Jaarrapportage Hart van de Heuvelrug 2012
COLOFON UITGEGEVEN DOOR
Programmabureau Hart van de Heuvelrug
INFORMATIE TELEFOON E-MAIL INTERNET
Programmabureau Hart van de Heuvelrug 030 258 28 34
[email protected] [email protected]
DATUM
13 februari 2013
STATUS
definitief
Foto omslag:
Sterrenberg
1
Hart van de Heuvelrug verbindt Van ecoduct tot bedrijventerrein en van nieuwe natuur tot woningbouw: een aanpak waarin zorg, wonen, natuur, recreatie en bedrijvigheid in balans worden ontwikkeld.
2
Inhoudsopgave
HART VAN DE HEUVELRUG VERBINDT
4
1.
INLEIDING
5
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
PROJECTEN ORGANISATIE FINANCIEEL COMMUNICATIE TOEKOMST
5 6 6 6 6
2.
ORGANISATIE HART VAN DE HEUVELRUG
7
2.1 2.2
DE ORGANISATIE IN 2012 HART VAN DE HEUVELRUG IN DE TOEKOMST
7 8
3.
STAND VAN ZAKEN PROJECTEN
9
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
CLUSTER SOEST I CLUSTER ZEIST I / ZORGPILOT CLUSTER ZEIST II CLUSTER ZEIST III PROJECTEN BUITEN CLUSTERS AFGERONDE PROJECTEN
9 10 11 11 13 15
4.
PROJECT EN PROGRAMMABEHEERSING
16
4.1 4.2 4.3 4.4
ROOD-GROEN BALANS BEHEERCOMMISSIE PLANNING COMMUNICATIE
16 16 16 16
BIJLAGEN 1. 2.
18
Planning 2012-2017 Projectenkaart Hart van de Heuvelrug
3
HART VAN DE HEUVELRUG VERBINDT
Tien jaar geleden was het Hart van de Heuvelrug doorsneden door infrastructuur en werd het gebied aangetast door allerlei activiteiten. Het Utrechts Landschap nam het initiatief om de versnipperde natuur te verbinden en de kwaliteiten van het gebied te versterken. Maar liefst 17 partners sloten in 2004 een overeenkomst om met elkaar 25 projecten te realiseren. Een ongekende samenwerking tussen Rijkspartners, gemeenten, provincie, zorginstellingen en semi overheidsorganisaties. Maar de ambitie ging verder dan alleen het verbinden van natuurgebieden. Naast het versterken van de natuurgebieden ontstonden mogelijkheden voor nieuwe woonlocaties, bedrijventerreinen en recreatie. Zorginstellingen kregen de mogelijkheid om op hun terrein vorm te geven aan de ‘omgekeerde integratie’ en met nieuwbouw een toekomst veilig te stellen. Het gebied kreeg een geweldige kwaliteitsimpuls. Het is nu 2012 en de eerste projecten zijn gerealiseerd. De ecoducten Beukbergen en Leusderheide zijn opgeleverd en nu al blijkt dat planten en dieren de nieuwe verbindingen hebben ontdekt. Reeën, vossen, dassen en boommarters, maar ook kleinere soorten zoals reptielen en amfibieën maken gebruik van de passages over de wegen. De ecoducten Huis ter Heide en Op Hees zullen spoedig volgen. Voormalige bedrijventerreinen zijn gesloopt en ingericht als natuur, maar ook kleinere projecten als Soesterveen zijn uitgevoerd. Op de locatie Sterrenberg wordt hard gewerkt aan de realisatie van de nieuwe woonwijk en is de integratie een feit. Het groene deel van de overeenkomst, dat bij de start de grootste uitdaging was en de meeste inspanning leek, is bijna afgerond. Dat is een prestatie waar we met elkaar trots op mogen zijn. Het rode deel van de overeenkomst, de realisatie van woningbouwlocaties, leek in 2004 een relatief eenvoudige opgave. De verkoop van woningen en bouwkavels ging indertijd eenvoudig en leverde voldoende op. De tijden zijn veranderd. Dit vraagt om nieuwe afspraken, waarbij keuzes gemaakt moeten worden die pijn kunnen doen. In 2012 hebben wij een begin gemaakt met een aantal noodzakelijke discussies. In 2013 zullen met de partners nieuwe afspraken geformuleerd worden om ook dit deel van het programma tot een succes te maken. Laten we niet te veel vervallen in pessimistisch en risicogericht denken. Een beheersbaar programma is essentieel, maar een gezamenlijke ambitie en visie voor het gebied is minstens zo belangrijk. Een bijzondere en pittige uitdaging, waar ik als programmamanager mijn tanden in heb gezet. Hart van de Heuvelrug is een uniek programma. Het gegeven dat de samenwerking tussen en inzet van de 17 partners heeft geleid tot de realisatie van zoveel mooie projecten, geeft mij vertrouwen in de toekomst. Met vernieuwd optimisme en een gezonde dosis realiteitszin ga ik voor de partners aan de slag om de volgende fase van Hart van de Heuvelrug vorm te geven. We zijn het aan onszelf en aan het programma verplicht om de groene successen optimaal te vieren en nu ook onze rode ambities te realiseren.
Daan Martens, Programmamanager Hart van de Heuvelrug.
4
1.
INLEIDING
Met deze jaarrapportage geeft het programmabureau inzicht in de voortgang van het programma en de verschillende projecten. De hoofdlijnen worden hierin beschreven. Daarbij is het van belang te realiseren dat de omgeving van het programma constant aan verandering onderhevig is en vormt de jaarrapportage een momentopname.
1.1 PROJECTEN In september 2012 is het Harlanterrein opgeleverd. De eindinrichting, op het voormalig TNO terrein, is een open bos met enkele stroken heide. Een klein deel van het terrein is ingericht als akker, wat vooral voor vogels en insecten interessant is.
Theo van de Gazelle, Hoofdingenieur Directeur van Rijkswaterstaat Utrecht, over ecoduct Huis ter Heide: ‘Veel natuurgebieden waren versnipperd doordat kanalen, spoorwegen en autowegen er dwars doorheen zijn aangelegd. Met de bouw van ecoduct Huis ter Heide, het tweede ecoduct over de A28 op de Utrechtse Heuvelrug, is het gebied van Hart van de Heuvelrug veel beter met elkaar verbonden. Dat betekent voor veel dieren dat hun natuurlijke leefgebied groter is geworden. En daar doen we het voor.’
Ook aan de Oostkant van Hart van de Heuvelrug zijn successen te melden. In april 2012 is de Wiek in Soest opgeleverd. Dit is een nieuw natuurgebied met bloemrijk grasland en nat schraalland met zeldzame planten.
