JCB-Project, Pune (India)
juni-september 2002
Beste mensen, Eindelijk, na vele weken van drukte en overwerk, is er de rust en tijd om met een nieuwsbrief te beginnen – een speciale editie van SHARE-Nieuws. Het ziet er nog kaal uit. Maar op dit moment hebben we nog niet de apparatuur in huis om het iets mooier te maken. Er is veel te vertellen, dus dit maal is de brief extra lang. Ik zal maar bij het begin begonnen - de verhuizing en onze start in Pune. Daarna een en ander over de vorderingen met het JCBproject (het Janadhar Capacity Building project, waarvoor ik uitgezonden ben). De verhuizing Voor mij was het een uitdaging om voor onbepaalde duur naar India te verhuizen (een jaar, drie jaar, nog langer?). Ik weet niet of er mensen zijn die verhuizen tot hun liefhebberij rekenen, maar ik hou er niet van. Ik weet wat verhuizen in Nederland betekent en ik ben al vele keren voor langere tijd in India geweest. Dus ik had wel een vaag idee wat ons te wachten stond. De laatste weken voor ons vertrek waren bijzonder druk. Er waren de gebruikelijke reisperikelen zoals verblijfspapieren aanvragen, tickets bestellen, geldzaken regelen, inentingen halen, koffers met kleding en belangrijke spullen inpakken. Maar daar kwam dit maal nog een en ander bij: ons huis onderverhuren, huisraad en projectmateriaal inpakken, registraties wijzigen … Ik bespaar jullie de details, maar het was alles bij elkaar behoorlijk uitputtend. Op 23 mei werden onze spullen opgehaald door de verhuizer en op 25 mei maakten we zelf de grote oversteek. De grootste drukte zou nu gelukkig voorbij zijn, dachten we. Het JCBproject zou officieel op 1 juli starten. Tot die tijd zouden we wat voorbereiding doen, maar vooral uitrusten. Maar die rust was van ongekend korte duur. Zoals gebruikelijk namen we onze intrek bij mijn schoonouders. Die wonen samen met mijn schoonzus Usha en haar dochter Priyanka in een drie-kamer flat. Als we in India zijn hebben wij hier een kleine slaapkamer voor onszelf. Een grote luxe voor Indiase begrippen. De flat van mijn schoonouders is een zoete inval en een prettige plek voor een vakantie. Maar het is er veel te druk en te klein om aan een project te kunnen werken. Voor het project moesten we een kantoor gaan opzetten – eerst in onze eigen woning. Bovendien kon onze huisraad elk moment arriveren (dachten we). We hadden dus snel meer ruimte nodig. Een dak boven ons hoofd We waren van plan een woning te huren in de buurt van mijn schoonouders. Maar voor een langere periode bleek dat behoorlijk lastig. De flat boven de woning van mijn schoonouders bleek te koop. We wilden ooit eens een huis kopen in Pune, dus hebben we de knoop maar doorgehakt. Zo gebeurde het dat we vier dagen na aankomst al een huis hadden gekocht. Nou ja, we hadden een mondelinge overeenkomst en mijn schoonvader had een aanbetaling gedaan. De feitelijke afhandeling en registratie zou ondanks de ingehuurde hulp van een advocaat twee maanden in beslag nemen (volgens de mensen hier is dat erg snel!). De flat zou niet alleen ons onderdak moeten bieden, maar ook het tijdelijke “field office” voor het JCB-project. Maar voordat we onze intrek konden nemen moest er heel veel
