Interview met Rachid B, een illegaal die 20 jaar in Nederland verblijft (coproductie met Plonia van Hartingsveldt) • • • • •
Stelt u zich eens voor: u bent zonder juiste papieren in een ander land terecht gekomen. [0] Brief van illegaal Rachid B aan StrangeArt. [1] Rachid B schrijft mij over zijn vlucht naar Nederland. [2] Rachid B schrijft over het “nu”. [3] De brieven van Rachid, verantwoording. [4]
zien. Misschien heeft u ondanks een overvloed van voedsel alhier toch honger, want u heeft alleen recht op eten en onderdak als u kind bent of zeer ernstig ziek. U heeft dus alleen eten en een dak boven uw hoofd wanneer iemand u helpt of als u zwart werkt – met een hoog risico om uitgebuit te worden. Als niemand u opvangt of illegaal een kamer wil verhuren, dan slaapt u buiten, of zwerft u in de hoop toch ergens een plekje binnen te vinden. Elke nacht weer spannend. Sommige vrouwen regelen een dak boven het hoofd met seks. U heeft 59 % kans op een slechte gezondheid; hoogstwaarschijnlijk heeft u ook ernstige psychische klachten. U heeft weliswaar recht op basale medische zorg, maar wordt toch vaak weggestuurd door de arts of baliemedewerker, ook als u levensbedreigend ziek bent. Door het onthouden van recht op bed-bad-brood worden ongedocumenteerde mensen als het ware uitgerookt . De menselijke waardigheid is in het geding. Niet alleen de waardigheid van de ongedocumenteerde, maar ook de waardigheid van degen die voor de misstanden in het vreemdelingenbeleid verantwoordelijk zijn. (Citaten van Caroline de Groot, straatjurist in Amsterdam, bron: Protestantse Diaconie Amsterdam. )
Brief van illegaal Rachid B aan StrangeArt [1]
Stelt u zich eens voor: u bent zonder juiste papieren in een ander land terecht gekomen [0] Dan bent u in Nederland één van de naar schatting tussen de 75.000 en 180.000 ongedocumenteerde mensen én kinderen. Veel mensen zonder papieren (geen mens is illegaal) zijn arbeidsmigrant. Als arbeidsmigrant ben u waarschijnlijk geen gelukszoeker, maar slachtoffer van mensenhandel of uit armoede gedreven. Daarom stuurt u het meeste van uw verdiende geld naar uw achtergebleven familie. Hoe is uw dagelijks leven? U bent continu bang en gestrest, want elk moment kunt u worden opgepakt om gevangen gezet te worden onder een zwaarder gevangenisregime dan bij criminelen het geval is. Daarom laat u zich liever niet
Beste meneer StrangeArt. In uw vorige artikel schreef u heel treffend over de schrijnende positie van illegalen. Ik ben zo’n illegaal en mag eigenlijk niet bestaan. In uw artikel stond de zinsnede “U bent continu bang en gestrest, want elk moment kunt u worden opgepakt om gevangen gezet te worden onder een zwaarder gevangenisregime dan bij criminelen het geval is”. Het lijkt wel of diegene die dit schreef mij bedoelde, en schreef over mijn angsten. U moet namelijk weten dat ik elke nacht last hebt van nachtmerries en absurde dromen. S’morgens wordt ik soms letterlijk kotsend wakker. En angst, pure angst, de hele dag, angst over de onzekerheid, angst over mijn toekomst. Graag wil ik u meer vertellen over mijn jeugd, waarom ik uit Algerije ben gevlucht en wat ik allemaal in Nederland heb beleefd. Als je mijn jeugd wil omschrijven met een Nederlands woord, dan kun je het beste het woord “gebroken gezin” noemen. Tot mijn negende ben ik grootgebracht door mijn stiefmoeder. Mijn vader was een kleine sjacheraar en
