Jaarplan 2016 Beleidsdeel Waterschap Noorderzijlvest
Groningen, december 2015
Inhoud 1.
Voorwoord
1
2.
Ontwikkelingen
3
3. 3.1 3.2 3.3
Inhoudelijke achtergronden Opzet Uitgangpunten Vergelijking lastenontwikkeling met bestuursafspraken Bestuursakkoord Water
5 6 6 7
4. 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5
Programma’s Samenvatting Uitwerking programma’s Jaarplan 2016 Programma Waterveiligheid en rampenbestrijding Programma Voldoende en Gezond water Programma Gezuiverd Water Programma Water en Maatschappij Programma Bedrijfsvoering
8 8 9 10 13 17 20 23
5. 5.1 5.2
Waterschapsbelastingen Belastingstelsel Belastingheffing
27 27 28
6. 6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.2 6.3 6.4
Overige paragrafen Weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen Bestuurlijke risico’s Bedrijfsvoeringsrisico’s Beschikbare vermogen versus omvang risico’s Verbonden partijen Financiering EMU-saldo
30 30 30 31 31 33 34 37
7.
Bijlagen Bijlage A: Bijlage B: Bijlage C: Bijlage D: Bijlage E: Bijlage F1: Bijlage F2:
39 40 41 42 43 44 45 46
Jaarplan naar kosten- en opbrengstensoorten Kostenverdeelstaat Verdeling saldokosten op programma naar watersysteem en zuiveren Gecomprimeerde staat van financiële vaste activa Vaste schulden Overzicht investeringen per thema per programma Overzicht voorgenomen investeringen
1.
Voorwoord
Na de waterschapsverkiezingen in maart 2015 heeft de coalitie van Water Natuurlijk, VVD, Christen Unie / CDA en geborgd ongebouwd een bestuursakkoord voor de komende vier jaren opgesteld. Dit bestuursakkoord is samen met het in de zomer vastgestelde Waterbeheerprogramma 2016-2021 leidend geweest voor zowel het opstellen van de perspectiefnota als het voorliggende jaarplan. Het jaarplan 2016 is een nadere uitwerking van de eerste jaarschijf van de Perspectiefnota 2016 – 2019. Het geeft invulling aan de koers die wij bij het vaststellen van de perspectiefnota hebben bepaald. De komende jaren staan we voor grote investeringsopgaven. Zo wordt voor de veiligheid van onze inwoners in 2016 gestart met de uitvoering van de versterking en het aardbevingsbesteding maken van de zeedijk tussen de Eemshaven en Delfzijl. Ook de aanpak van de boezemwaterkering langs het Eemskanaal wordt in 2016 gecontinueerd. Gestart wordt met de voorbereiding van de kadeversterkingen langs het Noord- Willemskanaal en het Reitdiep in en nabij de stad Groningen en met de voorbereidingen van de realisatie van waterbergingsgebieden en het vergroten van de capaciteit van gemaal Schaphalsterzijl. En als het gaat om gezond en schoon oppervlaktewater, werken we aan de uitvoering van de maatregelen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Hiervoor zijn in dit jaarplan meer opgaven opgenomen dan bij de perspectiefnota waren geprogrammeerd. En in de afvalwaterketen worden in 2016 voorstellen gedaan voor aanpassingen in de verwerking van zuiveringsslib. Al met al veel en complexe opgaven die een grote kwalitatieve en kwantitatieve inzet vraagt van onze medewerkers. Onze aandacht is erop gericht dat alle opgaven in dit jaarplan gerealiseerd worden, om zo aan onze taken en doelen te kunnen voldoen. Mogelijk zou hiervoor in de loop van het jaar extra capaciteit ingezet moeten worden. Bij het uitvoeren van onze opgaven en investeringen wordt zorgvuldig rekening gehouden met overige maatschappelijke en economische ontwikkelingen en activiteiten. Samenwerking met andere partijen, het zoveel mogelijk zoeken naar koppelkansen en financiële bijdrages van anderen in projecten moeten leiden tot het realiseren van onze doelen, waardoor de lastenstijging voor onze inwoners wordt beperkt. Dit jaarplan laat voor onze ingezetenen een tariefstijging zien van gemiddeld 1,5% (meerpersoonshuishouden met een eigen huis). Het tarief voor het zuiveren van het afvalwater blijft in 2016 gelijk aan dat van 2015. Het tarief voor het watersysteembeheer stijgt 3,1%. Binnen het watersysteem is een aantal belastingcategorieën onderscheiden. De tariefstijging per belastingcategorie verschilt. Zo zal het tarief voor de categorie ongebouwd met 5,5% stijgen. Deze hogere stijging is het gevolg van de uitspraak van de Raad van State inzake het arrest natuur. Hierdoor dient het aandeel dat deze categorie moet betalen door een geringer aantal hectares opgebracht te worden. Het tarief voor een hectare natuur daalt daarentegen. Al met al een jaarplan 2016 met vele en grote investeringsprojecten en een gemiddeld beperkte lastenstijging.
E.J. Luitjens Portefeuillehouder Financiën
Jaarplan 2016
1
Waterschap Noorderzijlvest in het kort Beheergebied : Delen van provincie Groningen, Friesland en Drenthe Totale oppervlakte : ± 144.000 ha Taken : Watersysteembeheer en zuiveren Aantal gemeenten : 22 Aantal inwoners : ± 370.000 (betreft iedereen die in het beheergebied woont) Aantal ingezetenen : 147.550 (betreft belastingplichtigen) Aantal vervuilingseenheden : 416.820, waarvan huishoudens 339.500
Lengte te onderhouden zeedijk in km Lengte in km te onderhouden: - boezemkanalen - oeverbeschoeiing vijvers - hoofdwatergangen - boezemkaden
336 52 2485 491
Aantal peilgebieden Aantal boezemgemalen Aantal polderafvoergemalen Aantal polderopvoergemalen Aantal stuwen Aantal inlaten Aantal sluizen
648 16 101 34 660 338 30
Lengte vaarwegen in km
286
Aantal bruggen Aantal zuiveringsinstallaties Aantal slibontwateringsinstallaties Aantal transportgemalen Lengte transportleidingnet in km
2
74
83 15 1 109 401
Jaarplan 2016
2.
Ontwikkelingen
Bestuursakkoord Noorderzijlvest In maart 2015 hebben waterschapsverkiezingen plaatsgevonden. Naar aanleiding van de uitslag van deze verkiezingen is een coalitie gevormd tussen de partijen Water Natuurlijk, VVD, Christen Unie / CDA en geborgd ongebouwd. Deze coalitie heeft op hoofdlijnen een bestuursakkoord voor de komende vier jaren opgesteld. Het Waterbeheerprogramma 2016-2021 en het bestuursakkoord zijn leidend geweest voor zowel het opstellen van de perspectiefnota als dit jaarplan. Primaire keringen In kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) zijn prioriteiten gesteld in de te nemen maatregelen aan de primaire keringen in Nederland. Ook voor Noorderzijlvest worden vanaf 2014 nadere verkenningen voor grootschalige verbeteringswerken aan de zeedijk uitgevoerd. Ten gevolge van de risico’s van aardbevingen voor onze zeedijken, wordt de verbetering van de zeekering tussen de Eemshaven en Delfzijl vervroegd ter hand genomen. De daadwerkelijke uitvoering start in 2016. Voorbereidende werkzaamheden voor de verbetering van de Lauwersmeerdijk worden ook in 2016 gestart. Gelet op deze grote opgave vraagt dit veel kwalitatieve en kwantitatieve inzet van onze medewerkers. Dit heeft mogelijk consequenties voor de inzet op andere projecten. Regionale keringen Onze regionale keringen zijn getoetst op de maatgevende hoogwaterstanden (MHW) op onze boezemwateren, de normen voor stabiliteit en de waakhoogte. De uitkomsten van deze toetsing en het onderzoek – waarbij de normen zijn aangepast – heeft grote gevolgen voor de aanpak en verbetering van onze regionale keringen in combinatie met de realisatie van nieuwe waterbergingsgebieden en de gevolgen van aardbevingen (zie hierna). De uitvoering van een groot aantal maatregelen vindt in 2016 plaats of wordt gestart in 2016. Ten behoeve van het Lauwersmeergebied wordt nog bekeken of de gewenste veiligheid bereikt kan worden door kadeverhoging dan wel het plaatsen van pompen in de spuikokers van de Cleveringsluis bij Lauwersoog. Evenals bij de primaire keringen geldt ook voor de regionale keringen dat deze grote opgave veel kwalitatieve en kwantitatieve inzet vraagt van onze medewerkers. Dit kan mogelijk consequenties hebben voor de inzet op andere projecten. Aardbevingen ten gevolge van aardgaswinning Door aardgaswinning in Groningen vindt bodemdaling plaats. De mogelijke negatieve effecten hiervan op de waterhuishouding worden voorkomen door het realiseren van waterhuishoudkundige werken, zoals de bouw van gemalen. De kosten hiervan worden gedragen door de NAM. Naast bodemdaling veroorzaakt de gaswinning ook aardbevingen. Deze bevingen komen per jaar veelvuldig voor en hebben tot nu toe een kracht die op de schaal van Richter laag is. Negatieve effecten van deze aardbevingen op de waterhuishoudkundige infrastructuur zijn in de afgelopen jaren niet noemenswaardig. Begin 2013 werd bekend dat zich vaker en krachtigere aardbevingen kunnen voordoen. Bevingen met een kracht van 5 (of meer) op de schaal van Richter werden hierbij genoemd. Aardbevingen met een dergelijke kracht, vergroten het risico op het disfunctioneren van onze waterhuishoudkundige infrastructuur. Dijken, kaden, gemalen, rwzi’s en persleidingen kunnen schade ondervinden en in het ergste geval uitvallen of bij dijken, doorbreken, met alle negatieve gevolgen van dien. Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2014 toegezegd de extra werkzaamheden om de negatieve effecten van aardbevingen op de waterhuishoudkundige infrastructuur te vergoeden. In de praktijk blijkt dat het nog heel wat voeten in aarde heeft om de kosten van de extra uitgevoerde werkzaamheden te ontvangen. In 2016 worden grote investeringen gedaan in de versterking van boezemkeringen en de zeedijk, waarbij deze keringen tevens aardbevingsbestendig worden gemaakt. Kaderrichtlijn Water Het maatregelenplan voor de tweede periode van de Europese Kaderrichtlijn Water (van 2016 tot en met 2021) is onlangs vastgesteld. Bij de vaststelling van de perspectiefnota 2016-2019 is besloten de eerste jaren van de KRW-periode minder opgaven te realiseren en in de laatste jaren meer (prioritering). Bij de uitwerking van de perspectiefnota in het voorliggende jaarplan, blijkt ruimte te zijn ontstaan binnen het financiële kader van onze investeringsopgaven. Hierdoor is in dit jaarplan alsnog een aantal KRW opgaven opgenomen, die in eerdere instantie stonden geprogrammeerd voor de jaren 2017-2021. Het uitstellen van KRW-projecten tot na de volgende planperiode (2021-2027) is op bepaalde voorwaarden – zoals genoemd in de kaderrichtlijn – mogelijk. Zo mag in elk geval geen sprake zijn van afstel van de uitvoering van maatregelen, die nodig zijn om de doelen te halen. Een tweede voorwaarde is dat uitstel gebeurt op basis van maatschappelijk-economische gronden. Bij nagenoeg alle waterschappen in Nederland is de discussie gevoerd over de fasering van KRW-maatregelen, mede gelet op de bezuinigingen op Rijksniveau en beperking van de lastenstijging bij de waterschappen.
Jaarplan 2016
3
Financieel-economische ontwikkelingen Deze bestuursperiode staat Noorderzijlvest voor grote investeringen. Deze zullen leiden tot een stijging van de schuldenlast. Gelet op de hoogte van de schuldenpositie vraagt dit om het maken van scherpe keuzes waar het gaat om deze investeringen. In de eerste helft van deze bestuursperiode zullen we in relatie tot de ontwikkelingen van de financiën bekijken of het nodig is te komen tot een schuldenplafond. Tevens wordt onderzocht of er aanleiding is om de kostentoedeling aan te passen. Medio 2014 zijn Hunze en Aa’s, Wetterskip Fryslân en Noorderzijlvest besprekingen gestart met de gemeente Groningen over de mogelijkheid om op het gebied van belastinginning tot een vorm van samenwerking te komen. Deze belastingsamenwerking zou dan vorm krijgen door de oprichting van een gezamenlijk noordelijk belastingkantoor. Het onderzoek naar de haalbaarheid van een dergelijk initiatief heeft er toe geleid dat de gezamenlijke besturen van zowel de gemeente Groningen als de waterschappen in 2015 hebben ingestemd met de voorbereiding van een plan van aanpak. Het doel is te komen tot een conceptplan voor de besluitvorming rond de oprichting van een noordelijk belastingkantoor. In het voorjaar van 2016 zal de definitieve besluitvorming bij de waterschappen en de gemeente Groningen plaatsvinden. Daarna zal, na een positief besluit, gestart worden met het detailontwerp en de uiteindelijke implementatie. Het streven is dat het noordelijke belastingkantoor in 2017 operationeel zal zijn. Eind 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen. Dit betekent dat overheden vanaf 2016 over de winst die ze behalen met activiteiten die concurreren met de markt, in principe vennootschapsbelasting (25%) moeten betalen. In het jaarplan is nog geen rekening gehouden met het eventueel betalen van deze belasting. Bij activiteiten die mogelijk vennootschapsbelastingplichtig kunnen zijn, valt te denken aan de verwerking van afvalwater en (zuiverings)slib van bedrijven. Op dit moment is de verwachting dat de invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor Noorderzijlvest geen grote financiële consequenties met zich meebrengt.
4
Jaarplan 2016
3. Inhoudelijke achtergronden 3.1
Opzet
De Waterschapswet vereist dat het algemeen bestuur op hoofdlijnen het beleid formuleert en kaders stelt. Een belangrijk document is in dit verband het waterbeheerprogramma. In het waterbeheerprogramma 2016 – 2021 zijn op hoofdlijnen de visie en opgaven voor de komende zes jaren aangegeven. Dit waterbeheerprogramma is samen met het bestuursakkoord 2015-2019 van de coalitiepartijen het uitgangspunt geweest voor de uitwerking ervan in zowel de perspectiefnota 2016 - 2019, als in dit voorliggende jaarplan 2016. De missie hierbij is dat waterschap Noorderzijlvest staat voor veilig, voldoende en schoon water voor alle ingezetenen. Wij creëren hiermee een basis voor een gezonde, toekomstbestendige leef-, woon- en werkomgeving in Groningen en Noord-Drenthe. Wij zijn transparant, resultaatgericht en kostenefficiënt op een innovatieve verantwoorde en duurzame wijze, in samenwerking met onze partners. Wij willen zichtbaar zijn voor onze omgeving. In hoofdstuk 4 zijn de visie, de beleidsdoelen en de opgaven voor het jaar 2016 geformuleerd voor de vijf te onderscheiden programma’s. Tevens is in dit hoofdstuk een financiële samenvatting weergegeven van het totaal aan programma’s. De programma-indeling komt overeen met de indeling zoals opgenomen in het waterbeheerprogramma 2016 – 2021. In het waterbeheerprogramma zijn per programma de visie, de doelen en de opgaven op hoofdlijnen beschreven. In het bestuursakkoord zijn daarop nadere accenten en aanvullingen op gegeven. In het jaarplan geven wij aan welke opgaven, maatregelen en projecten wij in 2016 gaan uitvoeren. Op deze wijze worden het waterbeheerprogramma, het bestuursakkoord, de perspectiefnota, het jaarplan en de daaruit voortvloeiende rapportages in één lijn gebracht.
3.2
Uitgangspunten
De perspectiefnota 2016 – 2019 geeft de koers aan voor de komende jaren. De uitkomst van de perspectiefnota is dat het gemiddelde stijgingspercentage van de saldolasten voor de jaarschijf 2016 circa 4,0 % bedraagt ten opzichte van het jaar 2015. Om sterke tariefschommelingen te voorkomen werd bij de perspectiefnota aangegeven voor de taak waterzuiveren tariefegalisatie toe te passen door de inzet van algemene reserves voor deze taak. Hiermee kan het tarief voor het jaar 2016 op hetzelfde niveau blijven als dat van 2015 (geen tariefstijging). Voor de taak watersysteembeheer kan vanwege de hoogte van de algemene reserves voor deze taak geen inzet vanuit de algemene reserves worden gerealiseerd. De tariefstijging in 2016 voor de taak watersysteembeheer werd in de perspectiefnota becijferd op 4,4% ten opzichte van 2015. In totaal stijgen onze saldolasten de komende jaren, ondanks de besparingen en effectiviteitslagen van de afgelopen jaren en de te verwachte besparingen (in met name de taak waterzuiveren) voor de komende jaren. De stijging van de saldolasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de stijging van de kapitaallasten. De financiële vertaling van de uitvoering van de werkzaamheden leidt tot een totaal aan zogenoemde nettolasten die via aanslagoplegging door de ingelanden moeten worden opgebracht. Het is dus van belang dat het prognosticeren van de heffingseenheden, welke de basis vormen om onze belastingtarieven te bepalen, zo goed mogelijk plaatsvindt. Dit proces vindt bij Hefpunt plaats.