gebeuren. De flat was nooit gebuikt. De eigenaar had een speculatief doel voor ogen en er was niets gedaan aan de inrichting. De kamers leken op kale garageboxen. De enige bewoner was een rat en die had er een beestenboel van gemaakt. Er moest dus veel verbeterd en opgeknapt worden. We hadden gerekend dat de werklieden wel tot het eind van juni druk zouden zijn – dus klaar bij de officiële aanvang van mijn uitzending. De werkelijkheid was natuurlijk anders. Het duurde lang voordat het werk kon beginnen. Er was veel tijd nodig om een rekening te openen. We gingen van het bekende kastje naar de muur. Vervolgens was het een behoorlijk gedoe om het benodigde geld snel van onze spaarrekening in Nederland naar India te krijgen. Maar de eigendomsoverdracht van de flat nam nog veel meer tijd in beslag: informatie verzamelen; vele documenten invullen; handtekeningen en stempels … De advocaat rende van het ene kantoor naar het andere. Het duurde alles bij elkaar zo lang dat de eigenaar ons uiteindelijk toestond om maar vast met het bouwwerk te beginnen. Verbouwing We wilden dat werk volgens goed Indiaas gebruik uitbesteden, maar dat bleek al snel een foute keuze te zijn. De aannemer was een waardeloze persoon. Ik moest continue aanwezig zijn anders zouden er “rampen” gebeuren. Na vier dagen was ik het zat en heb ik het werkvolk de flat uit gezet. Toen zijn we zelf op zoek gegaan naar werklieden. We vonden drie schilders via de huishoudster van mijn schoonouders, vier timmermannen vonden we via een houtwinkel bij ons in de buurt (meubilair wordt bij voorkeur thuis op maat gemaakt – veel stof en ongemak krijg je er gratis bij). Een metselaar met zijn zus deden het tegelwerk (vrouwen doen hier het sjouwwerk) en een elektricien vonden we via een zus van Pramod (mijn vrouw). De Gouden Gids bracht ons een luie loodgieter met zijn “slaafje” (zodra ik de flat uit was bleek de man te gaan liggen slapen op een stukje karton en liet zijn maatje al het werk doen). Het werk ging naar onze zin. Ik hoefde hen niet de hele tijd op de vingers te kijken en kon ook voldoende aandacht besteden aan het project. Maar het ging langzaam. Vooral het schilderwerk koste veel tijd. Logisch want de schilders werden betaald op dagloonbasis. Verder ging er nog wel eens een boormachine kapot of waren er te weinig handen om het werk vlot te kunnen doen. Dus ben ik af en toe zelf maar gaan helpen. De doe-het-zelver is hier volstrekt onbekend en er was dus grote verbazing bij de werklieden en de buren. Eind augustus, dus twee maanden later dan gedacht, was de flat bewoonbaar en kon het kantoor ingericht worden. Zeevracht Onze huisraad en projectspullen zijn per schip naar India vervoerd. Het transport zou er zes weken over doen en omstreeks half juni in onze woning staan. Maar pas in juli kregen wij bezoek van een man van het verhuisbedrijf met een enorme papierwinkel en een onaangename verassing. We moesten persoonlijk aanwezig zijn bij het inklaren van onze spullen bij de douane in Bombay. In onze aanwezigheid zou men de kist openen en alles uitpakken! In gedachten zag ik de ellende al voor me: alles op een hoop en geen mens die het ooit weer terug zou krijgen in de oorspronkelijke verpakking. Een en ander zou de hele dag in beslag nemen. 23 Juli was het dan zover. Gelukkig wonen we niet zo ver van Bombay (zo’n 180 km – 4 uur reizen). Een ander “slachtoffers” was een medewerker van de Indiase ambassade in Nederland. Hij was op weg naar New Delhi en wachtte op de inspectie van zijn 360 dozen (ik vond onze vracht van 46 dozen al veel). De dag bestond voornamelijk uit wachten in een hete loods. Uiteindelijk werd de kist geopend. Gelukkig werd slechts globaal naar de inhoud van enkele “interessante” dozen gekeken. Daarna werd door onze agent lang onderhandeld over de prijs. Rs. 21,000 vonden we belachelijk veel voor onze oude “rommel” en er werd opnieuw onderhandeld. De uiteindelijke prijs werd vastgesteld op Rs. 17,000. Ondanks meerdere verzoeken hebben we nog steeds geen eindafrekening gekregen. Er zal dus wel enige corruptie in het spel zijn. Een week later werden onze spullen thuis afgeleverd.
