Inspiratietips om jezelf te ontplooien
Ontwikkelingsmogelijkheden Werkomgeving
Ontwikkelingsmogelijkheden
Volgens Pieter Somberg, auteur van het boek Hoe ontwikkel ik mijn competenties zijn er vijf mogelijkheden om je competenties te ontplooien. ● Ontplooiingsmogelijkheden via activiteiten op je werk. ● Ontplooiingsmogelijkheden via begeleiding op je werk. ● Ontplooiingsmogelijkheden via activiteiten buiten je werk. ● Ontplooiingsmogelijkheden via zelfstudie. ● Ontplooiingsmogelijkheden via training/opleiding.
Initiatieven Planmatig nemen en werken Verbeteren OntplooiingsJe maakt een Je maakt voor mogelijkheden via overzicht welke elke dag een ‘to activiteiten op je verbeteringen je do’-lijst. Je werk. op je werk kunt rangschikt de doorvoeren. activiteiten naar Welke je zelf prioriteit en je kunt oppakken en evalueert wat je welke je collega’s wel en niet hebt ter hand kunnen afgehandeld. Je nemen. evalueert wat de reden daarvan is en waar je de volgende keer op moet letten.
Succesvol Resultaatgericht werken en werken Samenwerken Je houdt je aan de Je legt voor jezelf afspraken die je vast welke doelen maakt. Mocht dit je wilt realiseren. om welke reden Je legt criteria aan dan ook niet om te beoordelen lukken, dan laat wanneer je je je dit zo spoedig doelen hebt mogelijk weten bereikt. Wanneer en maak je een heb je wel of geen nieuwe afspraak. resultaat behaald? Je krijgt helder waarom je wel of geen succes hebt geboekt.
Ontplooiingsmogelijkheden via begeleiding op je werk.
Je praat met een Je vraagt een Je legt vast wat je Je laat je initiatiefrijke kundige collega collega’s onder doelstellingen, collega over of die jou wil een goede activiteiten en problemen bijstaan met het samenwerking resultaten waarvoor hij een opstellen van een verstaan. En beoordelen door oplossing heeft planning en je welke bijdrage je een collega. En je gevonden én je vraagt feedback daaraan kunt stelt vast wat je vraagt hem wat van je leveren. daarvan kunt daar de resultaten leidinggevende. leren. nu van zijn. Je bespreekt een voor jou bestaand probleem en je bedenkt daarvoor samen een oplossing. OntplooiingsJe organiseert een Je maakt voor Je wordt lid van Je legt vast welke mogelijkheden via uitje, een jezelf een een club of een doelen en activiteiten buiten je sportactiviteit, weekplanning. Op vereniging. En je resultaten je als werk. een feestje. En je welke avond ga je gaat na wat je lid van een club of bedenkt een wat ondernemen? kunt leren van de vereniging wilt uitweg voor Welk programma mensen met wie realiseren. hindernissen die wil je op de je wel en niet je tegen kunt televisie zien? graag komen. Welke vriendin samenwerkt. wil je bellen? Welk boek wil je lezen? Wanneer ga je sporten? En wat moet er geregeld worden om dit te verwezenlijken? OntplooiingsJe leest boeken Je leest boeken en Je leest boeken Je leest boeken en mogelijkheden via en vaktijdvaktijd-schriften. en vaktijdvaktijd-schriften. zelfstudie. schriften. En je En je raadpleegt schriften. En je En je raadpleegt raadpleegt het het internet. raadpleegt het het internet. internet. internet. OntplooiingsJe volgt een door Je volgt een door Je volgt een door Je volgt een door mogelijkheden via jou gewenste jou gewenste jou gewenste jou gewenste training/opleiding. training of training of training of training of opleiding. opleiding. opleiding. opleiding.
Werkomgeving
Laten we nu eens met de volgende oefening in detail treden en kijken hoe je je wensen ten aanzien van je ideale werkomgeving zou omschrijven. Aan welke bedrijfstypen, werkgebieden en beroepsgroepen denk je dan zoal? Welke werkzaamheden zou je het liefst willen vervullen? Hoe verhoudt zich dat tot jouw capaciteiten? En waar ligt jouw toegevoegde waarde?