verdiende wat bij met de smokkel van hasjiesj. Maar dat ging mis, plotseling stond de gendarmerie voor de deur. Mijn vader was gelukkig niet thuis. Mijn stiefmoeder wachtte buiten het dorp mijn vader op, om hem te waarschuwen niet naar huis te gaan. Ik vond het eigenlijk best wel spannend. Mijn vader kocht een ijsje voor mij en ging weg. Ik heb hem daarna nooit meer gezien. De smaak van het ijsje is nu bitterder geworden. Ik wist toen niet dat dit ijsje het begin was van een onzeker en moeilijk leven. Mijn Oma is toen van 200 kilometer ver naar het huis van mijn stiefmoeder gegaan. Zij heeft daar geslapen en toen ik s’morgens wakker werd was alleen mijn Oma er nog. Mijn stiefmoeder en drie zussen waren vertrokken en ik heb hun nooit meer gezien. Ik ging op mijn negende met mijn oma terug naar haar kleine dorp. Daar ben ik 3 jaar naar school geweest, ik was wel slim maar spijbelde ook veel. Misschien was ik wel een hele wilde jongen en kon mijn Oma mij niet aan. Op mijn 12e heeft mijn echte moeder mij opgehaald. Zij was heel arm, en woonde in een klein huisje zonder keuken. Ook bij mijn moeder ging het niet goed met mij, na een halfjaar ben ik “op straat” gaan leven. Maar hoe overleef je op straat zonder geld? Stelen, autoradio’s gappen, kippen vangen en vervolgens weer verkopen en meer van die kleine criminele dingen. Dat gaat niet lang goed en dan kom je in de gevangenis. Toen ik de laatste keer uit de gevangenis kwam was ik 19 jaar. Ik heb lang gezocht naar mijn oude vrienden maar die waren allemaal het land ontvlucht. Toen besloot ik ook uit Algerije weg te gaan, er was geen werk, geen familie en geen toekomst. Sorry meneer StrangeArt, ik moet nu huilen, ben verdrietig en het doet mij pijn te vertellen over mijn vader en moeder. Vind u het goed dat ik in een volgende brief meer vertel? Dan schrijf ik hoe ik in uw land ben terecht gekomen, en dan vertel ik over mijn oude vriendin in Nederland, onze zoon en de schuur waar ik nu woon.
Rachid B schrijft mij over zijn vlucht naar Nederland. [2] Ontzettend fijn StrangeArt dat ik mijn verhaal kan vertellen, dat lucht echt op. Ik ben echt moedeloos over mijn situatie. Gelukkig heb ik hier wel vrienden, maar die zijn ook heel arm. Waar was ik gebleven? Oh ja, mijn vlucht uit Algerije, op weg naar een betere toekomst. Ik was drieëntwintig jaar, net uit de gevangenis en op zoek naar mijn oude vrienden. Maar iedereen was weg, weg naar het buitenland, weg uit de armoede, weg uit de misère. Dus ik besloot ook weg te gaan. Heb vijf dagen op zee gevaren als verstekeling, zonder eten en nauwelijks iets te drinken. Toen ik aankwam heb ik direct de trein gepakt naar Parijs. Weet ik veel van Europa?, stapte in Den Haag uit. Het was augustus en goed weer, in ieder geval zo goed weer dat ik buiten kon slapen. Eten haalde ik bij een bus achter het Centraal Station. Of die bus van het Leger des Heils was weet ik niet meer. Bij de IND ben ik geweest om een verblijfsvergunning te vragen. En stom genoeg gaf ik daar een valse naam op en het verhaal dat de Algerijnse politiek de reden was van mijn vlucht. Die valse naam deed ik om te voorkomen dat ze er achter zouden komen dat ik in de gevangenis had gezeten. Stom, echt stom van mij. Die fout heeft mij nog vaak achtervolgd. Men kwam achter mijn leugen en ik kreeg geen verblijfsvergunning. Het was de tijd dat Rita Verdonk nog geen minister was en als vreemdeling kon je je nog goed redden in Nederland. Later werd het angstiger maar kwam er