Jaarplan 2016
5
Teneinde inzicht te krijgen in de achtergronden die uiteindelijk hebben geleid tot het netto lastenniveau en de stijging hiervan ten opzichte van het Jaarplan 2015 is hieronder een aantal uitgangspunten benoemd:
6
de interne kostentoerekeningsystematiek is conform het besluit van het algemeen bestuur van 7 mei 2014 toegepast; de personeelskosten zijn conform de CAO afspraken berekend. Voor het jaar 2016 betekent dit een loonstijging van 1,5%. Daarnaast is rekening gehouden met een stijging van de personeelskosten ten gevolge van prestatietoeslagen (voorheen periodieken genoemd). De pensioenpremie is verlaagd. De organisatie heeft op 1 januari 2016 een formele formatie van 267,4 fte (in 2015 267,5 fte). In het jaarplan 2016 is financieel gerekend met de formatiebezetting van circa 272 fte (in 2015 276 fte). Het verschil tussen de formatie en bezetting komt met name vanwege bovenformatieve medewerkers. In de loop van het jaar zal de formatiebezetting afnemen door vertrek van medewerkers. De formatie is ten opzichte van 2013 circa 15 fte lager; Voor het jaar 2016 is geen inflatiecorrectie toegepast; voor de kapitaallasten wordt gerekend met een rentepercentage van 2,6. In het jaarplan 2015 en in de perspectiefnota werd nog gerekend met een rentepercentage van 2,9. het financieringstekort wordt tegen een rente van 1,0% meegerekend; sobere en doelmatige uitvoering van projecten, beheer en onderhoud; externe geldstromen worden zoveel mogelijk benut (POP, Innovatiegelden, bodemdaling, HWBP, ministerie van EZ, Waddenfonds, Europa, andere overheden etc.); om redenen van efficiency en kennisdeling wordt regionaal samengewerkt met andere organisaties, zoals regionaal in Hefpunt en landelijk in het Waterschapshuis; er wordt zoveel mogelijk samengewerkt met buurwaterschappen en andere regionale overheden om effectiever en efficiënter te kunnen werken en om kennis te delen.
Jaarplan 2016
3.3
Vergelijking lastenontwikkeling met bestuursafspraken Bestuursakkoord Water
In 2011 is het Bestuursakkoord Water (BAW) afgesloten waarbij is afgesproken dat de overheden in 2020 een doelmatigheidswinst hebben gerealiseerd van jaarlijks € 750 miljoen (prijspeil 2010). Het aandeel van de waterschappen hierin bedraagt plm. € 325 miljoen en het aandeel van Noorderzijlvest plm. € 6 miljoen. Op landelijk niveau worden de gemaakte afspraken gevolgd via drie sporen te weten a) de werkelijke lastenontwikkeling afgezet tegen de autonome ontwikkeling, b) de voortgang en resultaten van de doelmatigheidsregelingen en c) de daadwerkelijk geleverde prestaties. Jaarlijks worden de gegevens gepubliceerd in ‘Water in Beeld’ (mei, door Ministerie I&M)) en driejaarlijks in de “Monitor Doelmatigheidswinst’. Uit de rapportage van mei 2015 (gegevens tot en met 2014) blijkt dat voor alle waterschappen de feitelijke lastenontwikkeling lager ligt dan de verwachting. In financiële zin liggen we derhalve ‘op koers’. In de Perspectiefnota 2010 – 2013 was nog uitgegaan van een gemiddelde toename van de lasten met ruim 5 % per jaar. Op basis van die perspectiefnota – aangevuld met de kosten Mura en HWBP – is een verwachting opgesteld van de totale lastendruk (omslag); in onderstaande grafiek weergegeven met de blauwe lijn. De rode lijn in de grafiek geeft aan de prognose waarbij in 2020 € 6 miljoen is bespaard. Op basis van de werkelijke begrotingen 2010 tot en met 2015 en het thans voorliggende jaarplan 2016 is de groene lijn bepaald (omslagen). De totale lasten na 2016 zijn gebaseerd op de perspectiefnota 2016 – 2019 en voortzetting van deze koers na het jaar 2019. Deze laatste gegevens zijn niet teruggerekend naar prijspeil 2010.
Monitoring BAW Noorderzijlvest
in € 1.000 100.000
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000 Jaarplan 2010
2011
2012
2013
Autonome ontwikkeling incl MURA/HWBP
2014
2015
2016
Prognose doelmatigheid
2017
2018
2019
2020
Vastgestelde begroting cq prognose
De conclusie is dat de lastendrukontwikkeling bij Noorderzijlvest zich binnen de verwachtingen bevindt. Door de ingezette bezuinigingen vanaf 2011, die zijn ingezet los van de gemaakte afspraken in het kader van BAW, kunnen we ons aandeel in de doelmatigheidswinst in 2020 ruimschoots behalen. In 2016 bedraagt de doelmatigheidswinst circa € 17 miljoen.
Jaarplan 2016
7
4.
Programma’s
4.1
Samenvatting
Ten opzichte van het Jaarplan 2015 stijgen de saldo kosten in 2016 per saldo met ruim € 1,1 miljoen (2,0%). De verwachte ontwikkeling van het saldo lasten en baten verdeeld over de verschillende kostengroepen is in onderstaand overzicht aangegeven. TOTAAL in € 1.000
LA S TE N Kapitaallast en
Perso neels kosten
Goederen & Toev. Voor Diensten zieningen
Onvoor zien
Totaal lasten
B A TE N Baten
S A LDO K OS TE N Saldo Index kosten jaarplan 2015=100
Jaarplan 2016
22.575
21.113
30.299
0
10
73.996
15.724
58.272
102,0
Jaarplan 2015
21.969
21.303
29.772
0
10
73.054
15.902
57.152
100,0
Jaarrapp. 2014
21.523
21.063
29.843
1.080
0
73.508
17.423
56.085
98,1
De stijging van de saldolasten in 2016 zal hieronder per kostencategorie op hoofdlijn nader worden toegelicht. De kapitaallasten stijgen ruim € 600.000. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door de jaarlijkse investeringsbijdrage in het Hoogwaterbeschermingsprogramma en investeringen aan de Eemskanaalkade. De Personeelskosten dalen met € 190.000, dat komt voornamelijk doordat in 2016 wordt uitgegaan van een lager aantal fte’s. De kosten voor goederen en diensten stijgen met € 527.000,-. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door het programma Gezuiverd Water, waar hogere ramingen voor goederen en diensten zijn opgevoerd voor slibverwerking en onderhoudskosten rioolwaterzuiveringen vanwege uitstel van investeringen in de nieuwe rwzi in het Westerkwartier. De baten (exclusief belastingopbrengsten) dalen met € 178.000 in 2016. Het betreft hier een optelsom van dalingen op diverse posten.
INVESTERINGEN in € 1.000 Besteding
Subsidie
Saldo
Act.Uren
Act.rente
Totaal
Jaarplan 2016
51.568
24.192
27.376
1.173
362
28.910
Jaarplan 2015
35.285
9.695
25.590
1.302
475
27.367
Het totale netto investeringsprogramma bedraagt in 2016 circa € 27,4 miljoen. In dit bedrag is rekening gehouden met bijdragen van derden / subsidies. Kosten van eigen uren en bouwrente zijn hierin niet meegenomen. Conform de verslaggevingvoorschriften dienen deze kosten te worden geactiveerd. Zij zijn wel opgenomen in de begroting en bedragen ruim € 1,5 miljoen. Het netto investeringsbedrag is in 2016 circa € 1,8 miljoen hoger dan in 2015. Dit komt voornamelijk door investeringen in de primaire en regionale waterkeringen. Ten opzichte van de perspectiefnota is het netto investeringsbedrag circa € 8,5 miljoen lager. De grote uitgaven van de projecten aan met name de primaire kering vinden in de jaren 2017-2019 plaats. Van het netto investeringsbedrag in 2016 wordt ruim 70% besteed aan projecten ten behoeve van de taak watersysteembeheer en bijna 30% ten behoeve van de taak waterzuiveren.
8
Jaarplan 2016
Ten opzichte van de perspectiefnota 2016-2019 dalen de saldo kosten in 2016 per saldo met ruim € 1,2 miljoen. De verwachte ontwikkeling van het saldo lasten en baten verdeeld over de verschillende kostengroepen is in onderstaand overzicht aangegeven. TOTAAL in € 1.000
LA S TE N Kapitaallast en
Jaarplan 2016 PPN 16 -19
22.575 23.706
Perso neels kosten 21.113 21.380
Goederen & Toev. Voor Diensten zieningen 30.299 30.128
Onvoor zien
Totaal lasten
10 10
73.996 75.224
0 0
B A TE N Baten
15.724 15.696
S A LDO K OS TE N Saldo Index kosten jaarplan 2015=100 58.272 102,0 59.528 104,0
De grote daling van de saldokosten in het Jaarplan 2016 ten opzichte van de PPN 2016-2019 wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kapitaallasten (1,1 miljoen) doordat de geraamde netto investeringen uit het Jaarplan 2015 achter blijven. Verder is in het Jaarplan 2016 met een lagere omslagrente gerekend. De ontwikkeling van het saldo lasten en baten uitgesplitst naar de programma’s geeft het volgende beeld. SALDO
in € 1.000
LAS TEN
EN
1. 2. Waterveiligheid Voldoende & & Rampengezond water bestrijding
BATEN
P ER
3. Gezuiverd water
4. 5. Water & Bedrijfsvoering Maatschappij
PROGRAMMA
Saldo
Jaarplan 2016
6.209
16.281
15.928
5.601
14.254
58.272
Jaarplan 2015
5.148
16.185
15.383
6.444
13.992
57.152
Jaarrap. 2014
4.970
15.940
15.468
6.101
13.606
56.085
De saldolasten per programma ontwikkelen zich in lijn met de kaderstellingen uit de perspectiefnota. In de volgende uitwerking per programma wordt hier nader op ingegaan.
4.2
Uitwerking programma’s Jaarplan 2016
In de volgende paragrafen worden de programma’s uitgewerkt in onderscheiden beleidsonderwerpen. Eerst worden de doelen per programma genoemd. Vervolgens wordt aangegeven wat in 2016 wordt gedaan om de doelen te realiseren en welke middelen daarvoor noodzakelijk zijn. In bijlage F is in een totaaloverzicht aangegeven hoe groot het investeringenniveau is per programma en de daarin onderscheiden beleidsonderdelen. In de programma’s zijn lijsten opgenomen van investeringsprojecten 2016. Van een aantal projecten is reeds eerder door het algemeen bestuur kredieten verstrekt. Deze projecten zijn aangegeven met de letter B. Van de overige projecten bepaalt het algemeen bestuur welke investeringen wel en welke niet met kredietvoorstellen in het algemeen bestuur terug moeten komen. Van investeringsprojecten die aangeduid zijn met de letter A wordt voorgesteld het krediet beschikbaar te stellen bij het vaststellen van het jaarplan. Investeringsprojecten aangeduid met de letter C worden separaat aan het algemeen bestuur aangeboden voor het aanvragen van krediet.
Jaarplan 2016
9
4.2.1
Programma Waterveiligheid en rampenbestrijding
Toelichting op inhoud van het programma In dit programma heeft “waterveiligheid” betrekking op de aanleg, het onderhoud en het beheer van de zeekering en de boezemkaden. Daaronder worden alle werkzaamheden begrepen die te maken hebben met de veiligheidsketen, inclusief het toezicht op de dijken en kaden en de calamiteitenbestrijding. In dit programma zit ook de beleidsontwikkeling van de relatie tussen het oppervlaktewaterbeheer en de veiligheid voor de burgers (voorkomen van overstromingen). Door sterke dijken en waterkeringen wordt voldaan aan de ‘eerste laag’ van het veiligheidbeleid. Alle werkzaamheden ten aanzien van calamiteitenbestrijding vallen onder dit programma; niet enkel calamiteiten ten aanzien van hoog water, maar ook die van watertekorten en calamiteiten ten aanzien van de waterkwaliteit en het vaarwegbeheer. In dit programma zijn de kosten voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de beheersing van de muskusratten- en beverrattenpopulatie opgenomen.
Visie op Waterveiligheid en rampenbestrijding Bescherming tegen overstromingen, vanuit zee of vanuit de binnenwateren, is een kerntaak van het waterschap Noorderzijlvest. Preventie, een calamiteit proberen te voorkomen, heeft daarbij de hoogste prioriteit. Maar een volledige garantie op ‘altijd droge voeten’ kunnen we nooit geven. Daarom blijft het onverminderd belangrijk om de maatregelen te nemen die de schadelijke gevolgen zo veel mogelijk kunnen beperken. Wij kiezen voor een benadering waarmee op de maatregelen die getroffen worden in de komende vier jaren voortgebouwd kan worden in volgende perioden. Wij werken de Deltabeslissingen uit door het – daar waar mogelijk – toepassen van innovatieve dijkconcepten bij de versterking van de primaire keringen. In het bereiken van waterveiligheid ter voorkoming van overstroming door overtollig regenwater richten we ons op de trits ‘vasthouden-bergen-afvoeren’. Als gevolg van de gaswinning in Groningen wordt Noorderzijlvest geconfronteerd met zowel bodemdaling als aardbevingen. Onderzoek heeft aangegeven dat er snel iets moet gebeuren waar het gaat om het aardbevingsbestendig maken van dijken en kades. Daarnaast wordt prioriteit gelegd bij nader onderzoek naar en aanpak van de zeedijken. Wij willen een zo snel mogelijke realisatie van deze aardbevingsbestendigheid en willen onderzoeken of met versnelde procedures kan worden gewerkt. Ook voor de overige waterhuishoudkundige infrastructuur, zoals gemalen, rioolwaterzuiveringsinstallaties en persleidingen zal worden nagegaan of er preventieve maatregelen nodig zijn in verband met aardbevingen.
10
Jaarplan 2016
Beleidsdoelen en opgaven 2016 Primaire waterkering Doel Het voorkomen van overstromingen, waarbij onze zeedijk voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm en aardbevingsbestendig is.
2021
Opgaven in 2016 - Goed op orde zijn van beheer en onderhoud van de primaire waterkering, Er is een goed functionerend onderhoudsbeheerssysteem. - Starten met de uitvoering van de dijkverbetering tussen de Eemshaven en Delfzijl - Onderzoek en voorbereiding van de verbetering van de zeedijk Lauwersmeer - Voortzetting van de Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijk Regionale waterkering Doel Het voorkomen van overstromingen, waarbij onze regionale waterkeringen voldoen aan de regionale veiligheidsnorm en aardbevingsbestendig zijn.
2020
Opgaven in 2016 - Voortzetting van de uitvoering van het versterken van de Eemskanaalkade - Voorbereiding en start uitvoering verbetering Kade Noord-Willemskanaal - Voorbereiding en start uitvoering verbetering Kade Reitdiep – zuid / stad Groningen - Toetsing / onderzoek overige regionale keringen - Beheer en onderhoud regionale keringen - Werkzaamheden betreffende baggeren Damsterdiep en realisatie Dijkpark Garmerwolde worden in 2016 gecontinueerd. Calamiteitenbestrijding Doel Er is een goed getrainde en toegeruste calamiteitenorganisatie.
2016
Opgaven in 2016 - Actualisatie calamiteiten- en rampbestrijdingsplannen - Het periodiek houden van oefeningen op bestuurlijk en operationeel vlak - Overstromingsrisicobeheerplannen opstellen volgens de Europese richtlijn. Beheer muskusrattenpopulatie Doel De muskusrattenpopulatie is eind 2018 op een beheersbaar niveau, dat wil zeggen, per kilometer watergang 0,35 vangsten per jaar.
2018
Opgaven in 2016 - Optimalisatie beheer muskusrattenpopulatie; in 2016 nog extra inzet op beheer. - Analyse en evaluatie van de driejarige veldproef (2013-2015).
Jaarplan 2016
11
Financiële middelen In onderstaande tabel zijn de saldo lasten en baten en de jaarlijkse investeringsbedragen opgenomen. Tabel:
Saldo lasten en baten programma Waterveiligheid en rampenbestrijding 2016 SALDOKOSTEN Saldokosten
in € 1.000
INVESTERINGEN
Index jaarplan % Mutatie tov 2015=100
voorgaand
Besteding
Subsidie
Totaal
incl.uren en
jaar
rente
Jaarplan 2016
6.209
120,6
20,6
34.658
22.452
12.206
Jaarplan 2015
5.148
100,0
3,6
12.996
5.625
7.371
Jaarrap. 2014
4.970
96,5
Verschillen 2015 en 2016 In vergelijking met het jaarplan 2015 zijn de saldokosten met € 1.061.000 gestegen. Dit wordt met name veroorzaakt door: - Hogere kapitaallasten van € 1.025.000 welke voortkomen uit de geactiveerde bijdrage aan het HWBP en door de projecten Dijkpark Garmerwolde en Aanpak Eemskanaalkade. - Verder wordt meer interne personele inzet in dit programma geraamd (€ 427.000) ten gevolge van de werkzaamheden aan onze (primaire en regionale) keringen. - Daarnaast wordt aan de MURA € 100.000 meer besteed om de muskusrattenpopulatie op een beheersbaar niveau te krijgen, hiertegenover staat een even grote onttrekking uit de reserve MURA. - Tot slot worden binnen dit programma minder personele subsidies (€ 128.000) verantwoord. Tegenover de hierboven genoemde hogere lasten staat een hogere bate. Er wordt namelijk bij de raming uitgegaan van een grotere interne personele inzet (€ 565.000) in de grote projecten in 2016 binnen dit programma. INVESTERINGEN 2016 In onderstaande tabel is aangegeven wat de verwachte bestedingen en ontvangsten in 2016 zijn. Programma Waterveiligheid en rampenbestrijding
2016 investering
Subsidie
C C A
PRIMAIRE KERINGEN - Eemshaven – Delfzijl - Lauwersmeerdijk - Hoogwaterbeschermingsprogramma (jaarlijkse bijdrage)
10.000.000 280.000 3.400.000
9.000.000 252.000 0
B C C C C B A
REGIONALE KERINGEN - Kering Eemskanaal (2015) - Kering Eemskanaal (2016) - Kering Noord-Willemskanaal - Kering Reitdiep - Kering 13,5 km Droge Voeten 2050 - Dijkpark Garmerwolde - Veiligheidstoetsing regionale waterkering
2.500.000 15.000.000 1.000.000 1.000.000 0 500.000 120.000
1.750.000 11.250.000 100.000 100.000 0 0 0
A
CALAMITEITENBESTRIJDING - Optimalisatie / update Modellering Hoogwater
100.000
0
33.900.000
22.452.000
TOTAAL Vaststelling krediet: A: vaststelling krediet bij Jaarplan 2016 B: reeds eerder verstrekt C: apart voorstel in 2016 aan algemeen bestuur
12
Jaarplan 2016
4.2.2
Programma Voldoende en Gezond water
Toelichting op inhoud van het programma In dit programma wordt onder “voldoende en gezond water” begrepen de inrichting, het onderhoud en het beheer van het oppervlaktewater inclusief het toezicht hierop, en het beheer van het freatisch grondwater. Maatregelen voor het voorkomen van wateroverlast zoals het inrichten van waterbergingsgebieden en het vergroten of het plaatsen van gemaalcapaciteiten vallen tevens onder dit programma. Een belangrijk deel van de maatregelen voortvloeiend uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) en uit het onderzoek Droge Voeten 2050 is in dit programma opgenomen. Dit geldt ook voor de maatregelen voortvloeiend uit de peilbesluiten.
