Jaarverslag
JMW: sociale zorg voor de Joden in Nederland
De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam Telefoon 020-577 65 77 Telefax 020-577 65 00
[email protected] www.joodswelzijn.nl
Vormgeving Dickhoff Design Druk Drukkerij Hega Illustraties Arend van Dam
Jaarverslag
5
Profiel van de doelgroep
7
Profiel van JMW
8
De effecten
10
Instellingszaken
12
Hulpverlening
18
Zorg & Preventie
28
Thuiszorg
32
Klachten
34
Cliënten- en deelnemersraad
37
Gemeenschapsraad
38
Raad van Toezicht, bestuur, medewerkers, kantoren
40
Financieel verslag
4
PROFIEL VAN DE DOELGROEP In 2010 werd het nieuwe, geactualiseerde socio-demografische onderzoek naar de Joden in Nederland gepubliceerd. Het leverde veel en vooral bijzondere resultaten op. Voor het eerst kon een nauwkeurige berekening van het aantal Joden in Nederland worden gemaakt. Die herberekening, waarbij factoren in aanmerking werden genomen die voorheen werden veronachtzaamd, leidt ertoe dat we kunnen spreken van een 52.600 zielen tellende Joodse gemeenschap. Tezamen met hun bijna 10.000 niet-Joodse partners bestaat de doelgroep van JMW derhalve uit meer dan 62.000 personen. Andere opzienbarende uitkomsten van het onderzoek: • ongeveer 10.000 van de 52.600 Joden hebben een Israëlische achtergrond, • de Nederlands-Joodse bevolking is vergrijsd en kent een zeer groot percentage baby-boomers, • men begint op een relatief hoge leeftijd aan een vaste relatie, • er sprake is van een hoog percentage echtscheidingen, • men krijgt laat en weinig kinderen, • in het algemeen en in het bijzonder voor degenen die geboren werden tussen 1925 en ’45 geldt dat zij op een eenzaamheidsschaal hoog scoren (zich eenzaam voelen) vergeleken met de scores die voor heel Nederland zijn gevonden, • circa de helft van alle Joden in ons land ervaart nog direct of indirect problemen door de oorlog en is met antisemitisme geconfronteerd geweest. Ook nieuw in het onderzoek was, dat er geprobeerd is trends in de Joodse binding vast te stellen. Joodse binding kent meerdere aspecten: cultuur, het sociale, Israël, religie en traditie, antisemitisme, de Tweede Wereldoorlog. Op sommige bindingsterreinen, bijvoorbeeld Israël en de oorlog, is er bij jongeren sprake van een verminderende binding; op andere terreinen, bijvoorbeeld de sociale component en antisemitisme, bleef de binding sterk. Per saldo is er een licht dalende trend. Vooral mensen met twee Joodse ouders en een Joodse partner hebben een sterke Joodse binding. Slechts 45% van de Joden in Nederland heeft twee Joodse ouders en meer dan 60% heeft een nietJoodse partner. Overigens blijkt niet minder dan 30% van de niet-Joodse partners de Joodse betrokkenheid van hun Joodse partner te stimuleren en ziet 76% vader-Joden als Jood, mits zij zichzelf ook Joods voelen. Hoe veelvormig de Joodse groep er ook uitziet, 90% van de Joden in Nederland heeft een zekere Joodse binding en bij 60% is die binding op zijn minst ‘tamelijk sterk’ te noemen. Als we echter kijken naar de Joodse organisatiegraad, dan blijkt slechts 16% lid te zijn van een Joods kerkgenootschap. Kortom: de verschillende terreinen van Joodse binding zijn in beweging en geven aanleiding om om te zien naar andere uitingsmogelijkheden die inspelen op de binding die Joden met hun Joodse identiteit hebben. De vereniging ‘Joodse Naoorlogse Generatie’ (JONAG), het Joodse educatief centrum ‘Crescas’, de Joodse Omroep, het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW), het Joods Historisch Museum, Maccabi Nederland en JMW hebben daarom het initiatief genomen tot de oprichting van een landelijk Joods Netwerk, JONET. JONET (www.jonet.nl) is een landelijk Joods netwerk dat een bindmiddel beoogd te zijn voor alle Joden in ons land waar zij uitdrukking kunnen geven aan hun verbondenheid met hun Joodse identiteit, ongeacht de inhoud ervan.
5
JONET, het internetplatform voor Joods Nederland
Thuiszorg in Amsterdam en omgeving Afdeling 50+, 75+ en Joods Pluspunt Vluchtelingen- en migrantenwerk
Joodse Vrienden
Joodse activiteiten
Mediation Maatschappelijk werk voor vervolgingsslachtoffers Gratis kwartaalblad de Benjamin
Jeugdzorg
Hulpverlening
Personeelsfeest
6
Groepswerk
Vrijwilligerswerk
PROFIEL VAN JMW De stichting Joods Maatschappelijk Werk werd formeel op 28 november 1946 opgericht om “de gehele sociale zorg aan de Joden in Nederland te coördineren, te bevorderen en uit te oefenen”. Deze aan JMW’s oprichtingsakte ontleende doelstelling bepaalt ook nu nog het karakter van de instelling, in ten minste drie opzichten: • • •
het werkgebied van JMW omvat heel Nederland; de doelgroep beperkt zich tot de Joodse gemeenschap; het werkveld (de sociale zorg) is uitzonderlijk breed en omvat een groot aantal werksoorten.
Sinds JMW daadwerkelijk met zijn activiteiten in het kader van de ‘sociale zorg’ begon, in september 1948, hebben de effecten van de Tweede Wereldoorlog zich doen gelden. Veel hulpvragen waarmee de doelgroep zich wendt tot JMW worden in meer of mindere mate bepaald of gekleurd door de oorlog, hetgeen ook tot uiting komt in het grote beroep dat de doelgroep jaarlijks op de instelling doet. Het aanbod van JMW is verdeeld over drie sectoren: • • •
Hulpverlening (algemeen maatschappelijk werk, groepswerk, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 - 1945, jeugdzorg, mediation en vluchtelingen- en migrantenwerk); Zorg & Preventie (ouderenwerk, vrijwilligerswerk en samenlevingsopbouw); Thuiszorg (gezinsverzorging en wijkverpleging).
De dienstverlening van JMW is gebaseerd op het door de instelling ontwikkelde Model voor Integrale Hulpverlening dat erop gericht is om een zo licht mogelijke vorm van hulpverlening aan te bieden. In dat kader worden de cliënten van de sector ‘Zorg & Preventie’ aangeduid als ‘deelnemers’. Zij kunnen een beroep doen op een scala aan meestal groepsgebonden activiteiten gericht op identiteitsversterking en ter voorkoming van vereenzaming en isolement. JMW’s doelgroep is ruimer dan volgens de religieuze criteria, terwijl ook aan niet-Joodse leden van een huishouden hulp kan worden verleend. Wat de begeleiding betreft in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 - 1945 is JMW zelfs verplicht hulp te bieden aan nietJoodse slachtoffers van vervolging. Het beleid van JMW is er expliciet op gericht ook de zogeheten ‘ongebonden Joden’ (degenen die niet tot het ledenbestand van een Joods kerkgenootschap horen) te bereiken. Zij vormen de meerderheid van de huidige Joodse gemeenschap. Het hoofdkantoor van JMW is in Amsterdam, de overige vestigingen zijn in Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Rotterdam en Den Haag. Het werk van JMW wordt voor het grootste deel gesubsidieerd, door zowel de Rijksoverheid als de lokale overheden van de drie grootste steden. In de financiering van de tekorten wordt voorzien door particuliere Joodse fondsen, aangevuld met incidentele particuliere bijdragen, en de Amerikaans-Joodse organisatie ‘Conference on Jewish Material Claims against Germany, kortweg de Claims Conference. JMW heeft een bestuur en kent als overige statutaire organen: een Raad van Toezicht, een Cliënten- en deelnemersraad, een Klachtencommissie, een Ondernemingsraad en een Gemeenschapsraad. Daarnaast kent de instelling een Vrijwilligersraad, die de specifieke belangen behartigt van de vrijwilligers. 7
DE EFFECTEN Wanneer we het bij JMW hebben over de effecten kan het, zeker in deze tijd van financiële zorgen, gaan over de beleggingen van onze steunstichting, maar meestal worden heel andere effecten bedoeld. Dé effecten bij JMW betreffen vooral de directe en indirecte gevolgen van de oorlog voor het welzijn van onze doelgroep. In tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht koestert JMW die effecten niet, maar wordt het er jaar na jaar mee geconfronteerd. Al in de jaren tachtig woei er in het bestuur van JMW een harde wind om nu eens de oorlog achter ons te laten en werd de werkorganisatie de noodzaak voorgehouden de bakens te verzetten. Hoezeer achtereenvolgende directies dat goedbedoelde advies ook ter harte namen, het is er eigenlijk nooit van gekomen: jaar na jaar wordt JMW door zijn cliënten, deelnemers en door incidenten en ontwikkelingen in de samenleving met zijn neus op de oorlog gedrukt. In de afgelopen periode waren het issues en non-issues als de boom van Anne Frank, de oplichter Bernard Madoff, het proces Demjanjuk, het verbod op ritueel slachten en de spreekkoren in de voetbalstadions die onze doelgroep ‘triggerden’. Om het preciezer te stellen: de door de oorlog veroorzaakte, sluimerende onveiligheid wordt getriggerd.
8
Aan het daderschap komt een eind. De dader zit zijn straf uit of de daad verjaart. De status van slachtoffer is veelal niet voor verjaring vatbaar. De behoefte om zich te bevrijden van de ketens van het slachtofferschap is overigens niet exemplarisch voor JMW. In het jaar waarin in Nederland de eerste slachtoffers een beroep deden op de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 - 1945, 1973, vond in Israël een internationaal criminologisch symposium plaats, waarvan de Nederlandse criminoloog W.H. Nagel van de Universiteit van Leiden verslag deed (in het International Journal of Criminology and Penology, 1974, 2, 99-132). Op het symposium, dat plaatsvond in het auditorium van de Van Leerstichting, introduceerde de Israëlische rechtsgeleerde Benjamin Mendelsohn het begrip Victimologie: de studie van het slachtoffer en het slachtofferschap in medisch, sociologisch en psychisch opzicht. Met zijn nieuwe discipline beoogde Mendelsohn het slachtoffer in de criminologie even centraal te stellen als de dader, naar wie tot dan toe de aandacht uitging. Niet alleen echter ging het Mendelsohn om de aandacht voor het leed dat het slachtoffer van misdrijven was toegebracht, maar, zo bleek uit zijn voordracht, om het slachtoffer te bevrijden van het slachtoffer-zijn. Onlangs zijn aan de hulpverlening in ons land belangrijke psychiaters ontvallen, die, zelf slachtoffer van de Sjoa, decennia lang hulp hebben geboden aan Joodse vervolgingsslachtoffers, vaak samen met JMW: de ook als schrijver bekendheid genietende Hans Keilson en de nestor van de Nederlandse psychotherapie Louis Tas. Zij en andere Joodse psychiaters van naam die hen voorgingen, zoals bijvoorbeeld Jacques Tas, Herman Musaph en Eddy de Wind, hebben met enorme energie geprobeerd de effecten van de jaren ’40 - ‘45 in hun patiënten tot staan te brengen. Allen zijn
Verzetsmonument Walraven van Hall
echter vroeg of laat tot het besef gekomen dat het streven van Mendelsohn te hoog gegrepen was. Het onvermogen van de hulpverlener om de effecten van de Sjoa te niet te doen komt voor een deel voor rekening van het besef onder de slachtoffers dat de omringende wereld zich van het persoonlijk leed dat de Sjoa hen toebracht geen voorstelling kan maken. Het gevolg is een (ook in het recente socio-demografische onderzoek gesignaleerde) vorm van ‘situatieve eenzaamheid’ waaruit men zich moeilijk kan bevrijden en die gepaard gaat met een wereldbeeld onder de slachtoffers waaraan zij met één verzuchting uiting geven: ‘de hele wereld stak geen poot uit toen we uit ons huis werden gesleept.’ Uiteraard vormen verzuchtingen geen objectieve wetenschap. Los van de (aanvechtbare) opvatting van de bekende emeritus hoogleraar sociologie André Köbben, dat meer verzet, wat betreft het lot van de Joden, tot geen ander resultaat zou hebben geleid, zijn er gelukkig helden geweest die met gevaar voor eigen leven Joden hebben geholpen te vluchten of onder te duiken. Sinds de jaren vijftig worden zij door Israël geëerd als ‘rechtvaardigen onder de volken’ met de Jad Vashemonderscheiding. Vergeleken met andere nationaliteiten is die onderscheiding juist naar een opmerkelijk groot aantal Nederlanders gegaan! Naar één van hen ging in 2010 speciale aandacht: Walraven van Hall. Van Hall stak wel degelijk een poot uit. Het gaat weer over effecten: Walraven van Hall werd in 1906 geboren als zoon van een Amsterdamse bankier en latere voorzitter van de effectenbeurs. Zijn slechte ogen dwongen Walraven zijn loopbaan op zee op te geven en op 23-jarige leeftijd trad hij als commissionair op de beurs in de voetsporen van zijn vader. Toen de oorlog uitbrak trok hij zich het lot aan van de gezinnen van buitengaats verkerende Nederlandse zeelieden en zette een steunfonds op dat uitgroeide tot de belangrijkste financier van het Nederlandse verzet waardoor ook tienduizenden Joden en andere onderduikers van geld en voedsel werden voorzien. Zijn reputatie als ‘bankier van het verzet’ dankt hij vooral aan de grootste financiële zwendel met effecten in ons land ooit, waarbij hij vijftig miljoen gulden (omgerekend nu: zo’n half miljard euro) uit de kluizen van de Nederlandsche Bank wist te verduisteren, een plan bedacht door zijn broer, de latere burgemeester van Amsterdam Gijs van Hall. Met de Bevrijding in zicht werd de spil van het verzet, die Walraven was, verraden en werd hij korte tijd na zijn arrestatie geëxecuteerd. In het verslagjaar werd een monument ter nagedachtenis van Van Hall onthuld, op het Amsterdamse Frederiksplein recht tegenover de Nederlandsche Bank. 9
De aandacht voor Van Hall in het verslagjaar kan een ingeprent wereldbeeld dat onder de slachtoffers van de Sjoa heeft postgevat niet doen verdwijnen, maar wel verzachten. Ook dat is een belangrijk effect: JMW doet niet anders.