Eerste JCB-project resultaten Het JCB-project heeft twee hoofddoelen. In de eerste plaats zorgen dat de organisatie Janadhar Pratishthan beter gaat functioneren (zoals een kantoor opzetten, medewerkers opleiden, het bestuur verbeteren). In de tweede plaats heeft het JCB-project tot doel de activiteiten van Janadhar met kansarmen te verbeteren (onder andere een proefproject opzetten en de dagelijkse activiteiten stroomlijnen). Organisatie verbeteren Volgens plan is een kamer in onze flat gereserveerd als tijdelijke field office voor het JCBproject. We hebben van Wilde Ganzen steun gekregen om het kantoor in te richten. Bij afloop van het JCB-project zullen we de inventaris formeel overdragen aan Janadhar Pratishthan. Het is de bedoeling dat dan elders een ruimte wordt ingericht als Janadhar Resource Centre – een kantoor voor Janadhar en steunpunt voor kansarmen. Eind augustus zijn we begonnen met het inrichten. Het vinden van goed kantoormeubilair is tijdrovend. Bovendien moet alles nog gemaakt worden nadat het besteld is. De telefoonaansluiting bleek een grote uitzondering op de regel dat alles hier zo lang duurt. Volgens het telefoonbedrijf zou de aansluiting een maand op zich laten wachten, maar tot onze verbazing werd de lijn na vier dagen al aangesloten (het weekend meegerekend)! We kunnen overal vandaan gebeld worden, maar wij kunnen nog niet internationaal bellen. Daarvoor moeten we eerst weer door een bureaucratische molen. Gelukkig werkt mijn e-mail nu wel goed. Om geen tijd te verspillen heb ik eerst een inrichting geïmproviseerd. Mijn kast met studieboeken en onderzoeksmateriaal in de office gezet; een oude werktafel die ik eens heb weggegeven weer tijdelijk ingepikt; een ijzeren klapstoel geleend bij mijn schoonouders en mijn oude trage privé PC geïnstalleerd. Het JCB kantoor ging zo van start. Inmiddels hebben we het kantoormeubilair geïnstalleerd. Nu alleen nog de nieuwe computer met randapparatuur. Met het zoeken naar een PC moesten we wachten tot het Ganpati-festival voorbij zou zijn (lijkt wel wat op Kerstfeest). Het was onnoemelijk druk in de stad en veel wegen waren afgesloten voor alle verkeer. Het feest duurde 10 dagen. Maar al lang voordat het feest begint zijn overal langs de weg mooi beschilderde beelden van de olifantgod Ganpati te koop. In processies met veel kabaal en muziek worden de beelden van klei naar hun tijdelijke woonplaats gebracht. Kleine processies van de doorsnee huishoudens, grote processies van de rijken en hele massale processies van wijkorganisaties kleuren het straatbeeld en maken van het verkeer een nog grotere chaos dan gebruikelijk. Ganpati feestcommissies maken podiums langs de weg met Ganpatibeelden, waterorgels en keiharde muziek. Het feest wordt afgesloten met een processie naar de rivier waar de beelden worden ondergedompeld. Honderdduizenden nemen deel aan de eindprocessie. Urenlang staan de mensen in de rij en wachten geduldig op hun beurt. Het duurde dit jaar “slechts” 29 uur – 4 uur korter dan vorig jaar. In oktober volgt het Durga festival (lijkt op Ganpati feest; geïmporteerd vanuit Calcutta), in november is het Diwali (lichtfeest), in december is het Kerst. Dus geen gebrek aan festivals en lekker veel vrij voor de schoolkindjes. Het werk voor het JCB-project was in juni al gestart. Op mijn eigen oude PC heb ik de administratie voor het project opgezet en er is een begin gemaakt met de communicatie via email. Helaas had het adressenbestand de verhuizing niet overleefd hetgeen een behoorlijke vertraging in de correspondentie opleverde. Voor het project hebben we een bankrekening geopend en steungelden vanuit Nederland overgeboekt. De euro was in de voorafgaande weken behoorlijk gestegen waardoor we een kleine financiële meevaller voor het project hadden. We hebben besprekingen gehad over de vorm en toekomst van het bestuur. Het vinden van mensen met kennis en ervaring is niet zo moeilijk; maar het vinden van mensen die daarnaast ook nog de nodige motivatie hebben zal niet meevallen. Sneller dan verwacht hebben we een tweede medewerkster gevonden. Dat was op aanbeveling van mijn schoonzus Usha (tot voor kort onze enige “social worker”). Sinds half juni werken Usha en mevrouw Shaikh samen in de krottenwijken. Mevrouw Shaikh heeft ervaring met liefdadigheidswerk in krottenwijken in Bombay. Het is de bedoeling dat we de komende weken nog twee medewerksters aanstellen.