gelukkig een generaal pardon voor mensen zoals mij. Dus ik naar de IND. Maar ja – stommerd als ik toen was – mijn valse naam was een contra-indicatie, ik kreeg geen verblijfvergunning. Hoe heb ik ooit zo stom kunnen zijn om toen die valse naam op te geven. Er zijn ook vrolijke dingen hoor. Ik leerde een vrouw kennen en we hebben acht jaar samengeleefd. Zij had al twee dochters en we kregen samen een zoon. Ik werkte toen bij verschillende bedrijven en had een goed inkomen. Uitgebuit werd ik toen niet. Later bleek het een “hele moeilijke vrouw” te zijn, erg emotioneel, dingen kapot gooien en stuk maken. Zij heeft mij na acht jaar het huis uitgezet. Ik kon opnieuw beginnen, vluchtte weg uit onze woonplaats Ede en begon te zwerven. Het ging niet goed met mij toen, zwaar overspannen, veel drank gebruik, stelen (heb ik nog drie weken voor in de gevangenis gezeten) en angst, pure angst. Een psychiater heeft mij goed geholpen en gaf mij medicijnen. Een stemmingverbeteraar en een middel om mijn angsten klein te laten blijven. Die medicijnen gebruik ik nog steeds, een kerkelijke liefdadigheid instelling zorgt er voor dat ik de recepten bij de apotheek, zonder betaling, kan inleveren. Maar de medicijnen helpen niet voldoende, mijn dromen zijn verschrikkelijk, het duurt s’ochtends wel een paar uur voordat ik weer rustig wordt. Mijn zoon, daar is veel verdriet over, vanaf zijn vierde heb ik hem niet meer gezien. Hij is nu dertien jaar en ik hoop dat hij eens tot het besluit komt om mij te leren kennen, per slot van rekening heeft hij ook mijn achternaam. Hoe zou jij het trouwens vinden?, een eigen kind, jouw liefste en je weet niet hoe het met hem gaat?. Daar denk je toch de hele dag aan? Ik stop met schrijven, denken aan mijn zoon geeft veel verdriet, morgen schrijf ik wel verder.
Rachid B schrijft over het “nu” [3] Weer een brief StrangeArt, ik moet mijn verhaal bij iemand kwijt. Het leven is voor mij hopeloos, soms denk ik dat ik gek wordt. Gisteren droomde ik dat ik in een Frans toilet was, met allemaal poep aan de wand. Ik hield mij vast aan het plafond maar gleed langzaam naar beneden, zo de emmer met poep in en ik kon er niet uitklimmen, vreselijk. Ben maar buiten gaan wandelen, het duurde uren voordat ik rustig was. Heb ik je al verteld waar ik woon?, nou het is een schuur van een vriend van mij in Orden, er staat een bed en een stoel. Een koelkast is er niet. Slaap daar sinds deze zomer, hoe het in de winter wordt zie ik wel. In Omnizorg kan ik als ongeregistreerde niet terecht, daar moet je papieren hebben. Een tijd geleden heeft de politie mij opgepakt, gewoon omdat ze het niet vertrouwden. Ik heb de laatste 8 jaar niets gedaan, dus was het gewoon een controle. Misschien heeft een buurman of buurvrouw de politie gewaarschuwd. Ook de politie begreep niet waarom ik geen verblijfsvergunning krijg. Omdat ik geen crimineel ben, hoefde ik niet in detentie gelukkig. Want het leven daar in zo’n centrum is harder dan het leven op straat. Wat ik niet begrijp is dat sommige mensen uit andere landen zo maar een verblijfsvergunning en een huis krijgen. Ik weet dat enkelen gewoon hebben gelogen en misdadiger waren in hun eigen land. En met misdaden bedoel ik niet