INSTELLINGSZAKEN In het kort Als ‘instellingszaken’ kunnen alle zaken worden beschouwd die de afzonderlijke sectoren (Hulpverlening, Thuiszorg en Zorg & Preventie) overstijgen. De belangrijkste instellingszaak is, uiteraard, het totale aantal personen dat op de organisatie een beroep deed. Gecorrigeerd naar het aantal personen dat een beroep deed op meerdere werksoorten ging het in het verslagjaar om 4.411 personen, zogeheten unieke personen. Op een doelgroep van ruim vijftigduizend zielen betekent dat nog altijd een opmerkelijk hoog percentage, dat zich maar moeilijk laat verklaren zonder de effecten van de Sjoa daarbij in aanmerking te nemen. Het socio-demografisch onderzoek uit 2001 (‘De Joden in Nederland anno 2000’) werd geactualiseerd en de onderzoeksresultaten werden in het verslagjaar gepresenteerd. Tijdens de feestelijke presentatie in het stadhuis van Amsterdam kreeg het geïnstitutionaliseerde Nederlandse jodendom de kans vertrouwd te raken met de nieuwe uitkomsten betreffende de Joodse bevolking in ‘maat en getal’, opdat ook andere organisaties rekening kunnen houden met de huidige samenstelling van de Joodse gemeenschap. De samenvatting van het onderzoek werd daarnaast uitgebracht in een apart nummer van ons kwartaalblad, De Benjamin (in een oplage van ruim 8.000), opdat ook de doelgroep als geheel kennis kon nemen van de belangrijkste feiten over de gemeenschap waarvan zij deel uitmaakt: een gemeenschap die in overgrote meerderheid niet is aangesloten bij een Joods kerkgenootschap, maar desondanks een sterke binding heeft met zijn Joodse ‘roots’. Men zou kunnen spreken van een virtuele binding.
10
Dat inzicht heeft JMW bewogen om tijdens de presentatie van het onderzoek de aftrap te doen van een in Joods Nederland geheel nieuw project: JONET. JONET is een Joods landelijk netwerk, dat, in het kader van ons opbouwwerk, erop gericht is mensen de mogelijkheid te bieden om met anderen met een Joodse achtergrond contact te onderhouden, in eerste plaats via internet. Inmiddels ‘draait’ de site met groot succes. De bezoekers van de site (www.jonet.nl/Hoe-Joods-ben-ik-aspx) kunnen door het invullen van een vragenlijst zelf zien hoe sterk hun Joodse binding is en die vergelijken met die van anderen. Met dit nieuwe project, waarin naast JMW, het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW), de Joodse Omroep, Crescas, het Joods Historisch Museum (JHM), de vereniging De Joodse Naoorlogse Generatie (Jonag) en de sportvereniging Maccabi Nederland participeren, wordt ingespeeld op het door JMW ingezette beleid om zoveel mogelijk de niet-gebondenen binnen de Joodse gemeenschap te bereiken. Aan JONET gekoppeld is de website ‘Joodse vrienden’ die eveneens tot doel heeft mensen met elkaar in contact te brengen. In 2010 telde de site maar liefst 750 gebruikers.
Wat betreft de wezenkwestie heeft JMW’s steunstichting (het ‘Samenwerkingsverband JMW’) na moeizaam overleg uiteindelijk eenzijdig besloten een fonds Joodse Oorlogswezen in het leven te roepen. Dit fonds stelt geld beschikbaar voor projecten in het kader van bijvoorbeeld vakantiereisjes, etentjes en theaterbezoek. Daarnaast is het op individueel niveau mogelijk aanvragen te doen op het gebied van inrichtingskosten en huishoudelijke benodigdheden waarvoor de middelen ontbreken. In beide gevallen staat het fonds open voor Joodse oorlogswezen, die destijds onder voogdij stonden van de gefusioneerde Joodse voogdij-instellingen waarvan JMW de rechtsopvolger is. Er is een uitkeringscommissie in het leven geroepen bestaande uit personen die bekend zijn met het werkveld van JMW: mevr. mr. M. Pach, oud-voorzitter van de klachtencommissie, dr. P. Konijn, oud-voorzitter van de Cliënten- en deelnemersraad en de huidige voorzitter van de Gemeenschapsraad, mr. F. Salomon. Met de commissie is afgesproken dat ze een coulant beleid zal voeren. Het bestuursarchief van JMW is in het verslagjaar dankzij het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van VWS geïnventariseerd en samengebracht met de archieven van de voorgangers van JMW, zoals de JOKOS-dossiers en het JOKOS-bestuursarchief, het Fusiearchief, de LVVSformulieren en het archief van Le-Ezrath ha-Jeled. Archieven die al eerder waren gedeponeerd bij het Amsterdamse stadsarchief. Voor inzage in persoonlijke dossiers zal het beleid, zoals voorheen, uitgaan van de privacy-bewaking. Het overige deel van het dossier staat open voor wetenschappelijk onderzoek. De Raad van Toezicht heeft zich onder begeleiding van prof. dr. Pauline Meurs, voormalig voorzitter van de Commissie Health Care Governance, gebogen over haar rol. In het verslagjaar heeft de raad het wegens ziekte lang moeten stellen zonder haar voorzitter, maar prijst zich inmiddels gelukkig met zijn herstel. (Bij het ter perse gaan van dit verslag is de raad bezig om, volgens het rooster van aftreden, nieuwe raadsleden te werven). Eveneens verheugt onze organisatie zich in het herstel van onze sectormanager Financiën & Administratie, Ruud Mosch, die na een lange periode van ziekte in de loop van het verslagjaar zijn werkzaamheden hervatte. Tijdens zijn afwezigheid vonden wij in Peter Buitenhuis van het bureau EFK interim-management en advies een goede vervanger.
11
Aantal cliënten en contacten per werksoort
AMW Intake-contacten
12.591 1.115 60
Jeugdzorg 238
Vluchtelingen/migranten Wuv
998
cliënten totaal 1.413
701 incidentele en MAI-contacten totaal 4.988
contacten totaal 14.820
HULPVERLENING In het kort De sector Hulpverlening omvat het maatschappelijk werk (waaronder hulp ten behoeve van Israëli’s, migranten en vluchtelingen), de hulpverlening in het kader van de Wuv, groepswerk, jeugdzorg en mediation. In totaal werden er 1.413 cliënten geholpen, met wie 19.808 contacten werden onderhouden door de maatschappelijk werkers binnen de sector. Ten opzichte van 2009 bleef het aantal cliënten in de hulpverlening vrijwel gelijk. De instroom van nieuwe cliënten die voor een eerste keer een beroep deden op het artikel 2 fonds was dit verslagjaar beperkt. In november 2010 werd het kwaliteitssysteem van de sector Hulpverlening extern getoetst door “Det Norske Vertitas” (DNV) op basis van het certificatieschema 2008 voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Bij deze externe toetsing werden slechts drie zogeheten nonconformiteiten vastgesteld, waarop binnen de gestelde termijn een plan van aanpak werd ingediend bij DNV. Op basis van de uitkomst van deze toetsing heeft JMW Hulpverlening op 18 februari 2010 het HKZ-certificaat Welzijn en maatschappelijke hulp- en dienstverlening ontvangen. In 2010 werd één directiebeoordeling gehouden op basis van de uitkomsten van de interne audits, de managementrapportages over de voortgang van de hulpverlening, de analyse van het cliënttevredenheidsonderzoek en de ingediende klachten. In het verslagjaar werden tevens vier interne audits gehouden, waarin acht hulpverleningsonderwerpen aan de gestelde normen werden getoetst. In het verslagjaar werd evenals in voorgaande jaren de cliënten om een oordeel gevraagd over de geboden hulpverlening. Daartoe ontvangen zij na de beëindiging van het contact een enquête waarin zij anoniem hun mening kunnen geven over tal van aspecten van de geboden hulpverlening. Over het algemeen valt het oordeel van de respondenten over de hulpverlening van JMW (zeer) positief uit en nog iets positiever dan in 2009. Op de vragen over het hulpverleningsproces (voldoende bij de hulp betrokken; wat valt te bereiken; tussentijdse evaluatie en eindgesprek) werd ongeveer gelijk gescoord als over het jaar 2009. De cliënten gaven het maatschappelijk werk als cijfer een dikke 8. 12
530
Cliëntenregistratie Totaal aantal cliënten en contacten Hulpverlening Cliënten
1.413
Contacten
14.820
Incidentele + MAI-contacten
4.988
Algemeen maatschappelijk werk De meeste hulpvragen die het maatschappelijk werk in het verslagjaar bereikten betroffen, evenals voorgaande jaren, psychosociale problematiek, identiteitsproblematiek, vervolgingsgerelateerde problematiek, relatieproblemen en materiële hulpvragen zoals financiële problemen ten gevolge schulden en vermindering van inkomen. Hulpvragen aangaande opvoeding zijn in 2010 toegenomen. Aan het Noodfonds van de Amerikaans-Joodse organisatie, Conference, werd geen publiciteit gegeven, omdat het door de Claims Conference beschikbaar gestelde bedrag niet toereikend was voor de honorering van nieuwe aanvragen. Het beschikbare bedrag was echter wel toereikend om vervolgingsslachtoffers die in 2007 voor een uitkering van dit fonds in aanmerking kwamen opnieuw de mogelijkheid te bieden om een aanvraag voor een kleine toelage in te dienen. Aan 96 aanvragers kon dit jaar een eenmalige tegemoetkoming van € 210,– voor basisbehoeften op het gebied van (para)medische kosten en inrichtingskosten worden uitgekeerd. Aan cliënten met een laag inkomen bood JMW, zoals reeds vele decennia gebruikelijk, ook dit verslagjaar financiële ondersteuning. Het aantal cliënten dat succesvol een beroep op deze fondsen kon doen, daalde iets ten opzichte van voorgaande jaren. In 2010 ontvingen 57 cliënten financiële ondersteuning tegen 79 het vorig jaar. Deze daling lijkt samen te hangen met een verbeterde inkomenspositie van de vervolgingsslachtoffers als gevolg van de maandelijkse artikel 2-uitkering die zij van de Claims Conference ontvangen. In het project “Levensverhalen in Beeld”, waarin aan cliënten uit de eerste en tweede generatie de mogelijkheid wordt geboden het eigen levensverhaal op dvd vast te leggen, werden in 2010 twee opnamesessies gerealiseerd. Ook in 2010 werden verzoeken om inzage in het Jokosdossier ingediend. In een Jokosdossier zijn de gegevens vastgelegd, die na de oorlog werden gebruikt bij het indienen van een schadeclaim voor onder meer verloren gegane inboedels. In 2010 werden in totaal 129 dossiers voor inzage opgevraagd bij het Gemeente Archief Amsterdam. Voor de e-mailhulpverlening kwamen via de website van JMW geen nieuwe aanvragen binnen. Via de website werden op het emailadres
[email protected] 164 vragen aan het maatschappelijk werk gesteld.