Jacqueline Verbeek, wethouder gemeente Zeist, over het Harlanterrein: ‘Wandelaars liepen meestal met een grote boog om het Harlanterrein heen. Nu is het een plek waar elk seizoen iets moois te zien is. De natuur op de Heuvelrug wordt zo met elkaar verbonden en versterkt. Dit is winst voor de flora, fauna en een ieder die dit gebied wil ontdekken.
In december 2012 is het ecoduct Huis ter Heide in gebruik genomen. Rijkswaterstaat realiseerde in het kader van Hart van de Heuvelrug twee ecoducten over de snelweg A28, tussen Amersfoort en Utrecht. Ecoduct Leusderheide was in 2008 al klaar.
Harry Witte, wethouder gemeente Soest over de Wiek: ‘Het project De Wiek van Hart van de Heuvelrug past zeer goed in het streven van de gemeente Soest om de restanten van het voormalige natuurgebied Soesterveen te herstellen. We zijn dan ook heel blij om te zien dat een aantal vogelsoorten dat voorheen in Soesterveen huisde opnieuw een plek heeft gevonden in De Wiek.’
5
In deze jaarrapportage staat een overzicht van alle projecten met een actuele stand van zaken eind 2012. 1.2 ORGANISATIE Het programmabureau heeft in 2012 haar sturende en monitorende rol voortgezet. Groene projecten zijn afgerond of naderen afronding en de voorbereiding van de rode projecten loopt. Daarmee wordt ook een verschuiving in het programma zichtbaar: de nadruk komt meer te liggen op de realisatie van de rode projecten. Het afgelopen jaar kenmerkt zich door de start van een aantal fundamentele discussies over de toekomst van het programma en het programmabureau. Discussies die in 2013 tot keuzes en nieuwe afspraken moeten leiden. 1.3 FINANCIEEL Eén van de belangrijkste fundamenten van het programma is de mastergrondexploitatie. Deze geeft ons een goed beeld van de kosten en baten van Hart van de Heuvelrug. De Mastergrex is gebaseerd op cijfers van begin 2012, die in juni 2012 door de stuurgroep zijn vastgesteld. De financiële consequenties van enkele ontwikkelingen, zoals die beschreven zijn in hoofdstuk 3 (Stand van Zaken Projecten), zijn nog niet verwerkt in de Mastergrex in hoofdstuk 4. 1.4 COMMUNICATIE Voor wat betreft de communicatie is de in 2011 gekozen strategie, het vergroten van de bekendheid van het programma bij een breed publiek, doorgezet. Het doel van deze aanpak is om Hart van de Heuvelrug te presenteren als een bijzonder en aantrekkelijk gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Er is gekozen voor de thema’s wonen, werken, natuur, zorg en recreëren om Hart van de Heuvelrug te profileren. 1.5 TOEKOMST De groene projecten zitten in de afrondende fase en de komende jaren ligt de nadruk op het realiseren van de rode opgave. Een discussie over het sturingsmodel voor het programma na 2013, en dus over het programmabureau is daarvoor noodzakelijk. Met nieuwe afspraken over de samenwerking, verantwoordelijkheden en verdeling van risico’s én met het betrekken van een marktpartij in die nieuwe samenwerking, is het programmabureau optimaal in staat de uitdagingen ten aanzien van de woningbouwopgave in de toekomst aan te gaan.
Bart Krol, gedeputeerde provincie Utrecht, over Hart van de Heuvelrug: ‘Samen hebben we een groot deel van de groene projecten gerealiseerd. Bijna onopgemerkt vallen de stukjes van een grote puzzel in elkaar. Bij Hart van de Heuvelrug is één en één drie: puzzelstukjes die eenmaal zijn verbonden, versterken de kwaliteit van een gebied waardoor we er weer prachtige natuur bij hebben’.
6
2.
ORGANISATIE HART VAN DE HEUVELRUG
Het hart van de Heuvelrug ligt aan de rand van de Randstad waar miljoenen mensen leven. De druk op het gebied is daardoor groot. Door een goede balans te creëren tussen wonen, werken, natuur, zorg en recreëren, maken we het gebied toekomstbestendig voor mens en dier. Het doel van het programma Hart van de Heuvelrug is om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied tussen Zeist, Soest en Amersfoort te verbeteren. Het is een programma waarbij 17 partners met elkaar samenwerken om in totaal 25 projecten uit te voeren. Hart van de Heuvelrug is onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS). We kopen grond aan om te ontwikkelen tot nieuwe natuur en we verbinden die met elkaar. Het aankopen en ontwikkelen van natuur kost geld, dus om deze groene ambities mogelijk te maken is woningbouw noodzakelijk. Hiervoor hebben we een aantal rode locaties aangewezen. De rode ontwikkelingen betalen de groene investeringen: rood voor groen. De partners die samenwerken voor Hart van de Heuvelrug zijn Gemeente Amersfoort, Gemeente De Bilt, Gemeente Leusden, Gemeente Soest, Gemeente Zeist, Het Utrechts Landschap, Kamer van Koophandel Gooi-Eem en Flevoland, Ministerie van Defensie, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Ministerie van Financiën (Domeinen), Ministerie van Infrastructuur en Milieu, ProRail, Provincie Utrecht, Rijkswaterstaat Utrecht, Zorginstelling Abrona, Zorginstelling Altrecht en Zorgorganisatie Reinaerde. Het platform staat onder voorzitterschap van Commissaris van de Koningin, de heer R.C. Robbertsen. 2.1 DE ORGANISATIE IN 2012 Het programmabureau werkt in opdracht van de partners en heeft in 2012 haar sturende en monitorende rol voortgezet. Samen met de partners worden verschillende deelprocessen uitgevoerd, waarbij het programmabureau zich primair richt op de programmabrede afstemming en facilitering van projecten. Het is goed om te constateren dat de samenwerking tussen de partners heeft geleid tot een voortvarende aanpak en realisatie van vele projecten. Groene projecten zijn afgerond of naderen afronding en de voorbereiding van de rode projecten loopt. Daarmee wordt ook de verschuiving in het programma zichtbaar: de nadruk komt meer te liggen op de realisatie van de rode projecten. Het afgelopen jaar kenmerkt zich door de start van een aantal fundamentele discussies over de toekomst van het programma en het programmabureau. Het aflopen van de raamovereenkomst eind 2013, maar vooral ook door de vraag hoe om te gaan met de veranderingen in de markt voor woningbouw en bedrijventerreinen vormen belangrijke gespreksonderwerpen. In de huidige markt en politieke wereld is iedereen zich zeer bewust van de risico’s. in 2012 is een start gemaakt met discussies over deze materie. De discussie spitst zich daarbij toe op drie onderwerpen: 1. 2. 3.