Oefening
1. Hoe ziet je ideale werkomgeving eruit qua functie, collega’s, sfeer, branche, werktijden en reistijden? a. Aan welke bedrijfsomvang denk je dan? 0 Minder dan 100 werknemers 0 100 – 250 werknemers 0 250 – 1000 werknemers 0 Meer dan 1000 werknemers b. Aan welk bedrijfstype denk je dan? 0 Familiebedrijf 0 Niet-familiebedrijf 0 Profit bedrijf 0 Gemeente, Provincie, Rijksoverheid 0 Onderwijs, Wetenschap 0 Zorg 0 Anders, namelijk ….. c. Aan welke werkgebieden denk je dan? 0 Zorg 0 Medische zorg 0 Welzijnszorg 0 Dienstverlening 0 Commercie 0 Verkoop 0 Leiding 0 Kantoor 0 Administratie 0 Kantoorautomatisering 0 Toezicht 0 Kunst en ambachten 0 Amusement 0 Kunst en vormgeving 0 Ambachten 0 Natuur 0 Planten 0 Dieren 0 Techniek 0 Transport 0 Bouw 0 Mechanica 0 Elektronica d. Aan welke beroepsgroepen denk je dan? Laat je daarbij bezielen door het volgende overzicht*. 2. Welke werkzaamheden zou je het liefst willen vervullen? En welke reden kun je daarvoor aanvoeren? 3. Hoe verhouden deze wensen zich tot jouw capaciteiten? 4. Waar ligt jouw toegevoegde waarde?
Beroepsgroepen* Medische zorg
Welzijnszorg Dienstverlening
Verkoop
Leiding Administratie Kantoorautomatisering Toezicht
Amusement
Kunst en vormgeving Ambachten Planten Dieren Transport Bouw
Mechanica Elektronica
Ambulancechauffeur, gezondheidsinspecteur, kinderverzorger, tandartsassistent, verpleger/ verpleegkundige, vroedvrouw. Kinderverzorger, crèchemedewerker, jeugd- en spelleider, welzijnswerker. Barkeeper, butler, conciërge, hostess, hotelier, hotelmedewerker, huishoudster, koeriermedewerker, ouvreuse, portier, receptionist, restaurateur, schoonmaker, serveerster/ober, steward(ess). Account Manager, adviseur, bankmedewerker, exporteur, fondsenwerver, inkoper, makelaar, marketingmedewerker, markthouder/verkoper, PR-medewerker, taxateur, telemarketeer, vertegenwoordiger, verzekeringsagent, winkelverkoper. Chef, directeur, marketing manager, sales manager, opzichter, ploegbaas, voorman. Assistent, medewerker, secretaresse. Medewerker, receptioniste, telefoniste, typiste. Beveiligingsambtenaar, bewaker, brandweerman, detective, douanier, gevangenisbewaarder, kustwacht, militair personeel, parkwachter, politieagent, verkeersagent. Acteur, auteur, coureur, croupier, danser, diskjockey, fotomodel, gids, mannequin, musicus, presentator, sporter, uitbater, zanger. Fotograaf, ontwerper, tekenaar. Bakker, etaleur, kapper, kleermaker, kok, meubelmaker, naaister, schilder, stoffeerder, stukadoor, timmerman. Akkerbouwer, bosbouwer, boswachter, medewerker in tuincentrum/kassen, landbouwer, tuinman. Fokkerijhouder, herder, jachtopziener, medewerker dierentuin/pluimveehouderij, stalknecht, veeboer, viskweker. Bestuurder bus/kraan/taxi/tanker/vorkheftruck/vrachtwagen, chauffeur, koeriermedewerker. Aannemer, architect, betonvlechter, bouwvakker, dakdekker, glazenmaker, loodgieter, metselaar, schoorsteenveger, stellingbouwer, tekenaar. Instrumentenmaker, lasser, metaalbewerker, monteur, scheepsbouwer. Elektricien, elektromonteur, installateur, luchtvaartelektronicus, onderhoudsmonteur.