13
Demjanjuk In april 2009 verzocht de stichting Sobibor JMW om ondersteuning van de medeaanklagers in het proces tegen Demjanjuk. De medeaanklagers zijn familieleden van degenen, die in de periode van maart tot oktober 1943 in Sobibor werden vermoord. Hetty van Emden en Hester Mouwes, ervaren maatschappelijk werkers in dienst van JMW, ondersteund door de leidinggevende Ella Oesterman, werden ook in dit verslagjaar voor deze taak vrijgemaakt. In overleg met de stichting Sobibor werd de ondersteuning van de 15 medeaanklagers voorbereid. Buiten de procesdagen in München werden meerdere bijeenkomsten gehouden waarin de betrokkenen en hun partners hun ervaringen konden delen. Op 19, 20 en 21 januari en op 23 en 24 februari 2010 werd het proces tegen Demjanjuk door de medeaanklagers en de maatschappelijk werkers van JMW bijgewoond. Het proces is inmiddels afgelopen. De indringende verslagen over de gebeurtenissen tijdens dit proces van enkele medeaanklagers en ondersteuners zijn geplaatst op de website van JMW.
Rapportages in het kader van de Wuv en de Wubo In het verslagjaar werden in totaal 27 eerste en 58 vervolgrapportages gemaakt: 16 eerste en 52 vervolgrapportages in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 - 1945 (Wuv) en 11 eerste en 6 aanvullende rapporten voor de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940 - 1945 (Wubo). Het totaal aantal rapportages in het kader van de oorlogswetten daalde ten opzichte van 2009 met 11 rapportages. Het aantal eerste rapporten voor de Wuv steeg echter met zes rapporten. De Tweede Kamer heeft in november 2008 groen licht gegeven voor de overheveling van de wetsuitvoering van de Pensioen- en Uitkeringsraad naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) op 1 januari 2011. Gedurende het verslagjaar nam JMW deel aan de bijeenkomsten van de zogeheten klankbordgroep, die door de staatssecretaris van het Ministerie van VWS in het leven werd geroepen om de overgang van de werkzaamheden van de PUR naar de SVB te begeleiden. In de klankbordgroep hadden belangenorganisaties uit de kring van vervolgingsslachtoffers een afvaardiging. De klankbordgroep kwam dit jaar nog twee keer bijeen. Met de SVB in Leiden werd begin november kennisgemaakt. Op 24 november werd een afsluitende bijeenkomst gehouden. In 2010 vond er twee maal een regulier overleg tussen een afvaardiging van de PUR en JMW plaats. In dit overleg werden tal van onderwerpen, die op de oorlogswetten betrekking hebben besproken. Voor de medewerkers van de sector Hulpverlening verzorgde de PUR in oktober een deskundigheidsbevordering en uitwisselingsbijeenkomst.
14
Jeugdzorg Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet op de Jeugdzorg heeft JMW heeft met de diverse overheden en bureaus jeugdzorg mandateringsovereenkomsten gesloten op basis waarvan de werkzaamheden in het kader van de jeugdzorg door JMW worden uitgevoerd. In het verslagjaar hielp JMW 33 gezinssystemen en 27 individuele jongeren binnen de ambulante jeugdhulpverlening. Evenals voorgaande jaren werden ouders of verzorgers geholpen bij diverse problemen in de opvoedingsituatie. De problematiek bij de individuele jongeren liep sterk uiteen. Aan de start van het verslagjaar kreeg een nieuw opgezet screeningsteam vorm onder leiding van de leidinggevende van het jeugdteam van JMW. De van buiten aangetrokken GZ-psycholoog en orthopedagoog nemen deel aan dit maandelijks overleg. Een externe jeugdpsychiater verleent hen op afroep consult. Het screeningsteam kwam twaalf keer bij elkaar. Tevens werd er in 2010 voor de jeugdteamleden maandelijks een deskundigheidsbevorderingsactiviteit georganiseerd. De psycholoog was bij de bijeenkomsten aanwezig. In 2010 woonden (gemiddeld) twee pupillen in een pleeggezin en twee jongeren in de begeleidwonenvoorziening. Het projectplan voor de Joodse scholengemeenschap Maimonides en de basisschool Rosj Pina met betrekking tot de integratieproblematiek van leerlingen met een Israëlische achtergrond werd voortgezet. In december van het verslagjaar werd een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau ingeschakeld om de projectdoelen verder vorm te geven. De jeugdbeschermingstaken van JMW werden ook dit jaar door de William Schrikker Groep (W.S.G.) uitgevoerd. In 2010 stonden (gemiddeld) 3 pupillen onder toeziende voogdij en 2 onder voogdij. In de jeugdreclassering werden geen pupillen begeleid. Evenals in 2009 werd door ons jeugdteam contact onderhouden met de Joodse scholen en jeugdverenigingen. Een maatschappelijk werker van het jeugdteam neemt structureel deel aan het zorgoverleg binnen de Joodse scholengemeenschap het Cheider. Tevens wordt hier maandelijks spreekuur gehouden voor leerlingen, ouders en leerkrachten. 15
Mediators Marc Grünfeld en Manja Pauka
Groepswerk Binnen het groepswerk spelen de thema’s Joodse identiteit en de invloed van de oorlog nog altijd een belangrijke rol. In dat kader gingen vier gespreksgroepen van start, respectievelijk onder de noemers: na-oorlogse generatie, kinderen van Joodse vaders, kind in de oorlog en Joodse identiteit. De groepen bieden gelegenheid om ervaringen uit te wisselen, begrip en erkenning bij elkaar te vinden en van elkaar te leren. In de gespreksgroep getiteld Bezoek aan Auschwitz en dan? werd gelegenheid geboden om, een aantal maanden na het bezoek aan de kampen, ervaringen met elkaar te delen en te praten over de uitwerking van de reis. March of the living is een jaarlijks terugkerende jongerenreis naar Auschwitz en andere concentratiekampen. De 25 jongeren worden begeleid door een groepswerker. Voor de reis komen de jongeren onder leiding van de groepswerker bijeen om voorbereid te worden op de reis, vervolgens vindt er een aantal bijeenkomsten plaats in Polen en terug in Nederland is er nog een afsluitende bijeenkomst. Op het door het JOK (Joodse Oorlogskinderen) en JONAG (Joodse Na-oorlogse Generatie) georganiseerde symposium werd gesproken over wat de twee verenigingen bindt. De gespreksgroepen gingen over overleven en veerkracht en werden door een groepswerker begeleid. De schrijfgroepen voorzien nog steeds in een behoefte. Aan de hand van een opdracht schrijven de deelnemers op persoonlijke wijze over gebeurtenissen uit hun leven en over specifieke Joodse thema’s.
16
Famileitherapeut, publicist en onderzoeker ouder-kind relaties Else-Marie van den Eerenbeemt spreekt over
LIEFDE, LEED EN LOYALITEIT LEZING
ZONDAG 21 MAART VAN 13.30 - 17.00 UUR Waarom eindigt het gesprek tussen mij en mijn moeder altijd in ruzie? Kan ik de breuk tussen mijn broer en mij nog herstellen? Waarom is mijn man meer met zijn moeder bezig dan met mij? Familie gaat een leven mee en is de krachtigste en tegelijkertijd meest kwetsbare band. De familie waarin je opgroeit heeft grote invloed op je latere leven. Het kleurt de relaties die je aangaat en de band met je eigen kinderen. In vele gevallen speelt de oorlogsachtergrond bij moeizame relaties nog steeds direct of indirect een rol. In haar lezing schetst Else-Marie van den Eerenbeemt aan de hand van voorbeelden uit haar praktijk de relaties tussen (schoon)ouders en kinderen, zussen en broers en gaat zij in op scheiding en andere breuken in het gezin. Na de lezing is er gelegenheid voor vragen, discussie en napraten. Plaats American Hotel Leidseplein, Amsterdam (ingang Leidsekade) Datum zondag 21 maart, 13.30 - 17.00 uur Kosten € 7,50 incl. koffie/thee Aanmelden
[email protected] of tel. 020-577 65 66
www.joodseactiviteiten.nl
Twee themabijeenkomsten met nagesprek vonden er dit jaar plaats. Onder de titel Liefde, leed en loyaliteit hield de bekende gezinstherapeute Else-Marie van den Eerenbeemt een lezing over problemen en kansen binnen familierelaties. De lezing vond veel weerklank en vormde de aanzet tot een open uitwisseling in de daarop volgende gespreksgroepen. De tweede lezing, getiteld Hoe overleef ik de erfenis, werd gegeven door journaliste Daphne Riksen. Erfenissen blijken veel emoties los te maken binnen families. Er komt vaak veel oud zeer naar boven. Er werden tips gegeven ter voorkoming van ruzie over de erfenis. Daarnaast werd praktische informatie gegeven en informatie over de mogelijkheden van mediation. In het kader van JMW gaat Pathé vonden voorts vier filmbijeenkomsten met nagesprek plaats. Het gaat hierbij om films waarbij altijd sprake is van een Joodse invalshoek. Twee eenmalige panelgesprekken vonden plaats met het oog op toekomstig welzijnsbeleid: een Israëlische panelgroep en een na-oorlogse generatie panelgroep. Op de jaarlijkse Limmoed werden vijf verschillende workshops gegeven door de groepswerkers met als gemeenschappelijke noemer Joodse identiteit. Mediation De investeringen die de laatste paar jaar zijn gedaan om de nieuwste loot in ons aanbod van de grond te tillen beginnen hun vruchten af te werpen. Eén zaak is in 2010 gestart en met succes afgerond. Partijen hebben hun conflict beslecht en de gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Twee andere zaken werden ook in het verslagjaar gestart, maar waren aan het eind van het jaar nog niet afgesloten. In een ander geval is de mediation anderszins succesvol geweest. Daar was oorspronkelijk de inzet om een echtscheiding via mediation te regelen, maar in de gesprekken daartoe kwamen de echtelieden op hun voornemen terug en besloten weer in hun relatie te investeren. Een aantal keren voerden de mediators van JMW (Manja Pauka en Marc Grünfeld) oriënterende gesprekken met cliënten, die nog niet tot een mediation leidden. Daarnaast werden de mediators door cliënten geconsulteerd met betrekking tot de mogelijkheden van mediation.
17
Activiteiten Cursus Levensverhalen Schrijven
Opbouwwerkactiviteiten Aantal deelnemers
230
Aantal deelnemers
20
Aantal deelnames
811
Aantal deelnames
146
Aantal bijeenkomsten
Babyboomers in Den Haag
40
Aantal deelnemers
103
Aantal deelnemers
Aantal deelnames
532
JMW-Tsavta
39
Nieuwsbrief
Aantal bijeenkomsten
8.381
500
Aantal deelnemers
12
Aantal deelnames
246
Aantal deelnames
12
Eenmalig
415
Aantal deelnemers
471
Aantal bijeenkomsten (hele dagen) 1
ZORG & PREVENTIE In het kort Het werk wordt uitgevoerd door 14 medewerkers en 168 vrijwilligers. De sector richt zich op gemeenschapsontwikkeling, versterking van de Joodse identiteit en vrijwillige zorg- en dienstverlening. De sector bestaat uit drie afdelingen: de afdeling Joodse activiteiten, de afdeling ouderenwerk oftewel 50+ en de afdeling vrijwilligerswerk. In het kader van de doelstelling vinden op diverse plaatsen in het land verschillende activiteiten plaats, zoals laagdrempelige sociaal-culturele ontmoetingsbijeenkomsten en themabijeenkomsten. Daarnaast vinden er ten behoeve van met name de ouderen vriendschappelijke huisbezoeken plaats en is er een ouderencentrum in Amsterdam. Hier worden activiteiten georganiseerd en kunnen bezoekers met individuele vragen bij een ouderenadviseur terecht. Joodse activiteiten/samenlevingsopbouw Het afgelopen jaar is het contact van de afdeling met de mediene versterkt. Er vonden drie medieneconferenties plaats: één in Den Haag, speciaal voor de babyboomers, één in Meppel en één in Den Bosch. De laatste twee bijeenkomsten waren voor alle leeftijdsgroepen. De bedoeling van deze bijeenkomsten was om te inventariseren waar mensen in de mediene vanuit Joods perspectief bekeken, behoefte aan hebben en zelforganisatie te ondersteunen en te stimuleren. Uit deze bijeenkomsten vloeiden verschillende initiatieven voort zoals een discussiegroep, een wandelgroep, een groep om samen feestdagen te vieren en een kookgroep. De resultaten van het laatste socio-demografisch onderzoek waren aanleiding voor JMW om een nieuw project op te starten: het Landelijk Joods Netwerk, JONET. Met dit project wil JMW een discussie op gang brengen over nieuwe vormen van Joodse binding. In het kader hiervan organiseerde de afdeling informatie- en discussiebijeenkomsten in een groot aantal provincies. Zoals gebruikelijk werd ook in dit verslagjaar een groot aantal groepsactiviteiten ontplooid. Wat betreft de groepen en het regionaal opbouwwerk wordt hier volstaan met een samenvatting van het werk van de vrijwilligersteams die op verschillende plaatsen in het land sociaal-culturele activiteiten organiseerden voor hun regionale achterban.