Herziening Mastergrex en risicoanalyse Herijking woningbouwopgave Sturingsmodel programmabureau na 2013
De herziening van de Mastergrex heeft eerder plaatsgevonden dan gebruikelijk, waardoor beter wordt aangesloten op de Planning & Control cyclus van de gemeenten en provincie. Daarbij is expliciet gekeken naar keuzemogelijkheden om optimale resultaten te behalen. Met de gemeenten Zeist, Soest en de provincie zijn de verschillende marktonderzoeken op het gebied van woningbouw geanalyseerd. De bevindingen zijn gebruikt om de projecten binnen Hart van de Heuvelrug op marktpotentie te bezien. Aangezien deze projecten primair een relatie hebben met projecten binnen Zeist en Soest, zijn deze projecten vergeleken met projecten binnen deze gemeenten en is inzichtelijk gemaakt welke projecten onderling concurrerend zijn. Dit heeft onder meer geleid tot keuzemogelijkheden binnen de Mastergrex, ten aanzien van de fasering van projecten en woningdifferentiatie. Met het aflopen van de raamovereenkomst vervalt de overkoepelende, verbindende overeenkomst tussen de 17 partners. In 2012 is onderzocht welke rol de partners na 2013 in het programma willen spelen. De manier van samenwerken, de verdeling van verantwoordelijkheden en risico’s zijn daarbij wezenlijke onderwerpen. Samen met de gemeenten Zeist en Soest en de provincie worden verschillende sturingsmodellen onderzocht en discussies gevoerd. Het programmabureau heeft hierbij een initiërende en faciliterende rol door processen te starten en te begeleiden en waar nodig inhoudelijke input te leveren.
7
2.2 HART VAN DE HEUVELRUG IN DE TOEKOMST De komende jaren worden de laatste groene projecten afgerond. De optimale realisatie van de rode projecten wordt daarmee de belangrijkste taak. Het betrekken van marktpartijen is daarvoor noodzakelijk. Een discussie over het sturingsmodel voor het programma voor na 2013, en dus over het programmabureau is noodzakelijk. Deze discussie is echter meer dan een organisatorische of technische uitwerking. De verschillende belangen van de partners, en achterbannen, maakt dat de discussie breder gevoerd moet worden. Tegelijkertijd is een ontwikkeling zichtbaar dat partners aangeven geen directe rol voor zichzelf te zien en nu al afstand nemen van het programma. Voor het programmabureau betekent dit dat in 2013 nog een aantal fundamentele discussies gevoerd zal moeten worden en aandacht zal moeten worden besteed aan het verkrijgen van een breed draagvlak voor een gewenste oplossing. Naast de werkzaamheden in het kader van het programmabeheer zal dit dan ook de nodige aandacht vergen. Het verder uitwerken van een gekozen sturingsmodel en de feitelijke implementatie ervan zal zich niet beperken tot 2013 en ook daarna de aandacht van het programmabureau en de betreffende partners vragen. Met nieuwe afspraken over de samenwerking, verantwoordelijkheden en verdeling van risico’s én met het betrekken van een marktpartij in die nieuwe samenwerking, is het programmabureau optimaal in staat de uitdagingen ten aanzien van de woningbouwopgave aan te gaan. Tot die tijd zal het programmabureau, binnen haar mogelijkheden, strakker sturen op de afspraken die gemaakt zijn tussen de partners met als doel het programma optimaal te beheersen. Tegelijkertijd moet de oplossing voor de uitdaging niet alleen gezocht worden in afspraken en structuren. Minstens zo belangrijk is het vinden van nieuwe, creatieve oplossingen voor de uitdagingen. Die oplossingen willen we vinden door met andere partijen, die zich begeven op het vlak van gebiedsontwikkeling, projectontwikkeling of bijvoorbeeld financiering, te sparren over het programma.
8
3.
STAND VAN ZAKEN PROJECTEN
Net als in de voorgaande jaren is aan de projectleiders van de verschillende projecten gevraagd om een globaal overzicht van de stand van zaken van hun project te geven. Dit hoofdstuk is met deze input tot stand gekomen. 3.1 3.1.1
CLUSTER SOEST I BOELE STAAL ECODUCT
Van de totaal 13 percelen die nodig zijn om het ecoduct en de toelopen naar het ecoduct te realiseren moeten er nog 3 verworven worden. In 2011 is de administratieve onteigeningsprocedure gestart zodat, indien minnelijke verwerving niet lukt, tot een gerechtelijke onteigening kan worden overgegaan. In juli 2012 hebben de onteigeningsstukken ter visie gelegen en is er een hoorzitting geweest. Naar verwachting wordt begin 2013 het Kroonbesluit genomen. Volgens planning wordt het juridisch eigendom van het perceel van de Hollandse IJzerwaren Handel in februari 2013 en het perceel van Sauna Soesterberg in augustus 2013 overgedragen. In 2012 is er een Flora en Fauna onderzoek uitgevoerd. Ten behoeve van de vleermuizen moeten er mitigerende maatregelen getroffen worden. Er is opdracht gegeven voor de uitwerking van het voorontwerp van het ecoduct in een definitief ontwerp. In oktober heeft er een voorselectie van aannemers plaatsgevonden. Volgens planning start de bouw van het ecoduct 2013-2014. 3.1.2
OUDE KAMP
Na de boskap medio 2008 ten behoeve van heideontwikkeling zijn de eerste resultaten van de heideontwikkeling goed zichtbaar. De problematiek van het verkeersluw maken van de Kolonel van Rooyenweg is opnieuw onder de aandacht gebracht bij Defensie. Defensie is bezig met het uitwerken van diverse scenario’s met betrekking tot de herinrichting van het grondgebied rondom de Kolonel van Rooyenweg. Mogelijk worden voorlopig alleen verkeersremmende maatregelen getroffen. 3.1.3
JESSURUNKAMP
Dit project is in 2011 afgerond en overgedragen aan de gemeente Soest die de 14 ha nieuwe natuur beheert. Het project wordt verrekend met het Beheerfonds. 3.1.4
KODAKTERREIN
Dit project is in 2011 afgerond en overgedragen aan de gemeente Soest die de 6 ha nieuwe natuur beheert. Het project wordt verrekend met het Beheerfonds. 3.1.5
SOESTERVEEN
In januari 2012 is begonnen met de aanleg van de waterberging en met de herinrichting van het gebied. Op 5 april kon het nieuwe natuurgebied feestelijk in gebruik worden genomen. Hiermee is weer één van de projecten van Hart van de Heuvelrug gerealiseerd. 3.1.6
APOLLO NOORD
Deel achter Kontakt der Kontinenten: Samen met de ontwikkelaar wordt een stedenbouwkundig plan opgesteld. Hierbij wordt zoveel als mogelijk is flexibiliteit in het plan gebracht om snel te kunnen reageren op de veranderende markt. Deelgebied van de Sauna: De locatie is eind 2012 bouwrijp opgeleverd aan de eigenaar van de sauna. Start van de bouw van de sauna staat gepland in februari 2013.