Visie op Voldoende en Gezond water De gevolgen van klimaatverandering hebben effect hebben op het watersysteem. Een stijgende zeespiegel, meer en langere perioden van hevige regen, afgewisseld met langdurige droogte, problemen die vragen om robuuste oplossingen. Wij willen dat ons watersysteem zo veel mogelijk natuurlijk functioneert en dat het klimaatbestendig, veerkrachtig en gezond is. Het watersysteem moet voldoende en schoon water bevatten. Voor mens en dier, voor natuur en landbouw en om de gewenste gebruiksfuncties mogelijk te maken, echter wel op plaatsen die daar het meest geschikt voor zijn. Dit betekent dat de waterpeilen vooral afgestemd zijn op de gebruiksfuncties. Om dit resultaat te bereiken gaan we verdergaande samenwerkingsvormen aan. Met het maatschappelijk veld, met andere overheden, marktpartijen, particulieren, kennisinstituten en het onderwijs. We maken ook zo veel mogelijk gebruik van innovaties en technologische ontwikkelingen, die het gestelde doel dichterbij brengen. Als het gaat om gezond en schoon oppervlaktewater werken we aan de invulling en uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Zonder de doelstelling van de KRW uit het oog te verliezen kiezen we voor: haalbaar en betaalbaar. Deze haalbaarheid wordt vergroot als de bijdragen van partners en subsidies voor de cofinanciering tijdig beschikbaar komen; wij zullen ons daarvoor inzetten. Wij streven naar een goede samenwerking met de gebiedscollectieven die in de provincies de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid gaan invullen. Het terugdringen van emissies en nutriënten blijkt de belangrijkste succesfactor om de waterkwaliteit te verbeteren. Ook bij het uitvoeren van andere investeringen, zoals die in het kader van Droge Voeten, wordt een bijdrage aan het realiseren van de KRW-doelen geleverd.
Jaarplan 2016
13
Beleidsdoelen en opgaven 2016 Kaderrichtlijn water Doel Het verbeteren van de ecologische en fysisch-chemische toestand van onze waterlichamen overeenkomstig de doelstellingen vanuit de Europese kaderrichtlijn water. De leefgebieden van vissen, macrofauna en planten zijn uiterlijk in 2027 verbeterd.
2021 2027
Opgaven in 2016 - Realisatie beekherstel Oostervoortschediep (2,0 km) - Realisatie beekherstel Steenbergerloop (2,5 km) - Aanleg natuurvriendelijke oevers (6,0 km) - Aanleg en optimalisatie vispassages, onder andere vier vispassages in de Grote Masloot - Uitvoering geven aan natuurvriendelijk beheer en onderhoud van onze waterhuishoudkundige infrastructuur, zoals vastgelegd in onze onderhoudbeheerprogramma’s. - In kader van het Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer samen met de landbouwsector het voorbereiden en starten van projecten om emissies uit de landbouw terug te dringen. - Het voorbereiden en uitvoering geven aan de inrichting van een deel van de geplande moeraszone bij het Paterswoldsemeer. - Samen met andere overheden en partners starten met de voorbereiding van de herinrichting en beekherstel van het Dwarsdiep. Droge Voeten 2050 Doel Een robuust en veerkrachtig watersysteem dat bestand is tegen extreme waterhuishoudkundige situaties ten gevolge van grote hoeveelheden neerslag, danwel tegen grote droogte. Zowel op korte termijn als op lange termijn zullen maatregelen moeten worden uitgevoerd voor een toekomstbestendig watersysteem.
2020 2050
Opgaven in 2016 - Voorbereiding voor de uitvoerende werkzaamheden ten aanzien van de realisatie van de waterbergingsgebieden “De Dijken” en de “Driepolders”. - Nader onderzoek naar het zoveel mogelijk water vasthouden in het beekdal van het Dwarsdiep. Voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen - Optimaliseren watervasthouden en waterberging Eelder- en Peizermaden - Het nader onderzoeken en voorbereiden van de werkzaamheden voor het vergroten van de bemalingscapaciteit van gemaal Schaphalsterzijl. - Start met het uitvoering geven van het Deltaprogramma Zoet Water. Nader onderzoek en studie naar de waterbesparingsmaatregelen van het toekomstig grondgebruik (o.a Gouden Gronden) - Onderzoek en nadere analyse naar de mogelijkheden voor het plaatsen van pompen in de spuikokers van de Cleveringsluis te Lauwersoog. Voor- en nadelen ten opzichte van verhoging keringen Lauwersmeer worden in kaart gebracht. Waterbeheersing algemeen Doel Het realiseren van een optimaal en efficiënt waterbeheer; dat wil zeggen, gedurende het gehele jaar voldoende en schoon water voor alle gebruiksfuncties in ons beheergebied, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten
20162021
Opgaven in 2016 - Operationeel peilbeheer gedurende 366 dagen - Het opstellen van een drietal peilbesluiten, waaronder ‘Smildegerveen’ en “Grotegastermolenpolder”. Daarnaast worden peilbesluiten voorbereid, waarbij voorrang wordt gegeven aan de gebieden waar bodemdaling plaatsvindt en waar opgaven liggen voor de uitvoering van maatregelen in het kader van Droge Voeten 2050. Het betreft onder andere de gebieden ‘Bodemdaling 1e schil’ (gebied Oldenoord) en ‘1e cluster Hunsingo-polders. - Uitvoering maatregelen naar aanleiding van peilbesluiten: Smildegerveen en bodemdaling (o.a. aanpassen beschoeiingen) - Medewerking verlenen aan de pilot peilopzet Lauwersmeer - Onderzoek naar oplossingen van de baggerproblematiek / slibaanwas haven Noordpolderzijl. - Afronding van de aanleg van onderhoudspaden in het gebied van de landinrichting Peize. - Optimalisatie van de processen vergunningverlening en handhaving door omgevingsloket en digitale watertoets.
14
Jaarplan 2016
-
Het herstellen van kades en beschoeiingen langs de boezemwateren in het gebied nabij Usquert. (ten gevolge van bodemdaling) Onderzoek naar de effecten van aardbevingen op waterhuishoudkundige infrastructuur (sluizen, gemalen en stuwen).
Waterbeheersing kunstwerken Doel Het realiseren van een optimaal en efficiënt waterbeheer; dat wil zeggen, gedurende het gehele jaar voldoende en schoon water voor alle gebruiksfuncties in ons beheergebied, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten
20162021
Opgaven in 2016 - Groot onderhoud van één stroomkoker en schuiven Cleveringsluis - Start renovatie en elektrificatie van gemalen waaronder gemaal De Drie Delfzijlen - Renovatie en optimalisatie van enkele poldergemalen - Aanpassing en optimalisatie bodemdalingsgemaal Den Deel
Financiële middelen Basis voor de financiële uitwerking in de onderstaande tabel zijn de reguliere werkzaamheden en de voorgenomen investeringen van 2016. Tabel:
Saldo lasten en baten programma Voldoende en gezond water 2016 SALDOKOSTEN Saldokosten
in € 1.000
INVESTERINGEN
Index jaarplan % Mutatie tov 2015=100
voorgaand
Besteding
Subsidie
Totaal
incl.uren en
jaar
rente
Jaarplan 2016
16.281
100,6
0,6
8.309
1.730
6.579
Jaarplan 2015
16.185
100,0
1,5
14.584
4.045
10.539
Jaarrap. 2014
15.940
98,5
Verschillen 2015 en 2016 In vergelijking met het jaarplan 2015 stijgen de saldokosten met € 144.000. Dit wordt met name veroorzaakt door: Hogere kapitaallasten van € 75.000, welke voortkomen uit investeringen Tegenover de hiervoor genoemde lastenstijging staan ook lastenverlichtingen, namelijk minder kosten voor goederen en diensten (€ 128.000) en minder personele inzet (€ 256.000). Verder worden minder interne lasten geactiveerd (wat een nadeel oplevert van € 485.000) doordat in 2016 minder investeringsprojecten binnen dit programma zullen worden uitgevoerd. Tot slot wordt ten gunste van dit programma € 32.000 uit de reserves onttrokken. Deze onttrekking wordt gedaan uit de reserve “Onderhoudsbaggeren in stedelijk gebied” ten behoeve van de haven Noordpolderzijl.
Jaarplan 2016
15
INVESTERINGEN 2016 In onderstaande tabel is aangegeven wat de verwachte bestedingen en ontvangsten in 2016 zijn. Programma Voldoende en gezond water
B A A C C B A C C A A
2016 investering
KADERRICHTLIJN WATER - Afronding natuurvriendelijke oevers vorige periode - Aanleg 4 km natuurvriendelijke oever *) - Inrichting natuurvriendelijke oevers (2 km) *) - Beekherstel Oostervoortsche Diep (fase 3) - Beekherstel Steenbergerloop - Vispasseerbaar maken Cleveringsluis - Onderzoek en voorbereiding beekherstel Dwarsdiep - Voorber. en uitvoering inrichting moeraszone Paterswoldsemeer - Realisatie vispassages Grote Masloot *) - Optimalisering vispassages + realisatie vispassage Sterrebos - Onderzoek en uitvoering emissiereductie landbouw (DAW)
Subsidie
250.000 250.000 120.000 425.000 375.000 60.000 70.000 120.000 310.000 80.000 75.000
350.000 0 0 0 0 30.000 0 0 0 40.000 0
50.000 70.000 300.000 100.000 85.000 300.000
0 0 150.000 0 0 0
325.000
150.000
350.000 475.000 63.000 100.000 40.000 50.000 20.000 700.000
0 235.000 0 100.000 0 0 0 0
C
DROGE VOETEN 2050 - Voorbereiding optimalisatie waterberging Eelder- Peizermaden - Voorbereiding watervasthouden EHS Dwarsdiep - Voorbereiding vergroten capaciteit gemaal Schaphalsterzijl - Voorbereiding realisatie waterberging De Dijken - Voorbereiding realisatie waterberging Driepolders - Onderzoek en voorbereiding gemaal Lauwersoog / keringen Lauwersmeer - Onderzoek en start uitvoering Deltaprogramma Zoetwater
B A B C A B B A
WATERBEHEERSING ALGEMEEN - Afronding aanleg onderhoudspaden landinrichting Peize - Herstel beschoeiing en kades - Maatregelen n.a.v. peilbesluiten (Smildegerveen) - Maatregelen n.a.v. peilbesluiten (bodemdaling) - Aankoop maaipaden - Update WABIS peilbeheer - Grondwateranalyses en beheeroptimalisatie - Aanschaf tractie
C C C A A
WATERBEHEERSING KUNSTWERKEN - Voorbereiding & start uitvoering waterstructuurplan Eemshaven - Start renovatie en elektrificatie boezemgemalen - Uitvoering renovatie/optimalisatie poldergemalen - Renovatie 1 stroomkoker + schuiven Cleveringsluis - Aanpassing bodemdalingsgemaal Den Deel
100.000 1.000.000 500.000 750.000 300.000
0 0 0 375.000 300.000
TOTAAL
7.813.000
1.730.000
A A C A A C
*) Deze projecten waren bij de perspectiefnota nog geprogrammeerd voor de jaren 2017-2021.
Vaststelling krediet: A: vaststelling krediet bij Jaarplan 2016 B: reeds eerder verstrekt C: apart voorstel in 2016 aan algemeen bestuur
16
Jaarplan 2016
4.2.3
Programma Gezuiverd Water
Toelichting op inhoud van het programma Onder het programma gezuiverd water wordt verstaan het ontvangen, transporteren en zuiveren van het afvalwater en het verwerken en afvoeren van zuiveringsslib. Er wordt actief samenwerking gezocht met andere actoren (gemeenten en waterleidingbedrijven) in de waterketen.
Visie op Gezuiverd Water In de afvalwaterketen gaan we afvalwater op een duurzame en efficiënte manier inzamelen en zuiveren. Het gezuiverde water is schoon, veilig voor de volksgezondheid en het levert een bijdrage aan de kwaliteit van de omgeving. De infrastructuur voor de inzameling en verwerking van afvalwater en de afvoer van overtollig hemelwater en grondwater is klimaatbestendig. Het zuiveringsproces van afvalwater levert niet alleen schoon water op, maar ook grondstoffen en energie, die een economische waarde vertegenwoordigen. Wij gaan op zoek naar de mogelijkheden van het tot waarde brengen van stoffen die vermarkt kunnen worden en waarvoor het verantwoord is daar investeringen voor te doen. Datzelfde geldt voor het winnen en gebruiken van duurzame energie. Wij willen nagaan hoe we de zuivering nog meer bedrijfsmatig kunnen aanpakken. De samenwerking in de waterketen, vooral tussen gemeenten en waterschap heeft aanzienlijke besparingen opgeleverd. Wij gaan onderzoeken of er nog potentie is voor meer.
Jaarplan 2016
17
Beleidsdoelen en opgaven 2016 Rioolwaterzuiveringsinstallaties Doel Het zuiveren van het aangeleverde afvalwater van huishoudens en bedrijven, waarbij de waterkwaliteit van het effluent voldoet aan de landelijke normering en waarbij het het bereiken van de ecologische doelen voor het ontvangen watersysteem niet in de weg staat.
2019
Opgaven in 2016 - Groot onderhoud aan de vuilroosters op rwzi Garmerwolde. - In 2016 het continueren van de procesautomatisering bij een aantal rwzi’s. - Verdere voorbereiding realisatie rwzi Westerkwartier - Implementatie assetmanagement, waardoor er een goed functionerend onderhoudsbeheerssysteem is van onze rwzi’s. Realisatie van het technisch constructie dossier (TCD) in kader van CE-markering. - Onderzoek naar de effecten van aardbevingen op het functioneren van rwzi’s. Transport afvalwater Doel Zorgvuldig en efficiënt transport van afvalwater door middel van goed onderhouden rioolgemalen en (pers)leidingen.
2016 2019
Opgaven in 2016 - Realisatie transportleiding en bouw rioolgemaal Hoogkerk - Renovatie van een drietal rioolgemalen - Het plaatsen van debietmeters voor het optimaal en efficiënt kunnen beheren van het afvalwatertransport. - Renovatie van transportleidingen - Er is een goed functionerend onderhoudsbeheerssysteem van onze rioolgemalen en transportleidingen. - Onderzoek naar de effecten van aardbevingen op riooltransportleidingen en gemalen. Verwerking rioolslib Doel Het zo duurzaam en efficiënt mogelijk verwerken van het rioolslib dat bij de zuivering van het afvalwater vrijkomt, waarbij zo mogelijk het rioolslib als grondstof weer hergebruikt wordt.
2018
Opgaven in 2016 - Vaststellen van de slibstrategie, waarin de slibbehandeling en slibverwerking voor de lange termijn staat beschreven. - Start van de realisatie c.q. aanpassing van het slibontwateringsproces op de rwzi Garmerwolde. Duurzaamheid en energie Doel Kostenreductie en/of kwaliteitsverbetering door samenwerking en door het toepassen van innovaties op het gebied van afvalwaterinzameling, transport, zuivering, energie(terug)winning.