18
851
Tsavta activiteiten
Cursus Joodse Cultuur
Lezers
22
Eenmalig
Thema- en gespreksgroepen
Benjamin
Aantal bijeenkomsten
Brabant en Limburg De groep Bejachad Den Bosch kwam regelmatig bijeen. In huiskamerverband vonden activiteiten plaats waarvan zowel deelnemers als vrijwilligers nog steeds genieten.
Cursussen en activiteiten van sociaal-cultureel werk van Beth Simcha Aantal deelnames
1.241
Aantal bijeenkomsten Aantal deelnemers 147
Aantal deelnames Aantal bijeenkomsten
397 1.501 94 44
Aantal deelnemers
3.720 50
Telefooncirkel Aantal deelnemers
Aantal deelnemers Aantal deelnemers Opa/oma-project
5
135
95
Aantal deelnemers
44
Rosj ha Sjana 213
Aantal deelnemers
86
Zomerprogramma 9
Aantal deelnemers
12
30
Koffieochtenden Amstelveen
25
Nopjes dopjes
24
Theater
30
Ouderenadviseur
56
Belproject
6
Taalles Israëli’s
8
Huiskamerproject
7
Brievenproject
Aantal deelnemers Chanoeka feest
Incidentele activiteiten
Atelierbezoek
Eettafel Nesjomelet Aantal maaltijden
Preventief huisbezoek 23
Overige Beth Simcha activiteiten
Lunteren (vakantievoorziening) Aantal deelnemers
Aantal deelnemers Dagtochten
Flankerend ouderenbeleid Aantal deelnemers
60
Matzelunch/tea
Friendly visiting (vrijwilligers) Aantal cliënten
273
26
Bij de groep Finjan Breda lopen deze activiteiten ook nog steeds goed met een stabiel aantal deelnemers van tussen de 10 en de 15. Pesach en Rosj Hasjana werden gevierd in Venlo. Voor de regio Zuid-Nederland werd een uitstapje naar Maastricht georganiseerd. Het ‘Mediene Nieuws’ kwam twee maal uit. Amsterdam In Amsterdam werd evenals het voorgaande jaar een seider georganiseerd samen met JONAG, de vereniging de Joodse Naoorlogse Generatie. De samenwerking verliep goed en er waren iets meer dan 30 deelnemers. Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel De groep Sjemoe’ot (omgeving Heerenveen) voorziet in het noorden nog altijd in een behoefte. Het gaat om goed georganiseerde huiskamerbijeenkomsten met een aantrekkelijk cultureel programma, culinaire lunches en een zeer gemotiveerd team vrijwilligers. De opzet van de activiteit van de groep Le Dor Wa Dor is om twee keer per jaar een regionale bijeenkomst te organiseren voor de drie noordelijke provincies samen. Dit jaar was er, ondanks de enthousiaste inzet van vrijwilligers te weinig belangstelling om op de oude voet voort te gaan. Daarom is besloten tot een andere opzet: één grote bijeenkomst met wat meer cachet en aantrekkelijke, gevarieerde culturele activiteiten en één kleinschalige bijeenkomst. Ten gevolge van problemen in de groep Emoen (Zwolle) werd in februari besloten deze op te heffen. In plaats daarvan werden onder leiding van de opbouwwerker drie regiobijeenkomsten in Zwolle gehouden: een matzebrunch tijdens de pesachperiode, een rosj hasjanabijeenkomst en een chanoekabijeenkomst. Gemiddeld waren er per bijeenkomst 25 deelnemers. Het uitstapje voor regio Noord naar Elburg was een groot succes. De 47 deelnemers waren na afloop zeer enthousiast. Flevopolder en het Gooi Wekelijks kwam in Almere de groep Di z’n Koffie bij elkaar om gezellig koffie te drinken en te praten. Het gaat om een vaste kern van rond de 12 deelnemers. De betrokkenheid en solidariteit tussen de deelnemers onderling zijn opmerkelijk. Men steunt elkaar waar nodig. De groep is nog op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Voorlopig vormt met name één vrijwilliger de spil. Zij maakt het programma, doet de boekhouding en is verantwoordelijk voor het leiden van de koffieochtend.
19
O u d e re n w e r k A m s t e rd a m Aantal bijeenkomsten
Aantal deelnames
Atelier
24
24
Koffieochtend
50
858
Verdeling aantal vrijwilligers over de activiteiten Friendly visiting
84
Telefooncirkel
5
Ouderenlijn/belproject
2
Overige bijeenkomsten
903
1.590
Opbouwwerk
57
Totaal
977
2.472
Administratie
4
Preventief huisbezoek
4
Nederlandse les
8
Internet café
4
Dinsdag-activiteiten
-
Tsavta Totaal (exclusief dubbeltellingen)
35 168
Gooise Nesjomme in Hilversum houdt maandelijks een koffieochtend die georganiseerd wordt door drie vrijwilligers. Voor de reguliere bijeenkomsten is er voldoende mankracht. Voor bijzondere bijeenkomsten en uitjes is men echter nog steeds op zoek naar een vierde vrijwilliger. Tot nu toe heeft men niemand gevonden. In september vond er een uitje naar Amsterdam plaats met een bezoek aan het Joods Historisch Museum en een rondvaart. In november was er een feestelijke bijeenkomst met de Shtetl Band. Er kwamen gemiddeld 18 deelnemers naar de bijeenkomsten. Noord-Holland en Zuid-Holland Tsafon Heiloo is een goed functionerende, zelfstandige groep, bestaande uit 4 vrijwilligers. Toch houdt men de band met JMW graag aan. Het gaat om maandelijkse sociaal-culturele bijeenkomsten met gemiddeld 21 personen. Ook de Haarlemse groep Tsevet, met 4 vrijwilligers, functioneert zelfstandig. Er is een duidelijke taakverdeling waarbij men op elkaar kan rekenen. Naast de maandelijkse sociaal-culturele bijeenkomsten organiseert Tsevet elke zomer een BBQ. Gemiddeld zijn er 21 deelnemers. Het verslagjaar was het laatste jaar waarin door de groep Mitzwe-Bar activiteiten in het Haagse mr L.E. Visserhuis (het Joodse verzorgingshuis) werden georganiseerd... De laatste activiteit was het chanoeka diner. Het was een gezellige bijeenkomst waarover de deelnemers heel enthousiast waren. Het mr L.E. Visserhuis zal in 2011 gaan verhuizen en men wil graag contact met de afdeling Joodse activiteiten houden om iets nieuws op te zetten. Zodra er meer duidelijkheid is over de nieuwe situatie zal onderzocht worden wat mogelijk is.
20
Landelijk project Israëli’s In het verslagjaar werd twee maal een Jom Tsavta (een ontmoetingsdag) voor in ons land wonende Israëli’s georganiseerd, één in Almere, gecombineerd met Jom Ha’atsma’oet (Israëls onafhankelijkheidsdag), met 190 deelnemers, en één in Den Haag in het gebouw van de Liberaal Joodse Gemeente, met 170 deelnemers. Het waren gezellige dagen met muziek, dans, workshops, kinderactiviteiten, een boekenmarkt en Israëlische hapjes. De door vrijwilligers gegeven cursus Nederlands voor Israëli’s trok dit jaar dertig leerlingen. Er werden lessen gegeven in Amsterdam, Den Haag Utrecht en Bilthoven. De activiteit wordt ondersteund door twee opbouwwerkers. In 2010 zijn er twee activiteiten overgebleven voor Israëlische vijftigplussers (Kafe-Od 50+): een Israëlische poëziegroep en een bridgegroep. Deze activiteiten worden georganiseerd door vrijwilligers en ondersteund door de opbouwwerker.
Peuterspeelzaal Be’ivriet le Ktantaniem is gestopt omdat het niet lukte om een zelfstandige stichting te worden en opnieuw voldoende subsidie bij elkaar te krijgen. Eén van de docenten die Hebreeuwse les gaf aan de kinderen is wel zelfstandig doorgegaan en geeft de lessen tegen betaling. De Ima-groep is een gespreks- en steungroep voor Israëlische moeders met jonge kinderen in Amsterdam en omgeving. Deze groep werd ondersteund door een psycholoog en facilitair ondersteund door JMW. Midden 2010 besloot de groep op zoek te gaan naar een vrouwelijke in plaats van een mannelijke psycholoog omdat zij ook specifieke vrouwelijke zaken wilden bespreken. Omdat men tot nu toe geen geschikte persoon kon vinden is de groep na de zomervakantie niet meer bijeengekomen. Twee à drie maal per maand wordt naar het Tsavta-bestand een nieuwsbrief per e-mail gezonden, waarin informatie te vinden is over activiteiten die te maken hebben met Israël, Hebreeuws en Jodendom. Inmiddels wordt de nieuwsbrief naar vijfhonderd adressen gestuurd. Door deze nieuwsbrief wordt de band met de doelgroep versterkt en vindt er meer interactie plaats. In 2010 verzorgde een Israëlische reisgids vier rondleidingen door Joods Amsterdam om Israëli’s informatie te geven over de geschiedenis van de Joden in Amsterdam. Er namen 40 mensen deel. Cursus Joodse cultuur Er is in 2010 één cursus Joodse cultuur gegeven. Er waren twaalf deelnemers. Onderzocht zal worden of er een nieuwe vorm voor de cursus gevonden kan worden, eventueel in het kader van JONET. A-team De afdeling organiseerde na de zomer informatie- en discussiebijeenkomsten over het nieuwe demografisch onderzoek en JONET. Deze bijeenkomsten vonden plaats in: Noord-Holland, ZuidHolland, Friesland, Overijssel, Gelderland, de Flevopolder,Utrecht, Brabant en Zeeland. Er waren in totaal 228 deelnemers. Jingles De Jingles website is geen dating site puur sang meer maar een vrienden- en dating site. Omdat de site echter sterk verouderd was zijn er contacten met partijen van andere datingsites aangegaan om te kijken of er samenwerkingsmogelijkheden zijn. Bovendien is besloten om de site nog meer uit te breiden en er een soort marktplaats van te maken van Joodse produkten en diensten. In verband met de hoeveelheid werk is er voor Jingles een derde medewerker aangetrokken.