Paul Haagen (gemeente Soest), projectleider Soesterveen en Apollo-Noord over Hart van de Heuvelrug: ’Het realiseren van ecologische verbindingszones door middel van onder andere de bouw van ecoducten en het aanleggen van meer groen uit de opbrengst van rode locaties zoals woningbouw of bedrijventerreinen, was bij de start van het project Hart van de Heuvelrug een unicum in Nederland. Inmiddels wordt het principe van rood voor groen om natuur te realiseren in bijna iedere gemeente toegepast. Het principe heeft zich door de jaren heen wel bewezen. De stagnatie van de bouw en dus van de opbrengst moet ons er dan ook niet van weerhouden de kracht van dit principe te blijven omarmen en daarmee het project Hart van de Heuvelrug tot een goed einde te brengen.’
Deelgebied achter de Oude Tempel (Open Ankh): De gemeente Soest en Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de gezamenlijke gebiedsontwikkeling van de locatie Oude Tempel. Na de ondertekening wordt gestart met de branding en positionering van de locatie, het stedenbouwkundig plan en het bestemmingsplan.
9
Er is de komende tijd extra aandacht nodig voor flexibiliteit en inventiviteit binnen de plannen om tijdig te kunnen reageren op de woningmarkt. 3.1.7
RICHELLEWEG
De sanering van het terrein was ingrijpend en heeft langer geduurd dan gepland. Het bouwrijp maken is daardoor vertraagd, maar is inmiddels gestart. Op dit moment wordt daar heel hard aan gewerkt en begin 2013 worden de laatste werkzaamheden afgerond. Aansluitend kunnen de eerste kavels worden bebouwd. Met verschillende potentiële kopers vinden verkennende gesprekken plaats. Vanwege de huidige economische situatie is gekozen in de Mastergrex rekening te houden met een langere verkooptijd.
3.2
Adriaan Moons (gemeente Soest), projectleider Richelleweg: ‘Bedrijventerrein Richelleweg is niet zo maar een bedrijventerrein, het is een bedrijventerrein met een bijzondere geschiedenis. Door de ontwikkeling van dit gebied heb ik veel interessante dingen geleerd en meegemaakt: het afvangen van zandhagedissen, onderzoek naar nietgesprongen explosieven, het tot ontploffing brengen van deze explosieven, wat duurzaam is op een bedrijventerrein, hoe werkt een bodemsanering en nog veel meer. Het is mooi om te zien hoe het terrein nu echt aan het omvormen is tot een bedrijventerrein.’
CLUSTER ZEIST I / ZORGPILOT 3.2.1
Tjitske Tabak (Reinaerde) projectleider Dennendal en Sanatoriumterrein:
‘Voor mij was het hoogtepunt van het afgelopen jaar het bijwonen van het plaatsen van de leggers bij ecoduct Op Hees op Vliegbasis Soesterberg op 7 juli 2012. In het Ambtelijk Platform is veel gesproken over de breedte en het gebruik van de ecoducten. Het was een bijzondere en leuke ervaring om dan op zo’n bijzondere plek als Vliegbasis Soesterberg te staan en te zien hoe het ecoduct wordt gebouwd.’
DENNENDAL
Voordat het terrein van Dennendal ingericht kan worden als groen zullen de mensen met een beperking die wonen en werken op Dennendal moeten verhuizen. Een deel naar het Buurtschap in Zeist. Voor 60 plaatsen is overleg met de Zorgcoöperatie Nederland in Soesterberg. Samen met de Zorgcoöperatie wordt een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden van het terrein in Soesterberg. 3.2.2
SANATORIUMTERREIN
De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan in de ruimtelijke ordeningsprocedure van het project Buurtschap. Het bestemmingsplan is goedgekeurd. Reinaerde en Seyster Veste zijn bezig met de voorbereidingen voor de uitvoering. In verband met de Flora- en Fauna-ontheffing worden voorbereidingen getroffen voor het kappen van de bomen.
3.2.3 STERRENBERG
De ontwikkelingen in het project Omgekeerde Integratie hebben afgelopen jaar niet stil gestaan. In 2012 is de wijk Sterrenberg nog meer openbaar toegankelijk geworden en ingericht. Inmiddels zijn drie zorggebouwen (appartementencomplexen) voor cliënten van Abrona opgeleverd. Vier zorggebouwen zijn nog in aanbouw. In totaal genieten zo’n 260 cliënten in deze wijk van prachtige nieuwe huisvesting. Eind 2012 vindt de oplevering plaats van een complex waar 50 van de 260 cliënten van Abrona nieuwe woonruimte krijgen. Woningbouwvereniging Mitros is gestart met nieuwbouw voor 30 appartementen. Bouwbedrijf VolkerWessels start nog in 2012 met de bouw van 6 woningen in de Hoven. Ook is het bedrijf bezig met de voorbereiding voor de start van 12 nieuwe woningen in de Overtuin. De prognose voor 2013 is dat Mitros in de Hoven 36 appartementen zal ontwikkelen en 6 woningen gaat bouwen. Voor VolkerWessels staan er in de Hoven ook nog 12 te bouwen woningen gepland, en in de Bosranden 8 woningen.
Maurits Jansen (Abrona), projectleider Sterrenberg: ‘Hart van de Heuvelrug is werkelijk een uniek samenwerkingsverband. We mogen met elkaar trots zijn op de prachtige resultaten die worden behaald. Voor mij persoonlijk geldt dat de enorm enthousiaste reacties van onze cliënten mij goed duidelijk maken waar we het in onze wijk Sterrenberg voor doen.’
10
Grote veranderingen in de markt veroorzaken vertraging in de doorloop van het project voor wat betreft de marktwoningen. Om deze reden wordt per type woning onderzocht hoe deze optimaal in de markt gezet kan worden. De verkopen zijn hierdoor licht toegenomen. Door middel van het investeren in modelwoningen wordt nu getracht om tot toename van het aantal verkopen te komen. In 2012 is de aansluiting van de wijk op de N237 naar volle tevredenheid van alle partijen tot stand gekomen.
3.3 3.3.1
CLUSTER ZEIST II KAMP VAN ZEIST
De herinrichting van het Kamp van Zeist wacht op verhuizing van het Nationaal Luchtmacht Museum naar de vliegbasis Soesterberg en op uitvoering van het project Leeuwenhorst. Het project Kamp van Zeist is gekoppeld aan de opbrengsten van Leeuwenhorst.
3.3.2
Chris Bakker (Het Utrechts Landschap), projectleider Kamp van Zeist: ‘Hart van de Heuvelrug is een baanbrekend programma. Er zijn nu hele tastbare resultaten die laten zien dat de natuur op de Utrechtse Heuvelrug niet langer een restpost is, maar juist gekoesterd wordt. In het verleden kwam alles wat overlast geeft voor op de Heuvelrug, zoals een chemische fabriek en een proefdiercentrum en dat is nu opgeruimd. We maken genoeg ruimte voor de planten en dieren en ook voor de mensen die hier wonen. Het Utrechts Landschap is er trots op om die mooie gebieden te mogen beheren.’