Een eerste evaluatie van de activiteiten leert dat het Janadhar vooral ontbreekt leiding en beleid. Er zijn wel eigen initiatieven, maar die passen niet altijd goed binnen de doelstellingen van de organisatie. Ze zijn nog teveel gericht op de korte termijn. Er wordt geen gebruik gemaakt van een systematische werkwijze. Er is geen planning, evaluatie en bezinning van de activiteiten. We zullen dus veel aandacht besteden aan het trainen van de noodzakelijke vaardigheden. Activiteiten in de krottenwijk Het werk in de krottenwijk stond op een laag pitje toen we in India arriveerden. De activiteiten met de vrouwengroep die de schriften maakt verloopt stroef. Hun werk is gestopt omdat de afnemer, een lokale organisatie, de afspraken niet kon nakomen. Slechts een handjevol vrouwen van deze groep komt nog naar de bijeenkomsten met Usha. Ze zeggen dat ze zijn moe van de bijeenkomsten en willen concrete resultaten zien. Ze hebben natuurlijk gelijk. Helaas was Usha in haar eentje niet in staat om het project op een voldoende niveau voort te zetten (dat was een aanleiding voor het JCB-project). Het gebrek aan interesse is echter niet geheel aan Usha te wijten. In de wijk is een grote “foster parents” organisatie actief. Ze zouden hun werk in de wijk gaan afbouwen, maar kennelijk heeft men de plannen veranderd. Meer dan voorheen houdt men zich bezig met het “uitdelen” van hulp. Als gevolg vragen de mensen nu ook dergelijke hapklare oplossingen van Usha. Een vrouwengroep die zich ooit afsplitste van Usha’s groep (wegens mooie beloften van een lokale politieke partij) heeft Usha weer om steun gevraagd (de politiek heeft hen teleurgesteld, zoals gebruikelijk). Deze groep wil graag kaarsen gaan maken. Wij hebben afgesproken dat wij eerst zullen te uitzoeken of dat product wel ergens verkocht kan worden. Daarna zullen we verdere stappen ondernemen. We hebben al een paar organisaties gevonden die ervaring hebben met een “kaarsenproject”. Een tweede krottenwijklocatie en training We hebben leertraject nodig voor onze medewerkers dat past bij de doelstellingen van Janadhar. Janadhar beoogt groepen kansarme vrouwen te steunen en te organiseren, met als einddoel een betere participatie van hen en hun huisgenoten in het sociale, economische en politieke leven. We weten inmiddels dat voor Usha en mw. Shaikh de praktijk de meest geschikte leerschool is. We zullen dat aanvullen met een parttime opleiding tot social worker aan een van de instituten in Pune. Het project in de eerste krottenwijk, Rangit Vasahat, is voortgekomen uit wetenschappelijk onderzoek. Het project heeft dus geen ontwikkelingswerk doelstelling als basis. Bovendien zijn Usha en mw. Shaikh pas komen helpen toen het project al een liep. Dit is dus geen goede situatie om het werk vanaf het begin te kunnen leren. Daarom hebben we besloten van de JCB projectplannen af te wijken en naast de huidige projectlocatie zo snel mogelijk een tweede locatie op te starten. Usha en mw. Shaikh doen onder mijn begeleiding al het werk. Usha en mw. Shaikh hebben een aantal krottenwijken bezocht. Op basis van observaties en gesprekjes hebben we gekozen voor de krottenwijk Sutardara. Een grote wijk die gebouwd is tegen een heuvel, niet ver van onze flat. Een groot deel van de wijk is illegaal. Een politiek leider speelt hier de baas. Het ontbreekt de mensen aan alle denkbare basisvoorzieningen. Er is geen riolering (regenwater komt als een rivier van de steile helling naar beneden), er is geen drinkwater (openbare kranen zijn ver weg, onder aan de heuvel), er zijn geen wc’s (om naar de openlucht wc te gaan moet men over een schutting klimmen). We hebben een vragenlijst opgesteld en een klein onderzoekje uitgevoerd naar de leefomstandigheden van de bewoners, hun behoeften, wensen. Usha en mw. Shaikh hebben met zes groepen vrouwen gesproken (in totaal zo’n 75 personen). Op basis van deze informatie hebben we twee locaties gekozen om projecten op te starten. Die projecten zijn de motor voor de vorming van een vrouwengroep in de wijk.