21
Deelnemers brievenproject in de Hollandsche Schouwburg
Joodse Agenda Ook dit jaar kwam er weer een Joodse agenda uit, dit keer met als thema: Joodse humor. Filmfestival In april vond wederom de Joodse Filmdag in het Gooi plaats, georganiseerd met behulp van de vrijwilligers van Gooise Nesjomme en in samenwerking met Filmtheater Hilversum en cateraar Orit. Er waren ongeveer 75 bezoekers. Interculturele projecten JMNA (Joods Marokkaans Netwerk Amsterdam) In het kader van JMNA heeft een theaterproject plaatsgevonden. Dit project had ten doel om een brug te slaan tussen jonge en oudere Joden en Marokkanen. Het project is door verschillende fondsen gesubsidieerd. Leerlingen van een tweedejaars klas van het ROC namen o.a. deel aan het theaterproject. Ontmoetingen tussen de verschillende groepen Joden en Marokkanen werden via drama uitgebeeld. Bij dit theaterproject waren twee regisseurs, een produktieassistent, een theatermaker en verschillende vrijwilligers betrokken. In totaal vonden er vier voorstellingen plaats in de Uilenburgersjoel. Alle voorstellingen waren uitverkocht. Van de voorstelling is een dvd uitgebracht. Brievenproject In verband met het verlof van een medewerker werd er in 2009 voor gekozen om niet met vijf scholen, maar met drie scholen te werken aan het brievenproject. Er werd samengewerkt met drie VMBO-klassen uit Rotterdam, Haarlem en Deventer. In Deventer is het project uitgebreid met een tentoonstelling over de oorlog in Deventer, gemaakt door de leerlingen. De tentoonstelling was in de school zelf en daarna in de bibliotheek te zien. De Hollandsche Schouwburg en het Joods Historisch Museum ondersteunden dit deel van het project (naast de afsluiting en de presentatie van de boekjes waarbij zij in vorige jaren ook al betrokken waren). Het samenstellen van de tentoonstelling bleek een waardevolle uitbreiding van het project: hierdoor werd de kennis van de leerlingen over wat er gebeurd is en hun inzicht in de Joodse geschiedenis verdiept. 22
Dagtocht naar de Keukenhof
Ouderenwerk Eind april 2009 kwam onverwacht het bericht van de NIISA (het armenbestuur van de Joodse gemeente Amsterdam) dat in 2010 de subsidie, waarmee een belangrijk deel van het werk van de afdeling werd gefinancierd, meer dan gehalveerd zou worden en dat in 2011 helemaal geen subsidie meer zou worden gegeven. Het uitgangspunt was om zoveel mogelijk van het afdelingswerk overeind te houden, maar in principe zou hoe dan ook het hele bedrag moeten worden bezuinigd, daar JMW niet in staat is om meer in het ouderenwerk te investeren dan al gebeurt. Besloten werd nog geen mededelingen te doen aan deelnemers, vrijwilligers en docenten om de gemoederen niet te veel in beweging te brengen en te bezien hoe en waarop in eerste instantie bezuinigd zou kunnen worden. In de loop van het verslagjaar bleek dat Beth Shalom bereid was om de mogelijkheid te onderzoeken om samen met JMW een soort loket/inloop functie te ontwikkelen, waarbij een deel van het ouderenwerk zou kunnen blijven bestaan en tegelijkertijd ook innovatie van het aanbod van zowel JMW 50+ als Beth Shalom (met name het extra-murale aanbod) vorm zou kunnen krijgen. De directies van beide organisaties riepen een werkgroep in het leven met de opdracht een plan te maken. Half december kon de werkgroep van start gaan, 1 februari 2010 was het plan klaar. Intussen waren deelnemers, vrijwilligers en docenten wèl ingelicht en ontstond er, zoals voorzien, veel onrust. Enkele groepen en deelnemers pakten de pen om hun boosheid en ongerustheid aan NIISA en NIW kenbaar te maken. Ook JMW kreeg een paar brieven van ongeruste deelnemers. Cursuswerk en sociaal culturele activiteiten Aan de meeste activiteiten werd nagenoeg even frequent deelgenomen als in voorgaande jaren. Alleen de cursus Engels en het internet-café werden vanwege gebrek aan voldoende belangstelling opgeheven. Opvallend is de toename van het aantal deelnames bij de koffieochtend in Amstelveen. Het totaal aantal deelnames gaf een daling met ongeveer 130 te zien, het aantal bijeenkomsten daalde met 137. Het aantal jongere vijftigplussers dat deelnam aan cursussen en sociaal-culturele activiteiten bleef gelijk aan het voorgaande jaar. Het is niet goed mogelijk om substantieel meer deelnemers uit deze leeftijd categorie te interesseren voor deze activiteiten. De wandelgroep is speciaal voor deze groep deelnemers opgezet. Het aantal deelnemers nam iets toe. Jongere vijftigplussers nemen als
23
In Lunteren
vrijwilliger deel aan het huiskamerproject, de taallessen voor Israëli’s, het preventief huisbezoek, het belproject en de telefooncirkel. Op het terrein van vrijwilligerswerk is het blijkbaar goed mogelijk om de jongere ouderen te betrekken. Het gevoel zinvol bezig te zijn in een Joods kader voorziet in een behoefte. Dit bleek ook al uit de twee jaar geleden gehouden panels. Projecten en overige activiteiten Aan het Opa/Oma-project (bedoeld voor kinderen van Israëli’s wiens eigen grootouders in Israël wonen) namen wat minder mensen deel dan het voorgaande jaar. In het kader van het project “In je nopjes aan de knopjes” werd vijf uur meer gewerkt om ouderen te helpen met de bediening van ingewikkelde apparaten. De meeste hulp werd verleend bij het gebruik van computers, televisie, video en telefoon. Het aantal leden van het Benjamin Service Pakket nam af. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door de reorganisatie bij Amstelring (de organisatie waarmee wordt samengewerkt) en de overgang naar een andere samenwerkingspartner (Osira). Ouderenadviseur en overige ondersteuning Na een proefperiode van drie jaar werd besloten de ouderenadviesfunctie vast in het aanbod van het ouderenwerk op te nemen. De ouderenadviseur, die net dat steuntje in de rug biedt dat zelfstandige ouderen nodig hebben, bleek in deze jaren een goede en zeer welkome aanvulling te zijn op de hulpverlening van JMW. Het belproject bleef constant zowel wat deelnemers als wat vrijwilligers betreft. Eettafel Nesjomelet en pesachviering in Lunteren Ernstig was de daling van het aantal gasten van de eettafel Nesjomelet: er werden bijna 800 minder maaltijden geserveerd terwijl er vaker werd gegeten. De doelgroep van Nesjomelet is hoog bejaard, reden waarom er sprake is van achteruitgang bij het aantal deelnemers, maar ook het feit zelf dat er steeds minder mensen komen eten maakt dat de Eettafel als minder gezellig wordt ervaren. Ten slotte is een groep overgestapt naar “de concurrent” in de buurt, waar men het gezelliger èn goedkoper vond. Evenmin als voorgaande jaren bleek dat er van de zijde van nieuwe en vooral jongere vijftigplussers belangstelling bestond om te komen eten. Diners ter gelegenheid van de Joodse feestdagen trekken wel meer gasten. 24
Vrijwilliger Herman Rosenboom bij zijn 90ste verjaardag te midden van zijn afdeling.
JMW à la carte voor 65+ers
Lekker en niet duur, kosjer of kosjerstyle eten in een restaurant naar uw keuze
Om jongere ouderen een aantrekkelijker aanbod te kunnen doen werd in het najaar van 2009 een begin gemaakt met het ontwikkelen van een plan om samen te gaan werken met enkele restaurants. De pesachviering in Lunteren was zeer succesvol. Er was zoveel belangstelling voor deelname dat er helaas voor een paar mensen geen plaats meer was. Vrijwilligerswerk De vrijwilligersorganisatie vormt met 168 vrijwilligers een onmisbare aanvulling op het werk van de werknemers van JMW. Ook dit jaar werd er hard gewerkt door de vrijwilligers. Voor de vrijwilligers ten behoeve van de hulpverlening werd in de verschillende regio’s een lezing gegeven over de ziekte Parkinson door een vrijwilliger van de Parkinson Vereniging Nederland. Met name werd er aandacht besteed aan de implicaties van deze ziekte voor de hulpverlener. Daarnaast werd in de groep Amsterdam aandacht besteed aan het omgaan met grensoverschrijdend gedrag van cliënten. De vrijwilligersteams die actief zijn op sociaal-cultureel terrein ontvingen dit jaar een vernieuwde Joodse cultuurlijst in de vorm van een boekje, getiteld “Uit de kunsjt”. Voor hun programmering kunnen ze hieruit putten. Voor deze vrijwilligersteams vonden er dit jaar vijf studie- en uitwisselingsdagen plaats in de verschillende regio’s waar de vrijwilligersteams werken. Het betrof dit keer een opfriscursus inzake beleid en wijze van werken van de teams. Omdat alle teams aangaven het zinvol te vinden om regelmatig een dergelijke studiedag aan huis te houden werd daartoe besloten. De resultaten van de enquête over de inhoud van de landelijke vrijwilligersdag hebben geleid tot een nieuwe vorm. Dit jaar vond de dag plaats in het Mirandapaviljoen in Amsterdam waar de journalist Maurice Swirc vertelde over zijn te boek gestelde wereldreis langs Joodse gemeenschappen. Aan jubilerende vrijwilligers werden speldjes als blijk van waardering uitgereikt. De opkomst was met meer dan tachtig deelnemers groot, de dag werd door iedereen zeer op prijs gesteld. 25
Vrijwilligersraad De vrijwilligersraad is dit jaar vier maal bijeen geweest. Het afgelopen jaar werden onder andere de volgende onderwerpen besproken: problemen rond de nieuwe wijze van declareren naar aanleiding van de invoering van de OV-chipkaart, een nieuwe vorm voor de landelijke vrijwilligersdag, een informatiedag voor kandidaat vrijwilligers, deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers en kopij voor de nieuwsbrief. De nieuwsbrief is tweemaal uitgegeven. Vriendschappelijk huisbezoek, vervoer en hand- en spandiensten In Amsterdam is het aantal cliënten dat gebruik maakt van vriendschappelijk huisbezoek in vergelijking met het vorig jaar iets gedaald, namelijk van 104 tot 95. Er overleden elf cliënten, terwijl andere contacten om diverse andere redenen werden beëindigd. De meerderheid van de cliënten is nog steeds boven de 80 jaar en veelal hulpbehoevend. Het gaat veelal nog steeds om complexe problematiek. Opnieuw werd er ook dit jaar dan ook aanzienlijk intensieve zorg geboden door vrijwilligers. Tegelijkertijd zet zich de tendens door van een lichte verschuiving in de leeftijdsopbouw. Het aantal tachtigplussers is in geringe mate afgenomen terwijl het aantal cliënten tussen de 70 en de 80 enigszins is toegenomen. Door de vervoersvrijwilligers zijn dit jaar 94 keer cliënten vervoerd naar arts, ziekenhuis, koffieclub of openbare instelling. Regio Amsterdam en omstreken telde aan het begin van het jaar 53 vrijwilligers en aan het eind 45. In de ZON (Zuid-, Oost- en Noord-Nederland) werden gedurende 2010 20 cliënten bezocht; aan het eind van dat jaar waren er ten gevolge van overlijden nog 19. Er waren 14 vrijwilligers actief. In de ZZ (Zuid-Holland, Zeeland) is het aantal cliënten iets gestegen gegaan; 32 cliënten maakten gebruik van het vriendschappelijk huisbezoek. Vorig jaar waren dat er 29. De regio ZZ telt 17 actieve vrijwilligers. Ook in de mediene is het merendeel van de cliënten bejaard. Over heel Nederland blijft het aantal vrouwelijke cliënten ver in de meerderheid. In het jaar 2010 hebben 84 vrijwilligers hulp geboden aan 170 cliënten.
26
Telefooncirkel Amsterdam Het aantal vrijwilligers bedroeg in 2010 vijf. Men heeft bij toerbeurt dienst. Het is een enthousiast team dat verantwoording neemt en in actie komt wanneer het nodig is. In het verslagjaar werden vijf deelnemers iedere ochtend gebeld. Zij zijn blij met dit eerste gesprekje van de dag en voelen zich er veilig door.
Leerlingen en docenten van de Nederlandse taallessen
Vrijwilligers opbouwwerk In 2010 kon de sector Zorg & Preventie rekenen op de inzet van 57 vrijwilligers die de organisatie op zich namen van sociale en culturele activiteiten, zoals koffieochtenden, culturele evenementen, viering van feestdagen, excursies e.d. Preventief huisbezoek Voor de regio Amsterdam waren vier 4 vrijwilligers actief ten behoeve van het preventief huisbezoek. Jaarlijks bezoeken zij ouderen om in een vroeg stadium te signaleren of er knelpunten zijn en om te bevorderen dat men op een zo prettig mogelijke manier kan blijven functioneren. De vrijwilligers geven informatie en voorlichting over verschillende voorzieningen. In 2010 werden er 95 mensen bezocht. Regelmatig vloeit er een verwijzing voort uit deze bezoeken omdat blijkt dat er hulp nodig is. Belproject Het doel van dit project is het bieden van een vorm van sociaal contact ter verlichting van de eenzaamheid van ouderen. Er zijn twee vrijwilligers actief bij het belproject. Dit jaar werden zes cliënten wekelijks gebeld. In je nopjes aan de knopjes Vier semi-vrijwilligers hebben dit jaar uitleg gegeven aan 24 cliënten over apparaten in en om het huis. Meestal gaat het om vragen over de computer, soft-ware, en het instellen van mobiele telefoons, televisies en videorecorders. De vrijwilligers, van wie drie adolescenten, krijgen een kleine vergoeding voor hun diensten. In het kader van deze dienstverlening is er in 2010 98 uur gewerkt. Vrijwilligers taallessen In het kader van het ouderenwerk hebben acht oudere vrijwilligers Nederlandse les gegeven aan dertig Israëli’s in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Vrijwilligers administratie en post Voor administratieve werkzaamheden, archiefwerkzaamheden en postverwerking konden wij het afgelopen jaar rekenen op vier vrijwilligers.
27
Cliënt mevrouw Clara Knoop bij haar 100ste verjaardag met burgemeester Cohen
THUISZORG In het kort Ten opzichte van 2009 daalde het aantal cliënten in de sector Thuiszorg met ongeveer 10 procent (van 770 naar 691 cliënten), terwijl het totaal aantal uren nagenoeg gelijk bleef (61.618 ten opzichte van een jaar eerder 62.396). De afname van het aantal cliënten is grotendeels het gevolg van de strengere indicaties voor hulp bij huishouden enerzijds en de beëindiging van de alfahulpverlening, eind 2009, anderzijds. Algemeen De sector Thuiszorg stelde zich voor 2010 zogenaamde kerndoelen, die binnen het verslagjaar dienden te worden gerealiseerd. De kerndoelen betroffen: 1. Verbetering van de zorgverlening aan cliënten op basis van de uitkomsten van cliënttevredenheidsmeting, de cliëntenpanels en de uitkomstindicatoren “verantwoorde zorg”. Eenmaal in de twee jaar wordt er onder de cliënten van zorginstellingen een meting gehouden, waarmee de cliënttevredenheid wordt vastgesteld. Deze metingen worden gehouden in het kader van het programma “verantwoorde zorg” en de continue benchmark van de branchevereniging Actiz. In 2010 werd geen meting gehouden. Op basis van de uitkomsten van de cliënttevredenheidsmeting 2008 werd in overleg met de Cliënten- en deelnemersraad voor verbetering van de ketenzorg en valpreventie gekozen. Door de sector werden twee cliëntenpanels georganiseerd waaraan in totaal ruim vijftig cliënten en mantelzorgers deelnamen. Beiden gaven hun mening over een groot aantal onderwerpen, die van belang zijn voor de zorgverlening. De cliënten gaven aan in belangrijke mate tevreden te zijn over de zorg die JMW hen geeft. De bijeenkomsten werden eveneens bijgewoond door twee leden van de Cliënten- en deelnemersraad.