LEEUWENHORST
Het project Leeuwenhorst kent in 2012 een stagnatie in de planontwikkeling. Eind 2011 is een planactualisatie voor Leeuwenhorst opgesteld en eind december 2011 is het resultaat in de stuurgroep gepresenteerd. De stuurgroep heeft positief gereageerd op de planactualisatie en is akkoord gegaan met de uitwerking van een plan van aanpak voor de vervolgprocedure. Over de uitkomsten van de planactualisatie, alsmede over het vervolg zoals op te nemen in het plan van aanpak wordt besluitvorming door de gemeente Zeist voorbereid. Deze besluitvorming is onderdeel geworden van de herijking van woningbouwplannen van de gemeente Zeist. Het vervaardigen van het bestemmingsplan voor het plangebied Leeuwenhorst (voor de woningbouw en voor de zorgfuncties) is door deze ontwikkelingen nog niet gestart. 3.3.3
DOLDERSE HILLE
Het bestemmingsplan is in 2011 bij de Raad van Staten goedgekeurd. De huidige ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om een andere benadering van toekomstige bewoners en een aanpassing van de ontwikkelde producten. Momenteel zijn de partners die de Dolderse Hille ontwikkelen, Altrecht en Seyster Veste, met elkaar in gesprek om te bekijken hoe de ontwikkeling van deze bijzondere locatie kan aansluiten bij de vragen van de markt.
3.4 3.4.1
CLUSTER ZEIST III ECODUCT HUIS TER HEIDE A28
Het ecoduct is in 2012 opgeleverd en daarmee is de Westelijke corridor van Hart van de Heuvelrug bijna klaar. De bouwwerkzaamheden zijn afgelopen jaar afgerond, het fietspad onder het ecoduct is gerealiseerd en de beplanting op en rond het ecoduct is aangebracht. Er ligt een voorstel bij de gemeente Zeist om de naam ‘Ecoduct Huis ter Heide’ te veranderen in ‘Ecoduct Sterrenberg’. 3.4.2
ECODUCT BEUKBERGEN N237
Ecoduct Beukbergen is gerealiseerd en werd geopend in december 2009. 3.4.3
ECODUCT OP HEES (OVER HET SPOOR)
De bouwwerkzaamheden voor ecoduct Op Hees zijn volop aan de gang. In de zomer van 2012 zijn de liggers over het spoor geplaatst. Hierbij waren bewoners en andere belangstellenden aanwezig. Het ecoduct zal naar verwachting in april 2013 gereed zijn.
11
Luuk van Hengstum (ProRail), projectleider ecoduct Op Hees: ‘Mijn hobby’s en persoonlijke interesse betreffen Natuur (met een hoofdletter N) en krijgsgeschiedenis. Beide komen in ruime mate voor in het project ecoduct Op Hees. Dat maakt voor mij zo’n project, tevens mijn eerste ecoduct, als civiel ingenieur en projectmanager, zeer aantrekkelijk. Het maken van vele wandel- en fietstochten in de bossen vanaf mijn jeugd en tot en met heden met mijn eigen gezin en het “spotten” als tiener van de dalende F15 Eagle straaljagers in Soesterberg, zal daar zeker aan bijgedragen hebben. Het realiseren van een complex werk (vanwege de strenge eisen ten aanzien van flora & fauna, bodemsanering en niet gesprongen explosieven), is een echte uitdaging en leuk om te doen.’
3.4.4
SLEUTELGEBIED ERICA
De afgelopen jaren is meer dan 90% van het sleutelgebied verworven. In het gedeelte ten noorden van de N237 liggen aan de rand van het gebied nog enkele delen van percelen met een oppervlakte van ca. 2 ha die nog niet verworven zijn. Hier ligt met betrekking tot het functioneren van het sleutelgebied geen prioriteit. Aan weerszijden van het ecoduct Huis ter Heide liggen verspreid in het gebied 20 percelen of delen hiervan met een totale oppervlakte van 4 ha die nog verworven moeten worden. In december 2012 zijn Provinciale Staten akkoord gegaan met het opstarten van een administratieve onteigeningsprocedure. In 2012 zijn een aantal illegaal bewoonde caravans ontruimd en afgevoerd. Het gebied krijgt als natuurgebied een steeds betere uitstraling en het beheer kan steeds beter afgestemd worden als toeloop naar het ecoduct. 3.4.5
HARLANTERREIN
In 2011 is gestart met de sloop en sanering van het Harlanterrein. In februari 2012 zijn de werkzaamheden afgerond en maakt de grond van het voormalige proefdierbedrijf onderdeel uit van de natuur van de bossen van Austerlitz en van de Westelijke corridor van Hart van de Heuvelrug. Na een sloop- en saneringsperiode van een jaar is het terrein van een voormalig proefdierfokbedrijf getransformeerd naar een gevarieerd natuurgebied. Het terrein is in beheer overgedragen aan het Utrechts Landschap. 3.4.6
Henk Boom (provincie Utrecht), projectleider Harlanterrein: ‘Als mitigerende maatregel is er in april 2011 op het terrein een vleermuistoren gebouwd. Uit waarnemingen van een vleermuisdeskundige blijkt dat de vleermuistoren al in gebruik is genomen. Dit is verrassend snel!’
FORNHESE
Het meest oostelijk deel (1,3 hectare) van het bedrijventerrein Fornhese is nog niet ontwikkeld. Omdat de ecologische corridors hier samenkomen, is het voor het functioneren van het ecoduct wenselijk dat dit deel van het bedrijventerrein niet wordt ontwikkeld. De vergroening van de ruim 1 hectare wordt planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan Vliegbasis Soesterberg. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Zeist vastgesteld. Er loopt momenteel een beroepszaak bij de Raad van State. 3.4.7
DIENSTKRING HUIS TER HEIDE
Dienstkring Huis ter Heide is gerealiseerd en voor beheer in 2008 overgedragen aan Het Utrechts Landschap. 3.4.8
HUIS TER HEIDE WEST
Het Programma van eisen is opgesteld en de gemeenteraad heeft in september 2009 besloten tot de bouw van 80 woningen in plaats van de geplande 200. Nu blijven de sportvelden grotendeels behouden en is alleen de korfbalvereniging De Tovers verhuisd naar het Seastum terrein. Op 31 mei 2011 heeft de raad ingestemd met een plan van aanpak voor het vervolgproces. Dit proces is inmiddels gestart. De samenwerking met de woningcorporatie is tijdelijk on hold gezet. Juni 2012 heeft de gemeenteraad besloten dat in verband met de door de crisis nog steeds afnemende vraag naar woningen, er gemeentebreed gesprekken gevoerd gaan worden met samenwerkingspartners en initiatiefnemers van projecten over de woningbouwaantallen en de fasering van de geplande projecten.
