Inspectierapport
Oki Doki St. Joseph (BSO) Kardinaal van Rossumstraat 11 5986BH BERINGE Registratienummer 167101481
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord PEEL EN MAAS 11-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 08-12-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Ouderrecht..................................................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing BSO Oki Doki St. Joseph is onderdeel van Kindercentra Peel en Maas. Deze kinderopvang organisatie exploiteert momenteel 13 kindercentra. De BSO is gevestigd in basisschool St Joseph in Beringe. De BSO deelt de groepsruimte met de peuterspeelzaal ’t Debberke. De opvang vindt plaats in een vriendelijk ogend lokaal. Naast de groepsruimte kunnen de kinderen gebruik maken van een speelhal en de computerruimte van de basisschool. Het is de bedoeling dat school en BSO medio 2015 gaan verhuizen naar een nog nieuw te bouwen pand. De BSO is met 16 kindplaatsen geregistreerd. De BSO is 3 dagen per week geopend. In de praktijk zijn er op dit moment nooit meer dan 8 kinderen op de BSO aanwezig. Op de BSO vindt tevens voorschoolse opvang (VSO) plaats. Op de VSO worden momenteel op de drukste dag maximaal 3 kinderen opgevangen. De inspectie heeft op dinsdag 11 november plaatsgevonden. Tijdens de observatie, die aan het einde van de middag heeft plaatsgevonden, waren er 8 kinderen, 1 pedagogisch medewerker en een stagiaire op de groep aanwezig. Op grond van de met de pedagogisch medewerker gevoerde gesprekken is gebleken dat zij het beleid kent en op een juiste wijze in de praktijk weet te brengen. Inspectiegeschiedenis: Tijdens het in oktober 2013 uitgevoerde onderzoek is geconstateerd dat de houder er niet in geslaagd is een oudercommissie in te stellen. Daarnaast is er één knelpunt met betrekking tot de handhygiëne gecontacteerd. Huidige inspectie De huidige inspectie, uitgevoerd op dinsdag 11 november 2014, betreft een onaangekondigd inspectiebezoek waarbij de pedagogische praktijk, een aantal items met betrekking tot de inzet van personeel, ‘veiligheid en gezondheid’ en de opvang in groepen zijn beoordeeld. Ook is er beoordeeld of de houder er inmiddels in geslaagd is een oudercommissie in te stellen. Tijdens het onderzoek heerst er een ontspannen sfeer op de BSO. De kinderen spelen op de groep. Ook zijn er een aantal kinderen (met de stagiaire) in de computerruimte. Aan het einde van de middag gaat men naar de speelzaal. Op grond van de huidige inspectie is geconstateerd dat er op één punt niet is voldaan aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder is er niet in geslaagd ouders bereid te vinden om zitting te nemen in de oudercommissie. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Verachtende omstandigheid: De houder heeft aan de inspanningsverplichting voor het werven van ouders voor de oudercommissie voldaan. Om deze reden adviseert de toezichthouder op dit punt niet te handhaven.
3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Gedurende de observatie is gezien dat aan de vier basisdoelen van de pedagogische praktijk wordt voldaan. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Tijdens de observatie heerst er een opgewekte sfeer op de BSO. Het merendeel van de kinderen zit bij aankomst van de toezichthouder op de BSO in de computerruimte van school. Daarna speelt men op de groep. De pedagogisch medewerker draagt tijdens de gevoerde gesprekken zorg voor oogcontact. De kinderen worden consequent met hun naam aangesproken. De toon van de gevoerde gesprekken is vriendelijk en alle kinderen nemen deel aan het gesprek. Vanwege het kleinschalige karakter van de BSO kennen de kinderen elkaar goed. Er werken 2 vaste pedagogisch medewerkers Overleg & Overreding de groep. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Door interesse in het spel van de kinderen te tonen (‘Wat zijn jullie aan het bouwen?’), stimuleert de pedagogisch medewerker de kinderen in hun spel. Er wordt met regelmaat waardering voor de kinderen uitgesproken. Door het geven van complimentjes wordt het positief zelfbeeld versterkt. Kinderen die goed binnen de lijntjes kleuren krijgen daarvoor een pluim. De pedagogisch medewerker biedt de kinderen ruimte om eigen initiatieven te ontplooien. In de gymzaal wordt een circuit opgebouwd waardoor er een gevarieerd spelaanbod voor de kinderen is. De inrichting van de groepsruimte is afgestemd op de peuterspeelzaal. Omdat de groep kinderen, die de BSO bezoekt, relatief jong is, sluit de inrichting voldoende aan op de interesses van deze kinderen. Er zijn diverse speelhoekjes zoals een huishoek, een duplohoek en er is bijvoorbeeld een winkeltje. 4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Er is een ladekast met spelletjes en boekjes die speciaal voor de BSO bestemd zijn. Men maakt gebruik van de computers van de school. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Men leert de kinderen rekening met elkaar te houden. Dit doet men onder meer door afspraken te maken alvorens men in de gymzaal gaat spelen. De pedagogisch medewerker vraagt de kinderen waar ze op moeten letten als ze met de ringen spelen. Ze legt uit dat er met het zwaaien aan de ringen ongelukjes kunnen gebeuren en dat men daarom extra goed op moet letten. De kinderen worden betrokken bij alledaagse klusjes. Voordat men naar de speelhal gaat, ruimt men samen op. Er is steeds één kindje dat bijvoorbeeld aan het einde van de middag een snoepje mag uitdelen. Als een meisje vraagt of zij dat mag doen, stemt de pedagogisch medewerker hiermee in. Even later blijkt, dat een collega aan een groepsgenootje heeft beloofd dat hij dat mag doen. De pedagogisch medewerker spreekt met het meisje af dat zij daarom een volgende keer aan de beurt is. Ze stemt hiermee in. Door activiteiten in groepjes te organiseren wordt het samenspel bevorderd. Als er gekleurd wordt merkt de pedagogisch medewerker op dat ze de potloden in het midden legt zodat iedereen erbij kan. Normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Regels worden aan kinderen uitgelegd. Voordat de kinderen in de speelhal kunnen spelen krijgen ze een korte instructie van de pedagogisch medewerker. Wanneer kinderen in de groepsruimte ietwat ruw spelen, legt de pedagogisch medewerker uit dat ze elkaar pijn kunnen doen. Om die reden is het verstandig om het iets rustiger aan te doen. Conclusie Op basis van de observatie is geconcludeerd dat de pedagogische praktijk voldoet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (pedagogisch medewerker) Observaties (16.30 uur -17.45 uur)
5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Daarnaast is de beroepskracht-kindratio en de opvang in basisgroepen beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie is de nieuwe VOG van de 2 pedagogisch medewerkers die op de BSO werkzaam zijn beoordeeld. De VOG’ s voldoen. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie is het diploma van de 2 pedagogisch medewerkers die op de BSO werkzaam zijn beoordeeld. De diploma’ s voldoen. Opvang in groepen De BSO heeft momenteel één basisgroep waar momenteel op de drukste dag maximaal 8 kinderen aanwezig zijn. Beroepskracht-kindratio Uit de kindbezettingslijsten en personeelsroosters blijkt dat er altijd voldoende personeel wordt ingezet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (pedagogisch medewerker) Observaties (16.30 uur -17.45 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met het beleid veiligheid en gezondheid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie is in januari 2014 uitgevoerd. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie heeft men onder meer leefregels opgesteld die met regelmaat binnen het team worden besproken. Bij het in kaart brengen van de veiligheidsrisico’s worden soms risico’s uitgesloten, terwijl de kans dat ze zich voordoen in het gunstigste geval ‘klein’ is. Zo heeft men uitgesloten dat kinderen in contact met elektriciteit kunnen komen en is ook uitgesloten dat kinderen bij schoonmaakmiddelen kunnen. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Op grond van het gesprek met de pedagogisch medewerker en de observatie op de groep is geconcludeerd, dat het personeel het veiligheids- en gezondheidsbeleid kent en over het algemeen op een juiste wijze in de praktijk brengt. Tijdens de observatie is de indruk ontstaan dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is. Er zijn, met uitzondering van één punt, geen bijzonderheden aan het licht gekomen. In het in 2013 opgestelde rapport is opgenomen dat het vanuit hygiënisch oogpunt niet acceptabel is, dat de kinderen de zeepblok gebruiken die op het toilet op de basisschool hangt. Navraag leerde dat de jongste kinderen de handen met vloeibare zeep wassen. Het komt echter nog steeds voor dat de oudere kinderen naar het toilet van de school gaan en daar de zeepblok gebruiken. De eindverantwoordelijke heeft toegezegd eer zorg voor te dragen dat dit knelpunt wordt aangepakt. Gebruikte bronnen: Interview anderen (pedagogisch medewerker) Observaties (16.30 uur -17.45 uur) Risico-inventarisatie veiligheid (1 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (1 2014)
7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld of de houder een oudercommissie heeft ingesteld. Oudercommissie De BSO heeft geen oudercommissie. Op het prikbord bij de entree van de groepsruimte hangen 2 A-viertjes op, waarop ouders wordt gevraagd zich voor de oudercommissie aan te melden. De pedagogisch medewerker laat weten dat men ouders ook regelmatig mondeling polst of men zitting wil nemen in de oudercommissie. Tot op heden is men daar niet in geslaagd. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observatie
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Oki Doki St. Joseph : http://www.kindcentrapeelenmaas.nl : 10
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kindcentra Peel en Maas John F. Kennedylaan 8 5981XC PANNINGEN
[email protected] 41063698
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 Ad Koch
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: PEEL EN MAAS : Postbus 7088 : 5980AB PANNINGEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
11-11-2014 01-12-2014 Niet van toepassing 08-12-2014 08-12-2014
: 08-12-2014 : 15-12-2014
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 Oki Doki St. Joseph te BERINGE