28
2. De uitvoering van het kwaliteitsbeleid en de realisatie van de verbeteractiviteiten naar aanleiding van de interne en externe audits. Het kwaliteitsbeleid van de sector is gericht op continue verbetering van de geleverde zorg en het beleid ten aanzien van medewerkers. In 2006 werd aan de sector, na een uitgebreide toetsing door Det Norske Veritas (DNV) volgens de eisen zoals deze zijn vastgelegd in het certificatieschema 2006 van de Stichting Harmonisatie
Max Arpels Lezer, namens de CC, en directeur Vuijsje openen de Claims Conference Room.
Kwaliteitseisen Zorginstellingen (HKZ), voor de eerste keer het “HKZ-certificaat”uitgereikt. In 2009 werd opnieuw voor een periode van drie jaar het HKZ-certificaat aan de afdeling toegekend. In augustus 2010 vond de jaarlijkse toetsing door DNV plaats. Deze toetsing verliep zeer succesvol. Er werden voor het eerst geen non-conformiteiten geconstateerd. In het verslagjaar werden conform het scholings- en deskundigheidsbevorderingsplan diverse cursussen georganiseerd voor de medewerkers. Medewerkers werden in verschillende groepen door het hoofd Thuiszorg en de kwaliteitsfunctionaris getraind in het houden van evaluatiegesprekken met de cliënt. Voor de nieuwe verzorgende en huishoudelijke medewerkers werd in 2010 een introductiecursus georganieerd. In 2010 werd één directiebeoordeling gehouden op basis van de uitkomsten van de interne audits, de managementrapportages over de voortgang en kwaliteit van de zorglevering, de analyse van de door cliënten ingediende klachten èn de meldingen van incidenten cliënten (MIC) en van arbeidsongelukken. Toegang tot de zorgverlening en bereikbaarheid van de afdeling De thuiszorg van JMW geniet een grote mate van bekendheid binnen de Joodse gemeenschap in Amsterdam en directe omgeving. Ook in 2010 kwamen de meeste cliënten op eigen initiatief naar de thuiszorg. Daarnaast werden onze cliënten doorverwezen door huisartsen, transferverpleegkundigen, het maatschappelijk werk en de ouderenadviseurs van JMW, het steunpunt mantelzorgondersteuning Chasoet en de partners van het Joods Zorg Circuit. Voor cliënten is de thuiszorg van JMW tijdens de dagelijkse spreekuren telefonisch bereikbaar. Voor spoedzaken kan ook buiten deze uren een beroep worden gedaan op de leiding. Voor noodgevallen is de thuiszorg 24 uur bereikbaar via een mobiel telefoonnummer. Aan dit nummer wordt bekendheid gegeven in de cliëntenfolder en in de meldtekst van de telefooncentrale van ons hoofdkantoor.
29
Uren en aantal cliënten Thuiszorg Persoonlijke verzorging (AWBZ) Begeleiding Verpleging (AWBZ)
Uren
Aantal cliënten
23.474
223
2.662
63
945
61
Hulp bij huishouden 1 en 2 (WMO)
33.542
323
Subtotaal
60.623
670
Persoonsgebonden budget Totaal
995
21
61.618
691
Zorgverlening In 2010 werden185 indicaties en herindicaties afgegeven aan cliënten voor de levering van zorg door JMW. De indicaties voor cliënten in Amsterdam werden voor zowel de AWBZ-functies als het huishoudelijk werk verstrekt door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De gemeente Amstelveen evenals de gemeente Ouder-Amstel verzorgen de indicaties voor het verkrijgen van hulp bij het huishouden zelf. Van de gemeente Ouder-Amstel werden in 2010 geen indicaties ontvangen. Evenals voorgaande jaren werd met het CIZ overeengekomen dat de indicatieadviseur van JMW zijn werkzaamheden in CIZ verband uitvoert. Als kennisdrager van het Joodse aspect in de indicatiestelling geeft de indicatieadviseur zo nodig advies aan collega indicatieadviseurs binnen het CIZ en verzorgt hij tevens het grootste deel van de indicaties voor het Joods verzorgings- en verpleeghuis Beth Shalom. Aan geïndiceerde cliënten kon na aanmelding, gedurende de termijn van de indicatie, de gevraagde hulp worden geleverd in de vorm van persoonlijke-, verpleegkundige en huishoudelijke zorg. Behoudens de hulp bij huishouden werd de persoonlijke verzorging en de verpleging zowel overdag, in de avonduren, tijdens Joodse en algemene feestdagen en in de weekends verleend. In bijzondere cliëntsituaties werd op basis van de indicatie begeleiding ingezet door een medewerker in dienst van JMW. Geen van de cliënten, die voorheen alfahulp hadden koos voor de mogelijkheid om via een persoonsgebonden budget zelf hulp te contracteren. Bij de Commissie Melding Incidenten Cliënten (MIC) kwam in 2010 één melding binnen betreffende een medicijnincident bij een cliënt. Het incident is conform de richtlijnen behandeld. Voor de levering van de verpleegkundige zorg werd evenals voorgaande jaren ook in 2010 de verpleegkundigen van het Joods verzorgings-en verpleegtehuis Beth Shalom ingeschakeld. In de tweede helft van 2010 gaf Beth Shalom aan te overwegen met de wijkverpleging te stoppen. In onderling overleg werd vastgesteld per 1 april 2011 de levering van wijkverpleging definitief te beëindigen. JMW startte in het verslagjaar met het zoeken naar een nieuwe partner om de verpleegkundige zorg aan de cliënten te kunnen continueren.
30
Wachtlijst Evenals in 2009 stonden er in het verslagjaar geen cliënten langdurig op de wachtlijst. Aan de zorgvraag voor persoonlijke verzorging en verpleging kon binnen de gestelde leveringstermijn worden voldaan. In de eerste weken van 2010 stond een vijftal cliënten korte tijd op de wachtlijst voor het verkrijgen van hulp bij huishouden. De afbouw van de alfahulp betekende niet dat alle
Jaap Kos
alfahulpen bereid waren een dienstverband met JMW aan te gaan, waardoor er tijdelijk een tekort aan huishoudelijke verzorgenden ontstond. Ook konden de cliënten, die in voorgaande jaren een alfahulp hadden niet allen direct een nieuwe vaste huishoudelijke hulp krijgen. Mantelzorgondersteuningspunt ‘Chasoet’ Het mantelzorgondersteuningspunt Chasoet ondersteunt mantelzorgers van cliënten, die langdurig hulpbehoevend zijn. In het verslagjaar deden 77 mantelzorgers via Chasoet een beroep op de coördinatoren. Aan hen werd emotionele ondersteuning, advies en informatie geboden. In een aantal gevallen werd een vrijwilliger in gezet voor de uitvoering van activiteiten met als doel de taak van de mantelzorger te verlichten. Ook werd een beperkt aantal mantelzorgers voor verdere ondersteuning en hulp verwezen naar de activiteiten van de andere sectoren binnen JMW. Maaltijdvoorziening, alarmering en uitleen van hulpmiddelen. JMW bemiddelde evenals in voorgaande jaren bij de verstrekking van kosjere maaltijden, alarmering en uitleen van hulpmiddelen in de diverse gemeenten, waarbinnen de instelling thuiszorg verleent aan cliënten. Personeelsbeleid Door middel van JMW’s website en enige externe websites kon worden voorzien in vacatures voor de diverse functies binnen de thuiszorg. Het ziekteverzuimpercentage daalde in de afgelopen jaren sterk bij de uitvoerende thuiszorgmedewerkers. In de branche werd over 2010 een ziekteverzuimpercentage gemeten van 5,35%. Het gemiddeld ziekteverzuimpercentageover 2010 bedroeg slechts 2,86% voor de afdeling Thuiszorg. In 2009 was dit nog 3,77%. Medio het verslagjaar kondigde de arbeidsinspectie een thematische onderzoek aan op risico’s voor medewerkers op besmetting door een zogenaamde biologisch agens (overdraagbare bacteriologische of virale besmetting) en op agressie en geweld tegen medewerkers tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden. Over beide onderwerpen werd een risicoinventarisatie opgesteld en het personeelsbeleid hierop aangepast. Het onderzoek van de arbeidsinspectie werd, na het aanbrengen van enige verbeteringen, succesvol voor JMW afgerond. Over heel 2010 werden er zeven meldingen van agressieve uitingen tegen medewerkers geregistreerd. Bij deze meldingen ging het in de meeste gevallen om verbale agressieve uitingen. In het verslagjaar vonden geen meldingen plaats van arbeidsongevallen.
31
De klachtencommisie
KLACHTEN In het kort JMW kent een klachtenreglement, dat zowel voldoet aan de ‘Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector’ als aan specifieke (wettelijke resp. branchegebonden) eisen van de afzonderlijke werksoorten die JMW uitvoert. Dit houdt in dat het reglement van toepassing is op alle door JMW ten uitvoer gebrachte werksoorten. Om te voldoen aan de regelgeving van elke werksoort is bij de samenstelling van het reglement, in 2002, steeds aansluiting gezocht bij de meest stringente norm in de regelgeving van de afzonderlijke werksoorten. Deze werkwijze heeft geleid tot een klantvriendelijk reglement waarbij de termijnen van afhandeling kort zijn: drie weken in de bemiddelingsfase en vier bij een behandeling door de klachtencommissie. Deze tweedeling, overigens, kennen de meeste klachtenreglementen in de maatschappelijke dienstverlening. Zoals ook elders het geval is, wordt de klager gestimuleerd om zijn klacht in eerste instantie te bespreken met de klachtenfunctionaris in een zogeheten ‘bemiddelend gesprek’: met het resultaat van de bemiddeling is de klager in het algemeen meer gebaat dan met het juridische oordeel van de klachtencommissie.
De klachten In 2010 werden in totaal zes klachten ingediend. Dit aantal wijkt niet sterk af van voorgaande jaren. Alle klachten vielen in de sector Hulpverlening. In de beide andere sectoren waren geen klachten. Vijf van de zes klagers stemden in met een bemiddeling door de klachtenfunctionarissen. In alle vijf gevallen kon de klager tevreden worden gesteld en zag deze geen aanleiding om zijn klacht voor te leggen aan de klachtencommissie. Twee klachten betroffen de bejegening door de maatschappelijk werker, twee andere hadden betrekking op vervanging bij ziekte van de maatschappelijk werker. De vijfde betrof de mate waarin de werker ondersteuning had geboden. Eén klager wenste zijn klacht onmiddellijk behandeld te zien door de klachtencommissie. De klacht betrof de bejegening door de maatschappelijk werker en zijn misbruik van bevoegdheden. De commissie verklaarde de klacht ongegrond.
32
Samenstelling van de klachtencommissie (o.v.v. het jaar van benoeming) In de samenstelling van de commissie kwam dit jaar geen verandering en was als volgt: mevr mevr mevr mevr mevr mevr
mr M. Pach, voorzitter (2002) J. Stodel, lid (2002) E. Santen, lid (2002) mr dr J.C. Hes, plaatsvervangend lid (2002) drs A. Roschar-Rosenstein, plaatsvervangend lid (2002) mr S. Tamboer, plaatsvervangend lid (2008)
Afhandeling In tegenstelling tot eerdere jaren konden niet alle klachten binnen de in het klachtenreglement gestelde termijnen worden afgehandeld. Door overmacht konden twee klachten die werden bemiddeld niet worden afgerond binnen de termijn. In beide gevallen beperkte de overschrijding zich tot een week. De klacht waarover de commissie zich boog werd evenmin binnen de gestelde termijn afgehandeld, voornamelijk omdat de commissie er twee zittingen voor nodig had om tot een uitspraak te komen. In dit geval betrof de overschrijding bijna twee weken. In alle drie gevallen werd de klager over de vertraging, zoals het reglement voorschrijft, ingelicht. De drie overige klachten konden wel binnen de termijn worden afgehandeld.