2016 2019
Opgaven in 2016 - Uitvoering pilot CADoS rwzi Ulrum tot en met 2017 - Uitvoeren van energiebesparende maatregelen bij een aantal rwzi’s. - Samenwerking in de afvalwaterketen met gemeenten, buurwaterschappen en waterbedrijven - Het plaatsen van 1180 zonnepanelen
18
Jaarplan 2016
Financiële middelen Basis voor de financiële uitwerking in de onderstaande tabel zijn de reguliere werkzaamheden en de voorgenomen investeringen van 2016. Tabel:
Saldo lasten en baten programma Gezuiverd water 2016 SALDOKOSTEN Saldokosten
in € 1.000
INVESTERINGEN
Index jaarplan % Mutatie tov 2015=100
voorgaand
Besteding
Subsidie
Totaal
incl.uren en
jaar
rente
Jaarplan 2016
15.928
103,5
3,5
8.634
10
8.624
Jaarplan 2015
15.383
100,0
-0,6
6.451
25
6.426
Jaarrap. 2014
15.468
100,6
Verschillen 2015 en 2016 In vergelijking met jaarplan 2015 stijgen de saldokosten met € 545.000. De stijging van de saldokosten is als volgt opgebouwd: Een hogere raming voor goederen en diensten van € 790.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere kosten voor slibeindverwerking door derden (€ 370.000), daarnaast stijgen de onderhoudskosten door derden (€ 420.000) voor zuiveringsinstallaties en transportstelsels. De stijging van de onderhoudskosten worden veroorzaakt door het uitstellen van investeringen. Doordat meer onderhoud in 2016 zal worden verricht is daarvoor meer personele inzet geraamd (€ 112.000). Het betreft een verschuiving van de personele inzet over de programma’s. Verder laat dit programma ten opzichte van 2015 een nadeel zien op de te activeren uren van € 259.000. Het betreft een verschuiving van de te activeren uren over de programma’s. Tegenover de bovengenoemde nadelen staan ook een tweetal voordelen, namelijk € 312.000 lagere kapitaallasten in 2016 doordat de investeringen binnen dit programma in 2015 achter zijn gebleven bij de geraamde investeringen 2015. Daarnaast zijn er hogere opbrengsten van € 305.000, voornamelijk als gevolg van hogere bijdragen in (gemeenschappelijke) regelingen.
INVESTERINGEN 2016 In onderstaande tabel is aangegeven wat de verwachte bestedingen en ontvangsten in 2016 zijn. Programma Gezuiverd water
-
2016 investering
Subsidie
A C B A
RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES - Groot onderhoud rwzi’s - Procesautomatisering rwzi’s. - Voorbereiding realisatie rwzi Westerkwartier - CE-markering
250.000 400.000 150.000 150.000
0 0 0 0
B C B A
TRANSPORT AFVALWATER - Transportleiding en rioolgemaal Hoogkerk - Renovatie rioolgemalen - Plaatsen debietmeters. - Renovatie transportleidingen
510.000 710.000 250.000 125.000
0 0 0 0
C
VERWERKING RIOOLSLIB - Realisatie slibbehandeling rwzi Garmerwolde
5.000.000
0
B A B
DUURZAAMHEID EN ENERGIE - CADoS rwzi Ulrum - Uitvoeren energiebesparende maatregelen rwzi’s. - Realisatie zonnepanelen
75.000 400.000 365.000
10.000 0 0
8.385.000
10.000
TOTAAL Vaststelling krediet: A: vaststelling krediet bij Jaarplan 2016 B: reeds eerder verstrekt C: apart voorstel in 2016 aan algemeen bestuur Jaarplan 2016
19
4.2.4
Programma Water en Maatschappij
Toelichting op inhoud van het programma Het programma water en maatschappij richt zich op het verbinden van (het werk van) het waterschap met zijn omgeving. Ruimtelijke vraagstukken, recreatief medegebruik, vaarwegbeheer, de werkzaamheden van het bestuur en de externe communicatie en educatie zitten in dit programma. Ook het onderhoud en beheer van het cultuurhistorisch erfgoed van het waterschap valt binnen dit programma.
Visie op Water en Maatschappij We willen een vooraanstaande positie in de maatschappij innemen ten aanzien van onze taakvelden. Het is van belang om dat ook uit te stralen, door hierover naar buiten gericht te opereren. Onze ambitie is het vergroten van het vertrouwen bij de omgeving dat we onze taak goed uitoefenen. Duurzaam handelen als organisatie is en blijft belangrijk voor alle taken. Dit reikt verder en breder dan alleen duurzaam inkopen en aan energiebesparing doen. Het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. We zijn een gemakkelijk te vinden organisatie en eenvoudig te benaderen voor informatie, vragen en klachten. Onze organisatie is zodanig ingericht dat burgers snel en adequaat geholpen kunnen worden. We vinden het belangrijk mét gebiedspartners subsidies beter te benutten, om samen draagvlak te creëren en de kosten voor de maatschappij te beperken. Wij willen zorgvuldig omgaan met onze watergerelateerde cultuurhistorische objecten, zoals waardevolle molens, sluizen en gemalen. De waterstaatkundige objecten die geen functie (meer) hebben voor het waterbeheer, proberen we over te dragen aan derden. Hieronder vallen ook de op dit moment nog bij ons in beheer zijnde bruggen. Hoogstnoodzakelijke renovaties aan bruggen worden uitgevoerd. Wij leveren ook een beperkte bijdrage aan het oplossen van de waterproblematiek in ontwikkelingslanden. Het gaat dan vooral om het uitdragen van kennis aangaande de realisatie van de afgesproken millenniumdoelen ten aanzien van schoon drinkwater, waterhygiëne en waterafvoer.
20
Jaarplan 2016
Beleidsdoelen en opgaven 2016 Bestuur Doel Een professioneel bestuur, dat op transparante wijze tot besluitvorming komt, zijn besluiten bekend maakt aan de omgeving en bekend is in het beheergebied en bij de stakeholders.
20162019
Opgaven in 2016 - Met ingang van 2016 vergadert het Algemeen Bestuur volledig papierloos. - Het organiseren van een bestuurs/relatie evenement. - Het evalueren c.q. de stand van zaken weergeven ten aanzien van het coalitieakkoord. - Het vervolg en de voortgang ten aanzien van integriteit en good governance. Waterbewustzijn Doel Onze omgeving weet aantoonbaar beter wie wij zijn en wat wij doen.
2019
Opgaven in 2016 - Actualiseren van het strategisch communicatiebeleidsplan - Vervolgmeting kleinschalig imago-onderzoek - Continueren van deelname aan publieksevenementen zoals de landelijke ‘Week van Ons Water’ en “Tocht om de Noord” - Invulling geven aan het waterbewustzijn- en educatieprogramma, zoals deelname aan de GEOweek en sterker inzetten op online media. - Kwaliteitshandvest: verdere implementatie van de servicenormen (contactkanalen o.a. telefoon, email, post, website en balie). Vaarwegenbeheer en recreatie Doel Instandhouden van toegankelijke en veilige vaarwegen.
2016
Het beheer en onderhoud van bruggen is een oneigenlijke waterschapstaak. Bruggen worden derhalve in goede overdraagbare staat overgedragen aan de wegbeheerder
20162025
Instandhouden van watergerelateerde cultuurhistorische objecten
2016
De aangewezen zwemwaterlocaties voldoen minimaal aan de zwemwaterkwaliteit “aanvaardbaar”
2016
Opgaven in 2016 - Beheer en onderhoud vaarwegen inclusief bediening kunstwerken - Renovatie van de bruggen Molentil en Westerwijtwerderdraai; vervolgens vindt overdracht plaats aan de wegbeheerder. - Beheer en onderhoud van cultuurhistorische sluizen en waarhuizen - Ondersteuning nieuwe molenstichting. - Monitoring en beheer waterkwaliteit zwemwaterlocaties Duurzaamheid en energie Doel Kostenreductie en/of kwaliteitsverbetering door samenwerking en door het toepassen van innovaties.
2016 2019
Opgaven in 2016 - Opstellen maatregelenpakket duurzaamheid en energiebesparing 2016-2021.
Jaarplan 2016
21
Kennis, innovatie en onderzoek Doel Vergroten en ook delen van kennis op waterhuishoudkundig gebied in relatie tot maatschappelijke en economische ontwikkelingen, ook op mondiaal gebied.
20162021
Opgaven in 2016 - Continuering projecten internationale samenwerking; evaluatie en heroriëntatie projecten in Nicaragua/Honduras en Kenia. - Uitvoering van watersysteemanalyses en waterrapportages om meer inzicht te krijgen in de maatregel-effect-kwaliteit relatie in samenhang met de kostenefficiëntie.
Financiële middelen Basis voor de financiële uitwerking in de onderstaande tabel zijn de reguliere werkzaamheden en de voorgenomen investeringen van 2015. In bijlage F is aangegeven hoe groot het investeringenniveau is per beleidsonderdeel binnen dit programma. Tabel:
Saldo lasten en baten programma Water en maatschappij 2016 SALDOKOSTEN Saldokosten
in € 1.000
INVESTERINGEN
Index jaarplan % Mutatie tov 2015=100
Besteding
voorgaand
incl.uren en
jaar
rente
Subsidie
Totaal
Jaarplan 2016
5.601
86,9
-13,1
561
561
Jaarplan 2015
6.444
100,0
5,6
1.050
1.050
Jaarrap. 2014
6.101
94,7
Verschillen 2015 en 2016 In vergelijking met 2015 dalen de saldokosten met € 843.000. De daling van de saldokosten is als volgt opgebouwd: Lagere lasten voor goederen en diensten (€ 69.000) en lagere kapitaallasten (€ 99.000) Verder zijn de personeelskosten binnen dit programma circa € 660.000 lager door verschuiving van inzet naar het programma Waterveiligheid en rampenbestrijding. Hogere baten (€ 140.000) door doorbelastingen aan derden zoals de NAM. Lagere baten door minder onttrekking (€ 61.000) uit de Pensioen- en wachtgeldvoorziening voormalig bestuurders en minder geraamde te activeren uren (€ 64.000) door minder projecten binnen dit programma in 2016. Dit laatste betreft een verschuiving van de te activeren uren over de programma’s.
INVESTERINGEN 2016 In onderstaande tabel is aangegeven wat de verwachte bestedingen en ontvangsten in 2016 zijn. Programma Water en Maatschappij
B
RENOVATIE BRUGGEN - Renovatie bruggen Molentil en Westerwijtwerderdraai
B
ONDERZOEK - Onderzoek watersysteem, hydrologie, hoogwater/droge voeten. TOTAAL
2016 investering
Subsidie
490.000
0
40.000
0
530.000
0
Vaststelling krediet: A: vaststelling krediet bij Jaarplan 2016 B: reeds eerder verstrekt C: apart voorstel in 2016 aan algemeen bestuur
22
Jaarplan 2016
4.2.5
Programma Bedrijfsvoering
Toelichting op inhoud van het programma Het programma Bedrijfsvoering richt zich op de ondersteuning van de primaire processen in het waterschap, onder andere personeel, informatievoorziening, financiën, sturing, beheersing (control) en faciliteiten.
Visie op Bedrijfsvoering De maatschappelijke context waarin het waterschap werkt wordt breder. Dat levert ook nieuwe kansen op: mogelijkheden om werkzaamheden beter, goedkoper, efficiënter en sneller uit te voeren. Kostenbewust handelen is daarbij een van de uitgangspunten We gaan actief op zoek naar nieuwe samenwerkingsvormen, vanuit verbindend denken en handelen. We werken met veel kennis over de taken van het waterschap en we zijn daarbij innovatief en ondernemend. We willen een aantrekkelijke werkgever zijn. Werken in een flexibele organisatie, die effectief en slim kan inspelen op ontwikkelingen, mede dankzij de bedrijfsvoering die op orde is. Als organisatie staan we de komende jaren voor grote investeringen. Gelet op de schuldenpositie van Noorderzijlvest vraagt dit om het maken van scherpe keuzes waar het gaat om deze investeringen. Wij zijn bereid om de noodzakelijke afwegingen te maken. De kerntaken van het waterschap willen wij daarbij niet aantasten.
Jaarplan 2016
23
Beleidsdoelen en opgaven 2016 Mens en organisatie Doel Een flexibele en efficiënte organisatie, waarbij de medewerkers omgevingsbewust, kostenbewust en resultaatgericht werken.
2020
Opgaven in 2016 - Door middel van constante aandacht voor ontwikkeling van mens- en organisatie creëren wij een inspirerende en uitdagende, en vooral, een dynamische werkomgeving. Een van de instrumenten welke wij hier onder meer (continu) voor zullen inzetten is Strategische Personeelsplanning. Er wordt hierbij altijd een koppeling gemaakt met kennis, gedrag en ambities van mensen - Gelet op de capaciteitsvraag, waar wij in 2016 vorm en inhoud aan moeten geven in relatie tot de ons gestelde opgaven maakt een nadere analyse ten aanzien van de efficiency taakstelling noodzakelijk. Wij zullen aan de hand van een aantal scenario’s inzicht moeten krijgen in de effecten van onze opgaven op onze kwalitatieve- en kwantitatieve inzet van medewerkers. Hierbij gaan wij uit van een realistische benadering van deze effecten op onze efficiency taakstelling. - Het werkbaar en op orde houden van het waterschapshuis maakt dat er vanaf 2016 onderhoudswerkzaamheden zullen worden uitgevoerd om de arbeidsomstandigheden goed te houden. Informatievoorziening bedrijfsprocessen Doel Gestroomlijnde informatieprocessen dragen bij aan het optimaal en efficiënt functioneren van ons waterschap.
20162019
Opgaven in 2016 - Het zorgen voor informatievoorziening, afgestemd op de gewenste informatiebehoefte in al haar complexiteit, op het gewenste niveau en van de juiste kwaliteit is ook voor 2016 de opdracht. - In 2016 wordt vooral ingezet op: - een verbeterde informatieveiligheid, gericht op het terugdringen van organisatiekwetsbaarheid, beveiligen van onze primaire informatiebronnen- en dragers en objectveiligheid, - digitalisering van facturenstromen, - landelijke voorzieningen voor basisregistraties, - het voorbereiden voor de invoering van e-HRM in 2017. Inrichting van, en het bijdragen aan de invoering van technologische instrumenten die gericht zijn op (zelf)bediening door management en medewerkers. Het ondersteunen van HR-activiteiten door gebruik te maken van geautomatiseerde systemen, - de verdere uitwerking van zaakgericht werken om te voldoen aan wet- en regelgeving binnen de E-overheid. (bijvoorbeeld invoering van omgevingswet) Aanpassing van onze geautomatiseerde systemen is hierbij nodig. Control (beheersing) Doel Rechtmatig, doelmatig en doeltreffend handelen van de organisatie.
2016
Opgaven in 2016 - Het uitvoeren van doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken. In 2016 wordt een onderzoek uitgevoerd naar het onderhoud van onze watersystemen in relatie tot de kwaliteit/het niveau van het uitgevoerde beheer en onderhoud. - Ten behoeve van het continu verbeteren van de processen worden audits uitgevoerd. - De bedrijfsvoering is op orde en wordt door middel van een bestuurlijke ‘in control statement’ bevestigd. - Voorbereiding aanbesteding accountantsdiensten (vanaf boekjaar 2017)
24
Jaarplan 2016
Juridisch en financieel beleid en beheer Doel Een actueel financieel beleid dat recht doet aan de maatschappelijke ontwikkelingen en aan de daaruit voortvloeiende besluiten van het algemeen bestuur.
20162019
Opgaven in 2016 - Het uitvoeren van een onderzoek naar de kostentoedeling van de belangencategorieën binnen de taak watersysteembeheer. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken of aanpassing van de kostentoedeling noodzakelijk is. - Onderzoeken en toetsen van het vastgestelde financiële beleid, en vervolgens herzien c.q. actualiseren. - Financieel rechtmatig handelen is binnen de processen geborgd; door uitvoering van verbijzonderde interne controles wordt dit beoordeeld. - Nader uitwerken totstandkoming Noordelijk belastingkantoor.
Financiële middelen Basis voor de financiële uitwerking in de onderstaande tabel zijn de reguliere werkzaamheden en de voorgenomen investeringen van 2016. Tabel: Saldo lasten en baten programma Bedrijfsvoering 2016 SALDOKOSTEN Saldokosten in € 1.000
INVESTERINGEN
Index jaarplan % Mutatie tov 2015=100
Besteding
voorgaand
incl.uren en
jaar
rente
Subsidie
Totaal
Jaarplan 2016
14.254
101,9
1,9
940
940
Jaarplan 2015
13.992
100,0
2,9
1.422
1.422
Jaarrap. 2014
13.606
97,2
Verschillen 2015 en 2016 In vergelijking met 2015 stijgen de saldokosten met € 262.000. Dit wordt veroorzaakt door zowel mutaties aan de lasten kant als aan de opbrengsten kant. De lasten zijn gestegen door hogere overige personeelskosten (€ 188.000) voor onder andere woonwerkverkeer en opleidingen, daar staan echter lagere kapitaallasten (€ 115.000) en een lagere post voor goederen en diensten, hoofdzakelijk ict (€ 135.000), tegenover. De baten zijn per saldo gedaald, door lagere rentebaten (€ 244.000) als gevolg lagere reserves en een lagere omslagrente. Daarnaast zijn er minder opbrengsten (€ 80.000) geraamd voor de uitleen van personeel.
