damned» in Ostend This Week, juli 1961.
Cine News, juli 1961. Coll. Freddy Denecker.
Plaza, juli 1961. Coll. familie Delrue. Cinematickets. Coll. Jan Nuytten.
34
Filmaffiche «Een kogel voor Joe» («A Bullet for Joey») in de Plaza in november 1955. Filmprogramma’s Plaza, Cine News 1960-1963. Coll. Freddy Denecker.
35
36
Begin jaren zeventig wordt de bar geïnstalleerd achterin de zaal. In 1979 wordt nog een nieuwe geluidsinstallatie geplaatst en wordt de projectiecabine van een plateau voorzien. Ook in de jaren tachtig zien we nog enkele goeie films passeren als «De Witte» (België 1980 New-Star films), doch in het zomerseizoen zijn het vooral de sexfilms die de cinema nog draaiende houden. De Pathé (Rio - Plaza) was de eerste vaste cinema in Oostende en bleef tot de sluiting in 1985 als één der langsten overeind (78 jaar), met uitzondering van de Rialto die ondertussen reeds meer dan 80 jaar bestaat. De cinema vestigde zich indertijd in het toenmalige Hôtel de Vienne, het latere Hotel Concordia en Oxford, en bleef gedurende al die jaren in hetzelfde gebouw gevestigd. De cinema zag tot twee keer toe de Duitse bezetter passeren en bleef als bij wonder gespaard van de bommenregen op de stad.
Plaza, ca.1984. © Foto J.J. Soenen. Coll. Roland Stubbe. De Plaza na de sluiting, 1985. Coll. Lieven Fonteyne.
37
Cine News, 13 juni 1980. Coll. Lieven Fonteyne. Cine News, 21 september 1973. Coll. Freddy Denecker.
Mede door de grote brand in cinema Rialto, was ook deze cinema, net als de Forum, gedoemd te sluiten. De laatste weinig roemrijke films in de Plaza zijn «Prison Babes» en «The Blonds», een dubbel sexprogramma. De cinema sluit zijn deuren op 24 mei 1985. De afbraak van het pand volgt in 1991. Intussen staat er een nieuwbouw, «Residentie Chateau du Centre I», een appartementsgebouw met op het gelijkvloers een leegstaand restaurant.