33
CLIËNTEN- EN DEELNEMERSRAAD Vergaderfrequentie De Raad (CDR) heeft in het verslagjaar achtmaal vergaderd. De heer Vuijsje, algemeen directeurbestuurder van JMW, heeft alle vergaderingen (na de pauze) bijgewoond en informatie verstrekt over actuele zaken binnen JMW, in het bijzonder over essentiële onderwerpen betreffende de thuiszorg en de hulpverlening. Werkzaamheden ten bate van cliënten en deelnemers Kennisondersteuning In het vorige verslagjaar heeft de directie van JMW drie bijeenkomsten voor de leden van de CDR belegd om informatie te verschaffen over de organisatie in brede zin. In het verslagjaar hebben in dit kader de laatste twee presentaties plaatsgehad. Zo hebben de directeur en de leidinggevenden van de afdeling Zorg & Preventie een presentatie over de werkzaamheden van deze sector gegeven. De tweede presentatie werd gegeven door de sectormanager Hulpverlening en Thuiszorg en de leidinggevenden Maatschappelijk Werk over de hulpverlening. Een derde presentatie werd gegeven door de sectormanager Thuiszorg en het afdelingshoofd over de activiteiten van de sector Thuiszorg. De CDR heeft de presentaties met grote belangstelling gevolgd. De gewijzigde protocollen van de thuiszorg zijn aan de CDR aangeboden. Vereniging Cliëntenbelang Amsterdam De heer Degen heeft de vergaderingen van de Vereniging Cliëntenbelang Amsterdam bijgewoond en de ongerustheid van de CDR over de voorgenomen bezuinigingen meegedeeld. AGIS Zorginkoop De heer Delden heeft in samenspraak met mevrouw Bonn deelgenomen aan vergaderingen van AGIS Zorginkoop. In het kader van de zorginkoopprocedure AWBZ 2011 bij AGIS zijn er tussen JMW-Thuiszorg en de CDR afspraken gemaakt over twee verbetertrajecten in 2011. De keuze voor de twee trajecten is gedaan op basis van de uitkomsten van de zelfrapportage over de zorginhoudelijke indicatoren en het cliëntwaarderingsonderzoek van de Thuiszorg van JMW (CQ-index voor de VVT). In samenspraak met de leiding van de sector Thuiszorg hebben mevrouw Bonn en de heer Delden gekozen voor een verbeterplan op ketenzorg en valincidenten. Deze twee verbeterpunten zijn schriftelijk gemeld aan AGIS-zorgkantoren. 34
Samenstelling Aan het eind van het verslagjaar was de samenstelling van de Raad als volgt: • D. Kurk (voorzitter) • M. Degen (vicevoorzitter; rapporteert vanuit de cliëntenraad van de afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen van de SVB (voorheen PUR) aan de CDR van JMW; vertegenwoordigt de CDR van JMW in cluster Algemeen van de Vereniging Cliëntenbelang te Amsterdam; rapporteert aan de CDR van JMW namens het cluster Algemeen in de Stedelijke WMO Adviesraad van Vereniging Cliëntenbelang te Amsterdam) • J. Delden (secretaris-penningmeester; officieel afgevaardigde in de cliëntenraad van Agis Zorginkoop) • Mevr. M. Bonn (ondersteunt indien gewenst de heer Delden als afgevaardigde bij Agis Zorginkoop) • Mevr. R. Spiero-Hochfeld. Secretariële ondersteuning werd ook dit jaar verleend door mevrouw R. Hoogenraad.
PUR/SVB De heer Degen heeft in het verslagjaar de CDR geïnformeerd over het verloop van de overgang van de PUR naar de SVB. De overgang is nu een feit. De heer Degen heeft als lid van de Klankbordgroep, ingesteld door de voormalige staatssecretaris van VWS mevrouw J. Bussemaker, zich ingezet om bij de overdracht van taken van de PUR naar de SVB de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen te waarborgen. Prismantonderzoek De CDR heeft het laatste Prismantonderzoek uit 2009 (de cliëntwaardering in de thuiszorg) in het verslagjaar geëvalueerd. De evaluatie wordt dit jaar met de algemeen directeur en de sectormanager Thuiszorg besproken. Alhoewel de CDR in de folder voor nieuwe cliënten vermeld staat, hoopt de CDR de eigen bekendheid te vergroten met de eigen CDR-folder. De folder is in januari 2011 gedrukt en zal aangeboden worden aan nieuwe thuiszorgcliënten en aan cliënten van het maatschappelijk werk. Mevrouw Bonn en de heer Degen hebben in het verslagjaar als afgevaardigden van de CDR cliëntenpanels in de thuiszorg van JMW bijgewoond. Aanbesteding WMO voor de thuiszorg De CDR heeft op 6 december 2010 schriftelijk aan de wethouder en de raadsleden voor Zorg en Welzijn van Amsterdam zijn zorgen geuit over de eventuele gevolgen van de bezuinigingen voor de thuiszorg aan Amsterdamse Joden. De CDR doet een dringend beroep op de wethouder en de gemeenteraad om zorg te blijven dragen dat de vertrouwde dienstverlening van JMW in de komende jaren kan worden voortgezet. Wegvallen subsidie van de NIISA voor JMW-Ouderenwerk De CDR heeft in een brief aan de NIISA zijn teleurstelling uitgesproken over het intrekken van de subsidie voor het ouderenwerk van JMW. De CDR heeft zich voortdurend laten informeren over alternatieven voor met name het Eettafelproject.
35
Peter Konijn bij de Tweede Kamer in 2003
In het verslagjaar heeft dr. P.A.B. Konijn na tien jaar voorzitterschap afscheid genomen van de CDR. De heer Kurk is hem als voorzitter opgevolgd en de heer Degen is vicevoorzitter geworden. De vertegenwoordiging van de heer Konijn namens de CDR in de Gebruikerscommissie van het Joods Zorgcircuit wordt tot nader order niet opgevuld. De CDR dankt de heer Konijn voor zijn jarenlange inzet en betrokken vertegenwoordiging van de belangen van de cliënten en deelnemers van JMW binnen en buiten de organisatie. Wat dat laatste betreft is JMW hem buitengewone erkentelijkheid verschuldigd, met name voor zijn optreden in de Tweede Kamer in 2003 bij de dreigende afbouw van de subsidie.
Raad van Toezicht van JMW In het verslagjaar heeft het door de CDR gekozen lid in de Raad van Toezicht, de heer Van Praag, in een vergadering van de CDR zijn rol in de Raad van Toezicht en de taken van de Raad belicht. Tijdens een andere vergadering heeft de vicevoorzitter van de Raad van Toezicht, de heer Sanders, een kennismakingsbezoek afgelegd. De CDR heeft beide bezoeken als zeer informatief ervaren. De Wezenkwestie De CDR heeft de algemeen directeur en de Raad van Toezicht gesteund in het beleid ten aanzien van de zogenaamde Wezenkwestie. De vicevoorzitter van de Raad van Toezicht, de heer Sanders, heeft de CDR hierover uitgebreid geïnformeerd. Contact met de achterban Een cliënt van JMW heeft de CDR schriftelijk op de hoogte gesteld over haar negatieve ervaring bij het hernieuwd aanvragen van een voorziening bij de PUR. De brief is doorgestuurd naar het staflid van JMW dat contact onderhoudt met de PUR. De Benjamin De CDR heeft in het verslagjaar geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een stukje voor de column van de CDR in de Benjamin te schrijven. Op verzoek van de CDR heeft het hoofd van de afdeling Thuiszorg, de heer Toff, in een aflevering van de Benjamin de oorzaken van het veelvuldig wisselen van hulpen aan cliënten Thuiszorg verduidelijkt. De webpagina van de CDR op de website van JMW In het begin van het verslagjaar is de webpagina van de CDR door mevrouw Bonn en de heer Kurk uitgebreid en vernieuwd. Overige aandachtspunten: • De teruglopende subsidies en de mogelijke gevolgen voor het werk van JMW. • De nieuwe opzet van het ouderenwerk. • De invoering van het EPD (elektronisch patiëntendossier). • De invoering van de DBC (diagnosebehandelingcombinatie).
36
Slot De CDR dankt de heer Vuijsje, de leidinggevenden en de vicevoorzitter van de Raad van Toezicht voor hun openhartige en informatieve opstelling naar de CDR toe.
GEMEENSCHAPSRAAD De gemeenschapsraad heeft in haar relatie tot de Raad van Toezicht een informerende en controlerende taak en belichaamt de verankering van JMW in de Joodse gemeenschap. Aan het eind van 2010 was de samenstelling als volgt:
Kerkgenootschappen
Organisaties voor jeugd en jongeren
Mr F. Salomons,
Namens Bné Akiwa: Namens Netzer:
VOORZITTER
Namens het NIK:
Namens het PIK:
N. Falch H.M. Polak mevr. E.N. Wikler-Nordmann vacatures (3) vacatures (2)
vacature vacature
Sociaal-culturele organisaties Namens de Joodse Bridgeclub: Namens JONAG:
mevr. M. Wessels-Abram mevr. M.M. Kervers
Organisaties voor Israëli’s Namens Mifgash:
Namens het NVPJ (LJG): I.B. Cohen H.J. Polak vacature mr F. Salomon Organisaties oorlogsgetroffenen Namens het JOK: Namens het VBV:
J. Tordjman J. Tokkie (vervanger) Namens Wizo Gescher: mevr. Ch. Kuker Ondersteuning door het bureau:
mevr. R. Hoogenraad
P. Manasse mevr. F. Neter-Polak
Organisties voor ouderen Namens de Bejaardensociëteit Den Haag: vacature Af te vaardigen organisatie vacature 37
R A A D V A N T O E Z I C H T, BESTUUR EN MEDEWERKERS Naar de toestand van 31 december 2010
Raad van Toezicht
Sector Hulpverlening
Drs H.J. van den Bergh, VOORZITTER Prof. dr G.T.B. Sanders, VICE-VOORZITTER Drs R.P. Baruch Mevr. A. Coronel, MSc Drs M.E. Paktor Drs E.T. van Praag Mevr. mr Y.B. Walvisch-Stokvis
UNIT AMSTERDAM
Bestuur Drs H.G. Vuijsje, ALGEMEEN DIRECTEUR-BESTUURDER Managementteam Drs H.G. Vuijsje, VOORZITTER Mevr. H.M. Kok-Carstens, SECTORMANAGER ‘HULPVERLENING’ EN ‘THUISZORG’ Drs R.H.H.M. Mosch, RA CMC, SECTORMANAGER ‘FINANCIËN & ADMINISTRATIE’ P. Buitenhuis, INTERIM SECTORMANAGER ‘FINANCIËN & ADMINISTRATIE’
Mevr. J.L.I. Tamse, UNITHOOFD Mevr. R. Abels Mevr. S.J. Bruinsma Mevr. E. Cohen Mevr. H. van Emden-Pels Mevr. M. Fuchs-Grünberg GROEPSMAATSCHAPPELIJK WERK Mevr. K. Gordon Mevr. J.M. Groot M.M. Grünfeld TEVENS: MEDIATION EN KLACHTENFUNCTIONARIS Mevr. W. Hofman D. Houtkruijer Mevr. E.R.L. Huitema Mevr. IJ. de Jong Mevr. C.F. Joseph-Szwajcer Mevr. E.E. Konstantinov-Scholtens Mevr. H.E. Mouwes Mevr. I.P. Palache-Sommer, GEDETACHEERD IN ZIEKENHUIS AMSTELLAND/ JOODSE VLEUGEL
Mevr. M.G. Pauka TEVENS: MEDIATION EN KLACHTENFUNCTIONARIS Mevr. C. Steinfeld STAGIAIRE
Drs A.J. Agsteribbe, BESTUURSSECRETARIS ZUID-HOLLAND/ZEELAND – UNIT ZZ
Staf- en aandachtsfunctionarissen
Mevr. J.L.I. Tamse, UNITHOOFD Mevr. J. Blans Mevr. E.R.L. Huitema
Mevr. C. Anstadt, ZORG & PREVENTIE Mevr. B.D. Katzenstein, KWALITEITS- EN AANDACHTSFUNCTIONARIS HULPVERLENING/WUV
W.J. Koopmans, KWALITEITS- EN AANDACHTSFUNCTIONARIS HULPVERLENING & THUISZORG
Drs C.M. Kooyman, ONDERZOEK Mevr. drs B.L. Tanenbaum, ONDERZOEK Mevr. drs A.N.J. Pels-Looijen, PASTORAAL WERK Mevr. N. Kuyer, pERSONEELSADVISEUR / HOOFD SALARISADMINISTRATIE
ONDERSTEUNING
Mevr. C. Rietbroek Mevr. C. Hergaarden
ZUID/OOST/NOORD-NEDERLAND – UNIT ZON Mevr. J.L.I. Tamse, UNITHOOFD
Mevr. L. Jeurissen-van Laar Mevr. E. van Stratum ALGEMENE ZAKEN & FACILITY MANAGEMENT