Jaarplan 2016
25
INVESTERINGEN 2016 In onderstaande tabel is aangegeven wat de verwachte bestedingen en ontvangsten in 2016 zijn. Programma Bedrijfsvoering
B B B B A B B B A
INFORMATIEVOORZIENING BEDRIJFSPROCESSEN - Basisregistratie grootschalig topografie - Aansluiten op basisregistratie - Digitaliseren facturenstroom - E- HRM (samen met Het Waterschapshuis) (reeds krediet voor) - E- HRM (samen met Het Waterschapshuis) - Informatiebeveiliging - Vernieuwing infrastructuur DMZ - Werken onder architectuur sharepoint, fotoarchief - Gegevensbeheer / infosystemen onder architectuur (aanschaf)
A
FACILITEITEN - Vervanging onderdelen / groot onderhoud waterschapshuis TOTAAL
2016 investering
Subsidie
45.000 80.000 50.000 44.500 40.000 35.000 150.000 10.000 400.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0
85.000
0
939.500
0
Vaststelling krediet: A: vaststelling krediet bij Jaarplan 2016 B: reeds eerder verstrekt C: apart voorstel in 2016 aan algemeen bestuur
26
Jaarplan 2016
5. Waterschapsbelastingen 5.1
Belastingstelsel
Het belastingsstelsel omvat drie heffingen: • verontreinigingsheffing. • zuiveringsheffing. • watersysteemheffing. De verontreinigingsheffing is voor directe lozingen op het oppervlaktewater. Het tarief is gelijk aan het tarief voor de zuiveringsheffing. De opbrengsten hiervan gaan naar het Watersysteem. De zuiveringsheffing is de heffing van huishoudens en bedrijven. Huishoudens betalen een forfait van 3 VE’s (vervuilingseenheden) terwijl een alleenwonende voor 1 VE betaalt. Bedrijven betalen naar de vuillast. De kosten van het Watersysteem moeten worden opgebracht door vier categorieën te weten: • ingezetenen; • eigenaren gebouwd; • eigenaren natuur; • eigenaren (overig) ongebouwd. In de vergadering van het algemeen bestuur van 16 oktober 2013 is de kostentoedeling vastgesteld. De kostentoedeling watersysteem is als volgt: • • • •
25% aan de ingezetenen; 18,9% aan de zakelijke gerechtigden van ongebouwde onroerende zaken niet zijnde natuurterreinen; 0,2% aan de zakelijke gerechtigden van natuurterreinen; 55,9% aan de zakelijke gerechtigden van gebouwde onroerende zaken.
Bij de watersysteemheffing wordt gebruik gemaakt van tariefdifferentiatie: Voor buitendijks gelegen ongebouwde onroerende zaken die geen natuurterreinen zijn en voor buitendijks gelegen gebouwde onroerende zaken wordt een tarief gehanteerd dat 75% lager is dan het tarief dat blijkens de verordening op de watersysteemheffing voor elk van deze categorieën geldt. Voor verharde openbare wegen wordt een gedifferentieerd tarief toegepast dat 100% hoger is dan het tarief dat blijkens eerder genoemde verordening voor ongebouwde onroerende zaken niet zijnde natuurterreinen geldt. De categoriegebonden kosten (kosten verkiezingen, WOZ-kosten en kwijtschelding) worden toegerekend aan de betreffende categorieën.
Jaarplan 2016
27
5.2
Belastingheffing
De saldokosten over de heffingsgrondslagen watersysteem en zuiveren zijn als volgt verdeeld: Tabel: Ontwikkeling verdeling saldokosten over watersysteem en zuiveren S A L D O
K O S T E N
INDEX Jaarplan 2015 = 100
in € 1.000
Jaarplan 2016 Jaarplan 2015
Totaal
Watersysteem
Zuiveren
Totaal
Watersysteem
Zuiveren
58.272 57.152
33.227 32.396
25.045 24.756
102,0 100,0
102,6 100,0
101,2 100,0
Kwijtschelding en oninbaarheid Taak in € 1.000 Totaal Watersysteem Zuiveren Jaarplan 2016 2.580 722 1.858 Jaarplan 2015 1.850 518 1.332
Tabel: belastingheffing Taak Watersysteem Heffing/Categorie Verontreinigingsheffing Ingezetenen Gebouwd Ongebouwd Natuur Totaal watersysteem
Jaarplan 2015
PN 16-19 2016
Jaarplan 2016
index Jaarplan 2015
Index PN 16-19 2016
index Jaarplan 2016
331.328 8.413.178 18.143.020 5.965.260 63.175 32.915.961
331.328 8.822.385 18.940.733 6.207.765 65.714 34.367.925
325.017 8.872.182 18.596.211 6.091.474 64.428 33.949.312
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
100,0 104,9 104,4 104,1 104,0 104,4
98,1 105,5 102,5 102,1 102,0 103,1
Zuiveren
26.086.519
26.268.203
26.306.457
100,0
100,7
100,8
Totaal NZV
59.002.480
60.636.128
60.255.769
100,0
102,8
102,1
De saldokosten van de taak watersysteem stijgen in 2016 met 2,6% ten opzichte van 2015. De belastingheffing voor deze taak stijgt met 3,1%. De stijgingen van de tarieven van de verschillende categorieën die onder deze taak vallen laten echter verschillen zien (zie de tabel tarievenontwikkeling op de volgende bladzijde). Doordat het deel van de kwijtschelding en oninbaarheid welke aan de taak watersysteem wordt toegerekend volledig aan de ingezetenen toegerekend wordt en dus ook de stijging van deze last, valt de stijging van dit tarief hoger uit. Verder wordt er een gemiddelde WOZ waarde stijging verwacht waardoor de tarieven voor gebouwd binnen- en buitendijks relatief minder stijgen. De belastingheffing voor de categorie ongebouwd zal in 2016 bijna € 6,1 miljoen bedragen. Dat is 2,1% meer dan deze categorie in 2015 aan belasting moest betalen. Er worden echter minder hectares aan ongebouwd toegerekend waardoor er per hectare meer kosten worden gedragen, hierdoor stijgt het tarief. Dit wordt veroorzaakt door het zogenaamde arrest natuur. Het tarief per hectare voor de categorie ongebouwd zal hierdoor stijgen met 5,5%. De belastingheffing voor de categorie natuur stijgt in 2016 met 2,0 %. Omdat het aantal hectares van deze categorie relatief fors stijgt (vanwege het natuurarrest) zal het tarief per hectare niet stijgen, maar dalen met € 0,55 per hectare (-15,2%). De saldokosten van de taak zuiveren stijgen in 2016 met 1,2%. Door een onttrekking van € 596.000 aan de algemene reserve zuiveren kan in 2016 het tarief gelijk blijven. Door meer vervuilingseenheden stijgt de belastingheffing met 0,8%.
28
Jaarplan 2016
Tabel:
Dekkingsoverzicht Taak
Belasting heffing
Kwijt schelding
Onttrekking Reserve
Watersysteem Heffing/Categorie Verontreinigingsheffing Ingezetenen Gebouwd Ongebouwd Natuur
325.017 8.872.182 18.596.211 6.091.474 64.428
Totaal watersysteem
33.949.312
-722.400
0
Zuiveren
26.306.457
-1.857.600
Totaal NZV
60.255.769
-2.580.000
Totaal dekking
Te dekken saldolasten
Dekkingsverschil
33.226.912
33.227.169
257
596.000
25.044.857
25.044.836
-21
596.000
58.271.769
58.272.005
236
325.017 8.149.782 18.596.211 6.091.474 64.428
-722.400
In bovenstaande tabel wordt aangegeven hoe de saldolasten per taak uiteindelijk gedekt worden. Daarbij is voor de taak watersysteem ook de verdeling over de diverse categorieën zichtbaar gemaakt. Tabel:
Tarievenontwikkeling 2015-2016 Overzicht tarieven
heffingseenheid
Jaarplan 2016
Jaarplan 2015
% Mutatie
Ingezetenen
in € per woonruimte
60,13
57,33
4,9
Gebouwd - binnendijks
in % WOZ - waarde
0,0595
0,0582
2,2
Gebouwd - buitendijks
in % WOZ - waarde
0,0149
0,0146
2,2
Ongebouwd - binnendijks
in € per ha
56,14
53,19
5,5
Ongebouwd - wegen
in € per ha
112,28
106,38
5,5
Ongebouwd - buitendijks
in € per ha
14,04
13,30
5,5
Natuur
in € per ha
3,06
3,61
-15,2
Verontreinigingsheffing
in € per v.e.
63,11
63,11
0,0
Zuiveringsheffing
in € per v.e.
63,11
63,11
0,0
Heffing/categorie Watersysteemheffing
Jaarplan 2016
29
6. Overige paragrafen 6.1
Weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen
Inleiding In het Waterschapsbesluit (artikel 4.11) is opgenomen dat in de begroting (jaarplan) in een afzonderlijke paragraaf ingegaan moet worden op het weerstandsvermogen. Er wordt daarbij ingegaan op de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit en anderzijds de financiële risico’s. Met weerstandscapaciteit wordt bedoeld de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Bij risico’s gaat het om mogelijke toekomstige voorvallen waarvoor geen maatregelen zijn getroffen én die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Onderstaand wordt ingegaan op de bestuurlijke risico’s (6.1.1) en op de bedrijfsvoeringsrisico’s in relatie tot het weerstandsvermogen (6.1.2). Dit laatste vindt plaats op basis van het beleid wat hieromtrent is vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 13 mei 2009. In paragraaf 6.1.3 wordt ingegaan op de vraag in hoeverre het beschikbare vermogen toereikend is om mogelijke risico’s te kunnen afdekken.
6.1.1 Bestuurlijke risico’s De bestuurlijke risico’s zijn opgenomen in het strategisch risicodossier. Dit dossier wordt jaarlijks geactualiseerd. Voor het laatst heeft dit met het dagelijks bestuur plaatsgevonden in september 2015. De belangrijkste risico’s (hoge kans op voorkomen én een hoge impact op de organisatie) die politiek/bestuurlijk worden gezien zijn: Ten gevolge van de aardbevingen kan schade ontstaan aan de bestaande infrastructuur. Ook voor de nieuw aan te leggen infrastructuur, is het niet duidelijk welke maatregelen genomen moeten worden voor het aardbevingsbestendig bouwen. De eerste projecten zijn in uitvoering (Eemskanaal) c.q. in voorbereiding (dijk Eemshaven-Delfzijl). Naast een technisch risico, is er ook een financieel risico aan verbonden. Het dagelijks bestuur stuurt actief op dit dossier.
Voor de komende jaren ligt er een grote opgaaf voor zowel de primaire als de regionale keringen. Hiervoor is kennis, kunde en capaciteit nodig die mogelijk niet voldoende in de organisatie aanwezig is. Door nu al te kijken naar de toekomstige vraag kunnen tijdig maatregelen worden genomen. Dit heeft de aandacht van zowel het dagelijks bestuur als de ambtelijke organisatie.
Een ander risico is dat de beoogde samenwerking in de waterketen onvoldoende tot stand komt waardoor de besparingen die afgesproken zijn in het Bestuursakkoord Water niet gehaald worden. Zorgpunt hierbij is het besef van urgentie bij de gemeenten (zij zullen de meeste maatregelen uitvoeren) maar ook de mogelijke wettelijke belemmeringen (zoals de invoering van de vennootschapsbelasting per 1 januari 2016). De gemeenten in ons gebied zullen actief worden benaderd. De mogelijke belemmeringen ten gevolge van de nieuwe wetgeving worden op dit moment in beeld gebracht (ook via landelijke kanalen).
In het bestuursakkoord is opgenomen dat in de eerste helft van de bestuursperiode nagegaan zal worden of het nodig is een schuldenplafond in te stellen. Dit in relatie tot de ontwikkeling van de financiële positie. Instellen van een plafond heeft mogelijk gevolgen voor het realiseren van onze doelen of dat er andere bestuurlijke keuze worden gemaakt (bijv. in de fasering van de uitvoering). Het is zoeken naar een natuurlijk evenwicht.
Daarnaast kunnen operationele risico’s bestuurlijke impact hebben. Voorbeelden hiervan zijn het niet voldoen aan wet- en regelgeving (NBW of KRW), het niet op orde hebben van het watersysteem of niet nakomen van bestuurlijke afspraken (bijv. verwachting die gewekt zijn in het Waterbeheerprogramma of in de studie Droge Voeten 2050). Er zal adequaat moeten worden ingespeeld op maatschappelijke ontwikkelingen en het voldoende bewust zijn van de omgeving om bijv. projecten te kunnen realiseren.
30
Jaarplan 2016
6.1.2. Bedrijfsvoeringsrisico’s De ervaring leert dat de meeste bedrijfsvoeringsrisico’s min of meer structureel van aard zijn. Desondanks doen zij zich in de praktijk niet veelvuldig voor. Op een enkele uitzondering na wordt de kans op voorkomen laag ingeschat. Incidenteel doet zich een risico voor zoals het overstromingsrisico bij de regionale keringen, een storm bij de primaire keringen of gevolgen van extreem wateroverlast. Uit de uitgevoerde actualisering van de risico’s zijn geen nieuwe grote risico’s naar voren gekomen. In vergelijking met de PPN 2016-2019 is een risico vervallen (claim gebruik software). Per programma zijn de belangrijkste risico’s als volgt. Waterveiligheid en rampenbestrijding: risico van doorbraak van de primaire of regionale kering met als gevolg overstroming. Of het risico van niet voldoen aan de normen. Voldoende en gezond water: risico van het versneld uitvoeren van maatregelen t.g.v. de klimaatwijziging en het niet voldoende in kunnen zetten van onze infrastructuur bij de bedrijfsvoering c.q. bij calamiteiten. In 2014 is de studie Droge Voeten 2050 afgerond. Op basis hiervan is er inzicht ontstaan waar en welke maatregelen genomen moeten worden. In de PPN en in het jaarplan wordt hiermee rekening gehouden. Gezuiverd water: het risico dat de belegging fonds oude leiding onvoldoende rendement oplevert. Dit is een risico op langere termijn. Water en maatschappij: hierbij zijn geen specifieke risico’s benoemd. Bedrijfsvoering: het risico op verstrekte garantstelling Hefpunt (in 2014 vernieuwd) en de garantstelling op het doorlopend krediet tbv van de Unie van Waterschappen (nieuw). Vervallen is het risico van een mogelijke claim van een leverancier voor het gebruik van software. Dit risico was laag ingeschat. Enkele algemene bedrijfsvoeringsrisico’s hebben betrekking op overschrijding van budgetten c.q. het uitvallen van aanwezig infrastructuur. Naast de risico’s die ten laste van het weerstandsvermogen komen, zijn er bedrijfsvoeringsrisico’s die ten laste van de post onvoorzien komen. Voorbeelden van dergelijke risico’s zijn een breuk in een persleiding, faillissement van leverancier, kortdurende uitval van infrastructuur of schade aan eigendommen van derden. In de exploitatiebegroting wordt hiervoor een post onvoorzien opgenomen. Deze is echter beperkt van omvang (€ 10.000). Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat er voldoende middelen in de exploitatiebegroting zijn opgenomen om eventuele tegenvallers op te vangen.
6.1.3. Beschikbare vermogen versus omvang risico’s Ultimo boekjaar 2014 bedraagt na resultaatbestemming het beschikbare weerstandsvermogen in zijn totaliteit € 6,8 miljoen. Gesplitst naar de twee taken is dit: Watersysteembeheer € 1,0 miljoen Zuiveringsbeheer € 5,8 miljoen In de begroting 2015 is een beroep gedaan op de algemene reserves voor de taak watersysteem van € 257.000. Bij de najaarsrapportage 2015 is dit daadwerkelijk aan de algemene reserve onttrokken. Rekening houdende met de geplande onttrekking in 2015 en het resultaat zoals verwacht bij de najaarsrapportage, is de stand van het beschikbare weerstandsvermogen eind 2015 er als volgt uit ziet: Watersysteembeheer € 0,8 miljoen Zuiveringsbeheer € 5,8 miljoen Totaal € 6,6 miljoen. De in paragraaf 6.1.2 genoemde risico’s zijn gewaardeerd (kans maal gevolg in geld). Uit deze waardering blijkt dat de gewenste minimale omvang van het weerstandsvermogen € 3,3 miljoen bedraagt. Hierbij zijn de risico’s van doorbraak primaire kering en het niet voldoen aan de vigerende normen voor de primaire kering (programma waterveiligheid en rampenbestrijding) niet meegenomen. De kosten van een grootschalige ramp (overstroming) bij de primaire kering zullen dermate hoog zijn dat ook andere overheden naar verwachting financieel zullen bijdragen. Bij het niet voldoen van de primaire keringen aan de normen wordt een beroep gedaan op het HWBP, waarvoor de waterschapsbijdrage is opgenomen in de PPN.
Jaarplan 2016
31
Gesplitst naar de twee taken van het waterschap is voor de taak watersysteem een weerstands-capaciteit wenselijk van € 2,9 miljoen (bij PPN gelijk bedrag) en voor de taak zuivering € 0,4 miljoen (was bij de PPN eveneens gelijk). Uit een (beperkte) vergelijking van het weerstandsvermogen met andere waterschappen (2012) is gebleken dat de meeste waterschappen een maximum aan het benodigd weerstandvermogen koppelen in de bandbreedte van 5 tot 10% van het begrotingstotaal (per taak). Noorderzijlvest komt uit op plm. 9% voor watersysteem en 2% voor zuivering. In zijn totaliteit plm. 6%. In het beleid is vastgesteld dat het weerstandsvermogen mag variëren tussen 0,8 en 1,2 maal de benodigde capaciteit. De werkelijke situatie, uitgaande van de stand van de reserves ultimo 2014 en rekening houdende met de geraamde onttrekking in 2015, is als volgt: Weerstandsvermogen in € 1.000 Watersysteem Zuiveren
Beschikbaar
Benodigd
Factor
Overschot c.q. tekort
Vrije ruimte t.o.v. minimum norm (0,8)
803 5.779
2.920 416
0 14
-2.117 5.363
-1.533 5.446
De conclusie is dat voor de taak watersysteem het tekort van voorgaande jaren groter is geworden en € 2,1 miljoen bedraagt. Voor de taak zuiveren is het overschot gegroeid en komt uit op € 5,4 miljoen. Als rekening wordt gehouden met de minimum norm van 0,8 dan bedraagt het tekort voor watersysteem € 1,5 miljoen. In het beleid rondom het vermogen is vastgelegd dat er algemene reserves per taak worden aangehouden.
