Jaarstukken
2011 26 april 2012
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Inleiding
5
Jaarverslag Hoofdstuk 2
Programma’s
11
Hoofdstuk 3
Paragrafen
paragraaf 1 lokale heffingen
45
paragraaf 2 weerstandsvermogen
51
paragraaf 3 onderhoud kapitaalgoederen
69
paragraaf 4 financiering
77
paragraaf 5 bedrijfsvoering
85
paragraaf 6 verbonden partijen paragraaf 7 grondbeleid
89 107
paragraaf 8 rechtmatigheid
123
Hoofdstuk 4
Programmarekening en analyse van het rekeningresultaat
135
Hoofdstuk 5
Balans en toelichting op de balans
156
Overzicht reserves en voorzieningen
181
Hoofdstuk 6
Verantwoording in het kader van Single information single audit
189
Hoofdstuk 7
Controleverklaring
207
Hoofdstuk 8
Besluit
211
Jaarrekening
Bijlagen
1
2
Hoofdstuk 1 Inleiding
4
Inleiding In deze jaarstukken kijken we terug op het jaar 2011. Een jaar waarin een omvangrijke ombuigingsoperatie als gevolg van de economische crisis centraal stond. Een jaar ook dat we positief kunnen afsluiten doordat het totaal aan investeringen, ombuigingen en compensaties met elkaar in balans is. De noodzaak om tot deze ombuigingsoperatie te komen lag bij de gevolgen van de economische crisis voor de grondexploitaties, de oplopende kosten in het sociale domein en de kortingen vanuit het Rijk. In onze Programmabegroting van 2012 hebben we een bedrag van € 29 miljoen aan risicoreserveringen opgenomen om de komende tien jaar te kunnen saneren, faseren en herprogrammeren. In het Jaarverslag van 2011 krijgt dit voor een bedrag van € 15,0 miljoen een vertaling in het maken van een voorziening. Deze voorziening leidt ertoe dat we over het geheel minder rentelasten hoeven te betalen en is mogelijk door het inzetten van een deel van onze Nuon reserves. College en raad zijn dit ombuigingentraject begonnen door heel fundamenteel te kijken naar de taken en functies die de gemeente had en zou moeten hebben. Onze keuzes beginnen met het Coalitieprogramma, waarin het college heeft aangegeven welke ambities zij in de periode van 2010-2014 willen realiseren. Om een fundamentele kerntakendiscussie te kunnen voeren hebben we in de trendnota 2010 een drietal pijlers opgesteld. Deze vormen de kern bij het bekijken van het basisniveau dat wij op alle onderdelen zien voor Doetinchem. Of er iets af kan, of eigenlijk iets bij moet is afhankelijk van de volgende pijlers: • Eigen verantwoordelijkheid en gerichte solidariteit • Tegengaan van ingewikkeldheid • Toekomstvaste keuzes We hebben richting aan de uitwerking van deze pijlers gegeven met een aantal uitgangspunten. Om te beginnen hanteren we het uitgangspunt om het dichterbij de mensen te organiseren, nabij en gebiedsgericht. We kiezen voor maatwerk, niet voor iedereen hetzelfde maar afhankelijk van behoefte. We hebben slimme verbindingen aangeboord. Een laatste belangrijk uitgangspunt is dat we vinden dat het een bijdrage moet leveren aan de economie. Het belangrijkste document in 2011 was de voorjaarsnota 2011. Hierin hebben we de bovengenoemde pijlers en uitgangspunten vertaald in de koers voor de komende jaren. Wat betekenen deze uitgangspunten nu voor wat wij zien als de basistaken voor de gemeente? Wat is het minimum aan kwaliteit voor onze stad? Waar kan nog iets af en waar moeten we juist iets investeren? Met deze Voorjaarsnota heeft de raad vastgesteld wat de Doetinchemse basis nu eigenlijk is. Op welke onderdelen deze sterk genoeg is en waar wat weggehaald kan worden, en op welke onderdelen we moeten investeren. Met de Voorjaarsnota 2011 hebben we een ombuigingenpakket van € 13,5 miljoen vastgesteld. Hierin zijn de financiële gevolgen van de crisis op de grondexploitaties opgelost en is in totaal voor bijna € 4 miljoen aan korting op de ambtelijke organisatie gehaald. Daarnaast hebben we de eerste ombuigingen gerealiseerd op onder andere cultuur, de bijdragen aan GGD, Regio Achterhoek, budget peuterspeelzalen en op verkeer. Dit is allemaal vertaald in de begroting 2012 en deze jaarstukken. Het realiseren van het totale ombuigingenpakket loopt door t/m 2015. Naast ombuigingen hebben we in ons coalitieprogramma 2010-2014 ook duidelijk gemaakt waar we voor staan als lokale overheid en wat we willen bereiken. We wilden afmaken waar we aan begonnen waren en vonden dat nog niet overal het basisniveau op orde was. 5
We hebben besloten een jongerencentrum te realiseren in De Gruitpoort. Hierdoor hebben we een slimme verbinding gemaakt tussen cultuur en jeugd en tussen het realiseren van voorzieningen en de opdracht om te bezuinigen. We hebben we geïnvesteerd in het winkelcentrum, door het aantrekkelijker maken van de straten en het starten met het opknappen van het gebied de Veentjes. We hebben ingezet op een versterkt gevoel van veiligheid in Doetinchem door meer in te zetten op zichtbaarheid van handhaving. Op het regionale A18 bedrijvenpark hebben we de eerste kavels verkocht. In regioverband hebben we afspraken gemaakt om gezamenlijk te komen tot het bouwen van minder woningen in verband met de demografische ontwikkeling in de regio Achterhoek. Op het gebied van mobiliteit hebben we het bestemmingsplan Oostelijke randweg vastgesteld en de provinciale bijdrage veilig gesteld. Bestuurlijk is de afgelopen periode geïnvesteerd in een sterkere samenwerking binnen de Regio Achterhoek. We zijn gestart met de uitwerking van Wijkwerk nieuwe stijl. Hier wordt zorg en welzijn in de buurt beter verbonden waardoor mensen met minder hulpverleners te maken krijgen. Vanuit onze regionale verantwoordelijkheid hebben we een opvangvoorziening gerealiseerd voor dak- en thuislozen. Door de commissaris van de Koningin is ons gerenoveerde stadhuis heropend. Zomaar een greep uit de veelheid aan activiteiten die we ondanks de ombuigingen uitgevoerd hebben. Gewoon omdat de samenleving dat van ons verwacht en omdat we dat aan de samenleving verschuldigd zijn. Leeswijzer In het 1e deel van de jaarstukken kunt u uitgebreider lezen wat we hebben gedaan en bereikt in 2011. Dit is het jaarverslag 2011. Het jaarverslag bestaat uit: • Hoofdstuk 2 de programma’s. De informatie in dit hoofdstuk hebben we eerder opgenomen in de inhoudelijke rapportage over 2011die we u hebben aangeboden in de beeldvormende raad van 1 maart 2012. Met deze infor matie verantwoordden we ons over de voortgang en de resultaten van de activiteiten in 2011. De informatie in hoofdstuk 2 is bewerkt met uw opmerkingen bij de rapportage over 2011. Ook is de informatie verder geactualiseerd. • Hoofdstuk 3 de paragrafen. Al die activiteiten en doelen kosten geld. Die uitgaven kunnen we betalen door inkomsten van het rijk en van onze burgers. Over de verantwoording van de uitgaven en inkomsten leest u in het 2e deel van de jaarstukken: de jaarrekening. De jaarrekening wordt gecontroleerd door onze accountant. De jaarrekening bestaat uit: • • • • •
Hoofdstuk 4 programmarekening en analyse van het rekeningresultaat, Hoofdstuk 5 de balans en toelichting erop. Plus een overzicht van de reserves en voorzieningen, Hoofdstuk 6 Verantwoording van de Single information en single audit, Hoofdstuk 7 Controleverklaring van de accountant, Hoofdstuk 8 raadsbesluit tot vaststelling van de jaarstukken 2011.
6
Jaar verslag
8
Hoofdstuk 2 Programma's
10
Hoofdstuk 2.
Programma’s
Toelichting op de programma’s In deze jaarstukken treft u de programma’s aan die zijn beschreven in de programmabegroting 2011. Bij de programma’s geven we een toelichting op de voortgang van de activiteiten en de resultaten in 2011. In de programma’s is het bestuurlijk dashboard opgenomen. Met een kleur wordt de stand van zaken van de onderwerpen per einde 2011 weergegeven. De kleuren hebben de volgende betekenis:
Resultaat
Resultaat is gehaald of resultaat zal gehaald worden na bijstelling Resultaat moet mogelijk bijgesteld worden Resultaat is niet gehaald
Planning
Planning is gehaald, eventueel na bijstelling Planning staat onder druk Planning is niet gehaald
Middelen
Middelen waren/zijn toereikend Middelen moeten mogelijk bijgesteld worden Middelen waren/zijn niet toereikend
Waar hierboven wordt gesproken over bijstelling, bedoelen we bijstelling door de raad. In dat geval hebben we in het bestuurlijk dashboard een gewijzigde afspraak aan de raad voorgelegd.
11
Programma 1: Werk in een sterke economie Economische ontwikkeling Inleiding Een van de sterke kanten van de Doetinchemse economie is het goede contact tussen het bedrijfsleven en de gemeente. Wij vinden dat de relatie met het bedrijfsleven gebaseerd moet zijn op het tijdig nakomen van afspraken. Daarvoor hebben we één goed functionerend gemeentelijk loket voor ondernemers ingericht. Dat is de plek in onze gemeentelijke organisatie waar ondernemers en kleine zelfstandigen antwoorden krijgen op hun vragen. Ze worden snel en klantvriendelijk geholpen. We leggen een deel van de verantwoordelijkheid bij ondernemers. In samenwerking zijn de acties opgepakt en is gewerkt aan zaken waar Doetinchem goed in is: de middenstand, techniek, zorg en onderwijs. Daarnaast werken we ten gunste van de economische ontwikkeling van Doetinchem en de regio, verder aan een impuls van de sector recreatie en toerisme. Wat hebben we daarvoor gedaan? Uitvoering economisch actieplan Het economisch actieplan geeft richting aan het economisch beleid van de gemeente tot 2020. Het afgelopen jaar zijn veel acties uit het plan bereikt. Voorbeelden hiervan zijn de oprichting van het Centrum voor Jong Ondernemerschap, deelname aan IkStartSmart, oplevering stage informatiegids, oplevering www.werkenindoetinchem.nl, doorontwikkelen parkmanagement en oprichting Doetinchemse uitdaging. De raad heeft in november 2011 een tussentijdse evaluatie ontvangen. Voor een Dynamisch Duurzaam Doetinchem in 2020 (‘de stip op de horizon’) zijn nieuwe investeringen noodzakelijk om Doetinchem economisch vitaal en onderscheidend in de regio te laten zijn. De gemeenteraad heeft € 50.000 beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van nieuwe impulsen vanaf 2012 en verder. Sociaal economische afspraken De gemeente heeft met ondernemersvereniging IG&D Doetinchem sociaal economische afspraken gemaakt over het sneller plaatsen van werkzoekenden. Dit past binnen de ontwikkeling van het cWc. IG&D gaat pro- actief campagne voeren voor het Werkgeversservicepunt (WSP) van de gemeente. Zij organiseert thema bijeenkomsten en gaat naar bedrijven die het WSP nog niet kent. Op deze manier kunnen wij elkaar versterken. Op 1 december 2011 is de pilot van 4 maanden gestart. In april 2012 vindt een evaluatie van het traject plaats. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Uitvoering economisch actieplan economisch contract
12
Bedrijventerreinen Inleiding Om te kunnen werken en ondernemen is ruimte nodig. Doetinchem is een belangrijke vestigingsplaats voor bedrijven en dat is goed voor de werkgelegenheid. De consequentie is dat er voldoende bedrijventerreinen moeten zijn. In samenwerking met drie regiogemeenten ontwikkelen wij in Doetinchem een regionaal bedrijventerrein. Deze intergemeentelijke samenwerking is uniek in Nederland. Hier zijn we trots op! Wij gaan uit van het ontwikkelen van duurzame bedrijventerreinen. Dat betekent dat er gelet wordt op energie- en waterverbruik, maar ook op het aantal arbeidsplaatsen dat een bedrijf per hectare oplevert. Het doel is tevens compacte bedrijventerreinen. Wij streven naar bedrijventerreinen waar het veilig ondernemen is en waar ondernemers zoveel mogelijk in eigen beheer organiseren. Wat hebben we daarvoor gedaan? RBT A18 Voortgang ontwikkeling bedrijvenpark In 2011 heeft de gemeente ook promotie en acquisitie gevoerd voor het A18 Bedrijvenpark. Er is een vraaggestuurde website voor het A18 Bedrijvenpark ontwikkeld. Daarnaast zijn folders opgesteld en is er een handboek ontwikkeld voor aspirant-kopers van een kavel. De gemeente heeft bedrijfsbezoeken afgelegd. In 2011 zijn de eerste twee kavels verkocht. RBT A18 Bedrijfsverplaatsing Esbro In 2008 heeft het college van b&w het besluit genomen om te onderzoeken of het overlastgevende bedrijf Esbro uit de stad geplaatst zou kunnen worden. Dit onderzoek heeft erin geresulteerd, dat de raad in 2010 een besluit heeft genomen om het bedrijf Esbro definitief verplaatsen en wel naar het A18 bedrijvenpark. Met deze verplaatsingsactie is een bedrag ad € 24 miljoen gemoeid, waarvan het publieke domein (provincie en gemeente) € 12 miljoen voor haar rekening neemt. De transactie houdt onder meer in, dat de gemeente Doetinchem de oude locatie met opstallen van Esbro overneemt en het bedrijf een kavel van ca 4 ha koopt op het A18 bedrijvenpark. Deze kavel is eind 2011 aan Esbro geleverd, die hiervoor ca € 4,2 miljoen betaald heeft. In 2012 gaat Esbro op haar kavel een nieuwe pluimveeverwerkingsbedrijf bouwen. Revitalisering Verheulsweide In 2011 is de eerste fase van de revitalisering afgerond. De Fabriekstraat en Ambachtstraat zijn opgeknapt. De tweede fase (Havenstraat Zuid) is in uitvoering. De aannemer bereidt de werkzaamheden voor en de bedrijven zijn op de hoogte gebracht. Voor de derde fase (Vlijtstraat, Gildenstraat en Nijverheidsweg) is geconstateerd dat er een parkeerprobleem is. Om het openbaar gebied op te knappen moet hiervoor een oplossing worden gevonden en eerst de problematiek in beeld worden gebracht. Dit onderzoek is uitgezet. Voor de vierde fase Industriestraat en Havenstraat Noord ligt een eerste inrichtingsvoorstel dat met de bedrijven kan worden besproken. Vanwege het onderzoek naar de komst van het stadion, is hiermee nog niets gedaan. Het Parkmanagement in Doetinchem heeft draagvlak voor de invoering van reclameheffing op de bedrijventerreinen in Doetinchem. Naar verwachting neemt de gemeenteraad hierover in mei 2012 een besluit. Studie nieuw stadion BVO de Graafschap Het bestuur van Betaald Voetbal Organisatie (BVO) De Graafschap had in 2007 het besluit genomen tot vertrek van de huidige locatie “De Vijverberg” vanwege de ambitie voor de bouw van een nieuw stadion. In verband met de mogelijke realisatie van haar plannen heeft de BVO het college van de gemeente Doetinchem expliciet gevraagd om mee te denken en zo nodig mee te werken aan de totstandkoming van het nieuwe stadion. In dat kader is door de gemeente een interne, interdisciplinaire 13
taskforce opgericht, die als opdracht kreeg onderzoek te doen, informatie te vergaren/of te rangschikken en deze in relatie te brengen tot bestaande regelingen, wetgeving en bestuursafspraken en ervaringen van andere ‘sportsteden” (bv. Helmond, Heerenveen, Den Haag). Op basis van de resultaten van haar onderzoek heeft de taskforce een advies aangeboden hoe om te gaan met het verzoek tot medewerking aan de bouw van een nieuw stadion. Dit advies met de bijbehorende onderzoeksrapporten zijn begin 2011 aangeboden aan BVO de Graafschap. In dit advies werd aangegeven, dat het A18 bedrijvenpark een goede locatie zou zijn om een nieuw stadion te bouwen. BVO De Graafschap heeft daarop contact opgenomen met projectontwikkelaars om te bekijken of er een sluitende businesscase voor een stadion op deze locatie te realiseren is. Dat was niet het geval, waarop de door bvo De Graafschap ingeschakelde projectorganisatie (BAM en Van Wijnen) met het voorstel kwam om na te gaan of op het Vredesteinterrein te Doetinchem een nieuw stadion kan worden gebouwd. Uiteindelijk is het ook op deze locatie niet gelukt om een sluitende businesscase voor een nieuw stadion te ontwikkelen en de betaald voetbalorganisatie heeft besloten om (definitief) af te zien van de bouw van een nieuw stadion. Inmiddels heeft De Graafschap de gemeente in kennis gesteld van het feit, dat zij plannen heeft om het huidige stadion te renoveren en uit te breiden. Hierover zal de komende periode overleg met de gemeente worden gevoerd. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
RBT voortgang bestemmingsplan bedrijventerrein Bedrijfsverplaatsing Esbro stadion vv De Graafschap
Werkgelegenheid Inleiding De beste economische- en sociale voorziening is een betaalde baan. Werk geeft je inkomen, ontwikkelt je talenten en geeft je sociale contacten. Wij accepteren niet dat mensen die kunnen werken ongewild thuiszitten. In de huidige economische tijden vergt dat extra aandacht. Het jaar 2011 was opnieuw een moeilijk jaar. Ondanks de inspanningen is het aantal mensen in de bijstand licht gestegen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Uitgaven Wet, werk en bijstand Het financieel resultaat is een tekort ten opzichte van de begroting 2011. Dit tekort is veroorzaakt door het uitblijven van het aantrekken van de economie en de werkgelegenheid. De recessie duurt voort en de werkloosheid stijgt. Dit heeft gevolgen voor het aantal personen dat een beroep moet doen op de bijstand. Begin 2011 werd verwacht dat het aantal bijstandsgerechtigden zou dalen ten opzichte van 2010. In werkelijkheid is dit aantal in 2011 zelfs licht gestegen. Een tweede oorzaak van het tekort is de systematiek van de aanvullende rijksuitkering WWB. Als de gemeente tekort komt op de WWB, kan zij een aanvullende uitkering vragen bij het rijk. De incidentele uitkering van het rijk kent een eigen risico voor de gemeente van 10% van het jaarbudget inkomensdeel WWB. Ten opzichte van 2010 ontvangen we voor 2011 ruim een miljoen minder aan aanvullende uitkering van het Rijk. De verlaging is het gevolg van de periodieke bijstelling van het macrobudget van het inkomensdeel WWB door het rijk, in samenhang met de werkelijke uitgaven van onze gemeente. Daardoor blijft een groter deel voor rekening van het resultaat 2011 van onze gemeente. Ten opzichte van de gecorrigeerde raming is dat circa € 1 miljoen.
14
Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Uitgaven Wet werk en bijstand
Wat heeft dat gekost?
15
16
Programma 2: Prettig wonen in een wijk en dorp Leefbaarheid/wijkwerk Inleiding Bewoners zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de leefbaarheid in hun wijk. Leefbaarheid wordt vooral bepaald door de manier waarop we met elkaar omgaan. De meeste mensen zijn best bereid even wat voor een ander te doen. De wijk is daarom ook de plek om de ontmoetingsfunctie vorm te geven en de nabijheid van voorzieningen te organiseren. Onze ambitie is eenvoudig: wij streven naar wijken die schoon, heel, veilig en sociaal zijn. De gemeente, de wijkteams en de burger zorgen daarvoor, waarbij een goede samenwerking en afstemming voorop staat. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wijkwerk nieuwe stijl We zijn gestart met de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze voor het wijk- en welzijnswerk “Wijkwerk nieuwe stijl (WNS)”. Het plan van aanpak WNS is opgesteld, waarin vier deelprojecten zijn opgenomen: Wijkbedrijf, Buurtcoach, Wijkregie & Wijknetwerk en Wijkservicepunt. Er is een bedrijfsplan gereed voor het wijkbedrijf. Begin 2012 zal in eerste instantie worden gestart in twee wijken (Gaanderen en Oosseld). In de loop van 2012 zal dit verder worden uitgebreid naar meerdere wijken en meerdere diensten. Project Buurtcoach staat in de steigers en zal leiden tot een start van de Buurtcoach in twee wijken (Overstegen en De Huet) in het derde kwartaal van 2012. Hiermee is een en ander in de lijn van de contouren en het plan van aanpak WNS. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Welzijn nieuwe stijl /wijkbeleid
Centrum Inleiding De kern van het begrip stad is ontmoeting. Mensen met verschillende ideeën kunnen elkaar er treffen en inspireren. Mensen uit de hele Achterhoek en van daarbuiten. Maar ook Doetinchemmers. Dit betekent dat het centrum bruisend en levendig moet zijn met voldoende voorzieningen, evenementen, maar ook commerciële ontmoetingsplekken: zowel cafés, restaurants als winkels. Wat hebben we daarvoor gedaan? Leegstand in Centrum (economisch actieplan) De gemeente, het centrummanagement en de Ondernemersvereniging Doetinchem willen leegstaande panden proberen in te zetten voor creatieve ondernemers (voorbeeld komt uit Zutphen). Op deze manier vergroten wij de diversiteit aan bedrijvigheid. Daarnaast versterkt deze actie de attractiviteit van het centrum. Succes van deze actie is mede afhankelijk van de betrokkenheid van de pandeigenaren. Deze actie wordt in 2012 opgepakt conform het raadsbesluit over de uitvoering van het economisch actieplan.
17
Cultuur Inleiding Cultuur is een belangrijk middel om mensen te laten participeren in onze samenleving. Dan denken we natuurlijk aan het rijke verenigingsleven van toneel, muziek en dergelijke, maar ook aan het bezoek aan evenementen of culturele voorzieningen in de stad of in wijken en dorpen. Cultuur draagt bij aan het bevorderen van tolerantie en dat is belangrijk voor een bloeiende stad. Wat hebben we daarvoor gedaan? Evaluatie evenementenbeleid Evaluatie van het evenementenbeleid over de jaren 2009-2011 vraagt om meer aandacht voor openbare orde en veiligheid. Deze evaluatie wordt in 2012 gepresenteerd. Met het oog op de termijn voor subsidies, aanbesteding kermis en locatiekeuze voor het Stadsfeest, hebben we voor 2012 een keuze gemaakt. Voor 2012 geldt dat het Stadsfeest het Simonsplein als hoofdlocatie houdt en dat beide kermissen dat jaar op het Marktplein plaatsvinden. De terrassen op het Simonsplein komen tijdens het Stadsfeest 2012 te vervallen en er worden strikte veiligheidseisen gesteld aan de hoeveelheid mensen op het plein. Bovendien is besloten om voor de komende jaren in samenspraak met alle betrokkenen, organisatoren, horeca en middenstand het nieuwe beleid vorm te gegeven. Dit is eveneens gepland in 2012. Hiertoe is in het 2e kwartaal 2012 een miniconferentie georganiseerd. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Evaluatie evenementenbeleid
Sport Inleiding Sporten is leuk. Het is bovendien belangrijk voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Maar ook voor het leren van normen en waarden. De relatie tussen breedtesport en topsport is belangrijk. Maar bij de topsport heeft de gemeente geen financiële bemoeienis. Bij de breedstesport wel. Belangrijk is de bereikbaarheid van sportvoorzieningen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Sport Kadernota De Kadernota Sport is in 2011 ontwikkeld in samenspraak met de sportverenigingen en vastgesteld door de gemeenteraad in januari 2012. De Kadernota geeft de Doetinchemse visie op het belang van sport en verenigingen voor de samenleving. Het bijgevoegde uitvoeringsprogramma geeft de praktische invulling hiervan en kan jaarlijks inspelen op behoeften en samenwerkingsverbanden. Sportpark Zuid besluit tophal In 2011 zijn de benodigde budgetten voor werken in de openbare ruimte beschikbaar gesteld uit bestaande kredieten. Met de aanpassingen op Sportpark Zuid wordt ingespeeld op het toegenomen aantal gebruikers en de intensiteit van het gebruik. De borgstelling van de Stichting Waarborgfonds Sport maakte het mogelijk dat ook de gemeente Doetinchem garant is gaan staan; de voorwaarden zijn immers identiek. Daarmee kwam de weg vrij de provinciale subsidie aan te vragen. Ook de toekomst van sportcentrum Rozengaarde is met nieuwe mogelijkheden in beeld. De multifunctionele sporthal brengt breedtesport en topsport onder één dak. De initiatiefnemers willen een hal realiseren die het kloppend sporthart van de stad vormt. 18
Door het recht van 1e hypotheek kan de gemeente het onderdak voor de breedtesport garanderen. Sportservicepunt operationeel Het sportservicepunt is een samenwerkingsverband tussen de georganiseerde sport, het Graafschapcollege, IJsselkring en de gemeente. De juridische vorm wordt een stichting wordt een stichting, waaraan de gemeente niet deelneemt. Inmiddels is de kwartiermakerperiode afgerond en is het sportservicepunt door het aanstellen van een consulent operationeel. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Kadernota sport Sportpark zuid (besluit tophal) Sportservicepunt operationeel (wijkwerk)
Veiligheid en handhaving Inleiding De Doetinchemmers moeten zich veilig en beschermd voelen. In de wijk of het in dorp, op de fiets, tijdens het winkelen of bij het uitgaan in het centrum van onze gemeente. Bewoners moeten op ons kunnen rekenen als het gaat om het handhaven van de veiligheid. We willen problemen voorkomen en hard optreden als dat nodig is, we zoeken daarbij een balans tussen preventie en handhaving. Wij staan hier voor en doen er alles voor om dit ook te realiseren. Wat hebben we daarvoor gedaan? Kadernota Integrale Veiligheid In het voorjaar 2011 is de raad in een beeldvormende bijeenkomst ingelicht over de ontwikkelingen op veiligheidsgebied als opmaat naar een nieuw vast te stellen kadernota. Eind oktober is de raad meegegaan op een “hotspottour centrum” om in praktijk te ervaren wat de aandachtpunten zijn. De ervaringen hieruit worden meegenomen in de kadernota. De politiecijfers 2011 zullen in februari 2012 bekend worden waarna de (veiligheids-)prioriteiten voor de komende jaren op basis van deze cijfers en alle andere beschikbare informatie door de raad zullen worden vastgesteld. Dit zal in mei 2012 zijn. Evaluatie project Nacht/Wijkwachten/IWT De projecten nacht- en wijkwachten zijn in een fase beland dat er een keuze gemaakt moet worden of de gemeente hier mee doorgaat of niet. In het kader van de bezuinigingen is een richting gekozen om 2012 te gebruiken om het nacht- en wijkwachtenproject samen te voegen tot een projectorganisatie. Uit de evaluatie van het wijkveiligheidsteam is gebleken dat dit project voorziet in een behoefte om het jeugdwerk echt op straat te hebben met een aansluiting naar de zorg- en veiligheidsketen. De resultaten zijn kortweg goed te noemen. Doordat dit een pilot was zijn de knelpunten boven tafel gekomen en zijn de aanpassingen gedaan om dit project naar de toekomst toe structureel en goed te borgen. Toezicht en Handhaving In 2011 is een nieuw handhavingsbeleidsplan vastgesteld door het college en besproken in de beeldvormende raadsvergadering. Vertrouwen is het kernbegrip waarop dit handhavingsbeleid is gebaseerd. Het handhavingsbeleid hoeft niet per definitie streng te zijn. In een open en ontspannen samenleving spreken burgers elkaar ook onderling aan. Eerst met zachte hand op basis van vertrouwen. Als dat niet helpt met andere middelen. Na vertrouwen is doortastendheid het tweede kernbegrip. Kordaat 19
optreden is dan een voorwaarde om geloofwaardig over te komen. We hebben in 2011 onze interne werkwijze aangepast en nieuwe afspraken gemaakt met andere handhavingspartners. Bij kordaatheid hoort ook slim samenwerken. Een element dat vanaf 2011 ook meer aandacht krijgt is de zichtbaarheid. Handhavingsacties zullen voor iedereen in de omgeving meer zichtbaar zijn. In de diverse bijlagen van het handhavingsbeleidsplan zijn de risico's per taakveld in beeld gebracht. In het jaar 2011 zijn alle risico’s met de hoogste prioriteit uitgevoerd. Dit gaat concreet om benzinestations, IPPC inrichtingen (milieudeel), pension en nachtverblijven, bejaardenoorden (brandweerdeel) illegale sloop en illegale bouw, dumpingen in de openbare ruimte en de evenementen vergunningen. Beleidsplan Brandweer Achterhoek West De Brandweer Achterhoek West heeft in 2011 flinke slagen gemaakt in het gelijktrekken van de kwaliteit van de 4 (voormalig) gemeentelijke korpsen. Deze kwaliteit is op sommige onderdelen zelfs al verder uitgebouwd, zoals Risicobeheersing. Er wordt uniform gewerkt en er wordt geprofiteerd van de grotere massa. Er is een start gemaakt met het toekomstbestendig maken van de paraatheid van de brandweer. De brandweer zet meer in op preventie en bewustwording van brandgevaar. Voor de nieuw te bouwen brandweerkazerne is een op de bezuiniging aangepast nieuw Programma van Eisen geschreven en een nieuw ontwerp gemaakt. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Integrale veiligheid (kadernota) Handhaving (integraal handhavingsplan) Evaluatie project Nacht/Wijkwachten/IWT Beleidsplan brandweer Achterhoek west
Wat heeft dat gekost?
20
Programma 3: Zorgen voor meedoen Zorg Inleiding Doetinchem is een echte zorgstad. Er wonen veel ouderen, we hebben goede zorginstellingen, waar ook veel mensen met plezier werken. Er komt een dubbele vergrijzing op ons af: een toename van cliënten en een afname van het personeel. Belangrijk is dat zorg toegankelijk is en dichtbij. Het eigen kunnen, de zelfredzaamheid van mensen willen we bevorderen. Mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in eigen wijk of buurt. Met het gemeentelijk OGGz-beleid wordt ingezet op het tegengaan en voorkomen van dakloosheid en verslaving. Inzetten op preventie is belangrijk en tegen overlast moet worden opgetreden. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wmo (nieuw beleidskader) In 2011 hebben we een nieuw Wmo beleidsplan 2012-2016 opgesteld aan de hand van een evaluatie en actualisering van het Wmo beleidsplan 2007-2011. Het nieuwe beleidsplan borduurt voort op de hoofdlijnen van het beleid en de kaders van het eerste beleidsplan met het adagium “Iedereen doet mee!”. Wel is beleid uit de eerste planperiode geactualiseerd en soms opnieuw geformuleerd met het oog op evaluatiebevindingen en nieuwe ontwikkelingen. In april 2012 heeft de gemeenteraad het Wmo beleidsplan 2012-2016 vastgesteld. De planning ging uit van besluitvorming door de raad in 2011. Vanwege capaciteitsproblemen hebben we dit moeten doorschuiven. Wmo (stand van zaken verdeelmodel) Het Wmo verdeelmodel “hulp bij het huishouden” wordt opgenomen in het cluster maatschappelijke zorg van het gemeentefonds. Er komt daarnaast een apart verdeelmodel “begeleiding” voor de decentralisatie van dit deel uit de AWBZ. In 2011 betekende dit het volgende: • De vervolgonderzoeken van adviesbureaus APE en Ferry Knaack Advies naar de onvolkomen heden van het per 1/1/2011 verfijnde model zijn afgerond. • Deelname aan de VNG commissie “transitie begeleiding-financiën”. • Deelname begeleidingscommissie maatschappelijke ondersteuning/decentralisatie begeleiding. • Informeren van “aangesloten” (nadeel)gemeenten. Resultaat: voorzichtige constatering dat transparantie, een eenvoudig verdeelmodel gebaseerd op een beperkt aantal directe maatstaven de aandacht gaan krijgen van modelmaker Cebeon. Wmo uitgaven De werkelijke Wmo-uitgaven in 2011 zijn in evenwicht met de oorspronkelijke begroting 2011. In de 1e financiële monitor 2011 is € 1,4 miljoen extra budget toegevoegd aan de WMO (huishoudelijke hulp en vervoersvergoedingen) vanwege verwachte tekorten. In de 2e financiële monitor is € 0,5 miljoen van deze toevoeging weer ongedaan gemaakt. Per saldo is in de monitoren 2011 € 0,9 miljoen toegevoegd aan de begroting 2011. Dit vanwege te verwachten tekorten op met name de posten huishoudelijke hulp en regiotaxi binnen de Wmo uitgaven, op basis van het toen bekende aantal aanvragen voor individuele voorzieningen. Door effecten van maatregelen en ontwikkelingen bleek het in 2011 uiteindelijk mogelijk om vrijwel uit te komen met de budgetten in de oorspronkelijke begroting 2011. Geconcludeerd kan worden dat het ontstane tekort op de Wmo uitgaven in voorgaande jaren, in 2011 is weggewerkt. Echter, dit is slechts de stand van zaken op dit moment. Het punt van stabilisatie van budget, als dat al mogelijk is, is nog niet in zicht. In het Wmo beleidsplan 2012-2016 is opgenomen dat we voor de Wmo gaan werken met risicokaarten om de ontwikkelingen van baten en lasten in te schatten, te monitoren en waar nodig bij te sturen.
21
De budgetten van de afdeling Wmo-winkel staan al jaren onder druk. De rijksmiddelen bleken niet voldoende om het wmo-beleid uit te voeren. Hierin staat de gemeente Doetinchem niet alleen. Vele gemeenten kampen met dezelfde financiële druk. Het verdeelmodel waarmee de rijksmiddelen landelijk worden verdeeld pakte ongunstig uit voor de gemeente Doetinchem, ook na de herijking in 2010. Er is sinds 2010 stevig ingezet om kosten te beheersen. De gemeenteraad heeft medio 2010 een pakket aan beheersmaatregelen vastgesteld om de budgetten rondom prestatieveld zes van de Wmo, de individuele voorzieningen “in control” te krijgen. Te constateren valt dat er in 2011 geen afname is van het aantal aanvragen. Dit kan worden verklaard door de toenemende vergrijzing van de samenleving. Immers meer dan de helft van de klanten van de wmo-winkel is 65 jaar of ouder. Zoals bekend zal het aantal ouderen naar verwachting alleen maar toenemen. Des te meer een reden om de budgetten nauwlettend te blijven volgen. Daarnaast is de ruimte van de wet nog steeds niet scherp neergezet. De laatste ontwikkelingen in de jurisprudentie rondom het niet mogen toepassen van de financiële mogelijkheden van een klant zijn zeer zorgelijk en druist in tegen de principes van de Kanteling. Deze werkwijze heeft inmiddels wel definitief zijn intrede gedaan in de Wmo-winkel. De verwachting is in principe dat wanneer deze omwenteling van verzekerd recht naar het Wmo eigen compensatiemodel volledig tot stand is gekomen, de kosten op basis van de huidige aantallen verder kunnen dalen. Gezien het feit dat het hier gaat om een cultuuromslag in de samenleving, is dit een lange termijn proces. Daarbij komt dat de samenhang tussen de effecten van alle beheersmaatregelen en de dagelijkse praktijk van uitvoering van de wet, zo complex is dat het maken van een prognose over de ontwikkeling van de kosten zeer lastig is. Ontmoetingspunt voor ouderen In 2011 is het Ouderenontmoetingspunt in ’t Brewinc tot stand gekomen. Ouderen hebben zelf de randvoorwaarden geformuleerd waaraan dit ontmoetingspunt moest voldoen. Op basis hiervan is duidelijk de voorkeur uitgegaan naar ‘t Brewinc. Zij hebben deze ruimte zelf ingericht. Ook als stichting nemen zij geheel zelfstandig verantwoordelijkheid voor het programma, de organisatie en het beheer. Gelijk vanaf de officiële opening (16 september 2011) voorziet het ouderenontmoetingspunt in een behoefte, en mag daarom nu al een succes worden genoemd. Iriszorg (rijwielstalling centrum) De vraag over de fietsstalling is aangehouden, in verband met de plannen van Iriszorg aan de Terborgseweg 63 (Dalespand). Nu bekend is dat beschermd wonen hier een plek krijgt en de nachtopvang aan de Kapoeniestraat blijft, zal deze vraag meegenomen worden in de verdere uitvoering van de plannen van Iriszorg. Woonvoorziening Iriszorg (Dalespand) Na het besluit van Iriszorg in januari 2011 over het willen realiseren van een woonvoorziening inclusief dag- en nachtopvang aan de Terborgseweg 63, is conform een door de gemeenteraad vastgestelde motie in 2010 een veiligheidsscan uitgevoerd. De veiligheidsanalyse is besproken met bewoners en andere belanghebbenden. Op basis hiervan en op basis van een intensieve studie van het zorg-, veiligheids- en ruimtelijk aspect is door het college van B&W geconcludeerd dat een beschermde woonvoorziening op deze locatie gepast is. Vanuit zorg- en veiligheidsperspectief en het OGGz-beleid is voor deze locatie gekozen voor één module en niet voor een driemodulevoorziening. Dit betekent een woonvoorziening zonder de dag- en de nachtopvang. Deze laatste twee voorzieningen blijven gehandhaafd op de huidige locaties. Naast de uitgevoerde veiligheidsscan wordt er ook een beheersplan opgesteld door betrokken partijen.
22
Evaluatie Lokale zorgnetwerken In de Achterhoek zijn we onder leiding van gemeente Doetinchem in 2010 gestart met een Lokale Zorgnetwerk per gemeente. In Doetinchem is zo'n Lokaal Zorgnetwerk sinds die tijd actief. Hiermee wordt de hulp aan mensen en gezinnen in multi-probleemsituaties gecoördineerd. Daarmee kan gerichter hulp worden gegeven aan mensen. Dat is voor de mensen die het betreft beter. Teleurstellingen in 'alweer een andere hulpverlener' wordt voorkomen. Bovendien is zorgverlening een stuk efficiënter. Er gebeurt gericht wat nodig is. Langs elkaar heen werken wordt voorkomen. In 2011 is een eerste evaluatie van het lokale zorgnetwerk uitgevoerd. Met de evaluatie hebben we de effectiviteit van het zorgnetwerk gemeten. De uitkomst van deze evaluatie heeft laten zien dat het zorgnetwerk Doetinchem prima functioneert. Het zorgnetwerk heeft geleid tot verbetering van de samenwerking en de hulpverlening in complexe zorgsituaties. De ervaringen zijn duidelijk positief en daar zijn wij blij mee. Domus vestiging Wehl Conform hetgeen in de door de gemeenteraad aangenomen motie is opgenomen, is het college aan de slag gegaan en heeft Bureau Beke de opdracht gegeven om een veiligheidsanalyse uit te voeren. De uitkomsten hiervan zijn besproken in de raad en het college is aan de slag gegaan met het opstellen van een beheersplan. Het beheersplan is besproken in de raad en het college heeft de opmerkingen van de raad ter harte genomen en verwerkt in het beheersplan. Het college heeft het beheersplan vervolgens vastgesteld en de Domus te Wehl heeft in augustus 2011 haar deuren geopend. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
WMO-uitgaven Wmo (nieuw beleidskader) Wmo (stand van zaken verdeelmodel) Domusvestiging Wehl Ontmoetingspunt voor ouderen
Gezondheid Inleiding Het groter worden van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen is zorgelijk. In Doetinchem zetten we met ons gezondheidsbeleid in om dit tegen te gaan. Inzetten op preventie heeft hierbij de prioriteit. Wat hebben we daarvoor gedaan? Volksgezondheid (beleid en uitvoering) Op grond van de Wet Publieke Gezondheid zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de collectieve preventie en moeten zij hun gezondheidsbeleid eens in de vier jaar vastleggen. Op 9 december 2009 heeft u de beleidskaders van de 2e nota lokaal gezondheidsbeleid van Doetinchem vastgesteld. Deze beleidskaders zijn geldig tot 2012. Het Rijk had echter zijn eigen 3e nota volksgezondheid niet op tijd af en daarom uitstel verleend aan de gemeenten. Volgens de nieuwe planning worden de beleidskaders van de 3e nota lokaal gezondheidsbeleid nu in 2012 ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.
23
In de uitvoering zijn de eerste verkenningen verricht: verbetering epidemiologische gegevens (voorstel pilot wijkprofielen), ketenzorg (diabetes), leefstijl (optie leefstijlcoach in de wijk), gezondheidsmodule in de GemeentePolis. Daarnaast de reguliere uitvoering taken GGD/volksgezondheid. Gemeentepolis In december 2011 is het besluit genomen als gemeente Doetinchem samen met zorgverzekeraar Menzis “De gemeentepolis” te ontwikkelen. De GemeentePolis Doetinchem is er voor burgers in een kwetsbare positie, dus minima (respectievelijk doelgroepen van de Wet werken naar vermogen) maar ook voor mensen met een Wmo-indicatie, ouderen en chronisch zieken. De GemeentePolis legt de verbinding tussen gezondheidszorg en de armoede, participatie en preventie/gezondheidsbevordering. De samenwerking tussen gemeente en Menzis gaat niet alleen over het aanbieden van een polis, maar ook over het gezamenlijk inzetten op re-integratie, het bevorderen van preventie (bevorderen gezonde leefstijl), het realiseren van eenvoud in uitvoering en het organiseren van laagdrempelige zorg en ondersteuning in de buurt. De GemeentePolis is een doorontwikkeling van de bestaande Collectieve Zorgverzekering Minima (CZM), die we als gemeente Doetinchem t/m 2011 hadden afgesloten bij Menzis. De GemeentePolis zal beheerst ontwikkeld en ingevoerd worden met een gefaseerde meerjarige opbouw van dekking en wordt stapsgewijs uitgebreid naar een bredere doelgroep. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Volksgezondheid (beleid en uitvoering)
Armoedebestrijding en schuldhulpverlening Inleiding Tegengaan van sociale uitsluiting door armoede en/of sociaal isolement is uitgangspunt in ons beleid. We zetten in op een armoedebeleid dat is gericht op het doorbreken van dit patroon dat soms al een aantal generaties bestaat en het bevorderen van deelname aan de samenleving. Het bieden van ondersteuning is gericht op mensen die geen zicht meer hebben op werk en op kinderen in arme gezinnen. Daarnaast wordt veel inzet gepleegd op het zoveel mogelijk voorkomen van schulden bij mensen, waarbij aandacht voor budgetbeheer belangrijk is. Wat hebben we daarvoor gedaan? Uitgaven voor kwijtschelding Ten opzichte van de begroting is een voordeel gerealiseerd van € 16.000. Het saldo is verrekend met de voorzieningen afval en riolering. Er is wel sprake van een stijgende lijn in het aantal aanvragen. De gevolgen van de economische crisis werken dus vertraagd door in het aantal aanvragen voor kwijtschelding. Uitgaven meedoenregeling De uitgaven voor de Meedoenregeling laten over 2011 een overschrijding zien van € 41.000 ten opzichte van het begrote bedrag. Dit nadeel op de meedoenregeling is verrekend met de reserve bijzondere bijstand.
24
Uitgaven bijzondere bijstand De uitgaven voor de bijzondere bijstand blijven onder druk staan. Het aantal aanvragen is met ca. 10% gestegen. De aanname is dat de huidige recessie hier invloed op heeft gehad. Een van de posten van bijzondere bijstand, de vergoeding van eigen bijdrage voor AWBZ en wmo wordt vanaf 2012 ondergebracht in de Gemeentepolis. Dit zal een uitgavenreductie geven op de kostenpost bijzondere bijstand. De hoogte daarvan is op dit moment nog niet bekend. Verordening en beleidsregels Meedoenregeling In 2011 is de verordening Meedoenregeling aangepast en zijn de beleidsregels geschreven. De verordening is in 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. De Meedoenregeling is één van de instrumenten waarmee de gemeente Doetinchem de mensen, die het nodig hebben, wil ondersteunen in hun mogelijkheden om mee te doen en om deel uit te maken van de maatschappij. Het doel van de Meedoenregeling is om de maatschappelijke deelname van mensen met een laag inkomen beter mogelijk te maken door een (individuele) financiële bijdrage te verstrekken. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Uitgaven voor kwijtschelding Uitgaven meedoenregeling Uitgaven bijzondere bijstand Meedoenregeling
Wat heeft dat gekost?
25
Programma 4: Opgroeien en je talenten ontwikkelen Opgroeien en ontdekken Inleiding Kinderen moeten zorgeloos kunnen opgroeien naar zelfstandigheid en de wereld om hen heen ontdekken. Het gezin is hiervoor de basis. Opvoeden is voor ouders een belangrijke, maar soms moeilijke taak. Hierbij is het krijgen van de nodige ondersteuning van belang. Het vragen van informatie en het krijgen van hulp is toegankelijker gemaakt met een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), dat als een netwerk in de wijken aanwezig is; laagdrempelig en vraaggericht. Wij sturen hierbij op een voortdurende verbetering van de samenwerking tussen de instellingen die hierin een taak hebben. Wat hebben we daarvoor gedaan? Jeugdagenda (visiedocument) In de periode 2007 tot 2011 is vooral ingezet op het lokale CJG en op lokale agendapunten. Door het akkoord over decentralisatie van de jeugdzorg van het Rijk naar de gemeenten, zal er veel veranderen op het terrein van jeugdbeleid en jeugdzorg. Vanwege deze transitie hebben we van 2012 een overgangsjaar gemaakt, waarin de regionale samenwerking en de kaders voor deze transitie worden voorbereid. De jeugdagenda 2007-2011 is daarom verlengd met één jaar. Vanaf 2013 is er meer duidelijkheid wat de komst van jeugdzorg inhoudelijk en financieel voor gemeenten gaat betekenen. Dat is dan ook het moment om voorafgaand aan dat jaar met een nieuw visiedocument “Zorg voor Jeugd” te komen. Jeugd invoering wet Oké De Wet Oké gold in 2011 als uitgangspunt voor de in mei 2011 vastgestelde notitie ‘Peuterwerk in en na 2011’. Met deze notitie is peuteropvang ingevoerd. Dit betekende een harmonisatie van peuterspeelzaal naar peuter opvang. Peuterspeelzalen in Doetinchem ontvangen geen subsidie meer. Wij hebben een nieuw finacieringssysteem voor peuteropvang ingevoergd. Organisaties die peuteropvang volgens de Wet kinderopvang bieden en met het programma Startblokken werken kunnen onder voorwaarden subsidie voor peuterplaatsen aanvragen. Hiermee hebben wij van dit voor- en vroegschoolse educatie (VVE) programma een basis aanbod voor iedere peuter gemaakt. Onderdeel van dit VVE programma is een ondersteuningsaanbod voor ouders van doelgroeppeuters op het terrein van opvoedingsondersteuning. Op 1 september 2011 zijn twee organisaties met peuteropvang gestart. De startdatum bij de derde organisatie is 1 januari 2012. Jeugdgezondheidszorg integratie De integratie van de jeugdgezondheidszorg wordt betrokken bij de visievorming met betrekking tot de regionale samenwerking binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit is noodzakelijk ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. Op 7 oktober 2011 heeft er een bijeenkomst plaatsgevonden met de regiogemeenten inclusief Zutphen, Lochem en Doesburg, waarbij vooral overstemming is bereikt over de inhoudelijk visie op de jeugdzorg. Stedelijk inlooppunt 12+ CJG De behoefte aan een fysiek stedelijk inlooppunt12+ zou onderzocht worden. Inmiddels is uit landelijke ervaringen gebleken dat inlooppunten niet goed bezocht worden. Jongeren melden zich niet bij een loket met een probleem. Er dient outreachend en vanuit de vindplaatsen gewerkt te worden. In Doetinchem hebben wij het Jeugdinterventieteam dat outreachend werkt en de jongerengroepen stedelijk volgt, in beeld heeft en houdt. Verder hebben we op de vindplaats onderwijs het Jeugdmaatschappelijk werk vorm gegeven en is er een stedelijke Multifunctionele Accommodatie Jeugd in ontwikkeling. Conform de besluitvorming door de gemeenteraad wordt dit jongerencentrum in 2012 gerealiseerd in De Gruitpoort. Vanuit dit centrum zullen activiteiten voor en door jongeren georgani26
seerd worden en het is tevens een plek waar voor jongeren laagdrempelig hulpverlening of toeleiding naar hulp geboden kan worden. Kansrijk wonen en werken De integrale aanpak en begeleiding van kwetsbare jongeren door middel van: • Een inventarisatie (de matrix) • Een integraal aanbod op de diverse levensdomeinen via het opstellen van een regionale agenda kwetsbare jongeren • Het realiseren van een uniforme werkwijze Deze punten sluiten naadloos aan bij een gezamenlijke CJG aanpak, c.q. gezamenlijke CJG afspraken in de regio Achterhoek. Versterken hiermee het CJG en hiermee de voorbereiding op de komst van jeugdzorg. Er wordt gestart met afspraken voor een integrale aanpak voor de doelgroep 15-25. Dit zal als vliegwiel dienen om op den duur te verbreden naar de doelgroep -9 tot 25 en daarmee te komen tot een regionale agenda kwetsbare jongeren -9 tot 25. Hiermee worden de eerste stappen gezet naar gezamenlijke uitvoering regionale CJG taken en de voorbereiding op de transitie jeugdzorg. In 2011 zijn de startnotie en het plan van aanpak geschreven en is een regionale werkgroep ingericht en is er een provinciale subsidie aangevraagd. Om bovengenoemde punten in uitvoering te nemen zal in 2012 een kwartiermaker worden ingezet. In het kader van de aansluiting jeugdbeleid/jeugdzorg is hiervoor door de Provincie Gelderland een subsidie verstrekt. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Jeugdagenda (visiedocument) Jeugd (invoering wet OKE) Jeugdgezondheidzorg (integratie) Stedelijk inlooppunt 12+ Kansrijk wonen en werken
Basisschool in de buurt Inleiding Onderwijs legt de basis voor onze toekomst. Daarom is het belangrijk dat onderwijs alle kinderen stimuleert om zich te ontwikkelen tot sociale, verantwoordelijke en zelfredzame burgers. Scholen moeten hierbij alle ruimte krijgen om zich te kunnen richten op hun kerntaak: het geven van kwalitatief goed onderwijs. De school is niet alleen een leeromgeving maar ook een leefomgeving. Daarom is het belangrijk dat kinderen in hun eigen wijk naar de basisschool kunnen gaan. Als ouders moet je erop kunnen vertrouwen dat je kind in goede handen is en op een veilige plek. Dat begint met goede onderwijshuisvesting. In 2009 is door de gemeenteraad het Integraal Huisvestingsplan (IHP) Onderwijs 2009-2020 vastgesteld. Conform de hierin vastgestelde prioriteiten werken we dit plan uit. Wat hebben we daarvoor gedaan? Onderwijs (investeringsagenda huisvesting) Vrije School De Kleine Prins De nieuwbouw is gerealiseerd op dezelfde locatie na de sloop van het oude gebouw. De nieuwe school is feestelijk in gebruik genomen op 31 oktober 2011.
27
Cluster 4 De Isselborgh We hebben zorgen over de groei van het speciaal onderwijs. We willen geen overhaaste beslissingen nemen gelet op toekomstige ontwikkelingen. De wetgeving rond het Passend Onderwijs en bezuinigingen komen eraan. Voorlopig gaan we uit van tijdelijke oplossingen met zo weinig mogelijk dislocaties. Planvorming basisscholen Doetinchem Noord en Martinus en Augustinus in Gaanderen In 2011 is met de planvorming een begin gemaakt. Dit loopt door in 2012. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Investeringsagenda huisvesting onderwijs
Talent benutten Inleiding Doetinchem kent als centrumgemeente diverse scholen voor voortgezet- en middelbaar onderwijs. Iedereen moet de kans krijgen het beste uit zichzelf te halen om succesvol te kunnen functioneren in de maatschappij. Een goede samenwerking en afstemming tussen de diverse onderwijslagen is hierbij belangrijk. Tijdige signalering en aanpak van leer- en gedragsproblemen zowel in basis- als voortgezet onderwijs, kan voorkomen dat leerlingen onnodig achterop raken, spijbelen of geheel uitvallen en voortijdig de school verlaten. Als gemeente nemen we onze taak hierin serieus. Leerplichtambtenaren werken nauw samen met scholen en zorgaanbieders om uitval te voorkomen en risicojongeren zo snel mogelijk te identificeren en te helpen. Jongeren worden gestimuleerd een startkwalificatie te behalen, zo mogelijk in de combinatie werken en leren. Wat hebben we daarvoor gedaan? Minder jongeren zonder startkwalificatie De cijfers voortijdig schoolverlaten zijn in de Achterhoek al jaren zeer gunstig ten opzichte van landelijk. Tussen de schooljaren 2005/06 en 2010/11 is desondanks een reductie gerealiseerd van 3,4% naar 2,5% (In doetinchem van 4% naar 2,7%). In het kader van het regiocontract zijn totaal voor ruim 250 werkende Achterhoekse jongeren zonder startkwalificatie, hun instapbaan omgezet in een leerwerktraject. De doelstelling van dit project is dus ruimschoots gerealiseerd. Het betreft totaal 80 Doetinchemse werkende jongeren. Uitgaven leerlingenvervoer In 2011 hebben we een niet geraamde nabetaling moeten doen over 2010. Dit heeft geleid tot een eenmalig tekort. Bovendien zijn de structurele uitgaven in 2011 hoger geworden vanwege de toename van het aantal leerlingen. Ook de prijs van het vervoer is hoger geworden. We hebben hierover gerapporteerd in de eerste financiële monitor. We laten ons vanaf het schooljaar 2012-2013 door een externe organisatie adviseren bij de toewijzing van vervoer. We zetten in op het verlagen van het aantal toewijzingen en gebruik van goedkopere wijze van vervoer. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Minder werkende jongeren zonder startkwalificatie Uitgaven leerlingenvervoer
28
Kenniseconomie Inleiding De basis van een gezonde kenniseconomie is een goed opgeleide beroepsbevolking. In Doetinchem is het opleidingsniveau lager dan het landelijk gemiddelde. Met name het aantal hoger opgeleiden is duidelijk minder dan in de rest van Nederland. Wij willen daarom uitbreiding van het HBO-aanbod in Doetinchem. Vooral in de sectoren waar in de regio Achterhoek behoefte aan is: techniek, economie, zorg en onderwijs. Binnen het agrarisch onderwijs (AOC) in Doetinchem bestaat al een doorlopend leeraanbod van VMBO, MBO en HBO. Dit willen we ook voor andere sectoren stimuleren. Wat hebben we daarvoor gedaan? Verbreding MBO/HBO onderwijs Eind 2009 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kansen en mogelijkheden om te komen tot uitbreiding van HBO in de regio Achterhoek. In 2010 zijn de resultaten van dit “onderzoek naar de sociaaleconomische staat van de Achterhoek” gepresenteerd aan de betrokken met partijen uit het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid. De resultaten van dit onderzoek hebben geleid tot het op gang brengen van diverse initiatieven vanuit de hele Regio om tot een verbreding van het aanbod MBO/HBO in de Achterhoek te komen. In navolging van 2010 zijn in 2011 de partijen in het veld verder gegaan met de ontwikkeling van de initiatieven. Het HAN Kenniscentrum heeft zich in Doetinchem gevestigd en geeft vorm aan samenwerking tussen MBO, HBO en het bedrijfsleven om te komen tot een passend aanbod op HBO niveau voor Doetinchem en de Regio. Door deze samenwerking ontstaat er bundeling van initiatieven voor Doetinchem en de Regio. Daarnaast zijn er ook commerciële initiatieven vanuit DOC Opleiding en Training om tot uitbreiding van het HBO aanbod te komen. Het Graafschapcollege en het AOC ontwikkelen Associate Degree (AD-) trajecten. Als centrumgemeente zijn we in 2011 benaderd door de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) om deel te nemen aan het project Gelderland valoriseert. Doel van dit project is gezamenlijk een regionale infrastructuur te ontwikkelen die kennisvalorisatie bevordert. We hebben besloten deel te nemen omdat we voordelen van dit project zien voor de regio Achterhoek. Onze bijdrage komt voorlopig uit ons economisch budget met de bedoeling dat op de investeringsagenda 2020 van de Regio Achterhoek te laten landen. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Verbreding MBO/HBO onderwijs
Wat heeft dat gekost?