Mevr. M. Rietveld ONDERSTEUNING COÖPERATIE VAN JOODSE JONGERENORGANISATIES NEDERLAND
Vacature MARKETING EN PR
M.U. Kotek Mevr. J.C. Hagenaar, ONDERSTEUNING Mevr. M. de Goede, ONDERSTEUNING
38
Mevr. G. Ronner
Sector Zorg & Preventie
Ondersteunende afdelingen
SAMENLEVINGSOPBOUW
DIRECTIESECRETARIAAT
FINANCIËLE AFDELING
Mevr. C. Anstadt en mevr. E.E. de Baat, HOOFDEN Mevr. R.M. van den Berg Mevr. S. Ensel-Avni Mevr. T. Harmsen Mevr. M.F. Samson Mevr. B.L. Tanenbaum
Mevr. J.H.M. Buesink, hoofd Mevr. J.J.M. de Boer Mevr. R. Hoogenraad Mevr. T. Lijesen
A.M. Meijer, hoofd Mevr. G. van Cleef-Minnesma Mevr. S. van der Terp
SECRETARIAAT
Mevr. M. van den Berg-Slok Mevr. A. Oranje
SALARISAFDELING REGISTRATIE
Mevr. A. van Driel-van Dort, HOOFD Mevr. L. Biekram-Oediet Doebé Mevr. B.J. Lievendag Mevr. S.A. Schutten-Klaassen RECEPTIE
VRIJWILLIGERSWERK
Mevr. C. Anstadt, hoofd Mevr. E.S. de Vries, coördinator OUDERENWERK
Mevr. E.E. de Baat, HOOFD Mevr. R.M. van den Berg Mevr. I. Hirsch Mevr. S.S.H. Manassen-Leeraar Mevr. M. Oei-Jas
Mevr. Y. Abram Mevr. M. Dresden-Reens Mevr. N. Groenman Mevr. L.F.C. de Groot S. Heesakkers Mevr. M. de Jong-Kaspin E. Najetovic Mevr. A. Root Mevr. S.A. Schutten-Klaassen
Mevr. G. van Cleef-Minnesma Mevr. M.E.A. Dekker-van Doorn Mevr. T.J. van Zoen-Haan HUISHOUDELIJKE DIENST
Y. Babila Mevr. A. Root Mevr. Ch. Marapin-Bisesser
SECRETARIAAT
Mevr. G. Tsao
Sector Thuiszorg
Kantoren
Ph. R.A. Rubens, INDICATIE-ADVISEUR
Hoofdkantoor Amsterdam De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam 020-577 65 77
J.B. Toff, hoofd J. Kos, zorgmanager Mevr. A. Lassooy-Bermon Mevr. G. van Rijn
Arnhem 026-445 12 89
SECRETARIAAT
Mevr. N. Bojcic-de Waard S. Grossfeld J. Kos M. Kos I.M.J. Ploegmakers Mevr. R.M. Spijkerman
TRADITIONEEL HELPENDEN
Thuishulpen A Mevr. J.P. Aarnoudse Mevr. I.C.E. van Abeelen Mevr. A.C. Adriaanse E. Alberts Mevr. N. Bojcic-de Waard Mevr. F.W. Bolderman Mevr. R. Bronkhorst Mevr. J.M. Chavez Cisneros Mevr. L. Cornelisse Mevr. E. van Dapperen Mevr. M.D. Denekamp Mevr. M. Dolstra-Pameijer Mevr. O. Drolsbach E.J. van der Gaag Mevr. E.M. Gans Mevr. N.F. Ghobrial Barsoum Mevr. M.E.S. Giesen Mevr. W. Groen S. Grossfeld Mevr. Y.J. Guttman Mevr. M.W. de Haan-Marcus Mevr. L.N. Hosselet Mevr. K. Hruskova Mevr. T.M.M. Huijzer E. Ichie Mevr. H. Jorritsma Mevr. B. Kassa Mevr. A.M. Koelman Mevr. S.M. Koning R.J. Kraaijpoel Mevr. S.S. Liberman J.M. Luitjes J. Meerburg
Eindhoven 040-243 45 45
Groningen 050-313 29 08 Den Haag 070-355 56 72 Rotterdam 010-466 86 66 Benjamin Servicepakket 020-577 68 77
Enschede 053-431 85 02
Mevr. W.W. Meijneke-Gall Mevr. L. Meulemeester D. Mudde E.R. Muusses Mevr. F.S.W. Nap Mevr. M.E. Noga Mevr. L.S. Noordwijk V. Nouwen Mevr. S.A.S. van Ommeren Mevr. N. Owusu Mevr. D.S. Pfeiffer Mevr. E.K.J. Pladdet Mevr. I.M.J. Ploegmakers Mevr. A.G.F. Reuter Mevr. J. de Rond M.J. de Rooij M.C.L. Rooke Mevr. S. Roskam Mevr. A. Ruiz-Clavijo Jimenez Mevr. R. Ruiz-Clavijo Jimenez Mevr. F. Russchen Mevr. F.S. Rutte T.D.P. van Schayik Mevr. M. Schrama Mevr. J.F. Simonse Mevr. R.M. Spijkerman Mevr. C.E. Stam Mevr. M.R. Stegers-Coopman E. Suryanto Mevr. M.W. Tesfamariam Mevr. A.N. Tesfay Mevr. I.E. Veringa Mevr. R.F. de Vries-Borgman Mevr. J. van der Wel Mevr. B. Wentink
Mevr. E.E.K. Wiggermann Mevr. M.E. Zunder M. Zwagerman VERZORGENDEN B
Mevr. R.P. Amier Mevr. C.C. Bergström J.K. ter Borg Mevr. E.M. Bouman Mevr. T. Bronkhorst-Klepner Mevr. C.R. Cohen-Peres Mevr. S. Doornweerd Mevr. T.H. Elias Mevr. E.M. Gans Mevr. K. Gebissa Mevr. A.R. Gunputsing Mevr. J.L. Heckman Mevr. M.H.M. Herkul Mevr. A. Hermsen Mevr. A.C.F. van den Heuvel Mevr. S. den Hollander Mevr. S. van Huiden-Ino E. Ichie Mevr. C. Jansen Mevr. M. de Jong Mevr. S. Kersten Mevr. E. Kroeze Mevr. M. Kuin Mevr. M.B. Lambert D. Leerink Mevr. D. Li Mevr. S.S. Liberman J.M. Luitjes Mevr. H. Luning Mevr. N. Mahmud
G. Meijer Mevr. M.M. Mijnals Mevr. M.A. Morren Mevr. D.D. Neslo Mevr. M. Quaadvliet-Harnik Mevr. S.J. Read Mevr. I. Ruiz-Clavijo Jimenez Mevr. I.R. van der Scheer Mevr. A.A.M. Scholten Mevr. J.M. Selten Mevr. J. Siegel Mevr. M.C.F.A. van Straten Mevr. E. Versteegh-van der Hoop Mevr. R.F. de Vries-Borgman Mevr. J. Weyer Mevr. H.E. Zinhagel VERZORGENDE C
Mevr. L.L. Boldewijn Mevr. S. Duhen Mevr. G. van Rijn Mevr. R.C. Rosebel Mevr. N.C.I. Wimpel Mevr. Y. Zwaal-Arami VERZORGENDE D
Mevr. A. Lassooij-Bermon VERZORGENDE E
Mevr. O. Baas Mevr. R.E. Benistant-Reiss WIJKZIEKENVERZORGENDE
Mevr. E.N. Vos-Maat
39
FINANCIEEL VERSLAG Balans per 31 december ACTIEF Vaste activa Materiële vaste activa
2010
Exploitatierekening 2009
€
€
124.662
170.590
Vorderingen Debiteuren Rekeningen-courant Vorderingen uit hoofde van financieringstekort zorgkantoor awbz Overige vorderingen en overlopende activa
Liquide middelen
60.678 21.208
61.911 24
35.973
33.064
779.692 897.551
564.531 659.530 787.091
Som der vlottende activa
1.420.933
1.446.621
Totaal
1.545.595
1.617.211
40
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Rekeningen-courant Overige schulden en overlopende passiva
Totaal
€
€
€
3.628.990
3.562.160
3.636.266
1.229.410 1.004.546 _______________
1.316.133 418.387 _______________
1.264.417 959.584 _______________
5.862.946
5.296.680
5.860.267
5.272.824 60.667 281.261 363.683 231.528 173.384 _______________
5.180.746 64.900 320.145 365.472 224.367 212.050 _______________
5.232.652 58.338 272.183 517.101 102.362 149.717 _______________
6.383.347
6.367.680
6.332.353
520.401-
1.071.000-
472.086-
520.401
1.071.000
472.086
0
0
0
Lasten Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoorkosten Algemene kosten Specifieke kosten
Som van de bedrijfslasten 0
0
0
0
0
0
Exploitatiesaldo voor bijdrage diverse Joodse fondsen Bijdrage Joodse fondsen
Voorzieningen
Exploitatie 2009
Som van de bedrijfsopbrengsten
523.382
PASSIEF Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Begroting 2010
Baten Subsidies Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Overige opbrengsten
Vlottende activa
Exploitatie 2010
124.501
42.430
91.843
127.685
356.084 22.531
253.626 172.245
950.636
1.021.225
1.421.094
1.574.781
1.545.595
1.617.211
Exploitatiesaldo na bijdrage diverse Joodse fondsen
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Joods Maatschappelijk Werk De in dit verkort financieel verslag opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2010, is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Joods Maatschappelijk Werk te Amsterdam over 2010. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 22 maart 2011. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 22 maart 2011. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder Standaard 810, "Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten". Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Joods Maatschappelijk Werk voor het jaar geëindigd op 31 december 2010 in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in pagina 9 en 10 van de toelichting. Amsterdam, 11 oktober 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door mr. M. Septer RA
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in pagina 9 en 10 van de toelichting.
41
ELLA ADIEU Na 30 jaar en 3 maanden heeft Ella Oesterman van onze instelling afscheid genomen. Ella begon haar loopbaan bij JMW als assisterend beroepskracht eind 1979, in de unit ZZ (Zuid-Holland, Zeeland) in ons kantoor Rotterdam. Drie jaar later beschikte ze over het diploma Maatschappelijk Werk en werd haar contract verlengd in de functie van maatschappelijk werkster. Nog geen twee jaar daarna, in september 1985, ging Ella de PVO volgen en specialiseerde zij zich in het groepswerk, een deskundigheid die JMW ontbeerde. Nauwelijks twee jaar later werd zij benoemd tot vakontwikkelaar (unithoofd of leidinggevende zouden we nu zeggen) in de unit ZZ, een werkverband waarop zij de jaren daarna haar stempel wist te drukken. Haar ambities waren met die aanstelling niet gedoofd: in juni 1987 behaalde zij het getuigschrift HBO met als afstudeerrichting Groeps Maatschappelijk Werk en in 1992 meldde zij zich voor de RINO-cursus Practicum Strategisch Management. Begin 1999 werd Ella unithoofd van de twee Amsterdamse units. Ondanks een ernstige heupklachten is haar wilskracht, werklust en betrokkenheid op de instelling ongeschonden en leidt zij haar unit en het groepswerk met veel plezier. Degenen die met Ella werkten, in de ZZ en in Amsterdam, hebben Ella leren kennen als een buitengewoon prettige collega en leidinggevende. In het verslagjaar was zij nog betrokken bij de opvang van de medeaanklagers in het proces Demjanjuk. Wij zullen Ella node missen en wensen haar alle succes bij haar ambities om ook na haar pensionering in Joods Nederland nog actief te blijven.
VICTOR ADIEU Bijna 25 jaar heeft Victor Shani als maatschappelijk werker bij JMW gewerkt. In het verslagjaar nam hij afscheid. Victor hield zich bezig met alle werksoorten binnen de sector Hulpverlening, maar zijn hart lag toch vooral bij het werk met vluchtelingen, migranten en Israëli’s. Als weinigen binnen de sector sprak Victor, dankzij zijn jaren in Israël, vloeiend Hebreeuws. De van oorsprong Argentijnse Victor Shani was een bescheiden, zeer toegewijde werker, die, behalve als maatschappelijk werker als coördinator Vluchtelingenwerk zijn sporen binnen de organisatie verdiende. Wie Victor kende werd altijd getroffen door zijn wijsheid, die hij ten toon spreidde, pas als zijn oordeel werd gevraagd. JMW is hem grote erkentelijkheid verschuldigd voor het werk dat hij 25 jaar lang, in grote harmonie met zijn collega’s, ten uitvoer bracht. Met zijn pensioen verliest de organisatie een innemend mens.
IN MEMORIAM
42
Op 90-jarige leeftijd is overleden mevrouw Gijsbertha Barnhard-Hillenius. Bob, zoals de JMW-gemeenschap haar kende, is jarenlang het gezicht geweest van ons bejaarden clubwerk Beth Simcha. Zij was bij JMW werkzaam van1969 tot 1985. Met grote betrokkenheid gaf zij, aanvankelijk als maatschappelijk werkster en later als hoofd van de afdeling, gestalte aan de verzelfstandiging van het extra-murale bejaardenwerk binnen onze organisatie. Degenen die het voorrecht hadden om met haar samen te werken herinneren zich haar als een buitengewoon innemende en hartelijke persoonlijkheid. JMW is haar voor haar werk grote erkentelijkheid verschuldigd.
De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam Telefoon 020-577 65 77 Telefax 020-577 65 00
[email protected] www.joodswelzijn.nl