Omschrijving in € 1.000
Algemene reserves Watersysteem Zuiveren Bestemmingsreserves Watersysteem Zuiveren Algemeen Oude leidingen TOTAAL EIGEN VERMOGEN Voorzieningen Watersysteem Zuiveren Algemeen TOTAAL VOORZIENINGEN
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Jaarplan 2016 STAND Mutaties in het jaar 1 JANUARI Vermeerderingen VerminRente tlv expl overige deringen 803 5.779
STAND 31 DECEMBER
Berekende rente die niet is toegevoegd
257 596
546 5.183
24 173
2.424 126 22 5.065
14
171
2.267 126 22 5.065
69 4 1
14.219
14
1.025
13.209
271
3.103
78
218
2.963
15
3.103
78
218
2.963
15
Onttrekkingen aan reserves en voorzieningen Een van de uitgangspunten in de perspectiefnota 2016-2019 was het in stand houden van een zo gelijkmatig mogelijke tariefontwikkeling. Om dit te kunnen realiseren worden, waar mogelijk, de algemene reserves ingezet. Dit is voor de komende jaren alleen mogelijk voor de taak zuiveren. In 2016 zal € 596.000 voor gelijkmatige tariefontwikkeling aan de algemene reserve zuiveren worden onttrokken. Verder wordt in 2016 voor de taak Watersysteem rekening gehouden met een onttrekking van € 257.000. Deze onttrekking is ter dekking van de kosten van de versnelde afschrijving van de bijdrage nHWBP 2011. In het jaar 2016 wordt overigens voor het laatst op deze investering afgeschreven.
32
Jaarplan 2016
Er is rekening gehouden met een onttrekking uit de bestemmingsreserves van € 171.000. Het betreft een onttrekking aan de reserve De Slokkert(€ 39.000), een onttrekking uit de reserve Baggeren stedelijk gebied / Noordpolderzijl (€ 32.000) en een onttrekking uit de reserve Mura (€ 100.000). Ten behoeve van pensioen- en wachtgeldvoorzieningen voormalig bestuur en voormalig personeel is in het Jaarplan 2016 € 218.000 ten laste van de voorziening algemeen gebracht. Voor het overige vinden er geen onttrekkingen plaats. Bestuurlijk is besloten dat te zijner tijd aan de reserve FES-waterbodem (Watersysteem) € 1,1 miljoen zal worden onttrokken ten behoeve van het baggeren van het Damsterdiep / project Dijkpark. De voorzieningen hebben betrekking op het (voormalige) personeel en het voormalig en huidig bestuur van het waterschap c.q. de rechtsvoorgangers. Met ingang van 2010 is ook de pensioenverplichting van de zittende bestuursleden opgenomen. De berekeningen zijn gebaseerd op in het jaar 2014 geactualiseerde grondslagen.
6.2
Verbonden partijen
Het waterschap neemt uit beleidsoverwegingen deel in een aantal samenwerkingsverbanden. De volgende samenwerkingsverbanden zijn door het waterschap Noorderzijlvest aangegaan: Gemeenschappelijke regeling met waterschap Hunze en Aa’s In de reglementen van Noorderzijlvest en die van Hunze en Aa’s is bepaald dat het waterschap samenwerkt met een of meer andere waterschappen ten behoeve van een doelmatige uitoefening van grootschalige taakonderdelen en dat daartoe een regeling is aangegaan. Tussen beide waterschappen is sinds 1 januari 2000 sprake van een samenwerking ten aanzien van een aantal benoemde activiteiten op het terrein van de afvalwaterinzameling, afvalwaterzuivering, ontwateren en verwerking van slib, laboratoriumwerkzaamheden, het sluiten van (dijk)coupures en de beheerkosten van het fonds oude leidingen. Hiertoe is een gemeenschappelijke regeling aangegaan. Met ingang van 2011 wordt afgerekend op basis van vaste prijs/kwaliteitafspraken. Eind 2012 is deze afspraak geëvalueerd Gemeenschappelijke regeling Hefpunt Per 1 september 2007 is tussen de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s, evenals Wetterskip Fryslân een gemeenschappelijke regeling ingericht die is belast met de heffing en invordering van de waterschapsbelastingen. De onderlinge afspraken over de dienstverlening zijn in een Service Level Agreement (SLA) vastgelegd. Eén van de doelstellingen die ten grondslag liggen aan de oprichting van deze gemeenschappelijke regeling, betreft het verlagen van de perceptiekosten van de heffing en invordering van de waterschapslasten. Daarnaast is het borgen van de continuïteit en het verbeteren van de kwaliteit een belangrijk uitgangspunt. Dit alles is mogelijk door bundeling van kennis, kwaliteit en kwantiteit van deze drie waterschappen. De strategie op de langere termijn is om uit te groeien tot een Noordelijk belastingkantoor voor lokale overheden. Uit onderzoek door de Unie van Waterschappen is gebleken dat het grootste synergievoordeel behaald kan worden door middel van samenwerking met gemeenten (Bron: Unierapport ‘Waterschappen zoeken fiscale partners’). Eind 2015 is de tweede fase van het onderzoek naar de samenwerking met onder andere de gemeente Groningen gestart. Mogelijk leidt dit tot een nieuw samenwerkingsorgaan per 1 januari 2017. Gemeenschappelijke regeling Waterschapshuis Het Waterschapshuis is opgericht om, vooral op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologie, producten te ontwikkelen die voorzien in een brede gezamenlijke behoefte, waarmee samenwerking wordt beoogd tussen waterschappen en andere overheden. Onder regie van het Waterschapshuis spannen de waterschappen zich in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening voor en naar burgers en bedrijven te verbeteren en om daarin een kostenbesparing op de ICT uitgaven te bewerkstelligen. De gemeenschappelijke regeling is formeel per 1 juli 2010 in werking getreden. De overgang van alle producten van de stichting naar de GR heeft op 1 januari 2013 plaats gevonden. Begin 2015 is de organisatie van Het Waterschapshuis aangepast. Hierbij is een onderscheid gecreëerd tussen de instandhouding van de organisatie en de dienstverlening aan de waterschappen met programma’s en projecten. Alle waterschappen die aan Het Waterschapshuis deelnemen zijn als eigenaar verantwoordelijk voor de instandhouding van Het Waterschapshuis. Alleen de waterschappen die ook aan een bepaald programma of project deelnemen dragen als opdrachtgever de kosten en risico’s van dat programma of project.
Jaarplan 2016
33
Samenwerking in de waterketen In 2011 hebben dertig gemeenten, waterschappen en waterbedrijven in de regio Groningen-Drenthe afspraken gemaakt over samenwerken in de waterketen. Doel is de riolering, waterzuivering en drinkwatervoorziening beter op elkaar af te stemmen en taken in gezamenlijkheid uit te voeren. In 2014 is een besluit genomen over deelname aan het regionaal opgestelde samenwerkingsovereenkomst Waterketen Groningen / Noord-Drenthe. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over projecten die op regionale schaal belegd en uitgevoerd moeten en wat de rol van de deelnemende partners, waaronder ons waterschap, hierin is. Naast deze afspraken zijn er waterakkoorden vastgesteld met vijf samenwerkingsclusters. In deze clusters werken gemeenten, waterschap(pen) en drinkwaterbedrijven samen in projecten die aantoonbaar scoren op drie doelen, namelijk: kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. In de jaren tot 2020 vindt gefaseerde uitvoering van alle afspraken plaats die zowel op regionaal niveau als in de clusters zijn gemaakt. De uitvoering van alle projecten op regionaal niveau is belegd bij een aangestelde waterregisseur. N.V. Groninger Monumenten Fonds De N.V. Groninger Monumenten Fonds is in 2003 door acht partijen opgericht met als doelstelling een wezenlijke bijdrage te zullen leveren aan het in standhouden en beheren van een deel van het cultureel erfgoed in de provincie Groningen. Het waterschap is eigenaar van ruim 9% van de aandelen. Overige Daarnaast zijn nog enkele lichtere samenwerkingsverbanden aangegaan met andere overheden. Een voorbeeld is die voor de aanleg, het beheer, onderhoud en instandhouding van systemen voor de Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA’s). Verder kan genoemd worden de beheerovereenkomst met betrekking tot zuiveringstechnische werken tussen het waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslận en waterschap Reest en Wieden. Sinds het jaar 2000 zijn afspraken gemaakt over het beheer en de verdeling van kosten.
6.3
Financiering
Algemene interne en externe ontwikkelingen Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden zijn de waterschappen verplicht een financieringsparagraaf in het jaarplan (en de jaarverslaggeving) op te nemen. Deze paragraaf in het jaarplan is, in samenhang met het treasurystatuut op basis van artikel 108 van de nieuwe Waterschapswet, een belangrijk instrument voor het transparant maken, en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren, van de treasuryfunctie. Het huidige treasurystatuut is eind 2013 vastgesteld. Naar aanleiding van de “Handreiking treasury 2015” van het ministerie van Binnenlandse Zaken zal het treasurystatuut worden geactualiseerd. Eind 2015, begin 2016 zal dit worden gerealiseerd. De ontwikkeling van de rente (rentevisie) Een rentevisie is een toekomstverwachting over de renteontwikkeling, op basis waarvan een financiering- en beleggingsbeleid wordt gevoerd. Afhankelijk van de (interne- of externe) ontwikkelingen zal het waterschap haar rentevisie actualiseren. De rentevisie zal daarbij worden gebaseerd op de rentevisie van enkele gezaghebbende financiële instellingen, zoals de huisbankier. Afstemming van het beleid op de rentevisie betekent bijvoorbeeld het uitstellen van uitzettingen met een lange looptijd op het moment dat men een rentestijging verwacht. Visie korte rente De korte rente blijft extreem laag. De eerste negen maanden van 2015 heeft de Euribor (3 mnd’s looptijd) geschommeld tussen 0,08 en minus 0,04%. Het huidige tarief voor de driemaands looptijd bedraagt minus 0,04%. De verwachting is dat de rente ook in 2016 laag blijft.
34
Jaarplan 2016
Visie lange rente Ook de lange rente is verder weggezakt. In januari 2015 bedroeg het rentepercentage voor een 10 jaars lineaire lening 0,87% medio oktober 2015 is dit 0,83%. Banken tenderen inmiddels weer naar beneden. Europa is verre vanuit de problemen, waarbij men zich op de achtergrond nadrukkelijke zorgen maakt over het financiële (wan) beleid van Frankrijk. Een Franse crisis volgens Griekse receptuur, is wel het laatste wat Europa nu kan gebruiken. De verwachting is dat de rente ook in 2016 laag blijft. Tabel:
Financieringsbehoefte Jaarplan 2016( x € 1.000) Financieringspositie Jaarplan 2016
Omschrijving
31-dec-16
1-jan-16
Activa Materiele en immateriele vaste activa Financiele vaste activa
212.287
200.571
269
264
A. Totaal vaste activa
212.556
200.835
Passiva Algemene reserve
5.729
Overige reserves
2.289
6.582 2.572
Totaal eigen vermogen
8.018
9.154
Voorzieningen
2.963
3.103
Vaste geldleningen (lang) Waarborgsommen Totaal vreemd vermogen B. Totaal passiva (financieringsmiddelen) A-B Financieringstekort
151.368
169.039
29
29 151.397
169.068 162.378
181.325
50.178
19.510
De dekking van dit financieringstekort kan gedeeltelijk plaatsvinden door gebruik te maken van kort geldfaciliteiten (tot één jaar). Uiteraard is een en ander afhankelijk van de rentestand en ontwikkelingen op dit terrein. Het is gezien de huidige rentestand en de verwachte ontwikkelingen voor korte en langere termijn financieel voordelig zoveel mogelijk met kort geld te financieren. De debetrente in rekening-courant is vanaf januari tot medio oktober 0,1%. Bij de keuze tussen lang of kort wordt rekening gehouden met de in de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) aangegeven criteria voor de kasgeldlimiet. Deze kasgeldlimiet is de limiet voor de kortgeld positie en is voor de waterschappen vastgesteld op 23% van de begrote exploitatielasten over een jaar. Bij overschrijding van deze limiet is het waterschap verplicht maatregelen te nemen in de sfeer van het afsluiten van vaste geldleningen. In de wet FIDO is nog een belangrijk criterium aangegeven namelijk de renterisiconorm. Zodra deze norm wordt overschreden dienen herfinancieringmaatregelen te worden getroffen. Risico’s van voorfinanciering Bij de bepaling van het financieringstekort is rekening gehouden met de bijdragen van met name het rijk in de grote projecten (zoals HWBP en aardbevingen). De ervaring tot nu toe is dat het lastig is invloed uit te oefenen op een tijdige ontvangst. Daarentegen wordt wel van ons verwacht dat wij voorfinancieren. Om dit goed te kunnen monitoren, werken wij met een periodieke liquiditeitsprognose. Het risico blijft echter bestaan dat de inkomende en uitgaande geldstromen niet met elkaar in evenwicht zijn. Gezien de omvang van de bedragen, zal dit ertoe kunnen leiden dat wij genoodzaakt zijn om maatregelen te treffen in de vorm van een langlopende geldlening of zelfs verplicht schatkistbankieren. Dit laatste omdat de bijdrage voor het project Eemshaven-Delfzijl bij de start van de uitvoering (in de loop van 2016) grotendeels wordt verstrekt, in plaats van achteraf op basis van declaraties.
Jaarplan 2016
35
Vaste activa De vaste activa heeft betrekking op de nog niet afgeschreven investeringen per 1 januari 2016. Hierbij is uitgegaan van de werkelijke cijfers per 31-12-2014 en de aangepaste voorgenomen investeringen voor het jaar 2015. Hierin zijn tevens begrepen investeringen waarvoor in voorgaande jaren kredieten zijn verleend, maar waarvan de uitvoering nog doorloopt. De afschrijvingslast in 2016 van de investeringen bedraagt € 17,2 miljoen. In bijlage D zijn de financiële activa weergegeven. In dit jaarplan is ervan uitgegaan dat de voorgenomen investeringen 2016 zullen worden gerealiseerd. Eigen vermogen Reserves behoren tot het eigen vermogen en zijn verdeeld in algemene- en bestemmingsreserves. De algemene reserve wordt aangehouden als weerstandsvermogen voor onvoorziene uitgaven en heeft feitelijk een bufferfunctie, terwijl de bestemmingsreserves worden aangehouden voor vooraf bepaalde specifieke doelen. Niet onder de bestemmingsreserves is opgenomen de reserve “Beheer oude leidingen”. Deze reserve wordt mede ten behoeve van het waterschap Hunze en Aa’s beheerd door het waterschap Noorderzijlvest. Het beheer hiervan vindt buiten het Jaarplan van het waterschap plaats en heeft ten gevolge hiervan geen invloed op de financieringspositie van Noorderzijlvest. Het saldo van het fonds zal inclusief niet gerealiseerde koerswinsten naar verwachting per 1 januari 2016 € 5,0 miljoen bedragen. Voorzieningen In het jaarplan 2016 is ten laste van de voorzieningen een bedrag van € 218.000 gebracht. Het betreft een onttrekking uit de Pensioen- wachtgeldvoorziening van voormalig personeel en bestuur. Vreemd vermogen Het vreemd vermogen bestaat uit langlopende geldleningen. In bijlage E is een overzicht opgenomen van de betreffende geldleningen. Het gemiddelde rentepercentage op vreemd vermogen bedraagt 3,0 %. Financieringstekort Het financieringstekort loopt in het jaar 2016 naar verwachting op naar € 50,0 miljoen. Dat is enerzijds gelegen in het feit dat oplevering van projecten een hoger bedrag aan vaste activa tot gevolg heeft. Anderzijds komt dit door de aflossingen op leningen. De herstructurering van de leningen in het najaar van 2013 heeft er toe bijgedragen dat dit financieringstekort kan worden afgedekt met lange leningen. De kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een belangrijk wettelijk criterium voor het korte vreemd vermogen en is in de wet gesteld op 23% van begrote exploitatielasten over een jaar (2016: 73,9 miljoen). Voor het Beleidsjaarplan 2016 betekent dit een kasgeldlimiet van € 17,0 miljoen. Deze limiet voor de kortgeld positie zal voor het jaar 2016 bij de bank worden aangevraagd. Bij overschrijding van deze limiet is het waterschap verplicht maatregelen te nemen in de sfeer van het afsluiten van vaste geldleningen of tijdelijke kasgeldleningen. De renterisiconorm Nog een toetsingscriterium is het renterisico voor de lange schulden. Het renterisico is de mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van een openbaar lichaam verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille wordt het renterisico op de vaste schuld gespreid over de jaren. Een verandering van de rente werkt zodoende vertraagd door op de rentelasten in enig jaar. Het renterisico mag de renterisiconorm in beginsel niet overschrijden. De eigen verantwoordelijkheid van het openbaar lichaam voor het ontwikkelen van een beleid t.a.v. de lange termijn financieringsbehoefte speelt een belangrijke rol. Wel wordt door het stellen van een norm de toezichthouder een expliciet handvat aangeboden bij de beoordeling van het renterisico op de vaste schuld van openbare lichamen. Overschrijding van de norm kan voor de toezichthouder aanleiding zijn om preventief toezicht in te stellen. De renterisiconorm is dus bedoeld om er voor te zorgen dat de portefeuille met langlopende leningen van waterschappen niet te gevoelig wordt voor veranderingen van de rente. Als norm voor het renterisico wordt een percentage van het begrotingstotaal van het Jaarplan aangehouden. Dit percentage is vastgesteld op 30%. Absoluut gezien betekent dit voor het planjaar 2016 een bedrag van € 22,2 miljoen. Het bedrag wat in 2016 moet worden geherfinancierd en waarover daarom renterisico wordt gelopen, namelijk de aflossingen op de vaste geldleningen, bedraagt € 17,7 miljoen.