29
Programma 5: Wonen en ruimte om je heen Wonen Inleiding De tijd van grote projecten en prestigieuze bouwwerken in Nederland ligt achter ons. In Doetinchem hebben we dat goed begrepen. We bouwen nu dan ook vooral nog voor brede doelgroepen en investeren in starters. We houden rekening met een gevarieerde doelgroep in de wijk, zoals jonge gezinnen, alleenstaanden, starters, mensen met een zorgvraag en mensen die een eigen woning willen bouwen. We werken tegelijkertijd aan het mooier en leefbaarder maken van Doetinchem en doen dit met oog voor duurzaamheid. Wat hebben we daarvoor gedaan? Structuurvisie en centrumvisie In november 2011 is de Nota van Aandachtspunten voor de structuurvisie vastgesteld door de raad. Dit was een maand later dan in een eerdere raadsmededeling was aangekondigd. De nota van Aandachtspunten beschrijft de trends en thema’s die in de structuurvisie behandeld zullen worden. De centrumvisie zal als onderdeel in het proces van de structuurvisie worden meegenomen. Conform de planning bij de Nota van Aandachtspunten Structuurvisie Doetinchem 2035 zou de Visie op hoofdlijnen uiterlijk in mei 2012 in de raad aan de orde komen. Deze datum wordt niet gehaald. De gemeenteraad wordt hierover geïnformeerd.
Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
structuurvisie centrumvisie
Bouwen Inleiding Het beschikbare budget voor ruimtelijke ontwikkelingen staat behoorlijk onder druk en er is geen sprake meer van opbrengsten uit de grondexploitaties. Dit vraagt om een nieuwe koers. Hierbij spelen factoren als de demografische ontwikkeling, economische en financiële draagkracht en nieuwe woon/werkvormen een rol. Ook een aantal bestaande wijken vraagt aandacht. We moeten dus een afweging maken welke projecten wel en welke niet doorgaan. We vormen om naar een beheersgemeente en gebruiken bestaande gebouwen beter en zetten niet meer in op nieuwbouwprojecten. In regionaal verband zijn afspraken gemaakt over het te bouwen aantal woningen in de regio. Het totaal te bouwen woningen is flink naar beneden bijgesteld. Zo bouwen we alleen voor de daadwerkelijke behoefte en niet voor leegstand. Wat hebben we daarvoor gedaan? Taskforce grote bouwprojecten De Taskforcerapportage geeft een inhoudelijk overzicht van de lopende projecten en brengt prioriteit en fasering aan. In oktober is de laatste Taskforcerapportage in de raad geweest. Dit was een maand later dan aanvankelijk gepland. Het uitstel is via een raadsmededeling gecommuniceerd. De volgende Taskforcerapportage komt medio maart in de beeldvormende raad. Dit is in lijn met de afspraken. De focus bij de komende rapportage ligt o.a. op woonzorgcomponent en verdere focus op prioriteitsprojecten. 30
De Veentjes herijking plan De oude schouwburg is inmiddels gesloopt. Vanuit de herziening van het woningbouwprogramma is de Veentjes een van de projecten die, in ieder geval voorlopig, niet gerealiseerd wordt. Momenteel worden plannen voorbereid om het openbaar gebied in de Veentjes op te knappen en verder groen in te richten. Grondexploitatie risicobeheer De verkopen van woningen worden belemmerd door het gebrek aan vertrouwen in onze economie. Daar komt nog eens bij de grote planvoorraad, de boeggolf (fasering) en de bevolkingskrimp. Dit landelijk beeld heeft helaas grote invloed op de gemeentelijke financiën. We hebben de afgelopen jaren projectstrategieën bedacht en verschillende maatregelen getroffen in de prioriteitstelling, de planvoorraadbeheersing, de gedeeltelijke sanering en de financiële beheersing van de uitgaven. De jaarlijkse actualisatie van de grondexploitaties, met de daarbij behorende risicokaarten, geeft een steeds beter inzicht in de financiële stand van zaken. Deze gegevens samen met de twee jaarlijkse overall rapportages van de Taskforce woningbouw dragen bij aan de beheersing van de grondexploitaties. Het afgelopen jaar heeft dat in de begroting voor 2012 geleid tot het vrijmaken van gemeentelijke financiële middelen om de te verwachte verliezen op de grondexploitaties op te kunnen vangen. De komende jaren worden de ontwikkelingen nauwgezet gevolgd, dit zal leiden tot vervolgvoorstellen voor sanering, herprogrammering en fasering. Hamburgerbroek In juli 2011 is de herziening van de samenwerkingsovereenkomst van project Hamburgerbroek in de raad geweest. Die herziene overeenkomst is in het najaar door de partijen van de GEM formeel ondertekend (KWP en gemeente). Verwacht werd dat op 1 december uitsluiting kon worden gegeven over de definitieve planontwikkeling. Het committeren van de verschillende afnemers van de vastgoedonderdelen (wonen, zorg, winkels en overig commercieel) is echter nog niet afgerond. Primair is daarvoor de vastgoedontwikkelaar KWP verantwoordelijk. Om hiervoor meer tijd te nemen, is de aanvankelijke deadline van 1 december 2011 verschoven naar 1 maart 2012. Na overleg tussen de partijen is dit op 1 maart doorgeschoven naar 1 mei 2012. Lyceumkwartier De openbare ruimte van het Lyceumkwartier is in november 2011 ingericht. Op 24 november 2011 is het Lyceumkwartier feestelijk geopend. Bouwen voor doelgroepen In 2011 zijn een aantal kleinschalige projecten in weerwil van de crisis succesvol gerealiseerd. Hier is het gelukt een plan te maken dat aansluit bij de behoeften van woningzoekenden. Zo is in Wehl het project Heideslag van de grond gekomen en is in Doetinchem de Norman Belvealstraat gerealiseerd. Op de Veemarkt vinden woningen gretig aftrek. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Taskforce grote bouwprojecten De Veentjes herijking plan Grondexploitatie (risicobeheer) Hamburgerbroek Lyceumkwartier
31
Wat heeft dat gekost?
32
Programma 6: Veilig door het verkeer Veiligheid en mobiliteit Inleiding Verkeersveiligheid is enorm belangrijk. Op een aantal plekken in onze gemeente laat dit echter te wensen over. Teveel verkeer gaat door de woonwijken. Ook willen we de verkeersveiligheid voor fietsers verbeteren. Mobiliteit neemt een belangrijke plek in in onze samenleving. Of het nu gaat om woon- werkverkeer, familiebezoek, bevoorrading van bedrijven of om te gaan sporten. Om dit in goede banen te leiden en de bereikbaarheid te verbeteren zetten we in op een sneller, efficiënter en veiliger verkeersafwikkeling. De investeringsruimte is echter beperkt, hierdoor is het noodzakelijk om de maatregelen uit het mobiliteitsplan te prioriteren. Bij de prioritering zijn de geplande investeringen in infrastructuur gesplitst in een shortlist en een longlist. Op de shortlist staat een pakket maatregelen, dat t/m maart 2014 – dus deze collegeperiode – wel moet worden uitgevoerd om een minimaal niveau aan verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid te kunnen garanderen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Mobiliteit, beleid oostelijke randweg In 2011 is verdere uitvoering gegeven aan het Mobiliteitsplan uit 2007. Belangrijke activiteiten waren het opstellen van de beleidsnotitie parkeren, de studie nut- en noodzaak Westelijke randweg, onderzoek naar het fietsen door het centrum, circulatieplan IJsselkade-Spinbaan-Melkweg en verbetering van de veiligheid van spoorwegovergangen. Daarnaast is de Ruimzichtlaan succesvol aangelegd, is de rotonde Varkensweide veranderd in een kruising, is een fietstunnel aan de Missetstraat in uitvoering en zijn verkeersmaatregelen in het kader van een veilig en bereikbaar Doetinchem-Noord uitgevoerd. Voor de Oostelijke randweg zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart en is uitvoerig met de omwonenden, experts en belangengroepen gecommuniceerd. De raad is tussentijds geïnformeerd over de voortgang van onderdelen van het mobiliteitsplan en bovengenoemde projecten. In januari 2012 is een totale verantwoording over 2009 en 2010 aan de raad toegezonden ter vaststelling, en is een vooruitblik gegeven over de mobiliteitsagenda in 2012 ( en verder). Daarnaast is de raad op deelonderwerpen inhoudelijk geïnformeerd, zoals actualisatie van het verkeersmodel Omnitrans (informatieve raad november 2011). Kruisbergseweg/ Haareweg De uitvoering van het plan Veilig en bereikbaar Doetinchem-noord is in 2011 gestart met de herinrichting van de 30 km zone van de Haareweg. Veel maatregelen van het plan verbeteren de verkeersveiligheid. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Oostelijke randweg Plan herinrichting Kruisbergseweg en Haareweg
Westelijke randweg, nut/ noodzaak studie Een andere maatregel uit het plan Veilig en bereikbaar Doetinchem Noord is de nut en noodzaakstudie naar een westelijke randweg. Het Plan van Aanpak voor deze studie is in december 2010 door de raad vastgesteld. In het plan van aanpak was aangegeven dat de studie in maart 2011 zou starten en in december 2011 voor besluitvorming aan de raad zou kunnen worden voorgelegd. Vanwege de ombuigingen, waarbij lange tijd onduidelijk was welke koers zou worden gevaren, en de ingrijpende veranderingen van het verkeersmodel Omnitrans, was deze planning te optimistisch. De raad is in 33
oktober geïnformeerd dat afronding van de studie langer zou duren. Daarna is de raad in een informatieve raadsvergadering geïnformeerd over de veranderingen van het verkeersmodel. De definitieve afronding van de nut- en noodzaakstudie heeft meer tijd in beslag genomen doordat enkele nieuwe scenarioberekeningen en schetsen uitgevoerd moesten worden die aanvankelijk niet waren voorzien. Naar verwachting zal het eindrapport in mei 2012 aan de raad worden gepresenteerd. Ruimzichtlaan De aansluitingen op de Ruimzichtlaan en de herinrichting van de Hofstraat zijn in 2011 gereed gekomen. Hiermee verbetert de doorstroming en blijft de westzijde van het centrum goed bereikbaar en leefbaar. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Westelijke randweg, nut/noodzaakstudie Ruimzichtlaan
Het groene verkeer Inleiding Een goede en snelle bereikbaarheid zorgt natuurlijk voor minder fijnstof en lawaaioverlast. Beter is nog het aantal auto’s in de stad te verminderen. Om die reden geven we veel ruimte aan fietsers en stimuleren we het openbaar vervoer. Wat hebben we daarvoor gedaan? Fietsen door het centrum Doetinchem heeft ook veel gedaan voor de fietsers. Zo is ingezet op verbeterde bewegwijzering, het verbeteren van fietsoversteken en diverse andere veiligheidsmaatregelen. Een grote ingreep is dat in 2011 is gestart met een realisatie van een fietstunnel onder de Havenstraat. Daarnaast zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd. Zo is een enquête gehouden over wel of niet toestaan van fietsen door het centrum. De uitkomst hiervan was dat ongeveer 50% van de mensen voor was en 50% tegen. In vervolg hierop zou een proef plaatsvinden. Dit gaat vanwege de herziening van het mobiliteitsplan niet door. Het project is verplaatst naar de longlist op het mobiliteitsplan. Fietstunnel Missetstraat De oversteek Havenstraat- Missetstraat wordt erg veel door fietsers gebruikt, met name door scholieren. Deze overgang was erg gevaarlijk. Om de fietsveiligheid te verbeteren is aan het eind van 2011 de aanleg van een fietstunnel gestart. Fietsers kunnen daarmee veilig de Missetstraat oversteken. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Fietsen door het centrum
Parkeren Inleiding Doetinchem wil haar voorzieningen goed bereikbaar houden en staat dus voor een goed bereikbare binnenstad. Daarbij zijn een goede toegankelijkheid en goede parkeervoorzieningen belangrijk. De ligging en de kwaliteit van de parkeervoorzieningen dragen bij aan het profileren van Doetinchem als Centrumstad. Om dit te reguleren wordt onder andere prijsstelling gebruikt. 34
Wat hebben we daarvoor gedaan? Parkeernota De Parkeernota is in februari 2012 behandeld door de gemeenteraad, dit was iets later dan in de oorspronkelijke planning stond. In deze Parkeernota is een lange termijn doorkijk gegeven over de ontwikkeling van de parkeervoorzieningen in Doetinchem. Hierbij staat het woongenot in de woonwijken en de bereikbaarheid van het centrum als aantrekkelijk winkelgebied centraal. Om dit te bereiken wordt spreiding en tariefstelling ingezet en investeren we in kwalitatief goede parkeervoorzieningen. In de Parkeernota is gekeken naar de financiële dekking hiervan vanuit het Parkeerfonds. De jaarlijkse bijdrage uit het Parkeerfonds aan de algemene reserve blijft in ieder geval voorlopig in stand. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Parkeren (inkomsten)
Wat heeft dat gekost?
35
36
Programma 7: Samenwerken aan besturen Bestuur Inleiding Het bestuur is in de stad te vinden en aanspreekbaar voor mensen en bedrijven. Nog meer dan vroeger hebben en houden zij contact met de wijken en dorpen, met bedrijven en instellingen, met medeoverheden en met inwoners. De gemeenteraad heeft een krachtiger rol gekregen door het invoeren van een besluitvormingsproces dat is gebaseerd op de trits: beeldvorming – oordeelsvorming – besluitvorming. Het bestuur werkt nauw samen met de provincie en andere gemeenten in de Achterhoek. Deze samenwerking zal zich met de aanstaande decentralisaties alleen maar verdiepen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Programmacontracten GSO In het kader van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) heeft de gemeente in 2008 met de provincie Gelderland het Stadscontract Doetinchem voor de periode 2008 – 2011 gesloten. De provincie Gelderland heeft een bedrag van € 9.650.000 beschikbaar gesteld. In 2011 is GSO-3 afgerond. Bij de wijkaanpak (Oosseld, Overstegen en Noord) zijn de in het Stadscontract genoemde resultaten nagenoeg gerealiseerd. Ook bij het sleutelproject De Schil (Brewinc, Hamburgerbroek- Noord en De Veentjes) zijn veel van de afgesproken resultaten gerealiseerd. Maar de effecten van de economische crisis zijn bij het sleutelproject De Schil goed merkbaar. Daar waar nodig heeft dit geleid tot gewijzigde afspraken met de provincie Gelderland. Voor 1 juni 2012 dient de gemeente zich tegenover de provincie Gelderland te verantwoorden over de besteding van het door de provincie beschikbaar gestelde bedrag. In januari 2011 heeft de gemeente Doetinchem ISV-3 subsidie aangevraagd bij de provincie Gelderland. De provincie heeft ons op 26 mei 2011 in totaal €1.1660.000 aan ISV-3 subsidie toegewezen. U heeft ons gevraagd dit geld in te zetten voor stimulering woningbouw, bodemsanering en geluidsanering bij woningen. De raad heeft hier een aantal projecten voor benoemd. U wordt via deze projecten geïnformeerd over de exacte besteding van gelden. Jaarlijks zullen wij aan u op programmaniveau verantwoording afleggen zodat u kunt monitoren of het ISV geld binnen de gestelde periode 2010 tot 2014 goed besteed wordt. Bestuursakkoord VNG Binnenlandse Zaken, de IPO, de Unie van waterschappen en de VNG zijn met de bestuursafspraken 2011- 2015 een pakket aan afspraken overeengekomen. Hierin zijn onder andere afspraken gemaakt over de decentralisaties op het gebied van Jeugdzorg, de AWBZ en de WWnV. Partijen zijn er niet uit gekomen op het gebied van Werk en de sociale werkvoorziening en de RUD’s. Het komende jaar geven we, samen met regiogemeenten, invulling aan de gemaakte afspraken rondom de decentralisaties. VNG congres De Achterhoek vormde 7 en 8 juni het toneel van het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG): 3.000 lokale bestuurders bezochten het congres. Het gastheerschap van het grootste bestuurlijke evenement van Nederland werd dit jaar ingevuld door 11 Achterhoekse gemeenten. De organisatie van het congres betekende een intensieve samenwerking tussen de Achterhoekse gemeenten, de Regio Achterhoek en het VNG congresbureau. Binnen onze gemeentegrenzen werden diverse excursies aangeboden, zoals op bezoek bij het project Gelderland helpt scoren en konden bezoekers de Slangenburg, het Lyceumkwartier en Ruimzicht bewonderen. Het Simonsplein was het decor voor de ontvangst door de gastgemeenten, waarna een groot deel van de gasten in het 37
Amphion te gast was voor het avondprogramma. Veel aandacht en inzet tijdens de organisatie van het congres ging uit naar het verkeer en naar de veiligheid, beide belangrijke randvoorwaarden om het congres in goede banen te leiden. Euregio In 2011 is de samenwerking met de Duitse grensregio’s versterkt. Zo is op 5 december 2011 door de gemeenten Doetinchem, Bronckhorst, Oude IJsselstreek en Montferland een intentieverklaring getekend met Stadt Emmerich en de Rhein-Waal Terminal om nauw samen te gaan werken, informatie met elkaar te gaan delen en elkaars vestigingsaanbod te promoten in contacten met bedrijven en ondernemers. Daarnaast is de gemeente Doetinchem lid geworden van de Nederlands- Duitse Businessclub in Kleve om hier de contacten te intensiveren. Vanuit Team Economie en Internationale Betrekkingen wordt ook intensief samengewerkt met de Duitse grensregio’s. Daarnaast is eind 2011 een beleidsmedewerker Euregio aangesteld om in 2012 de samenwerking met de Duitse grensregio’s verder te bevorderen. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
programmacontracten GSO 2 en GSO 3 Bestuursakkoord VNG VNG congres
Regio Achterhoek Inleiding Samen met de andere gemeenten willen wij denken over en werken aan de toekomst van de Achterhoek. Om hier resultaten te boeken zal van eerder geëffende wegen moeten worden afgeweken. Wat hebben we daarvoor gedaan? Regio Achterhoek programmacontract Samen met de andere gemeenten willen wij denken over en werken aan de toekomst van de Achterhoek. Vanuit de gemeenschappelijke regeling Regio Achterhoek hebben we in 2011 de visie en Agenda Achterhoek 2020 ontwikkeld en vastgesteld, in samenspraak met de maatschappelijke organisaties en de ondernemers. De visie geeft aan wat we gezamenlijk voor ogen hebben voor de Achterhoek. De Agenda is de leidraad waarbinnen we gezamenlijk projecten ontwikkelen voor het realiseren van een duurzaam vitale regio met een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving in 2020 en daarna. De afspraken hierover zijn vastgelegd in een convenant, dat door vertegenwoordigers van de drie partners (de drie O’s) is ondertekend. Regiocontract Parallel aan het GSO traject hebben Provincie en de Regio Achterhoek gewerkt aan een Regiocontract 2012- 2015. De acht gemeenten hebben vooral projecten ingediend die structuurversterkend zijn en passen binnen de ambities van de Achterhoek Agenda 2020. De demografische ontwikkelingen zullen grote gevolgen hebben voor de regio, de projecten zullen een bijdrage leveren aan het leefbaar en vitaal te houden. Voorstellen liggen bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt, opwekking van duurzame energie, landschapsontwikkeling en toeristische infrastructuur. Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
Regio Achterhoek programmacontract
38
Wat heeft dat gekost?
39
40
Programma 8: Goed omgaan met minder geld Een programma, maar toch anders Naast de zeven inhoudelijke programma’s bevatten de jaarstukken informatie over de algemene (dekkings-)middelen. Daarmee wordt het totaal aan uitgaven en inkomsten gecompleteerd. Het betreffen hier belastingen en heffingen, algemene uitgaven en inkomsten, de algemene uitkering gemeentefonds, geldleningen en beleggingen, mutaties op reserves, de bedrijfsvoering en saldi van kostenplaatsen en algemene dienst. Deze informatie gaat over de ondersteuning in de algemene financiële huishouding van de gemeente. De lasten en baten die hierop betrekking hebben, kunnen niet direct aan de inhoudelijke programma’s worden toegerekend. Het ‘Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten’ (BBV) schrijft voor dat deze onderwerpen worden toegelicht in specifieke paragrafen. Dit betekent dat in programma 8 de resultaten van de lasten en baten van de algemene dekkingsmiddelen opgenomen zijn, zonder inhoudelijke toelichting. Dit maakt het financiële beeld van de jaarstukken compleet. Aanvullend op programma 8 zijn in hoofdstuk 3 paragrafen met inhoudelijke toelichting over de volgende onderwerpen in de jaarstukken opgenomen: Paragraaf 1 Paragraaf 2 Paragraaf 3 Paragraaf 4 Paragraaf 5 Paragraaf 6 Paragraaf 7 Paragraaf 8
Lokale heffingen Weerstandsvermogen (reserves en risico’s, risicobeheersing) Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Rechtmatigheid
Prestatieveld
Resultaat
Resultaat Planning Middelen
voorjaarsnota Financiële monitor Jaarrekening 2010 Programmabegroting 2012 Algemene uitkering Belastingen en heffingen leges Binnen loonsom 2011 Dubieuze debiteuren + voorzieningen (belasting) verordeningen 2012 Controleprotocol 2011 accountant Digitaliseren bestuurlijk dashboard
41
Wat heeft dat gekost?
42
Hoofdstuk 3 Paragrafen
44
Paragraaf 1
Lokale heffingen
1. Uitgangspunten voor onze leges, heffingen en tarieven Voor de leges, heffingen en tarieven hanteren we de volgende uitgangspunten: - We willen ons voorzieningenniveau handhaven en uitbreiden zoals beschreven in de programma’s met zo laag mogelijke belasting- en legestarieven; - Leges en rechten worden in principe 100% kostendekkend geheven; - De belastingen en heffingen worden zorgvuldig en efficiënt opgelegd en geïnd. 2. De kostendekkendheid van de tarieven Bij het rijk is al geruime tijd een discussie gaande over de verschillen in de tarieven tussen gemeenten en de onduidelijkheid van de gehanteerde tarieven in relatie tot de te maken kosten. In de loop van 2010 zijn door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor verbetering van de uniformiteit van kosteninzicht voor de volgende heffingen richtlijnen opgesteld: afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges en de lijkbezorgingsrechten. Deze richtlijnen verbeteren het inzicht in de kostencalculaties die een basis vormen voor de tarieven. Binnen de gehanteerde uitgangspunten zijn de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten in principe volledig kostendekkend. Na de invoering van het BTW-compensatiefonds mogen de heffingen voor de afvalinzameling en de rioolheffing meer dan kostendekkend zijn, omdat ook de BTW (die via het BTW-compensatiefonds wordt terugontvangen) toch binnen deze kosten verhaald mag worden. Dit geldt vanaf 2003 ook voor onze gemeente als beleidsuitgangspunt. 3. De opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en heffingen Voor de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen zien de ramingen 2011 in vergelijking met de realisatie 2011 er als volgt uit. Belasting of heffing
Begroting 2011 na wijziging in €
Rekening 2011 in €
Onroerende zaakbelasting -Eigenaarsdeel woningen niet-woningen -Gebruikersdeel niet-woningen
5.425.000 2.301.000 1.869.000
5.425.000 2.323.000 1.874.000
Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten
6.558.000
6.585.000
Brede rioolheffing
4.181.000
4.235.000
Hondenbelasting
350.000
347.000
Parkeerbelastingen
3.640.000
3.567.000
Leges omgevingsvergunning *
1.451.000
1.436.000
* Bij de raming 2011 is rekening gehouden met een lagere opbrengst leges omgevingsvergunning groot € 626.000 als gevolg van de economische crisis. De voor- dan wel nadelen op de afvalstoffenheffing/reinigingsrechten, rioolrechten, parkeerbelastingen en bouwleges zijn, rekening houdend met de werkelijke uitgaven, verrekend met de daarvoor bestemde voorzieningen. 45
4.
Overzicht tarieven
De belangrijkste tarieven voor het belastingjaar 2011 zijn: Belasting of heffing
tarief 2011
Onroerende zaakbelasting voor woningen: - Tarief eigenaar per waarde Onroerende zaakbelasting voor niet-woningen: - Tarief eigenaar per waarde - Tarief gebruiker per waarde Afvalstoffenheffing: - éénpersoonshuishouden - meerpersoonshuishoudens - extra emmer blauw - extra emmer groen - extra emmer grijs Rioolheffing - per aansluiting Hondenbelasting: - 1 hond - 2. honden
5.
0,0959% 0,1624% 0,1374% € € € € €
213,60 288,00 50,40 74,40 121,80
€
165,60
€ €
65,28 163,20
Het kwijtscheldingsbeleid
In de belastingverordeningen is geregeld dat kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen alleen verleend kan worden voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffingen en onroerendezaak-belastingen. Kwijtschelding wordt verleend op basis van de rijksnormen. Met ingang van 2011 komt een aantal inwoners voor automatische kwijtschelding in aanmerking. De gemeente werkt hiervoor samen met het inlichtingenbureau. Dit bureau beoordeelt van iedereen die in het afgelopen jaar volledige kwijtschelding heeft gehad, of men in het nieuwe jaar ook weer volledige kwijtschelding kan krijgen. Het inlichtingenbureau vergelijkt persoonsgegevens aan de hand van het burgerservicenummer (BSN, dit is de nieuwe naam voor het sofinummer). Krijgt men weer volledige kwijtschelding, dan wordt dat op de belastingaanslag vermeld. Mensen die niet voor automatische kwijtschelding in aanmerking komen, moeten dit aanvragen. Hiervoor moet een aanvraagformulier ingediend worden, waarna toetsing plaats vindt met het inkomen en vermogen. In 2011 zijn de volgende bedragen (exclusief uitvoeringskosten) uitgegeven om uitvoering te kunnen geven aan het beleid: Belasting of heffing Kwijtschelding afvalstoffenheffing Kwijtschelding rioolheffing
Begroting 2011 in € 450.000
Rekening 2011 in € 418.000
260.000
276.000
Het voordeel op de kwijtschelding afvalstoffenheffing is toegevoegd aan de voorziening afval. Het nadeel op de kwijtschelding rioolrechten is onttrokken aan de voorziening riool. 46
6.
Vergelijkend overzicht met andere gemeenten
Voor de lokale heffingen wordt vaak een vergelijking gemaakt met andere gemeenten. Omdat elke gemeente de lasten op verschillende manieren doorberekent is gekozen voor een vergelijking op basis van “belastingdruk per huishouden”. Daarbij wordt uitgegaan van een soort standaardpakket, waarmee een bepaald huishouden in elke gemeente te maken krijgt. De uitgangspunten voor deze vergelijking in 2011 waren: • De gemiddelde waarde van een woning binnen een gemeente; • Het waterverbruik ten behoeve van de rioolheffing is 50 m³ per persoon; • Bij een gedifferentieerd tarief voor afval is de COELO berekening gevolgd. Wij hebben ons bij deze vergelijking gebaseerd op het overzicht van de COELO, zoals dat is gepubliceerd in de COELO Atlas 2011 over het belastingjaar 2011. Bij Doetinchem is tussen haakjes aangegeven hoe hoog Doetinchem staat in het rijtje van 12 gemeenten (l is hierbij het hoogste tarief, en 12 is het laagste tarief ).
Overzicht belastingdruk meerpersoonshuishoudens 2011 (eigenaar/bewoner)
Berkelland Winterswijk Bronckhorst Montferland Duiven Oude IJsselstreek Doesburg Doetinchem Zutphen Oost Gelre Aalten Zevenaar
OZB Tarief
OZB
Afval
Riool
Totaal 2011
0,1117% 0,0777% 0,0890% 0,1090% 0,0780% 0,0980% 0,1083% 0,0959% 0,0875% 0,0930% 0,0952% 0,0820%
264 160 254 282 200 230 237 220 (6) 190 212 215 177
253 245 223 212 302 260 223 288 (3) 276 237 245 146
305 368 235 199 189 199 218 166 (10) 197 204 152 157
822 773 712 693 691 689 678 674 (8) 663 653 612 480
47
Overzicht belastingdruk meerpersoonshuishoudens 2011 (geen eigenaar/alleen bewoner)
Winterswijk Berkelland Duiven Zutphen Oude IJsselstreek Bronckhorst Doetinchem Doesburg Oost Gelre Montferland Aalten Zevenaar
Afval
Riool
Totaal 2011
245 253 302 276 260 223 288 (2) 223 237 212 245 146
368 305 189 197 199 235 166 (10) 218 204 199 152 157
613 558 491 473 459 458 454 (7) 441 441 411 397 303
Overzicht belastingdruk eenpersoonshuishoudens 2011 (geen eigenaar/alleen bewoner)
Bronckhorst Berkelland Doetinchem Oude IJsselstreek Zutphen Winterswijk Duiven Montferland Oost Gelre Doesburg Zevenaar Aalten
Afval
Riool
Totaal 2011
223 189 214 (3) 167 202 197 227 156 152 145 95 155
235 211 166 (4) 199 124 123 63 67 68 73 118 51
458 400 380 (3) 366 326 320 290 223 220 218 213 206
48
De tarieven van de individuele gemeenten kunnen niet één op één vergeleken worden: • De hoogte van bijvoorbeeld de onroerende zaakbelastingen is sterk afhankelijk van het gemeentelijke beleid; • De afvalstoffenheffing is afhankelijk van de wijze waarop de gemeente haar afvalbeleid voert. Het ophalen van oud papier kan bijvoorbeeld door de gemeente gedaan worden, maar ook door derden; • Bij de rioolheffing wordt het tarief mede beïnvloed door het feit dat een aantal gemeenten nog mogelijk een deel financiert via de algemene middelen. En bovendien heeft de ene gemeente een groter buitengebied dan de ander, waardoor meer kosten gemaakt moeten worden. Als alle gemeenten een zelfde beleid in deze voeren, en op dezelfde wijze haar uitvoering regelt, en de kosten registreert, geeft een één op één vergelijking een realistisch beeld.
49
50
Paragraaf 2
Weerstandsvermogen
1. Inleiding Wat is ons beleidskader voor risicomanagement? In de paragraaf weerstandsvermogen beschrijven we het beleidskader voor risicomanagement. Als fundament voor dat kader gelden de volgende uitgangspunten: • We hebben een meerjarig sluitende begroting en beschikken over voldoende weerstands vermogen. De resultaten in de jaarstukken zijn als spiegel van de begroting, een graadmeter van de “hardheid”van de begroting. • De raad stelt het beleid voor het risicomanagement vast. De hoofdlijnen leest u in deze paragraaf weerstandsvermogen. Het wordt voor verschillende onderwerpen uitgewerkt in specifieke nota’s (bijvoorbeeld voor de grondexploitatie) en in maatregelen en afspraken. • Het college is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Het college moet ervoor zorgen dat de doelstellingen van het risicomanagement worden bereikt. • Risicomanagement behoort tot de taken van de managers van de afdelingen. Zij zijn verantwoordelijk voor hun risico’s en het nemen van beheersingsmaatregelen. • Als de risico’s ondanks de beheersingsmaatregelen optreden betalen we die uit de gemeente begroting. Daarvoor moet voldoende buffer in de begroting aanwezig zijn. Wat waren de hot items voor risicomanagement in 2011? In het afgelopen jaar hebben we weer veel aandacht besteed aan het beheersen van risico’s. In het vervolg van deze paragraaf leest u over de maatregelen die we hebben genomen en de activiteiten die zijn uitgevoerd. Vanuit risicomanagement waren de meest in het oog springende activiteiten in 2011: • Het nemen van een pakket aan ombuigingsmaatregelen tot een bedrag van € 13,5 miljoen. Daarmee realiseren we een meerjarig sluitende begroting en beschikken we over voldoende weerstandsvermogen. • De raad heeft op advies van de Taskforce ruimtelijke projecten besloten om de boekwaarde van de ijskastprojecten en de strategische gronden af te waarderen tot een niveau net boven de agrarische grondprijs. • Mede naar aanleiding daarvan vond binnen de ombuigingsmaatregelen een risicoreservering plaats van € 29 miljoen om de effecten van de crisis en de demografische ontwikkelingen op de grond exploitatie op te vangen. • Voor alle grondexploitaties zijn risicokaarten ontwikkeld. De raad heeft de risicokaarten vastgesteld bij de actualisatie van de grondexploitatie voor 2012. • De raad heeft een nieuwe algemene subsidieverordening per 1-1-2012 vastgesteld. Bij deze verordening wordt een controleprotocol gevoegd. Daarin worden gedetailleerde spelregels vermeld die ertoe dienen om de rechtmatigheid van de subsidies te garanderen. • Er is gestart met het doorlichten van de garantieportefeuille. De raad is hierover geïnformeerd. Medio 2012 wordt een analyse gepresenteerd in een informatieve raad. De eindresultaten, conclusies en aanbevelingen worden aan de raad voorgelegd bij de tweede financiële monitor 2012. Zie paragraaf 4 Financiering, onder 3 Risicobeheer. 2.
Wat is weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit?
De financiële positie van onze gemeente wordt bepaald door de (structurele) sluitendheid van de begroting en door het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin onze gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Door te zorgen voor voldoende weerstandsvermogen voorkomen we dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Om het weerstandsvermogen te beoordelen wegen we 51
de risico’s af tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Tot de weerstandscapaciteit rekenen we alle financiële middelen in de begroting die vrij beschikbaar zijn om onvoorziene kosten te dekken. In een schema ziet er dat als volgt uit: Financiële positie Sluitendheid begroting
Weerstandsvermogen Risico’s of benodigde weerstandscapaciteit
3.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Wat is risicomanagement?
Risicomanagement houdt in het op gestructureerde wijze identificeren, analyseren en managen van risico’s. Het moet ervoor zorgen dat we onze risico’s kennen en beheersen en zo weinig mogelijk weerstandscapaciteit nodig hebben. Risicomanagement bestaat uit een aantal stappen: risicoanalyse, risicoweging, risicobeheersing, bepaling resterende risico’s en dekking door weerstandscapaciteit. Deze stappen leest u hieronder. - Risicoanalyse en risicoweging Om risico’s op een bepaald werkveld te identificeren en vervolgens te kwantificeren kijken we naar de risico’s die daar aanwezig zijn, de kans dat die risico’s zich daadwerkelijk gaan voordoen en het (financiële) effect dat dan optreedt. Het risicoprofiel van een werkveld kan zo uitgedrukt worden in de formule:
Risicoprofielwerkveld = Kansrisico x Effectrisico
Risico kans
Uitgaande van deze formule is een matrix op te stellen met daarin vier risicoprofielen gebaseerd op de factor kans (groot of klein) en de factor effect (groot of klein): Matrix risicoprofielen. Risico-effect Klein Groot Groot Geel Rood Klein Groen Oranje
De eerste twee stappen van risicomanagement (risicoanalyse en risicoweging) leiden tot invulling van de matrix risicoprofielen. Indien het risicoprofiel van een bepaald werkveld ‘groen’ is, dan hoeft er op dat werkveld verder niet aan risicomanagement gedaan te worden. Immers, de kans op optreden van risico’s is klein en het (financiële) effect indien de risico’s zich toch voordoen is eveneens klein. Voor de risicoprofielen ‘geel’, ‘oranje’ en ‘rood’ geldt dat niet. Indien een bepaald werkveld zo’n risicoprofiel heeft, dan wordt risicomanagement (verder) ingevuld. Risicobeheersing is de volgende stap, gevolgd door bepaling resterende risico’s en afdekking daarvan via de weerstandscapaciteit.
52
- Risicobeheersing Risicobeheersing is erop gericht de kans op en/of het effect van risico’s te beheersen. Hierbij is een onderscheid tussen interne en externe risico’s zinvol: • Interne risico’s zijn risico’s die vanuit de eigen organisatie worden veroorzaakt. Een administratieve organisatie kan deze risico’s beperken. Door functiescheiding worden verantwoordelijkheden gescheiden. Hierbinnen wordt interne controle en toezicht opgesteld. • Externe risico’s zijn risico’s die van buitenaf komen. Hiertegen kan men o.a. verzekeringen afsluiten, voorzieningen treffen en bestemmingsreserves in het leven roepen. Daarnaast kunnen contracten en prestatieafspraken een rol spelen. - Bepaling resterende risico’s en afdekking via weerstandscapaciteit Ieder risico met een aannemelijk effect op de organisatie moeten we op een of andere manier afdekken. Dat redden we niet altijd alleen met risicobeheersing. Daarom bepalen we een eventueel resterend risico dat niet afgedekt wordt door beheersingsmaatregelen. Vervolgens wordt bekeken of het resterende risico afgedekt wordt door de beschikbare weerstandscapaciteit.
4.
Welke maatregelen voor risicobeheersing hebben we genomen?
4.1. Administratieve organisatie en interne controle
Een belangrijke onderdeel van risicobeheersing is het opzetten van en werken volgens de administratieve organisatie (AO) en interne controle (IC). Dit zorgt voor betrouwbare, tijdige, actuele en volledige informatievoorziening in en over onze organisatie. Het ontbreken of onvolledig functioneren van de AO/IC zorgt voor risico’s in de beheersing van processen en activiteiten en de informatievoorziening erover. Zowel voor een optimale bedrijfsvoering én voor risicomanagement is een goede AO/ IC daarom enorm belangrijk. Administratieve organisatie In de afgelopen jaren hebben we veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de AO/IC. Diverse processen en activiteiten zijn beschreven en zijn organisatiebreed toegankelijk via intranet. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de processen met de grootste financiële risico’s en de meeste burger-/ klantcontacten. De analist voor de AO/IC toetst jaarlijks alle beschreven processen op hun werking. Dit leidt tot rapportages aan de verantwoordelijke afdelingshoofden met eventueel adviezen tot bijstelling van beschrijvingen of aanpassing van de uitvoering. Interne controle Onze visie op interne controle in de organisatie bestaat uit drie op elkaar afgestemde delen: • maatregelen in het primaire proces die leiden tot een goede interne controle, zoals functie scheidingen, procedures en formulieren • (eventueel) in het proces verankerde kwaliteitscontroles voor het management. Bijvoorbeeld op besluiten bij uitkeringen, subsidieverstrekkingen, e.d. • een verbijzonderde interne controle vanuit een onafhankelijke positie in de organisatie (de afdeling Control&Advies). Daarbij wordt vastgesteld of de beheersmaatregelen in het primaire proces hebben gefunctioneerd en of de geleverde output betrouwbaar is. Bij het uitvoeren van interne controle ligt de prioriteit bij die processen waar we risico’s lopen.
53
4.2. Verzekerde risico’s
Het afsluiten van verzekeringen om risico’s af te dekken is ook een vorm van risicobeheersing. Onze belangrijkste verzekeringen zijn: a. Brand-opstal verzekering Verzekerd zijn alle accommodaties en scholen van de gemeente Doetinchem. Gedekt zijn o.a. de kosten van inbraak, diefstal, brand, en schade a.g.v natuurverschijnselen (stormschade). Het voortgezet onderwijs is tevens verzekerd voor glasschaden. b. Aansprakelijkheidsverzekering Verzekerd zijn zaak- personen en vermogenschade. Deze verzekering geeft o.a. dekking voor schade waarvoor de gemeente Doetinchem aansprakelijk is. Denk aan schade door slecht onderhoud van wegen, bomen. Verder is ook verzekerd vermogenschade. Als een bestuursorgaan van de gemeente een rechtmatig- of onrechtmatig besluit heeft genomen en hierdoor wordt schade veroorzaakt aan derden dan is dit onder voorwaarden verzekerd. c. Motorrijtuigenverzekering bedrijfswagenpark Alle voertuigen van de gemeente Doetinchem zijn wa-casco (all risks) verzekerd. d. Bouwverzekering (C.a.r.) Dit is een doorlopende aansprakelijkheidsverzekering die schade dekt die wordt veroorzaakt aan derden door werkzaamheden tijdens grote projecten. Voorbeelden zijn schade aan gebouwen als gevolg van het slaan van een damwand, aanleggen riolering, aanleggen wegen etc. e. Rechtsbijstandverzekering Alle werknemers van de gemeente Doetinchem zijn verzekerd voor rechtsbijstand. f. Brandweerverzekering De brandweer van de gemeente Doetinchem is uitgebreid verzekerd voor ongevallen, arbeidsongeschiktheid en schade door het verlies van eigendommen tijdens een uitruk. Verder heeft de gemeente Doetinchem nog de volgende verzekeringen: Fraudeverzekering, Elektronicaverzekering, Machine, apparatuurverzekering en Ongevallen B&W en raad 5.
Inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. De weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende elementen: Incidentele capaciteit: 1. algemene reserve; 2. (algemene) reserve Grondexploitatie; 3. stille reserves; 4. bestemde reserves. 5. stelpost voor onvoorziene uitgaven incidenteel structurele capaciteit: 6. stelpost voor onvoorziene uitgaven structureel; 7. onbenutte belastingcapaciteit 8. ruimte in de begroting.
54
5.1.
Algemene reserve
De algemene reserve dient onder meer ter dekking van risico’s die onverhoopt uitkomen. De raad heeft eerder als beleidsuitgangspunt vastgesteld dat de gewenste omvang van deze reserve minimaal 10% (= € 11 miljoen) en maximaal 12% (= € 13 miljoen) van het relevante begrotingstotaal (d.i. exclusief grondexploitatie en legesplichtige activiteiten met eigen egalisatiereserves) dient te bedragen. Bij de trendnota begroting 2010 en in de begroting 2011 heeft de raad dit uitgangspunt tijdelijk bijgesteld en is het minimumniveau voor het financieel meerjaren- perspectief bepaald op € 5 miljoen. Bij de voorjaarsnota 2011 en de begroting 2012 heeft de raad de voorheen geldende spelregel voor de algemene reserve hersteld, waarbij de omvang fluctueert tussen de 10% en 12%. Het maximum is daarbij gefixeerd op € 13 miljoen. Het bedrag erboven dient ter vorming van een risicoreserve grondexploitatie. De algemene reserve bedrijfsvoering bedraagt per 31 december 2011 circa € 17,9 miljoen. Dat is na aftrek van de voorgestelde bestemmingen van het resultaat in deze jaarrekening.
5.2.
(Algemene) reserve Grondexploitatie
De reserves en voorzieningen van de grondexploitatie en de achtergronden van de risico’s van de ruimtelijke projecten beschrijven we uitgebreid in de paragraaf 7 Grondbeleid, met name onder Risicomanagement. Daarin leest u ook de samenhang tussen de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit. Om dubbeling in de informatie te voorkomen verwijzen we naar de betreffende paragraaf. Wel vermelden we hier de conclusie dat de reserve grondexploitatie in evenwicht is met de risico’s in de grondexploitaties.
5.3.
Stille reserves
Bezittingen die de gemeente niet gebruikt voor de publieke taak en die we binnen 1 jaar kunnen verkopen, dragen bij aan de stille reserves als de marktwaarde groter is dan de waarde op de balans. Als onderdeel van de ombuigingen worden de gemeentelijke eigendommen geïnventariseerd op hun bestemming. Daarbij worden de mogelijkheden onderzocht voor herbestemming of afstoten. De opbrengsten ervan zijn betrokken bij de ombuigingstaakstelling. Voor deze objecten is daarom geen bedrag geraamd voor stille reserves. Ook bij de financiële vaste activa kunnen stille reserves voorkomen. Zo bezitten we aandelen BNG. Omdat deze aandelen niet vrij verhandelbaar zijn, is geen marktprijs bekend. Bovendien zijn de dividenduitkeringen als structurele inkomsten opgenomen in de begroting. Daarom rekenen we ook deze stille reserve niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit.
5.4.
Bestemmingsreserves in de weerstandscapaciteit
Bestemmingsreserves zijn die reserves waaraan de raad een specifieke bestemming heeft gegeven. Zolang de raad de bestemming kan veranderen, kunnen deze tot de weerstandscapaciteit worden gerekend. Een deel van deze reserves dient ter dekking van kapitaallasten van gebouwen en voorzieningen van de gemeente. Deze kunnen niet meer worden herbestemd. Totaal van de bestemmingsreserves per 31 december 2011 € 38,6 miljoen Reserves ter dekking van kapitaallasten € 28,2 miljoen Resteert bestemmingsreserves voor de weerstandscapaciteit € 10,4 miljoen
55
5.5. 5.6.
Stelpost in de begroting voor onvoorziene uitgaven – incidenteel Stelpost in de begroting voor onvoorziene uitgaven – structureel
Er zijn twee stelposten opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Er is een stelpost voor incidentele lasten van € 80.000. Daarnaast hebben we een stelpost voor structurele lasten van € 51.000. Voor het aanwenden van deze budgetten passen wij spelregels toe. In 2011 is een voordeel gerealiseerd van € 110.000 doordat hierop geen beroep is gedaan.
5.7.
Onbenutte belastingcapaciteit
Er is sprake van onbenutte belastingcapaciteit als we niet de maximale mogelijkheden benutten om de burger lasten op te leggen. De financieel belangrijkste belasting is de onroerende zaak belasting (OZB). De norm die daarvoor geldt zijn de tarieven die het rijk toepast bij gemeenten in financiële nood (artikel 12 Gemeentewet). De onbenutte belastingcapaciteit OZB is berekend volgens onderstaand overzicht:
Belastingcapaciteit OZB woz waarde woonruimten woz waarde niet woonruimten x 2 totaal percentage art 12 Fvw mei circ. 2011 * maximale opbrengst volgens art 12 Fvw
5.660.000.000 2.855.000.000 8.515.000.000 0,1201% 10.226.515
werkelijke opbrengsten woonruimten werkelijke opbrengsten niet-woonruimten totale opbrengst 2011
5.425.000 4.197.000 9.622.000
onbenutte capaciteit
604.515
*Vanaf 2012 wordt dit percentage verhoogd naar 0,1432%.
Voor de leges worden waar mogelijk kostendekkende tarieven gehanteerd. Voor de tarieven van bijv. paspoorten en rijbewijzen zijn wettelijke maxima vastgesteld. Er is op dit onderdeel geen onbenutte capaciteit. Zie voor uitgebreide informatie over belastingen en leges de paragraaf 1 Lokale heffingen.
56
5.8.
Overzicht beschikbare weerstandscapaciteit
In het volgende overzicht leest u wat de omvang is van onze weerstandscapaciteit, onderverdeeld naar incidenteel en structureel. Deze weerstandscapaciteit vormt de buffer voor de ongedekte risico’s die in de volgende paragraaf worden beschreven. Nr. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
5.6 5.7
6.
Omschrijving Incidentele capaciteit Algemene reserve (incl. resultaat 2011 na bestemming) Reserve Grondexploitatie Stille reserves Bestemde reserves (bestemming kan worden aangepast) Stelpost onvoorziene uitgaven incidenteel Totaal incidentele capaciteit Structurele capaciteit Stelpost onvoorziene uitgaven structureel Onbenutte belastingcapaciteit Totaal structurele capaciteit
Bedrag (x 1.000) 17.888 7.245 0 10.400 79 35.612 51 604 655
Inventarisatie van de benodigde weerstandscapaciteit: de risico’s
Voor het weerstandsvermogen zijn alleen die risico’s van belang die niet zijn te ondervangen met maatregelen zoals beheersingsmaatregelen, verzekeren, treffen van voorzieningen. Dit zijn de ongedekte risico’s. Reguliere risico’s die kunnen worden opgevangen door een verzekering en/of door een voorziening worden in deze paragraaf niet meegeteld. Tot het inventariseren van de risico’s behoort ook het inventariseren van de beheersingsmaatregelen en het analyseren van de ongedekte (delen van) risico’s. Voor de ongedekte (delen van) risico’s dient voldoende weerstandscapaciteit aanwezig te zijn.
6.1.
Risico’s in exploitatiebegroting
In deze paragraaf beschrijven we de risico’s voor enkele grote budgetten en/of activiteiten. Met het managen van (de risico’s in) deze budgetten/activiteiten beheersen we het overgrote deel van de begroting. Bovendien weten we uit ervaring dat dit dé risicogebieden in de gemeentebegroting zijn. Begin 2010 hebben we een aantal budgetten in de gemeentebegroting specifiek benoemd als risicovolle budgetten. Het risicovol zijn heeft betrekking op de budgetbeheersing en de informatievoorziening erover. Het gaat om de volgende categorieën: • Loonsom; • Openeinderegelingen: bijvoorbeeld WWB, WMO, leerlingenvervoer; • Subsidies: bijvoorbeeld GSO; • Moeilijke beheersbudgetten: dubieuze debiteuren, garantstellingen op leningen; • Crisisbudgetten; budgetten die onder druk staan door de financiële crisis of de bezuinigingen: Algemene uitkering, belastingen, heffingen, leges, etc. Deze budgetten beheersen we o.m. door strikte procedures en specifieke aandacht in de managementgesprekken. Over deze budgetten hebben we afzonderlijk in onze dasboards en financiële monitoren gerapporteerd. In het vervolg van deze paragraaf lichten we enkele van deze budgetten nader toe.
57
6.1.1. Loonsom
De loonsom 2011 bedroeg circa € 29,7 miljoen, dat is 16,1% van de lasten in de exploitatiebegroting. Hiervan is € 28,4 miljoen begroot voor de loonkosten van het ambtelijke inclusief de vrijwillige brandweer. Het overige deel zijn begrote loonskosten voor de bestuursorganen en het gemeentepersoneel bij Amphion. Risico: Overschrijden van de loonsom. Tot de loonsom behoren ook de kosten van externe inhuur bij vervanging wegens ziekte. Op de loonsom 2011 is overigens een voordelig resultaat van € 104.000. Zie de toelichting bij het resultaat van de reguliere begroting in hoofdstuk 4. Beheersingsmaatregelen: Er zijn vier maatregelen genomen om dit knelpunt op te lossen: • Spelregels loonsombudget zijn vastgesteld. • Loonsombudgetten per afdeling zijn vastgesteld, inclusief het deel van het loonsombudget dat ten laste van kredieten e.d. gebracht moet worden (de zgn. omzettaakstelling). • Bij ziekteverzuim wordt conform de spelregels eerst gekeken naar herprioritering van taken en/ of naar de interne vervangingsmogelijkheden. Zijn er geen mogelijkheden aanwezig dan kan door het afdelingshoofd een gemotiveerd beroep worden gedaan om voor de vervanging door exter nen te putten uit het centrale ziektevervangingsbudget. De directeur bedrijfsvoering besluit hier over en is verantwoordelijk voor het ziektevervangingsbudget. Op deze wijze worden de kosten van ziektevervanging (w.o. externen) beheerst als onderdeel van de totale loonsom. • Maandelijks wordt de loonsommonitor geactualiseerd. • In de periodieke managementgesprekken wordt de loonsommonitor besproken tussen de directeur bedrijfsvoering en het afdelingshoofd. Het loonsombudget is het kader waarbinnen het afdelingshoofd keuzes maakt voor uitvoering en/ of uitbesteding. Dit leidt tot heldere verantwoordelijkheden en voorkomt overschrijdingen op het loonsombudget. Ongedekt (deel van) risico: Omdat kaders en verantwoordelijkheden volstrekt helder zijn geformuleerd en in de praktijk werken, is er geen ongedekt risico op het loonsombudget. Ongedekt (deel van) risico voor wachtgeldverplichtingen voor wethouders: Voor de wachtgeldverplichtingen aan wethouders hebben wij een voorziening gevormd. Bepalend voor de instelling van deze voorziening is het ongelijkmatige karakter van deze verplichtingen. De wachtgeldvoorziening heeft een horizon die gelijk is aan de duur van twee raadsperioden, ofwel acht jaar. De maximaal te verwachten wachtgeldverplichtingen van de zittende wethouders zijn voor 75% opgenomen in de begroting. Het risico van 25% kan worden opgevangen binnen de getroffen voorziening.