het stelen van een brood maar dan gaat het om veel ergere dingen. Kun je je voorstellen dat ik soms gek wordt en alles haat?. Als mens voel ik mij gekwetst. Naar Algerije kan ik niet meer, daar is niemand. Soms denk ik om naar een ander land in Europa te gaan, maar dat is wegvluchten naar nog iets onzekerders. Ik zal het hier moeten zien te redden, en wat de toekomst brengt?, tja als moslim denk ik dat alles al in een boek is geschreven, alleen de laatste pagina’s mag ik niet lezen. Kom je gauw een foto maken van mijn schuur StrangeArt? En vertel je iedereen mijn verhaal? Groet van Rachid B
De brieven van Rachid, verantwoording. [4] De drie in Apeldoorn-Direct gepubliceerde artikelen waren geen echte brieven van Rachid B maar de weergave van een langdurig interview. Rachid B is ook niet de echte naam van deze al 20 jaar in ons land wonende illegaal Slechts enkele feiten – zo als de woonplaats van zijn zoon en zijn naam– zijn veranderd. Rachid heeft zelf gevraagd om dit interview en weet – en dat wil hij ook graag dat het interview gepubliceerd wordt, inclusief de “minder mooie” feiten. Waarom hij daarvoor mij heeft uitgekozen weet ik niet, dat moet u hem vragen. Ik zelf was nogal verbaasd over zijn openhartigheid en interrumpeerde hem wel eens met de vraag of hij dat niet beter voor zich kon houden. Na ons langdurige gesprek (in aanwezigheid van Plonia van Hartingsveldt) heb ik enkele weken gewacht en meermalen tijdens onze ontmoetingen benadrukt dat alles wat hij vertelde ook benoemd zou worden. Rachid bleef stellig in zijn opvattingen. Het was mijn keus om zijn naam te veranderen, zelf wilde hij perse zijn eigen naam. Dat leek mij onverstandig. Vanuit ons welvarend kader denkende zou je Rachid een crimineel kunnen noemen. In de bajes in Algerije, in de gevangenis in Nederland. Kortom een
crimineel persoon die het niet verdiend om in Nederland te wonen. Toch is er bij mij veel begrip voor zijn handelen, je moet leven, eten en drinken. En leven is als illegaal overleven. Dat je dan in je basis behoeften voorziet door winkeldiefstallen is een noodzaak, geen kleptomanische drang naar een luxe horloge, maar simpelweg nodig om brood te eten “Het leven staat boven de wet”, een bekende uitspraak van de recent overleden oud-bisschop Muskens. Over deze door veel mensen gewaardeerde kerkelijk leider: Honger in Nederland? In 1996 heeft de onlangs overleden Emirtus-Bischop Tiny Muskens uit Breda een wereldberoemde en nog altijd nagalmende uitspraak gedaan: "Als je zo arm bent dat je niet meer kan leven, mag je een brood stelen bij de bakker Wat is mijn indruk over Rachid B?. Een vertwijfelde man, een man zonder toekomst. Uit houding en spraak blijkt een terneergeslagen man, eentonige stem, vlak, ook bij de heftige ontboezemingen een bijna emotieloos stem en mimiek. Alsof hij over een ander sprak, alsof het hem zelf niet betrof. Gezien zijn leeftijd zou het een man moeten zijn die midden in een “midlifecrises” zit. Een herpositionering van doelen, misschien een tweede leg met een jongere vrouw of andere wilde dingen, motorrijden bijvoorbeeld. Keuzes die de mannen in ons land kunnen maken. Deze keuze mogelijkheden heeft Rachid niet. Zijn leven is beperkt, zorgen voor onderdak en brood. Keuzes zijn er niet, ook niet in zijn nachtmerries. Alles overkomt hem, sturing geven aan een eigen leven is niet mogelijk. Aan u lezer: Oordeel niet te snel over Rachid.
Een beangstigende vraag: Zou dit na jaren de plek zijn waar Rachid B wordt begraven?. Een anoniem graf, een nummer, een no-body.