36
Jaarplan 2016
6.4
EMU-saldo
Ter bescherming van de euro is in het “Stabiliteits- en groeipact” (SGP) van de Europese Unie onder andere vastgelegd dat: Het EMU-tekort van de overheid van een lidstaat niet meer dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Er is sprake van een EMU-tekort als de uitgaven van de overheid in een jaar de inkomsten overstijgen; De overheidsschuld niet meer dan 60% van het BBP mag bedragen. Het gaat om totalen van de gehele overheid. De vier Nederlandse overheden zijn er samen verantwoordelijk voor dat ons land gezonde overheidsfinanciën kent. Op grond van de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) moeten de vier overheden ook samen invulling geven aan de eisen die hieromtrent worden gesteld vanuit de Europese Unie, met name EMU-saldo en EMU-schuld. Om de voor hun kerntaken noodzakelijke investeringen te kunnen uitvoeren hebben waterschappen, net zoals de provincies en gemeenten, een zekere ruimte in het Nederlandse EMU-saldo nodig. In het Financieel Akkoord, tussen het IPO, VNG en Unie van Waterschappen en het Kabinet, zijn harde afspraken gemaakt voor de ruimte in de jaren 2014 en 2015. Voor de jaren 2016 en 2017 zullen nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. In een bestuurlijk overleg van 14 september jl. heeft de minister aangegeven dat er alleen iets wordt vastgelegd voor 2016 en wel een ruimte van 0,4%. Hij verwacht dat dit voldoende is voor alle investeringen die de decentrale overheden in de planning hebben staan en bevestigt dat deze dan ook gewoon kunnen worden uitgevoerd. Omdat er bij de decentrale overheden twijfel bestaat of 0,4% voldoende is afgesproken over een jaar op basis van een analyse van de dan beschikbare cijfers opnieuw over deze problematiek te praten. Van maatregelen of sancties bij overschrijding zal geen sprake zijn. In het gesprek in 2016 zal ook de ruimte in 2017 op de agenda staan. Er is verder afgesproken dat er voor 2016 geen verdeling van de 0,4% komt over gemeenten, provincies en waterschappen. Het gevolg daarvan is dat er ook geen door het Rijk vastgestelde referentiewaarden voor de individuele organisaties komen. Bij de waterschappen bestaat de behoefte aan het hebben van een individueel richtsnoer. De Unie van Waterschappen heeft hier de afgelopen jaren in voorzien door het afgeven van eigen referentiewaarden. Voor de jaren waarvoor op dat moment nog geen officiële referentiewaarden waren. Ook nu worden de waterschappen van individuele indicatieve referentiewaarden voorzien. De Unie van Waterschappen heeft voor 2016 de indicatieve referentiewaarde berekend, waarbij is uitgegaan van een ruimte van 0,06% voor alle waterschappen gezamenlijk. Dit komt niet alleen overeen met de ruimte die de waterschappen momenteel hebben, maar ook met de ruimte die de waterschappen op grond van aangeleverde ramingscijfers in 2016 nodig hebben.
Jaarplan 2016
37
Tabel: Opbouw EMU-saldo Jaarplan 2016 Omschrijving 1. EMU/exploitatiesaldo
EMU-saldo Jaarplan 2016 in € 1.000 Jaarplan 2016 0
2. Invloed van investeringen Bruto investeringen Investeringssubsidies en bijdragen Verkoop van activa Afschrijvingen
Jaarrap. 2014 -1.031
-53.102 24.192 0 17.194
-24.882 7.523 0 15.555 -11.716
3. Invloed van voorzieningen Toevoegingen aan voorzieningen - t.l.v. de exploitatie - t.g.v. de exploitatie Betalingen rechtstreeks t.l.v. voorzieningen Externe vermeerderingen Externe verminderingen
0 0 -218 78
-1.804
2.220 0 -198 0 -129 -140
4. Invloed reserves Betalingen rechtstreeks t.l.v. reserves Externe vermeerderingen
-1.025 0 0
1.893
-59 112 -844 -1.025
5. Deelnemingen en aandelen Boekwinst Boekverlies
Totaal EMU-saldo
0 0
-791
0 -13 0
-13
-12.881
-1.746
Vooral de hoogte van de investeringen heeft invloed op de hoogte van het tekort. Voor de beoordeling of het waterschap aan zijn verplichtingen voldoet wordt niet gekeken naar het begrote EMU-tekort maar naar het daadwerkelijke EMU-tekort. Hierover wordt per kwartaal gerapporteerd aan het CBS. De individuele indicatieve EMU-referentiewaarde van 2016 voor Noorderzijlvest is door de Unie van Waterschappen geraamd op € 9,4 miljoen.
38
Jaarplan 2016
7. Bijlagen
Jaarplan 2016
39
40 22.575 15.276
3.479 1.464
sub-totaal kapitaallasten
Sal. huidig pers. en bestuurders
Uitk. voormalig pers. en best.
Sociale lasten
Overige personeelskosten
Personeel van derden
410
411
412
413
414
132 429 1.615 596
Onttrekkingen aan voorzieningen Onttrekkingen aan reserves Doorberekeningen aan projecten Onttrekking reserves tbv tarieven
870 880 890
74.773
74.773
1.382
916
328
271
56.305
1.031 73.054
1.857
297
193
226
57.152
47
Totaal generaal
73.996
226
Bijdragen van derden
860
49
12.142
Nadelig resultaat 73.054
57.676
Waterschapsbelastingen
850
Nagekomen baten
49
Opbrengst eigendommen
840
12.567
Totaal generaal
73.996
Opbrengst w erken voor derden
830
13.220
740
624
Baten personeelskosten
820 436
111
422
Dividenden
515
Rekening 2014
810
271
Jaarplan 2015
Rentebaten
Jaarplan 2016
800
Nummer Omschrijving kostensoort
Voordelig resultaat
2.220
29.843
13
10
29.772
6.672 13.463
Nagekomen lasten
sub-totaal goederen en diensten
6.589 13.045
196
111
30.299
Ovg diensten door -/bijdr. aan derden
427
161
263
Betalingsverschillen
6.949 13.407
Onderhoud door derden
426
292
554
451
161
Belastingen
425
10
292
Verzekeringen
424
707
3.257
Onvoorzien
707
Huren, pachten en rechten
423
3.563
4.627
440
3.413
Energie en w ater
422
4.447
810
21.063
813
930
3.763
242
15.315
21.523
15.555
5.967
Rekening 2014
Toevoegingen aan voorzieningen
4.409
Verbruiksgoederen
421
968
21.303
650
1.384
3.826
352
15.091
21.969
16.129
5.840
Jaarplan 2015
460
960
Gebruiksgoederen
21.113
650
420
sub-totaal personeelskosten
17.194
Afschrijvingen
402
245
5.380
Rentelasten
Jaarplan 2016
401
Nummer Omschrijving kostensoort
Bijlage A: Jaarplan naar kosten- en opbrengstensoorten
(in € 1.000)
Jaarplan 2016
Jaarplan 2016
Personeelskosten
Goederen en diensten
Toevoegingen voorz.
Onvoorzien
41
42
43
44
Bijdragen van derden
Onttrekkingen voorziening
Onttrekking reserves
Geactiveerde lasten
86
87
88
89 758
357
75
Te dekken
47 6.209
2.991
Waterschapsbelastingen
85
31
Doorberekeningen
Opbrengst eigendommen
84
3.218
Opbr. werken voor derden
83
206
1.428
Baten Personeelslasten
82
Saldo Baten en Lasten
Dividenden
81
4.646
1.120
3.526
16.281
4.903
11.378
1.273
496
71
63
642
12.651
6.264
6.387
2. Voldoende & gezond water
15.928
3.238
12.690
11.804
249
11.554
24.494
14.520
9.973
3. Gezuiverd water
OP BRENGS TENV ERDEELS TAAT
1. Waterveiligheid & Rampenbestrijding
EN
Totaal Baten
Rentebaten
80
BATEN
Totaal Lasten
Kapitaallasten
40
LASTEN
Kosten- en NR opbrengstsoorten
KOS TEN-
5.601
2.994
2.607
624
31
132
63
49
120
230
3.231
1.717
1.514
4. Water & Maatschappij
JAARPLAN
14.254
4.902
9.352
596
80
25
220
271
9.947
10
6.677
2.086
1.175
5. Bedrijfsvoering
2016
-19.028
19.028
19.028
19.028
6. Hulpkostenplaatsen
58.272
58.272
15.724
1.615
429
132
226
49
12.567
436
271
73.996
10
30.299
21.113
22.575
2016
in € 1.000
Bijlage B: Kostenverdeelstaat
41
Bijlage C:
Verdeling saldokosten op programma naar watersysteem en zuiveren V ERDELI NG
in € 1.000 Watersysteem Zuiveren Totaal
42
S ALDOKOS TEN
P ER
1. Waterveiligheid & Rampenbestrijding
2. Voldoende & gezond water
6.129
16.281
80 6.209
16.281
PROGRAMMA 3. Gezuiverd water
NAAR
TAAK
4. Water & Maatschappij
5. Bedrijfsvoering
Saldo
3.385
7.433
33.228
15.928
2.215
6.821
25.044
15.928
5.600
14.254
58.272
Jaarplan 2016
Bijlage D:
Gecomprimeerde staat van financiële vaste activa
Omschrijving
Aandelen Ned. waterschapsbank Aandelen Monumentenfonds Betaalde waarborgsommen Totaal
Jaarplan 2016
Stand 1-1-2016 Aanschaf- Cumulatie prijs ve verminderingen 154.127
MUTATIES IN 2016 Boekwaarde
Verminderingen
Stand 31-12-2016 Aanschaf- Cumulatie prijs ve verminderingen 154.127
Rente
Boekwaarde
154.127
4.488
110.000
110.000
110.000
110.000
3.203
68
68
68
68
264.195
154.127
Vermeerderingen
264.195
264.195
264.195
7.691
43
44
Rente %
Vervaldag rentenota
20 jaar 01-10 15 jaar 04-06 20 jaar 18-06 20 jaar 18-01 20 jaar 17-11 30 jaar 01-10 20 jaar 12-02 30 jaar 01-10 25 jaar 01-01;04;07;10 9 jaar 01-07 10 jaar 24-06 10 jaar 01-09 10 jaar 22-03 10 jaar 03-04 10 jaar 18-12 10 jaar 19-2-2013 10 jaar 17-07 10 jaar 4-7-2013 17 jaar 26-8-2013 10 jaar 10-1-2014 10 jaar 30-10-14 10 jaar 7-01-15
Looptijd (jaren)
136.134 1.599.999 5.200.000 3.403.352 3.403.352 6.600.000 6.000.000 8.433.333 1.569.890 5.555.556 5.000.000 1.800.000 6.000.000 10.500.000 10.500.000 12.000.000 12.000.000 8.000.000 33.337.375 9.000.000 9.000.000 10.000.000 169.038.992
Stand 1-1-2016 Vermeerderingen
0
Vervaldag
136.134 01-10 800.000 04-06 650.000 18-06 680.670 18-01 680.670 17-11 300.000 01-10 500.000 12-02 366.667 01-10 86.022 01-01;04;07;10 1.111.111 01-07 1.000.000 24-06 360.000 01-09 1.000.000 22-03 1.500.000 03-04 1.500.000 18-12 1.500.000 19-2-2014 1.500.000 17-7-2014 1.000.000 4-7-2014 0 26-8-2025 1.000.000 10-1-2024 1.000.000 30-10-2024 1.000.000 7-1-2025 17.671.274
Aflossingen
MUTATIES IN 2016
0 799.999 4.550.000 2.722.681 2.722.681 6.300.000 5.500.000 8.066.667 1.483.868 4.444.445 4.000.000 1.440.000 5.000.000 9.000.000 9.000.000 10.500.000 10.500.000 7.000.000 33.337.375 8.000.000 8.000.000 9.000.000 151.367.717
Stand 31-12-2016
3. Waarborgsommen Onderhoudsw eg zeew ering Ontvangen w aarborgsommen verrekijkers OZD Ontv. Waarborgsommen toegang Garmerw olde Totaal w aarborgsommen 26.532 113 1.900 28.545 0
0
26.532 113 1.900 28.545
0
8.563 83.840 208.780 206.583 199.777 302.940 258.900 391.728 57.144 136.667 137.000 41.760 212.400 263.550 186.900 241.200 227.400 150.400 1.317.826 188.100 97.200 88.000 5.006.658
0
2.135 48.237 112.112 196.396 24.083 75.528 228.399 97.664 14.247 68.521 71.315 13.844 165.265 196.399 6.657 208.159 104.043 74.170 458.531 182.947 16.511 86.553 2.451.716
0
0 24.118 98.098 157.117 19.266 72.094 209.366 93.418 13.466 54.816 57.052 11.075 137.721 168.342 5.706 182.139 91.038 64.899 458.531 162.619 14.676 77.898 2.173.455
Betaalde rente Verschuldigde Verschuldigde rente per rente per 1-1-2016 31-12-2016
2. Geldlening onder borgstelling w aterschap a. Per 17 december 2014 heeft Hefpunt een lening van € 1.000.000 afgesloten bij de NWB, tegen een rentepercentage van 0,67 en een looptijd van 5 jaar. Het w aterschap staat voor 26% borg voor deze lening.