58
6.1.2. Wet werk en bijstand en herhuisvesting vergunninghouders
Inkomensdeel WWB Algemeen risico: In jaar t-1 ontvangt de gemeente een genormeerde vergoeding voor het verstrekken van uitkeringen aan uitkeringsgerechtigden. Besparingen op het inkomensdeel mag de gemeente houden en vrij besteden. Eventuele tekorten moeten, tot een bepaald maximum, vanuit de eigen middelen worden aangevuld. Als gevolg van fouten in de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) inkomensdeel ontstaat een risico dat uitgaven hoger zijn dan was geraamd zonder dat deze worden gecompenseerd door rijksinkomsten. Dit risico ontstaat ook door onrechtmatige verstrekkingen, door gemeentelijke beleidskeuzes buiten de rijksregelingen of wanneer niet wordt voldaan aan het arbeidsmarktcriterium. In die gevallen worden onze meeruitgaven niet gedekt door rijksvergoedingen (al dan niet via een aanvullende uitkering). Ontwikkelingen: Door de aanhoudende crisis kunnen we wellicht meer aanvragers verwachten. Dit is onvoorspelbaar, De maatregelen van het rijk in de WWB per 1 januari 2012 zorgen er echter voor dat aanzienlijk minder mensen aanspraak kunnen maken op een uitkering. Per 1 januari 2013 wordt de Wet werken naar vermogen ingevoerd. Het is nog onbekend hoe die regeling eruit zal zien en wat de financiële consequenties zijn. Ongedekt (deel van) risico: In de gemeentebegroting vanaf 2010 hebben we naast de reguliere budgetten WWB ook incidentele budgetten gereserveerd. Voor 2011 was dat € 1,75 miljoen. De incidentele budgetten zijn beschikbaar gesteld nadat in de voorgaande jaren de volledige bestemmingsreserve was opgesoupeerd. Ook hebben we in 2010 een incidentele aanvullende uitkering bij het rijk aangevraagd. Over 2011 gaan we dat ook doen. Van deze regeling kunnen we voor het laatst gebruik maken in 2012. Vanaf 2013 kunnen we aanspraak maken op de meerjarig aanvullende uitkering van het rijk. Deze regeling kent nog striktere voorwaarden dan die het rijk nu hanteert. De incidentele uitkering van het rijk kent een eigen risico voor de gemeente van 10% van het jaarbudget inkomensdeel WWB. Dat tekort dient te worden gedekt uit de structurele budgetten en de incidentele aanvullingen. Bedacht dient te worden dat in 2012 het laatste incidentele budget (€ 875.000) in de gemeentebegroting is opgenomen voor de WWB. Over 2010 hebben we een aanvullende uitkering van het rijk ontvangen van circa € 2,8 miljoen. In deze jaarrekening 2011 is een nog te ontvangen aanvullende uitkering opgenomen van circa € 1,4 miljoen. De verlaging is het gevolg van de periodieke bijstelling van het macrobudget van het inkomensdeel WWB door het rijk, in samenhang met de werkelijke uitgaven van onze gemeente. Daardoor blijft een groter deel voor rekening van het resultaat 2011 van onze gemeente. Met name van het al of niet voldoen aan het “arbeidsmarktcriterium” is de ontvangst van de aanvullende uitkering over dit jaar wat minder zeker. Vanaf 2013 zijn alleen de reguliere structurele budgetten beschikbaar. In dat jaar geldt ook de nieuwe Wet werken naar vermogen. Verwacht wordt dat de regeling voor aanvullende uitkeringen door het rijk tenminste aanzienlijk wordt versoberd. In de begroting 2013 wordt zo mogelijk meer duidelijk over de nieuwe wetgeving en zijn gevolgen. Dan zal zo nodig ook een reservering voor het ongedekte risico WWB worden geraamd. Participatiebudget In jaar t-1 ontvangt de gemeente Doetinchem een budget voor de financiering van de activiteiten voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden, volwasseneducatie en inburgering. Dit budget is geoormerkt voor activiteiten op genoemde gebieden. Een overschrijding van dit budget betekent dat aanvullende financiering gevonden moet worden. 59
Algemeen risico: • Als gevolg van fouten in de uitgaven van het WWB werkdeel ontstaat een risico dat er een terug gave of boete betaald moet worden aan het rijk. Dit, bij overschrijding van de toegestane fouten marges. • Het rijk is bevoegd om de regeling voor het lopende jaar aan te passen. Dat geldt ook voor het percentage van de meeneemregeling. Op dat moment kan de gemeente al verplichtingen zijn aangegaan die niet meer worden gedekt door rijksvergoeding. Ontwikkelingen: Het rijk stelt specifieke uitkeringen voor participatie beschikbaar. Voor Doetinchem is dat circa € 4,3 miljoen per jaar. Daarmee moet de gemeente het doen. Om uit te komen met de budgetten voor deze medebewindstaak is strikte beheersing van activiteiten en budgetten nodig. Tekorten zijn voor rekening van de gemeente. Voor incidentele overschotten geldt de zgn. meeneemregeling. Die houdt in dat de gemeente maximaal 25% van het budget in een jaar mag meenemen naar het volgende jaar. In deze jaarrekening 2011 is ongeveer het maximale deel van deze zogenoemde “meeneemregeling” meegenomen naar 2012 (circa € 1 miljoen). Vanwege rijksbezuinigingen op met name het werkdeel van de WWB zullen we dit de komende jaren echter wel hard nodig hebben. Ongedekt (deel van) risico: Op dit moment zien wij geen ongedekte risico’s. Wel blijven we scherp de actuele ontwikkelingen in rijksbeleid en wetgeving volgen. Voor zover de contouren van de financiering van de Wet werken naar vermogen bekend zijn, zien wij een risico op het Participatiebudget. Bij ongewijzigd beleid en ambities zal in enkele jaren een aanzienlijk tekort ontstaan. In 2012 zullen er bestuurlijke keuzes gemaakt moeten worden over de ambities en uitvoering van de Wwnv. Duidelijk is, dat er strak gestuurd moet worden op de uitgaven voor re-integratie en uitvoering Wet sociale werkvoorziening (Wedeo). Taakstelling huisvesting vergunninghouders Twee keer per jaar ontvangt de gemeente Doetinchem een circulaire met een taakstelling voor het huisvesten van vergunninghouders. Deze taakstelling dient jaarlijks ingevuld te worden. Als de taakstelling niet (volledig) wordt ingevuld kan dit financiële consequenties hebben voor de gemeente Doetinchem. In dat geval voorziet de Provincie in de huisvesting op kosten van de gemeente. Algemeen risico: Niet (volledig) invullen van de taakstelling kan financiële consequenties hebben voor de gemeente Doetinchem. In dat geval voorziet de provincie in de huisvesting op kosten van de gemeente. Ontwikkelingen De gemeente maakt contingentafspraken met het COA over het toeleveren van statushouders die zich in Doetinchem willen vestigen. Met Sité is een goede samenwerkingsrelatie voor het beschikbaar stellen van geschikte woningen. Probleem is het onvoldoende beschikbaar zijn van statushouders die zich in Doetinchem willen vestigen en de discrepantie tussen het gevraagde woningaanbod en het beschikbare woningaanbod (huisvesting voor eenpersoonshuishoudens). Hier is door de gemeente niet op te sturen. Ongedekt (deel van) risico: De gemeente Doetinchem stuurt krachtig op samenwerkingsafspraken met COA en Sité. Ook de procedures rond huisvesting vergunninghouders zijn strak geregeld. Wij achten verder geen ongedekte risico’s aanwezig die kwantificeerbaar zijn.
60
6.1.3. Gesubsidieerde instellingen
Risico: • Open eind financiering van gesubsidieerde instellingen en verenigingen, waardoor onverwachts lasten worden afgewenteld op de gemeente. • Bezuinigingen van rijk en/of gemeente worden niet door de verbonden partij gerealiseerd. Daardoor ontstaat een financiële tegenvaller in onze gemeentebegroting. De gemeente Doetinchem droeg in 2011circa € 17,1 miljoen over aan instellingen en verenigingen waarvoor zij prestaties leveren. Dat is circa 9,3% van onze begroting. Beheersingsmaatregelen: Doetinchem geeft subsidie aan diverse instellingen en verenigingen. De subsidies zijn gebaseerd op de subsidieverordening gemeente Doetinchem. Daarin staan voorwaarden en spelregels beschreven voor onze relatie. Met de (grote) gesubsidieerde instellingen hebben we onze relatie specifiek vastgelegd in een budgetcontract: IJsselkring, Yunio, Muziekschool, Bibliotheek, Gruitpoort, Stichting sport en recreatie, Huppel Inn. Daarin zijn meerjarig afspraken gemaakt over prestaties en financiële middelen. Alle partijen weten door het contract waar ze aan toe zijn. Het budgetcontract met Amphion loopt vanaf 2012. De subsidies aan de kleinere instellingen en verenigingen worden gebaseerd op de subsidieverordening. De raad heeft een nieuwe algemene subsidieverordening vastgesteld per 1 januari 2012. Aan deze verordening heeft het college een controleprotocol gevoegd. Daarin staan spelregels voor de instellingen en verenigingen waaraan de gemeente toetst voor de rechtmatigheid van de subsidies. Voor tekorten of faillissementen is de gemeente niet direct aansprakelijk. Ook voor de bezuinigingen bij de gesubsidieerde instellingen zien wij wel risico’s voor de begroting van de gesubsidieerde instellingen, maar niet voor de gemeentebegroting. Als een instelling haar begroting niet langer sluitend krijgt zal ze aanvullende subsidie vragen aan de gemeente. Het is aan de gemeenteraad om in het kader van de algemene beschouwingen bij de begroting eventueel subsidie toe te kennen. Uiteraard binnen de randvoorwaarde van een sluitende gemeentebegroting. Ongedekt (deel van) risico: Bij de gesubsidieerde instellingen achten we geen ongedekte risico’s aanwezig.
6.1.4. Verbonden partijen en onderwijsinstellingen onder toezicht
Risico: • Beperkt zicht op de publiek-private samenwerkingen en de daaraan verbonden risico’s; • Bezuinigingen van rijk en/of gemeente worden niet door de verbonden partij gerealiseerd. Daardoor ontstaat een financiële tegenvaller in onze gemeentebegroting. Beheersingsmaatregelen: In de paragrafen 6 “Verbonden partijen” en 6a “Onderwijsinstellingen met toezicht” worden de doelen, belangen, de risico’s en de rapportagemomenten voor elke verbonden partij en de relevante onderwijsinstelling beschreven. Lees daarvoor de paragrafen 6 en 6a. Voor de bezuinigingen door het rijk en/of de gemeente zien wij risico’s bij de volgende instellingen: Wedeo. Risico: Het niet tijdig realiseren van de rijksbezuinigingen op de WSW in combinatie met de gevolgen van de invoering Wet werken naar vermogen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat onze gemeente gedurende enkele jaren risico loopt. Uitgaande van bijvoorbeeld drie jaar en € 0,3 miljoen per jaar bedraagt het maximale risico dan incidenteel € 0,9 miljoen. Dit risico kan voor een deel worden 61
gedekt uit de risicoreservering van de compensatieagenda uit de voorjaarsnota 2011 van € 0,5 miljoen structureel. Dat betekent dat dit incidentele risico geheel kan worden gedekt binnen genoemde risicoreservering en er geen beroep wordt gedaan op de weerstandscapaciteit. Overige gemeenschappelijke regelingen: Risico: Het niet tijdig realiseren van bezuinigingen die we in de gemeentebegroting hebben ingeboekt. Vrijwel alle gemeenschappelijke regelingen hebben hun bezuinigingsopdrachten verwerkt in hun begroting. Daarom verwachten we voor deze gemeenschappelijke regelingen geen risico. Alleen bij de bezuinigingsopdracht aan het Recreatieschap Achterhoek& Liemers ad € 25.800 vanaf 2013 zien wij risico’s. Die houden verband met het onderzoeken van mogelijkheden naar en alternatieve organisatiestructuur van de vrijetijdseconomie door de Achterhoekse gemeenten. Dit zou kunnen leiden tot vertraging van de realisatie. Voor de perspectiefperiode tot en met 2015 zou het maximale risico dan circa € 77.000 bedragen. Ongedekt (deel van) risico: Voor het niet tijdig realiseren van de ombuigingsopdrachten aan het Recreatieschap Achterhoek & Liemers vanaf 2013 achten wij een ongedekt risico voor de weerstandscapaciteit aanwezig van circa € 77.000. Verder zien we bij de verbonden partijen en de onderwijsinstellingen onder toezicht thans geen ongedekte risico’s.
6.1.5. Algemene uitkering uit Gemeentefonds
Risico: Plotselinge schommelingen (speciaal kortingen) op de Algemene uitkering van het rijk. Ontwikkelingen: In het voorjaar 2011 is tijdens het VNG-congres in de Achterhoek het Bestuursakkoord voor de komende jaren aan de orde geweest. Als gevolg hiervan is onder meer de normeringsystematiek (samen de trap op, samen de trap af ) weer in werking getreden. Dit betekent dat het gemeentefonds meebeweegt met de relevante rijksuitgaven. Gelet op de economische ontwikkelingen ziet het er naar uit dat het rijk aanvullend zal moeten gaan bezuinigen. Hoeveel en vanaf welk jaar is nog onduidelijk. De gemeenten moeten echter rekening houden met aanvullende rijkskortingen op het gemeentefonds. Ook wordt elk jaar na afloop weer verrekend op basis van nacalculatie. Dit geldt eveneens voor de werkelijke loon- en prijsontwikkelingen. Het risico is aanwezig dat weer meer schommelingen binnen het gemeentefonds zichtbaar worden. Daarnaast zijn in het Bestuursakkoord afspraken gemaakt over het overhevelen van diverse taken naar gemeenten, waarbij budgetten van in totaal circa € 8,5 miljard meekomen. Het betreft onder meer AWBZ dagbesteding en begeleiding, jeugdzorg en regelingen voor de onderkant van de arbeidsmarkt in de Wet werken naar Vermogen. Het is nog onduidelijk welke taken de gemeenten precies krijgen. Ook is er nog onduidelijkheid over de verdeelsystematiek en de efficiencykortingen die hier mee gepaard gaan. Daarom kunnen we nog niet concreet aangeven wat dit in meerjarenperspectief betekent. Gelet op onze ervaringen met eerdere decentralisaties is er grote zorg dat wij mogelijk weer nadeelgemeente worden. De verwachting is dat in de meicirculaire 2012 meer duidelijkheid wordt gegeven over de gevolgen van deze rijksdecentralisaties voor de gemeenten. Tot slot loopt er een onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters binnen de algemene uitkering uit het gemeentefonds noodzakelijk zijn. De effecten hiervan zullen vermoedelijk met ingang van het uitkeringsjaar 2014 merkbaar zijn. Hierbij kunnen we dus zowel een zogenaamde “voordeel- als nadeelgemeente” worden.
62
Beheersingsmaatregelen: Wij kunnen geen invloed uitoefenen op de macro-economische ontwikkelingen van het Gemeentefonds. Wel verzamelen we proactief de informatie over relevante ontwikkelingen en vertalen deze naar onze gemeentebegroting. Via de planning & controlcyclus en zo nodig tussentijds besluiten wij over maatregelen in de gemeentebegroting. Ongedekt (deel van) risico: Dit is moeilijk in te schatten omdat we sterk afhankelijk zijn van de macro-economische ontwikkelingen. Vooralsnog ramen we geen ongedekt risico op dit onderdeel.
6.1.6. Risico’s in de Grondexploitatie
Risico’s: Het risicomanagement van de grondexploitatie beschrijven we uitgebreid in de paragraaf 7 Grondbeleid. Daarin worden de achtergronden van de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitatie uitvoerig toegelicht. Om dubbeling in de informatie te voorkomen beschrijven we hier slechts kort het proces van de actualisatie van de grondexploitaties. Beheersingsmaatregelen: Jaarlijks worden de grondexploitaties geactualiseerd op basis van een uniforme systematiek. Daarbij worden de algemene en planspecifieke risico’s in beeld gebracht. Alle risico’s worden zoveel mogelijk gekwantificeerd in de berekeningen voor de projecten. Per project wordt een risicokaart gemaakt met een beschrijving en kwantificering van de risico’s. Aan de hand van de actuele grondexploitaties stelt de raad kredieten voor het komende jaar beschikbaar. Negatieve geprognosticeerde plansaldi in de grondexploitaties worden afgedekt door het treffen van voorzieningen. Risico’s worden gedekt uit de reserve grondexploitatie. De actualisatie en het risicomanagement van de grondexploitatie gebeurt volgens de spelregels voor grondexploitaties die de raad heeft vastgesteld. De bouwprojecten worden uitgevoerd volgens gemeentebrede spelregels voor projectmatig werken. Deze zijn beschreven in de handleiding projectmatig werken gD. Ongedekt (deel van) risico: Zowel voor elk project als voor algemene ontwikkelingen die gelden voor alle ruimtelijke projecten worden via risicokaarten uitgebreide risicoanalyses gemaakt. Voor voorzienbare verliezen in de grondexploitatie zijn voorzieningen getroffen. De overige risico’s zijn gekwantificeerd en worden gedekt door de reserve grondexploitatie. Daarnaast achten wij geen ongedekte risico’s aanwezig.
6.2.
Risico’s in de balans
Naast risico’s in de exploitatie zijn er ook risico’s in de balans. De meest risicovolle posten en de maatregelen om deze te beheersen worden hierna genoemd.
6.2.1. Debiteurenrisico’s
Risico: Niet tijdig of niet innen van uitstaande vorderingen. Beheersingsmaatregelen: Onze gemeente heeft een actief invorderingsbeleid. We hanteren strikte spelregels voor herinneringen, aanmaningen en dwangbevelen. Vorderingen die we niet tijdig incasseren dragen we over aan een incassobureau. 63
De AO en IC op deze processen zijn goed geregeld en beschreven. De uitvoering wordt periodiek getoetst door de medewerker interne controle van de afdeling financiële administratie. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening dubieuze debiteuren getroffen. Deze bedroeg per ultimo 2011 ruim € 576.000. Voor de afvalstoffenheffing en rioolrechten is in de tarieven een geringe opslag voor oninbaarheid verwerkt. Daarmee dekken we de risico’s voor deze specifieke vorderingen af. Ongedekt (deel van) risico: Naast de getroffen maatregelen en voorzieningen achten wij geen ongedekte risico’s aanwezig.
6.2.2. Financieringsrisico’s
Risico: Er ontstaan gaten in de begroting door financieringsrisico’s. Tot de financieringsrisico’s behoren: renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s. Beheersingsmaatregelen: De financieringsfunctie is omgeven door wettelijke kaders, een Treasurystatuut en maatregelen van AO en IC. Uit die regelingen en maatregelen blijkt de kwetsbaarheid van deze functie. Denk maar aan de oorzaken van financieel-economische crisis en aan de forse verliezen die overheden hebben geleden door risicovolle financieringsactiviteiten. Gelukkig zijn deze risico’s ons bespaard gebleven! Het sterkt ons in het beleid van behoudend uitzetten en het doen van zaken met een beperkte groep van solide financiers (tenminste AAA-rating). We voeren verschillende beheersingsmaatregelen uit die wettelijk verplicht zijn en door de provincie als toezichthouder worden getoetst. Voor een uitvoerige beschrijving van het wettelijk kader, de risico’s en de maatregelen in de financieringsfunctie verwijzen we naar de paragraaf 4 Financiering. Ongedekt (deel van) risico: De financiering van de gemeente wordt zorgvuldig uitgevoerd conform wet- en regelgeving. Ook worden administratieve procedures nauwkeurig gevolgd. Wij achten geen ongedekte risico’s aanwezig.
6.2.3. Garantstellingen op leningen
Risico: Er kunnen gaten ontstaan in de begroting door risico’s bij verstrekte leningen en garanties. Beheersingsmaatregelen: De gemeente staat vanuit het verleden garant voor de betaling van rente en aflossing van diverse leningen. Ons huidige beleid is dat de gemeente geen garantstellingen verleent, tenzij er een zwaarwegend algemeen belang is. Garantieverzoeken worden doorverwezen naar waarborgfondsen. Voor een verdere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf 4 Financiering. Ongedekt (deel van) risico: Bij verstrekte leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak worden zekerheden of garanties geëist. Risico’s worden gelopen wanneer deze zekerheden of garanties (onverwacht) in waarde verminderen. De garantieportefeuille is in 2009, behoudens Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), met een quick scan doorgelicht. In 2011 is hieraan een vervolg gegeven. Deze doorlichting loopt door in 2012 en zal leiden tot een informatieve rapportage in 2012 aan uw raad. Naar aanleiding van de laatste doorlichting is in 2011 voorzichtigheidshalve een voorziening van € 2,2 miljoen getroffen vanwege risico’s in de garantieportefeuille. 64
6.2.4. BTW Compensatiefonds
Risico: De belastingdienst kan controles uitvoeren bij het BTW-compensatiefonds. Wanneer blijkt dat ten onrechte BTW is gecompenseerd/verhaald kan dit leiden tot terugbetaling. Beheersingsmaatregelen: Naar aanleiding van de door de belastingdienst uitgevoerde BTW controle in 2010 is een verbeterplan opgesteld met het doel meer grip te krijgen op de BTW processen. In de loop van 2011 is in overleg met externe specialisten op basis van het verbeterplan de BTW tabel geactualiseerd. De hiermee samenhangende correctieboekingen zijn in 2011 verwerkt. Om de kennis omtrent de BTW problematiek te vergroten zijn in 2011 een viertal BTW bijeenkomsten georganiseerd waarbij de onderwerpen zijn afgestemd op de doelgroepen. Verder zijn er op basis van het interne controleplan steekproefsgewijs controles uitgevoerd op de BTW boekingen in 2011. Geconstateerde onjuistheden zijn in hetzelfde jaar gecorrigeerd. In 2012 zullen er met de belastingdienst nadere afspraken worden gemaakt in het kader van horizontaal toezicht. Op basis van transparantie en vertrouwen worden BTW ontwikkelingen en knelpunten vooraf besproken met de belastingdienst. Door horizontaal toezicht zal naar verwachting het risico van het opleggen van een naheffingsaanslag afnemen. Ongedekt (deel van) risico: Na de naheffingsaanslag en de getroffen maatregelen voor het BCF achten wij geen ongedekte risico’s meer aanwezig.
6.2.5. Wet houdbaarheid overheidsfinanciën (wet HOF)
In de afgelopen jaren golden afspraken tussen rijk en lagere overheden over het omgaan met Europese regels over het maximaal toegestane begrotingstekort (3%), het zogenaamde EMU saldo. Bij de totstandkoming van de jaarstukken 2011 ontvingen we informatie over voornemens van het rijk om vanaf 2013 de wet HOF in te voeren. Daarmee worden de Europese richtlijnen vertaald in nationale wetgeving. Het nu bekende wetsvoorstel heeft ingrijpende gevolgen voor de investeringsruimte van decentrale overheden. Daarom informeren we nu al in de paragraaf weerstandsvermogen over dit wetsvoorstel. Wat is de aanleiding voor de wet? Tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad op 26 oktober en op 8 en 9 december 2011 hebben de Europese regeringsleiders afspraken gemaakt om de financiële stabiliteit van de EU en in het bijzonder de eurozone te waarborgen. Lidstaten moeten de vereisten uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact voor eind 2012 vastleggen in nationale wetgeving. Nederland gaat de recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opnemen in de Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF). Ook de belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van het Nederlandse budgettaire beleid – zoals de begrotingsregels – zijn onderdeel van het wetsvoorstel. Wat is het doel van de wet? Het Rijk wil vanaf volgend jaar de mogelijkheid hebben de decentrale overheden een boete op te leggen voor een te hoog EMU-tekort, ook als het Rijk zelf geen boete heeft gekregen - zelfs als de totale Nederlandse overheid onder de normen van 3 procent tekort en 60 procent schuld zit. Het sanctie-instrument biedt de minister de mogelijkheid decentrale overheden vroegtijdig - voordat de Europese normen worden overschreden - de goede kant op te laten bewegen.
65
Zo wordt voorkomen dat de decentrale overheden ten onrechte kunnen meeliften op de goede resultaten die behaald worden door het rijk, en vice versa. De aangescherpte regels leiden ertoe dat gemeenten over enkele jaren niet of nauwelijks nog een EMU-tekort mogen hebben. Wanneer gaat de wet in? Nu de ministerraad met het wetsvoorstel heeft ingestemd, wordt de Wet HOF ter consultatie voorgelegd aan de decentrale overheden. Dat gebeurt via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). Eind januari is er bestuurlijk overleg tussen het rijk en de VNG over het conceptwetsvoorstel geweest. Vervolgens zal het wetsvoorstel voor advies worden aangeboden aan de Raad van State. Het kabinet verwacht het wetsvoorstel nog voor de zomer van 2012 aan de Tweede Kamer te sturen. De beoogde ingangsdatum van de Wet HOF is 1 januari 2013. Wat zijn de gevolgen van de wet voor gemeenten? De begroting van het rijk werkt anders dan die van de gemeenten. Het rijk berekent (grof gesteld) al haar uitgaven en inkomsten volgens het kasstelsel. Daarom telt het rijk alle uitgaven voor de exploitatie en de investeringen in een jaar gewoon bij elkaar op. Alle uitgaven verrekent het rijk met alle inkomsten. Zo berekent ze het voor- of nadelig saldo op de begroting. Dat is dan haar Emu-saldo. Gemeenten werken met het baten- en lastenstelsel. De gemeente onderscheidt haar uitgaven naar jaarlijkse exploitatieuitgaven en naar investeringen (waaronder de grondexploitatie). De investeringen worden op de balans gezet (geactiveerd). Vervolgens wordt de investering in een aantal jaren afgeschreven. De afschrijvingskosten tellen mee in de exploitatie-uitgaven. Ook sparen gemeenten vaak meerdere jaren voor toekomstige investeringen. Zo vormen ze reserves. Ook die reserves staan op de balans. Door het kasstelsel maakt de rijksoverheid geen onderscheid in haar jaarlijkse uitgaven naar investeringen of reserves. Om het Emu-saldo van gemeenten te vergelijken met dat van het rijk moeten gemeenten bij hun begrotingssaldo de investeringen in een jaar optellen. Dat geldt ook voor die investeringen waarvoor de gemeente al een reserve heeft opgebouwd. Door die berekeningsmethode schiet het begrotingstekort (= Emu-saldo) van de gemeenten omhoog. Voor onze gemeente leidt de berekeningsmethode voor het Emu-saldo tot een tekort van ongeveer € 17,1 miljoen. Dit, terwijl volgens de gemeentebegroting het tekort 2012 vóór bestemming circa € 1,2 miljoen is. Gevolg van de nieuwe wet is onder andere dat de gemeenten hun reserves niet meer kunnen inzetten zonder een EMU-tekort te veroorzaken. In haar gevraagd advies wijst de VNG de minister op deze negatieve effecten van de wet. Het gevolg kan zijn dat gemeenten hun investeringen moeten stopzetten terwijl ze geld genoeg hebben. Zo werkt de wet voor gemeenten twee kanten op verkeerd uit: gemeenten zullen nog minder gaan investeren, waar de economie onder zal lijden. Doen ze het toch, dan schaadt de boete de lokale economie en samenleving ook. De definitieve regels en de gevolgen van de wet HOF zijn nu nog niet goed in te schatten. Naar verwachting zal het overleg tussen rijk en decentrale overheden leiden tot aanpassing van het huidige wetsvoorstel. Zeker is wel dat de nationale overheid de Europese regels rond het Emu-saldo strikt toepast. Dit zal ongetwijfeld leiden tot belemmeringen in de uitvoering van de begrotingen van de decentrale overheden. Ook onze gemeente krijgt hiermee te maken.
66
7.
Samenvatting, conclusies en verdere ontwikkeling risicomanagement
In deze paragraaf Weerstandsvermogen hebben wij u geïnformeerd over onze (benodigde) weerstandscapaciteit ten opzichte van onze risico’s. De verschillende risico’s zijn beschreven. Alle voorziene risico’s/tekorten worden afgedekt door verzekeringen of voorzieningen. Voor de grondexploitatie zijn de risico’s gekwantificeerd aan de hand van risicokaarten. Risico’s op andere gebieden zijn uitgebreid beschreven maar niet altijd gekwantificeerd. Wel zijn de nodige beheersingsmaatregelen beschreven waaruit blijkt dat we in onze organisatie risico’s actief benaderen en gericht zijn op het beperken en beheersen ervan. Bovendien hebben we de nodige weerstandscapaciteit om risico’s die zich onverhoopt zouden voordoen, alsnog het hoofd te bieden. We zijn van plan om in 2012 het risicomanagement verder te ontwikkelen. Daarbij richten we ons vooral op het kwantificeren van risico’s bij de activiteiten in het sociale domein. We verwijzen hiervoor naar het controlplan 2012.
67
68
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen in eigendom en beheer. Het betreft hier o.a. openbaar groen, riolering, wegen, diverse gebouwen en kunstwerken. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is enerzijds bepalend voor het voorzieningenniveau en anderzijds ook voor de (jaarlijkse) lasten. In deze paragraaf worden voor de kapitaalgoederen wegen, afvalwatersysteem, groen, gebouwen en openbare verlichting achtereenvolgens aangegeven: a. Het beleidskader b. Het beheer c. Actuele ontwikkelingen d. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren e. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties 1. Wegen Het beleidskader De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van openbare wegen en de civieltechnische kunstwerken. Uitgangspunt hierbij is dat tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten de openbare verhardingen en civieltechnische kunstwerken worden onderhouden. Het onderhoud moet zodanig zijn dat geen kapitaalsvernietiging optreedt. Een achterstand in het onderhoud kan de veiligheid van de weggebruikers in gevaar brengen en leiden tot klachten en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder. De leidraad voor het onderhoud van de wegen is de systematiek voor rationeel wegbeheer van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond- Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW). Onder andere naar aanleiding hiervan wordt jaarlijks een weginspectie gehouden en een onderhoudsplan opgesteld. Dit geldt ook voor de civieltechnische kunstwerken. Het beheer Groot onderhoud wordt planmatig vanuit het weg beheersysteem opgepakt. Bij het opstellen van het onderhoudsplan vindt afstemming plaats met de toekomstige werkzaamheden aan het afvalwatersysteem maar ook met toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Zandwegen en puinwegen worden tweejaarlijks geïnspecteerd. Indien noodzakelijk wordt onderhoud uitgevoerd. De bebording dient te voldoen aan het RVV 1990, het Besluit inzake Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de uitvoeringsvoorschriften van het BABW. Zodra de goede waarneembaarheid in het geding komt vindt onderhoud plaats aan de wegmarkering en de bebording. Jaarlijks wordt de wegmarkering hiervoor geïnspecteerd. Actuele ontwikkelingen We werken met een kwaliteitscatalogus openbare ruimte met 3 kwaliteitsniveaus. De kwaliteitscatalogus openbare ruimte laat per beheerelement (variërend van boom tot lantaarnpaal, van intensief tot extensief, ecologisch en esthetisch) door middel van beeldende foto’s zien wat de mogelijke kwaliteitsniveaus zijn. Deze beelden zijn ‘achter de schermen’ gekoppeld met de bijbehorende prijzen en hoeveelheden zodat een keuze voor een bepaald niveau ook direct financieel vertaald kan worden. De keuzes dienen zorgvuldig in samenhang te worden bezien: beleidskeuzes hebben gevolgen voor beschikbaar te stellen budgetruimte in de begroting.
69
Op basis van de thans voorgestelde bezuinigingen wordt in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte fors bezuinigd. De kwaliteit van de openbare ruimte zal als gevolg hiervan overal op het niveau eenvoudig komen te liggen. Plussen in kwaliteit blijven mogelijk in combinatie met zelfwerkzaamheid van bewoners en bedrijven. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren De omvang van het gemeentelijke wegennet bedraagt ongeveer 3.705.000 m2 verharding, verdeeld over 46,3% elementenverhardingen (betontegels en klinkerverhardingen, hoofdzakelijk voet- en fietspaden en woonstraten), 49,3% asfalt (hoofdzakelijk ontsluitingswegen, erftoegangswegen en fietspaden) en 4,4 % half- en onverhard (hoofdzakelijk zandwegen in het buitengebied). Verder worden nog 72 civieltechnische kunstwerken (bruggen, tunnels, kademuren, steigers en een geluidsscherm) onderhouden. De kwaliteit van het wegennet ziet er als volgt uit: Kwaliteit totaal areaal verhardingen Acceptatiegrens CROW totaal areaal verhardingen Kwaliteit areaal asfaltverhardingen Acceptatiegrens CROW voor asfaltverhardingen Kwaliteit areaal elementenverhardingen Acceptatiegrens CROW voor elementenverhardingen
Voldoende 95%
Matig 1%
Onvoldoende 4%
77-87%
9-14%
4-9%
86 %
5%
9%
75-85%
10-15%
5-10%
98%
0%
2%
80-90%
7-12%
3-8%
In het bovenstaande overzicht zijn de gevolgen van de winter voor de kwaliteit van ons wegennet nog niet meegenomen. Dit komt omdat in de loop van 2012 het wegennet pas wordt geïnspecteerd. Financiële consequenties De middelen voor het uitvoeren van al het onderhoud zijn in de exploitatiebegroting opgenomen. Er zijn geen fondsen beschikbaar voor een jaarlijkse egalisatie van de fluctuerende kosten. Hieronder treft u een overzicht van het beheer en onderhoud aan.
progr.
Begroting 2011 na wijziging. 169.000 3.949.000 4.118.000
product Omschrijving 7 210.0 Hoofdwegen 9 210.1 Overige wegen, straten
Realisatie 2011 292.000 3.839.000 4.131.000
(bedragen exclusief investeringslasten)
Begroting 2011: De geplande verhoging in 2011 op basis van de opgestelde kwaliteitscatalogus (besluit bij de programmabegroting 2009) van het budget van € 190.000 is in het kader van de ombuigingen niet opgenomen. Daarnaast is in 2011 een ombuiging opgenomen bij het product 210.1 van € 35.000.
70
2. Openbaar groen Het beleidskader De basis van het groenonderhoud in Doetinchem is vastgelegd in het groenstructuurplan. Hierin is op hoofdlijnen beschreven wat de belangrijke groenstructuren zijn. Het beheer Momenteel werken wij met een kwaliteitscatalogus openbare ruimte. De kwaliteits-catalogus voor de openbare ruimte is een onmisbaar instrument om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in beeld te brengen en gericht te kunnen sturen. Er zijn 3 kwaliteitsniveaus: Extra, Standaard en Eenvoudig. ‘Kwaliteit van de openbare ruimte’ blijkt in de dagelijkse praktijk een uiterst subjectief begrip dat door iedere gebruiker van de openbare ruimte anders ingekleurd wordt. Daarnaast is een continue spanningsveld aanwezig tussen de vraag naar een hogere kwaliteit en de beschikbare financiële middelen. Actuele ontwikkelingen Op basis van de thans voorgestelde bezuinigingen wordt in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte fors bezuinigd. De kwaliteit van de openbare ruimte zal als gevolg hiervan overal op het niveau eenvoudig komen te liggen. Plussen in kwaliteit blijven mogelijk in combinatie met zelfwerkzaamheid van bewoners en bedrijven. Doetinchem bekijkt voorts of er een slimme combinatie te maken is met de vakmensen vanuit de beheersorganistie samen met inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mogelijk kan hierdoor extra kwaliteit worden gerealiseerd. Een risico daarbij is wel het mogelijke spanningsveld tussen sociale en fysieke doelen waarbij gewaakt moet worden voor kapitaalsvernietiging in de openbare ruimte. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Het openbaar groen omvat in totaal zo’n 453 ha. Het totale bomenbestand beslaat ca. 39.500 stuks. Financiële consequenties De middelen voor het onderhoud worden structureel in de begroting opgenomen. Hiervoor zijn geen speciale onderhoudsfondsen. Voor het beheer en onderhoud zijn de volgende middelen opgenomen in de begroting 2012.
progr.
Begroting Realisatie 2011 na 2011 wijziging. 5.166.000 5.128.000 226.000 282.000 5.392.000 5.410.000
product Omschrijving 8 560.4 openbaar groen 9 580.0 Speelvoorzieningen
(bedragen exclusief investeringslasten)
Begroting 2011: De geplande verhoging in 2011 op basis van de opgestelde kwaliteitscatalogus (besluit bij de programmabegroting 2009) van het budget van € 190.000 is vanwege de ombuigingen niet opgenomen. Ook is in 2011 een ombuiging van € 50.000 opgenomen bij het product 560.4. Realisatie 2011: 560.4 Uitgaven exclusief € 47.000 resultaatbestemming landschapscoördinatie. 580.0 Overschrijding ad € 56.000 tlv reserve speelvoorzieningen.
71
3. Openbare verlichting Het beleidskader In het in 2008 vastgestelde beleidsplan openbare verlichting is het beleid gedefinieerd dat financieel en inhoudelijk naar de huidige normen garanties geeft voor het belevings- en veiligheidsaspect van de openbare ruimte bij duisternis. Dit jaar wordt het beleidsplan opnieuw aan de raad voorgelegd. In dit beleidsplan blijft de nadruk liggen op duurzaamheid. Het beheer Het netwerk van de openbare verlichting bestaat uit masten en armaturen. De levensduur van deze onderdelen is mede bepalend voor de afschrijvingsduur van de investeringen. Voor masten wordt deze gesteld op maximaal 40 jaar, voor armaturen 20 jaar. Vervanging van met name masten vindt vervolgens plaats op basis van inspectie en uitnutting van de restlevensduur. Het dagelijks- en grootonderhoud van de openbare verlichting is uitbesteed. Bij het dagelijks onderhoud worden masten, armaturen en lampen vervangen welke defect zijn geraakt. Tevens vindt er groepsgewijze vervanging van lampen (groepsremplace) plaats. Voor een deel worden er lampen gebruikt die een zeer lange levensduur hebben (circa 10 jaar). Actuele ontwikkelingen Armaturen voorzien van ledoplossingen worden in de meeste grondexploitaties en reconstructies toegepast. Bij vervanging van armaturen langs de ontsluitingswegen worden deze voorzien van dimunit zodat hier energie wordt bespaard na de spitstijden. Tevens wordt er proefgedraaid met het dimmen van lichtmasten langs ontsluitingswegen waarbij de wegintensiteit bepalend is voor het lichtniveau. Alle gegevens van de openbare verlichting zijn verwerkt in een beheerssysteem. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Tot het openbare verlichtingsnet binnen de gemeente behoren ongeveer 11.500 lichtmasten. Er is een onderverdeling te maken in wit licht en oranje licht. Het wit licht is PL en Led-oplossingen en omvat ongeveer 76% van het totaal en zorgt voor verlichting van de woonomgeving. Het oranje licht omvat SOX en SON lichtbronnen en omvat circa 24% van het totaal en verlicht de wegen waar de verkeersfunctie de overhand heeft. Financiële consequenties Binnen de meerjarenbegroting zijn de benodigde middelen overeenkomstig het vastgestelde beleidsplan opgenomen.
progr.
product omschrijving 8 210.4 openbare verlichting
(bedragen exclusief investeringslasten en elektrakosten)
72
Begroting Realisatie 2011 na 2011 wijziging. 169.000 170.000 169.000 170.000
4. Afvalwatersysteem Het beleidskader De Wet Milieubeheer biedt het wettelijke kader voor de gemeentelijke rioleringstaak. Hierin wordt de gemeente verplicht een plan op te stellen voor een bepaalde periode waarin het gemeentelijke beleid met betrekking tot de inzameling en transport van afvalwater wordt vastgelegd. De raad heeft in december 2010 het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. Het GRP heeft een looptijd van 6 jaar en is geldig tot 1 januari 2016. Het beheer Het beheer en onderhoud is afgestemd op de doelen die in het GRP zijn opgenomen en vindt met behulp van een geautomatiseerd rioolbeheersysteem plaats. Momenteel wordt gewerkt aan de uitvoering hiervan, het gaat dan om het afkoppelen van verhard oppervlak, het renoveren van rioolgemalen en het vervangen en vernieuwen van riolen. Daarnaast vindt het dagelijkse beheer en onderhoud plaats aan rioolgemalen, drukriolering, IBA ’s, kolken en de overige rioleringssystemen. Actuele ontwikkelingen Binnen het rioleringsplan is de strategie erop gericht om situaties met wateroverlast te voorkomen. Ook in de toekomst, wanneer door klimaatverandering rekening gehouden moet worden met meer en heftiger buien. Verder wordt het in het GRP van groot belang geacht om helderheid aan de burgers te geven over wat er van hen wordt verwacht en wat zij van de gemeente kunnen verwachten op het gebied van inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en grondwater. Het verder te ontwikkelen waterloket en de stimuleringsregeling afkoppelen kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Voor deze stimuleringsregeling is jaarlijks een bedrag van € 100.000,-- beschikbaar. Verder zijn er structurele verbeteringsmaatregelen die de komende jaren zullen doorgaan. Hierbij wordt met name gedacht aan het verder afkoppelen van verharde oppervlakten. In combinatie met andere werkzaamheden aan de infrastructuur zal steeds bekeken worden welke verharde oppervlakten op een duurzame wijze van het gemengde rioolstelsel kunnen worden gehaald. Door het afkoppelen van verharde oppervlakten kan geanticipeerd worden op de klimaatverandering, worden afvalwater en hemelwater gescheiden en wordt de kans op wateroverlast vanuit de gemengde rioolstelsels verkleind. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Een indicatie voor de kwaliteit van de riolering is de ouderdom. Ongeveer 6% is ouder dan 50 jaar en circa 38% bevindt zich tussen de 30 en 50 jaar, ongeveer 36% ligt in de groep tussen de 11 en 30 jaar en ongeveer 20% is jonger dan 10 jaar. Ouderdom is echter niet alleen maatgevend voor de kwaliteit van de riolering. Jaarlijks wordt een deel van het rioolstelsel geinspecteerd. Op basis hiervan wordt een meerjarenplanning voor het onderhoud opgesteld. Financiële consequenties Met behulp van het rioolbeheersysteem worden de vervangingskosten berekend. Daarnaast zijn er nog extra investeringen voor maatregelen die de vuiluitworp moeten terugdringen (afkoppelen verhard oppervlak, aanleg van randvoorzieningen, vergroten van leidingen), de reguliere exploitatiekosten en de doorbelaste kosten en kapitaallasten. De kosten van de riolering worden 100% gedekt via de heffing van het rioolrecht. Om jaarlijkse fluctuaties in het tarief rioolrecht te voorkomen is een egalisatievoorziening ingesteld.
73
Opgenomen middelen
progr.
Begroting Realisatie 2011 na 2011 wijziging. 1.547.000 1.631.000 1.547.000 1.631.000
product omschrijving 722.0 riolering
(bedragen exclusief investeringslasten)
5. Gebouwen Het beleidskader De basis voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is voor de schoolgebouwen opgenomen in de meerjaren onderhoudsplanning schoolgebouwen (MOP) en voor de overige panden is het planmatig onderhoud opgenomen in het programma onderhoud gemeentelijke gebouwen (POGG). Het beheer Het gebouwenonderhoud is gebaseerd op een geautomatiseerd systeem waarin de onderhoudsverwachting voor meerdere jaren is opgenomen. Daarnaast vinden er jaarlijks ter plaatse inspecties plaats. De panden worden op basis van een nulmeting geïnspecteerd. Voor alle panden is een onderhoudsverwachting voor de komende 10 jaar berekend. Dit bedrag wordt via de exploitatie ten gunste van het onderhoudsfonds voor het POGG en MOP gebracht. De werkelijke onderhoudskosten komen vervolgens ten laste van het fonds. Binnen deze fondsen is ruimte om te schuiven met de werkzaamheden. Flexibiliteit is noodzakelijk, omdat tijdens de jaarlijkse inspecties zich namelijk situaties kunnen voordoen waarbij dit nodig blijkt. Actuele ontwikkelingen Huurharmonisatie Hierbij worden alle accommodatie gerelateerde indicatoren inzichtelijk en transparant gemaakt. De huurharmonisatie levert een set aan spelregels op waarbinnen een uniforme huur- en vastgoedbeleid en een duurzame exploitatie van gemeentelijke accommodaties wordt bewerkstelligd. De spelregels en randvoorwaarden (huurder-/verhuurderonderhoud) vormen de basis voor het nieuwe contract met de huurders/gebruikers. Egalisatiefonds accommodaties Het betreft hier het invoeren van een vastgoedfonds accommodaties (vergelijkbaar met parkeerfonds). Binnen dit fonds dienen huuropbrengsten en verkoopopbrengsten geoptimaliseerd te worden. Vanuit deze opbrengsten kunnen de gemeentelijke accommodaties beheerd en gexploiteerd worden. Jaarlijks zullen de afdrachten naar de algemene middelen bekeken worden. Om dit te kunnen realiseren dienen de gemeentelijkse accommodaties kostprijsdekkend en/of marktconform (marktpartijen) te kunnen worden verhuurd. Bij het uitvoeren van het onderhoud dient rekening te worden gehouden met de verantwoordelijkheden voor verhuurder en huurder. Verhuurder voert alleen nog maar het onderhoud uit waarvoor hij verantwoordelijk is. Momenteel vindt er een onderzoek plaats om dit te realiseren. Hierbij dient er ook gekeken te worden naar de subsidierelatie die er is met partijen.
74
Financiële consequenties De volgende middelen zijn voor het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen in de begroting 2011 opgenomen.
progr.
product omschrijving 5.706 onderwijsgebouwen 5.706 overige gemeentelijke gebouwen
Begroting Realisatie 2011 2011 na wijziging. 255.000 255.000 940.000 940.000 1.195.000 1.195.000
Bovengenoemde middelen zijn gebaseerd op de plannen zoals deze zijn vastgesteld. De geraamde bedragen betreffen de jaarlijkse dotaties aan beide onderhoudsfondsen.
75
76
Paragraaf 4
Financiering
1. Inleiding De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De treasuryfunctie omvat de financiering van investeringen en het uitzetten van geldmiddelen tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. De gemeente gaat om met aan haar toevertrouwd gemeenschapsgeld. Daarom moet het treasurybeheer risico’s beheersen en beperken. Wij werken op het gebied van treasury met twee instrumenten. Allereerst het treasurystatuut en daarnaast de paragraaf financiering (ook wel de treasuryparagraaf genoemd). Het treasurystatuut is de ‘beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie, vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Belangrijkste punten uit het treasurystatuut zijn: 1. Het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. 2. Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij financiële ondernemingen met een lange termijn credit rating van ten minste Aaa, AAA of AAA van tenminste 2 van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s (Aaa), Standard & Poors (AAA) of Fitch (AAA). 3. Het renterisico beperken en een zo gunstig mogelijk renteresultaat behalen binnen de kaders van de Gemeentewet, de Wet fido en de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. 4. Derivaten worden slechts toegepast nadat de raad hiertoe voor elk zich voordoend geval afzon derlijk een besluit heeft genomen. 5. Het college is bevoegd tot het aangaan van één of meer vaste geldleningen ten laste van de gemeente ter financiering van kapitaaluitgaven, voor de consolidatie van vlottende schuld en voor conversie van bestaande leningen. 6. Voor het aantrekken van leningen worden minimaal twee offertes opgevraagd. 7. Er is een transparante functiescheiding tussen beleidsbepaling en -uitvoering en tussen de admini stratie en controle op de financiële transacties. Het hanteren van het principe van “twee handte keningen” is hier een belangrijke factor. Tenslotte besteden wij veel aandacht aan rechtmatigheid van handelen ten aanzien van alle wetgeving die geldt voor de treasuryfunctie. Tot de belangrijkste zaken van de Doetinchemse treasury-uitvoering gedurende 2011 behoorden: • Het opnemen van langlopende geldleningen tot een bedrag van totaal 41,5 miljoen. • Na de quick-scan in 2009 is de bestaande garantieportefeuille in 2011 verder doorgelicht. 2.
Algemene ontwikkelingen
Renteontwikkelingen Voor leningen met een (langere) rentevaste periode was in het eerste kwartaal sprake van een stijgende rente als gevolg van de vrees voor het oplopen van grondstofprijzen. Daarnaast speelde de Europese schuldencrisis een grote rol op de financiële markten. Na eerder Griekenland en Ierland kwam ook Portugal in de schijnwerpers te staan. In het tweede kwartaal speelde nog altijd de Europese schuldencrisis een grote rol echter “veilige” beleggingen zoals Duitse staatsobligaties zorgden voor een neerwaarts effect op de kapitaalmarktrente. Gedurende het derde kwartaal namen de zorgen over de houdbaarheid van het economisch herstel toe. Samen met de perikelen rond o.a. Griekenland zorgde dit voor een verdere toevlucht naar de “veilige” beleggingen en daardoor een verdere daling van de kapitaalmarktrente. Ook in het vierde kwartaal werd de kapitaalmarkt gedomineerd door de Europese schuldencrisis.
77
Doordat er nog geen concrete oplossingen zijn blijven de beleggingen in Duitse obligaties aantrekkelijk. Doordat de rente in ons land nog altijd parallel aan die van Duitsland bewoog kon geprofiteerd worden van deze lage rentestanden. Rente ontwikkelingen in 2011 (10 jaar lineair)
Renteontwikkeling in 2011 1 maands kasgeld Ook op de geldmarkt was er sprake van rentestijgingen. De tegenvallende economische groei en de problemen rond de schuldencrisis zorgde ervoor dat de ECB niet langer op rente verhogingen zinspeelde. In november en december verlaagde de ECB onder leiding van haar nieuwe president Draghi de geldmarkttarieven fors.
78
Kort of lang financieren? Renterisiconorm en kasgeldlimiet vormen kaders waarbinnen financieringsmiddelen kunnen worden aangetrokken. De kasgeldlimiet is ingesteld om de renterisico’s op de vlottende schuld (< 1 jaar) te beperken. De renterisico-norm is ingesteld om de renterisico’s voor leningen met een looptijd langer dan 1 jaar te beperken. De renterisiconorm begrenst de omvang van de leningen dat moet worden geherfinancierd. Hierdoor wordt voorkomen dat de gemeente in een ongunstige markt een te groot renterisico loopt Opgenomen leningen Net als vele andere gemeenten zijn wij een investerende gemeente waardoor wij vooral geld moeten lenen om deze investeringen te kunnen financieren. Het afgelopen jaar zijn 7 geldleningovereenkomsten gesloten. Voor het aantrekken van leningen worden minimaal twee offertes gevraagd. De afgelopen jaren is gelet op de lage rentestand gekozen voor leningen met een relatief lange looptijd (20jaar). Bij een stijgende rente biedt dit de mogelijkheid om de leningen op te nemen met relatief kortere looptijden. Nu de opslagen voor langere looptijden relatief hoog zijn, is in 2011 gekozen voor kortere looptijden(10 jaar). Opgenomen geldleningen met een looptijd > 1 jaar lening
datum opname looptijd in jaren vorm
1 2 3 4 5 6 7
26-1 2-3 31-3 30-11 20-12 29-12 30-12
10 10 10 10 20 10 10
bedrag
lineair lineair lineair lineair lineair lineair fixe
tarief
7,0 7,0 7,0 5,0 7,0 7,0 1,5 41,5
3,385% 3,390% 3,570% 2,805% 3,590% 2,670% 3,420%
bedragen x 1 mln.
2. Risicobeheer Renterisiconorm en renterisico vaste schuld Volgens de wet Fido is het renterisico op de vaste schuld het deel van de vaste leningportefeuille dat in enig jaar geherfinancierd moet worden. Het renterisico wordt getoetst aan een door de minister vastgestelde norm die voor 2011 is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente Doetinchem was de renterisiconorm in 2011 € 30,7 miljoen (20% van € 153,5 miljoen). In 2011 werd voor herfinanciering € 17,9 miljoen geleend als gevolg van te betalen aflossingen. We zijn daarmee ruim onder de norm gebleven. Aandelen / deelnemingen De gemeente neemt deel aan het Revolving Fund van de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN). Verder beschikt de gemeente over een aandelenportefeuille bestaande uit aandelen van BNG, Alliander (netwerkbedrijf NUON ) en Vitens. In regionaal verband hebben wij aandelen in de N.V. Amphion en Sportcentrum Rozengaarde BV. Ten behoeve van de realisatie van Hamburgerbroeknoord hebben wij aandelen in het samenwerkingsverband met Kondor Wessels. Deze aandelenportefeuille houden wij voorlopig aan. Voor meer informatie verwijzen wij naar de paragraaf 6 Verbonden partijen.
79
Overzicht ontvangen dividenden. begroot 1 januari primitief tussentijdse bijstelling 1e monitor 2e monitor 31 december begroot ontvangen resultaat
totaal
Alliander
BNG
Vitens
926
706
110
110
-239 77 764 764 0
-320 77 463 463 0
34
47
144 144 0
157 157 0
Kredietrisico Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus het risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste door het directe risico van door de gemeente verstrekte leningen en uitzettingen. Daarnaast is een kredietrisico verbonden aan de gemeentelijke borgstellingen. Kredietrisico’s ten aanzien van leningen Leningen kunnen worden verstrekt voor uitoefening van de publieke taak. Dergelijke leningen zijn verstrekt aan woningcorporatie Vestia, Vitens, Stichting stimuleringsfonds volkshuisvesting, N.V. Amphion en enige kleinere culturele en sport instellingen. Leningen en garanties uit voor uitoefening van de publieke taak worden alleen verstrekt aan door de raad goedgekeurde derde partijen. Daarnaast heeft de gemeente als werkgever hypothecaire leningen verstrekt aan werknemers. Gezien het gemiddelde bedrag per lening en de onderliggende waarde van het onroerende goed, is hier in feite geen sprake van een kredietrisico. Verder heeft de gemeente als werkgever leningen verstrekt in het kader van de pc privé regeling en het vervoersplan. Per 1 januari 2009 is de wet Fido gewijzigd waardoor het niet langer is toegestaan om hypothecaire leningen aan het personeel en politieke ambtsdragers te verstrekken. Bestaande leningen kunnen blijven aflopen zoals overeengekomen. Dit verbod strekt zich ook uit tot garanties door openbare lichamen van hypothecaire leningen aan het hiervoor genoemde personeel door een andere instelling. De verstrekte geldleningen zijn onderdeel van de doorlichting van de garantieportefeuille die in 2011 is gestart. Immers bij verstrekte geldleningen kan een vergelijkbaar risico gelopen worden als bij verstrekte garanties. De in onderstaande overzicht genoemde geldlening aan woningcorporatie Vestia valt onder de garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, daarmee is het risico dus zeer beperkt. De overige verstrekte geldleningen zijn maatwerk en kennen allen een specifieke achergrond en besluitvorming. In 2012 wordt aan de raad een rapportage verstrekt. In deze rapportage zullen deze leningen worden meegenomen.
