11a.
Rapportage Visuele Inspectie Regionale Waterkeringen
2011 Beheergebied Waterschap Noorderzijlvest
Groningen, april 2011
Inhoudsopgave:
1.
Inleiding.
2.
Werkwijze inspectie regionale waterkeringen 2011.
3.
Resultaten en maatregelen. 3.1 Veiligheid. 3.2 Score goed / matig / slecht. 3.3 Maatregelen. 3.4 Terugblik resultaten inspectie 2010 3.5 Voorbeelden
Bijlagen: 1. Samenvatting eisen ‘Inspectiedocument, programma van eisen visuele inspectie regionale waterkeringen’ (Provincie Groningen, 2005) 2. Overzichtskaart schouwtrajecten 2011.
2
1. Inleiding. Sinds 2005 vindt jaarlijks een visuele inspectie plaats van de regionale keringen ook wel boezemkaden genoemd. Naast de eigen wens om jaarlijks te bezien hoe het gesteld is met de staat van deze keringen ligt aan deze activiteit een verzoek van de provincie Groningen ten grondslag. In deze rapportage wordt achtereenvolgens ingegaan op de wijze waarop de schouw is uitgevoerd, de resultaten en eventueel te nemen of genomen maatregelen. De jaarlijkse visuele inspectie van de regionale waterkeringen maakt onderdeel uit van het volledige inspectieproces van de waterkeringen van het waterschap. In de informatieve AB-vergadering van 6 april jl. is het Algemeen Bestuur geïnformeerd over de voortgang. Naast jaarlijkse visuele inspecties kunnen daartoe ook waarnemingen van (onderhoud)medewerkers van het waterschap worden gerekend en de periodieke toetsing van de waterkeringen. Parallel aan de visuele inspectie loopt het beleidsplan reconstructie kaden. In dat plan zijn de kadetrajecten geïnventariseerd die lager zijn dan de maatgevende waterstand. Ook is een lijst met te verbeteren kaden opgesteld. Om dit te kunnen realiseren is in 2003/2004 de kruinhoogte van de kaden ingemeten en daarna getoetst aan de maatgevende waterstand. De rapportages van de waterschappen over de visuele inspecties van de regionale keringen die medio 2010 zijn uitgebracht en de rapportages over de voortgang van de uitvoeringsprogramma’s tot verbetering van de regionale waterkeringen zijn in een vergadering van het College van GS behandeld. De rapportages voldoen aan de afspraken zoals neergelegd in het Inspectiedocument. Daar waar gebreken zijn geconstateerd, zijn direct herstelwerkzaamheden uitgevoerd of de werkzaamheden ingepland in het jaarlijkse onderhoudsprogramma. Voor wat betreft de uitvoeringsprogramma’s regionale keringen (beleidsplan reconstructie kaden) kan vermeld worden dat de werkzaamheden vanuit het beleidsplan praktisch zijn afgerond. Het gaat om de Traansterwijk (in 2010 verbeterd) en het herstel van de boezemkade langs het Reitdiep (stad Groningen) is in uitvoering (2010/2011). 2. Werkwijze inspectie regionale waterkeringen 2011. Voor de uitvoering van de kadeschouw is in overleg met provincie Groningen en de drie noordelijke waterschappen een ‘Inspectiedocument, programma van eisen visuele inspectie regionale waterkeringen’ (2005) ontwikkeld en bestuurlijk vastgesteld. Op basis van dit Inspectiedocument is door Noorderzijlvest in 2005 in nauw overleg met GeoDelft een te volgen werkwijze ontwikkeld. Tevens is toen door GeoDelft voor de schouwmedewerkers een instructiemiddag verzorgd, ondersteund met een syllabus voor een ieder, waarmee een goede basis is gelegd voor een professionele uitvoering van de inspectie regionale waterkeringen. In 2011 is de voornoemde werkwijze wederom gehanteerd. Deze komt op het volgende neer. Er is gewerkt met 10 schouwploegen van 2 personen die elk een deel van de in totaal ca. 500 kilometer te schouwen keringen voor hun rekeningen hebben genomen. Dit jaar zijn voor het eerst alle trajecten geïnspecteerd m.b.v. Digispectie, waarbij gebruik gemaakt wordt van een tablet pc. De op deze wijze verkregen controlegegevens zijn vervolgens ingevoerd in een voor dit doel ingerichte database. De schouw is uitgevoerd in week 9. Doordat er planmatig gewerkt wordt, kunnen er geen trajecten aan het aandachtsveld ontsnappen.