12
Gelinde Groeneveld (gemeente Zeist), projectleider Huis ter Heide West en Fornhese:
Besluitvorming naar aanleiding van deze gesprekken zal naar verwachting begin 2013 plaatsvinden. Er zullen inspanningen moeten worden verricht om het plan zowel qua ambities die in het Programma van Eisen zijn opgenomen, als wel de vereiste opbrengst voor Hart van de Heuvelrug te realiseren. De bewoners van Huis ter Heide blijven intensief bij de planvorming betrokken.
‘Ook in deze spannende tijden blijven de beginselen van het programma Hart van de Heuvelrug belangrijk, sterker nog: ze zijn belangrijker dan ooit!’
3.5
PROJECTEN BUITEN CLUSTERS
AFGEROND
De projecten Aegon-gronden, Salz en ecoduct Leusderheide (A28) zijn in voorgaande jaren opgeleverd. 3.5.1
VLIEGBASIS SOESTERBERG
Inrichting en beheerplan Het Inrichting en Beheerplan is door de Stuurgroep Vliegbasis Soesterberg op inhoud vastgesteld. Het Inrichting en Beheerplan is ter kennis bij het bestemmingsplan gevoegd. De doorrekening van de maatregelen en van het structurele beheer heeft plaatsgevonden. Dit wordt meegenomen in de actualisatie van de Mastergrex Vliegbasis Soesterberg. Bestemmingsplan De bestemmingsplannen zijn door de raden van Zeist en Soest in juni 2012 vastgesteld. Er loopt een beroepszaak bij de Raad van State. Verwachting is dat er tweede helft 2013 onherroepelijke bestemmingsplannen zijn. Sloop en sanering Het weghalen van de overbodige verharding vordert. De aannemer heeft ruim de tijd gekregen om dit werk uit te voeren. Dit drukt enerzijds de kosten en anderzijds wordt hiermee het hergebruik van de verharding gestimuleerd. In de voegen van de betonverharding is asbest aangetroffen. Dit heeft de voortgang van de werkzaamheden vertraagd en de sloopkosten aanzienlijk verhoogd. Het afgelopen jaar zijn de laatste objecten gesloopt (kerosineheuvel en bunker 500). Medio 2013 moet al het materiaal afgevoerd zijn. Na een uitgebreid onderzoek naar aard en omvang van vier “potentiële” bodemverontreinigingslocaties is er vastgesteld dat er twee locaties dusdanig verontreinigd zijn dat sanering plaats moet vinden. De sanering wordt momenteel uitgevoerd. Op terreingedeelten waar werkzaamheden zullen plaatsvinden, vindt steeds voorafgaand aan de uitvoering detectieonderzoek plaats naar de aanwezigheid van NGE (Niet gesprongen explosieven). Eventueel zal ruiming plaats moeten vinden.
Joke Kleijweg (provincie Utrecht), projectleider Vliegbasis Soesterberg: ‘Waanzinnig hoeveel soorten planten en dieren een plek hebben gevonden op de Vliegbasis Soesterberg. Ik voel een enorme verantwoordelijkheid om deze rijkdom goed te combineren met het toekomstig recreatief medegebruik. Zodat dier, mens en plant genieten van dit bijzondere gebied.’
EHS Saldobenadering en Flora- en Faunawet Op de EHS Saldobenadering uit 2009 is aan de hand van nieuwe gegevens een actualisatie uitgevoerd. Deze is vastgesteld door de provincie Utrecht en vormt een belangrijke bijlage bij het bestemmingsplan. Ten behoeve van de Flora- en Faunawet is toestemming verleend voor alle tijdelijke en nieuwe vaste werkzaamheden en activiteiten op de vliegbasis (deel eigendom Provincie Utrecht). Een uitzondering is gemaakt voor de woonwijk, waar nog aanvullend onderzoek moet plaatsvinden naar de grootoorvleermuis. Overdracht natuurbeheer Vliegbasis Soesterberg Per 1 januari 2011 is het natuurbeheer voor de Vliegbasis Soesterberg voor drie jaar in handen gegeven bij het Utrechts Landschap. Hierdoor is ook een deel van het toezicht onder verantwoordelijkheid van het Utrechts Landschap komen te liggen.
13
Activiteiten en evenementen, tijdelijk informatiecentrum De vliegbasis is en blijft een bijzonder natuurgebied met hoge waarden. Er is gepaste terughoudendheid bij het toelaten van evenementen. Bovendien moeten de activiteiten passen bij het toekomstig gebruik. Tegelijkertijd willen we ervaring opdoen met het gebruik van het gebied en de gebouwen. Zo worden twee shelters in het winter- en voorjaarsseizoen gebruikt als schaapskooi, zijn er tweewekelijks georganiseerde fietstochten en worden er tal van excursies georganiseerd om het gebied en de toekomst ervan toe te lichten. Hoogtepunt in het jaar is in september het cultuurfestival. In samenwerking met de Vrede van Utrecht, Centrum Beeldende Kunst Utrecht en het Utrechts Landschap wordt gewerkt aan een programma met zowel beeldende kunst als podiumkunsten. De bedoeling is dat dit opbouwt naar 2013, de viering van de Vrede van Utrecht. In de voormalige brandweerkazerne is een informatiecentrum ingericht. Dit informatiecentrum bevat zowel informatie over de Vliegbasis Soesterberg als ook over het Hart van de Heuvelrug. Vanuit deze locatie starten de fietstochten en andere bezoeken aan de Vliegbasis. Natuurinrichting Met de nieuwe natuurinrichting is gestart. Met name het realiseren van de westelijke en oostelijke corridor is belangrijk. De natuur zal al voor de openstelling voor publiek een groeispurt maken. Zweefvlieggebruik De Amsterdamse club voor Zweefvliegen zal blijven vliegen. Het zweefvliegveld ligt tegen het museumkwartier aan en is in het bestemmingsplan bestemd. Momenteel heeft de club een deel van het informatiecentrum in gebruik. Er zal een nieuwe clublocatie door hen worden neergezet ten noorden van het museumkwartier. Toezicht Nu de sloopopgave voor de meeste bestaande gebouwen is afgerond, is de beveiliging beperkt. Openstelling terrein Medio 2014 zal het terrein van de Vliegbasis Soesterberg worden opengesteld voor publiek. Museumkwartier De ontwikkeling en het beheer van het museumkwartier is gegund aan Heijmans en partners. Ondertekening van de overeenkomst heeft plaatsgevonden op 8 mei 2012. De bouw van het nieuwe Nationaal Militair Museum en de nieuwe inrichting van het gebied van het museumkwartier is reeds gestart met de sloop van gebouwen. De verwachte opening van het museum is in het derde kwartaal van 2014. 3.5.2
LANDGOED DE PALTZ
Op 1 juli 2011 heeft de provincie de gronden, met uitzondering van de aanwezige panden, overgedragen aan Stichting Het Utrechts Landschap. Twee panden zijn inmiddels verkocht en geleverd, een derde moet nog verkocht worden. De Paltz heeft geen financiële relatie met het programma Hart van de Heuvelrug. 3.5.1
DORRESTEIN
De onderhandelingen over de aankoop van het perceel zijn afgerond. Voor de locatie moet een nieuwe clusterovereenkomst worden opgesteld waarin de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkelingen op deze locaties worden bepaald. Het programmabureau werkt aan de nieuwe clusterovereenkomst, waarbij nog onduidelijk is wie het project gaat trekken. Een gedeelte van de aan te kopen gronden is nodig voor de ontsluiting van de toekomstige woningbouw op Vliegbasis Soesterberg. Deze ontsluiting dient tevens voor het bedrijventerrein Soesterberg Noord.