80
Saldo verstrekte leningen per 31 december 2011 Bedragen x € 1 miljoen per 31-12-2011
Omschrijving
Hypotheken Amphion Woningcorporatie Vestia Stimuleringsfonds volkshuisvestig Vitens Sportcentrum Rozengaarde Overig
34,5 18,4 3,1 1,8 2,6 2,5 0,4 63,3
Kredietrisico’s ten aanzien van borgstellingen (gemeentegaranties). Borgstellingen kunnen op twee manieren voorkomen: 1. Directe borgstelling 2. Achtervang Bij directe borgstellingen staat de gemeente jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door lokale organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die veelal activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Achtervang houdt in dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt in de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw(WSW). Door deze structuur kunnen instellingen die bij een waarborgfonds zijn aangesloten tegen de laagste rente lenen. Mede vanwege de strenge toelatingscriteria en periodieke toetsing door het fonds loopt de gemeente hierbij een veel lager risico dan bij directe borgstellingen. De gemeente staat vanuit het verleden garant voor betaling van rente en aflossing van diverse geldleningen. Ons huidige beleid is dat de gemeente geen garantstellingen verleent, tenzij een zwaarwegende publieke taak in het geding is. Bij garantieverzoeken verwijzen we zoveel mogelijk naar waarborgfondsen. Bij het verstrekken van leningen of garanties voor uitoefening van de publieke taak worden zekerheden of garanties geëist. Dergelijke leningen en/of garanties worden slechts verstrekt aan door de raad goedgekeurde derde partijen. Een aantal grote garanties zijn de afgelopen jaren beëindigd of overgedragen aan het waarborgfonds voor de sector (bijv. de Graafschap, Slingelandziekenhuis). De garantieportefeuille is in 2009, behoudens de WSW, met een quick scan doorgelicht. In 2011 is hieraan een vervolg gegeven. Deze doorlichting loopt nog door in 2012 en zal leiden tot een informatieve rapportage in 2012 aan uw raad. Naar aanleiding van de laatste doorlichting is in 2011 voorzichtigheidshalve een voorziening van € 2,2 miljoen getroffen vanwege risico’s in de garantieportefeuille. In 2011 heeft de raad besloten om een borgstelling te verstrekken op de financiering van de GEM Iseldoks. Dit in gezamelijkheid met de betrokken ontwikkelaar in de GEM (gezamelijke exploitatiemaatschappij). Uitgangspuntpunt daarbij is dat de gemeente 100% garandeert met een contragarantie van de betrokken ontwikkelaar van 50%. Dit wordt verder opgepakt op basis van de definitieve besluitvorming rond dit project.
81
In 2011 heeft de raad besloten om een borgstelling te verstrekken voor de bouw van een multifunctionele hal op Zuid. Dit onder dezelfde voorwaarden die medeborgsteller Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) heeft gesteld. Dit besluit zal naar verwachting in de loop van 2012 worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om een garantie voor een bedrag van € 3.265.000 door de gemeente Doetinchem waarbij het SWS voor € 250.000 garant staat jegens de gemeente. Ambtelijk is inmiddels overeengekomen om het grootste gedeelte van de garanties in het kader van de sociale woningbouw waar onze gemeente vanuit het verleden nog 100% garant staat, over te dragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Van een drietal leningen in de woningbouw, die een totaalbedrag van € 14,1 mln. vertegenwoordigen (zie het overzicht hieronder), wordt in 2012 een lening met een rest waarde van € 9,6 mln. overgeheveld naar het WSW. Het saldo dat hierna over blijft, betreft leningen die op dit moment nog een looptijd van minder dan 2 jaar hebben. Daarmee vallen deze voor het WSW onder korte financiering. Om die reden kunnen deze leningen niet meer worden overgedragen aan het WSW. Daarnaast wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om de overige leningen (niet woningbouw) bij waarborgfondsen onder te brengen. Per eind 2011 is voor een bedrag van € 242,2 mln. aan waarborgen verstrekt. Deze zijn onder te verdelen in leningen met met een direct borgstelling ( € 17,8 mln). En leningen verstrekt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) waarbij de gemeente achtervang is (€ 124,4 mln). De verdeling over de verschillende beleidsterreinen eind 2011 is als volgt:
Kasbeheer We maken onderscheid in geldstromen voor exploitatie-uitgaven en geldstromen voor investeringen. De gemeente werkt met een sluitende begroting. Echter het moment waarop inkomsten en uitgaven plaatsvinden lopen gedurende het jaar niet synchroon. Daardoor kan de gemeente gedurende het jaar een tegoed of een tekort hebben op de betaalrekening. Gezien de korte periode waarin deze overschotten of tekorten plaatsvinden, worden deze met korte middelen gefinancierd dan wel uitgezet. De overtollige middelen worden zonder overmatige risico’s (in termen van de Wet fido “prudent”) uitgezet bij banken met in de praktijk tenminste een AAA-rating. Betaaltermijn facturen Gemeente In het kader van de bestrijding van de effecten van de kredietcrisis zijn de betalingsprocedures versneld. Dit heeft ertoe geleid dat een groot deel van onze facturen wordt betaald binnen 14 dagen.
82
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel we met kort geld mogen financieren. De limiet is door het rijk vastgesteld en bedraagt 8,5% van de begroting. De kasgeldlimiet is voor 2011 berekend op € 13,1 miljoen. Aangezien kasgeld (kort geld) goedkoper is dan lang geld wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van deze ruimte. Hierbij wordt rekening gehouden met de renteontwikkelingen. Dit om te vermijden dat bij overschrijding van de kasgeldlimiet de gemeente gedwongen wordt om te consolideren in een ongunstig renteklimaat. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet kan ontheffing worden gevraagd bij de Provincie. bedragen x € 1.000 Kwartaalrapportages kasgeldlimiet 2011 peildatum 01-jan 01-apr 01-jul 01-okt 31-dec gemiddeld
opgenomen 11.869 12.449 10.436 8.536 8.765 10.411
uitgezet 0 0 0 0 0
limiet 13.100 13.100 13.100 13.100 13.100
ruimte 1.231 651 2.664 4.564 4.335 2.689
4. Financiering Financieringsbehoefte De gemeente beschikt over een globale liquiditeitsplanning voor de lange termijn. De financieringsbehoefte (middelen met een looptijd langer dan 1 jaar) wordt bepaald door de volgende factoren: Investeringen en daarmee gepaard gaande opbrengsten; reguliere en vervroegde aflossingen op geldleningen en door afschrijving vrijgekomen middelen. Het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie over deze grote kasstromen is van belang om de treasurywerkzaamheden te kunnen uitvoeren. Gelet op de hoogte van de rente op de bestaande geldleningenportefeuille en de contractuele mogelijkheden zijn er in 2011 geen leningen vervroegd afgelost. 5.
Rentelasten berekenen en toerekenen
Berekenen rentelasten We financieren onze investeringen met langlopende financieringsmiddelen. Tot de langlopende middelen behoren de opgenomen geldleningen en de gemeentelijke reserves en voorzieningen. Het verschil tussen investeringen en de financieringsmiddelen wordt berekend per 1 januari van het begrotingsjaar. Dit verschil leidt tot een financieringstekort of -overschot. De rentelasten in de begroting worden berekend uit de volgende componenten: • Rente voor langlopende geldleningen. De kosten voor al opgenomen geldleningen zijn contractueel vastgelegd. De rentekosten voor nog op te nemen geldleningen worden op basis van het financieringstekort en de rentevisie geschat. Tenslotte zijn budgetten gereserveerd voor rentekosten op plannen waarover de raad globaal heeft besloten, maar waarvoor nog geen krediet is gevoteerd. • Rente reserves en voorzieningen Wij beschikken per 1 januari over € 138,0 mln. aan reserves en voorzieningen. De hiermee bespaarde rente bedraagt op basis van 4,75% (de rente die wij hanteren in de begroting voor nieuwe langlopende leningen) 6,6 mln. Hiervan wordt 3,3 mln. ingezet als algemeen dekkings middel tgv van de begroting en € 3,3 mln is toegevoegd aan de reserves en voorzieningen. 83
• Rente financieringstekort. De hoogte van het financieringstekort betreft het verschil tussen de boekwaarden en de beschik bare financieringsmiddelen gecorrigeerd met de geblokkeerde reserves. Voor de financiering van het tekort is rekening gehouden met een rentepercentage van gemiddeld 4,66% zijnde een mix van kort en lang geld. De hoogte van het uiteindelijke financieringstekort en daarmee de noodzaak tot het aantrekken van leningen wordt beïnvloed door: o de aanwezigheid van derden ontvangen bedragen, die in de loop van het jaar niet worden besteed. o vertraging in de uitvoering van investeringen. o de hoogte van de geblokkeerde reserves (de geblokkeerde reserves worden meegenomen in het financieringstekort). Toerekening rente aan programma’s De rentekosten worden toegerekend aan de programma’s en projecten. Daarbij hanteren we verschillende renteberekeningen: - Omslagrente aan investeringen gedaan voor de uitvoering van de programma’s. De omslagrente is een rekenmethode waarbij het totaal van de rentelasten wordt omgeslagen over de boekwaarden die gefinancierd worden. - Grondexploitatierente aan projecten voor grondexploitatie en exploitatieovereenkomsten en ruimtelijke projecten. Deze rente wordt gebaseerd op de kapitaalmarktrente van de gemiddelde looptijd van de projecten. - Op basis van specifieke raadsbesluiten worden aan producten of projecten een specifiek renteper centage toegerekend. Dit geldt bijvoorbeeld voor investeringen in de legesplichtige en heffing plichtige activiteiten. Daarbij wordt gerekend met vaste rentepercentages om de kosten in de loop van de tijd zoveel mogelijk te egaliseren.
84
Paragraaf 5
Bedrijfsvoering
1. Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de niet-financiële aspecten van de bedrijfsvoering. De financiële component is in het jaarverslag en de jaarrekening al belicht. We beschrijven nu die aspecten van de (interne) bedrijfsvoering die van belang zijn voor de realisatie van de doelen uit de programma’s van de begroting. Wij willen een organisatie zijn waarin onze medewerkers op een betrokken, betekenisvolle en zakelijke wijze hun werk doen. Daarbij zijn we er ons van bewust dat we voortdurend moeten blijven inspelen op de veranderingen die op ons afkomen. Soms moeten we zelf proberen veranderingen te stimuleren. Dat vergt een actieve opstelling en hoge mate van flexibiliteit. Sleutelwoorden zijn klantgerichtheid, omgevingsgevoeligheid, stuurbaarheid, resultaatgerichtheid en vitaliteit. Daarbij wordt het afgesproken kwaliteitsniveau tegen zo laag mogelijk kostenniveau gerealiseerd. De afgelopen jaren werkten we aan het op orde krijgen van de beheersing van de bedrijfsvoering. Daarin zijn we succesvol geweest. Dit wordt bevestigd door de accountant. Accenten lagen vooral bij het op orde houden en versterken van de bedrijfsvoering en bij het verbeteren van integraal afdelingsoverstijgend werken. Dat laatste kwam nadrukkelijk aan de orde bij het proces van bezuinigen en ombuigen. 2.
Een klantgerichte en omgevingsgevoelige organisatie
Wij willen nog steeds een organisatie met medewerkers die handelen vanuit gevoel voor hun omgeving. Een organisatie waarbij medewerkers ‘van buiten naar binnen’ in plaats van ‘van binnen naar buiten’ denken en handelen. Daarnaast willen we dat ze de dingen doen zonder verantwoordelijkheid van anderen over te nemen. Om dit te versterken investeren we op een aantal deelterreinen: integraal werken, dienstverlening en regievoering/coproducent. Met het in gebruik nemen van het nieuwe stadhuis is de stap gezet om digitaal en zaaksgewijs te gaan werken. Dit is een enorme impuls voor de dienstverlening aan onze burgers. De dossiers van klanten zijn hierdoor beter toegankelijk voor iedereen. Ook op het terrein van verbeteren van telefonische dienstverlening zijn de eerste stappen gezet. Het uitbreiden van nieuwe elektronische transacties heeft ernstige vertraging opgelopen. Naar aanleiding van meerdere beveiligingsincidenten bij rijk en gemeenten zijn er eind 2011 strenge eisen opgesteld waar onze informatie infrastructuur aan moet voldoen. Dit heeft veel capaciteit en middelen gevraagd. Dit zal doorlopen in 2012 en moet onderdeel gaan worden van ons informatiebeveiligingsbeleid. Een trend van de afgelopen jaren is de verdere ontwikkeling van de gemeente als regisseur en als coproducent in de keten. Deze ontwikkeling zet zich in de komende jaren voort. Dit zien we bij alle onderdelen van de organisatie, maar in het bijzonder bij de afdeling Werk & Inkomen, de WMO-winkel, het wijkgericht werken en de (taskforce) bouwprojecten. 3.
Een stuurbare en resultaatgerichte organisatie
We willen een organisatie die gericht is op het realiseren van resultaten en die daarop te sturen is. Dit is een organisatie waarin helder is wat er gedaan moet worden; waarin dat wat gedaan moet worden ook daadwerkelijk gebeurt en waarin gecommuniceerd wordt over eventuele afwijkingen. Drie aspecten hebben onze aandacht gekregen teneinde de stuurbaarheid en resultaatgerichtheid binnen onze organisatie te versterken: (a) de beheersorganisatie, (b) de informatiearchitectuur en (c) de planning&controlcyclus. 85
De beheersorganisatie De afgelopen jaren hebben we stappen gezet om onze bedrijfsvoering ‘in control’ te krijgen. We hebben ons daarbij geconcentreerd op vier inhoudelijke thema’s: loonsom, grondexploitaties, bestuurlijk dashboard en rechtmatigheid. Ook hebben we de managementgesprekken geïntroduceerd. Tenslotte hebben we zowel de programmabegroting als de programmarekening verder ontwikkeld. In 2011 liggen de accenten bij risicomanagement en de verankering van dit denken in de organisatie. Bij het risicomanagement maken we een verdiepingsslag, met name bij de risico’s bij de grote bouwprojecten en bij de risico’s als gevolg van de economische crisis. De informatiearchitectuur De informatiearchitectuur van onze organisatie wordt gerealiseerd langs een aantal lijnen: • stroomlijnen basisgegevens; • digitaal cliëntdossier; • e-loket; • managementinformatie. In 2011 is samen met alle afdelingen een nieuw informatie- en beveiligingsbeleid opgesteld Vanuit deze toekomstvisie worden de projecten benoemd om een efficientere organisatie te zijn die op een moderne wijze dienstverlening kan verlenen aan onze burgers. De basisregistratie grootschalige topografie is een basisregistratie die wij de komende jaren vorm moeten gaan geven. Eenmalige registratie en meervoudig gebruik van de topgrafische gegevens binnen de gemeente zal de efficiency bevorderen. De voorbereidingen voor dit project zijn in 2011 gestart. Dit project wordt met een aantal gemeenten uit de regio opgepakt. Een groot deel van de organisatie werkt sinds juli 2011 zaaksgewijs met digitale cliëntdossier. Door de koppeling met de basisregistratie personen, ontstaat ook de mogelijkheid om de afhandeling van productaanvragen per persoon op te vragen en te bewaken. In 2012 zal dit voor de hele gemeentelijke organisatie gelden. Om de stap te zetten om het burgers mogelijk te maken hun productaanvraag via een digitaal loket te kunnen volgen is het nodig een aantal informatiesystemen te moderniseren. In de tweede helft van 2011 is eenproject opgezet om de aanbesteding hiervan voor te bereiden. Dit wordt samen met de gemeente Oude IJsselstreek opgepakt om te kijken waar samenwerking voordelen kan bieden. Op het gebied van beveiliging en continuiteit zijn begin 2011 stappen gezet om de rol van applicatiebeheerders op de diverse vakafdelingen te verstevigen. Immers de afhankelijkheid van deze systemen wordt steeds groter. Het lukt niet om deze rol alleen centraal te beleggen, ook de afdelingen zelf moeten hier hun verantwoordelijkheid in nemen. Dit loopt door in 2012. De planning&controlcyclus Onze planning&controlinstrumenten gaat uit van een onderscheid in programma’s (de overkoepelende visie op de gemeente) en de uitwerking daarvan in concrete acties. Aan de begrotingskant horen hier de programmabegroting en de jaarplannen per afdeling bij. De uitvoering van en de sturing op de concrete acties wordt gevolgd via ons bestuurlijk dashboard. Managementinformatie vormt de basis van het bestuurlijk dashboard. De afgelopen jaren hebben we op verschillende deelterreinen managementinformatie ontwikkeld. Dit zet zich de komende jaren door. 4.
Een vitale organisatie
Uiteraard willen we ook een vitale organisatie zijn. Wij verstaan hieronder een organisatie die in staat is zich aan te passen en in te spelen op wisselende omstandigheden en waarin medewerkers blijvend worden uitgedaagd om kwalitatief goed werk te leveren. Personeelsbeleid en huisvesting zijn daarbij van belang.
86
Personeelsbeleid In 2010 hebben we voor het eerst een volledige PersoneelsManagementCyclus doorlopen. Dit betekent dat elke medewerker in elk geval een functionerings- en een beoordelingsgesprek heeft gehad. Bij deze gesprekken staan prestaties, kennins en kunde en ook competenties centraal. We willen een lerende organisatie zijn. Met lerende medewerkers. Dit betekent dat niet het beoordelingsaspect maar juist het ontwikkelaspect centraal staat. Het jaar 2011 was het tweede jaar waarin ervaring uit het eerste jaar is meegenomen in de gesprekscyclus. De eerste berichten over beide instrumenten voor effectief personeelsbeleid zijn zeer positief. De verbouw van het stadhuis was in september 2011 afgerond. Gelijktijdig met de ingebruikname is het concept van “het Nieuwe Werken (HNW)” geïntroduceerd. In 2011 lag het accent op de fysieke werkomgeving. In 2012 zal een verdere doorvertaling plaats vinden van HNW in het personeelsbeleid. Een belangrijk speerpunt op HRM-gebied was de regionale samenwerking. Het team P&O participeerde in regionale netwerken. Ook intensiveerde het team de bestaande samenwerking op het gebied van de salarisadministratie. De samenwerking met de gemeente Doesburg op het gebied van Arbo werd voortgezet. Na de fusie van het Staring Instituut en het Streekarchivariaat De Achterhoek per 1 juli 2011 in het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL) sloot het team P&O een dienstverleningsovereenkomst met dit centrum voor het verzorgen van de salarisadministratie en het leveren van de reguliere personeelszorg. De twee nieuwe interne vertrouwenspersonen volgden de leergang ‘Opvang en begeleiding (seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen op het werk’). De samenwerking met de nieuwe externe vertrouwenspersoon werd verder geïntensiveerd. Dit heeft ervoor gezorgd dat er binnen de organisatie steeds meer oog is voor, maar ook openheid wordt gestimuleerd om zaken bespreekbaar te maken. Het heeft bijgedragen aan het verlagen van de drempel voor medewerkers om zich uit te spreken. Niet alle beleidsvoornemens konden in 2011 worden opgepakt. De ingrijpende ombuigingsplannen zorgden ervoor dat werkplanningen voor de langere termijn moesten worden aangepast. Zo zijn de verdere ontwikkeling van loopbaanbeleid, de overgang naar het functiehuis Achterhoek en een aantal Arbo-onderwerpen doorgeschoven naar 2012. Ook vergde de implementatie van ingevoerd beleid en de participatie in overlegverbanden meer tijd en energie, dan vooraf was voorzien. Wel is in 2011 een eerste aanzet gegeven om te komen tot een Strategische Personeelsplanning. In de eerste fase van dit project heeft de focus gelegen op het beantwoorden van een aantal strategische vragen. In 2012 zal een verdere vertaling plaatsvinden naar benodigde formatie en bezetting. In 2011 is nadrukkelijk geïnvesteerd in het formuleren en implementeren van beleid ten aanzien van in-, door- en uitstroom. Zo is een vacatureprotocol vastgesteld, die past bij de huidige omstandigheden van bezuinigingen. Daarnaast is geïnvesteerd in kennis en vaardigheden met betrekking tot loopbaanadvisering en mobiliteit. Daarnaast is de doorontwikkeling van het nieuwe E HRM-systeem voortgezet. De verdere implementatie van het systeem krijgt in 2012 vorm. Huisvesting De renovatie heeft aan het in 1969 gerealiseerde stadhuis een tweede leven gegeven. Het gebouw kan weer optimaal benut worden. Met de gedane ingrepen en het werkplekconcept beantwoord het weer aan alle eisen van deze tijd. De bouwkundige en installatietechnische ingrepen hebben er een efficiënt en duurzaam gebouw van gemaakt. De energieklasse C is voor een gerenoveerd gebouw bijzonder. Maar nog mooier is dat dit gebouw weer een 40 jaar gebruikt kan worden en na de renovatie alleen maar sterker is geworden. 87
Publiek en medewerkers weten het gebouw om zijn uitstraling en klimaat te waarderen. Voor de medewerkers is er een kantooromgeving en werkplekinrichting die aan de arbo-eisen voldoet. Installatietechnisch zijn er in 2012 nog wel een aantal stappen te zetten. In bijzonder qua klimaat en toegangsbeveiliging. In 2011 zijn ook de voorbereidingen gestart om invulling te geven aan de ketenbenadering voor het ‘zorgplein’. Het vml. rabokantoor is leeggekomen en de plannen zijn gemaakt. Ook krijgt de invulling van de ruimte volop gestalte. Want het “zorgplein” gaat ook de huisvesting bieden voor IJsselkring. Het Werkbedrijf, waarin UWV, CWI en onze afdeling werk & inkomen samenwerken in de dienstverlening, heeft onderdak gekregen in het kantoor van UWV aan de Terborgseweg. Wel blijkt dat de kantooromgeving zijn beperkingen kent. De ruimte op de 3e verdieping van het werkplein moet gewijzigd worden, wil er een goede en acceptabele kantooromgeving komen. Ook biedt de ruimte geen mogelijkheden meer voor een evt. verdere toename van medewerkers. In 2011 is ook de keuze gemaakt om het kantoor van de afdeling Buha samen met het afvalbrengpunt te gaan moderniseren. Het in 2010 aangekochte aangrenzend pand wordt gerenoveerd en zal huisvesting bieden voor de kantoorfuncties van de afdeling Buha. Het ontwerp en bestek zijn voltooid. In 2012 worden de volgende fasen gestart. Dat moet ertoe leiden dat in 2013 het nieuwe kantoor van Buha in gebruik kan worden genomen. In 2011 is er volop aandacht geweest voor het faciliteren van “het nieuwe werken”. Medewerkers zijn begeleid naar het digitale werken. Ook zijn zij verder vertrouwd gemaakt met procesondersteunende informatiesystemen ten behoeve van het zaakgerichte werken. Informatisering is de pijler onder het "nieuwe werken". Voor medewerkers betekent dit dat er minimale eisen zijn ten aanzien van de digivaardigheid. Hiertoe is in 2011 een heel testprogramma doorlopen en in 2012 wordt een trainingsprogramma verzorgd. Het ínformatiserings- en facilitaire-fundament voor het “nieuwe werken” staat. In de komende jaren gaat de aandacht uit naar de cultuur. Want willen wij slagen als moderne werkgever dan moeten ook de medewerkers en leidinggevenden mee in een cultuurverandering. ICT Wil het Nieuwe Werken slagen dan moeten informatiesystemen de juiste mogelijkheden bieden voor samenwerking. Maar het plaats- en tijdonafhankelijk werken wordt mogelijk maakt door de technische IT-infrastructuur. In 2011 is de 1e fase opgeleverd van deze infrastructuur. In 2012 en en 2013 zullen ook de kantooromgevingen van het Zorgplein, Stadhuisvleugel-west en Havenstraat voorzien worden van de goede werkplekinrichting (werkplek, draadloos netwerk). De 2e fase bestaat uit het moderniseren van de centrale infrastructuur. De centrale software wordt op een zodanig nivo gebracht dat op alle apparaten (vast/draagbaar) de informatie kan worden benaderd. Deze moderne infrastructuur die Doetinchem en Oude IJsselstreek in de afgelopen jaren hebben neergezet heeft ertoe geleid dat ook andere organisaties graag van de dienstverlening gebruik willen maken. O.a. heeft dit ertoe geleid dat de gemeente Aalten van de diensten gebruik gaat maken. Er is hiermee een infrastructuur van ca 1.300 werkplekken ontstaan. Met dit geheel zijn er nu stappen te zetten in de professionalisering en continuiteit. Ook heeft dit geleid tot een organisatorische samenvoeging. Het IT personeel van Oude IJsselstreek, Aalten, Doesburg en Doetinchem wordt samengebracht in 1 organisatieonderdeel bij de afdeling services van de gemeente Doetinchem. Met deze samenvoeging is er een een beter vertrekpunt gekomen voor de toekomstige organisatorische ontwikkelingen.
88
Paragraaf 6
Verbonden partijen
Inleiding De gemeente voert taken uit via zogeheten verbonden partijen. Een verbonden partij is een privaatdan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Indien aan beide criteria wordt voldaan is er sprake van een verbonden partij. Het gaat om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Het bestuurlijk belang wordt uitgedrukt door het hebben van zeggenschap in het beleid van de rechtspersoon door een bestuurszetel of door stemrecht. Van een financieel belang is sprake als de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijt is ingeval de rechtspersoon in financiële problemen komt. Als de financiële relatie uitsluitend bestaat uit inkomens- en/of vermogensoverdrachten (subsidies), is er geen sprake van een financieel belang en dus geen sprake van een verbonden partij. Deze relaties worden niet in deze paragraaf beschreven. Als daartoe vanuit de kaderstellende rol aanleiding is, worden deze relaties direct bij de programma’s beschreven. Als geen sprake is van bestuurlijke zeggenschap wordt de relatie evenmin in deze paragraaf beschreven. Eventuele financiële risico’s worden dan in de paragraaf weerstandsvermogen beschreven. Tenslotte hebben we in twee onderwijsinstellingen een bestuurlijke en toezichthoudende rol. Van een financieel belang is in principe echter geen sprake waardoor ze niet thuis horen in de paragraaf Verbonden partijen. Mochten beide organisaties in financiële problemen komen, dan kan onze gemeente hierop wel aangesproken worden. Daarom vinden wij het belangrijk onze relatie met deze twee organisaties te benoemen. Dat doen we in de paragraaf 6a. Belang van verbonden partijen Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of juist de uitvoering te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Maar vaak zijn ook andere oplossingen mogelijk, zoals bijvoorbeeld het verstrekken van een subsidie aan een private stichting. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeenten in principe ook zelf kunnen (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met verbonden partijen kan oplopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente zal telkens moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeenten voor ogen staat en op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft in het uitvoeren van een taak. Informatie over onze verbonden partijen In deze paragraaf wordt een overzicht gepresenteerd van de verbonden partijen van de gemeente Doetinchem naar aard, waarin per partij kort wordt aangegeven wat het doel van de verbinding is, het bestuurlijk belang, het financieel belang, de risico’s en de actualiteit ten opzichte van betreffende partij. De volgorde sluit aan bij de programma-indeling.
89
Gemeenschappelijke regelingen: Wedeo Programma
1 Werken in een sterke economie, product 6110 werkgelegenheid
Doel
Wedeo heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen te behartigen van de 3 deelnemende gemeenten op het gebied van de sociale werkvoorziening. Onze gemeente heeft de volledige uitvoering van de WSW aan de Wedeo opgedragen.
Partijen
Gemeente: Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen bestuur en Dagelijks bestuur: portefeuillehouder arbeidsmarktbeleid en werkgelegenheid
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage in de bestuurs- en beheerskosten in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 42.000. De rijksbijdrage sociale werkvoorziening afgerond € 10.1 miljoen is volledig doorbetaald aan Wedeo. Daarnaast zijn de incidentele rijksmiddelen € 129.000 bonus begeleidwerken doorbetaald aan Wedeo.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een opheffing van de verbonden partij naar rato van het aantal Wsw-medewerkers van hun gemeente. De verwachte formatie Wsw-medewerkers per 2011 bedraagt vanuit de gemeente Doetinchem 46% van het totaal aantal Wsw-medewerkers.
Actualiteit
Sinds de wijziging van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) per 1 januari 2008 is voor de uitvoering van de Wsw nadrukkelijk de regierol bij de gemeente neergelegd. De gemeenten zijn individueel volledig verantwoordelijk voor de regie op de uitvoering van de Wsw. De deelnemende gemeenten hebben eind 2007 de contouren hiervoor vastgelegd in een kadernota “modernisering Wsw”. Vanaf 2012 verwachten we de doorvoering van een stelselwijziging voor alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De opdracht verbonden aan de Wet werken naar vermogen (Wwnv) is voor gemeenten om opnieuw te kijken naar de onderkant van de arbeidsmarkt en hoe deze groep mensen het best ondersteund kan worden. In deze zoektocht wordt samen met de deelnemende gemeenten de rol en de positie van het Sociaal Werkvoorzieningschap Wedeo heroverwogen.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen van Wedeo. Het gemeente bestuur wordt hierover afzonderlijk geadviseerd Daarnaast vindt verantwoording in het kader van Single informatieon single audit (Sisa) plaats de jaarstukken gD.
90
GGD-Gelre IJssel Programma
3 Zorgen voor meedoen, product 7100 openbare gezondheidszorg
Doel
De GGD wordt in stand gehouden door de 21 gemeenten in de regio’s Noord-Veluwe, Stedendriehoek en Achterhoek– een wettelijke verplichting-, zij hebben daarom zitting in het bestuur. De GGD heeft tot doel uitvoering te geven aan de taken vallend onder de Wet Publieke Gezondheid.
Partijen
Gemeenten uit de Achterhoek, Stedendriehoek en gemeenten van de Noord-Veluwe.
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen bestuur: portefeuillehouder volksgezondheid Dagelijks bestuur: portefeuillehouder volksgezondheid
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage (inwonerbijdrage) in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 786.000
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijkheid voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van de opheffing van de verbonden partij. De geraamde kosten 2011 van de GGD worden gedekt voor ca.: - 70% door gemeentelijke bedragen - 21% door bijdrage van Provincie, derden en Rijk 9% overige bijdragen gemeenten. Per 2011 bedraagt de bijdrage van de gemeente Doetinchem afgerond 7% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen.
Actualiteit
Op 30 juni 2011 heeft het Algemeen Bestuur de begroting 2012 en meerjarenraming 2013-2015 vastgesteld. Daarin is een bezuiniging van 10% op de inwonerbijdrage opgenomen, deze wordt gefaseerd doorgevoerd over de periode 2011-2013. De jaarlijkse loon- en prijsindexering blijft echter gehandhaafd.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen. Het gemeente bestuur wordt hierover afzonderlijk geadviseerd.
91
Recreatieschap Achterhoek Liemers (RAL) Programma
2 Prettig wonen in een wijk of dorp, product 5600 toerisme en recreatie
Doel
Het recreatieschap heeft tot taak de behartiging van het gemeenschappelijk belang van de deelnemende gemeenten voor de ontwikkeling van recreatieve en toeristische mogelijkheden in het gebied, zulks met de bescherming van de natuur en het landschap.
Partijen
Aan het Recreatieschap nemen 13 gemeenten uit de Achterhoek en de Liemers deel, waaronder onze gemeente.
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen bestuur: portefeuillehouder recreatie en toerisme Dagelijks bestuur: niet
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage in de jaarrekening 2011bedraagt afgerond € 119.000 ,-.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van de opheffing van de verbonden partij. De kosten 2011 van de RAL worden gedekt voor: - 60% door gemeentelijke bijdrage; 18% door inkomsten van derden (o.a. parkeergeldheffing,, verhuur en verpachting)
- 22% door inkomsten uit belegde afkoopsommen In 2011 bedroeg de bijdrage van de gemeente Doetinchem afgerond 13% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen. Actualiteit
De kerntaken van het Recreatieschap Achterhoek & Liemers (RAL) worden in 2012 voortgezet. Besloten is te streven naar één organisatie voor toerisme en recreatie in de Achterhoek, eind 2012 is deze organisatie gerealiseerd en operationeel.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen
92
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland ( VNOG) Programma
2 Prettig wonen in een wijk en dorp, product 1200 brandweer
Doel
Iedere gemeente dient deel uit te maken van een van de vijfentwintig veiligheidsregio’s. De taken van een veiligheidsregio liggen op het gebied van de (multidisciplinaire) voorbereiding en bestrijding van de rampen en grote incidenten door de brandweer, de GHOR (geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen), de politie en gemeente. Deze taken zijn verankerd in de Wet veiligheidsregio’s, die op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
Partijen
De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) bestaat uit 22 gemeenten. Deelname in: Algemeen bestuur: De burgemeesters van alle VNOG gemeenten. Dagelijks bestuur: De burgemeester van Doetinchem namens het cluster Brandweer Achterhoek West (BAW) en als portefeuillehouder brandweer.
Bestuurlijk belang
Financieel belang
De inwonerbijdrage in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 635.000,-.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van de opheffing van de verbonden partij. De veiligheidsregio wordt gefinancierd door: - bijdragen van gemeenten ca. € 8 miljoen, 48% - Besluit Doeluitkering Bestrijding Rampen en Zware Ongevallen ( BDUR) vanuit het Rijk ca. € 9,3 miljoen, 52% De gemeentelijke bijdrage 2011 bedroeg afgerond 7% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen.
Actualiteit
De VNOG is opgedeeld in zes clusters, waar Brandweer Achterhoek West (BAW) er een van is. BAW is een voortzetting van het Samenwerkingsverband Brandweer Achterhoek West. Naast gemeente Doetinchem maken ook de gemeenten Bronckhorst, Montferland en Oude IJsselstreek deel uit van BAW. Als zodanig functioneerde BAW al langer, maar het cluster is 1 januari 2011 officieel van start gegaan.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen
93
Cluster Brandweer Achterhoek West (BAW) Programma
2 Prettig wonen in een wijk en dorp, product 1200 brandweer
Doel
BAW is verantwoordelijk voor de brandweerzorg in Achterhoek-West. Deze en andere taken zijn zo lokaal mogelijk ingericht. Vanaf 1 januari 2011 zijn alle onderwerpen gezamenlijk georganiseerd in BAW, onder verantwoordelijkheid van één clustercommandant.
Partijen
De Brandweer Achterhoek West bestaat uit de brandweerkorpsen van de gemeente Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek.
Bestuurlijk belang
De burgemeester van gemeente Doetinchem vormt samen met de burgemeesters van Bronckhorst, Montferland en Oude IJsselstreek de Bestuurscommissie van BAW. Zes keer per jaar komt deze commissie bijeen. De clustercommandant legt verantwoording af aan deze commissie. Een en ander is vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling VNOG 2010 en de Regeling op de Bestuurscommissie Brandweer Achterhoek West. De burgemeester van Doetinchem is voorzitter van de Bestuurscommissie BAW en is afgevaardigde namens BAW in het Dagelijks Bestuur van de VNOG. Daarnaast heeft burgemeester van Doetinchem zitting in het Algemeen Bestuur van de VNOG. De basisbrandweerzorg wordt verzorgd door de Brandweer Achterhoek West. De bijbehorende financiële middelen zijn hiervoor overgedragen aan de VNOG. Conform de bestuurlijke afspraken betaalt de gemeente Doetinchem -samen met de andere gemeenten die de Brandweer Achterhoek West vormen- een inwonerbijdrage van €19,93. Dit is een totaalbedrag van €1.117.000,Daarnaast betaalt de gemeente Doetinchem in 2012 incidenteel nog een aanvullend bedrag van € 289.000,- (€ 5,17 per inwoner). Hiermee is de bijdrage in 2011 en 2012 gelijk aan de bijdrage van voor de clustervorming en heeft het BAW de tijd om efficiency voordelen te kunnen realiseren.
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage BAW 2011 bedraagt afgerond 33% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen. Risico’s
De komende jaren staan in het teken van bezuinigingen. In het voorjaar van 2011 heeft het AB van de VNOG besloten minimaal 10% te bezuinigen. BAW levert haar deel aan de gemeentelijke bezuiniging door in 2013 €74.169,- terug te laten vloeien naar de gemeenten. Daarnaast levert BAW nog een bezuiniging van €75.000,- door een herijking van het materiaalplan. BAW garandeert de huidige brandweerzorg voor hetzelfde geld. In 2013 zal de bijdrage van alle gemeenten €19,93 per inwoner bedragen. Dit komt overeen met het prijsniveau van de gemeente Oude IJsselstreek in 2010, dat het laagste is van de deelnemende gemeenten. Wat andere gemeenten in 2011 en 2012 meer betalen wordt ingezet als veranderkapitaal/frictiekosten en worden de zogenaamde elipsgelden genoemd.
Actualiteit
BAW is 1 januari 20111 officieel van start gegaan. Aan de hand van het Beleidsplan 2011 – 2015 is de koers voor de komende jaren uitgestippeld. BAW heeft negen ambities uitgesproken voor 2015 die zij, ondanks de bezuinigingen, zoveel mogelijk wil verwezenlijken. De ambities variëren van het ondersteunen en faciliteren van de vrijwilligers, onder andere door middel van oefeningen, tot het in kaart brengen van de risico’s van Achterhoek West en het verder investeren in brandveilig leven. Het beleidsplan wordt vertaald in jaarplannen. Verantwoording wordt 94
garandeert de huidige brandweerzorg voor hetzelfde geld. In 2013 zal de bijdrage van alle gemeenten €19,93 per inwoner bedragen. Dit komt overeen met het prijsniveau van de gemeente Oude IJsselstreek in 2010, dat het laagste is van de deelnemende gemeenten. Wat andere gemeenten in 2011 en 2012 meer betalen wordt ingezet als veranderkapitaal/frictiekosten en worden de zogenaamde elipsgelden genoemd. Actualiteit
Rapportages
BAW is 1 januari 20111 officieel van start gegaan. Aan de hand van het Beleidsplan 2011 – 2015 is de koers voor de komende jaren uitgestippeld. BAW heeft negen ambities uitgesproken voor 2015 die zij, ondanks de bezuinigingen, zoveel mogelijk wil verwezenlijken. De ambities variëren van het ondersteunen en faciliteren van de vrijwilligers, onder andere door middel van oefeningen, tot het in kaart brengen van de risico’s van Achterhoek West en het verder investeren in brandveilig leven. Het beleidsplan wordt vertaald in jaarplannen. Verantwoording wordt afgelegd aan de Bestuurscommissie. Daarnaast wordt ook terugkoppeling verzorgd aan de burgemeester van Doetinchem.
95
Regio Achterhoek Programma
Diverse
Doel
Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling werken acht gemeenten in de Achterhoek samen. Vanuit de strategische Agenda Regio Achterhoek wordt samengewerkt aan vier programma’s; duurzame economie, mobiliteit, vrijetijdseconomie en regiomarketing/externe betrekkingen en lobby. Daarnaast voert de Regio een aantal termijngebonden taken uit.
Partijen
De gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Montferland, Oude IJsselstreek en Winterswijk.
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen Bestuur: de burgemeester voorzitter / locoburgemeester lid Dagelijks Bestuur: de burgemeester voorzitter.
Financieel belang
De inwonerbijdrage in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 383.000.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van de verbonden partij.
Actualiteit
Op dit moment is er veel beweging in de regionale samenwerking, zowel wat betreft de strategische agenda als voor het achterhoeks archief. Het achterhoeks archief is met ingang van 1 juli 2011 samengevoegd met het Staring Instituut. Samen vormen zij het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers. Vanaf december 2009 heeft de Regio samen met de andere maatschappelijke partners (bedrijfsleven en instellingen) gewerkt aan het opstellen van een gezamenlijke Achterhoek Agenda 2020. De samenwerking tussen Overheid, Ondernemers en Maatschappelijke Organisatie (de drie O’s) is in 2011 officieel bekrachtigd met de ondertekening van een convenant. Hierna is een proces opgestart om de visie en samenwerking concreet uit te werken. De resultaten hiervan volgen in 2012.
Rapportages
Begroting en jaarrekening/ -verslag worden door de gemeenteraad vastgesteld.
96
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers Programma
2 prettig wonen in een wijk en dorp
Doel
Op grond van een gemeenschappelijke regeling werken gemeenten en provincie samen in het Erfgoed centrum Achterhoek en Liemers. Het Erfgoedcentrum is tot standgekomen door een samenvoeging van het Achterhoeks Archief en het Staring. Het Erfgoedcentrum kent verschillende taken: enerzijds gaat het om archieftaken, anderzijds om de overige erfgoedtaken die in elkaars verlengde liggen en elkaar aanvullen. De archieftaken, die tot 1 juli 2011 uitgevoerd werden door het Streekarchivariaat Achterhoek, vloeien voort uit de Archiefwet – 1995 en vormen een verplichte activiteit voor de deelnemende gemeenten. Naast de wettelijke worden ook andere taken uitgevoerd om als centrum voor cultureel erfgoed te kunnen functioneren zoals documentatie- en onderzoekstaak en de publieksfunctie.
Partijen
De betrokken overheden zijn: - de gemeenten: Aalten, Berkelland, Doetinchem, Oude IJsselstreek, Oost Gelre, Montferland, Winterswijk, Bronckhorst (taken en activiteiten voormalig Streekarchivariaat en de taken van voormalige Stichting Staring Instituut) ; - de gemeenten: Doesburg, Rijnwaarden, Lochem, Zutphen, Westervoort, Zevenaar, Duiven; de provincie Gelderland (de taken van de voormalige Stichting Staring Instituut).
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen Bestuur: portefeuillehouder cultuur Dagelijks Bestuur: portefeuillehouder cultuur (plv. voorzitter).
Financieel belang
De inwonerbijdrage in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 86.000.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van de verbonden partij.
Actualiteit
De definitieve besluitvorming door de gemeenteraden is op 1 juli 2011 notarieel beklonken. Inmiddels hebben de oprichtingsvergaderingen van AB en DB plaatsgevonden en is een algemeen directeur benoemd. De verhuizing naar ’t Brewinc is achter de rug.
Rapportages
Begroting en jaarrekening/ -verslag
97
Vennootschappen Amphion NV Programma
2 Prettig wonen in een wijk en dorp, product 5400 Kunstzinnige vorming
Doel
Het in stand houden van een cultureel centrum in de gemeente Doetinchem ter bevordering van het culturele leven in oostelijk Gelderland.
Partijen
Gemeente Doetinchem, gemeente Aalten, gemeente Bronkhorst en de gemeente Oude IJsselstreek.
Bestuurlijk belang Deelname in: Raad van Commissarissen: geen bestuurders van aandeelhoudende gemeenten Algemene Vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder Cultuur, vertegenwoordiger van de gemeente Doetinchem Financieel belang
De lasten in de jaarrekening 2011 bedragen per saldo afgerond € 1.900.000. De boekwaarde van 461 aandelen Amphion bedraagt € 209.192 De aandelen in % van de deelneming ca. 75%.
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille.
Actualiteit
Voor het nieuwe Amphion wordt overgestapt naar budgetfinanciering. Uit de boekjaren 2010 en 2011 worden de gegevens verzameld om met ingang van 2012, wanneer een volledig ervaringsjaar beschikbaar is van de nieuwbouw exploitatie, over te schakelen op budgetfinanciering. In 2011 zijn de statuten aangepast waardoor het bestuurlijk belang wijzigt. De leden van de raad van commissarissen zullen dan niet meer door de gemeentebesturen van de aandeelhouders worden geleverd.
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen.
98
BNG Programma
8 Goed omgaan met minder geld, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategische doelstelling van de bank is het behoud van substantiële marktaandelen in het Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk rendement voor de aandeelhouders. Voorwaardenscheppend hiervoor zijn het handhaven van de excellente kredietwaardigheid, het behoud van een scherpe inkooppositie en een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering.
Partijen
De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is van gemeenten, provincies en hoogheemraadschap.
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 144.000,-. De boekwaarde van 62.634 aandelen BNG à € 2,50 bedraagt € 156.585 De aandelen in % van de deelneming 0,11%.
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting.
Actualiteit
De strategie van de BNG blijft erop gericht mee te groeien met de veranderende behoeften bij haar klanten. De BNG wil haar sterke marktpositie behouden en de relatie met haar klanten bestendigen en waar mogelijk versterken. De klanten van de bank zijn voornamelijk overheden of aan overheid gelieerde instellingen. BNG ziet de resultaatontwikkeling met vertrouwen tegemoet. In het halfjaarbericht 2011 wordt over 2011 een hoger renteresultaat verwacht dan in 2010. Het dividend 2011 wordt in 2012 uitbetaald.
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen.
99
Alliander Programma
8 Goed omgaan met minder geld, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
Het netwerkbedrijf Alliander is verantwoordelijk voor een groot deel van de energieleidingen in Nederland. Haar kernactiviteit is het aansluiten van klanten op de energienetwerken en het distribueren van gas en elektriciteit. Deze taken zijn wettelijk bepaald omdat onze maatschappij sterk afhankelijk is van een betrouwbare aanvoer van energie.
Partijen
De grootste aandeelhouders van Alliander zijn de provincies Gelderland en Noord-Holland, BV houdstermaatschappij Falcon en de gemeente Amsterdam. Zij houden gezamenlijk ruim driekwart van de aandelen Nuon in bezit. Het overige deel wordt gehouden door 55 andere gemeentelijke aandeelhouders.
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen. Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 463.000,De boekwaarde van 787.348 aandelen Nuon bedraagt € 49.068,-. De aandelen in % van de deelneming 0,58%.
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting.
Actualiteit
De komende jaren zullen de investeringen in de netten hoger zijn dan voorgaande jaren. Dit vind Alliander nodig omdat zij de veiligheid en kwaliteit van onze infrastructuur op hoog niveau wil houden en om de netten voor te bereiden op duurzame ontwikkelingen.
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen.
100
Vitens Vitens Programma Programma Doel Doel
8 Goed omgaan met minder geld, product 9130 beleggingen en deelnemingen. 8 Goed omgaan met minder geld, product 9130 beleggingen en deelnemingen. Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert drinkwater Vitens het grootste vanprovincies Nederland en levertFriesland, drinkwater aan 5,4ismiljoen mensendrinkwaterbedrijf en bedrijven in de Flevoland, aan 5,4 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland. Noord-Holland. De aandeelhouders van Vitens ondersteunen de maatschappelijke De aandeelhouders van Vitens ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede) verantwoordelijkheid voor gezondheid doelstellingen van Vitens, met (mede) verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Voor de aandeelhouders wil zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Voor de aandeelhouders Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend wil Vitens een krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bijfinancieel een gezonde solvabiliteit. uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.
Partijen Partijen Bestuurlijk belang Bestuurlijk belang
114 aandeelhouders bestaande uit gemeenten en regionale overheden 114 aandeelhouders bestaande uit gemeenten en regionale overheden Deelname in: Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen
Financieel belang Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2011bedraagt afgerond € 157.000,-. Het dividend in de jaarrekening 2011bedraagt afgerond € 157.000,-. De boekwaarde van 58.752 aandelen Vitens bedraagt € 58.752. De aandelen boekwaarde aandelen 1,170%. Vitens bedraagt € 58.752. De in %van van58.752 de deelneming De aandelen in % van de deelneming 1,170%.
Risico’s Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale Financieel bij een eventuele liquidatie is verliesbedrag van maximaal de nominale waarde vanrisico de aandelenportefeuille en het begrote aan dividend in onze waarde van de aandelenportefeuille en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. begroting. Actualiteit/beleids De Waterleidingwet is vervangen door de Drinkwaterwet; de Eerste Kamer Actualiteit/beleids heeft De Waterleidingwet is vervangen doornieuwe de Drinkwaterwet; de Eerste Kamer voornemens in juli 2009 ingestemd met deze Drinkwaterwet. voornemens heeftde in nieuwe juli 2009Drinkwaterwet ingestemd metwordt deze nieuwe Drinkwaterwet. Met een verbeterd en stevig wettelijk Met de nieuwe Drinkwaterwet wordtveiligstelling een verbeterd wettelijk fundament gelegd voor de duurzame van en de stevig watervoorziening. fundament gelegd voor de duurzame veiligstelling van de watervoorziening. Zowel voor het dividend als voor het eigen vermogen van de Zowel voor het dividend als normen voor hetworden eigen vermogen vanBovendien de waterleidingbedrijven zullen vastgelegd. komen er waterleidingbedrijven zullen normen worden vastgelegd. Bovendien komen wettelijke regels voor het berekenen van het drinkwatertarief. Verder zal deer wettelijke regels voor hetoordeel berekenen van vellen het drinkwatertarief. Verder zal van de minister van VROM een kunnen over voorgenomen fusies minister van VROM een oordeel kunnen vellen over voorgenomen fusies van drinkwaterbedrijven. Overtreding van die regels kan de drinkwaterbedrijven drinkwaterbedrijven. van die te regels kan de drinkwaterbedrijven op een aanwijzing vanOvertreding de minister komen staan. op een aanwijzing van de minister komen te staan. Tevens is Vitens nauw betrokken bij de ontwikkelingen die te maken hebben Tevens is Vitens nauwgebieden betrokken bij dedeontwikkelingen die te maken hebben met de Natura-2000 en met Europese Kaderrichtlijn Water, met de Natura-2000 gebieden en met de Europese Kaderrichtlijn Water, inzake de beschikbaarheid en kwaliteit van het water als grondstof voor inzake de beschikbaarheid vandehet water als grondstofopvoor drinkwater, dit om ervoor en te kwaliteit zorgen dat drinkwatervoorraad de lange drinkwater, dit om ervoor te zorgen dat de drinkwatervoorraad op de lange termijn veilig gesteld kan worden. termijn veiligingesteld kan de worden. Vitens heeft 2011 met provincie Gelderland een aanvullende Vitens heeft in 2011 met de provincie Gelderland een aanvullende overeenkomst Duurzame Drinkwatervoorziening Gelderland 2008-2015 overeenkomst Duurzame Drinkwatervoorziening Gelderland 2008-2015 gesloten. In deze overeenkomst staan de maatregelen die Vitens tot en met gesloten. In deze overeenkomst staan de maatregelen die Vitens tot 2015 zal nemen om tot een reductie van de vergunningsruimte voor en hetmet 2015 zal nemen om tot een reductie van de vergunningsruimte voor het onttrekken van grondwater te komen. Deze maatregelen vloeien voort uit het onttrekken te verdroging komen. Deze vloeien voort uit het beleid voor van het grondwater tegengaan van en maatregelen de bescherming van het beleid voor het tegengaan van verdroging en de bescherming van het grondwater. Voor de gemeente Doetinchem betekent dit dat de vergunning grondwater. Voor de gemeente betekent dit dat de vergunning voor drinkwaterpompstation de Doetinchem Pol op termijn zal worden aangepast. voor drinkwaterpompstation de Pol op termijn zal worden aangepast. Rapportages Begroting, tussentijdse rapportages, jaarverslag. Rapportages Begroting, tussentijdse rapportages, jaarverslag.
101
Sportcentrum Rozengaarde b.v. Programma
2 Prettig wonen in een wijk en dorp, product 5302 sport en 5304 sport, zwemmen
Doel
Op 1 januari 2009 is Sportcentrum Rozengaarde bv opgericht. Met het oprichten van de besloten vennootschap wordt beoogd een flexibeler geëxploiteerd Sportcentrum Rozengaarde neer te zetten. Rozengaarde bv wil een sportcentrum zijn dat een vorm van sociale recreatie en maatschappelijke dienstverlening combineert binnen een gebouw. Een sportcentrum dat verschillende marktgroepen bedient met een kwalitatief goed product en daarmee een belangrijke bijdrage levert aan het sociale leefmilieu in Doetinchem en omstreken.
Partijen
De gemeente Doetinchem is 100% aandeelhouder.
Bestuurlijk belang Enig bestuurder is de directeur bedrijfsvoering van de gemeente Doetinchem. Financieel belang
De bijdrage de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 1.349.000. De boekwaarde van de 1.800 aandelen Sportcentrum Rozengaarde bedraagt € 18.000.
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille. De aan Rozengaarde verstrekte lening is gekoppeld aan de boekwaarde van de activa, waarvoor de lening is verstrekt.
Actualiteit/beleids Voor de komende periode wil Rozengaarde de belevingswaarde voor de voornemens bezoekers van het Sportcentrum vergroten door gerichte investeringen die het verblijf voor bezoekers (en het personeel) veraangenamen, contacten met de huidige bezoekers vergemakkelijken en nieuwe bezoekers beter bereiken. Hiervoor zal worden geïnvesteerd in het zwembad, klimaatbeheersing, attractiviteit en verblijfsmogelijkheden. Daarbij gaat extra aandacht uit naar de kwaliteit van de uitvoering en duurzaamheid. Dit laatste veelal in de vorm van energiebesparende maatregelen. In 2011 is de eerste fase, bouw van het kleuterbad, aanpassing van de horeca en 2e glijbaan, uitgevoerd. In de tweede fase wordt mede ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen. Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportages, jaarverslag.
102
GEM Hamburgerbroek Noord Programma
5 wonen en ruimte om je heen, product 8300 bouwgrondexploitaties.
Doel
De ontwikkeling en realisatie van het project Hamburgerbroek; Intermeco en Oude IJsseloevers door middel van een Grondexploitatiemaatschappij (GEM). De GEM is verantwoordelijk voor het in exploitatie brengen van gronden in het exploitatiegebied en de uitgifte van bouwrijp gemaakte kavels aan ontwikkelaar.
Partijen
Gemeente Doetinchem en Kondor Wessels Projecten BV (KWP)
Bestuurlijk belang
Gemeente is voor 50% aandeelhouder in de GEM. Algemene Vergadering van Aandeelhouders: portefeuillehouder Ruimtelijke ontwikkeling als vertegenwoordiger van de gemeente Doetinchem.
Financieel belang
Gemeente neemt voor 50% deel in risico en resultaatverdeling van de grondexploitatie. De gemeente en KWP zijn ieder voor 50% aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een voortijdig opheffing van de GEM.
Risico’s
De gemeente is voor 50% verantwoordelijk voor een tegenvallend resultaat op de grondexploitatie.
Actualiteit/ In juni 2011heeft de raad ingestemd met een herziene samenwerkingsbeleidsvoornemens overeenkomst tussen gemeente en KWP. Er zijn afspraken gemaakt over gedeeltelijke deelname in de opstalontwikkeling, inbreng Eigen Vermogen, eerder inbrengen van gronden, financiering en garanties. Rapportages
Jaarlijks verslag omtrent de zaken van de vennootschap en gevoerde bestuur. Jaarrekening. Jaarlijkse actualisatie grondexploitatie waarin de financiële stand van zaken van de GEM en het aandeel van de gemeente daarin worden toegelicht.