3
Inspectieplan Met het opstellen van het inspectieplan geeft het waterschap invulling aan zijn wens de inspecties van waterkeringen in zijn beheergebied nader te professionaliseren. Dit is in lijn met de provinciale verordening van toezichthouder, provincie Groningen, waarin de waterkeringbeheerder verplicht is om jaarlijks over de veiligheidstoestand van de regionale waterkeringen te rapporteren. Sinds 2005 wordt aan deze jaarlijkse verplichting invulling gegeven. Het inspectieplan geeft hieraan invulling en vormt de gestructureerde en planmatige basis voor alle fasen van het inspectieproces. Het inspectieplan beschrijft: Het Verbeterplan met de verbeteringen die voor het jaar 2011 zijn voorzien. Onderstaande tabel bevat de verbeterpunten voor de regionale keringen waarvoor het waterschap de ambitie heeft deze in 2011 te realiseren. Nr. Categorie: 1* Communicatie
2* 3* 4*
Communicatie Communicatie Communicatie
5
Communicatie
6
Droogte-inspectie
7 8
Opleiding Rapportage
9
Uitvoering inspectie
10 11 12
Uitvoering inspectie Vastleggen informatie Vastleggen informatie
*) Gerealiseerd
4
Beschrijving: Gezamenlijke instructie van inspecteurs: - eenduidige diagnose in het veld; - uniforme werkwijze van inspecteren; - terugblik op resultaten vorig jaar. Gezamenlijke terugkoppeling van schouw Jaarlijkse organisatie bestuursschouw regionale keringen Snellere doorlooptijd van de jaarlijkse schouw. De planning uit het inspectieplan wordt gehaald (1 week schouwen, 3 weken verwerken resultaten). Beheerder wordt naar aanleiding van resultaten betrokken bij definiëren van plannen en vervolgacties. Droogte-inspectie veenkaden opnemen in het inspectieplan: werkwijze incl. criteria voor ingangzetten, instructie, vastlegging gegevens en rapportage Kennis van de inspecteurs opfrissen met cursus In de rapportage van de schouw een duidelijke terugkoppeling geven van de uitgevoerde werkzaamheden naar aanleiding van de vorige rapportage de inspectie van de regionale waterkeringen wordt door twee personen uitgevoerd (niet meer opsplitsen) Keringen worden lopend geïnspecteerd. Grote onregelmatigheden structureel vastleggen. Inzet Digispectie bij schouw 2011.
3. Resultaten en maatregelen. 3.1. Veiligheid. De ernst van de schade is verdeeld in drie categorieën: Goed: Geen schade. Matig: Matige schade. Geen direct gevaar voor de veiligheid. Slecht: Ernstige schade. Veiligheid komt in het geding; snel actie. Uit de resultaten blijkt dat op enkele trajecten sprake is van een onveilige situatie waarbij verhoogde waakzaamheid geboden is. Belangrijke indicatoren hiervoor zijn:verweking van het binnentalud met uittredend water, afkalving en de aanwezigheid van dwars-/langsscheuren in buitentalud, kruin of binnentalud, die duiden op afschuivinggevaar. Doordat er steeds meer extensief onderhoud gepleegd wordt, zijn er trajecten waar verruiging optreedt. Het gras, dat voor een stevige zode zorgt en de erosiebestendigheid van de kering garandeert, verdwijnt en maakt plaats voor andere begroeiing. Risico: Dit kan tevens gevolgen hebben voor de veiligheid, omdat de erosiebestendigheid van de kering afneemt en grovere wortels van ruige beplanting tot zwakke plekken kunnen leiden. In overleg met beheerders wordt bezien welke maatregelen moeten worden genomen. 3.2 Score goed / matig / slecht. Goed:
Matig:
Slecht:
Gebied 1 Lauwersmeer/Reitdiep
33%
59%
8%
Gebied 2 Veenhuizen/Alteveer
92%
7%
1%
Gebied 3 Peize e.o
96%
3%
1%
Gebied 4 Leekstermeer
94%
4%
2%
Gebied 5 Lage Meeden/Vredewold
69%
30%
1%
Gebied 6 Matsloot
96%
3%
1%
Gebied 7 Gaarkeuken
99%
0,5%
0,5%
Gebied 8 Groningen
85%
15%
0%
Gebied 9 Boterdiep
41%
59%
0%
Gebied 10 Damsterdiep
93%
6%
1%
Totaal:
80%
18%
2%
5