Patrick Hageman (provincie Utrecht), over Hart van de Heuvelrug:
‘Hart van de Heuvelrug heeft een uniek uitgangspunt. De kosten voor het groen betalen door ontwikkelingen die we zelf mogelijk maken. Ik heb veel vertrouwen op de lange termijn. Het is een fantastisch programma en het mag best wat moeite kosten om het te realiseren.’
14
3.6 AFGERONDE PROJECTEN Verschillende projecten zijn inmiddels afgerond. Het programmabureau stelt het Bestuurlijk Platform voor haar decharge te verlenen voor deze projecten. Daarmee wordt vastgesteld dat deze projecten, en daarmee de werkzaamheden voor het programmabureau zijn afgerond. Zij zullen niet langer in de voortgangsrapportages worden beschreven. Een tweetal projecten zal worden verrekend met het Beheerfonds (zie ook onder 4.2). Zij zullen niet langer in de Mastergrex worden weergegeven en er kunnen geen kosten meer op worden geboekt. Met het vaststellen van de Jaarrapportage programmabureau voor de volgende projecten: 3 4 5 15 20 -
Jessurunkamp Kodakterrein Soesterveen (De Wiek) Ecoduct Beukbergen/N237 Dienstkring Huis ter Heide Aegon gronden Ecoduct Leusderheide A28 Landgoed De Paltz
verleent het Bestuurlijk
Platform decharge
aan het
Verrekening met Beheerfonds Verrekening met Beheerfonds
Projectenkaart Hart van de Heuvelrug (zie bijlage, uitneembare projectenkaart)
15
4.
PROJECT EN PROGRAMMABEHEERSING
4.1 ROOD-GROEN BALANS Het doel van Hart van de Heuvelrug is om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied tussen Zeist, Soest en Amersfoort te verbeteren. Het gaat om een aanpak waarin zorg, wonen, natuur, recreatie en bedrijvigheid in balans worden ontwikkeld en per saldo meer en betere natuur opleveren. Op 18 juni 2009 is de rood-groenbalans door het Bestuurlijk Platform vastgesteld. Met het besluit om de projecten Dorrestein en Oude Tempel op te nemen, is een aanpassing van de balans nodig. Met het vaststellen van deze jaarrapportage 2012 wordt ook deze aanpassing vastgesteld. Voor Dorrestein wordt 7 hectare groen voor rood opgenomen en voor Oude Tempel 4,9 hectare groen voor rood. Het Totaaloverzicht voor de rood-groenbalans ziet er dan als volgt uit: Cluster Cluster Soest Cluster Zeist I Cluster Zeist II Cluster Zeist III Dorrestein Totaalbalans
roodgroen 20,6 11,7 18,8 9,7 0
groenrood 26,3 6,3 12,0 5,0 7,0
Balans groen 2012 -5,7 5,4 6,8 4,7 -7,0 4,2
Balans groen 2009 -0,8 5,4 6,8 4,7 0 16,1
4.2 BEHEERCOMMISSIE Op 30 augustus 2011 heeft het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht (GS) het instellingsbesluit Beheerfonds Hart van de Heuvelrug vastgesteld. Hiermee is de mogelijkheid geboden om projecten van het programma Hart van de Heuvelrug te verrekenen met het Beheerfonds. Alle projecten die in uitvoering zijn binnen het programma Hart van de Heuvelrug worden financieel beheerd door de diverse projecttrekkers en geconsolideerd via de master-grondexploitatie Hart van de Heuvelrug. Zodra een project gereed wordt opgeleverd zal het financieel worden afgesloten. Het verrekenen betekent feitelijk dat het project uit de begroting van de projecttrekker wordt gehaald, waarbij het saldo van het project wordt verrekend met het Beheerfonds. Vanaf dat moment kunnen er geen kosten meer voor dat project worden gemaakt, hetgeen een belangrijke beheermaatregel is. De provincie Utrecht heeft het voorstel gedaan om een tweetal projecten, Jessurunkamp en Kodakterrein, te verrekenen met het Beheerfonds. Het Rekenteam heeft het voorstel besproken en getoetst aan de rekenregels. Haar advies is voorgelegd aan de Beheercommissie. Op 17 december is de Beheercommissie voor het eerst bijeen gekomen, en heeft zij ingestemd met het voorstel en besloten beide projecten te verrekenen. De secretaris van de commissie zal zorgdragen voor uitvoering van het besluit. 4.3 PLANNING De groene projecten lopen redelijk volgens planning. Voor het ecoduct Boele Staal en de Ericaterreinen lopen de grondverwervingstrajecten nog, en zijn de onteigeningsprocedures gestart. De vergroening van Kamp van Zeist wordt pas gerealiseerd als de benodigde middelen beschikbaar zijn. Het is duidelijk dat de marktomstandigheden druk zetten op de huidige planning voor de rode projecten. De verkoop van woningen en kavels verloopt moeizaam en de vraag dient zich aan of de huidige planning van de projecten een realistische is. Ook binnen de discussie in het kader van de herziening van de Mastergrex wordt gesproken over fasering van kosten en opbrengsten. Dit kan leiden tot voorstellen de planning aan te passen. 4.4 COMMUNICATIE Nu de resultaten van het programma zichtbaar worden, willen we actie van het publiek zien: in de vorm van interesse, omarming van toekomstplannen, het kopen van een woning, belangstelling voor een zorgplek, het vestigen van een bedrijf, de wens om in het gebied te recreëren. Communicatie draagt hiermee bij aan de realisatie van de programmadoelen, aan de resultaten van de projecten en aan de verbondenheid in de samenwerking. In 2011 is gekozen voor een communicatiestrategie die gericht is op het vergroten van de bekendheid van het programma bij een breed publiek. In 2012 zijn we hier mee door gegaan. Het doel van deze aanpak is om het gebied te presenteren als een bijzonder en aantrekkelijk gebied om in te wonen, te werken en te recreëren.