103
Stichtingen Stichting Centrum Natuur en Milieu Educatie “Doetinchem en Omstreken” Programma
5 Wonen en ruimte om je heen, product 7230 milieubeheer
Doel
Het primair onderwijs in de gemeente Doetinchem voorzien van Natuur- en Milieueducatie (NME)
Partijen
De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude-IJsselstreek.
Bestuurlijk belang
Jaarlijks vindt bestuurlijk overleg plaats. De portefeuillehouder natuur en landschap neemt hier aan deel.
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage in de jaarrekening 2011 bedraagt afgerond € 107.000,-.
Risico’s
De gemeente Doetinchem is een budgetovereenkomst Natuur- en MilieuEducatie aangegaan voor 4 jaar en eindigt op 31 december 2012. De overeenkomst wordt telkens stilzwijgend verlengd voor een periode van vier jaar, tenzij een van de ondertekenende partijen tenminste 18 maanden voor het eind van de periode schriftelijk opzegt. Indien één van de partijen voornemens is de budgetovereenkomst te ontbinden, geldt een overgangstermijn van 18 maanden. Per 2011 bedraagt de bijdrage van de gemeente Doetinchem afgerond 33% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen.
Actualiteit/ Voor het schooljaar 2010-2011 is als speerpunt “Klimaat en Energie” gekozen beleidsvoornemens en voor het schooljaar 2011-2012 is als speerpunt "Afval" gekozen. In de lessen zal extra aandacht aan dit thema worden besteed. De raad van de gemeente Doetinchem heeft ingestemd met het ombuigingsvoorstel om de gemeentelijke bijdrage aan het NME met ingang van 1 januari 2014 stop te zetten. De budgetovereenkomst is inmiddels opgezegd. Rapportages
Begroting en jaarverslagen.
104
Paragraaf 6a
Onderwijsinstellingen met toezicht
In paragraaf 6 Verbonden partijen, beschrijven we organisaties waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Daarnaast heeft gemeente Doetinchem in nog twee organisaties een bestuurlijke en toezichthoudende rol. Van een financieel belang is in principe echter geen sprake waardoor ze niet thuis horen in de paragraaf Verbonden partijen. Mochten beide organisaties in financiële problemen komen, dan kan onze gemeente hierop wel aangesproken worden. Daarom vinden wij het belangrijk onze relatie met deze twee organisaties te benoemen en kiezen we ervoor ze op te nemen in deze paragraaf 6a. Gemeenschappelijke regeling Stichting IJsselgraaf Programma
4 Opgroeien en je talenten ontwikkelen
Doel
De Gemeenschappelijke regeling openbaar primair onderwijs IJsselgraaf coördineert en oefent de bevoegdheden van de raad uit als bedoeld in artikel 48 WPO, alsmede in de statuten van de stichting IJsselgraaf, met uitzondering van het goedkeuren van voorgenomen statutenwijzigingen, het vaststellen van ernstige taakverwaarlozing en het in verband daarmee nemen van maatregelen, het opheffen van de scho(o)l(en) en het ontbinden van de stichting.
Partijen
De gemeenten Bronkhorst, Doetinchem en Doesburg
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemeen bestuur: portefeuillehouder onderwijs Financieel belang
Geen
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het schoolbestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zonodig de stichting te ontbinden. De mogelijke financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van het schoolbestuur komen dan in principe voor rekening van de deelnemende gemeenten. Het openbaar onderwijs wordt gefinancierd door de rijksoverheid.
Actualiteit
Bij IJsselgraaf hebben de drie deelnemende gemeenten de vormgeving van het toezicht kritisch bekeken. Om de samenwerking tussen de partijen goed te borgen en slagvaardiger te kunnen handelen binnen een juridisch kader is besloten tot de instelling van een gemeenschappelijke regeling Openbaar Primair Onderwijs.
Rapportages
Begroting, jaarrekening en jaarverslag van de Stichting IJsselgraaf
105
Stichting Achterhoek VO Programma
4 Opgroeien en je talenten ontwikkelen
Doel
Het toezicht vanuit de grondwettelijke positie van het openbaar onderwijs uitoefenen en de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs bewaken overeenkomstig de bepalingen in de wet en de statuten van de stichting.
Partijen
De gemeenten Zutphen, Berkelland, Winterswijk en Doetinchem
Bestuurlijk belang Deelname in het overlegorgaan: portefeuillehouder onderwijs Financieel belang
Geen
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het schoolbestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zonodig de stichting te ontbinden. De mogelijke financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van het schoolbestuur komen dan in principe voor rekening van de deelnemende gemeenten. Het openbaar onderwijs wordt gefinancierd door de rijksoverheid.
Actualiteit
Stichting Achterhoek VO is ontstaan uit een bestuurlijke fusie tussen COVOA en Orchidee Scholengroep.
Rapportages
Begroting, jaarrekening en jaarverslag van de Stichting Orchidee Scholengroep
1
106
Paragraaf 7: Grondbeleid 1. Inleiding Bij de gemeentebegroting vormt de paragraaf Grondbeleid het beleidsmatige kader van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Doetinchem. Voor het grondbeleid en de spelregels verwijzen we naar de begroting. Hier geven we nu een korte samenvatting. Zo zijn we van een overwegend actief grondbeleid in de afgelopen decennia naar een passief/faciliterend grondbeleid gegaan. En hebben we spelregels gemaakt die leiden tot een betere beheersing en voorzien in een bescherming tegen grote financiële risico’s. Het voorzichtigheidsprincipe is de grote drager van de spelregels, maar biedt wel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. De ruimtelijke ontwikkelingen worden financieel vertaald in grondexploitaties en exploitatieovereenkomsten. Jaarlijks worden deze grondexploitaties geactualiseerd. Bij deze laatste actualisatie in juni 2011 zijn geen kredieten verstrekt omdat de raad eerst geïnformeerd wilde worden over het A18 bedrijvenpark. Die informatie is verstrekt en vervolgens zijn de kredieten in opvolgende maanden op basis van de vastgestelde grondexploitaties toegekend. Het afgelopen jaar zijn er verder geen grondexploitaties geopend. In onderstaande hoofdstukken gaan we in op de ontwikkelingen van het jaar 2011, het resultaat van de bouwgrondexploitaties 2011, de financiële omvang van de grondexploitaties, de kredieten en het weerstandvermogen met als onderdeel de risico’s. 2.
Samenvatting
De jaarrekening geeft een bruto resultaat op de grondexploitatie van € 14,8 mln. negatief, waarvan de reguliere jaarrekening grondexploitaties een positief resultaat van € 0,2 mln. geeft. Het bruto resultaat wordt voornamelijk bepaald door de verslaggevingstechnische voorschriften (BBV). Op basis van deze voorschriften zijn we genoodzaakt om bij de jaarrekening een voorziening te treffen. Dit gaat ten laste van de spaarbedragen die zijn opgenomen in onze algemene reserve, of te wel de zogenoemde spaarrisicoreserve zoals vastgesteld in de Voorjaarsnota 2011 en begroting 2012 van € 29 mln (netto contante waarde). Inhoudelijk is dit gebaseerd op de taskforce rapportage woningbouw uit 2012 zoals aan de gemeenteraad aangeboden in april 2012. Als gevolg van de verslaggevingsvoorschriften is het noodzakelijk om reeds bij het opmaken van de jaarrekening 2011, in maart van 2012, te bepalen welke voorzieningen getroffen moeten worden ten behoeve van toekomstige verliezen. De bestuurlijke besluitvorming over de taskforcerapportage kan dus niet afgewacht worden. In de Taskforcerapportage van april 2012 wordt aangegeven welke voorziening getroffen moet worden. Deze voorziening is dus geen aanvullend bedrag, maar vormt een onderdeel van het totale spaarbedrag (de spaarrisicoreserve) die wordt opgebouwd in meerjarig perspectief en waartoe vorig jaar is besloten door uw raad. Deze rapportage geeft aan dat we een voorziening moeten treffen van € 15 mln. voor het verwachte nadelig resultaat op de woningbouwprojecten. Tevens moeten we als gevolg van een terugloop van het aantal woningbouwprojecten voor het verlies op de omzettaakstelling van € 2,4 mln. een bestemmingsreserve instellen. Dit laatste, de instelling van een bestemmingreserve, zal bij de bestemming van het rekeningsresultaat worden voorgesteld. Het bedrag van € 2,4 mln mag om verslaggevingtechnische redenen geen voorziening worden. Dit brengt overigens geen inhoudelijke verandering in meerjarig perspectief met zich mee, het sparen van de € 29 mln. voor het risico op de woningbouwprojecten (spaarrisicoreserve) wordt voorgezet, alleen zullen de jaarlijkse spaarbedragen wijzigen, omdat nu bij de jaarrekening reeds een voorziening getroffen wordt. In de voorjaarsnota van 2012 komen we hier nader op terug. Voorziening taskforce In de taskforcerapportage 2012, hebben wij een verdere verdiepingsslag gemaakt op de te sparen € 29 mln naar de afzonderlijke grondexploitaties/projecten. Op basis van deze verdiepingsslag waarvan de onderbouwing wordt gegeven in de taskforcerapportage 2012 maken we nu een onderscheid tussen ten eerste een “hard verlies” waarvoor je een voorziening moet treffen van € 15 mln. 107
Een hard verlies wil feitelijk zeggen, dat wat je ook nog bijstuurt, kiest of beslist, dit verlies zich hoe dan ook zal voordoen voor dat bedrag. Het wil niet zeggen dat exact de uitkomsten op projectniveau nu al te voorspellen zijn of vaststaan. Het blijft een prognose op basis van scenario’s en de financiële bandbreedte daartussen per project. Het betreft dan ook een voorziening voor het totaal van de woningbouwprojecten. Ten tweede hebben we een “zacht” verlies, waar er dus nog sturing mogelijk is en waar keuzes nog leiden tot andere uitkomsten. Voor dit zachte verlies hoeven we nu conform de verslaggevingsvoorschriften nog geen voorziening te treffen. Voor dit zachte verlies blijft het uitgangspunt dat we hiervoor sparen in meerjarig perspectief. Dat is dus eigenlijk het restantbedrag van de € 29 mln na aftrek van de voorziening die nu getroffen wordt en na aftrek van de bestemmingsreserve die wordt gevormd (per saldo € 29mln minus € 15 mln. minus € 2,4 mln = € 11,6 mln). Bij de volgende jaarrekening zal de omvang weer beoordeeld worden en verantwoording hierover plaatsvinden alsmede bijstelling waar nodig. Bij elke jaarrekening zullen wij het niveau van de voorziening Taskforce, de reserve grondexploitaties, de overige voorzieningen en het restant spaarbedrag voor de spaarrisicoreserve moeten beoordelen. De accountant zal dit jaarlijks ook toetsen. Voor een verdere toelichting verwijzen we naar de toelichting in paragraaf 2 weerstandvermogen. Samenvattende analyse van het resultaat: toch ook een lichtpuntje? Het positieve reguliere resultaat ad € 0,2 mln. wordt veroorzaakt door de winstneming van enkele projecten ad € 1,8 mln. en het nemen van een verlies door de afwaardering van de strategische gronden € 0,7 mln. en het treffen van aanvullende voorzieningen ca € 0,9 mln. Tegenover dit reguliere resultaat staat nog een nadelig effect van € 15 mln. voor het treffen van de aanvullende voorziening Taskforce voor de woningbouwprojecten. De reserve grondexploitaties blijft ongeveer op het niveau van vorig jaar, per saldo € 7,2 mln. Voor de verwachte negatieve grondexploitaties hebben we voorzieningen getroffen, de hoogte bedraagt € 13,2 mln.,welke is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties in 2011 en een aanvullende voorziening voor de Taskforce van € 15 mln., dus per saldo € 28,2. mln. Over de jaarrekening kunnen we het volgende nog melden. Voor het eerst in jaren verminderd de boekwaarde met een bedrag van € 4,5 mln. naar een niveau van € 80,2 mln. Dit komt door de winstneming van enkele projecten € 1,8 mln. en de investeringen die lager zijn dan de opbrengsten, per saldo € 2,7 mln. Ondanks de recessie signaleren we toch een grondopbrengst van € 15,7 mln, misschien is dat toch een lichtpuntje. Volgens de prognose zou de boekwaarde in het jaar 2011 afnemen en dat is gebeurd. Hoewel we een verdere reductie van de boekwaarde hadden verwacht. Met name de grondverkopen van de Vijverberg zuid, Iseldoks, Ruimzicht, Wijnbergen het Oosten en het bedrijventerrein Wijnbergen bleven achter ten opzichte van de raming . Gelukkig hebben we deze derving van inkomsten voor een belangrijk deel kunnen compenseren, door een terughoudend beleid ten aanzien van de investeringen. Risicoreductie prioriteit De gemeentebrede bewustwording van de economische situatie in relatie tot onze grondpositie dragen bij aan het nemen van maatregelen voor risicoreductie. Met de volgende opsomming wordt dat duidelijk: • regionale woningbouw afspraken, • samenwerking met Site, • prioriteitstelling van projecten, stoppen van projecten, vermindering planvoorraad, • terughoudend t.a.v. nieuwe initiatieven, • terughoudend bij voorinvesteringen, • nieuwe waarde bepaling voor strategische gronden, • kortere looptijden van projecten en • de projectstrategieën. Dit laatste is van essentieel belang om wel overwogen de kansen te benutten die zich voordoen. Er is nog geen herstel van de economie. De komende jaren zal het accent liggen op het bijsturen van de totale woningbouw in de stad. Dit alles kent wel een financieel plaatje zoals hierboven al uitgebreid beschreven. 108
A18 bedrijvenpark Naast de woningbouw kent de gemeente ook nog de ontwikkelingen van het A18 bedrijvenpark. De voorinvesteringen, met name de grondverwerving van de 1e fase en 2e fase bedragen ca € 33 mln. Met de gronduitgifte moet het geld weer worden terugverdiend. Hoewel de investeringen en opbrengsten van het afgelopen jaar wel passen binnen de ramingen (fasering), zijn de signalen (recessie/ krimp/concurrentie) niet rooskleurig. Ook is er nog geen zekerheid van de ontwikkeling van het Ebt Montferland en de afname van gronden door de deelnemende gemeenten. Het financiële risico van de ontwikkeling van het A18 bedrijvenpark wordt gedeeld met omliggende gemeenten. Komend jaar zal er extra aandacht komen hoe om te gaan met het financiële risico. Een en ander zal via de stuurgroep en in samenwerking met de deelnemende gemeenten tot stand moeten komen. 3.
Ontwikkelingen 2011
Taskforce De gemeente Doetinchem heeft direct bij aanvang van de economische crisis een gemeentelijke Taskforce ingesteld. Deze werkgroep heeft de raad het afgelopen jaar twee keer geïnformeerd om tot risico reductie te komen. De rapportages van het afgelopen jaar behelsde een strategische herijking van de projecten van de woningbouw in de dorpen. Ook signaleerde de werkgroep de ontwikkelingen in het woonzorgsegment, zoals het omzetten van woningen van extramuraal naar intramuraal en adviseerde een nader onderzoek. Daarnaast zullen de stimuleringgelden voor Goedkope woningbouw worden ingezet voor het project Vijverberg. Ook heeft de werkgroep geadviseerd om een bedrag van € 29 mln (ncw) te sparen voor toekomstige verliezen. De financiële crisis noopt niet alleen Doetinchem maar alle gemeenten in Nederland tot maatregelen om hun financiële positie op orde te brengen. Voor 8% van de gemeenten dreigt de artikel-12-status. Die gemeenten komen dan onder curatele van het Rijk te staan. Het trage herstel van de economie dwingt tot verdere prioritering van projecten en aanscherping van de project strategieën. In de taskforcerapportage van april 2012 wordt een voorstel gedaan hoe we het eerste deel van de € 29 miljoen zullen inzetten. Het doel daarbij is: • Komen tot een kleinere planvoorraad • Een beter op de markt afgestemd woningbouwprogramma • Onze verliezen op de grondexploitaties beperken Voor enkele particuliere ontwikkelingen schatten we de kans klein, dat de ontwikkelaars de grond van de gemeente afneemt en/of bijdragen in de plankosten/ bovenwijkse fonds zullen geven. Het blijven investeren dan wel rente bijschrijven verhogen de boekwaarden en daardoor zullen de verliezen verder oplopen. Om dat te beperken zullen we enkele projecten boekhoudkundig saneren. Voor enkele gemeentelijke projecten verwachten we een langere looptijd nodig te hebben om het project succesvol af te ronden. Bij de eerste volgende actualisatie van de grondexploitaties zullen we dit per project inzichtelijk maken. En voor enkele projecten is, gelet op het woonprogramma aanbod, herprogrammering noodzakelijk om deze projecten vlot te trekken dan wel af te ronden. Voor de herprogrammering is er een afhankelijkheid van de mogelijkheden binnen die gebieden maar ook de bereidheid van de samenwerkingspartners. Uit de analyse en de rapportage blijkt dat de raming van het spaarrisicobedrag van € 29 mln nog steeds voldoet om, op basis van de huidige kennis van zaken, de toekomstige te verwachten nadelen op de woningbouwprojecten op te vangen. In meerjarig perspectief is zoals bekend de opbouw van de spaarbedrag verwerkt als afroming van de algemene reserve (zie begroting 2012). Verslaggevingtechnische vertaling Uit de rapportage blijkt dat we nu bedrag van € 17,4 mln. nodig hebben. Dit bedrag is opgebouwd uit € 15 mln. direct gerelateerd aan de boekhoudkundige saneringen en een verslechtering van de resultaten op enkele woningbouwprojecten als gevolg van een langere fasering en herprogrammering. En € 2.4 mln. voor het verwachte verlies op de omzettaakstelling. Dit laatst genoemde nadeel zal 109
ontstaan door de afvloeiing van vast personeel en reductie van overheadkosten de komende jaren, hetgeen niet helemaal gelijk op zal lopen met het teruglopen van werk(het verlies aan omzet). Verantwoording technisch moeten deze twee bedragen afzonderlijk beschouwd worden. Het bedrag van € 15 mln. is een voorziening welke in mindering wordt gebracht op de voorraden, onderdeel ‘onderhanden werk’ en het bedrag € 2,4 mln. is feitelijk een bestemmingsreserve. Het instellen van een reserve is een bevoegdheid van de raad. We stellen voor om de spaarrisicoreserve te verlagen met € 2,4 mln. en een bestemmingsreserve voor het verlies op de omzettaakstelling van € 2.4 mln. in te stellen. Voor dit laatste onderdeel verwijzen we naar het voorstel van bestemming van het rekeningsresultaat. Het programma De gemeente Doetinchem is hard aan het werk om haar regionale taakstelling te kunnen behouden en ook in de toekomst een vitale centrumgemeente te kunnen zijn. De afgelopen jaren is flink geïnvesteerd in het centrum. Uitbreiding winkelcentrum aan de Burg. van Nispenstraat, de aanleg van de Ruimzichtlaan, een nieuwe schouwburg, twee parkeergarages en het regionale bedrijventerrein zijn hiervan de belangrijkste exponent. Daarnaast wordt een grote variatie aan woningbouwprojecten op de markt gebracht in Doetinchem, Wehl en Gaanderen. Wehl en Gaanderen kennen daarnaast hun eigen centrumontwikkelingen. Doetinchem kent zowel uitbreiding (Wijnbergen het MiddenWesten, Vijverberg Zuid) als herstructurering (Oosseld), daarnaast zijn veel gebieden in transformatie waarbij oude functies verdwijnen en nieuwe in de plaats komen (Hamburgerbroek, Veemarkt, Lookwartier,Heelweg). Een planvoorraad van ca 2000-2500 woningen voor de komende 10 jaar zou toereikend moeten zijn. Voor het bedrijventerrein is het de bedoeling om ca 55 ha in de komende 10 jaar (1e fase) te ontwikkeling en daarna nog eens 29 ha (2e fase) Hieronder geven we aan hoeveel grond er het afgelopen jaar is verkocht: • Bedrijven 7615 m2 • A18 bedrijvenpark 41261 m2 • Voor kantoren 3010 m2 • Voor woningbouw 31132 m2 Bijzondere bebouwing 3684 m2 (Turk Cultureel Centrum en vml postkantoor) Woningmarktontwikkelingen De crisis in de reële economie heeft voor de Doetinchemse woningmarkt aan de vraagzijde op dit moment de volgende gevolgen: • Stagnerende verkoop op de nieuwbouwmarkt, • Bestaande woningen die langer te koop staan, • Woningprijzen die onder druk staan. Voor de lange termijn wordt de betaalbaarheid van woningen als belangrijkste knelpunt gezien. De aanbodzijde van de Doetinchemse woningmarkt vertoont de volgende kenmerken: • Een boeggolf van geplande woningen (afhankelijkheid marktwerking), • Een aanbod aan woningen dat de behoefte voor de komende 10 jaar overstijgt, • Groot aantal woningen in relatie tot de krimp • Regionaal is er sprake van overaanbod en concurrentie tussen gemeenten. Daarnaast zorgt de recessie -de toenemende risico’s in de opbrengstensfeer en beperking in de financieringsmogelijkheden- ervoor dat ontwikkelaars en corporaties minder speelruimte hebben ter realisering van vastgoed. Voor de gemeente geldt dat door de stagnatie van projecten de onzekerheden, lees risico’s, rondom de grondexploitaties toenemen. De herijking van de planvoorraad is in gang gezet waaronder ook nader afspraken met de regio gemeenten. De afgelopen twee jaar hebben we de planvoorraad van ca 3900 woningen terug gebracht naar ca 3000 woning en zal nog verder worden teruggebracht.
110
Ontwikkelingen in Grondexploitaties In totaal zijn voor 28 gebieden grondexploitaties actief, inclusief exploitatieovereenkomsten. Waarvan er dit jaar 4 zijn afgesloten. Het totaalresultaat van de door de raad vastgestelde 28 grondexploitaties bedraagt in totaal € 6,3 mln. negatief NCW 2011. Hierbij merken we op dat bij deze presentatie de tussentijdse winstnemingen niet worden vermeld. In het verleden zijn tussentijdse winstnemingen geweest van Dichteren en Verheulsweide TC voor een bedrag van €11,8 mln. Het afgelopen jaar zijn de opbrengsten ad € 24,6 en de investeringen ad € 22,5 mln. Samen met de afsluiting van enkele projecten ad € 1.8 mln. en de afwaardering van strategische gronden € 0,7mln. daalt de boekwaarde van de bouwgrondexploitaties met € 4,5 mln. en bedraagt de boekwaarde op 31 december 2011 € 80,2 mln. Dit bedrag zal terugverdiend moeten worden door de grondverkopen. Gelet op een opbrengstportefeuille voor de gronden van € 139 mln. zal een commerciële benadering van verkoop en acquisitie komende jaren extra aandacht behoeven. Eventuele programmatische en stedenbouwkundige aanpassingen voor de moeilijk verkoopbare kavels moeten ondersteunend zijn. Hieronder geven we een toelichting over de stand van zaken van de geprioriteerde projecten. Heelweg Het plan De Heelweg voorziet in de bouw van circa 350 woningen in de segmenten ontspannen wonen, wonen/werken zorgwoningen Het plan voor de woningen bestaat uit een gemeentelijke strook, het Saronxterrein en het Middengebied. Over de 5 grote gemeentelijke kavels zijn afspraken gemaakt met Goldewijk/Site. Deze locatie maakt nu een integraal onderdeel uit van het Saronixterrein. Op het Saronixterrein worden ca. 75 woningen en een supermarkt gerealiseerd. We verwacht in 2012 te starten met de eerste bouwactiviteiten. Met de ontwikkelende partijen in het ‘middengebied’ zijn deels exploitatieovereenkomsten overeengekomen. Een van de betrokken ontwikkelaars heeft deze overeenkomst ondertekend en wil in 2012 starten met de bouw van het appartementencomplex “De Wand”. Dit is echter uitgesteld door de gewijzigde marktomstandigheden. Inmiddels zijn er in 2011 ook bouwvergunningen verleend voor 22 grondgebonden woningen in dit gebied. De ontwikkelaar overweegt gezien de huidige marktomstandigheden dit ook aan te passen. Woningbouwprogramma aanpassen is wat de gemeente betreft allen aan de orde als er minder wordt gebouwd om zo een sanering van de planvoorraad te realiseren. Overigens zijn er geen vorderingen geboekt door de projectontwikkelaars bij de verwervingen van twee bedrijven, Houthandel Kort en Aannemer Boesveld. Zolang deze niet zijn verworven kan geen woningbouw plaatsvinden in een deel van het middengebied. Voor het deelgebied IJsseltuinen heeft de ontwikkelaar een bouwaanvraag ingediend. Hij is voornemens in 2012 te starten met de laatste 25 woningen. Met het bouwrijp maken van de Maria Montessoristraat wordt in het voorjaar 2012 gestart. Iseldoks, Hamburgerbroek Noord Iseldoks wordt aan de zuidgrens begrensd door het spoor. Het betreft het gebied langs de oevers van de Oude IJssel en het Intermeco-terrein. Het totale project beoogt de ontwikkeling van verschillende functies als wonen, winkels, kantoren en voorzieningen. Het gebied wordt ontwikkeld in samenwerking met KWP gebiedsontwikkelaars. In september 2011 is de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst tussen KWP gebiedsontwikkelaars en de gemeente Doetinchem getekend. Dit gaf beide partijen de tijd tot 1 december een aantal zaken te regelen. Vooral het komen tot een overeenkomst met de belegger voor sociale woningen bleek een moeilijk punt in de huidige marktsituatie. Helaas is overeenstemming nog niet gelukt. Om alsnog zover te komen is de deadline verzet naar 1 mei 2012. Na de ondertekening in september is het startsein gegeven voor het bouwrijp maken van het Intermeco-terrein, Iseldoks fase 1. Begin oktober is een bouwvergunning aangevraagd, hoewel nog niet alle informatie beschikbaar was. Het programma zoals de afnemers wensen is nog niet definitief bekend. Deze aanvullingen voor de bouwvergunning moeten voor 1 februari 2012 worden aangeleverd. Inmiddels is het bouwrijp maken van Iseldoks fase 1 afgerond en kan wat het terrein betreft, met de bouw gestart worden. 111
In 2011 is ook gestart met de voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van Iseldoks fase 2, de Oude IJsseloevers. Inmiddels is er een voorlopig stedenbouwkundig plan voor de Oude IJsseloevers. Op basis hiervan is het voorontwerp bestemmingsplan gemaakt, dat begin december ter visie is gelegd. ’t Lookwartier Het voormalige Connexxion-terrein is veranderd in een woongebied met bijzondere bebouwingen zoals een schouwburg, een parkeergarage en een nieuwe school. In het gebied is nu ook de nieuwe verbinding naar de Kruisbergseweg, te weten de Ruimzichtlaan gerealiseerd. Ook het woonrijp maken van het oostelijk deel van de Ruimzichtlaan is nagenoeg afgerond. Wat rest is de westzijde van de Ruimzichtlaan met globaal 60 woningen. Site heeft aangegeven voorlopig een pas op de plaats te doen in afwachting van herstel van de woningmarkt. Veemarkt Het veemarktterrein wordt/is getransformeerd naar de woonmilieus “ontspannen” en “monumentaal” wonen. De 43 grondgebonden woningen zijn op de markt gebracht, middels particulier opdrachtgeverschap. Medio 2011 is het geactualiseerde bestemmingsplan De Pas in werking getreden. Hierdoor werd het mogelijk twee extra kavels op de locatie “Ketz” op de markt te brengen. In 2011 is gebleken dat er blijvende belangstelling is voor de bouwkavels op de Veemarkt. Eind 2011 waren er in totaal 33 bouw kavels overgedragen. Van de laatste 10 bouwkavels zijn er dan nog 7 te koop, waarvan er 2 in optie zijn. De restauratie van het voormalig stierenhuisje is gerealiseerd en het gebouwtje is in gebruik genomen door een huurder. Gezien de voorspoedige verkoop en ontwikkeling zal in het voorjaar van 2012 een start gemaakt worden met het woonrijpmaken van het gebied. Woongebied Wijnbergen In woongebied Wijnbergen worden in totaal 950 woningen gebouwd. Het Oosten wordt gerealiseerd via een realisatieovereenkomst, voor Het Midden en Westen is een samenwerkingsovereenkomst met de private partijen gesloten. Het uitwerkingsplan voor Het Oosten is in 2010 onherroepelijk geworden. De ontwikkelcombinatie Wijnbergen het Oosten is hierna niet overgegaan tot verkoop van woningen of verdere (her)ontwikkeling hiervan. In 2011 heeft de ontwikkelcombinatie de gemeente verzocht mee te werken aan splitsing van de combinatie om als separate partijen de ontwikkeling op te pakken. De besprekingen hierover lopen nog. Voor Het Midden en Westen is in mei 2011 met de verkoop van de woningen begonnen. Na het onherroepelijk worden van het uitwerkingsplan voor Het Midden en Westen is gestart met het bouwrijpmaken. Ook met de aanleg van de geluidswal langs de Europaweg is begonnen. Het starten met de bouw is voorzien begin 2012. In 2010 zijn de gronden voor de het westelijk deel van de EVZ aangekocht. Het grondwerk voor de realisatie is in 2011 uitgevoerd, in 2012 zullen nog enkele plantwerkzaamheden plaats vinden. VijverbergZuid Het plan Vijverberg Zuid betreft een woningbouwplan van ca. 180 woningen met name in het midden en dure segment. Ook worden er een beperkt aantal bijzondere woonvormen gerealiseerd. Het stedenbouwkundig plan is vastgesteld. De planologische procedure afgerond en het terrein is bouwrijp gemaakt. Voor het plan Vijverberg-Zuid is een nieuw bestemmingsplan gemaakt waarin meer vrijheid is opgenomen voor het bouwen van woningen. Desondanks loopt de verkoop van de woningen en kavels niet in overeenstemming met de verwachtingen. Om het gebied aantrekkelijker te maken zijn een aantal bomen in het ringbos aangeplant. Op dit moment zijn 4 particuliere kavels verkocht en zijn 2 opties genomen op de gemeentelijke kavels. Met de ontwikkelende partijen is overeen gekomen dat zij eind 2011 een groot deel van de gronden zouden afnemen. Deze afname heeft nog niet plaatsgevonden en de partijen zijn in gebreke gesteld. De onderhandelingen lopen met het doel is om er gezamenlijk uit te komen. 112
Heideslag, Wehl Zuid Ten zuiden van Wehl willen we een woonwijk realiseren. In 2010 is het bestemmingsplan WehlHeideslag onherroepelijk geworden. De eerste fase (circa 6 ha groot), omvat het gebied gelegen ten westen van de Koksgoedweg en rondom de Kieflandseweg (genaamd Koksgoed), alsmede het gebied tussen spoorlijn en Doetinchemseweg (De Motketel). In totaal gaat het om circa 140 kavels, bestemd voor vrijstaande, twee-onder-een kap woningen en huurwoningen (Vestia). In 2011 is het gebied bouwrijp gemaakt en zijn de eerste kavels uitgegeven. Op Koksgoed is circa de helft van het totaal aantal kavels (rond de 40 van de ruim 80) uitgegeven of in optie. De eerste huizen zijn zelfs opgeleverd. Op de Motketel is Vestia begonnen met de bouw van 39 huurwoningen. Ook is in november gestart met de verkoop van drie aangekochte woningen; twee zijn er aan het eind van het jaar in principe verkocht. De formele afwikkeling is in 2012. Bedrijvenpark A18 Het A18 Bedrijvenpark ligt in het gebied gelegen langs de A18 nabij Wehl. Het gebied heeft een bruto oppervlakte van circa 87 ha. Er is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek en Bronckhorst. In het kader van beheersing van het project is gelet op de zeer lange doorlooptijd (2027) het project gesplitst in een 1e fase en een 2e fase. De 1e fase betreft het zuidelijk deel en is in exploitatie genomen en het noordelijk deel wordt voorlopig gezien als strategische grond waarbij geen actieve verwerving voor wordt gedaan. Er vind op dit moment een actieve grondverwerving plaats om de voortgang van de 1e fase te waarborgen. Circa 95% van fase 1 is (nagenoeg) verworven. Met het onteigeningsplan zullen de laatste gronden in eigendom komen. De panden die in eigendom komen worden zo snel mogelijk na oplevering gesloopt. In augustus 2011 heeft de Raad van State haar goedkeuring aan enkele delen van het bestemmingsplan onthouden, voor de rest is het onherroepelijk geworden. Een reparatie voor de delen waar goedkeuring is onthouden is in november 2011 in procedure gegaan en zal op 23 februari 2012 door de raad worden vastgesteld. Het mitigatie- en compensatieplan flora & fauna is in het voorjaar van 2011 goedgekeurd en wordt momenteel uitgevoerd. In 2011 is de acquisitie steviger opgepakt. En de IG&D heeft voor het A18 Bedrijvenpark een parkmanagementorganisatie opgezet. De diensten die geleverd worden zijn vooralsnog collectieve beveiliging, afvalinzameling en een glasvezelnetwerk. De eerste 2 kavels op het bedrijventerrein zijn verkocht, aan Autoservice Evers en Pluimveeverwerker Esbro. Het eerste bedrijf is gebouwd en in december 2011 geopend. Het uitgifte tempo is ambitieus en is als zodanig verwerkt in de grondexploitatie. De signalen (recessie/krimp/concurrentie) om de geplande uitgifte te realiseren zijn niet rooskleurig. Ook is er nog geen zekerheid van de ontwikkeling van het Ebt Montferland en de afname zekerheid van de gronden door de deelnemende gemeenten. Komend jaar zal er extra aandacht komen hoe om te gaan met het financiële risico. Een en ander zal via de stuurgroep en in samenwerking met de deelnemende gemeenten tot stand moeten komen. Afsluiting van projecten Hier lichten we kort toe de projecten die (nagenoeg) zijn afgesloten en invloed hebben op het rekeningsresultaat 2011. Het project De Veentjes betrof het slopen van het oude Amphion en het realiseren van een parkeerdek. De werkzaamheden van de sloop zijn met een vertraging door de aanwezigheid van asbest afgerond. Het parkeerdek is vervallen waardoor de beschikbare GSO gelden zijn overgeheveld naar het project Iseldoks. Voor het gebied is een herinrichtingsplan opgesteld en een krediet (geen grondexploitatie) gevraagd met een financiële bijdrage uit de grondexploitatie. Deze financiële bijdrage is intern overgedragen. Het project de Lagehorst III is afgerond. Wat nog open stond was de afwikkeling van de planschadevergoedingen. Het bedrag wat daarvoor geraamd was is niet besteed, waardoor er nu een behoorlijk voordeel van € 0,2 mln ontstaat op dit project. 113
Het project Verheulsweide Trade Centrum wordt na de afronding van de parkeerplaatsen afgesloten. In het verleden hebben we al een winstneming € 1,2 mln. genomen en nu volgt nog een aanvulling van € 0,1 mln. De twee projecten Hamburgerbroek algemeen en Burg van Nispenstraat zouden we volgens de planning dit jaar afsluiten. Echter voor beide projecten dienen er nog verrekeningen plaats te vinden met ontwikkelaars. We verwachten voor beide projecten een winst, van respectievelijk € 1,5 mln en € 0,2 mln Volgens de spelregels hebben we 75% van de verwachte winst ingeboekt en sluiten de grondexploitaties nog niet af. Hamburgerbroek algemeen is een beetje een vreemde grondexploitatie het betreft vooral een administratieve grondexploitatie. In deze exploitatie zijn opgenomen de historische kosten van het gebied van voor het masterplan. Naast enkele beheerkosten worden ook de afwikkeling van de GSO gelden en de financiële verplichtingen vanuit de raamovereenkomst met Site verwerkt. We verwachten al deze zaken in 2012 af te wikkelen De werkzaamheden aan de Burg. van Nispenstraat zijn eind november afgerond. Na oplevering van deze openbare ruimte en beschikt de gemeente over een vergrootte Catharinaparkeergarage en een aantrekkelijk stukje centrum.
114
4. Het resultaat bouwgrondexploitaties 2011 Het resultaat van de bouwgrondexploitaties wordt verkregen door het nemen van winsten of verliezen op bouwgrondexploitaties, het treffen van voorzieningen en het treffen van voorzieningen voor bijzonder posten. Het reguliere resultaat bouwgrondexploitatie 2011 bedraagt € 0,2 mln. positief. Maar voor de woningbouwprojecten als geheel verwachten we een “’hard” verlies, welke was voorzien en waarvoor middelen worden gespaard. Naar aanleiding van de laatste rapportage van de Taskforce woningbouw moeten we nu een voorziening treffen van € 15 mln. voor de verwachte tekorten op de woningbouwprojecten. Zodat er per saldo een bruto nadelig resultaat van € 14,8 mln. op de grondexploitaties ontstaat. Voor wat betreft de voorziening van de Taskforce van € 15 mln. verwijzen we naar de toelichting in hoofdstuk 2 ‘Samenvatting ‘ en hoofdstuk 3 ‘Ontwikkelingen 2011’ bij het onderdeel Taskforce. Voor een verdere toelichting zie ook hoofdstuk 7 over het weerstandsvermogen voor grondexploitaties. Het reguliere jaarresultaat van de bouwgrondexploitaties ad € 0.2 mln positief bestaat uit: • Winst op bouwgrondexploitaties € 1,8 mln. voordeel: Door het afsluiten van de verliesgevende projecten de De Veentjes, Lagehorst III en de exploi tatieovereenkomst Tectomat Langerak en het inboeken van de voorziening ontstaat er op deze projecten toch een voordeel. Daarnaast hebben we een 75% winstneming gedaan van de projec ten die nagenoeg zijn afgerond zoals Hamburgerbroek algemeen en Burg v Nispenstraat. En ten slotte hebben we het project Verheulweide TC afgesloten. Voor een uitgebreide toelichting ver wijzen we naar bovenstaande toelichting afsluiting van projecten. • Afwaardering gronden bouwgrondexploitaties € 0,7 mln. nadeel: Dit betreft de afwaardering van de strategische gronden. De gronden zijn gewaardeerd tegen € 7 per m2, met uitzondering van Bedrijvenpark A18. Voor een uitgebreide toelichting zie onder deel “Strategische gronden” opgenomen bij het hoofdstuk 5 ’financiële omvang van de grondex ploitaties’. • Voorzieningen voor bouwgrondexploitaties € 0,9 mln. nadeel: Voor alle negatieve vastgestelde grondexploitaties worden voorzieningen getroffen. Voor de hoogte van deze voorziening is bepaald bij de actualisatie 2011 van de bouwgrondexploitaties, de contante waarde per 31 december 2011. En een kleine aanvulling voor het bedrijventerrein Wijnbergen, omdat dit al een verliesgevende exploitaties is, hebben we voor het renteverlies van een jaar een aanvullende voorziening getroffen. Bij de bestemming van het rekeningsresultaat komt het positieve resultaat ad € 0,2 mln. ten gunste van de reserve bouwgrondexploitatie. Het negatieve resultaat, zijnde de voorziening voor de woningbouwprojecten ad € 15 mln, komt ten laste van de algemene reserve. Immers de spaarrisicoreserve wordt meerjarig gespaard middels een afroming van de algemene reserve zoals vastgesteld bij de VJN 2011 en begroting 2012. Dit brengt overigens geen inhoudelijke verandering in meerjarig perspectief met zich mee. Het sparen van de € 29 mln. voor het risico op de woningbouwprojecten (spaarrisicoreserve) wordt voorgezet, alleen zullen de jaarlijkse spaarbedragen wijzigen, omdat nu bij de jaarrekening reeds een voorziening getroffen wordt. In de voorjaarsnota van 2012 komen we hier nader op terug.
115
5. Financiële omvang van de grondexploitaties In onderstaand overzichten kunt u de financiële omvang van de grondexploitaties en de boekwaarden aan het begin en einde van het jaar zien. We hebben onderscheid gemaakt in grondexploitaties en strategische gronden. Voor de strategische gronden zijn geen grondexploitaties vastgesteld maar alleen kredieten verstrekt. Totaal voorraden gronden bedragen x € 1 mln Omschrijving
Begroot grond Boekwaarde Boekwaarde Restant exploitaties 1/1/2011 31/12/2011 beschikbaar grex -8,6 -73,1 -68,0 59,4
Grondexploitaties Strategische gronden
-8,6
Totaal
-11,6
-12,2
-84,7
-80,2
59,4
Grondexploitaties Voor de grondexploitaties hebben we een uitsplitsing gemaakt in activiteiten zoals verwervingen, bouwrijp- en woonrijpmaken etc. De basis voor de ramingen zijn de geactualiseerde grondexploitaties 2011. Totaal grondexploitaties Act
bedragen x € 1 mln
Omschrijving activiteit Begroot grond Boekwaarde Boekwaarde Restant exploitaties 1/1/2011 31/12/2011 beschikbaar grex -108,1
-95,7
-100,7
-7,5
-5,7
-5,0
Saldo begrootwerkelijk 2011 -0,7
1 Bouwrijpmaken
-66,3
-42,7
-47,4
-18,9
-8,0
-4,7
-3,3
2 Plan en VAT kosten
-42,0
-34,0
-36,3
-5,7
-2,4
-2,3
-0,1
3 Woonrijpmaken
-27,3
-3,7
-5,6
-21,7
-5,8
-1,9
-3,9
4 Diverse kosten
-63,5
-15,5
-21,0
-42,5
-16,7
-5,5
-11,2
5 Rente en Beheer
-42,1
-26,9
-30,7
-11,4
-3,4
-3,8
0,4
66,7
19,7
32,2
34,5
5,8
12,5
-6,7
273,9
125,7
141,4
132,5
46,1
15,8
30,4
-8,6
-73,1
-68,0
59,4
9,9
5,1
4,8
0 Verwervingen
6 Overige opbrengsten 7 Grondverkopen Totaal
Begroot jaarschijf 2011
Mutaties jaar 2011
De begroting van alle grondexploitaties geven een negatief saldo van € 8.6 mln. op eindwaarde, dit komt overeen met de netto contante waarde van € 6,3 mln. Het ‘restant beschikbaar grex’ van € 59,4 mln. zijn de ramingen voor de komende jaren. Voor de grondexploitaties in samenwerking met Sité ( Lookwartier) en Kwp (Iseldoks) zijn de exploitatiesaldi verwerkt in activiteit 4 “Diverse kosten” in bovenstaand overzicht. Vergelijking begroting en werkelijkheid: het saldo van de jaarschijf 2011 Voor alle duidelijkheid: dit betreft een vergelijking met de begrote jaarschijf 2011 (eerste jaar fasering) van de grondexploitaties en de werkelijk mutaties 2011. De werkelijke mutaties in 2011geven per saldo een opbrengst van € 5,1, mln. terwijl er per saldo een opbrengst werd verwacht van €9,9 mln, dus ten opzichte van de begroting 2011 € 4,8 mln. lager. De niet gerealiseerde investeringen en opbrengsten schuiven door naar de volgende jaren en worden meegenomen bij de eerste volgende actualisatie. Per saldo zou dit een negatief rente effect kunnen geven op de verwachte resultaten van de grondexploitaties, immers we moeten ca € 4,8 mln. langer financieren. Vooral de lagere dan verwachte verkoopopbrengsten veroorzaken dit negatieve effect. Hieronder benoemen we de desbetreffende woningbouwprojecten. Het moge duidelijk zijn dat de negatieve financiële effecten o.a. zullen worden opgevangen binnen het spaarbedrag van € 29 mln. (faseringsonderdeel). Hieronder beschouwen we eerst de grote afwijkingen per grondexploitaties die positief doorwerken in de grondexploitaties en daarna de afwijkingen die mogelijk een negatief effect hebben. 116
• Revitalisering Verheulsweide € 3 mln. positief. Dit wordt veroorzaakt doordat de provinciale HRT subsidie sneller is ontvangen dan begroot. En de uitgaven later worden uitgevoerd. De eerste fase (Fabriekstraat en Ambachtstraat) is inmiddels gereed. De tweede fase (Havenstraat-Zuid) is in 2011 voorbereid en start begin 2012. • Het A18 Bedrijvenpark € 2,0 mln. pos. Dit wordt veroorzaakt door een latere start en dus lagere kosten voor bouwrijp maken ten opzichte van de ramingsbedragen. Door de latere goedkeuring van het bestemmingsplan worden een deel van de kosten voor het bouwrijpmaken later gemaakt (2012). En de grondaankopen zijn afhankelijkheid van de onderhandelingen en bleven per saldo ook beneden het ramingsbedrag. • Wijnbergen Ecologische Verbindingszone (EVZ) € 1,7 mln. pos. Mede door de stagnatie van de woningbouw in Wijnbergen wordt met enige terughoudendheid geïnvesteerd. Pas als meer duide lijkheid is over de voortgang zullen we de investering weer oppakken. Het positieve effect kan door een eventuele latere bijdrage weer ongedaan worden gemaakt. Bij de jaarlijkse actualisatie komt dit automatisch aan de orde. • Door het afsluiten van de projecten de Veentjes en Lage Horst III zijn de voorzieningen voor het verwachte negatieve resultaat voor een bedrag van € 3,6 mln ingeboekt. Deze opbrengsten wor den niet als ramingbedrag opgenomen, dit om het resultaat van de grondexploitatie zuiver te pre senteren. Tegenover deze voordelen staan de volgende grote negatieve effecten: • Vijverberg-zuid € 13,3 mln. negatief. De ontwikkelaars hebben de gronden nog niet hebben afgenomen. Ook de verkoop van de particuliere kavels loopt nog niet zoals gepland. Vooralsnog gaan we ervan uit dat een deel van het negatieve effect zal worden gecompenseerd door de beding van een rentecompensatie op de grondverkoop. Bovendien kunnen we een deel het even tuele verlies nog opgevangen binnen het verwachte positieve projectresultaat. De ontwikkelaars zijn in gebreke gesteld en de onderhandelingen lopen. • Ruimzicht 2,4 mln. neg. Ook hier zijn de gronden nog steeds niet afgenomen, er loopt een juridi sche procedure. Alvorens financiële maatregelen te nemen, wachten we af wat de uitkomsten zijn van deze onderhandeling. • Bedrijventerrein Wijnbergen € 1 mln. neg.. De geplande verkopen zijn niet gerealiseerd. Wel kun nen we melden dat er voor € 1 mln. is verkocht en dat een groot deel van de laatste kavels in 2012 zijn verkocht. Dit betekent een vertraging van ca 1 jaar en een verlies van de renteopbrengst. Omdat dit al een negatieve grondexploitatie is hebben we voor het renteverlies een aanvullende voorziening getroffen. De werkelijke uitgaven en inkomsten in de jaarschijf 2011 Hieronder geven we een korte toelichting op de werkelijke mutaties van de grondexploitaties van het afgelopen jaar. De investeringen en opbrengsten geven per saldo € 5,1 mln. meer aan opbrengsten. In bovenstaande overzicht kunt u aan de hand van de activiteiten (act 0 t/m 7) zien hoe dit bedrag is opgebouwd. Hieronder geven we een korte toelichting: • Grondverwerving ad € 5 mln. Betreft met name het project A18 Bedrijvenpark • Bouwrijpmaken € 4.7 mln. Betreft met name de projecten Veentjes € 2 mln (GSO/openbare inrichting), Heideslag € 1.3 mln en A18 Bedrijvenpark • Plan Vat (Voorbereiding, administratie en toezicht) kosten € 2,3 mln. De grote hoeveelheid aan projecten dragen bij aan deze kosten. De projecten Heideslag, Norman Belvealstraat en A18 Bedrijvenpark hebben op basis van de kosten de meeste inspan ning gevraagd. Daarnaast zijn de plankosten van de samenwerking met Kwp verhaald op de Gem Hamburgerbroek BV . • Woonrijpmaken € 1.9 mln Betreft met name de projecten Revitalisering Verheulsweide, Burg. Van Nispenstraat, Hamburgerbroek zuid (kantoren) en de Heelweg
117
• • • •
Diverse kosten € 5.5 mln. Betreft de winstnemingen ad € 1.8 mln, zie rekeningresultaat. Daarnaast betreft het de kosten voor het Veemarkthuisje, de doorbetaling aan Site van in het verleden ontvangen subsidies ten behoeve van het Lookwartier, de doorbetaling van de GSO gelden € 1.4 mln aan de Gem Hamburgerbroek BV voor het project Iseldoks, de interne EVZ- bijdrage van het project Wijnberg het Oosten. En tenslotte de fonds afdrachten € 0,9 mln van diverse projecten maar met name de Veemarkt en Heideslag. Rente en beheerskosten € 3.,8 mln. Deze kosten betreffen met name de financiering van de boekwaarde € 67,3 mln. De gehanteerde rentetoerekening bedraagt 4,6%. Enkele projecten met een zeer hoge boekwaarden zijn Bedrijvenpark A18 (1e fase) ad € 22,1 mln., Heideslag ad €7.4 mln., Vijverberg Zuid ad €10,9 mln., Iseldoks € 6.8 mln en Wijnbergen Het Oosten ad €11 mln. Overige opbrengsten € 12.5 mln. Op deze post zijn de voorzieningen van € 3.6 mln voor de projecten Lage horst III en de Veentjes verantwoord. Daarnaast diverse subsidiebijdragen zoals, de GSO subsidies € 3.4 mln voor Hamburgerbroek algemeen en de Iseldoks, de Hrt-subsidie € 3,3mln voor de revitalisering Verheulsweide en de provinciale subsidie Goedkope woningen € 0.8 mln voor het project Vijverberg. En tenslotte de geraamde bijdrage voor de EVZ uit het project Wijnbergen Het Oosten en de exploitatievergoedingen voor de projecten Heelweg en Wijnbergen midden westen. Grondverkopen €15.8 mln. De verkopen hebben met name betrekking op A18 bedrijvenpark € 5.5 mln, Heideslag € 3.6 mln, de Veemarkt € 2.2 mln, Norman Belvealstraat € 1,4 mln, Bedrijventerrein Wijnbergen € 1 mln. en Hamburgerbroek zuid (kantoren) en Burg van Nispenstraat.