3.3 Maatregelen. De trajecten in onderhoud bij het waterschap, die vallen onder de categorie ‘slecht’ worden zo spoedig mogelijk hersteld door de Unit Beheer en Onderhoud. Deze trajecten dienen conform het ‘Inspectiedocument, programma van eisen visuele inspectie regionale waterkeringen’ (2005) uiterlijk 1 oktober 2011 hersteld te zijn. Trajecten die vallen in de categorie ‘slecht’ en in onderhoud zijn bij derden, worden in samenspraak met de onderhoudsplichtigen zo snel mogelijk hersteld op grond van de Keur. Voor kaden die vallen in de categorie ‘matig’ geldt hetzelfde als voor de hierboven genoemde categorie, met dit verschil dat de urgentie minder hoog is, maar het herstel op termijn is wel belangrijk. Er wordt een plan van aanpak opgesteld, waar o.a. in komt te staan hoe om te gaan met de als matige aangemerkte kade trajecten. 3.4 Terugblik resultaten inspectie 2010 In 2010 hebben 17 trajecten de score slecht gekregen. Deze meeste trajecten zijn voor het stormseizoen 2010 – 2011 verbeterd, met uitzondering van het traject Zuidwending. Uit de visuele inspectie blijkt dat er op dit traject erosie heeft plaatsgevonden en de urgentie van herstel wordt onderzocht. Om te komen tot een goed onderbouwd advies zal een gespecialiseerd bureau worden ingehuurd om de noodzaak tot verbetering van de kade te laten onderzoeken, in combinatie met natuurvriendelijke oevers.
6
3.5 Voorbeelden
Eemskanaal: slecht
Reitdiep: matig
Rasquerdermaar: goed
Boterdiep: slecht
Matsloot: slecht
Eelderdiep: slecht
7
Noord Willemskanaal: slecht
Meerwegdijk: goed
Bijlage: samenvatting eisen uit ‘Inspectiedocument, programma van eisen visuele inspectie regionale waterkeringen (2005)’. 1. Inleiding De gebeurtenissen in Wilnis en Rotterdam in de zomer van 2003, waarbij wateroverlast is ontstaan doordat boezemkaden (regionale waterkeringen) zijn bezweken als gevolg extreme droogte, zijn voor de provincie Groningen aanleiding geweest om op een gestructureerde wijze en meer proactief toezicht uit te gaan oefenen op de regionale waterkeringen. Als inzicht wordt verkregen in de mogelijke tekortkomingen in de fysieke veiligheid van de regionale waterkeringen, kan beter inhoud worden gegeven aan de provinciale verantwoordelijkheid met betrekking tot de regionale waterkeringen. Dit betekent concreet dat de provincie inzage krijgt in de uitkomsten van de jaarlijkse inspecties die door de waterschappen worden uitgevoerd. Het programma van eisen voor inspectie van de regionale waterkeringen, zoals door de provincie Groningen is opgesteld komt overeen met hetgeen door de verschillende waterschappen al enige tijd jaarlijks wordt verricht. De inspecties worden door de voorgestane besluitvorming gestructureerd. Op hoofdlijnen is het voor de uitoefening van het toezicht voor de provincie noodzakelijk dat zij wordt geïnformeerd over: de inspectieprogramma's voor de regionale waterkeringen van de waterschappen; de resultaten van de uitgevoerde inspecties, en de werkzaamheden die naar aanleiding van de inspecties zijn/ worden uitgevoerd. Om een inspectie- en rapportagesystematiek te laten ontstaan die werkbaar is en in de bedrijfsvoering van de waterschappen is in te passen, zijn in overleg met de waterschappen de bovengenoemde hoofdlijnen als volgt uitgewerkt. 2. Algemene uitgangspunten voor de inspectie Voor zolang er nog geen Voorschrift toetsen op veiligheid van de regionale waterkeringen beschikbaar is, kan de rapportage van de waterschappen gebaseerd worden op een visuele beoordeling van de algehele actuele onderhoudstoestand van de regionale waterkeringen. Na de inwerkingtreding van een Voorschrift toetsen op veiligheid kan de visuele beoordeling als beheerdersoordeel worden opgenomen in de dan te verstrekken toetsingsrapportage. Als basis voor de inspecties en de beoordeling van de actuele onderhoudstoestand dient het door Royal Haskoning in opdracht van de provincie Groningen opgestelde format voor de inspectie van de regionale waterkeringen, dat onderdeel uitmaakt van dit inspectiedocument (bijlage 1). In eerste aanleg worden de regionale waterkeringen echter jaarlijks geïnspecteerd aan de hand van de in bijlage 2 aangegeven trefwoorden. Daar waar een schadebeeld op een kadevak is geconstateerd wordt een gedetailleerde inspectie uitgevoerd aan de hand van het in bijlage 1 opgenomen