Individuele hulpverlening Het werk dat wij doen laat zich moeilijk van achter het bureau plannen. Wij waren van plan om alleen te werken met groepen in krottenwijken. Maar wij krijgen ook verzoeken om individuele hulp van mensen die ver buiten de projectlocatie wonen. Usha en mw. Shaikh hebben een paar individuele gevallen opgepakt die noodzakelijk waren vanuit humanitair oogpunt. Het betreft bemiddeling naar medische hulp en bemiddeling naar juridische hulp. Deze gevallen hebben een grote educatieve waarde. Ze leren ons de problemen signaleren, informeren en bemiddelen - belangrijke taken van Janadhar! Een geval wil ik hier nader bespreken. Het betreft de gebroken voet van een schilder (de bemiddeling naar medische hulp). De echtgenoot van de huishoudster van mijn schoonouders is huisschilder. De schoonmaakster wees ons daarop toen ze hoorde dat wij een flat hadden gekocht. Wij hebben hem gevraagd voor schilderwerk. Tijdens zijn werk ontdekte ik dat hij trok met zijn linkerbeen. Hij vertelde dat hij een maand eerder van het dak van zijn hut was gevallen en zijn voet had bezeerd. De voet was zeer pijnlijk en gezwollen - volgens ons waarschijnlijk gebroken. Wij hebben de schilder geadviseerd naar een dokter te gaan. Usha heeft vooraf de dokter gesproken en de prijs van het consult verlaagd (Rs 20 – door de schilder betaald). De dokter kwam tot dezelfde conclusie en verwees de schilder naar een kliniek voor een röntgenfoto (Rs. 110, door ons betaald). Drie middenvoetsbeentjes waren gebroken. De schilder was bang voor het ziekenhuis en de kosten (Rs 500) en wilde liever geen behandeling. Maar volgens de dokter liep hij het risico dat zonder behandeling zijn voet geamputeerd zou moeten worden. Kansarmen hebben recht op betaalbare medische hulp en kunnen dat claimen in overheidsziekenhuizen (privé-klinieken helpen vaak pas nadat een flink voorschot is betaald). Onder begeleiding van Usha en mw. Shaikh is de schilder naar het overheidsziekenhuis gegaan (rickshaw kosten Rs. 100 voor onze rekening). Stevig onderhandelen door onze medewerksters was nodig om de man behandeld te krijgen en de prijs te reduceren tot Rs. 22 inclusief medicijnen (betaald door ons). De schilder heeft de behandeling zelfstandig voortgezet (op eigen kosten). Hij heeft zeer tegen zijn zin een tijdje in het gips thuis gezeten. Maar thuis zitten betekent geen inkomsten. Toen zijn voet geen pijn meer deed vond hij het wel genoeg en is hij weer aan het werk gegaan. Maar omdat de voet nog niet voldoende genezen was is zijn probleem inmiddels weer terug bij af. De zaak is dus nog niet afgesloten. Onze kosten tot op heden bedragen Rs. 232 (ongeveer E 4,50) en zijn betaald uit ons noodfonds. Dit geval laat zien dat voorlichting en begeleiding ook in individuele gevallen hard nodig kunnen zijn. De schilder was niet bewust van zijn probleem, het risico en de betaalbare oplossing. De man heeft een afwachtende houding en moest gemotiveerd worden om iets te ondernemen. Hij wist niet dat het overheidsziekenhuis betaalbare hulp moet geven (die kennis verspreid hij nu naar familieleden en buurtbewoners). Ondanks deze regeling was bemiddeling door Janadhar nodig want anders was de schilder niet geholpen. Tot zover onze berichtgeving. Als deze nieuwsbrief aanleiding geeft tot vragen, opmerking of andere reacties dan horen wij dat graag.
Met vriendelijke groeten, Marcel van Kampen (projectadviseur)
A-4, Sajjangad State Bank hsg. society Off Paud Road Pune – 411038 INDIA telefoon: ++.91.20.5389429 e-mail:
[email protected]