Strategische gronden Bij de strategische gronden beschouwen we het A18 Bedrijvenpark 2e fase apart omdat dit gebied onderdeel vormt van het totale regionale bedrijventerrein. Voor deze ontwikkeling zijn regionale afspraken gemaakt. Het onderstaande overzicht bevat wel het bedrijventerrein, bij de balans worden alle gronden gespecificeerd weergegeven. De verwachting is dat de strategische gronden voorlopig niet tot ontwikkeling komen en vanuit een beheersoverweging is gekozen om voor deze gronden een langlopende financiering aantrekken. Deze rente is lager dan de gebruikelijke rekenrente en is vastgesteld op 3,42%. Totaal strategische gronden Act
Omschrijving activiteit
bedragen x € 1 mln
-15,9
-14,6
-15,3
-0,7
-1,1
-0,7
Saldo begrootwerkelijk 2011 -0,4
1 Bouwrijpmaken
-0,1
-0,1
-0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
2 Plan en VAT kosten
-3,5
-3,5
-3,5
0,0
0,0
0,0
0,0
3 Woonrijpmaken
-0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
4 Diverse kosten
-0,1
0,0
-0,1
-0,1
0,0
0,0
0,0
5 Rente en Beheer
-4,0
-3,0
-3,4
-0,6
-0,5
-0,4
-0,1
6 Overige opbrengsten
9,5
10,1
0,7
-0,7
7 Grondverkopen
0,0
0,0
0,0
0,0
-11,6
-12,2
-0,5
-1,2
0 Verwervingen
Totaal
Krediet
-23,7
Boekwaarde Boekwaarde 1/1/2011 31/12/2011
Restant krediet
-1,4
Begroot jaarschijf 2011
-1,7
Mutaties jaar 2011
Vorig jaar zijn er een aantal keuzes gemaakt voor de woningbouwontwikkeling. Volgens de marktanalyse verwachten we op deze strategische gronden geen woningen te kunnen realiseren. Daarmee zijn ca 500 woningen uit onze planvoorraad geschrapt. Het gevolg is wel dat de waarde van deze gronden afneemt door het anders te bestemmen dan voor woningbouw. Afhankelijk van de structuurvisie en het lopende onderzoek naar een nieuwe bestemmingen zijn deze gronden gewaardeerd tegen € 7 per m2. Een uitzondering geldt voor de woning aan de Keppelseweg en de grond aan de Hoofdstraat 118
in Gaanderen (mfa) . Hier hebben we de historische aankoopprijs aangehouden. Er loopt nog een onderzoek hoe om te gaan met de strategische gronden, de uitkomsten van dit onderzoek verwachten we in de loop van 2012. Vorig jaar zijn bij de waardering van de gronden van Heideslag 2e fase het bruto aantal m2 van het gebied aangehouden, dit moest feitelijk het aantal m2 in eigendom zijn. Dit geeft een extra afwaardering van € 0.6 mln. op het project Heideslag 2de fase. Alle projecten te samen geeft een afwaardering van € 652.000, dit is verwerkt in het resultaat bouwgrondexploitaties. A18 Bedrijvenpark 2e fase Vanuit beheersing wordt de 2e fase van het A18 Bedrijvenpark als strategische grond gezien. Het afgelopen jaar zijn in het kader van de Wvg-vestiging gronden aangekocht. Samen met de rente verhoogt de boekwaarde met € 1,1 mln. naar een hoogte van € 9,7 mln. Deze boekwaarde wordt meenomen bij de totale ontwikkeling van het Bedrijvenpark A18. Voor nadere toelichting verwijzen we naar de hiervoor geschreven toelichting van het Bedrijvenpark A18. Op basis van de doorrekeningen concluderen we dat een afwaardering dan wel het treffen van een voorziening niet nodig is en beschouwen we de boekwaarde als balanswaarde. 6. Kredieten Het afgelopen jaar is in totaal voor de grondexploitaties een bedrag van €21.7 mln. aan kredieten gevraagd. Het totale bedrag van de kredieten van alle lopende grondexploitaties bedraagt € 317,1 mln., hiervan is € 262.3 mln benut (boekwaarde 31 december 2010 exclusief de inkomsten en winsnemingen). Op basis van een analyse per project constateren we een overschrijding. Van het project Dichteren bij de kredietaanvraag een bedrag € 1.5 mln aan inkomsten (act 6) in mindering is gebracht. Vanuit uit de rechtmatigheid vragen wij een aanvullend krediet aan € 1.555.675 voor het project Dichteren. 7. Weerstandvermogen voor grondexploitatie Algemene reserve grondexploitatie Het weerstandsvermogen bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten te dekken die onverwachts en substantieel zijn. Hiervoor heeft de gemeente een algemene reserve en een reserve grondexploitaties. De reserve grondexploitaties wordt gevoed met de positieve resultaten (“winst”) en belast met de negatieve resultaten (“verlies”) uit de grondexploitaties. Uitgangspunt is dat het totaal aan grondexploitaties voor de gemeente kostendekkend is. Alle projecten dienen in principe zichzelf te bedruipen. In de praktijk zien wij dat sommige projecten winst maken en andere verlies geven. Daarom is er een reserve grondexploitaties, waarin de resultaten van alle projecten grondexploitatie en exploitatieovereenkomsten worden verevend. In principe zouden de grondexploitaties niet de algemene middelen in de gemeentebegroting moeten beïnvloeden. Maar als gevolg van de stagnerende woningbouwmarkt ontwikkeling en de grote planvoorraad is er zoals bekend en al vaker besproken en gerapporteerd, een volstrekt andere situatie ontstaan. Er komen substantiële bijdragen uit de algemene middelen. Voor de woningbouwprojecten verwachten we zoals bij u bekend, nog een flink verlies. De taskforce rapportage woningbouw uit 2011 geeft aan dat we een spaarrisicoreserve moeten opbouwen de komende jaren van € 29 mln. (netto contante waarde). In de voorjaarsnota 2011 en begroting 2012 is dit verwerkt en besloten door uw raad. In het meerjarig perspectief van de begroting worden vanuit de afroming van de algemene reserve, de middelen gespaard en gestort in deze spaarrisicoreserve voor de grondexploitaties. Wat zich nu voordoet is dat in de laatste rapportage (2012) van de Taskforce de strategieën van de projecten zijn aangescherpt en richting is gegeven hoe het bedrag van € 29 mln. zal worden ingezet. Dat zal leiden tot een verdere sanering, herprogrammering en fasering. In die richtinggevende berekeningen is een deel hard en een deel zacht. Voor het zachte deel is er een afhankelijkheid van de definitieve keuze van sanering en herprogrammering. Het harde deel hebben we becijferd op € 17,4 119
mln., waarvan € 15 mln. voor het verwachte verlies op de woningbouwprojecten en € 2, 4 mln. voor het verlies op de omzet (minder werk). Volgens de BBV voorschriften moeten we een voorziening treffen voor het verwachte nadelig resultaat op de woningbouwprojecten. Voor het nadeel als gevolg van het niet meer realiseren van de omzettaakstelling moeten we een bestemmingsreserve instellen. Het instellen van een reserve is een bevoegdheid van de raad. Deze € 17,4 mln. is dus onderdeel van het te sparen bedrag van € 29 mln. . De verliezen die ten laste van deze voorziening en bestemmingreserve komen zullen we steeds toelichten bij de actualisatie van de grondexploitaties en/ of de jaarrekening om inzichtelijk te maken en te houden hoeveel het daadwerkelijk verlies bedraagt en voor welk project. Dit brengt overigens geen verandering in meerjarig perspectief met zich mee, het sparen van de € 29 mln voor het risico op de woningbouwprojecten (spaarrisicoreserve) wordt voorgezet, alleen zullen we de jaarlijkse spaarbedragen wijzigen. Wat rest is de reguliere reserve bouwgrondexploitatie. Hoewel we het cascade model hebben losgelaten voldoet de hoogte van de reserve nog aan de oude 10%-12% norm. Op basis van de actualisatie van de grondexploitaties 2012 zal de hoogte wederom beoordeeld worden met behulp van de risicokaarten. Deze systematiek is toegelicht in uw raad en vastgesteld als belangrijke drager van het risicomanagement voor de grondexploitaties. De reserve grondexploitatie bedraagt, als we rekening houden met de bestemming van vorig jaar, per 31 december 2011 afgerond € 7 mln. Ten gunste van deze reserve wordt het reguliere resultaat van de bouwgrondexploitaties 2011 ad € 0,2 mln. toegevoegd. Het saldo van de reserve bouwgrondexploitatie zal dan na bestemming van het rekeningsresultaat 2011 afgerond € 7,2 mln. bedragen. Voorzieningen grondexploitaties De voorzieningen voor de grondexploitaties bedraagt per 31 december 2011 € 28,2 mln. In het resultaat van de bouwgrondexploitaties 2011 zijn voor een totaal van € 15,9 mln. aan voorzieningen getroffen. De forse toename wordt met name veroorzaakt door het treffen van de voorziening Taskforce voor het afdekken van het verwachte nadeel op de woningbouwprojecten ad € 15 mln. Zie toelichting resultaat bouwgrondexploitaties en het overzicht voorzieningen opgenomen in dit hoofdstuk 4 bij “programmarekening en analyse rekeningsresultaat” Na afsluiting van de diverse bouwgrondexploitaties worden de verliezen ten laste van deze voorzieningen genomen. In 2011 geldt dat voor de projecten Lage horst III, de Veentjes en de exploitatieovereenkomst Tectomat Langerak. Risico’s - algemeen In de gemeente Doetinchem is een sluitende bouwgrondexploitatie uitgangspunt. Dit betekent echter niet dat er geen risico is verbonden aan de grondexploitatie. Bij het opstellen van de diverse plannen wordt ingespeeld op risico’s, doch gedurende de uitvoering van het project is het mogelijk dat zich alsnog risico’s voordoen welke vooraf niet of niet juist zijn ingeschat. Zo zijn de risico’s vaak groter naarmate het project zich over een langere periode uitstrekt. De risico’s zijn te verdelen in projectrisico’s (gebiedsgerelateerde risico’s) en marktrisico’s (algemene risico’s op alle gebieden). Veelal is met de projectrisico’s rekening gehouden bij de opstelling van de exploitatieopzet als deze voorzienbaar zijn. Laat onverlet dat zich gedurende de ontwikkeling nieuwe zaken kunnen voordoen (bodem, archeologie e.d.). Veelal wordt in een exploitatieopzet rekening gehouden met een algemene reservering (post onvoorzien). De marktrisico’s komen voort uit de veranderende economie, maatschappelijke ontwikkelingen en of wetgeving. De vraag uit de markt laat zich over een langere termijn niet altijd voorspellen. Dat geldt nu zeker ook voor de gevolgen van de kredietcrisis zoals de vertraging in de afzet van de gronden, de hoogte van de rente, het prijsniveau van woningen en de inflatie. Al deze factoren hebben grote invloed op de uitkomsten van de exploitaties. In 2012 zullen het risicomanagement van de grondexploitaties bijhouden en indien nodig verder ontwikkelen. Met ingang van de volgende actualisatie zullen de in 2010 geïntroduceerde “risicokaarten” per project worden bijgewerkt en de basis vormen voor ons weerstandvermogen. We werken met een vast stramien en proces van inventarisatie, kwantificering, beheersing en monitoring van risico’s voor alle grondexploitaties. 120
Met de jaarlijkse actualisatie wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op bovengenoemde ontwikkelingen en daar waar mogelijk de project specifieke risico’s vertaald. De actualisatie van de grondexploitaties worden na bestuurlijke besluitvorming verwerkt in de (meerjaren)begroting 2013.
121
122
Paragraaf 8:
Rechtmatigheid
Algemeen De rechtmatigheidcontrole wordt een aantal jaren geleden geïntroduceerd als een extra instrument ter ondersteuning van de controlerende taak van uw raad. De praktijk leert dat de strekking van de controleverklaring de prioriteit krijgt, terwijl de aandacht eigenlijk uit zou moeten gaan naar de geconstateerde rechtmatigheidfouten en -onzekerheden. Wij als college leggen zelf verantwoording aan uw raad af over geconstateerde onrechtmatigheden. De accountant controleert of onze verantwoording getrouw, oftewel juist, volledig en tijdig gebeurt. Hiermee ontstaat een directe communicatie tussen het college en de raad en komt de verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheidsverklaring meer te liggen waar die hoort: bij ons college als dagelijks bestuur. De accountant heeft net als in de voorgaande jaren een verklaring met rechtmatigheidoordeel verstrekt. Daarnaast hebben wij in de paragraaf rechtmatigheid zelfstandig verantwoording afgelegd over geconstateerde onrechtmatigheden. Hierbij wordt gewerkt met de indeling zoals deze in voorgaand jaar vanuit de landelijke pilot is gehanteerd. De bevindingen van deze pilot waren zodanig positief dat wij deze lijn doortrekken. Uitgangspunten van de raad In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstolerantie en de rapporteringtolerantie(s) opgenomen zoals door de gemeenteraad vastgesteld in het controleprotocol voor het controlejaar 2011op 27 oktober 2011. De raad houdt zich hiermee aan de minimumeisen zoals deze zijn opgenomen in het BAPG. Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
Goedkeurend <1%
Beperking >1%<3%
Oordeelonthouding -
Afkeurend >3%
<3%
>3%<10%
>10%
-
Op basis van de primitieve begroting 2011 van de gemeente betekenen bovengenoemde percentages dat een totaalbedrag aan fouten in de jaarrekening van circa € 1,586 miljoen en een totaal van onzekerheden van circa € 4,758 miljoen de goedkeurende strekking van de controleverklaring niet zullen aantasten. Voor de rapporteringtolerantie stelt de raad als maatstaf dat de accountant elke fout of onzekerheid ten aanzien van baten, lasten en balansmutaties vanaf 0,1% van de totale lasten rapporteert. Op basis van de primitieve begroting 2011 van de gemeente betekent dit dat fouten of onzekerheden vanaf € 159.000 gerapporteerd worden. Verantwoording door het college op de uitgangspunten van de raad In het vervolg van deze paragraaf lichten wij de organisatie van de controlefunctie toe. Vervolgens presenteren wij per rechtmatigheidscriterium (voorwaardencriterium, begrotingscriterium en misbruik en oneigenlijkgebruik-criterium (M&O) onze bevindingen. Omdat het totaal van fouten binnen de door de raad vastgestelde toleranties blijven, is onze conclusie dat de financiële beheershandelingen binnen de financiële rechtmatigheidskaders tot stand gekomen zijn.
123
Wij concluderen daarom aan de hand van de door ons uitgevoerde rechtmatigheids-onderzoeken:
De financiële beheershandelingen die tot uitdrukking komen in deze jaarrekening zijn binnen de financiële rechtmatigheidkaders van de raad en hogere overheden tot stand gekomen.
Organisatie van de controlefunctie Gemeente Doetinchem heeft zichzelf als doel gesteld de bedrijfsvoering “in control” te krijgen. Hebben we het over control, dan hebben we het over: weten wat je wilt bereiken, hoe je dat op juiste manier kunt doen, tegen welke risico’s je kunt aanlopen en hoe je hierop kunt sturen. Het controlinstrumentarium ondersteunt hierbij. Voor ons is control op zich geen doel, maar in control zijn wel. Hiertoe stellen we jaarlijks een Controlplan op. De meest recente versie hebben wij op 13 maart 2012 vastgesteld en is besproken in de beeldvormende raad van april 2012. Het Controlplan bevat onze visie op control en concrete acties die we in dat kader gaan uitvoeren. Met (ingewikkelde) systemen en omvangrijke plannen denken wij ons doel niet te kunnen bereiken; het heeft onze voorkeur om op het juiste moment de volgende stap te zetten en actie te ondernemen waar dat nodig is. Voor onze organisatie moet het zo min mogelijk belastend zijn. In het Controlplan hebben wij de dossiers beschreven waarop wij rechtmatigheidsaudits uitvoeren: • Subsidieverlening • Belastingen en bouwleges • Inkoop en aanbesteding • Personeels- en salariskosten • Grondexploitatie • WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, WWIK • Wet maatschappelijke ondersteuning • Van derden ontvangen gelden die onder Single information single audit (Sisa) vallen 1 • Treasury Naast de rechtmatigheidsaudits op de genoemde dossiers is gestart met een verbetertraject op de beheersing en verantwoording op subsidies van derden die niet in die genoemde dossiers opgenomen zijn. In het algemeen zijn het incidentele subsidieprocessen. In het verbetertraject is specifiek aandacht besteed aan de aanvraagfase, uitvoeringsfase en verantwoordingsfase. Dit traject is doorlopen met betrokken budgethouders en die verantwoorden onder Sisa. Er zijn procesbeschrijvingen en checklisten gemaakt en er is een registratie opgezet. Dit biedt de budgethouders handvatten om het subsidieproces beter te beheersen en controle uit te voeren.
1
Voor een specificatie verwijzen we u naar hoofdstuk 6 van de jaarstukken.
124
Hierna volgen de resultaten van de rechtmatigheidsonderzoeken. Bevindingen ten aanzien van de rechtmatigheidscriteria Financiële2 rechtmatigheidsfouten worden bepaald aan de hand van drie criteria: 1. Voorwaardencriterium: Zijn baten, lasten en balansmutaties conform geldende wet- en regelgeving tot stand gekomen? 2. Begrotingscriterium: Zijn de financiële beheershandelingen tot stand gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s? 3. Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium: Zijn zodanige maatregelen getroffen dat voorkomen wordt dat derden misbruik of oneigenlijk gebruik maken van overheidsgelden? Hierna worden per criterium de bevindingen genoemd. 1. Voorwaardencriterium Op de dossiers waarop wij in 2011 rechtmatigheidscontroles hebben uitgevoerd, zijn in de hierna opgenomen tabel de fouten en onzekerheden opgenomen. Toelichting op de fouten en onzekerheden Dossier Subsidieverlening Belastingen en bouwleges Inkoop en aanbesteding Personeels- en salariskosten Grondexploitatie Regelingen uit Sisa Treasury Wet werk en bijstand/WIJ Bijzondere bijstand Ioaw, Ioaz, Bbz 2004 en langdurigheidstoeslag Wet maatschappelijke ondersteuning
massa fout € 17.064.337 €0 € 26.144.000 € 4.945 € 147.108.198 € 77.900 € 28.356.167 €0 €0 Zie paragraaf 7 zie hoofdstuk 6 €0 zie hoofdstuk 4 €0 € 12.589.278 € 32.580 € 478.142 €0 € 5.769.471 € 7.657.673
Totale fout/onzekerheid
€0 €0 € 115.425
in % onzekerheid 0,00% €0 0,02% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,26% €0 0,00% €0
in % 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,67%
€0 € 50.986 € 50.986
Subsidieverlening Hierbij hebben we geen fouten geconstateerd. Wel is gebleken dat de termijnen zoals vastgesteld in de subsidieverordening worden overschreden. Dit geldt zowel voor het indienen van aanvragen als voor de vaststelling. De handhaving van deze termijnen zal beter georganiseerd gaan worden. Bouwleges Op de bouwleges hebben wij een tweetal fouten geconstateerd van totaal € 4.945. De fouten betreffen een berekening voor een woningbouwcomplex, waarbij de totale bouwsom als uitgangspunt was gehanteerd i.p.v. de regels voor een complex en een foutieve berekening voor de bouwsom. Inkoop en aanbesteding Het betreft een aanbesteding van een parkeermanagementsysteem in 2010 die in 2011 nog tot lasten heeft geleid. We hebben het steeds over financiële rechtmatigheid, aangezien het gaat om de rechtmatige totstandkoming van financiële beheershandelingen. Baten, lasten en balansmutaties zoals ze in een boekjaar verwerkt zijn (en hierdoor in de jaarrekening staan) moeten conform geldende wet- en regelgeving tot stand gekomen zijn.
2
125
WIJ-inkomen Bij één betaling is geconstateerd dat de uitkering onrechtmatig is ingezet. De klant heeft inkomsten uit een risicopolis. De inkomsten zijn hoger dan de voor hem van toepassing zijnde norm. Het bedrag kan niet worden teruggevorderd bij de klant. Wmo Bij de controle in 2011 is geconstateerd dat in één dossier de offertes ontbreken waarop de toekenning van de hoogte van de financiële tegemoetkoming woonvoorziening is gebaseerd. Toegekend is een bedrag van totaal € 2.323. Het dossier/de betaalregel wordt als onzeker gerekend omdat het bedrag van € 2.323 dat is verstrekt niet herleidbaar is. Geconstateerd is dat er wel een noodzaak is om tot compensatie uit de Wmo over te gaan. De onzekerheid moet verrekend worden over de massa van verstrekte gelden het betreft dan een bedrag van € 50.986. 2. Begrotingscriterium Het begrotingscriterium houdt in dat financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s. Met andere woorden: zijn de bij een programma horende budgetten en kredieten niet overschreden. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de raad is gerespecteerd. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en lasten binnen de begroting blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen worden gemeld bij de gemeenteraad zodat deze tijdig (binnen het begrotingsjaar) een besluit kan nemen. Wij hebben hieraan invulling gegeven door tussentijdse rapportages (het bestuurlijk dashboard en de financiële monitor). Zo worden prestaties, planning en budgetten gevolgd. Een dreigende begrotingsoverschrijding wordt dan in de loop van het jaar gesignaleerd en aan de raad voorgelegd. Indien een wijziging van de begroting niet meer in het jaar zelf is of kon worden voorgelegd aan de raad zijn bestedingen boven het begrotingsbedrag strikt genomen onrechtmatig. Gaat het echter om overschrijdingen binnen het door de raad uitgezette beleid én worden ze goed herkenbaar opgenomen in de jaarrekening, dan kan de raad deze uitgaven alsnog autoriseren. Doen dergelijke situaties zich voor bij gemeente Doetinchem, dan nemen we die in deze paragraaf op en vragen we de raad hiermee deze alsnog goed te keuren. De accountant moet deze overschrijdingen overigens wel opnemen in zijn verslag van bevindingen aangezien hij zijn verklaring afgeeft bij de door het college opgemaakte jaarrekening en voor hem dan dus nog niet vaststaat of de raad de overschrijdingen ook inderdaad zal autoriseren. De algemene lijn is dus dat begrotingsoverschrijdingen die binnen de beleidskaders van de raad passen niet worden meegewogen in het accountantsoordeel. Daarnaast worden nog negen soorten begrotingsoverschrijdingen onderscheiden. Hierna worden ze weergeven met hun gevolg voor de rechtmatigheid:
126
Onrechtmatig, maar telt niet mee voor het oordeel 1
Overschrijding, gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten
2
Overschrijding bij open einde (subsidie)regelingen Overschrijding door activiteiten als boetes, procedures en naheffingsaanslagen na het verantwoordingsjaar
3
4
Overschrijding op investeringen met als gevolg hogere kapitaallasten in jaren na investeren
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel 5 Overschrijding, niet passend binnen beleid, tegen beter weten in niet gemeld 6 Overschrijding, passend binnen beleid, tegen beter weten in niet gemeld 7 Overschrijding, gecompenseerd door niet direct gerelateerde extra inkomsten waarbij de raad nog geen besluit heeft genomen over die extra inkomsten 8 Overschrijding door activiteiten als boetes, procedures en naheffingsaanslagen tijdens het verantwoordingsjaar 9 Overschrijding op investeringen met als gevolg hogere kapitaallasten in het jaar van investeren
Tenslotte is het nog mogelijk dat budgetafwijkingen weliswaar in financiële zin binnen de begroting blijven maar dat er aanzienlijk minder prestaties geleverd zijn c.q. andere activiteiten ontplooid zijn dan in de begroting specifiek als doelstelling was aangegeven. Het gaat dan om afwijkingen van de beoogde prestaties. Neemt de accountant deze waar, dan heeft dit geen gevolgen voor de accountantsverklaring maar zal hij hiervan wel melding doen. Bevindingen ten aanzien van het begrotingscriterium 1. Programma’s Wij hebben de jaarrekening 2011 op programmaniveau beoordeeld op overschrijdingen. Alleen de lastenkant is in de toets betrokken. Er zijn 5 programma’s die een overschrijding aan de lastenkant Progr. Omschrijving programma
Lasten begroot
Lasten werkelijk
Saldo
1
Werken in een sterke economie
17.407
18.395
-988
soort 1
2
Prettig wonen in een wijk en dorp
18.329
18.391
-62
soort 1
3
Zorgen voor meedoen
44.203
44.325
-122
soort 1
4
Opgroeien en je talenten benutten
10.638
10.537
101
geen overschrijding
5
Wonen en ruimte om je heen
91.377
79.671
11.706
geen overschrijding
6
Veilig door het verkeer
10.960
10.928
32
geen overschrijding
7
Samenwerken aan besturen
11.057
11.268
-211
soort 1
8
Goed omgaan met minder geld
40.574
44.582
-4.009
soort 1
244.545
238.098
6.447
Totaal programma's
Toelichting
laten zien. Hierna worden ze weergegeven waarbij is vermeld om welke van de hiervoor genoemde negen soorten overschrijdingen het gaat. Toelichting: In deze toelichting worden alleen de programma’s onderbouwd waar sprake is van een overschrijding op het totaal van de lasten. Het mag duidelijk zijn dat het totaalbedrag van de toelichting niet aansluit bij het totaalbedrag van de overschrijding op het betreffende programma, omdat slechts die posten worden onderbouwd die geleid hebben tot een overschrijding (er kunnen namelijk ook posten met een onderschrijding zijn, maar die worden in dit kader niet toegelicht). 127
Progr. Omschrijving programma 1
Werken in een sterke economie
Product Omschrijving 6110 werkgelegenheid
Programma 1 werken in een sterke economie 2
Prettig wonen in een wijk en dorp
5410 cultuurhistorie en monumentenzorg
Zorgen voor meedoen
Samenwerken aan besturen
-189 De uitgaven in het kader van de voormalige rijksregeling vluchtelingen zijn ten laste gebracht van eerder ontvangen rijksmiddelen (transitoria vluchtelingen). -189
0010 bestuursorganen
-363 Zoals gebruikelijk worden nadelen op uitbetalingen pensioenvoorzieningen wethouders ten laste gebracht van de hiervoorvoor gevormde voorziening voor verplichtingen en risico's. -363
Programma 7 samenwerken aan besturen 8
Goed omgaan met minder geld
-78 Voor de verkoop van de panden de Schil zijn uitgaven gemaakt. Hier staan verkoopopbrengsten tegenover.
6208 vreemdelingen
Programma 3 zorgen voor meedoen 7
Onderbouwing
-1.027 Voor het actieplan jeugdwerkloosheid, de pilot loondispensatie, Achterhoekse talenten en het werkgeversservicepunt zijn in 2011 uitgaven gedaan, waarvoor rijks- of provinciale middelen zijn ontvangen. Daaraast zijn extra uitgaven gedaan op het werkdeel WWB (participatiebudget). De extra uitgaven zijn verrekend met de rijksontvangsten en ten laste gebracht van deze middelen (transitoria: door derden beklemde gelden). -1.027
-78
Programma 2 prettig wonen in een wijk en dorp 3
Overschrijding
9800/9900 rekeningsresultaat
Programma 8 goed omgaan met minder geld
-9.914 Dit betreft onder meer het rekeningsresultaat. -9.914
Hiermee kan geconcludeerd worden dat er weliswaar sprake is van begrotingsoverschrijding op vijf programma’s. In alle gevallen is echter sprake van overschrijdingen waar hogere opbrengsten, in de vorm van bijdragen van derden of onttrekkingen aan reserves of voorzieningen, tegenover staan waardoor van onrechtmatigheid, relevant voor het accountantsoordeel, geen sprake is. 2. Kredieten bedrijfsvoering Naast de programma’s zijn is ook bij de kredieten beoordeeld hoe een eventuele overschrijding veroorzaakt is. In hoofdstuk 4 is een totaaloverzicht en stand van zaken van kredieten opgenomen; hier worden overschrijdingen groter dan € 50.000 geanalyseerd.
128
Proj. Omschrijving krediet
Toelichting
75600 (ver)nieuwbouw stadhuis: bouw
soort 1
70065 (ver)nieuwbouw stadhuis: directiekosten 08/095
soort 1
72099 restauratie oude postkantoor 010/007
soort 1
70291 sporttechnisch binnenacc. (jaarlijkse vervanging)
soort 1
70294 rozengaarde zwembad (btw te verhalen)
soort 1
78022 groenvoorz.meerjarenp.sportacc.(jaarlijkse verv.)
soort 1
Overschrijding
Onderbouwing
-164.951 Relatie met hogere inkomsten project robuust groen. -123.794 Komt t.l.v. krediet 2012. Dit i.v.m. het naar voren halen van investeringen i.v.m. (ver)nieuwbouw stadhuis en invoering van het nieuwe werken. -119.495
Betreft uitgaven in het kader van de restauratie van het oude postkantoor. Hier tegenover staat een extra BDU-subsidie van 82.000. De rest van het tekort wordt verrekend in het kader van het mobiliteitsplan. -108.179 Relatie met niet begrote inkomsten groot 115.000 Het krediet is netto (zonder rekening te houden met deze opbrengsten) beschikbaar gesteld. -74.100 De overschrijding is het gevolg van parallele sessies en zal verrekend worden met overige projecten ict. -60.563 Relatie met hogere inkomsten project robuust groen.
Overigens betreft het hier in alle gevallen een onrechtmatigheid die niet meetelt in het oordeel van de accountant. 3. Kredieten grondexploitatie Net als bij de kredieten bedrijfsvoering worden hier ook alleen kredieten met een overschrijding groter dan € 50.000 gerapporteerd. . Proj. Omschrijving krediet Dichteren
Toelichting soort 1
Overschrijding
Onderbouwing
-774.479 Relatie met opbrengsten.Verwacht benodigd aanvullend krediet circa 1.556.000. Krediet netto gevoteerd i.p.v. bruto.
Bij het project Dichteren is bij de kredietaanvraag een bedrag € 1,5 mln aan inkomsten in mindering gebracht. Het krediet is derhalve “netto” gepresenteerd, dus zonder rekening te houden met deze inkomsten. Ook hier betreft het derhalve een onrechtmatigheid die niet meetelt in het oordeel van de accountant omdat hier opbrengsten tegenover staan. Bij de eerstvolgende actualisatie van de grondexploitatie zal rekening worden gehouden met kredietbijstelling. 3. M&O-criterium Bij de uitvoering van de rechtmatigheidsonderzoeken is het onderwerp misbruik en oneigenlijk gebruik aan de orde geweest in die zin dat beoordeeld is of er voldoende waarborgen binnen de processen zijn dat voorkomen wordt dat derden misbruik of oneigenlijk gebruik kunnen maken van overheidsgelden/-voorzieningen. Dit heeft bij de volgende dossiers geleidt tot het maken van opmerkingen. Overigens wil dit niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is van misbruik en/of oneigenlijk gebruik; het gaat er hier om dat in het proces waarborgen verankerd zijn. Subsidieverlening In dat verband is bekeken of bij de subsidieverlening aanvullende maatregelen zijn genomen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen: denk bijvoorbeeld aan toezicht ter plaatse door een 129
toezichthouder, aanvullende controle op de aangeleverde financiële stukken etc. In alle onderzochte dossiers is hier geen sprake van, althans blijkt dit niet uit het dossier. Inkoop en aanbesteding Naleving van inkoop- en aanbestedingsregels bepaalt voor een belangrijk deel het resultaat op misbruik en oneigenlijk gebruik. We constateren dat het steeds beter gaat. Het contractenregister zal in 2012 echter (nog) meer aandacht moeten krijgen want het blijkt dat er veel contracten en verplichtingen zijn die niet zijn geregistreerd. In een register worden de contracten opgenomen en wordt inzichtelijk welke contracten op welk moment aandacht behoeven. Werk en inkomen Het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik krijgt nadrukkelijk aandacht binnen kwaliteitssysteem dat de afdeling werk en inkomen hanteert. Door specialisatie van de klantmanagerfunctie, het hoogwaardig handhaven en verbeteringen in de administratieve processen geven we daar uitvoering aan. Het kwaliteitssysteem (certificeringssysteem) wordt ook tijdelijk aangepast met als doel meer risicosturend te kunnen werken. Het maken van fouten wordt beperkt en er kan tijdig worden bijgestuurd Voor alle bevindingen geldt dat we deze bespreken met de betreffende afdelingshoofden. De directie zal aan hen in 2012 een verbeterplan vragen waarin afdelingshoofden moeten aangeven hoe zij denken geconstateerde bevindingen in de toekomst te voorkomen. Uiteraard zal de directie vervolgens toetsen of deze verbeteringen ook daadwerkelijk worden doorgevoerd.
130
Jaarrekening
132
Hoofdstuk 4 Programmarekening Analyse van het rekeningresultaat
134
Hoofdstuk 4.
Programmarekening en analyse rekeningresultaat
In dit hoofdstuk informeren we u over de rekeningresultaten 2011 en de resultaatbestemmingen. Ook ziet u welke gevolgen de resultaten hebben op de algemene reserves bedrijfsvoering en van de grondexploitatie. Het financiële resultaat 2011 is het resultaat ten opzichte van de bijstellingen op de begroting 2011. Die bijstellingen gebeurden in de financiële monitoren 2011 en door besluiten van de raad op specifieke onderwerpen. 4.1
Samenvatting rekeningresultaten 2011 en gevolgen algemene reserves
Het resultaat 2011 is te onderscheiden in twee delen: 1. Resultaat reguliere begroting Het resultaat op de reguliere begroting bestaat uit twee onderdelen: - Een deel van het resultaat waarvan we voorstellen om de budgetten door te schuiven naar de begroting 2012. Deze bestemmingsvoorstellen bedragen totaal De budgetten willen we doorschuiven omdat er bijv. vertraging in de uitvoering of de betaling is ontstaan. In andere gevallen lopen de activiteiten van het project over meerdere jaren. Om later de kosten te kunnen betalen moeten we de budgetten die we overhielden in 2011 beschikbaar houden. - Een deel dat overblijft na de bestemmingsvoorstellen. Dit netto resultaat op de reguliere begroting wordt toegevoegd aan de algemene reserve Het bruto resultaat 2011 op de reguliere begroting bedraagt
€
2,8 miljoen
€
2,1 miljoen
€
4,9 miljoen
2. Resultaat grondexploitatie Het resultaat op de grondexploitatie onderscheiden we ook in twee onderdelen: - Het reguliere resultaat op de projecten van de grondexploitaties 2011dat wordt toegevoegd aan de Reserve Grondexploitatie bedraagt € Zie de toelichting aan het eind van dit hoofdstuk en de paragraaf Grondbeleid. - Het treffen van een voorziening door de Taskforce zorgt voor een tekort op het resultaat 2011van de grondexploitatie van - € Zie hiervoor de toelichting hieronder.
0,2 miljoen 15,0 miljoen
Het bruto resultaat op de grondexploitatie 2011 bedraagt
- € 14,8 miljoen
Het bruto rekeningresultaat 2011 op de reguliere begroting en de Grondexploitatie samen bedraagt daarmee
- €
9,9 miljoen
Toelichting op de voorziening € 15 miljoen Taskforce grondexploitatie De raad heeft, op basis van de Taskforce rapportage in de voorjaarsnota 2011 € 29 miljoen van de Algemene reserve bestemd als risicoreserve voor de grondexploitatie. Dit bedrag is bestemd om toekomstige verliezen in woningbouwprojecten op te vangen. Inmiddels heeft de Taskforce begin 2012 de grondexploitaties geactualiseerd. Daarbij is op basis van de nieuwste inzichten bepaald welke projecten gesaneerd dan wel gefaseerd worden. In die gevallen boeken we het verwachte verlies af door het treffen van een voorziening van € 15 miljoen. Daarom wordt in deze jaarstukken € 15 miljoen uit de algemene reserve bestemd voor het treffen van genoemde voorziening voor de grondexploitatie. Op basis van de adviezen die de taskforce geeft bij de actualisatie van de grondexploitatie wordt ook voorgesteld om € 2,4 miljoen uit de algemene reserve te bestemmen voor een bestemmingsreserve omzettaakstelling. 135
Na de bestemmingen van € 17,4 miljoen (€ 15 mln. + € 2,4 mln.) resteert nog € 11,6 miljoen in de risicoreserve grondexploitatie. De onttrekking van € 17,4 miljoen uit de algemene reserve is mogelijk uit het totaal van de onderdelen van de algemene reserve zoals die in de jaarrekening wordt verantwoord. Deze mogelijkheid blijkt niet uit het overzicht van de algemene reserve zoals die in de begroting wordt gepresenteerd. Dat heeft te maken met de verschil in presentatie van de algemene reserve in de begroting en in de jaarrekening tot op heden. Om onduidelijkheid en verwarring in de toekomst te voorkomen hebben we een wijziging doorgevoerd van de presentatie van de NUON-gelden in de voorjaarsnota 2012. In het raadsvoorstel bij deze jaarstukken en in de voorjaarsnota 2012 lichten we deze wijziging toe. Het rekeningresultaat 2011 is samengevat in het volgende overzicht. (1) mutatie op/ bestemming van resultaten
Rekeningresultaat 2011 (bedragen in €)
(2) netto resultaat bestemd voor algemene reserves
(3=1+2) Bruto Resultaten 2011
Resultaat voor begrote mutaties in reserves Saldo van mutaties in reserves
-30.486.000 20.572.000 -9.914.000
Resultaat na begrote mutaties in reserves
Specificatie van het resultaat na begrote mutaties in reserves Bestemmingsvoorstellen/over te hevelen budgetten naar 2012 Netto resultaat reguliere begroting Bruto resultaat reguliere begroting
2.824.000 2.060.000 4.884.000
Mutatie op resultaat Grex door voorziening grondexploitatie Netto resultaat grondexploitatie Bruto resultaat grondexploitatie
-15.000.000
Totaal mutaties op/bestemming van resultaten 2011
-12.176.000
202.000 -14.798.000
2.262.000
Totaal netto resultaat jaarrekening 2011 Totaal bruto resultaat na begrote mutaties in reserves
-9.914.000
Gevolgen rekeningresultaten op de algemene reserves De hierboven genoemde resultaten in de jaarrekening 2011 hebben invloed op de saldi van de algemene reserve bedrijfsvoering en die van de grondexploitatie. Algemene reserve bedrijfsvoering per 31/12/2011 na verwerking voorstel resultaatbestemming Saldo voor resultaatbestemming Toevoeging resultaat reguliere begroting na bestemmingsvoorstellen Uit algemene reserve bedrijfsvoering te onttrekken vanwege voorzieningen grex Bestemmingsreserve omzettaakstelling taskforce grondexploitatie Algemene reserve bedrijfsvoering na resultaatbestemming
bedragen in €
Algemene reserve grondexplatie per 31/12/2011 na resultaatbestemming na verwerking voorstel resultaatbestemming Saldo voor resultaatbestemming Totaal toe te voegen aan algemene reserve grondexploitatie Algemene reserve grondexploitatie na resultaatbestemming
bedragen in €
136
33.228.000 2.060.000 -15.000.000 -2.400.000 17.888.000
7.043.000 202.000 7.245.000
4.2 Programmarekening In onderstaand overzicht ziet u een recapitulatie van de baten, de lasten en het saldo per programma die zijn opgenomen in de jaarrekening 2011. In het overzicht is programma 8 gesplitst in algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutaties in reserves en voorzieningen. Verder laat het overzicht het rekeningresultaat voor en na bestemming zien, zoals dat hiervoor is gepresenteerd. De opzet en de indeling van dit overzicht worden voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording (BBV). bedragen x € 1.000: saldo positief is voordeel / saldo negatief is nadeel Progr. Omschrijving programma 1
Werken in een sterke economie
2
Prettig wonen in een wijk en dorp
3
Zorgen voor meedoen
4
Opgroeien en je talenten benutten
5
Wonen en ruimte om je heen
6
Veilig door het verkeer
7
Samenwerken aan besturen
subtotaal programma's (A)
Raming 2011voor wijziging
Raming 2011 na wijziging
Realisatie 2011
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
16.479
19.997
-3.518
13.819
17.407
-3.588
14.777
18.395
-3.618
2.489
17.612
-15.122
2.386
18.329
-15.943
3.810
18.391
-14.581
15.096
40.790
-25.694
16.303
44.203
-27.900
19.518
44.325
-24.807
2.549
11.107
-8.558
1.816
10.638
-8.821
1.798
10.537
-8.740
28.721
37.114
-8.393
80.209
91.377
-11.168
49.861
79.671
-29.810
4.935
11.710
-6.776
4.166
10.960
-6.794
4.256
10.928
-6.672
754
10.391
-9.637
762
11.057
-10.295
1.341
11.268
-9.926
71.023
148.721
-77.698
119.462
203.971
-84.509
95.362
193.515
-98.153
8
Lokale heffingen
10.046
940
9.106
10.342
20.303
-9.960
10.441
950
9.491
8
Algemene uitkeringen
55.802
1
55.801
56.892
-8
56.900
57.691
0
57.691
8
Dividend
8
Saldo financieringsfunctie
8
Saldo BTW-compensatiefonds
8
Overige algemene dekkingsmiddelen
subtotaal algemene dekkingsmiddelen (B) 8
Onvoorzien (C.)
resultaat voor bestemming (A+B+C=D) 8
Mutaties reserves (E)
resultaat na bestemming (D+E=F)
4.3
536
0
536
694
0
694
694
0
694
9.517
3.760
5.757
11.869
16.093
-4.224
11.851
13.235
-1.384
0
0
0
0
0
0
67
0
67
2.365
-3.295
5.660
4.237
-16.116
20.353
4.284
3.175
1.109
78.266
1.406
76.860
84.034
20.271
63.763
85.028
17.360
67.668
0
130
-130
0
109
-109
0
0
0
149.289
150.257
-969
203.497
224.351
-20.855
180.390
210.876
-30.485
4.165
3.197
969
41.048
20.193
20.855
57.708
37.136
20.572
153.454
153.454
0
244.545
244.545
0
238.098
248.012
-9.914
Bestemmingsvoorstellen / over te hevelen budgetten naar 2012
Algemene toelichting op de bestemmingsvoorstellen Een groot deel van het resultaat op de reguliere begroting heeft betrekking op activiteiten die nog in uitvoering zijn en doorlopen in 2012 en volgende jaren. Het gaat om ruim € 2,8 miljoen waarvan de budgetten zijn toegevoegd aan het rekeningsaldo 2011. Daarom worden nu voorstellen gedaan voor het “overboeken” van de niet benutte budgetten 2011 naar 2012. Per bestemmingsvoorstel leest u de reden waarom de bijbehorende activiteit in het afgelopen jaar niet uitgevoerd kon worden en alsnog moet worden gedaan in 2012. De bestemmingsvoorstellen kunnen worden verdeeld in twee hoofdgroepen: • Exploitatiebudgetten: bestemmingsvoorstellen van budgetten voor reguliere, doorlopende activiteiten. • Projectbudgetten: bestemmingsvoorstellen van budgetten voor activiteiten met een projectmatige aanpak.
137
Exploitatiebudgetten (1 t/m. 9) Dit zijn budgetten voor jaarlijkse doorlopende activiteiten. Er zijn allerlei, vaak onbeïnvloedbare redenen voor de onderuitputting van de begroting. Denk aan vertraging in de uitvoering door extra benodigde stappen in het proces, gewijzigde regelgeving, bezwaren van burgers, etc. De verwachting is dat de activiteiten in het komende jaar “gewoon”kunnen worden uitgevoerd. 1. Amphion € 157.000 In verband met mogelijk dubbele lasten in 2011 is in de begroting 2011 eenmalig rekening gehouden een extra exploitatie subside van € 157.000. Bij het opmaken van deze jaarstukken was de jaarrekening 2011 van de Amphion nog niet behandeld. Deze extra benodigde subsidie wordt in 2012 uitbetaald bij de vaststelling van de subsidie over 2011. 2. Toezicht kinderopvang € 17.000 In 2005 is de Wet kinderopvang in werking getreden. In deze wet wordt bepaald dat het college toezicht houdt op en handhaaft in de kinderopvang. Het college heeft de GGD als toezichthouder aangewezen. Het college heeft de taak er op toe te zien dat de GGD de kwaliteit van de kinderopvang waarborgt. Handhaven is de taak van de gemeente. De gemeente wordt geïnspecteerd door de ministeries van SZW en OZW. In 2011 is het budget voor toezicht op kinderopvang niet volledig ingezet. Dit komt omdat er geen specifieke toezichtactiviteiten gericht op inburgering waren. Ook heeft de GGD in 2011 niet alle inspecties uitgevoerd. Deze wettelijk verplichte inspecties dienen echter in 2012 te worden ingehaald. Voor de dekking ervan gebruiken we het overschot uit 2011 van € 17.000.
138
3. Milieubeleid (PUEV-gelden) € 15.000 Externe veiligheid betreft de risico’s van milieu-inrichtingen voor de omgeving, zoals LPG-tankstations of aardgasbuisleidingen. Gezien recente ontwikkelingen rond externe veiligheid in ruimtelijke plannen (denk aan het A18 Bedrijvenpark, de brandweerkazerne en Sportpark Zuid), waarbij op ad ho basis en met inhuur van relatief dure externe capaciteit e.e.a. is opgelost, is het efficiënter om beleid rond externe veiligheid op te stellen. Dit beleid is nodig om heldere keuzes te maken en te communiceren over de risico’s die het gemeentebestuur aanvaardbaar vindt, maar ook om efficiënter te kunnen werken in vergunningprocedures en bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. In 2011 is subsidie ontvangen van het Rijk voor de ambtelijke inzet op het gebied van externe veiligheid in voorgaande jaren (zogenaamde PUEV-gelden). Voorgesteld wordt dit bedrag over te hevelen naar 2012 om gemeentelijk beleid voor externe veiligheid te kunnen laten opstellen. Voorgesteld wordt om € 15.000 over te hevelen naar 2012. 4. Klimaatgelden (SLOK) € 80.000 De regeling SLOK (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) heeft als primaire doel om gemeenten en provincies te stimuleren structurele activiteiten te ondernemen en maatregelen te treffen voor een beter milieu. In de jaren 2009, 2010 en 2011 is het SLOK-subsidiegeld uit het gemeentefonds overgeboekt naar deze post (in 2012 vindt er geen uitkering plaats uit het gemeentefonds). De SLOK-gelden worden ingezet voor de uitvoering van het Klimaatplan 2009-2012. In het kader van de Achterhoek Agenda 2020 worden regionaal projecten ontwikkeld met als doel om in 2030 CO2-neutraal te zijn. De SLOK-gelden zijn ook al in 2012 onmisbaar om dergelijke projecten op te kunnen zetten. Als de SLOK-gelden niet meer beschikbaar zjin, kan Doetinchem haar rol in deze niet of onvolledig waar maken. Het Klimaatplan 2009-2012 omvat verschillende projecten die betrekking hebben op onder andere duurzame gebouwen (gemeentelijke accommodaties en die van derden), duurzame mobiliteit en duurzame energieopwekking. Een aantal projecten zijn inmiddels afgerond, zoals de nieuwbouw van de duurzame school De Kleine Prins. De meeste projecten lopen door gedurende de looptijd van het klimaatplan. Een voorbeeld is het stimuleren van duurzame mobiliteit (GroenGas en elektrisch rijden) en de haalbaarheid en ontwikkeling van een biomassa-energiecentrale. De nog af te ronden of op te starten projecten uit het Klimaatplan waarvoor de gelden beschikbaar moeten blijven zijn: • Energiebesparing bewerkstelligen bij de eigen accommodaties. Waar mogelijk opwekking van (deel van) de eigen energie door bij voorbeeld zonnepanelen of verwarming op hout. (€ 20.000) • Stimuleren gebruik duurzame brandstoffen (Groengas/elektrisch rijden) binnen de gemeente door actief ondernemers te benaderen om over te stappen op een duurzame vorm van mobiliteit. (€ 10.000) • Verduurzaming van de bestaande bouw door een wijkgerichte aanpak: wijkenergiebedrijf (energieopwekking in eigen wijk), collectieve aanpak isolatie woningen, e.d. (€ 10.000) • Stimuleren opwekken duurzame energie uit wind, zon, biomassa et cetera. Een voorbeeld is een biomassa-energiecentrale op het A18 Bedrijvenpark. (€ 15.000) • Oprichten Achterhoekse Groene EnergieMaatschappij. (€ 5.000) • Input en medewerking aan ambities Achterhoek Agenda 2020. (€ 20.000) De SLOK-gelden zijn gelabeld voor de uitvoering het Klimaatplan 2009-2012. Daarom is het opgenomen in de jaarrekening 2011 en niet in de voorjaarsnota 2012. In de jaarrekening 2011 is er een voordelig saldo van € 160.000 op de klimaatgelden waarvan € 80.000 wordt bestemd voor de uitvoering van activiteiten in 2012.
139
5. Digitaal uitwisselen ruimtelijke plannen (DURP) € 22.000 Dit restant betreft een subsidie voor het digitaliseren van de bestemmingplannen (wettelijke taak). Dit restant is nodig om in 2012 de laatste activiteiten voor de digitalisering af te kunnen ronden. 6. Burgerzaken €54.000 Voorgesteld wordt om het voordelig resultaat op het product Burgerzaken van de afdeling gemeentewinkel toe te voegen aan de bestemmingsreserve verkiezingen. Deze reserve wordt voortaan reserve burgerzaken genoemd. Onder deze reserve vallen dan onder meer de verkiezingen, huwelijken, paspoorten, rijbewijzen en identiteitskaarten. Reden om deze egalisatiereserve in te zetten is dat de activiteiten van de verschillende producten cyclisch van aard zijn. Daardoor fluctueren de kosten en opbrengsten in de loop der jaren. Hiermee kan invulling worden gegeven aan de budgetverantwoordelijkheid om binnen het product burgerzaken pieken en dalen in activiteiten en inkomsten over meerdere jaren te verevenen. 7. Vorming reserve BTW compensatiefonds € 67.000 In verband met een te verwachten naheffingsaanslag BTW Compensatiefonds/voordruk en afdracht over de periode 2004 tot en met 2010 is in de jaarrekening 2009 en 2010 een voorziening getroffen ter grootte van totaal € 1,8 miljoen. Deze naheffingsaanslag is inmiddels ontvangen en administratief afgewikkeld. Er zijn in dit kader nog wel enkele bezwaarschriften bij de Belastingdienst in behandeling waarop nog geen uitspraak is ontvangen. Per saldo resteert na afboeking van de naheffingsaanslag ten laste van de voorziening nog een restantbedrag van afgerond € 67.000. Vanaf 2012 zullen in overleg met de belastingdienst afspraken worden gemaakt over horizontaal toezicht. Hierbij gaat het vooral om hoe je met elkaar omgaat. Transparantie en Vertrouwen zijn begrippen die hiermee onlosmakelijk verbonden zijn. De Belastingdienst stelt eisen aan de administratieve organisatie en interne controle zodat een juiste BTW administratie wordt gevoerd. Knelpunten dienen in een vroeg stadium te worden besproken met de Belastingdienst. Deze cultuuromslag is niet van vandaag op morgen geïmplementeerd. Dit vraagt een andere houding van zowel de Belastingdienst als de gemeente. Door de doorgevoerde verbeterslagen in 2011 bij de gemeente Doetinchem en het toegroeien naar horizontaal toezicht zal naar verwachting het risico op naheffingsaanslagen aanzienlijk afnemen. Maar waar mensen werken worden fouten gemaakt deze kunnen niet helemaal worden uitgesloten. Het risico op een naheffingsaanslag, blijft dus aanwezig. Voorgesteld wordt daarom met ingang van 2011 een reserve te vormen voor onverwachte nadelen betreffende het BTW toepassing. Deze reserve wordt in 2011 gevoed met het bedrag dat resteert uit de voorziening BTW compensatiefonds (€ 67.000). In de loop van 2012 zal worden becijferd welke omvang voor deze reserve gewenst is om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen. 8. Omzettaakstelling € 525.000 De vaste organisatie van de afdeling Fysiek Ontwikkeling en grondzaken (incl. control) was mede afgestemd op het werk dat werd verkregen uit de grondexploitaties en overige investeringen. De gemeente krijgt te maken met een terugloop van het aantal woningbouwprojecten. Op dit moment zijn er nog 28 grondexploitaties en komend jaar zullen ca 9 projecten door realisatie en sanering worden afgesloten. De geraamde budgetten voor plankosten (omzet) die garant stonden voor de dekking van het werk en ook het werk in de resterende grondexploitaties drogen op. Nieuwe projecten zijn nauwelijks aan de orde. In de toekomst kan een deel van de loonkosten en de overhead van onze organisatie (uren x tarief) niet meer worden gedekt uit de plankosten-budgetten zoals opgenomen in de grondexploitaties. Deze ontwikkeling was voorzien en in eerdere taskforcerapportage benoemd. Anticiperend op deze ontwikkeling is in de periode 2009-2012 de vaste formatie van de afdeling FO en grondzaken (incl. control) van 64,9 fte teruggebracht naar 55,1 fte. En in 2009 waren ter bestrijding van de economische crises voor deze ontwikkeling financiële middelen vrijgemaakt. Van het in de begroting 2011 beschikbare bedrag van € 1 mln. is tot een bedrag van € 475.000 benut. Per saldo hebben we de afgelopen jaren 2009 t/m 2011 van het totaal beschikbare bedrag van € 3 mln. voor de periode 2010-2012 een bedrag van € 1,4 mln. benut. Het overschot van € 1.6 mln. is niet vol140
ledig beschikbaar, omdat in de jaarrekening 2010 een deel van het geraamde bedrag ad €0,6 mln, is vrijgevallen ten gunste van het rekeningsresultaat. Nog beschikbaar is een bedrag € 1mln., zijnde het overschot van 2011 ad € 525.000 en het ramingbedrag van 2012 € 500.000. Een verdere reductie in de periode 2012-2015 van ca 8-9 fte is noodzakelijk om de werkvoorraad en de capaciteit duurzaam met elkaar in evenwicht te krijgen. De afvloeiing van vast personeel zal niet gelijk oplopen met het teruglopen van werk. We hebben een berekening gemaakt en verwachten de komende jaren 2012-2015 nog een verlies van ca € 3,4 mln. op de zgn. omzettaakstelling. Zoals hierboven gemeld is er nog € 1 mln. beschikbaar, maar dan moeten we wel bij deze jaarrekening het niet benutte bedrag van € 525.000 beschikbaar houden. En omdat dit eenmalige verlies een direct gevolg is van een gesaneerde planvoorraad zullen we voor het resterende ongedekte tekort van € 2,4 mln. het spaarbedrag van € 29 mln voor de woningbouwprojecten aanspreken. Vanaf 2016 zal dan het probleem structureel zijn opgelost: de sterk verminderde formatie is dan weer in lijn met de dekkingsmogelijkheden. 9. Personele aangelegenheden € 598.000 Bij de jaarrekening 2011 is een voordeel op de personeelsbudgetten van € 533.000 gerealiseerd. Dit bedrag bestaat uit niet besteed budget (€ 353.000) en een teruggaaf aan loonbelasting (€ 180.000). Daarnaast is er een voordeel op het budget voor opleiding digitale vaardigheden van € 65.000. In totaal betekent dit een voordeel van € 598.000. Het afgelopen jaar stond in het teken van de voorbereiding van bezuinigingen. Mede als gevolg daarvan waren er minder vacatures en was er minder mobiliteit. Hierdoor is er minder beslag gelegd op de budgetten voor opleiding en ontwikkeling, loopbaanbeleid en werving & selectie. Vooruitlopend op concrete acties in het kader van de bezuinigingen is daarnaast terughoudend omgegaan met personele budgetten om uitputting te voorkomen. Deze budgetten zullen in de toekomst gericht ingezet moeten worden om de problematiek van afnemend werkaanbod en afnemende middelen op te kunnen vangen. Daarom wordt hieronder een bestemmingsvoorstel gedaan voor het voordeel op de personeelsbudgetten. In het raadsvoorstel ombuigingen en SPP is invulling gegeven aan de opdracht van de raad om nog openstaande PM-posten ‘ombuiging personeel’ in te vullen. Ook zijn in het raadsvoorstel een aantal strategische keuzes uitgewerkt voor de koers van de gemeente Doetinchem. Dit Raadsvoorstel was bij het opstellen van de jaarstukken in behandeling bij de raad. Om de maatregelen en keuzes uit het raadsvoorstel concreet uit te kunnen voeren zullen voor een deel bestaande budgetten zoals het opleidings- en ontwikkelingsbudget en levensfasebeleid/loopbaanbeleid worden aangewend. Daarnaast zal de komende vier jaar extra budget nodig zijn. Dit budget zal besteed worden aan: 1. Beperken en opheffen bovenformativiteit van medewerkers door: - Om-, her- en bijscholingsprogramma’s - Coaching, training en begeleiding - Assessments - Outplacement - Stimuleren externe uitstroom Als gevolg van de te nemen maatregelen ontstaat bovenformativiteit van medewerkers op verschillende taakvelden. De gemeente Doetinchem zal hierbij haar verantwoordelijkheid moeten nemen als goed werkgever. Dure wachtgeldsituaties zullen zoveel als mogelijk moeten worden vermeden. Interne mobiliteit zal worden bevorderd. In een enkele situatie zal mogelijk externe uitstroom moeten worden gestimuleerd. Interne mobiliteit blijft overigens niet beperkt tot de medewerkers die door de ombuigingen worden getroffen. Want door interne verschuivingen kunnen juist mogelijkheden ontstaan om bovenformativiteit op te heffen. Voor de ombuigingen wordt uitgegaan van een reductie op de personeelsformatie van 20 FTE (circa 25 medewerkers). Per medewerker wordt uitgegaan van een gemiddeld bedrag van € 10.000 voor 141
ondersteuning, begeleiding en bemiddeling. Dit betekent dat voor het realiseren van de ombuigingen € 250.000 aanvullend op het reguliere opleidingsbudget moet worden geraamd voor het verminderen van de bovenformativiteit. 2. Uitwerking strategische koers: - Investeren in samenwerking - Investeren in het uitbouwen van de centrumfunctie - Behoud van kwaliteit van dienstverlening - Afwegen rol van de gemeente en zelf doen of uitbesteden - Investeren in zittend en in nieuw talent De gemeente Doetinchem moet zich blijvend voorbereiden op de toekomst. Zij zal haar positie moeten verstevigen. Kernbegrippen hierbij zijn: resultaatgericht werken, zakelijkheid, ondernemerschap en digitaal werken. Concrete acties zullen worden uitgewerkt op basis van de kaders die door de raad worden gesteld. De gemeente zal in ieder geval moeten investeren om op termijn het kennis- en capaciteitsverlies op te kunnen vangen en flexibiliteit (weerbaarheid) en duurzame inzetbaarheid van medewerkers te bevorderen. Van belang hierbij is te investeren om zittende medewerkers klaar te stomen voor de toekomst. Een van de centrale speerpunten hierbij is ‘Het Nieuwe Werken’. Dit concept is in 2011 ingevoerd en vraagt om extra aandacht voor concrete invulling. Uit een interne toets is gebleken dat ten aanzien van digitale vaardigheden een inhaalslag moet worden gerealiseerd. Daarnaast zal resultaatgericht werken en resultaatgerichte aansturing moeten worden bevorderd. Voor deze en andere (individuele) trajecten zal € 150.000 euro extra moeten worden geraamd. Om te anticiperen op de toekomstige uitstroom en het daarmee gepaard gaande kennisverlies, is het daarnaast van belang om te investeren in vernieuwing van de organisatie en extra capaciteit aan te trekken om nieuwe taken op te kunnen vangen en kennisoverdracht te realiseren. Hierbij wordt gedacht aan het aantrekken van vier trainees* (per jaar). Uitgaande van een gemiddelde loonsom van € 50.000, wordt hiervoor € 200.000 geraamd. Concreter kan dit nog niet worden ingevuld omdat de kaders van de raad leidend zijn bij de uitwerking van de strategische koers. Op basis van het voorgaande wordt voorgesteld om het overschot van € 598.000 op de personeelsbudgetten bij de jaarrekening 2011, voor 2012-2015 te bestemmen als implementatiebudget voor uitwerking van de ombuigingen en de strategische koers. Het gaat hierbij in eerste instantie om een bundeling van maatregelen in het kader van bestaand beleid (zoals herplaatsingsbeleid, loopbaanbeleid en Het Nieuwe Werken). Het raadsbesluit zal leiden tot een verdere uitbouw van dit beleid en mogelijk ook nieuwe beleidsvelden. In de Voorjaarsnota zal hiervoor, op basis van een concreet implementatieplan, een structurele financiële vertaling in de kaders worden opgenomen. * = in brede zin des woords (niet alleen jong en net afgestudeerd) Budgetten voor projectmatige activiteiten (10 t/m. 18) Voor een aantal budgetten geldt dat de geplande activiteiten zich uitstrekken over meerdere jaren. Doordat het project meerdere jaren loopt wordt het budget niet volledig in het jaar van de begroting uitgegeven. Het voordelige saldo op de budgetten in dit kalenderjaar zijn echter nodig voor de verdere uitvoering van het project in de komende jaren. Volgens de financiële spelregels moet het niet bestede deel van die budgetten nu worden toegevoegd aan het resultaat 2011. De raad kan vervolgens besluiten om de budgetten uit 2011 weer toe te voegen aan de budgetten 2012. Zo kunnen die projectmatige activiteiten toch worden uitgevoerd. Deze werkwijze geldt voor de voorstellen vanaf 11 en verder. Voor de toekomst willen we deze bestemmingsvoorstellen voorkomen door de budgetten voor projectmatige activiteiten in de begroting al op te nemen als projectbudgetten.