format. Voor de beoordeling worden de regionale waterkeringen ingedeeld in kleidijken, veendijken en dijken met een veenondergrond. De regionale waterkeringen waarover aan de provincie gerapporteerd moet worden zijn aangegeven op de bij dit document behorende kaarten. Op basis van onderlinge overeenstemming kan wijziging worden aangebracht in de regionale waterkeringen waarover gerapporteerd dient te worden. De regionale waterkeringen waarover gerapporteerd dient te worden, zijn op basis van de volgende criteria geselecteerd: gevolgen voor het functioneren van de boezem; gevolgen bij bezwijken (schade/ slachtoffers); invloed van bezwijken op de publieke opinie. 3. Frequentie van inspectie De regionale waterkeringen moeten onder normale omstandigheden minimaal één keer per jaar geïnspecteerd worden. Over de inspectieronde in de periode tussen 1 november en 1 april moet aan de provincie gerapporteerd worden. Deze periode is gekozen om de volgende redenen: de te inspecteren verschijnselen zoals kwel zijn beter zichtbaar in de natte periode; de te nemen maatregelen kunnen bij zwakke plekken aansluitend in de droge periode worden uitgevoerd; beschadigingen zijn vanwege de wintersituatie van de begroeiing (kort gemaaid gras en bladvrije vegetatie) in de winterperiode beter zichtbaar.
8
4. Inspectie bij verhoogde waakzaamheid Als een situatie van verhoogde waakzaamheid wordt aangemerkt hetgeen in de calamiteitenplannen van de waterschappen staat aangeduid als ‘fase 3’. Hierbij valt te denken aan perioden van hoog water op de verschillende boezems, lange droogte perioden, waarbij o.a. risico's kunnen ontstaan met betrekking tot kaden gelegen op veenondergrond, en incidentele calamiteiten waardoor dijkdoorbraak kan ontstaan. In fase 3 van een calamiteit komt het crisisteam van het waterschap bijeen en wordt als één van de acties de provincie geïnformeerd. Indien een calamiteit langere periode omvat wordt de provincie regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken. 5. Rapportage over inspectie en -resultaten In de rapportage van de waterschappen dienen de volgende onderwerpen aan de orde te komen. De wijze waarop de inspecties zijn uitgevoerd; De resultaten van de inspectie en eventueel voorgenomen maatregelen; De uitvoering van de maatregelen. De rapportage van de waterschappen over de wijze waarop de inspecties zijn uitgevoerd, dient de volgende elementen te bevatten: Het inspectieprogramma. waarin de door de provincie gestelde eisen aan de inspecties zijn opgenomen; Een overzichtskaart van de regionale waterkeringen, waarvoor het waterschap verantwoordelijk is. De rapportage van de waterschappen over de actuele onderhoudstoestand van de waterkeringen dient de volgende elementen te bevatten: De rapportage van de inspectie moet worden ondersteund door een overzichtskaart waarop de actuele onderhoudstoestand van de regionale waterkeringen is aangegeven; De regionale waterkeringen waaraan gebreken zijn geconstateerd worden op de overzichtskaart onderscheidend aangegeven + de datum van inspectie; De gebreken die aan de regionale waterkeringen zijn geconstateerd; Beschrijving van de maatregelen die getroffen zijn of worden getroffen; De termijn van uitvoering Uiterlijk voor de volgende inspectieronde geeft het waterschap aan of de voorgenomen maatregelen zijn uitgevoerd. De waterschappen maken onderling afspraken over een uniforme rapportagesystematiek. 6. Frequentie van verslaglegging Het verslag van de jaarlijkse inspectie dient voor 1 juni van datzelfde jaar door de waterschappen aan de provincie te worden aangeboden. Het eerste inspectierapport dient voor 1 juni 2005 aan de provincie te worden aangeboden. Uiteraard wordt na een situatie van verhoogde waakzaamheid conform de calamiteitenregeling over het verloop en de afhandeling van de calamiteit gerapporteerd. 7. Evaluatie In het najaar van 2005 wordt de eerste, op basis van dit inspectiedocument uitgevoerde inspectie en de rapportage over deze inspectie, geëvalueerd.
9