1. Vaste geldleningen 2.722.681 0,063 12.000.000 0,052 13.000.000 0,040 13.613.406 0,061 13.613.406 0,059 9.000.000 0,046 10.000.000 0,043 11.000.000 0,046 2.000.000 0,036 10.000.000 0,025 10.000.000 0,027 3.600.000 0,023 10.000.000 0,035 15.000.000 0,025 15.000.000 0,018 15.000.000 0,020 15.000.000 0,019 10.000.000 0,019 33.337.375 0,040 10.000.000 0,021 10.000.000 0,011 10.000.000 0,009 253.886.869
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
1.327 6 95 1.428
6.428 59.721 194.766 167.304 194.960 299.506 239.867 387.482 56.363 122.962 122.737 38.991 184.856 235.493 185.949 215.180 214.395 141.129 1.317.826 167.772 95.365 79.345 4.728.397
Ten laste van het boekjaar komende rente
Bijlage E: Vaste schulden
Jaarplan 2016
Bijlage F1:
Overzicht investeringen per programma (bedragen * € 1.000)
(1)
(2)
Bestedingen
subsidie
Primaire w aterkering Regionale keringen Calamiteitenbestrijding
13.680 20.120 100
9.252 13.200 0
4.428 6.920 100
0 515 0
0 244 0
4.428 7.678 100
Waterveiligheid en rampenbestrijding
33.900
22.452
11.448
515
244
12.206
KRW WB21 Waterbeheersing Kunstw erken Bodemdaling Verdrogingsbestrijding Tractie Werkplaatsen Baggeren
2.135 2.055 373 2.250 300 0 700 0 0
420 535 100 375 300 0 0 0 0
1.715 1.520 273 1.875 0 0 700 0 0
64 176 7 155 21 0 0 0 0
26 12 2 33 0 0 0 0 0
1.806 1.708 282 2.063 21 0 700 0 0
Voldoende en gezond w ater
7.813
1.730
6.083
423
73
6.579
Rioolw aterzuiveringen Rioolgemalen Persleidingen Energiebesparende maatregelen
875 960 785 5.765
10 0 0 0
865 960 785 5.765
52 35 41 97
1 10 15 0
918 1.004 841 5.862
Gezuiverd w ater
8.385
10
8.375
224
25
8.624
Onderzoeken Cultuurhistorie Vaarrecreatie (bruggen-sluizen) Waterbeleving/e-overheid/internet Bijdragen w aterketen
40 0 490 0 0
0 0 0 0 0
40 0 490 0 0
0 0 11 0 0
0 0 20 0 0
40 0 521 0 0
Water en maatschappij
530
0
530
11
20
561
Informatievoorziening bedrijfsprocessen Faciliteiten Financieel juridisch beheer
855 85 0
0 0 0
855 85 0
0 0 0
0 0 0
855 85 0
Bedrijfsvoering
940
0
940
0
0
940
51.568
24.192
27.376
1.173
362
28.910
Thema/programma
Totaal programma's
Jaarplan 2016
(3=1-2)
saldo
(4)
(5)
(6=3+4+5)
activering activering Investering eigen uren rente totaal
45
Bijlage F2:
Overzicht voorgenomen investeringen (bestedingen) Jaarplan 2016
Overzicht voorgenomen investeringen (bestedingen) Jaarplan 2016
Programma Project
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 T
Bestedingen 2016
Vaststelling krediet
Versterken Eemskanaal kade 2015 - 2019 15.000.000 nHWBP project 18A Delfzijl-Eemshaven 10.000.000 Hoogwaterbeschermingsprogramma HWBP 3.400.000 Aanpak Eemskanaal kade 2014 2.500.000 Kadeverhoging Noord-Willemskanaal 1.000.000 Kadeverhoging Reitdiep 1.000.000 Dijkpark Garmerwolde - uitvoering 500.000 nHWBP project 18D Lauwersmeerdijk 280.000 Veiligheidstoetsing regionale waterkeringen 120.000 Update/doorontw BOS Hoogwater 100.000 Verhoging dijken Lauwersmeer/gemaal bijplaatsen Lauwersoog 300.000 Boezemgemalen (SSP, 3DZ, HDL) 1.000.000 Onderhoud spuicomplex Lauwersoog Tauw rapport 750.000 Tractie (kranen, maaiapperatuur en tractoren en autos) 700.000 Beschoeiingen + kadeherstel 475.000 Bovenlopen Eelder-Peizerdiep (oa Oosterv.diep fase 3) 425.000 Uitvoering renovatie/optimalisatie poldergemalen 500.000 Steenbergerloop 375.000 LI Peize onderhoudspaden 350.000 Uitvoering DP Zoetwater 325.000 Vispassages grote Masloot (4X) + voorbereid. 2017 310.000 Vergroten gemaal schapsterzijl 300.000 Den Deel 300.000 60 km aanleg NVO (km aanleg t/m 2015)+ 50 km daarna 250.000 Aanleg 4 km NVO in 2016 250.000 Maatregelen n.a.v. peilbesluiten (Smildergerveen) 63.000 Maatregelen n.a.v. peilbesluiten (bodemdaling) 100.000 Inrichting oevers (2km) 120.000 Paterswoldsemeer, inrichting moeraszone +nat.vr.oever 120.000 Waterberging de dijken 100.000 Waterstructuurplan Eemshaven 100.000 Waterberging EHS driepolders + compartimentering 85.000 KRW-Vispasseerbaar maken (Sterrebos + optimal 3 stuks) 80.000 Dwarsdiep inrichting 70.000 Vasthouden EHS beekdal Dwarsdiep 70.000 Clev sluizen vispasseerbaar maken 60.000 Update WABIS peilbeheer 50.000 Optimaliseren Eelder- en Peizermaden 50.000 Vermindering landbouwemissies (DAW bijdrage aan LTO) 75.000 Aankoop maaipaden vanaf 2016 40.000 Grondwateranalyses en beheeroptimalisatie 20.000 Uitwerking Slibstrategie Noord 5.000.000 Renovatie rioolgemalen fase 2 710.000 RGM en PL Hoogkerk 510.000 MJA 3 Energiemaatregelen 631510 400.000 RWZI procesautomatisering 400.000 Zonnepanelen 365.000 debietmeters 250.000 Groot onderhoud rwzi's 250.000 Ce markering 150.000 Renovatie transportleidingen 125.000 KRING 3 Gaarkeuken- bouw persleiding Zuidhorn-Gaarkeuken 75.000 KRING 4 bouw persleiding Marum-Gaarkeuken 75.000 Cados rwzi Ulrum 75.000 Groot onderhoud bruggen 2014 490.000 OP Onderzoeksprojecten 40.000 Gegevensbeheer en infosystemen onder archi 400.000 Vernieuwing infrastructuur DMZ 150.000 E-HRM (samen met Het Waterschapshuis) (reeds krediet voor) 44.500 E-HRM (samen met Het Waterschapshuis) 40.000 Aansl. op basisregistraties / Verbeteren gegevenshh. / Inv OverheidsDatabase 80.000 Digitaliseren facturenstroom 50.000 Meubilair AB zaal 50.000 Basisregistratie Grootschalige Topografie 45.000 Informatiebeveiliging 35.000 Vloerbedekking / parket schuren 35.000 Werken onder architect. Voorheen Sharepoint (fotoarchief/objectdossiers/tekeningen) 10.000 51.567.500
C C A B C C B C A A C C A A A C C C B C C C A B A B C A C A C A A A A B B A A A B C C B A C B B A A A B B B B B A B B A B B A B B A B
subsidie
11.250.000 9.000.000 0 1.750.000 100.000 100.000 0 252.000 0 0 0 0 375.000 0 235.000 0 0 0 0 150.000 0 150.000 300.000 350.000 0 100.000 0 0 0 0 0 40.000 0 0 30.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 24.192.000
saldo
3.750.000 1.000.000 3.400.000 750.000 900.000 900.000 500.000 28.000 120.000 100.000 300.000 1.000.000 375.000 700.000 240.000 425.000 500.000 375.000 350.000 175.000 310.000 150.000 0 -100.000 250.000 63.000 0 120.000 120.000 100.000 100.000 85.000 40.000 70.000 70.000 30.000 50.000 50.000 75.000 40.000 20.000 5.000.000 710.000 510.000 400.000 400.000 365.000 250.000 250.000 150.000 125.000 75.000 75.000 65.000 490.000 40.000 400.000 150.000 44.500 40.000 80.000 50.000 50.000 45.000 35.000 35.000 10.000 27.375.500
Vaststelling krediet: A: vaststelling krediet bij Jaarplan 2016 B: reeds eerder verstrekt C: apart voorstel in 2016 aan algemeen bestuur
46
Jaarplan 2016
Toelichting op A Investeringen 2016 Programma Waterveiligheid en rampenbestrijding Hoogwaterbeschermingsprogramma (jaarlijkse bijdrage) € 3.400.000 Landelijk is afgesproken dat vanaf 2011 de kosten van de maatregelen vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor 50% betaald worden door de waterschappen en 50% door het Rijk. Jaarlijks dragen de waterschappen hiervoor in totaal € 180 miljoen aan bij. Het aandeel dat elk waterschap hieraan bijdraagt is bepaald op basis van oppervlakte beheergebied en inwoneraantal. De jaarlijkse bijdrage van Noorderzijlvest bedraagt € 3,4 miljoen. Veiligheidstoetsing regionale waterkering € 120.000 Het betreft hier krediet om de veiligheidstoetsing regionale waterkeringen af te ronden, Eind 2016 worden aan het algemeen bestuur de eindresultaten gepresenteerd. Hierna zal deze rapportage aan de provincie Groningen worden aangeboden. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde van de provincie Groningen om op 1 januari 2017 een volledige veiligheidstoetsing van de regionale waterkering uitgevoerd te hebben. Optimalisatie / update Modellering Hoogwater € 100.000 Een van de maatregelen uit Droge Voeten 2050 is het slimmer sturen in waterbeheer, in combinatie met het implementeren van een maalstop. Dat betekent dat wanneer veel neerslag verwacht wordt, de boezemwaterstanden vooraf verlaagd worden om meer ruimte te creëren. Hetzelfde wordt gedaan in polders. Tegelijkertijd wordt per polder bepaald of en hoe een maalstop geïmplementeerd kan worden. Dit alles wordt volledig geautomatiseerd verwerkt in het computermodel FEWS (verwachting- en waarschuwingssysteem hoog water) en live gekoppeld met ons telemetriesysteem Wabis, zodat het veilig en adequaat geregeld is.
Programma Voldoende en Gezond water Aanleg 4 km natuurvriendelijke oever € 250.000 Het betreft hier de aanleg van in totaal circa 4 kilometer natuurvriendelijke oever in het KRW waterlichaam “Maren-Reitdiep (benedenstrooms)”. Aanleg vindt mede plaats met behulp van het instrumentarium groenblauwe diensten. In dit waterlichaam zal in de periode 2016-2021 in totaal circa 21 kilometer natuurvriendelijke oever worden aangelegd. Inrichting natuurvriendelijke oever € 120.000 Het betreft hier de inrichting van in totaal circa 2 kilometer natuurvriendelijke oever in het KRW waterlichaam “Hoendiep-Aduarderdiep”. Aanleg en inrichting vindt mede plaats met behulp van het instrumentarium groenblauwe diensten. In dit waterlichaam zal in de periode 2016-2021 in totaal circa 2,5 kilometer natuurvriendelijke oever worden aangelegd. Onderzoek en voorbereiding beekherstel Dwarsdiep € 70.000 Het betreft hier een zogenaamd voorbereidingskrediet. Aan het eind van 2016 wordt een uitgewerkt plan aan het algemeen bestuur voorgelegd met daarbij een totaal kostenoverzicht en kredietaanvraag voor de uitvoering van het beekherstel van het Dwarsdiep. Optimalisering vispassages en realisatie vispassage Sterrebos € 80.000 De huidige vispassage Sterrebos in het Peizerdiep ter hoogte van Roden functioneert niet optimaal. Door te hoge stroomsnelheden kunnen niet alle soorten vis de barrière passeren. Onderzocht wordt welk alternatief het beste bijdraagt tot een verbetering in de vispasseerbaarheid. Dit onderzoek en de uitvoering van de optimalisatie verloopt parallel aan de geprogrammeerde werkzaamheden aan het Oostervoortschediep (fase 3). Daarnaast wordt in dit project een drietal vispassages aangepast voor een betere c.q. effectievere werking. Voor dit project wordt een subsidie / cofinanciering verwacht van 50%. Onderzoek en uitvoering emissiereductie landbouw (DAW) € 75.000 Het Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer (DAW) is een initiatief van de LTO om de wateropgaven in 2018 gerealiseerd te hebben, in combinatie met het versterken van de land- en tuinbouw. Voor waterschap Noorderzijlvest is het van belang dat de volgende maatregelen uitgevoerd worden binnen het DAW: - Bodemstructuurverbetering: water vasthouden en minder meststoffen nodig. - Onderzoek fosfor in beeld en gerichte maatregelen: door fosfor te reduceren worden de resterende inrichtingsmaatregelen effectiever - Vermindering erfafspoeling: erfinrichting aanpassen leidt tot minder afspoeling naar het oppervlaktewater. Afhankelijk van het uitvoeringsprogramma van de LTO zal met (een deel van) bovengenoemde maatregelen gestart worden in 2016. Noorderzijlvest is betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van deze maatregelen. Het krediet van € 75.000 betreft onze bijdrage in de totale kosten.
Jaarplan 2016
47
Voorbereiding optimalisatie waterberging Eelder- en Peizermaden € 50.000 Het betreft hier een maatregel voortvloeiend uit het onderzoek Droge Voeten 2050. Bij extreme boezemwaterstanden wordt de afvoer uit de waterberging geknepen, zodat de boezem minder wordt belast en de berging beter wordt benut. Met de aanpassing van een drietal stuwen wordt hiermee 5,6 miljoen m3 berging gecreëerd. Het betreft hier een zogenaamd voorbereidingskrediet. Naar verwachting wordt in 2017 een uitgewerkt plan aan het algemeen bestuur voorgelegd met daarbij een totaal kostenoverzicht en kredietaanvraag voor de uitvoering van de optimalisatie van de waterberging. Voorbereiding water vasthouden EHS Dwarsdiep € 70.000 Het betreft hier een maatregel voortvloeiend uit het onderzoek Droge Voeten 2050. Benedenstrooms in het Dwarsdiep wordt een stuw geplaatst die bij extreme afvoergebeurtenissen het water kan vasthouden. Deze stuw treedt in werking zodra het peil in de boezem hoog staat en houdt vervolgens het water in het Dwarsdiep vast tot maximaal N.A.P. +0,25 m. Hiermee wordt 2,7 miljoen m3 water vastgehouden. Het betreft hier een zogenaamd voorbereidingskrediet. Naar verwachting wordt in 2017 een uitgewerkt plan aan het algemeen bestuur voorgelegd met daarbij een totaal kostenoverzicht en kredietaanvraag voor de realisatie van deze stuw. Voorbereiding realisatie waterberging De Dijken € 100.000 Het betreft hier een maatregel voortvloeiend uit het onderzoek Droge Voeten 2050, te weten de aanleg van 140 hectare waterberging binnen de ecologisch hoofdstructuur. Tijdens extreme waterafvoeromstandigheden kan na de realisatie van dit project circa 1,2 miljoen m3 water geborgen worden. Het betreft hier een zogenaamd voorbereidingskrediet. In de tweede helft van 2016 wordt een uitgewerkt plan aan het algemeen bestuur voorgelegd met daarbij een totaal kostenoverzicht en kredietaanvraag voor de uitvoering van de realisatie van de waterberging. Voorbereiding realisatie waterberging Driepolders € 85.000 Het betreft hier een maatregel voortvloeiend uit het onderzoek Droge Voeten 2050, te weten de aanleg van 180 hectare waterberging bij de ecologisch hoofdstructuur. Tijdens extreme waterafvoeromstandigheden kan na de realisatie van dit project circa 1,3 miljoen m3 water geborgen worden. Het betreft hier een zogenaamd voorbereidingskrediet. In de tweede helft van 2016 wordt een uitgewerkt plan aan het algemeen bestuur voorgelegd met daarbij een totaal kostenoverzicht en kredietaanvraag voor de uitvoering van de realisatie van de waterberging. Herstel beschoeiing en kades € 475.000 Het uitvoeren van herstel- een aanpassingsmaatregelen aan de beschoeiingen en kades van de benedenstroomse delen van het Usquerdermaar. Indien mogelijk worden deze werkzaamheden gecombineerd met de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Voor de uitvoering van deze maatregel wordt een bijdrage vanuit de Bodemdalingscommissie verwacht van 50%. Aankoop maaipaden € 40.000 Jaarlijks opgenomen krediet, dat wordt gebruikt voor het aankopen van (delen van) onderhoudsstroken in trajecten waarin deze nog ontbreken. Aanschaf tractie € 700.000 Jaarlijks opgenomen krediet voor de aanschaf c.q. vervanging van tractoren, kranen, maaiapparatuur en overige aanbouwapparatuur ten behoeve van het beheer en onderhoud van onze keringen en watersystemen. Renovatie één stroomkoker + schuiven Cleveringsluis Lauwersoog € 750.000 Voor de renovatie van de spuikokers van de Cleveringsluis is een onderhoudsprogramma opgesteld. Elk jaar wordt één van de twaalf te renoveren spuikokers aangepakt. Afgelopen jaren zijn twee kokers gerenoveerd. Op basis van de opgedane ervaringen worden de totale kosten voor renovatie van een derde koker geraamd op € 750.000. Wetterskip Fryslân draagt bij voor 50% van de projectkosten. Aanpassing bodemdalingsgemaal Den Deel € 300.000 Uit een risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) van bodemdalingsgemaal Den Deel is naar voren gekomen dat het bemalings- en besturingssysteem van het gemaal en de aanliggende sluis aangepast moet worden. Tevens dienen enkele aanpassingen doorgevoerd te worden ten aanzien van veiligheid/arbo. Daarnaast worden aanpassingen doorgevoerd ten aanzien van de viswering (voorkomen dat vis in het gemaal terecht komt) en wordt de vispassage vervangen. Voor de uitvoering van deze maatregelen wordt een bijdrage van 100% vanuit de Bodemdalingscommissie verwacht.
48
Jaarplan 2016
Programma Gezuiverd water Groot onderhoud rwzi’s € 250.000 Bij het uitvoeren van groot onderhoud van rwzi’s worden in 2016 de vuilroosters op de rwzi Garmerwolde gerenoveerd om de levensduur van de technische installatie te verlengen. CE-markering € 150.000 In het kader van gewijzigde wet- en regelgeving worden het Technisch Constructie Dossier (TCD) van alle zuiveringstechnische werken op orde gemaakt en indien nodig, kleine aanpassingen aan de installatie uitgevoerd. Renovatie transportleidingen € 125.000 In het kader van leidingenbeheer wordt een aantal leidingen gedeeltelijk gerenoveerd. Hierbij worden met name de leidingen meegenomen waar derden (gemeenten en provincie) werkzaamheden uitvoeren en waar wij kunnen meeliften met deze werkzaamheden (o.a. N360 en een knelpunt in het stelsel in de gemeente Noorderveld). Daarnaast wordt ten gevolge van de aardbevingsproblematiek een onderzoek gestart naar de kwetsbaarheid van de persleidingen in het aardbevingsgebied. Uitvoeren energiebesparende maatregelen rwzi’s € 400.000 Het Energie-Efficiency Programma 2013 – 2017, als uitvloeisel van de Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie (MJA3), beschrijft de energiebesparende maatregelen voor de afvalwaterketen. In 2016 worden onder andere beluchtingssystemen rwzi’s aangepast en wordt de deelstroombehandelingsinstallatie op de rwzi Garmerwolde omgebouwd. Uitvoering van deze MJA3-afspraken dienen te zorgen voor een jaarlijkse energiebesparing van circa 2%. Daarnaast worden er maatregelen uitgevoerd om het chemicaliën verbruik op de rwzi Garmerwolde terug te dringen.
Programma Bedrijfsvoering E-HRM € 40.000 Het betreft hier het uitvoeren van werkzaamheden ter voorbereiding van de invoering van e-HRM in 2017. Het gaat om de inrichting van, en het bijdragen aan de invoering van technologische instrumenten die gericht zijn op (zelf)bediening door management en medewerkers en teven het ondersteunen van HR-activiteiten door gebruik te maken van geautomatiseerde systemen. Dit project is landelijk opgepakt samen met andere waterschappen en Het Waterschapshuis. In 2015 is hiervoor ook reeds een (deel)krediet verstrekt. Gegevensbeheer / informatiesystemen onder architectuur € 400.000 Invoering van zaakgericht werken in het kader van ondermeer de invoering van de omgevingswet. Dit zowel software-matig als ook aanpassingen in onze hardware. Inregelen en verbetering van onze informatiebeveiliging. Daarnaast wordt in 2016 een deel van de systeem hardware vervangen. Vervanging onderdelen / groot onderhoud waterschapshuis € 85.000 Het betreft hier de vervanging van vloerbedekking en parket en het vervangen en aanpassen van het meubilair van de AB-zaal.
Jaarplan 2016
49