142
10. Vertraging uitvoering project Eigen kracht € 50.000 In augustus 2011 heeft onze gemeente ingestemd met deelname aan het landelijke programma Eigen kracht. In september is namens gD de bijbehorende intentieverklaring ondertekend. De gekozen aanpak en methodiek die het programma tot een succes moeten maken is het Wijkwerk nieuwe stijl (WNS) en met name de inzet van buurtcoaches daarbinnen. De ontwikkeling en implementatie van het WNS zijn in het jaar 2012 nog niet voltooid. Er kan dus voor het programma Eigen kracht nog niet optimaal gebruik gemaakt worden van deze formule. In overleg met alle betrokkenen bij dit programma is besloten om één jaar later, met ingang van 1 januari 2013, te starten. In 2012 wordt in twee wijken (Overstegen en de Huet) gestart met het werven, aanstellen en vervolgens operationeel zijn van buurtcoaches. Deze procedure wordt daarna in de hele stad uitgerold. In deze fase kan in overleg met WNS het programma voorbereid worden en naadloos aansluitend bij het WNS geïntroduceerd en ingepast worden, waarna het per 1 januari 2013 daadwerkelijk van start kan gaan. Op grond van het plan van aanpak heeft het ministerie besloten 3 x (2011, 2012 en 2013) € 50.000 beschikbaar te stellen via een decentralisatie-uitkering gemeentefonds. Het ministerie van OCW gaat akkoord met uitstel van de uitvoering van het programma Eigen kracht. Dat betekent dat de middelen niet in 2011, 2012 en 2013 worden besteed, maar in 2012, 2013 en 2014. 11. Project ijs- en skeelerbaan € 250.000 Via amendement is bij de begroting 2010 incidenteel budget toegekend voor het ombouwen van de bestaande ijsbaan tot een gecombineerde ijs- en skeelerbaan. Dit incidenteel beschikbare budget is ook in 2011 niet ingezet. Dit komt onder meer door de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor de aanleg en kostenverdeling van de baan en het openbaar gebied. Verder was er sprake van oponthoud bij de planologische procedure als gevolg van de onzekerheid m.b.t. de tophal, die in het zelfde bestemmingsplan is opgenomen. Inmiddels wordt laatste hand gelegd aan de overeenkomst met de Stichting die de ijsbaan gaat beheren. Daarom wordt het budget bestemd voor 2012 zodat de doelstellingen dan worden gerealiseerd. 12. Project Musicalproductie Gaanderen € 50.000 Dit bedrag wordt aan de vereniging betaald nadat zij de nieuwbouw hebben gerealiseerd. Dit is in het collegebesluit over de uitwerking van het amendement vastgelegd (6 juli 2010). De raad is hierover geïnformeerd. In 2010 en 2011 is de planvorming geweest. De redenen waarom het plan nog niet is uitgevoerd zijn verschillend: • de vereniging geeft prioriteit aan uitvoering van musicals in plaats van nieuwbouw • Bestuurswisseling • Rond krijgen van de totaalfinanciering van het plan. Daarnaast is de overeenkomst voor het vestigen van een recht van opstal nog niet getekend. Er wordt in 2012 overleg met MPG gevoerd over het mogelijk combineren van hun nieuwbouw met de ontwikkelingen rond de brede school in Gaanderen. 13. Project kadaster topografie € 251.000 Dit project Is opgenomen in de 2e financiële monitor 2011. Toen is al aangegeven dat dit in 2012 doorloopt. De basisregistratie topografie (BGT) is een wettelijke verplichting en moet op 1-1-2014 gereed zijn. De kosten voor de realisatie van de BGT zijn nog niet definitief bekend. Voor de uitvoering van dit project is een totaalbudget benodigd van € 251.000. De kosten bestaan uit: - € 45.000 ten behoeve van een vooronderzoek (uitvoering in 2011). De kosten voor het voor onderzoek kunnen deels gefinancierd worden uit het overschot van GBKN-inkomsten in 2011 (€ 14.000). Per saldo dient nog € 31.000 te worden gedekt. - € 220.000 voor de opbouw van de BGT-dataset; dit bedrag is gebaseerd op landelijke pilots en betreft zowel interne als externe kosten (uitvoering in 2012, 2013).
143
Op basis van het opgestelde projectplan start een vooronderzoek. Daarin wordt bekeken wat het kost om de huidige Doetinchemse beheergegevens om te zetten naar de nieuwe BGT-dataset. Daaruit zal blijken of de €220.000 een realistisch bedrag is. Om de planning te halen zal aansluitend begonnen worden met de opbouw van de BGT-dataset. 14. Project landschapscoordinatie en landschapsontwikkeling € 86.000 In februari 2012 heeft het college een actieplan vastgesteld voor zowel Robuust Groen, Landschapcoördinatie Noord-Zuid en LOP+. De kosten ervan worden gedekt uit en de gereserveerde overschotten van 2010/2011 en de begrotingsbudgetten tot en met 2015. 15. Project saneringsmaatregelen geluidszonering bedrijfsterreinen € 460.000 De geluidsanering van woningen t.g.v. industrieterreinen is een wettelijk taak. Daarom is het opgenomen in de jaarrekening 2011 en niet in de voorjaarsnota 2012. In 2011 is eerst een ander geluidsaneringsproject gestart. Nu deze loopt, is begin 2012 het project saneringsmaatregelen geluidszonering bedrijfsterreinen Hamburgerbroek en Verheulsweide opgestart. In 2012 is gestart met het bouwtechnisch en akoestisch onderzoek van de woningen rondom de industrieterreinen. Op basis van een normbedrag van € 1.000 per woning voor bouwtechnisch en akoestisch onderzoek en € 11.500 voor geluidwerende maatregelen bij woningen is het bedrag van € 460.000 berekend. Voor het project geldt dus dat de kosten pas echt komen wanneer de saneringsmaatregelen aan de woningen echt uitgevoerd moeten worden. Dit is voor het jaar 2012 gepland, waardoor het budget (grotendeels) in 2012 zal worden besteed. 16. Project structuurvisie €33.000 Voor de structuurvisie is in 2010 eenmalig een bedrag van € 50.000 ter beschikking gesteld door de raad. Inmiddels heeft opstelling van de structuurvisie vertraging opgelopen. Enerzijds door de discussies rondom de voorjaarsnota 2011, zodat bestuurlijke besluitvorming van de tussenproducten vertraging heeft opgelopen. De Nota van aandachtspunten is in november 2011 door de raad vastgesteld. Tegelijkertijd is door plotselinge langdurige ziekte van de projectleider het verdere proces vertraagd. Een vervangster zal begin 2012 van start gaan om de structuurvisie af te maken. Voorgesteld wordt om het resterende budget van € 33.000 over te hevelen naar 2012. Dit bedrag is nodig voor het verder afronden van de structuurvisie. 17. Project actualisatie bestemmingsplannen € 76.000 We zijn al circa 1,5 jaar bezig met de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied. Inmiddels is de nota van uitgangspunten vastgesteld door de raad. Daarna wordt het bestemmingsplan opgesteld. Voor dit plan geldt dat er een gerede kans is dat we een MER (Milieu EffectenRapportage) moeten doen. Dit kan pas gebeuren nadat het ontwerpplan gereed is. Het restant van het projectbudget dient ter dekking van de kosten voor de hiervoor genoemde activiteiten. Actualisering van het bestemmingsplan buitengebied is een wettelijke taak. 18. Project regionale woonvisie €33.000 Het betreffen de kosten van een regionaal coördinator volkshuisvesting voor € 7.500 per gemeente per jaar. De functie wordt voor drie jaar opengesteld, dus in totaal € 22.500. Daarnaast de bijdrage van Doetinchem aan het woningmarkt- en leefbaarheidsonderzoek van maximaal € 10.500. In het raadsbesluit van 15 september 2011 is al aangegeven dat dit een meerjarig project is.
144
4.4 Resultaat reguliere begroting Het resultaat op de reguliere begroting na bestemmingsvoorstellen bedraagt € 2,1 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve bedrijfsvoering. Uit het resultaat lichten we de volgende incidentele lasten en baten toe:
Resultaat regulier na bestemmingsvoorstellen 2011 1 Personele lasten 2 Rente en investeringslasten 3 BCF brandweer 4 Verslavingszorg 5 WMO 6 IJsselkring t.l.v. BDU 7 maatschappelijke stages 8 wijkbudgetten 9 peuterspeelzalen 10 groen t.l.v. GSO3 11 klimaatgelden 12 correctie SGW 13 voormalige schoolgebouwen 14 verkeersmaatregelen 15 voorziening pensioen 16 vergoeding raadsleden 17 uitvoering WOZ 18 algemene uitkering 19 onvoorziene uitgaven 20 afwikkelingsverschillen voorgaande jaren 21 services 22 financieel perspectief algemene reserve WWB 23 overige voor- en nadelen (< 50.000) Totaal resultaat bedrijfsvoering na bestemmingsvoorstellen 1. Personele lasten Het resultaat bestaat uit de volgende posten:
bedragen in €, allen incidenteel 104.000 -167.000 66.000 697.000 902.000 105.000 67.000 101.000 223.000 56.000 80.000 -184.000 -100.000 -131.000 363.000 -72.000 64.000 791.000 110.000 137.000 -77.000 -1.017.000 -58.000 2.060.000
€ 104.000 V
A. Loonsom 7.000 V B. Opleiding 19.000 V C. Inhuur wegens ziekte 10.000V D Stelpost jaarplannen 2011 68.000 V Totaal 104.000V
145
A.Loonsom (€ 7.000 V) Tabel loonsom Loonsombudget per 31 december loonkosten inhuur tlv loonsombudget omzet resultaat
28.356.000 -27.930.000 -419.000 0 -28.349.000 7.000
loonsom resultaat 31 dec 2011
Loonsombudgetten zijn per afdeling vastgesteld inclusief dat deel dat ten laste van kredieten ed. gebracht moet worden de zgn. omzettaakstelling. In de periodieke managementgesprekken wordt de loonsommonitor besproken tussen de directeur bedrijfsvoering en het afdelingshoofd In 2011 is de beschikbare loonsombudget ingezet voor eigen personeel en inhuur. In 2011 resteert van deze loonsombudgetten € 7.000,-.
B. Opleiding (€ 19.000 V) In 2011 beschikten de afdelingen over een centraal en decentraal opleidingsbudget van totaal € 533.000. Uiteindelijk kan hiervan € 19.000 vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat. C. Inhuur wegens ziekte (€ 10.000 V) Om de voortgang van jaarplannen niet te belemmeren als gevolg van ziekte is er in de begroting een centraal budget ad € 469.000 opgenomen. Wanneer medewerkers langer dan 3 maanden ziek zijn, of bij frontofficefuncties als zij langer ziek zijn dan 1 week, kan een beroep worden gedaan op inhuur wegens ziekte. Ontvangen UWV vergoedingen worden aan dit budget toegevoegd. Uiteindelijk blijkt een onderuitputting van de beschikbare middelen van € 10.000. Het ziekteverzuim was in 2011 6,93 %. In 2010 was dit nog 7,09%. Voor inhoudelijke toelichting op (de beheersing van) het ziekteverzuim verwijzen we u naar de paragraaf 5 Bedrijfsvoering. D. Voordeel jaarplannen 2011 (€ 68.000 V) De begroting 2011 zoals vastgesteld in de raad van november 2010 is gebaseerd op de jaarplannen 2010. Zodra de jaarplannen 2011 vastgesteld zijn worden deze alsnog verwerkt in de begroting 2011.
146
Afwijkingen in de toerekening naar producten worden op een stelpost begroot. In 2011 was per saldo een voordeel van € 68.000 en deze kan bij de jaarrekening vrijvallen. 2. Rente en investeringslasten 167.000 N Ten opzicht van de primitieve begroting bedraagt het totale voordeel € 2.033.000. Bij de financiële monitoren 2011 werd een voordeel gemeld van € 2.200.000. Dit voordeel blijkt uiteindelijk lager als gevolg van een bijstelling van de financieringsbehoefte. 3. BCF brandweer € 66.000 V Betreft een voordeel van doorgeschoven BTW uit het BTW Compensatiefonds (BCF) met betrekking tot de inwonerbijdrage voor het geharmoniseerde deel aan de Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (VNOG) over de jaren 2010 en 2011. 4. Verslavingszorg 697.000 V Tot en met 2009 ontving de gemeente een specifieke rijksuitkering inzake maatschappelijke opvang/ verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). Met ingang van 2010 werd de uitkering onderdeel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Omdat rekening gehouden werd met terugbetaling van de niet bestede rijksgelden zijn de uitgaven met ingang van 2010 ten laste gebracht van de algemene middelen. In de definitieve beschikking van het Ministerie is het te verrekenen bedragen op nul gezet. Hierdoor kunnen de niet bestede Rijksgelden weer terugvloeien naar de algemene middelen. 5. WMO 902.000 V De werkelijke Wmo-uitgaven in 2011 zijn in evenwicht met de oorspronkelijke begroting 2011. Het hier gepresenteerde voordeel is dan ook ten opzichte van de financiële monitoren 2011. In de 1e financiele monitor 2011 is € 1,4 miljoen extra budget toegevoegd aan de WMO (huishoudelijke hulp en vervoersvergoedingen) vanwege verwachte tekorten. In de 2e financiële monitor is € 0,5 miljoen van deze toevoeging weer ongedaan gemaakt. Per saldo is in de monitoren 2011 € 0,9 miljoen toegevoegd aan de begroting 2011. Het tekort op de begroting werd begin 2011nog verwacht op basis van het toen bekende aantal aanvragen voor individuele voorzieningen. Door effecten van maatregelen en ontwikkelingen bleek het in 2011 uiteindelijk mogelijk om vrijwel uit te komen met de budgetten in de oorspronkelijke begroting 2011. Dit is echter puur de stand van zaken over het jaar 2011. Het punt van stabilisatie van budget, als dat al mogelijk is, is nog niet in zicht. Hieronder lichten we deze post toe. Hulp in de huishouding Huishoudelijke hulp, Thuisondersteuning en Persoonsgebondenbudget Hulp in de huishouding Thuisondersteuning Persoonsgebonden budget totaal uitgaven Terugvordering Eigen bijdrage, incl.10% pgb totaal inkomsten
primitieve begroting 2011 2.187.000 4.077.000 683.000 6.947.000
prognose prognose 1e 2e fin.monitor fin.monitor 2011 2011 3.800.000 3.800.000 3.400.000 3.000.000 1.300.000 1.200.000 8.500.000 8.000.000
werkelijk 2011
saldo 2011
3.906.600 2.746.200 1.125.900 7.778.700
-106.600 253.800 74.100 221.300
925.000 925.000
1.400.000 1.400.000
1.400.000 1.400.000
50.500 1.468.800 1.519.300
50.500 68.800 119.300
Resultaat HH, TO en PGB
6.022.000
7.100.000
6.600.000
6.259.400
340.600
Overige wmo
1.306.845
1.009.945
296.900
147
Wij voeren een strikt beleid zonder in te leveren op de kwaliteit van zorg. De indicatiecriteria zijn aangescherpt en we handelen meer kostenbewust. Het proces van kostenreductie op de Huishoudelijke Hulp is een trage. Het aantal mensen dat deze hulp nodig heeft neemt tot nu toe nauwelijks af. Het resultaat moet dus behaald worden in de marge: het vinden van alternatieven in overleg met de klant en daarmee een aanvraag voorkomen, het aantal uren dat er verstrekt wordt, de soort hulp welke geboden wordt en de duur van de inzet in de tijd. Verschuiving van soort HH
1-1-2011
1-7-2011
31-12-2011
65% 35%
70% 30%
(2e fin.monitor)
Hulp in de huishouding Thuisondersteuning
61% 39%
Een voor het totaalbudget gunstige ontwikkeling is de verschuiving van het duurdere product thuisondersteuning naar enkelvoudige huishoudelijk hulp. Overige wmo Het positieve saldo op deze post wordt verklaard doordat: - de kosten voor administratieve ondersteuning bij een PGB zijn afgenomen wegens een dalend aantal PGB houders; - de kosten voor medische indicatie in 2011 zijn gedaald doordat de klantmanagers vanwege scholing en doorontwikkeling steeds vaker zelf kunnen indiceren; - een deel van de algemene kosten alsnog zijn voorgedragen om verrekend te worden met een incidentele rijkssubsidie. Woon-, Rol- en vervoersvoorzieningen (WRV) WRV
woonvoorzieningen rolstoelverstrekkingen vervoersvoorzieningen uitvoering wrv totaal Wrv
primitieve begroting 2011
prognose 1e fin.monitor 2011
prognose 2e fin.monitor 2011
werkelijke uitgaven / inkomsten 2011
710.880 424.940 967.030 675.186 2.778.036
590.880 424.940 1.267.030 675.186 2.958.036
590.880 424.940 1.512.030 675.186 3.203.036
391.200 364.820 1.504.970 677.296 2.938.286
Saldo 2011
199.680 60.120 7.060 -2.110 264.750
Woonvoorzieningen Vanaf medio 2010 wordt er een ander beleid gevoerd en dat laat zich zien in de cijfers. Het is niet dat er zich veel minder mensen melden bij de wmo-winkel voor een woonvoorziening, maar we gaan anders met de aanvraag om en wijzen dientengevolge meer af. Rolstoelverstrekkingen Het uitgavenpatroon laat een lichte daling zien. Dat komt door een verminderd aantal aanvragen. Vervoersvoorzieningen De post vervoersvoorzieningen valt uit een in twee onderdelen; de Regiotaxi en de overige vervoersvoorzieningen. Gesteld kan worden dat op de overige vervoersvoorzieningen ten opzichte van 2010 een afname van de uitgaven te zien is. Dit kan worden onderbouwd door de gevolgen van een heronderzoek naar het gebruik van scootmobielen en vervoersvergoedingen en door het doorvoeren van de kanteling zodat meer gezocht wordt naar andere oplossingen dan een individuele voorziening.
148
Ontwikkeling Regiotaxi Regiotaxi
2008
2009
2010
Budget 640.000 581.000 581.000 Uitgaven/inkomsten 585.000 645.000 715.000 Resultaat 55.000 -64.000 -134.000 *cijfers gecorrigeerd op overloop in verschillende dienstjaren.
2011 581.000 790.000 -209.000
De ontwikkeling op de voorziening Regiotaxi laat een stijgende lijn zien in de overschrijding van het budget. Daar bovenop komt dat de Provincie bezuinigingen op de Regiotaxi heeft aangekondigd. Ook hier zijn maatregelen genomen om de kosten terug te dringen. De werking daarvan is nog niet meetbaar (ingangsdatum nieuw beleid is 1 januari 2012). In 2012 krijgt dit een vervolg en worden regionaal nieuwe afspraken met de provincie gemaakt. 6. IJsselkring t.l.v. BDU 105.000 V In 2011 loopt de brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin af. Om onderuitputting van deze specifieke uitkering te voorkomen zijn in 2011 zoveel mogelijk kosten passend binnen de regeling ten laste gebracht van deze brede doeluitkering. Het hierdoor niet gebruikte gemeentelijke budget voor opvoedingsondersteuning kan hierdoor vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat. 7. maatschappelijke stages 67.000 V In 2011 zijn maatschappelijke stages uitgevoerd, waarvan de kosten worden betaald uit gereserveerde middelen van het budget jeugdagenda. Met ingang van 2012 is het budget maatschappelijke stages komen te vervallen in het kader van de ombuigingen. 8. wijkbudgetten 101.000 V In 2011 konden geplande uitgaven in Noord, Oosseld en Overstegen worden betaald uit GSO-III gelden. Deze mogelijkheid valt in 2012 weg. Daarnaast blijkt bij een paar geplande projecten de bewonersbetrokkenheid kleiner dan verwacht, zodat ze niet doorgaan. 9. peuterspeelzelen 223.000 V Het voordeel op peuterspeelzalen is het gevolg van lagere subsidies door het teruglopen van het aantal kinderen in peuterspeelzalen. Extra geld om peuterspeelzaal werk te versterken en het peuterspeelzaal beleid te herzien is in 2011 niet nodig geweest Totaal levert dit een voordeel op van € 223.000. Het structurele deel ad € 159.000 is meegenomen bij de ombuigingen. 10. groen t.l.v. GSO3 56.000 V Een deel van de gemeentelijke gelden hebben we ten laste van provinciale middelen (GSO3) gebracht. Hierdoor hebben we over 2011 een voordelig resultaat behaald. 11. klimaatgelden 80.000 V Bij de jaarrekeningen 2009/2010 zijn de niet bestede middelen overgeboekt naar 2011. Naast het budget voor 2011 is er een bijdrage van derden en een provinciale subsidie ontvangen. Een deel van de gemeentelijke middelen ten behoeve van de formatieve inzet kan in deze jaarrekening vrijvallen. 12. correctie SGW 184.000 N Bij de jaarrekening 2010 is een deel van de voorziening SGW (stimuleringsregeling Goedkope Woningen) opgenomen als vrijval en hiermee ten gunste van het resultaat van de jaarrekening 2010 gebracht. Inmiddels is duidelijk dat dit bedrag niet had mogen vrijvallen. Dit is in deze jaarrekening 2011 dan ook gecorrigeerd. Alle provinciale SGW-gelden zijn inmiddels besteed/toegekend.
149
13. voormalige schoolgebouwen 100.000 N Het afgelopen jaar zijn er diverse schoolgebouwen leeg komen te staan met name door nieuwbouw van scholen. De beheerskosten en de grondopbrengsten komen ten goede van dit product. 14. verkeersmaatregelen 131.000 N Sinds enkele jaren is in de jaarrekening een bedrag opgenomen als nog uit te betalen ROVGsubsidiegelden van de provincie uit de jaren 2005/2006 waarvan een gedeelte weer moet worden doorbetaald aan de andere Achterhoekse gemeenten, Ongeveer € 63.000 zou voor de gemeente Doetinchem zijn. De financiële afrekeningen over beide jaren zijn overigens wel tijdig ingediend bij de provincie. Helaas is hierbij in het voortraject van de afhandeling en uitbetaling van deze ROVGsubsidie door de provincie aangegeven de aanvraag niet te hebben ontvangen,, waardoor deze subsidiegelden niet worden uitbetaald. Er heeft al veel ambtelijk verkeer plaatsgevonden tussen provincie en gemeente en vice versa. Gezien de lange doorlooptijd wordt gevreesd dat het genoemde bedrag niet meer zal binnenkomen. Daarnaast is er sprake van een doorbelasting van de kosten van in totaal € 68.000 die in 2011 zijn gemaakt in het kader van de voorbereiding van het project Verkeer Doetinchem Noord. In de meerjarenprognose van de algemene reserve is voor € 37.000 rekening gehouden met deze kosten. 15. voorziening pensioen 363.000 V Voor de verplichtingen die voortkomen uit de APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) heeft de gemeente een pensioenvoorziening gevormd. Uitgangspunten bij de vorming van deze voorziening in 2007 waren dat vanaf 2011 er een centraal Appa-pensioenfonds is en dat vóór 2011 ingegane pensioenen niet worden ondergebracht in het centrale Appa-pensioenfonds. Door andere prioriteiten van het kabinet is dit onderwerp sterk vertraagd. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening 2011 is de verwachting dat het fonds niet vóór 1-1-2015 wordt opgericht. Op basis van deze informatie is de pensioenvoorziening wethouders geactualiseerd. Dit betekent dat de pensioenvoorziening minder groot hoeft te zijn dan geprognosticeerd, omdat er vóór 2015 meer pensioenen ingaan die naar verwachting niet ondergebracht worden in dit te vormen centrale Appa-pensioenfonds. Dit leidt tot een bijstelling van de eerder getroffen voorziening van € 363.000. 16. vergoeding raadsleden 72.000 N Het product bestuursorganen laat een overschrijding zien die grotendeels wordt veroorzaakt door vergoedingen aan raadsleden, Deze overschrijding is voor de helft ontstaan door de met terugwerkende kracht tot 1-1-2011 ingevoerde inkomensafhankelijk bijdrage zorgverzekering en door de autonome stijging van de raads- en onkostenvergoeding. 17. uitvoering WOZ 64.000 V Het voordelige resultaat is het gevolg van lagere uitvoeringskosten wet WOZ in verband met een relatief laag aantal bezwaarschriften. Hierdoor hoefde minder extern advies te worden ingewonnen. 18. algemene uitkering Het resultaat verdeeld over de verschillende uitkeringsjaren wordt als volgt verklaard: uitkeringsjaar a. decembercirculaire 2011: technische correctie b. decembercirculaire 2011: verdeelreserve/uitkeringsbasis c. hoeveelheidsverschillen
Totaal
791.000 V
2009
2010
2011
141.000 63.000 40.000 244.000
141.000 35.000 -41.000 135.000
141.000 35.000 236.000 412.000 791.000
150
Ad a. technische correctie Bij de financiële vertaling van het gemeentefonds in de rijksbegroting is vanaf 2009 een afwijking ontstaan. Omdat het gelden zijn waar gemeenten recht op hebben is dit nu met terugwerkende kracht gecorrigeerd en heeft het rijk dit alsnog aan de gemeenten uitgekeerd. Ad b. verdeelreserve/ontwikkeling uitkeringsbasis Voor de algemene uitkering is een feitelijk bedrag beschikbaar in het gemeentefonds. De algemene uitkering bestaat uit de “uitkering in basis” maal de “uitkeringsfactor”. De uitkering in basis wordt berekend op basis van de landelijke ontwikkeling van de verdeelmaatstaven zoals aantallen inwoners, leerlingen, woningen, bedrijfsvestigingen, uitkeringsgerechtigden, etc. Bij een landelijke stijging van bijvoorbeeld het aantal inwoners en woningen wordt de algemene uitkering via de verdeelmaatstaven hoger. Dit kan ertoe leiden dat de uitkering in basis hoger uitkomt dan het werkelijk beschikbare bedrag in het gemeentefonds. Om dat verschil te overbruggen wordt de uitkeringsfactor aangepast. Dat werkt overigens ook omgekeerd zo als de uitkering in basis lager is dan het werkelijk beschikbare bedrag in het gemeentefonds. Als je als gemeente een gelijke trend hebt met de landelijke ontwikkeling heeft dit uiteindelijk geen financiële consequenties. Ad c. hoeveelheidsverschillen Deze verschillen worden veroorzaakt door bijstelling van de hoeveelheden in de verdeelmaatstaven (zoals inwoners, woningen, leerlingen en uitkeringsontvangers). 19. onvoorziene uitgaven 110.000 V Beide stelposten onvoorzien (eenmalig en structureel) zijn niet volledig aangewend. Per saldo betekent dit een eenmalig voordeel van € 110.000 voor de jaarrekening 2011. 20. afwikkelingsverschillen voorgaande jaren 137.000 V Naar aanleiding van het BTW onderzoek in de afgelopen jaren is de BTW tabel in de financiële administratie in 2011 herzien. Hieruit zijn een aantal incidentele correcties gebleken tot een totaal bedrag van ruim € 97.000 voordelig. Dit bedrag is als eenmalige bate verantwoord in de jaarrekening 2011. Overige voordelige afwikkelingsverschillen per saldo totaal € 40.000 voordelig 21. services 77.000 N De afdeling services verzorgt de interne dienstverlening voor de bestuurlijke- en ambtelijke organisatie. Deze interne dienstverlening richt zich op de huisvesting, documentverwerking, documentbeheer, consumptieve diensten, risicobeheersing ( BHV-beveiliging), kantoorinrichting, ict en informatievoorziening. Dit negatieve resultaat komt in een heel bijzonder jaar. 2011 is het jaar van de heropening van het stadhuis. Deze gebeurtenis bracht veel extra werkzaamheden voor de interne dienstverlening. Hiervoor was wel extra financiële ruimte getroffen. Echter voor de inhuizing en de diverse openingsactiviteiten moesten vaker schoonmaakactiviteiten worden georganiseerd. Diensten als verhuizing, afvoer en tijdelijke opslag materialen vroegen meer ruimte dan voorzien. De financiële effecten van de schoonmaakaanbesteding hebben pas hun beslag gekregen in de 2e helft van 2011. Dit was ook het geval voor de aanbesteding van de mobiele telecommunicatie. De doorwerking van deze aanbestedingen heeft wel voor 2012 zijn volledige beslag. Ook zullen de effecten van “Het Nieuwe Werken” op de exploitatie van services sterker doorwerken als de hybride werkomgeving(papier en digitaal) zich meer en meer richt op digitale werkprocessen en digitaal documentenbeheer.
151
22. WWB in financieel perspectief 1.017.000 N In de gemeentebegroting vanaf 2010 hebben we naast de reguliere budgetten WWB ook incidentele budgetten gereserveerd. De incidentele budgetten zijn beschikbaar gesteld nadat in de voorgaande jaren de volledige bestemmingsreserve was opgesoupeerd. Bij de trendnota 2010 was voor de jaarschijf 2011 oorspronkelijk € 3,5 miljoen geraamd. Mede op basis van de resultaten in de jaarrekening 2010 is deze compensatie in de begroting 2011 gehalveerd naar € 1,75 miljoen. Bij het opmaken van de jaarstukken 2011 blijkt deze aanname te optimistisch. Een deel van de € 1,75 miljoen blijkt in 2011 toch nodig te zijn. Begin 2011 werd verwacht dat het aantal bijstandsgerechtigden zou dalen ten opzichte van 2010. In werkelijkheid is dit aantal in 2011 zelfs licht gestegen. Een tweede oorzaak van het tekort is de systematiek van de aanvullende rijksuitkering WWB. Als de gemeente tekort komt op de WWB, kan zij een aanvullende uitkering vragen bij het rijk. De incidentele uitkering van het rijk kent een eigen risico voor de gemeente van 10% van het jaarbudget inkomensdeel WWB. Over 2010 hebben we een aanvullende uitkering van het rijk ontvangen van circa € 2,8 miljoen. In deze jaarrekening 2011 is een nog te ontvangen aanvullende uitkering opgenomen van circa € 1,4 miljoen. De verlaging is het gevolg van de periodieke bijstelling van het macrobudget van het inkomensdeel WWB door het rijk, in samenhang met de werkelijke uitgaven van onze gemeente. Daardoor blijft een groter deel voor rekening van het resultaat 2011 van onze gemeente. Ten opzichte van de gecorrigeerde raming is dat circa € 1 miljoen. 23. overig Het betreft het saldo van overige relatief kleine voor- en nadelige verschillen, Deze worden niet nader toegelicht.
152
58.000 N
4.5 Resultaat grondexploitaties Het bruto resultaat op de grondexploitatie 2011 bedraagt - € 14,8 miljoen. Dat resultaat onderscheiden we in twee delen: - Het reguliere resultaat op de projecten van de grondexploitaties 2011 dat wordt toege voegd aan de Reserve Grondexploitatie bedraagt € 0,2 miljoen Dit resultaat wordt in het overzicht hierna toegelicht. - Het treffen van een voorziening door de Taskforce zorgt voor een tekort op het resultaat 2011van de grondexploitatie van
- € 15,0 miljoen
Toelichting op de voorziening € 15 miljoen Taskforce grondexploitatie De raad heeft, op basis van de Taskforce rapportage in de voorjaarsnota 2011 € 29 miljoen van de Algemene reserve bestemd als risicoreserve voor de grondexploitatie. Dit bedrag is bestemd om toekomstige verliezen in woningbouwprojecten op te vangen. Inmiddels heeft de Taskforce begin 2012 de grondexploitaties geactualiseerd. Daarbij is op basis van de nieuwste inzichten bepaald welke projecten gesaneerd dan wel gefaseerd worden. In die gevallen boeken we het verwachte verlies af door het treffen van een voorziening van € 15 miljoen. Daarom wordt in deze jaarstukken € 15 miljoen uit de algemene reserve bestemd voor het treffen van genoemde voorziening voor de grondexploitatie. Op basis van de adviezen die de taskforce geeft bij de actualisatie van de grondexploitatie wordt ook voorgesteld om € 2,4 miljoen uit de algemene reserve te bestemmen voor een bestemmingsreserve omzettaakstelling. Na de bestemmingen van € 17,4 miljoen (€ 15 mln. + € 2,4 mln.) resteert nog € 11,6 miljoen in de risicoreserve grondexploitatie. De onttrekking van € 17,4 miljoen uit de algemene reserve is mogelijk uit het totaal van de onderdelen van de algemene reserve zoals die in de jaarrekening wordt verantwoord. Deze mogelijkheid blijkt niet uit het overzicht van de algemene reserve zoals die in de begroting wordt gepresenteerd. Dat heeft te maken met de verschil in presentatie van de algemene reserve in de begroting en in de jaarrekening tot op heden. Om onduidelijkheid en verwarring in de toekomst te voorkomen hebben we een wijziging doorgevoerd van de presentatie van de NUON-gelden in de voorjaarsnota 2012. In het raadsvoorstel bij deze jaarstukken en in de voorjaarsnota 2012 lichten we deze wijziging toe.
153
Overzicht toelichting reguliere resultaat 2011 op de grondexploitaties ad a. Afsluitingen projecten
werkelijk resultaat
project Veentjes Lagehorst III Verheulsweide
af: inzet voorziening
Resultaat
resultaat
-2.398.000
2.472.000
73.000
-873.000
1.116.000
242.000
88.000 nvtp
88.000
Burg van Nispenstraat
75% van verwacht resultaat:
196.000
Hamburgerbroek algemeen
75% van verwacht resultaat:
1.176.000
exploitatieovereenkomsten: Expl. ov. Tectomat Langerak
0
7.000
7.000
1.782.000
V
-652.000
N
ad b. Afwaardering gronden project
resultaat
Diverse strategische gronden
-652.000
ad c. Treffen van voorziening verliesgevende projecten project Hbb Ijsseloevers (GEM) Bedrijven Wijnbergen Pelgrimterrein gnd Lage horts ||| Bethlehemstraat Wynbergen Oosten TCC Kennedylaan De Veentjes (fase 1)
B oekwaarde 1jan 2011
Toevoeging rente 2011
NCW 31dec 2011
1.555.000
19.000
2.588.000
2.400.000
30.000
2.430.000
0
404.000
5.000
440.000
-31.000
1.143.000
14.000
1.116.000
42.000
251.000
3.000
140.000
114.000
2.984.000
37.000
3.484.000
-463.000
891.000
11.000
791.000
111.000
2.822.000
35.000
2.472.000
386.000
Tectomat Langerak
aanvulling
-1.014.000
7.000
0
7.000
0
t Lookwartier (incl SOK)
2.772.000
35.000
2.423.000
384.000
Sportpark Zuid brandw
383.000
5.000
316.000
72.000
Heelweg
0
0
200.000
-200.000
Norman Belvealstr
0
0
90.000
-90.000
Wynbergen MidWest
0
0
27.000
-27.000
51.000
1.000
224.000
-172.000
Bedrijverterrein A18 (1e fase)
35%
Aanvulling voorziening: Bedrijven Wijnbergen
o.a. derving grondopbrengst
-41.000
Aanvulling voorziening: Taskforce woningbouw, onderdeel van de geraamde €29 mln af: bijdrage algemene reserve
15.000.000 -15.000.000
afronding
Totaal voordelig resultaat
-929.000 1.000 202.000
N V V
Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf grondbeleid
Voor een uitgebreidere toelichting op de grondexploitaties verwijzen we u naar de paragraaf 7 Grondbeleid.
Overzicht onvoorziene uitgaven 4.6 Overzicht onvoorziene uitgaven Onvoorziene uitgaven jaarrekening 2011 Onvoorziene uitgaven primitieve begroting Aanwending planschade ontwikkeling centrumgebied Oosseld Aanwending waarderingsbijdrage clubgebouwen Voordelig resultaat onvoorziene uitgaven jaarrekening 2011
154
bedragen in € 131.000 -11.000 -10.000 110.000
Hoofdstuk 5 Balans en toelichting op de balans O verzicht reser ves en voorzieningen
BA LA N S ACTIVA
PER Ultimo 2011
Ultimo 2010
61
65
61
65
159.682
154.995
(bedragen * € 1.000)
Vaste activa Immateriële vaste activa -
Kosten onderzoek en ontwikkeling
Materiële vaste activa -
Investeringen met een economisch nut: gronden uitgegeven in erfpacht
499
511
139.916
130.528
19.266
23.956
84.284
95.673
505
540
woningbouwcorporaties
4.953
6.051
deelnemingen
2.463
2.697
overige investeringen met een economisch nut -
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
-
Kapitaalverstrekkingen aan:
Financiële vaste activa
deelnemingen
-
Leningen aan:
overige verbonden partijen
136
136
-
Overige langlopende leningen
55.675
57.236
-
Overige financiele uitzettingen > 1 jaar
20.444
28.960
-
Bijdrage aan activa in eigendom van derden
108
53
244.027
250.733
51.999
69.069
10.149
6.786
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden -
Grond- en hulpstoffen: niet in exploitatie genomen bouwgronden
-
Strategische gronden
-
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
-
Vorderingen openbare lichamen
-
Rekening-courantverhoudingen met niet fin instellingen
-
Overige vorderingen
-
Kassaldi
-
Bank- en girosaldi
-
Transitoria
Uitzettingen met een rentetijd < 1 jaar
2.469
2.988
39.381
59.295
20.377
20.187
10.063
9.922
10.314
10.265
157
123
0
Liquide middelen
Overlopende activa
Totaal vlottende activa Totaal generaal
156
13
4
144
119
2.556
3.701
2.556
3.701
75.088
93.080
319.115
343.813
3 1 D E C E M B E R 2 0 11 PASSIVA
Ultimo 2011
Ultimo 2010
68.967
99.454
40.271
51.854
(bedragen * € 1.000)
Vaste passiva Eigen vermogen -
Algemene reserve
-
Bestemmingsreserves: overige bestemmingsreserves
38.611
57.062
-
Resultaat na bestemming
-9.914
-9.462
9.455
12.829
-
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen, risico's
2.040
4.061
-
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
396
1.163
-
Voorzieningen door derden beklemde middelen
7.020
7.604
203.846
180.699
Voorzieningen
Vaste schulden Onderhandse leningen van: -
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars
-
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Totaal vaste passiva
218
731
203.628
179.968
282.269
292.982
19.840
29.178
8.000
4000
Vlottende passiva Netto vlottende schuld -
Kasgeldleningen
-
Bank- en girosaldi
886
7.969
-
Overige schulden
10.858
16.165
-
Rekeningcourant met niet fin instellingen
Overlopende passiva -
Transitoria
Totaal vlottende passiva Totaal generaal Gewaarborgde geldleningen Garantstellingen
157
96
1.045
17.007
21.653
17.007
21.653
36.846
50.831
319.115
343.813
238.493
180.000
3.702
4.400
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate opgenomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.
Balans
Vaste activa
Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie.
158
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling start vanaf 1 januari volgend op het moment van ingebruikname. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening.
Artikel 64 lid 6 stelt aan de afschrijving van immateriële vaste activa een maximum van 5 jaar. Een uitzondering vormen de als immateriële activa opgenomen kosten van het sluiten van geldleningen en disagio.Op grond van art. 64, lid 5 is in deze situatie de afschrijvingsduur maximaal gelijk aan de looptijd van de lening.
Materiële vaste activa met economisch nut
In erfpacht uitgegeven gronden.
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs. (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking komen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.
Overige investeringen met economisch nut.
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Investeringen worden vanaf 1 januari na het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op basis van de economische levensduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.
Op grond van artikel 65 van het BBV wordt bij de waardering van de vaste activa rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze vermindering naar verwachting duurzaam is. Op waarde van activa met economisch nut mogen vanaf 1-1-2004 reserves niet meer in mindering worden gebracht. Investeringssubsidies en andere bijdragen van derden mogen wel in mindering worden gebracht. Compensabele BTW wordt niet geactiveerd.
De te hanteren afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur.
159 Investeringen on de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
worden gebracht. Compensabele BTW wordt niet geactiveerd.
De te hanteren afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur.
Investeringen on de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Overeenkomstig de door de gemeenteraad in 2008 vastgestelde afschrijvingsnotitie worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals b.v. wegen, pleinen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere buggettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien.
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's ("kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen" in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.
Geactiveerde bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
Op grond van artikel 36 BBV worden in de balans onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: Kapitaalverstrekking aan: *
deelnemingen
*
gemeenschappelijke regelingen
*
overige verbonden partijen
Langlopende leningen aan: *
deelnemingen
*
woningbouwcorporaties
*
overige verbonden partijen
Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden
160
Het begrip rentetypische looptijd verdient een toelichting. Het gaat bij dit begrip om de definitie vanuit de Wet Fido en is ingegeven door beheersing van renterisico's. De definitie luidt: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding. Voor een uitzetting die een looptijd kent van tien jaar met een vaste rente, geldt dat deze altijd als vast activum dient te worden opgenomen ook al resteert er minder dan 1 jaar van de oorspronkelijke looptijd.
Van een "deelneming" is krachtens artikel 1d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa
Voorraden
De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde.
De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend De als "onderhanden werken" opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de maarktwaarde lager is dan de kostprijs. Dit laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
De voorgeschreven indeling op de balans op grond van artikel 38 BBV is: *
grond- en hulpstoffen
*
onderhanden werken
*
gereed product en handelsgoederen
*
vooruitbetalingen op voorraden
161
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
De voorgeschreven indeling voor wat betreft vorderingen is: * vorderingen op openbare lichamen (gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, Rijk) * verstrekte kasgeldleningen * rekeningcourantverhoudingen met niet-financiële instellingen * overige vorderingen * overige uitzettingen
Op het punt van uitzettingen is gekozen om de terminologie van de Wet Fido te volgen. Het begrip uitzettingen heeft zowel betrekking op vorderingen als op effecten. Het onderscheid tussen beiden is komen te vervallen. Voorzover op grond van het treasurystatuut effectenbezit niet is toegestaan, dan wel niet aanwezig kan dit in de toelichting uiteengezet worden.
Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen , waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die terzake geformuleerd zijn. In de paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid terzake nader uiteengezet.
162
Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten. b. bestaande risico's op balansdatum terzake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is. c. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotings of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie. d van derden verkregen middelen (niet zijnde rijk, provincies of gemeenten) die specifiek besteed moeten worden
Toelichting op reserves en voorzieningen
In de balans is per reserve en voorziening aangegeven wat het doel is en wat de belangrijkste mutaties zijn geweest met uitzondering van de "rentebijschrijving".
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
163
Toelichting op de balans per 31 december (bedragen x € 1.000)
ACTIVA
1 VASTE ACTIVA
1.1 Immateriële vaste activa
De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:
2011
1.1.1 Kosten sluiten geldleningen 1.1.2 Kosten onderzoek en ontwikkeling
2010
0
0
61
65
61
65
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2011:
Boekwaarde
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
01-01-11
ringen
teringen
vingen
van derden
reserve
0
0
0
0
0
0
0
65
12
0
16
0
0
61
65
12
0
16
0
0
61
Kosten sluiten geldleningen Kosten onderzoek en ontwikkeling
Bijdrage Boekwaarde 31-12-11
1.2 Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
2011
1.2.1 In erfpacht uitgegeven gronden 1.2.2 Investeringen met een economisch nut 1.2.3 Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
164
2010
499
511
139.917
130.528
19.266
23.956
159.682
154.995
De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
2011
Boekwaarde ultimo Gronden en terreinen
2010
6.390
Woonruimten
4.912 exclusief erfpachtgronde
57
60
Bedrijfsgebouwen
93.476
90.996
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
23.940
23.645
2.905
2.923
10.442
5.219
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
2.708
2.773
139.917
130.528
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut weer:
Gronden en terreinen * Woonruimten
Boekwaarde
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
Afwaar- Boekwaarde
01-01-11
ringen
teringen
vingen
van derden
deringen
31-12-11
6.412
0
22
0
0
0
6.390
60
0
0
3
0
0
57
4977 0 *
Bedrijfsgebouwen **
89.218
8.468
1.326
2.540
344
0
93.476
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
23.645
1.156
373
485
3
0
23.940
Vervoermiddelen
2.923
474
0
492
0
0
2.905
0
Machines, apparaten en installaties
5.219
6.184
0
836
125
0
10.442
0
Overige materiële vaste activa
2.773
217
0
276
6
0
2.708
130.250
16.499
1.721
4.632
478
0
139.917
#VERW!