16
Publiek en pers blijven geïnformeerd over de projecten en de resultaten die worden behaald bij het programma. We willen dat het programma haar positieve imago behoudt bij partners, publiek en pers. Er is gekozen voor de thema’s wonen, werken, natuur, zorg en recreëren om Hart van de Heuvelrug te presenteren. Deze thema’s zijn inmiddels doorgevoerd op de vernieuwde website en in de vernieuwde nieuwsbrief. In 2013 willen we de publiekscommunicatie verder vormgeven en uitwerken naar vernieuwde middelen. Een onderdeel van de strategie is het vieren van onze successen. Het doel hiervan is tweeledig. Aan de ene kant versterkt het de verbondenheid in de samenwerking, door met betrokkenen stil te staan bij de behaalde resultaten. Aan de andere kant genereren we lokale en regionale media-aandacht, en profileren we Hart van de Heuvelrug als succesvol en positief programma. Deze lijn zetten we volgend jaar door, wanneer we met elkaar vieren dat de Westelijke boscorridor is afgerond. Hart van de Heuvelrug in de media Journalisten en fotografen weten Hart van de Heuvelrug goed te vinden en wij hen. De samenwerking verloopt over het algemeen prima en afgelopen jaar haalden we regelmatig lokale en regionale media met positieve verhalen over specifieke projecten in het bijzonder en het programma in het algemeen.
We hebben echter ook te maken gehad met berichtgeving in de media naar aanleiding van het lekken van vertrouwelijke stukken van de Mastergrex. In verschillende lokale en regionale media werd gesproken over verliezen van het programma uiteenlopend van 11 tot 21 miljoen. Het programmabureau heeft als reactie daarop een verklaring uitgedaan. ‘Al langer is bekend dat de uitgaven voor de natuurgebieden volgens planning verlopen, maar de inkomsten uit woningbouw achterlopen op de verwachting. Per saldo is er daardoor op dit moment een verschil van 11 miljoen op de begroting. Al in de jaarrekening 2011 is vermeld dat het geraamde tekort op de begroting van het programma 10,2 miljoen euro bedroeg. Het tekort op de begroting kan weggewerkt worden zodra de woningmarkt weer aantrekt. In de ramingen zijn de geraamde opbrengsten in bouwprojecten naar beneden bijgesteld. Daarin verschilt het programma niet veel van andere projecten in het land. Wat wel verschilt, is dat het hier gaat om investeringen in natuur, landschap en recreatie. Het verlies wordt dus nadrukkelijk niet veroorzaakt door speculatie met grondposities. Het terugverdienen van die investering is op dit moment niet eenvoudig, maar het gaat hier uiteindelijk niet om een verlies, het duurt alleen langer voordat de investeringen zijn terugverdiend dan in eerste instantie was ingeschat.’ Vliegbasis Soesterberg Het project Vliegbasis Soesterberg wordt steeds beter zichtbaar. Bijna 3000 mensen, een record aantal, bezochten in 2012 de vliegbasis. Vliegbasis Soesterberg heeft een nieuwe website en wordt in de publiekscommunicatie geprofileerd als icoon van de Nederlandse Geschiedenis. Het project heeft een eigen communicatiestrategie en een eigen budget. Een voorstel voor communicatieactiviteiten tot aan de openstelling van het gebied, is goedgekeurd door de stuurgroep. De publiekscommunicatie wordt verder geïntensiveerd en we zoeken actief samenwerking met Heijmans (bouw en exploitatie Defensiemuseum) en Defensie om de boodschap te versterken. Informatiecentrum Het informatiecentrum blijft een belangrijk visitekaartje voor Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg. Het centrum wordt regelmatig gebruikt voor vergaderingen en andere bijeenkomsten, maar ook alle bezoekers van Vliegbasis Soesterberg worden hier ontvangen (afgelopen jaar bijna 3000!). Het centrum biedt de mogelijkheid om de diversiteiten binnen het programma zichtbaar te maken en informatie over te geven. We moeten gebruik blijven maken van deze locatie, omdat het dé plek is waar de omvang en het belang van Hart van de Heuvelrug op een toegankelijke manier zichtbaar worden. 2013 en daarna De toekomst van Hart van de Heuvelrug is bepalend voor de communicatiestrategie. De uitkomsten van de discussie, die gevoerd worden over de volgende fase van het programma, hebben mogelijk gevolgen voor de vorm en de inzet van communicatie in 2013 en daarna. De communicatiepost is de eerste maanden van 2012 onbemand geweest, voordat in april de nieuwe adviseur aantrad. Door deze wisseling is afgelopen jaar niet optimaal gebruik gemaakt van de communicatiemogelijkheden. In 2013 en daarna zal de inzet van communicatie weer maximaal zijn.
17
BIJLAGEN
18
BIJLAGE 1 Planning 2012-2017 PROGRAMMAPLANNING HART VAN DE HEUVELRUG 2012 Cluster Soest I 27-09-2005 nr Project 1 Boele Staal ecoduct 2 Oude Kamp 3 Jessurunkamp 4 Kodakterrein 5 Soesterveen (De Wiek) 6 Apollo Noord 7 Richelleweg
Trekker Provincie Provincie Provincie Provincie Soest Soest Provincie/Soest
Status Voorbereiding Voorbereiding Gereed Gereed Gereed Voorbereiding Uitvoering
Cluster Zeist I/ Zorgpilot 30-05-2005 nr Project 8 Dennendal 9 Sanatoriumterrein en 60 plaatsen 10 Sterrenberg
Trekker Reinaerde Reinaerde Abrona
Status Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering
Cluster Zeist II 26-04-2007 nr Project 11 Kamp van Zeist 12 Leeuwenhorst 13 Dolderse Hille
Trekker Rijksgebouwendienst Altrecht Altrecht
Status Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering
Cluster Zeist III 27-07-2009 nr Project 14 Ecoduct Huis ter Heide A28 15 Ecoduct Beukbergen/N237 16 Ecoduct Op Hees 17 Sleutelgebied Erica 18 Harlanterrein 19 Fornhese 20 Dienstkring Huis ter Heide 21 Huis ter Heide west
Trekker Rijkswaterstaat Provincie Utrecht ProRail Provincie Utrecht Provincie Utrecht Zeist Provincie Utrecht Zeist
Status Gereed Gereed Uitvoering Uitvoering Gereed Uitvoering Gereed Voorbereiding
Trekker Provincie Utrecht
Status Gereed Gereed Gereed Uitvoering/Voorbereiding Gereed Voorbereiding
Projecten buiten een cluster nr Project Aegon-gronden Salz Ecoduct Leusderheide A28 Vliegbasis Soesterberg Landgoed De Paltz Dorrestein
Rijkswaterstaat Provincie Utrecht Provincie Utrecht
19
Bijlage 2
Ecoduct Op Hees