* een bedrag van 1500 is overgeveld van bedrijfsgebouwen naar gronden en terreinen (grondwaarde parkeergarage Lookwartier) ** een bedrag van 278 is overgeheveld van bedrijfsgebouwen naar grond- weg en waterbouwkundige werken met maatschappelijke nut (infrastructuur semi permanente voorzieningen MFA Kleurrijk)
De investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Boekwaarde ultimo Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
2011
2010
17.481
20.564
24
32
10
96
1.752
3.382
97
19.266
23.956
Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken * Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
Boekwaarde
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
01-01-11
ringen
teringen
vingen
van derden
bijdragen Boekwaarde reserves
31-12-11
20.843
7.234
970
1.024
473
8.129
17.481
10
28
0
4
0
1
32
3.382
102
0
163
0
1.569
1.752
24.235
7.364
970
1.191
473
9.699
19.266
vraag 7 -76
** een bedrag van 278 is conform toelichting jaarrekening 2010 overgeheveld van bedrijfsgebouwen naar grond-weg waterbouwkundige werken met maatschappelijke nut (infrastructuur semi permanente voorzieningen MFA Kleurrijk)
vraag 9
desinvest
bijdrag rs
165
Voor de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn onder anderen de volgende reserves en transitoria per 31 december 2011 beschikbaar: Reserve dekking investeringslasten grote projecten
16.778
Reserve bovenwijkse voorzieningen
2.009
Reserve parkeerfonds (mobiliteitsfonds)
4.921
Reserve Volkshuisvesting
354
Transitoria ISV
590
1.3 Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2011 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Boekwaarde
Investe-
bijdragen
Desinves-
Aflossingen/
01-01-11
ringen
reserves
teringen
afschrijvingen
Voorziening
Boekwaarde 31-12-11
Kapitaalverstrekkingen aan: Deelnemingen*
30
540
0
0
0
36
0
505
Woningcorporaties
6.050
2.856
0
0
1.803
2.150
4.953
Voorziening garantie
Deelnemingen
2.697
0
0
0
234
0
2.463
gebracht op de garan
136
0
0
0
0
136
Overige langlopende geldleningen u/g
57.236
89
0
0
1.650
0
55.675
Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar
28.960
0
0
0
8.516
0
20.444
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
53
60
0
0
5
0
108
95.672
3.005
0
0
12.244
2.150
84.284
Leningen aan:
Overige verbonden partijen
2.1 Voorraden
2.1 Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden gesplitst naar de volgende
De in de balans opgenomen voorraden worden gesplitst naar de volgende categorieën: categorieën: 2011
2010
2.1.1 Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar:
2011
2010
2.1.1 strategische Grond- en hulpstoffen, gronden gespecificeerd naar:
12.180
11.642
niet in exploitatie genomen bouwgronden strategische gronden
438 2.469
-1.868 2.988
niet in exploitatie genomen bouwgronden
12.618 10.149
9.774 6.786
2.1.2 Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
12.618
9.774
39.381
59.295
2.1.3 2.1.2 Vooruitbetalingen Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
0 39.381
0 59.295
2.1.3 Vooruitbetalingen
39.3810
59.2950
39.381
59.295
166
97
Balans specificatie voorraad gronden Strategische gronden Boekwaarde 1/1/2011
Projecten
Strategische gronden
Totaal
Naar gronden in exploiatties
Investeringen
Inkomsten
afwaardering/ inzet voorzieing/ winstneming
Boekwaarde 31/12/2011
Voorziening
Balanswaarde 31 12 2011
2.988
0
133
0
-652
2.469
0
2.469
2.988
0
133
0
-652
2.469
0
2.469
Gronden niet in exploitatie Boekwaarde 1/1/2011
Projecten
Naar gronden in exploiatties
Investeringen
Inkomsten
afwaardering/ inzet voorzieing/ winstneming
Boekwaarde 31/12/2011
Voorziening
Balanswaarde 31 12 2011
Norman Belvealstraat
620
-620
0
0
0
0
0
0
Bethlehemstraat
294
0
16
0
0
310
140
170
TCC - Kennedylaan
776
-776
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-25
0
-25
0
-25
De Veentjes
285
0
2.113
0
-2.398
0
0
0
Sportparkzuid brandweer
504
0
106
0
0
610
316
294
8.654
0
1.057
0
0
9.711
0
9.711
11.133
-1.396
3.292
-25
-2.398
10.605
456
10.149
De Veentjes Saturn
Bedrijventerrein A18 2e fase
Totaal
Gronden in exploitatie Boekwaarde 1/1/2011
Projecten
Wijnbergen Het Oosten
Naar gronden in exploiatties
Investeringen
Inkomsten
afwaardering/ inzet voorzieing/ winstneming
Boekwaarde 31/12/2011
Voorziening
Balanswaarde 31 12 2011
9.716
0
1.289
0
0
11.006
3.484
7.521
11.075
0
812
-984
0
10.903
0
10.903
Heideslag
8.515
0
2.445
-3.545
0
7.415
0
7.415
HBB IJsseloevers
6.531
0
1.807
-1.517
0
6.821
2.588
4.232
Heelweg
1.500
0
504
-314
0
1.691
200
1.491
Lookwartier
3.150
0
899
-148
0
3.901
2.423
1.478
Veemarkt
2.292
0
723
-2.192
0
822
0
822
21.739
0
6.595
-5.485
0
22.849
224
22.625
Vijverberg zuid
Bedrijventerrein A18 Ruimzicht Hamburgerbroek Zuid
613
0
51
0
0
664
0
664
-1.632
0
379
-754
0
-2.007
0
-2.007
Grondwallen Bedrijvenweg Bedrijven Wijnbergen Dichteren
-64
0
-22
0
0
-87
0
-87
4.015
0
486
-1.038
0
3.463
2.471
992
-675
0
23
0
0
-653
0
-653
812
0
61
0
-873
0
0
0
-880
0
641
0
0
-239
0
-239 -176
Lagehorst 3 Spinbaan Brewinc Burg. van Nispenstraat Verheulsweide TC Wijnbergen EVZ Verheulsweide Revitalisering Hamburgerbroek algemeen
-11
0
339
-700
196
-176
0
-193
0
105
0
88
0
0
0
5.172
0
377
-655
0
4.894
0
4.894
-106
0
1.017
-3.494
0
-2.583
0
-2.583
-1.454
0
29
-1.879
1.176
-2.128
0
-2.128
0 0
620
465
-1.402
0
-317
90
-406
776
117
-321
0
572
791
-219
70.113
1.396
19.143
-24.429
586
66.810
12.271
54.539
Norman Belvealstraat TCC - Kennedylaan
sub totaal
Boekwaarde 1/1/2011
Projecten
Naar gronden in exploiatties
Investeringen
Inkomsten
afwaardering/ inzet voorzieing/ winstneming
Boekwaarde 31/12/2011
Voorziening
Balanswaarde 31 12 2011
Exploitatie overeenkomsten Expl. ov. Pelgrimterrein Gnd. Expl. ov. Tectomat Langerak Expl. ov. Vredestein HBB Expl. ov. Wijnbergen wonen
sub totaal Totaal
261
0
34
0
0
295
440
0
0
0
0
0
0
0
0
-2
0
-77
0
0
-80
0
-80
239
0
32
-178
0
93
27
66
498
0
-11
-178
0
308
467
-158
70.611
1.396
19.132
-24.608
587
67.118
12.738
54.381
15.000
-15.000
27.738
39.381
28.194
51.999
Taskforce woningbouw voorziening Balanswaarde 31 december 2011 Totaalgeneraal
84.732
0
22.557
167
-24.633
-2.464
80.192
-144
2.2 Uitzettingen korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: Saldo
Voorzieningen
31-12-2011
oninbaarheid
Gekorrigeerd
Gekorrigeerd
saldo
saldo
31-12-2011
31-12-2010
Vorderingen op openbare lichamen
10.063
0
10.063
9.922
Overige vorderingen
11.717
1.403
10.314
10.265
Totaal
21.780
1.403
20.377
20.187
Een nadere specificatie van de overige vorderingen is als volgt te geven: Voorziening 2011
Stand februari 2012*
dubieus
2003 t/m 2008
170
71
2009
228
21
2010
203
37
2011
11.173 **
157
869
291
Debiteuren algemeen
2.784
Debiteuren openbare lichamen
10.063
Debiteuren belastingen
950
Debiteuren sociale zaken
7.983
826
BTW 21.780
12.643
1.403
* Dit is inclusief vorderingen op openbare lichamen. ** Inclusief vordering aangifte BTW compensatiefonds 2011 van € 9.272.043,=
Debiteuren
Voorziening
belastingen
dubieus
2004 t/m 2008
163
91
2009
110
32
2010
161
47
2011
435
120
869
291
6 Een nadere specificatie naar ouderdom is als volgt te geven:
168
Opmerking
2.3 Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
2011
2010
13
4
Fortis 93.62.21.100
18
7
Fortis 92.40.00.279
0
8
Fortis 93.60.10.614
51
42
Kassaldi: Banksaldi:
Fortis 24.35.19.966
1
1
BNG 28.50.38.567
13
8 10
BNG 28.50.99.868
38
BNG 28.51.06.619
-12
2
BNG 28.51.41.155
18
18
BNG 28.50.49.962
5
1
Girosaldi: Giro 1021392
12
9
Giro 1571396
0
12
Giro 902280
0
0
Giro 3762629
0
1
157
123
2011
2010
Nog te ontvangen bedragen
816
2.914
Vooruitbetaalde bedragen
777
787
Van derden te vorderen beklemde gelden
951
0
12
0
2.556
3.701
2.4 Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
Overige activa Totaal Transitoria
Specificatie van derden te vorderen beklemde gelden
Saldo
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
01-01-2011
Saldo 31-12-2011
Onderdeel transitoria Sisa Transitoria Onderwijs achterstand beleid 2010-2014
0
239
0
273
34
34
Transitoria doeluitk cjg betseding 2010
0
0
0
56
56
56
Subtotaal transitoria SISA
0
239
0
329
90
Onderdeel transitoria overig
0
0
0
101
101
101
Transitoria MO RCAO1 project daklozen
-165
165
0
150
150
150
Transitoria regio contr RCA018 Graafschap helpt scoren
-208
81
0
0
127
127
Transitoria GSO III
596
2.049
0
3.128
483
483
Subtotaal Transitoria overige
223
2.295
0
3.379
861
Totaal Generaal Transitoria
223
2.534
0
3.708
951
Transitoria rmc regiocontract
169
3 PASSIVA
3.1 Eigen vermogen
Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:
3.1.1. Algemene reserve
2011
2010
40.271
51.854
38.611
57.062
3.1.2. Bestemmingsreserves: overige bestemmingsreserves 3.1.3. Resultaat na bestemming Totaal
Het verloop in 2011 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven:
170
-9.914
-9.462
68.967
99.454
Reserves
Saldo
Toevoeging
Onttrekking
01-01-2011
Algemene reserve Algemene reserve risico's grondexploitatie Totaal algemene reserves
Bestemming
Vermindering
Saldo
resultaat
ter dekking
31-12-2011
2010
afschrijvingen
45.126
16.413
31.447
3.137
0
6.728
12.914
0
-12.599
0
33.229 7.043
51.854
29.327
31.447
-9.462
0
40.272
Bestemmingsreserves
Reserve kl. Investeringen fac dienst en huisvesting
63
14
25
0
0
52
Reserve dekking investeringslasten grote projecten
17.187
945
1.354
0
0
16.778
Reserve groot onderhoud werkplaats
7
0
7
0
0
0
Reserve streekarchivaat de Liemers
37
0
0
0
0
37
Reserve verbouw havenstraat 78
200
1.875
14
0
0
2.061
Reserve huisvesting inrichting kantoren
121
120
0
0
0
241
1
0
0
0
0
1
217
12
27
0
0
202
21.053
0
17.964
0
0
3.089
1.648
1.032
671
0
0
2.009
147
9
13
0
0
143
5.628
1.292
1.999
0
0
4.921
79
4
15
0
0
68
1.210
66
78
0
0
1.198
485
522
783
0
0
224
16
0
16
0
0
0
2.319
110
135
0
0
2.294
23
18
10
0
0
31
1
0
1
0
0
0
369
1.136
1.173
0
0
332
Reserve verkiezingen Reserve afschrijving brandweerkazerne Reserve compensatie dividend Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve afschrijving herinrichting wegen Reserve parkeerfonds Reserve verbouwing/uitbreiding Houtkamphal Reserve nieuwbouw het Timpaan Reserve onderwijshuisvesting Reserve onderwijs achterstand beleid Reserve dekking kap.lasten nieuwb school de haven Reserve afschrijving kunstwerk Wehl Reserve cultuurhistorisch beleid Reserve gem vastgoed en verpl. culturele instellingen Reserve speelvoorzieningen
74
0
57
0
0
17
Reserve bijzondere bijstand
323
0
115
0
0
208
Reserve maatschappelijke opvang lokaal
628
101
204
0
0
525
Reserve maatschappelijke opvang regionaal
295
274
16
0
0
553
Reserve jeugdagenda
413
190
0
0
0
603
91
0
0
0
0
91
895
0
541
0
0
354
2.414
288
912
0
0
1.790
Reserve waterplan Reserve volkshuisvesting Reserve stimuleringsfonds volkshuisvesting Reserve strategische aankopen grex
329
2
331
0
0
0
Reserve bonusuitkering aandelen BNG
157
0
0
0
0
157
Reserve aandelen Vitens
59
0
0
0
0
59
Reserve deelneming kondor wessels
45
0
0
0
0
45
528
0
0
0
0
528
57.062
8.010
26.461
0
0
38.611
108.916
37.337
57.908
-9.462
0
78.883
Reserve loonsom Totaal Bestemmingsreserves
Totaal reserves
171
3.2 VOORZIENINGEN
Het verloop van de voorzieningen in 2011 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
01-01-2011
Saldo 31-12-2011
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's (onzeker) 1.379
153
363
0
1.169
Voorziening wachtgeld voorziening wethouders
Pensioenvoorzieningen wethouders
263
196
87
51
321
Voorziening fte brandweer
500
0
0
0
500
Voorziening bruidschatregeling onderwijs
117
0
0
117
0
0
50
0
0
50
Garantievoorziening gewaarborgde geldleningen Voorziening BCF conpensatiefonds
1.801
0
168
1.633
0
Subtotaal
4.060
399
618
1.801
2.040
172
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Saldo
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
01-01-2011
Saldo 31-12-2011
Voorziening onderhoudsfonds gem geb (POGG)
600
970
0
1.523
47
Voorziening meerjarenplanning onderwijsgebouwen
563
258
0
472
349
1.163
1.228
0
1.995
396
5687
Saldo
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
Saldo
5291
22
0
0
0
22
Voorziening afvalverwerking
1.746
676
0
1.396
1.026
Voorziening rioolbeheer
3.989
712
0
535
4.166
0
172
0
73
99
194
0
0
121
73
1.414
138
0
164
1.388
Subtotaal
396 Voorzieningen door derden beklemde middelen
01-01-2011
Voorziening upc-gelden
Voorziening bouwvergunning Voorziening compensatie bomen-natuur
Voorziening afkoopsommen begraafplaatsen
31-12-2011
239
246
0
239
246
7.604
1.944
0
2.528
7.020
12.827
3.571
618
6.324
9.456
Voorziening Site Subtotaal
1729 5291
Totaal Voorzieningen
Nadere toelichting Voorzieningen
Als onderdeel van deze balans is een overzicht opgenomen van reserves en voorzieningen. Hierin wordt het doel, de omvang, de voeding, de onttreking en benodigde omvang per voorziening weergegeven.
3.3 VASTE SCHULDEN MET EEN LOOPTIJD LANGER DAN ÉÉN JAAR
De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:
2011
2010
203.628
179.969
Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiele instellingen Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars
218
731
203.846
180.700
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2011
Saldo
Binnenlandse banken en overige financiele instellingen Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars
De totale rentelast voor het jaar 2011 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 7.353.330
173
Vermeerde-
01-01-2011
ringen
179.969
41.546
Aflossingen
Saldo
17.887
203.628
31-12-2011
731
0
513
218
180.700
41.546
18.400
203.846
7020
4 VLOTTENDE PASSIVA
Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:
2011
2010
4.1 Schulden < 1 jaar
19.840
29.178
4.2 Overlopende passiva
17.007
21.653
36.846
50.831
Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespeficeerd worden:
Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Rekening-couranten Overige schulden
2011
2010
8.000
4.000
886
7.968
96
1.045
10.858
16.165
19.840
29.178
Een nadere specificatie van de overige schulden is als volgt te geven:
2011 6.957
Crediteuren algemeen
3.901
Crediteuren sociale zaken
10.858
De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: 2011 Vooruitontvangen bedragen
519 bst 200001
Nog te betalen bedragen
3.466 bst 200004
Waarborgsommen
214
Overlopende passiva Soza
919
Rente geldleningen
4.871
Door derden beklemde gelden
7.018 17.007
Specificatie door derden beklemde gelden
Saldo
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
01-01-2011
Saldo 31-12-2011
Onderdeel transitoria Sisa Transitoria Onderwijs voorziening rmc
477
723
0
807
393
Transitoria Onderwijs achterstand beleid 2007-2010
476
11
0
6
481
Transitoria regeling binnenklimaat primair onderw.
259
0
0
113
146
53
0
0
53
0
925
4.275
0
4.144
1.056
Transitoria Breedtesportimpulsgelden (BOS) Transitoria participatiebudget Transitoria extra middelen schuldhulpverlening Transitoria Mog/verslavingsbeleid/OGGZ
51
0
0
51
0
697
0
-697
0
0
0
92
0
46
46
1.484
0
0
287
1.197
Transitoria brede doeluitkering centrum jeugd en gezin
257
1.187
0
1.390
54
Transitoria verbetering luchtkwaliteit
304
0
0
189
115
Trnsitoria verz uitk justitie nazorg ex gedetineerden Transitoria vluchtelingen nieuwkomers
Transitoria ISV Subtotaal transitoria SISA
174
270
320
0
0
590
5.253
6.608
-697
7.086
4.078
4685
Onderdeel transitoria overig
Saldo
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
01-01-2011
Saldo 31-12-2011
-1
0
1
0
0
846
0
0
0
846
3.805
0
0
3.805
0
338
0
0
0
338
57
0
0
0
57
1.534
389
0
1.107
816
-12
0
12
0
0
18
0
0
0
18
108
25
0
94
39
13
0
0
0
13
0
42
0
0
42
Transitoria bijdrage gemeenten lokaal zorgnetwerk
14
0
0
0
14
Transitoria Doetinchem milieu beleidsplan
40
0
-40
0
0
2
0
0
0
2
Transitoria horecateam veilige binnenstad Transitoria stationshalte Gaanderen Transitoria HRT Regionaal Transitoria rmc regionaal Transitoria Oldershove Transitoria jeugdwerkloosheid Transitoria WMO Campower Transitoria woonservice gebieden Transitoria tienermoeder project Transitoria MO verwijs index Transitoria kansrijk wonen en werken
Transitoria GSO II Transitoria GSO boven lokaal Transitoria GSO de Veentjes
33
0
0
0
33
0
700
0
0
700 22
22
0
0
0
Transitoria Noord Fysiek
5
0
-5
0
0
Transiroria SGW gelden
582
0
0
582
0
7.404
1.156
-32
5.588
2.940
12.657
7.764
-729
12.674
7.018
Transitoria GSO algemeen
Subtotaal Transitoria overige Totaal Generaal Transitoria
6064 951 7015
Waarborgen en garanties Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen, evenals de verstrekte garanties.
Gewaarborgde geldleningen Ons beleid is dat de gemeente geen garantstellingen verleent, tenzij een publieke taak in het geding is. Bij garantieverzoeken verwijzen we naar de waarborgfondsen. De gemeente staat vanuit het verleden garamt voor betaling van rente en aflossing van diverse geldleningen. Deze zijn onder te verdelen in leningen die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Voor deze leningen is de gemeente Doetinchem achtervang. Voor geldleningen die geborgd zijn door de Stichting Waarborgfonds: Sport (SWS) staat de gemeente voor de helft van het bedrag garant. Daarnaast zijn er leningen waarvoor de gemeete Doetinchem 100% garant staat.
175
Saldo gemeentegaranties per 31-12-2011 Omschrijving
Garanties gD 100% Garanties SWS 50% gD Subtotaal rechtstreeks
bedragen x 1.000 Zorg
Onderwijs
Sport
Nuts
Woning
sector
bouw
926
1.556
166
747
14.106
17.501
0
0
307
0
0
307
926
1.556
473
747
Garanties WSW 100% (achtervang gD) Garanties NHG 100% (achtervang gD) Totaal
Totaal
926
1.556
473
747
14.106
17.808
215.657
215.657
8.730
8.730
238.493
242.195
Garanties 100%, gegarandeerd gD De gemeente Doetinchem staat per 31 december 2011 100% garant voor een bedrag van € 17,5 miljoen. Van een drietal leningen in de woningbouw die een totaalbedrag van € 14,1 miljoen vertegenwoordigen, wordt in 2012 1 lening met een saldo 9,6 miljoen overgeheveld naar het WSW. De andere twee leningen hebben op dit moment nog een looptijd van minder dan 2 jaar en vallen daarmee voor het WSW onder korte financiering. Om die reden kunnen deze leningen nu niet meer worden overgedragen aan het WSW Daarnaast wordt onderzocht of er mogelijhkheden zijn om de overige leningen bij waarborgfondsen onder te brengen Het garantiebedrag bij sport bestaat uit leningen van verenigingen die niet zijn toegelaten tot het SWS.
Garanties SWS 50% gegarandeerd gD De SWS verleent borgstellingen ten behoeve van de financiering van de bouw , aanleg, renovatie of aankoop van sportaccomodaties De SWS verleent hieraan de voorwaarde dat ook een gemeentegarantie wprdt verstrekt voor 50% (maximaal € 226.890) van het te lenen bedrag. Het garantiebedrag voor de gemeente Doetinchem bedraagt per 31 december 2011 € 0,3 miljoen. Het risico is gezien de omvang van het bedrag beperkt. Periodieke toetsing van deze leningen vindt plaats door de SWS. Hiervan ontvangt de gemeente jaarlijks een afschrift.
Garanties WSW 100% (achtervang gD) Het WSW geeft garanties aan financiers die woningbouwcorporaties leningen verstrekken voor sociale woningbouwprojecten en voor maatschappelijk vastgoed . De gemeente Doetinchem is per 31 december 2011 achtervang voor diverse leningen aan verschillende woningcorporaties voor een bedrag van € 215,7 miljoen. Het risico dat de gemeente Doetinchem loopt is tehoretisch . Het bestaat uit het verstrekken van een relatief kleine en renteloze lening, die het WSW te zijner tijd terugbetaald. Dit speelt pas als een corporatie niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen en het garantievermogen niet toereikend blijkt.
Garanties NHG 100% (achtervang gD) NHG wordt verstrekt door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Deze stichting is in 1993 opgericht op initiatief van het Ministerie van VROM en de Vereniging Nerdelandse Gemeenten (VNG) met als hoofddoel het particuliere woningbezit op een verantwoorde wijze te bevorderen. Rijk en gemeenten hebben hierbij een achtervang functie. Per 1 januari 2011 is de achtervang functie van de gemeenten voor nieuwe af te geven hypotheekgaranties vervallen. Dit betekent dat het WEW bij dreigende luiquiditeitstekorten voor tot en met 31 december 2010 afgegeven borgtochten een beroep kan dioen op achtergestelde renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). Dit is theoretisch een beperkt risico Ten aanzien van per 1 januari 2011 afgegeven borgtochten wordt de volledige achtervang functie door het Rijk vervuld Gemeente Doetinchem is per 31 december 2011 achtervang voor € 8,7 miljoen
176
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Contracten De meerjarige financiele inkoop verplichtingen voor de gemeente Doetinchem bedragen afgerond ca € 98,2 miljoen De meerjarige huur, pacht en lease verplichtingern bedragen afgerond ca € 0,58 miljoen.
Onzekerheid CAK WMO Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiele tegemoetkoming is op grond van de WMO een eigen bijdrage verschuldigd. Deze eigen bijdrage is afhankelijk van de gemeentelijke verordering Wmo en de inkomensgegevens van de aanvrager. In de wet is bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage niet wordt uitgevoerd door de gemeente zelf, maar door het CAK. Door privacyoverwegingen is de gegevensverstrekking van het CAK aan de gemeente Doetinchem ontoereikend om de volledigheid en juistheid van de eigen bijdragen te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Over het boekjaar 2011 wordt van het CAK een Third party Mededeling ontvangen. Dit houdt in dat de beheersingsmaatregelen binnen het uitvoeringsproces van de eigen bijdragen WMO en het CAK voldoen aan de daaraan te stellen eisen om de juistheid en volledigheid van de berekende en opgelegde eigen bijdragen aan de aanvragers te waarborgen. Doordat bij het onderzoek voor het geven van deze mededeling de volledigheid, juistheid en tijdigheid van de gegevens van de Belastingdienst, gemeentelijke basisadministratie, de gemeente Doetinchem en de zorgaanbieders echter niet betrokken is, is de Third Party Mededeling niet voldoende om hierop volledig te kunnen steunen ten behoeve van de volledigheid van de eigen bijdragen in de jaarrekening 2011. Hierdoor heeft de gemeente Doetinchem onvoldoende zekerheid omtrent de volledigheid van de eigen bijdragen van € 1.355.000 in haar jaarrekening 2011 Wel kan middels de mdedeling zekerheid worden gekregen dat het totaalbedrag aan vastgestelde eigen bijdragen gelijk is aan de door het CAK geinde en doorbetaalde eigen bijdragen aan de gemeente. Hiermee beschikt de gemeente Doetinchem in voldoende mate over de zekerheid dat de eigen bijdragen in de jaarrekening 2011 juist zijn verantwoord. Eventuele mogelijke niet verantwoorde eigen bijdragen worden ingeschat als niet significant c.q. materieel.
Verkoop aandelen Nuon aan Vattenfall Ingaande 1 janauri 2009 heeft het productie en leveringsbedrijf Nuon-Energy de aandelen verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfahl voor € 56,8 miljoen. Door de verkoop van de aandelen Nuon die in vier tranches worden geleverd ontstaat over de jaren 2011, 2013 en 2015 een langlopende vordering van afgerond € 29 miljoen. In 2009 is de eerste tranche van 49% geleverd. In 2011 is de tweede tence ad 15% geleverd. In 2013 en 2015 zullen de resterende traches worden ontvangen. De onzekerheden vanwege mogelijke claims van Vattenfall zijn nu nog beperkt voor de gemeente Doetinchem tot een gelimiteerd bedrag van afgerond € 575.000. Dit bedrag resteert nog van de € 2,3 miljoen die is ingehouden op de 1e tranche over het jaar 2009. Dit bedrag zan naar verwachting in 2012 vrijvallen. Voorts erkennen de verkopers een specifieke aansprakelijkheid voor cliams die voortvloeien uit belastingverplichtingen. Deze aansprakelijkheid eindigt na 5 jaar en 3 maanden. Voor de belastingclaims geldt eveneens de limitering tot het bedrag van de escrow (de belastingclaims en algemene claims gezamenlijk zijn gemaximeerd tot het bedrag van de escrow). Vanwege de langere looptijd van deze specifieke aansprakelijkheid kunnen deze belastingclaims zonodig -tot het maximum van de escrowook nog met de daarvoor toereikende resterende termijnen van de verkoopsom worden verrekend.
Lopende procedures
Ontbinding koopovereenkomst Er loopt een rechtbankprocedure die als inzet kent de ontbinding van een koopovereenkomst waarbij een bedrag aan schade wordt gevorderd. Het financiele risico van de gemeente in deze kwestie is niet te geven.
Beeindiging bewoning Beteft een beeindiging van een bewoning op grond van een gebruikersovereenkomst van een woning die in eigendom toebehoort aan de geneente. Het financiele risico voor de gemeente is zeer gering.
177
Verleende borgstelling De BNG heeft een aanpraak jegens de gemeente Doetinchem in verband met een verleende borgstelling. De borgstelling is door de gemeente afgegeven voor een geldlening ten heboeve van herfinanciering appartementencomplex. Het is thans nog niet duidelijk of de tegnpartij voldoende middelen bezit op de lening af te lossen. Het financiele risico voor de gemeente wordt ingeschat op ca 2,2 miljoen euro. Voor dat bedrag is een voorziening opgenomen in de jaarrekening opgenomen.
Nakomingsprocedure De gemeente vordert in rechte de nakoming van een leveringsverplichting en betaling van een koopsom groot € 4,7 miljoen euro. De contractpartij van de gemeente betwist dat zij tot afname van de bouwrijp gemaakte grond kan worden gehouden. Het risico is aanwezig dat de koopsom niet wordt geind en dat de kosten voor het bouwrijp maken niet kunnen worden verhaald.
CAO onderhandelingen Vanaf 1 juni 2011 is voor de sector gemeenten nog geen CAO afgesloten. De onderhnadelingen hierover lopen nog. Het risico is aanwezig dat er mogelijk verplchtingen ontstaan met terugwerkende kracht.
178
Reser ves en voorzieningen
180
592.815
reserve waterplan
reserve streekarchivaat de Liemers
reserve verbouw Havenstraat 78-80 en herinrichting gemeentewerf
TOTAAL RESERVES ONDERHOUD
7
8
9
reserve afschrijving brandweerkazerne
11
Dekking investeringslasten brandweerkazerne.
reserve dekking investeringslasten grote Deze reserve is bestemd voor de jaarlijkse dekking Projecten van de investeringslasten van een aantal grote projecten (o.a. het Brewinc, nieuwbouw schouwburg Amphion)
Reserve ten behoeve van afdekking eenmalige kleinere projecten binnen het in 2004 vastgestelde waterplan. Regionale deelname
10
RESERVES KAPITAALLASTEN
200.000
reserve speelvoorzieningen
6
Opvangen van schommelingen in de kosten van vervanging en renovatie van speeltoestellen
reserve huisvesting inrichting kantoren
5
onttrekking
Negatieve saldi begroting/jaarrekening
De minimum norm is vastgesteld op € 11 miljoen.
De omvang van deze reserve moet minimaal 10% van de boekwaarde van de grondexploitatie bedragen (Cascademodel).
benodigde omvang
Geen
217.763
17.187.575
37.000
37.000 Gevoed vanuit regionaal budget
181
202.240 Rentebijschrijving
16.778.392 Bij de vaststelling van de notitie reserves en voorzieningen in 2002 is een bedrag afgezonderd voor dekking investeringslasten van een aantal grote projecten. Daarnaast is tot en met het jaar 2005 is de eenmalige vrijval van de investeringslasten van de nieuwbouw Amphion en het integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP) toegevoegd aan deze reserve. Ook wordt jaarlijks rente bijgeschreven op deze reserve.
2.498.622
2.060.663 Bijdragen vanuit div. reserves en voorzieningen
Gelijk aan af te dekken deel van totaal investering
Niet van toepassing
Opgenomen in meerjarenplanning waterplan, relatie met GRP/rioolrecht
Jaarlijkse investeringslasten.
Aflopend met investering.
Gedurende 40 jaar (miv 2003) wordt jaarlijks een De reserve moet toereikend zijn om de jaarlijkse bedrag onttrokken ter afdekking van afschrijvingslasten op te kunnen vangen. investeringslasten. De onttrekking is gebaseerd op 8% van het investeringsbedrag en loopt jaarlijks af met de vrijval van de investeringslasten.
Afdekking investeringslasten nieuwbouw Havenstraat 78-80 en herinrichting gemeentewerf
Ontrekking uit regionaal budget
Afdekking kosten kleine maatregelen obv vastgesteld waterplan.
90.873 Jaarlijkse dotatie
90.420
Niet bepaald
Geen
17.488 Het verschil tussen het jaarlijks beschikbare budget Het verschil tussen het jaarlijks beschikbare budget Aan deze reserve ligt een speelruimteplan ten grondslag. en de uitgaven. en de uitgaven
241.000 De projectkredieten huisvesting voorzien niet in de Bij de inrichting van het (ver)nieuwde inrichting van de kantoren. Om te beschikken over huisvestingslocaties. financiele mogelijkheden voor de inrichting van de kantoren en vervanging van het meubilair wordt bij een positief jaarrekeningresultaat op de overhead budgetten huisvesting, ict, facilitair en repro voorgesteld dit toe te voegen aan deze reserve.
0 Rente
51.598 De reserve wordt van oorsprong gevoed vanuit de Volgens vervangingsplanning kleine investeringen. In overeenstemming met meerjaren vervangingsplan budgetten uit de kostenplaatsen. huisvesting en repro
40.271.995
33.228.398 Positieve saldi begroting/jaarrekening
7.043.597 Voordelige exploitataie-saldi van grondexploitaties Afdekking tekorten verliesgevende grondexploitaties
31-12-11 voeding
74.090
121.000
7.230
reserve groot onderhoud werkplaats
4
63.075
reserve kl. Invest. fac. dienst en huisvesting
Het egaliseren van de kosten van de investeringen van de facilitaire dienst, betreffende huisvestingskosten en repro. Middelen voor groot onderhoud van gemeenteopslag in Wehl Middelen voor inrichting kantoren
51.854.508
45.126.328
6.728.180
1-01-11
3
reserves onderhoud
Bestemmingsreserves
Totaal algemene reserves
algemene reserve voor algemene risico's Het dienen als financieel weerstandvermogen (buffer) voor het opvangen van in principe onvoorziene financiële tegenvallers.
2
Algemene reserve voor afdekking tekorten verliesgevende grondexploitaties en overige bedrijfsrisico’s binnen het taakveld grondexploitatie.
doel
algemene reserve grex
Algemene reserves
Omschrijving
1
nr.
reserve nieuwbouw het Timpaan
reserve onderwijshuisvesting
Reserve dekking kap.lasten nieuwb.school de haven
reserve afschrijving kunstwerk Wehl reserve herontwikkeling vastgoed (verkoop panden de schil)
16
17
18
19 20
reserve WMO
reserve maatschappelijke opvang lokaal Middelen bestemd voor de lokale taak die Doetinchem heeft i.h.k.v. maatschappelijke opvang/huiselijk geweld, OGGz en verslavingszorg
reserve maatschappelijke opvang regionaal
23
24
25
TOTAAL RESERVES OVERHEIDSTAKEN
reserve WWB
22
Middelen bestemd voor de regionale taak die Doetinchem heeft i.h.k.v. maatschappelijke opvang/huiselijk geweld, OGGz en verslavingszorg
Reserve is bestemd voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Reserve is bestemd voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB)
reserve bijzondere bijstand
Inkomensondersteunend beleid via schuldhulpverlening, de bijdrageregeling en overige inkomensvoorzieningen.
Dekking investeringslasten kunstwerk Wehl. Reserve is bestemd voor het afdekken van een tweetal kredieten tbv verplaatsen instellingen Brewinc en herontwikkeling vastgoed.
Dekking investeringslasten school de Haven
Reserve ter gedeeltelijke dekking van de investeringslasten van de nieuwbouw in 2006 van de Timpaan in de voormalige gemeente Wehl. Dekking van toekomstige investeringen onderwijshuisvesting.
Een door de stichting evenementenhal belegde reserve die bedoeld was voor de verbetering, aanpassen dan wel de uitbreiding van de Houtkamphal. Een deel is aangewend ter dekking van verbetering avn de tennishal in zuid.
21
RESERVES OVERHEIDSTAKEN
TOTAAL RESERVES KAPITAALLASTEN
reserve evenementenhal
15
14
reserve afschrijving herinrichting wegen Dekking kapitaallasten voor de komende jaren voor de investeringen in wegen. reserve parkeerfonds Het instandhouden en uitbreiden van parkeervoorzieningen in en rond het centrum, het terugdringen van het autogebruik door het fietsgebruik en het openbaar vervoer te bevorderen.
13
Financiering “bovenwijkse grote infrastructurele voorzieningen”: werken met bovenwijkse functies, die functioneel dienstbaar zijn aan de wijken.
reserve bovenwijkse voorzieningen
12
doel
Omschrijving
nr.
1.198.375 Geen
1.209.834
1.286.382
553.537 Regionale gelden
295.262
0 Voeding vindt plaats via voordelen op het inkomensdeel van de WWB.
525.224 Bij bestemming resultaat jaarrekening 2007.
1.246.984
Aflopend met hoogte investering
Aflopend met investering Gelijk aan nog te verwachten uitgaven bij genoemde kredieten
De reserve moet gelijk zijn aan de boekwaarde en vermindert parallel aan de boekwaarde van de investering.
Basis is het integraal huisvestingsplan onderwijs, welke periodiek wordt bijgesteld of geevalueerd.
Ten behoeve van minimabeleid Onttrekking vindt plaats bij nadelen op de bijzondere bijstand ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Jaarlijkse investeringslasten Afdekking kosten genoemde kredieten
Jaarlijkse investeringslasten van genoemde investering
Ten behoeve van aanvragen voor een voorziening in onderwijshuisvesting..
Jaarlijkse onttrekking gelijk aan de jaarlijkse lasten Loopt af met de hoogte van een deel van de investering van een deel van de investering.
Een krediet voor tennishal-Zuid moet ten laste van Niet van toepassing deze reserve gebracht worden. Voor het overige wordt de reserve betrokken in de afwikkeling met Stichting evenementenhal.
Regionale gelden
Uitgaven overeenkomstig doelstelling.
Niet nader bepaald
Niet nader bepaald
De bovengrens ivan de reserve WWB is bepaald op 10% Onttrekking vindt plaats bij nadelen op het van het jaarbudget. inkomensdeel van de WWB danwel ten behoeve van werkgelegenheids-projecten. -16 Voeding vindt plaats via voordelen op de Niet nader bepaald Onttrekking vindt plaats bij nadelen op de uitkeringen WRV, hulp bij huishouding en subsidies uitkeringen ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering voormalige AWBZ ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. uit het gemeentefonds.
207.637 Voeding vindt plaats via voordelen op de bijzondere bijstand ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
28.200.846
31.955 Rentebijschrijving 331.645 Deel verkoopopbrengsten div. panden
2.294.230 Eenmalige voeding vanuit algemene reserve
628.325
-16
0
323.413
29.313.010
23.634 368.312
2.319.181
223.706 Middels structurele vrijval van kapitaallasten huisvesting onderwijs, incidenteel met specifieke toevoegingen aan het gemeentefonds en rentebijschrijving.
67.720 Geen
484.788
Dekking jaarlijkse investeringslasten
Van deze reserve wordt periodiek een planning met betrekking tot de toevoegingen en onttrekkingen opgezet.
benodigde omvang
Conform meerjarenporgnose van het parkeerfonds Conform meerjarenporgnose van het parkeerfonds 4.920.959 Van het voordelig saldo op het product parkeren wordt jaarlijks een bedrag van afgerond € 1,3 mln toegevoegd aan de algemene middelen. Het restant wordt toegevoegd aan deze reserve.
142.777 rentebijschrijving
79.180
5.627.764
146.677
2.008.847 Via afdracht per verkochte m2 grond; € 25 per m2 Conform jaarlijks vast te stellen nota voor de komende 10 jaar. Betreft investeringslaste van in voor woningbouw en € 15 per m2 voor nota opgenomen investeringen vnl in de bedrijventerreinen. infrastructuur.
1.648.301
onttrekking
31-12-11 voeding
1-01-11
182
reserve bonusuitkering aandelen BNG
reserve aandelen vitens
Reserve compensatie dividendderving Nuon
26
27
28
reserve onderwijs achterstand beleid
reserve cultuurhistorisch beleid
reserve jeugdagenda
reserve volkshuisvesting
reserve stimuleringsfonds volkshuisvesting
reserve strategische aankopen grex
reserve deelneming Kondor Wessels reserve loonsom TOTAAL OVERIGE RESERVES
30
31
32
33
34
35
36 37
Het aankopen van onroerende zaken waarmee strategische posities ingenomen kunnen worden. Betreft deelneming Kondor Wessels Afdekken van overschrijding van de loonsom
Deze reserve is even groot als de middelen die gemeente Doetinchem heeft uitstaan in het Stimuleringsfonds volkshuisvesting.
Het egalliseren van schommelingen bij de uitvoering van het onderwijsachterstand beleid Opstellen cultuurhistorisch beschrijving als onderdeel van het landschapsontwikkelingsplan voor Doetinchem Uitvoering van de doelstellingen uit de Doetinchemse jeugdagenda Reserve tbv verbeteren volkshuisvesting in de brede zin van het woord
Jaarlijks wordt voor 1 verkiezing begroot. Om te voorkomen dat er in het jaar dat er 2 verkiezingen zijn geen budget beschikbaar is is deze reserve gevormd.
Dit betreft het deel van de opbrengsten uit verkoop Nuon aandelen dat in 2009 is gerealiseerd en wordt gereserveerd ter compensatie van de dividendopbrengsten. De rente komt ten goede aan de exploitatie.
Deelname in waterbedrijf Vitens
Deelname in de NV Bank Nederlandse Gemeenten.
doel
TOTAAL RESERVES
Totaal bestemmingsreserves
Reserve verkiezingen
29
OVERIGE RESERVES
TOTAAL RESERVES AANDELEN
Omschrijving
RESERVES AANDELEN
nr.
108.916.506
57.061.998
45.000 528.000 4.641.220
329.130
2.413.797
894.749
412.621
1.298
16.000
624
Geen
Geen
Geen
onttrekking
78.882.896
38.610.901
183
0 Eenmalige storting bij raadsbesluit van 14-122006. Jaarlijks wordt rente toegevoegd. 45.000 Bij jaarrekening 2009 overeenkomstig BBV 528.000 Eenmalige storting van bij begroting 2007 3.320.473
1.789.824 Rentebijschrijving
602.964 Eigen begrotingsbudgetten t.b.v. punten op de jeugdagenda 354.061 Geen
Conform financieel kader in jeugdagenda
Geen
Geen
Afhankelijk van het aantal verkiezingen in een jaar
Niet nader bepaald
Deze reserve is de tegenhanger van onze aandelen. De rente komt ten goede aan de exploitatie. Deze reserve is de tegenhanger van onze gewone aandelen in Vitens. De inbreng van de gemeente Doetinchem bestaat uit 58.752 gewone aandelen met een boekwaarde van € 1,00 per aandeel. De rente komt ten goede aan de exploitatie.
benodigde omvang
Overeenkomstig BBV Overeenkomstig doel
Strategische grondaankopen
In de raad van september 2009 is een verdeling gemaakt voor de inzet van deze middelen in dit fonds.
Overeenkomstig BBV Overeenkomstig doel
Geen
De gemeente neemt deel in het het revolving fund (RF) van de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). De gemeente kan aanwijzingen doen voor welke projecten de middelen (leningen) uit het RF inzetten.
Over de aanwending is overleg geweest, dat nog Op het saldo liggen nog een tweetal claims tbv in definitieve afspraken moet worden gegoten (bij kwaliteitsimpuls openbare ruimte en monumenten/cultuurhistorie. de prestatie-afspraken met Sité).
Uitgaven conform jeugdagenda
0 Voordelen uitvoering onderwijsachterstand beleid ( Nadelen uitvoering onderwijsachterstand beleid deels gevoed uit eigen middelen) 0 Rentebijschrijving Geen
624 In een jaar dat er geen verkiezingen plaatsvinden. In een jaar dat er 2 verkiezingen plaatsvinden.
3.304.579
3.089.242 Geen
21.052.632
21.267.969
58.752 Geen
156.585 Geen
31-12-11 voeding
58.752
156.585
1-01-11
voorziening rioolbeheer
voorziening bouwvergunningen
voorziening compensatie bomen-natuur voorziening afkoopsommen begraafplaatsen
voorziening site
40
41
39 40
41
voorziening meerjarenplanning onderwijsgeb.mop
43
Deze voorziening is gevormd om aan wachtgeldverplichtingen, pensioennopbouw en outplacementkosten van wachtgelders te voldoen
Voorziening gevormd om te kunnen voldoen aan de aangegane verplichtingen bij de verzelfstandiging van het Rietveld Lyceum en de Praktijkschool Rozengaarde
Voorziening BCF
### Wachtgeld/outplacement voorziening wethouders
### voorziening bruidschat onderwijs
### voorziening BCF ### voorziening flo brandweer ### garantievoorziening gewaarborgde geldleningen
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico
De voorziening wordt gevormd voor wethouderspensioenen ingaande 2011
Het egaliseren van jaarlijks sterk schommelde onderhoudskosten van gemeentelijke schoolgebouwen.
Het egaliseren van jaarlijks sterk wisselende kosten ten behoeve van het onderhoud van gemeentelijke gebouwen. (muv schoolgebouwen).
doel
Voorziening vooruitontvangen bedragen Site tbv project Oosseld
Het egaliseren van schommelingen in de opbrengsten bouwleges Voor bomen en natuur De voorziening dient ter afdekking van de jaarlijkse kosten voor onderhoud op de begraafplaatsen
Het egaliseren van sterk schommelende uitgaven in het kader van onderhoud, vervanging en verbetering van het rioleringsstelsel met als effect dat een nagenoeg stabiel rioolrecht wordt gehanteerd.
Het egaliseren van de uitgaven en inkomsten die in het kader van afval- inzameling en verwerking worden gemaakt met als effect dat een nagenoeg stabiel tarief afvalstoffenheffing wordt gehanteerd.
Besteding aan doelstellingen op het gebied van cultuur, welzijn, ict, sport of educatie. Invulling dient zo te gebeuren dat de herkomst en aard van de bijdrage transparant en herkenbaar is voor het publiek.
### pensioenvoorziening wethouders
Voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico
voorzieningen onderhoud
voorziening onderhoudsfonds gem.gebouwen (pogg)
Voorzieningen onderhoud
Omschrijving
42
nr.
voorziening afvalverwerking
39
voorzieningen door derden beklemd
voorziening upc-gelden
38
Voorzieningen door derden beklemde middelen
4.061.232
1.801.361 500.000 0
2.039.642
0 Verplichtingen BCF-controle 500.000 Bij 2e financële monitor 2010 50.000 Bij 2e financële monitor 2011
200 Betalingen bruidschat
320.525 Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
263.242
395.500
348.511 Jaarlijks vaste dotaties per onderwijsgebouw.
1.168.917 Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
117.370
onttrekking
Gemeente
Nadelen opbrengst bouwleges versus uitgaven m.b.t. bouwvergunningen Bomen en natuur Onttrokken worden de lasten die wij hebben voor onderhoud van de begraafplaats.
Afhankelijk van controle Belastingdienst Gebruik FLO Aanspraak gegarandeerde geldleningen
Afhankelijk van controle Belastingdienst Afhankelijk van gebruikname FLO Afhankelijk van gebruik garanties
Afgewikkeld
Overeenkomstig jaarlijkse geactualiseerde berekeningen Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar Geen
Overeenkomstig jaarlijkse geactualiseerde berekeningen
Op basis van meerjarenplanning.
Op basis van meerjarenplanning.
benodigde omvang
N.v.t.
N.v.t. De voorziening moet toereikend zijn om jaarlijks de lasten in de exploitatie op te kunnen vangen.
Niet nader bepaald.
Op basis van meerjarenplanning.
ondergrens niet nader bepaald, maar als wel op € 350.000 zijnde 5% van de jaarlijkse omzet
N.v.t.
Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
Werkelijke jaarlijkse onderhoudskosten aan schoolgebouwen.
46.989 Jaarlijks (geindexeerde) dotaties per gemeentelijk Werkelijke jaarlijkse onderhoudskosten aan gebouw. gemeentelijke gebouwen
31-12-11 voeding
7.020.929
246.020 Site
98.716 Voordelen opbrengst bouwleges versus uitgaven m.b.t. bouwvergunningen 73.357 Derden 1.387.629 Jaarlijks ontvangen afkoopsommen in verband met onderhoudsrecht graven.
1.379.259
1.163.094
563.285
599.809
1-01-11
7.604.651
238.834
194.129 1.414.237
1
4.166.175 Overschotten op de exploitatie- en investeringskosten voor riolering.
3.989.653
Tekorten op de exploitatie- en investeringskosten voor riolering.
1.026.825 Overschotten op de jaarlijkse kosten en inkomsten Tekorten op de jaarlijkse kosten en inkomsten op op het product afval het product afval
22.208 Vergoeding die we ontvingen van upc in 2005 t/m Besteding conform doel 2009
1.745.588
22.208
184
185
186
Hoofdstuk 6 Verantwoording in het kader van Single information single audit
188
189
Nummer
A1
C6
Departement
V&J
BZK
Gemeenten niet-G31 en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Wet inburgering, Besluit inburgering en Regeling vrijwillige inburgering niet-G31
Wet inburgering (Wi)
155
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aard controle R € 45.829 Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld
Regeling verzameluitkering
Gemeenten
Specifieke uitkering
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30)
Juridische grondslag
Verzameluitkering Veiligheid & Justitie
Ontvanger
132
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
55
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 (gepardonneerden).
42
Aard controle D1
9
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI) Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
I N D I C A T O R E N
7
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorzienin g is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inbugeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden).
190
Departement
OCW
Nummer
D1
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Gemeenten
Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
Ontvanger
Aard controle R € 476.918
€ 806.388
0 Opgebouwde reserve ultimo 2010
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
I N Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2008 t/m 2009 voor het eerst een taalkennisvoorziening is vastgesteld.
Aard controle R
36 Besteding 2011
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2008 t/m 2009 voor het eerst een duale inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
N Aantal geestelijke bedienaren voor wie in de jaren 2007 en 2008 een inburgeringsvoorziening is vastgesteld en die in het jaar 2009 of 2010 hebben deelgenomen aan het aanvullend praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
€0
Aard controle R
Zie Nota batenlastenstelsel
0 0 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
D I C A T O R E Aantal geestelijke bedienaren voor wie in de jaren 2007 en 2008 een inburgeringsvoorziening is vastgesteld en die in het jaar 2009 of 2010 hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen,
191
Nummer
D2
Departement
OCW
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
€ 5.793
Aard controle R
Onderwijsachterstanden Correctie in de besteding beleid niet-GSB 20062010 ivm een hogere/lagere 2010 (OAB) vaststelling van een in de besteding 2010 voor overige of coördinerende Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging activiteiten inzake Onderwijsachterstandenb onderwijsachterstandenbele eleid 2006-2010 (art 4 t/m id opgenomen voorlopige toekenning. 10) Schakelklassen, artikel 166 van de Wet op het primair Onderwijs Besluit basisvoorwaarden Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag kwaliteit voorschoolse opnemen, bij een hogere educatie vaststelling een positief bedrag opnemen. Gemeenten, niet G-31 Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Ontvanger
Aard controle R
Aard controle R €0
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
€0
D I C A T O R E Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan schakelklassen educatie opgenomen voorlopige toekenning.
I N Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan voorschoolse educatie opgenomen voorlopige toekenning.
€0
Aard controle R
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
N Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan vroegschoolse educatie educatie opgenomen voorlopige toekenning.
€0
Aard controle R
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan voorschoolse educatie voor verlaging ouderbijdrage van doelgroepkinderen op de peuterspeelzaal opgenomen voorlopige toekenning.
Alleen invullen wanneer er bij de indicatoren 1 t/m 5 iets anders dan een 0 is verantwoord.
Toelichting correctie
192
Nummer
D5
Departement
OCW
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Gemeenten
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
Ontvanger
Aard controle D2
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Nee Alle activiteiten afgerond Toelichting per Ja/Nee? brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen
Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
I N D I C A T O R E N Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
€ 112.969 Brinnummer
Aard controle R
Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de periode vóór 4 september 2011 mogen verantwoord worden.
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
193
Departement
OCW
Nummer
D9
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
5
4
3
2
1
Nee
Nee Nee
11FX
03GZ
13BV
€ 183.431
€ 75.000
Besteding 2011 aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) Aard controle R € 53.637
I N D I C A T O R E N € 21.060,== vervangen enkel glas € 26.148,== vervangen enkel glas en isoleren plat dak € 46.248,== vervangen enkel glas; isoleren plat dak; vervangen cv ketel en vervangen conventionele t.l. 's € 23.244,== vervangen enkel glas € 29.412,== vervangen enkel glas en isoleren plat dak.
Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Besteding 2011 aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO) Aard controle R
Nee
12KE
13VC 6 04PI / 12KE 7 10OC / 11FX 8 03GZ / 13BV 9 12NX / 13HJ 10 13VC / 13YQ 11 27LJ / 27JK Onderwijsachterstanden Besteding 2011 aan beleid (OAB) 2011-2014 voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten Aard controle R
Ontvanger
194
E27B
E11B
Departement
I&M
Nummer
I&M
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
1
Aard controle n.v.t.
€0 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle R
1 WV2002.45302 2 2008-015227 3 2009-014393 4 2009-019717 5 2010-012555 6 2010-016988 7 2010-020719 8 2011-003346 9 2011-008652 10 2011-014101 11 2011-015735
2006-023759 Brede doeluitkering Hieronder per regel één verkeer en vervoer beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de Provinciale beschikking verantwoordingsinformatie en/of verordening Aard controle n.v.t. Gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden)
Provinciale beschikking en/of verordening
Nationaal Besteding 2011 tlv eigen Samenwerkingsprogram middelen ma Luchtkwaliteit (NSL)
Ontvanger
2.097.716 43.620 228.527 96.007 49.786 48.163 16.408
€
-
€ € € € € € €
€ €
Aard controle R
Aard controle R €0 €0 € 591.664 €0 € 4.155 € 228.527 € 96.007 € 36.334 € 17.472 €0 € 49.224
Aard controle n.v.t. Nee Overige bestedingen 2011
Aard controle R € 188.925 Besteding 2011 ten laste van provinciale middelen
€0 Eindverantwoording ja/nee
Aard controle R
Aard controle R
€0 Besteding 2011 t.l.v. provincie
D I C A T O R E Besteding 2011 uit rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
I N Besteding 2011 tlv bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Aard controle n.v.t.
Toelichting afwijking
€0
Aard controle R
Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee
Aard controle n.v.t.
Eindverantwoording Ja/Nee
Nee
Aard controle n.v.t.
N Teruggestort/verrekend in Eindverantwoording 2011 in verband met niet ja/nee uitgevoerde maatregelen
€0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0
Aard controle R
Zie Nota batenlastenstelsel
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
€0
Aard controle R
Zie Nota batenlastenstelsel
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
195
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
G1C-2
542,00
Wet sociale Het totaal aantal werkvoorziening (Wsw) geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op Wet sociale de wachtlijst staat en werkvoorziening (Wsw) beschikbaar is om een Gemeenten die uitvoering dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste in 2010 geheel of lid, of artikel 7 van de wet te gedeeltelijk hebben aanvaarden op 31 uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. december 2010; Wgr verantwoorden hier inclusief geldstroom het totaal 2010. openbaar lichaam (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G1B + deel Aard controle R gemeente uit 2010 regeling G1C-1) Aard controle R
Aard controle R
385,43
inclusief deel openbare lichamen
inclusief geldstroom openbaar lichaam
28,73
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Aard controle R 0,00
Aard controle R
exclusief geldstroom openbaar lichaam
28,74
Aard controle R
inclusief deel openbare lichamen
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
I N D I C A T O R E N Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren;
0,00
G1C-1 Wet sociale Het totaal aantal werkvoorziening (Wsw) geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op Wet sociale de wachtlijst staat en werkvoorziening (Wsw) beschikbaar is om een Gemeenten die uitvoering dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste in 2011 geheel of lid, of artikel 7 van de wet te gedeeltelijk hebben aanvaarden op 31 uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. december 2011; Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke exclusief geldstroom openbaar lichaam deel 2011.
Ontvanger
196
Nummer
G2
Departement
SZW
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.2 Wet investeren in jongeren (WIJ)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand
Ontvanger
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€0
€ 12.890 Baten 2011 IOAW (excl. Rijk)
€ 1.370.361 Besteding 2011 IOAW
€ 544.341
Aard controle n.v.t.
€ 300.052 Baten 2011 WIJ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
I N D I C A T O R E N Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
€ 11.218.917 Besteding 2011 WIJ
Aard controle n.v.t.
Besteding 2011 algemene bijstand
197
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Ontvanger
Nummer
Departement
€0
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€0
€ 4.113 Baten 2011 WWIK (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
€ 167.653 Besteding 2011 WWIK
Aard controle n.v.t.
€0 Baten 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 109.131 Besteding 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
I N D I C A T O R E N Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk)
Besteding 2011 IOAZ
198
Nummer
G3
Departement
SZW
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Ontvanger
Aard controle R
Besteding 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob)
€ 64.108
Aard controle R
I N D I C A T O R E Baten 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk)
€ 134.719 € 210.101 Baten 2011 Bob (excl. Rijk) Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Aard controle R €0 €0
Aard controle R
Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob)
€ 324.467
Aard controle R
N Baten 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob) (excl. Rijk)
€ 86.591
Aard controle R
Besteding 2011 aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob)
€0
Aard controle R
Besteding 2011 Bob
199
Nummer
G5
Departement
SZW
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
€ 4.193.321
Aard controle R
Wet participatiebudget (WPB)
Specifieke uitkering
Besteding 2011 participatiebudget
Juridische grondslag
Wet participatiebudget (WPB)
Ontvanger
€ 351.657
€ 49.546
€0
€ 1.055.416
Aard controle R
I N D I C A T O R E N Waarvan besteding 2011 Baten 2011 (niet-Rijk) Waarvan baten 2011 van Reserveringsregeling: van educatie bij roc's participatiebudget educatie bij roc’s overheveling overschot/tekort van 2011 naar 2012 Aard controle R Aard controle R Aard controle R Omvang van het in het jaar 2011 niet-bestede bedrag dat wordt gereserveerd voor het participatiebudget van 2012. Dit bedrag is exclusief het bedrag dat een gemeente ten onrechte niet heeft besteed aan educatie bij een roc; hiervoor geldt geen reserveringsregeling (het ten onrechte nietbestede wordt teruggevorderd door het rijk) óf omvang van het in het jaar 2011 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2012 (bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld)
€0
Aard controle R
Omvang van het aan het rijk terug te betalen bedrag, dat wil zeggen het in het jaar 2011 nietbestede bedrag voor zover dat de reserveringsregeling overschrijdt, alsmede het in het jaar 2011 ten onrechte niet-bestede bedrag aan educatie bij roc’s
Terug te betalen aan rijk
200
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
8
Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Aard controle R
N Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen. Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1 0
Aard controle D1 7
89 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald.
0
Aard controle D1
78 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten basisvaardigheden.
0
Aard controle D1
6 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten vavo.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in Indicator verantwoorden Indicator verantwoorden het Informatie Systeem op basis van gegevens op basis van gegevens Inburgering (ISI). in het Informatie in het Informatie Systeem Inburgering Systeem Inburgering Aard controle D1 (ISI). (ISI). Aard controle D1 Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Aard controle R
Besteding 2011 Regelluw
I N D I C A T O R E Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een Dit onderdeel dient inburgeringsvoorziening uitsluitend ingevuld te heeft vastgesteld, dan Dit onderdeel moet door alle worden door de gemeenten die in 2010 wel met wie het college gemeenten worden in dit jaar een duurzame plaatsingen ingevuld. Indien ingevuld met een nul, dan bestaat er van inactieven naar werk inburgeringsvoorziening voor 2012 geen recht op hebben gerealiseerd en is overeengekomen. regelluwe bestedingsruimte verantwoord aan het Rijk. Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven
0
Aard controle D1
5 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde vavodiploma's.
Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
201
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Aard controle D1 0
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
I N D I C A T O R E N
202
H2
VWS
H10
G6
Departement
VWS
Nummer
SZW
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Besteding 2011
Gemeenten
Tijdelijke regeling CJG
Brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin (BDU CJG)
Gemeenten
Aard controle R
€0
Aard controle R
€ 1.394.210
Aard controle D1 Ja
2 = uitgevoerd Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
2 = uitgevoerd 2 = uitgevoerd 2 = uitgevoerd
Aard controle D2
0 = niet uitgevoerd 1 = gedeelte uitgevoerd 2 = uitgevoerd
Realisatie
Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen. Ja
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Aard controle n.v.t.
Toelichting afwijking
I N D I C A T O R E N
Actie(f) op school Actie(f) in de wijk Actie(f) bij sportvereniging Actie(f) gezond Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
4 DLB-2603454 Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra Zie Nota batenvoor jeugd en gezin. lastenstelsel
1 DLB-2603454 2 DLB-2603454 3 DLB-2603454
Aard controle n.v.t.
€ 186.668 Hieronder per regel één Activiteit beschikkingskenmerk invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, Aard controle n.v.t. onderwijs en sport
Regeling Buurt, Onderwijs en Sport (BOS)
Gemeenten
Kaderwet SZW-subsidies Aard controle R
Schuldhulpverlening
Ontvanger
Ja
Ja Ja Ja
Aard controle n.v.t.
Eindverantwoording Ja/Nee
Bijlagen
204
Hoofdstuk 7 Controleverklaring accountant
206
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de gemeenteraad van de gemeente Doetinchem Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in deze jaarstukken opgenomen jaarrekening 2011 (hoofdstuk 4, 5 en 6 van de jaarstukken) van de gemeente Doetinchem gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de programmarekening over 2011 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) en het accountantscontroleprotocol voor 2011 van uw gemeente dat door de raad is vastgesteld op 27 oktober 2011. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
207
Deze financiële rechtmatigheidscriteria zijn bepaald met het normenkader zoals door het college van burgemeester en wethouders op 19 januari 2012 aan de raad ter kennisgeving is aangeboden. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Doetinchem een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2011 als van de activa en passiva per 31 december 2011 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2011 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Arnhem, 26 april 2012 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: M.C.J.M. Bekker RA
208
Hoofdstuk 8 Besluit
210
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doetinchem in de openbare vergadering van 14 juni 2012.
De griffier,
De voorzitter,
Drs. B.P.M. Janssens
Drs. H.J. Kaiser
Deze rekening is na vaststelling door de raad ter kennisname voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van Gelderland.
211
212