Inspectierapport
Kindcentrum Meuleveld (BSO) Prinses Marijkestraat 5 5961CE HORST Registratienummer 148216195
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord HORST AAN DE MAAS 08-04-2014 Regulier onderzoek Definitief 22-05-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang...............................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 14 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 15
2 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 08-04-2014 heeft er een risico-gestuurd onderzoek plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang De Twister te Horst aan de Maas. De Twister is gevestigd in basisschool 't Meuleveld. Deze buitenschoolse opvang is momenteel geregistreerd voor 28 kindplaatsen, maar de houder heeft een wijziging ingediend voor 30 kindplaatsen. Tevens geeft de houder daarbij aan dat er sprake is van een interne verhuizing en een 'naamswijziging' van 'Meuleveld' naar 'De Twister'. Op verzoek van de gemeente is de locatie met voorrang getoetst. Ten tijde van de inspectie blijkt dat de kinderen nog in het 'oude lokaal' worden opgevangen, en de officiele verhuizing nog niet heeft plaatsgevonden. Conform de wijziging (01-04-2014) zou dit wel het geval moeten zijn. Volgens de aanwezige beroepskrachten zal de verhuizing na de meivakantie plaatsvinden. De toezichthouder heeft samen met de beroepskracht 'de toekomstige opvangruimten' gemeten en besproken hoe deze ingericht zullen worden. Er is voldoende ruimte voor 30 kindplaatsen. Er kan nog niet getoetst worden of beiden ruimten kindvriendelijk en passend ingericht zijn. Dit zal bij de volgende inspectie aan de orde komen. De buitenschoolse opvang is momenteel nog gevestigd in een 'oude kantine' van Basisschool Meuleveld. De kantine heeft een podium, tafels, stoelen en kasten met speelgoed. De ruimte voldoet aan de minimale eisen maar straalt weinig uitdaging en kindvriendelijkheid uit. Ten tijde van de inspectie zijn er 8 kinderen aanwezig met één beroepskracht. Inspectie 2013 Er wordt niet voldaan aan domein 1 (oudercommissie) en domein 6 ( voorwaarde omtrent 'extra ondersteuning van een volwassene ). Inspectie 2014 Er is momenteel nog steeds géén sprake van een oudercommissie, volgens de beroepskrachten worden er wel diverse inspanningen verricht om ouders te werven. Momenteel behartigen de ouders van de peutergroepen de belangen van de buitenschoolse opvang. Aan domein 6 wordt nu wel voldaan, alle voorwaarden worden beschreven. Verder zijn er wel opmerkingen gemaakt waar de houder aandacht voor dient te hebben betreffende: - kennis van de beroepskracht over de Meldcode; - pedagogische praktijk (interactie tussen de beroepskracht en de kinderen verbeteren). Voor meer informatie is het van belang de toelichting bij de desbetreffende domeinen te lezen. De beroepskracht toont een betrokken en open houding naar de inspecteur.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Licht handhaven: oudercommissie (verzachtende omstandigheden).
3 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Er is sprake van kinderopvang in de zin van de Wet. Er wordt opvoeding en verzorging geboden aan kinderen tussen de 2-4 jaar oud. Tevens geldt er een vast uurtarief. Kinderopvang in de zin van de wet Bij de buitenschoolse opvang 'De Twister' vindt opvang plaats voor kinderen in de leeftijd van 4 -12 jaar. Er wordt tijdens de opvang verzorging en opvoeding geboden, dit alles met het oog op de ontwikkeling van de kinderen. Voor deze opvang betalen ouders een vast tarief per uur.
4 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een uitgebreid pedagogisch beleidsplan gericht op deze locatie. Ten aanzien van de vorige inspectie wordt nu wel de voorwaarde 'ondersteuning door een volwassene' beschreven. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid De kinderen worden opgevangen in een vaste basisgroep met een vaste beroepskracht. Bij de start van opvang is er sprake van een vast tafelmoment waarbij alle kinderen samen komen. Daarna mogen kinderen zelf kiezen wat ze willen gaan doen, in eerste instantie gaan alle kinderen naar buiten. Verder blijkt uit de observaties dat de kinderen bekend zijn met de beroepskracht en hun leeftijdsgenootjes, tevens blijkt uit de sfeer dat de kinderen zich prettig voelen (welbevinden in orde). De beroepskracht straalt rust uit, dit blijkt uit zijn houding. Persoonlijke competentie Ten tijde van de inspectie blijkt dat de kinderen diverse activiteiten kunnen doen waarbij het ontwikkelen van de persoonlijke competentie bevorderd kan worden: - sport en spel buitenterrein (tafeltennis); - computers van school; - knutselen in de groep (voor pasen); - spelletjes spelen aan tafel; - zithoek/tv-hoek met een WI. De kinderen krijgen veel vrijheid blijkt tijdens de inspectie. De kinderen vormen zelf groepjes door elkaar op te zoeken en samen te spelen. De beroepskracht observeert voornamelijk, zo nu en dan sluit hij aan bij het spel. Meer interactie met de kinderen is wenselijk om te werken aan de ontwikkelingsgerichte competenties. Regels, Normen en Waarden De beroepskracht geeft aan dat de kinderen weten waar ze wel en niet mogen komen in het gebouw en op het speelterrein. De kinderen begeven zich dan ook op verschillende plekken in het gebouw. De beroepskracht vertelt dat er wel onderscheidt gemaakt wordt met betrekking tot de leeftijd van de kinderen, voornamelijk de oudere kinderen krijgen wat meer vrijheid. Aan het einde van de middag blijkt dat een kind zelfstandig naar huis gaat. Dit kind meldt zich niet officieel bij de beroepskracht af. De inspecteur ziet dat de beroepskracht naar het kind toe gaat. Het duidelijk communiceren van regels en het optimaal zoeken van interactie is van belang. Uit de praktijksituatie is gebleken dat de beroepskracht hier meer aandacht aan mag besteden. Nu is dit minimaal.
Gebruikte bronnen: Observaties (beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
5 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent goed gedrag van de medewerkers werkzaam op deze locatie zijn gecontroleerd. Passende beroepskwalificatie De diploma's van de beroepskrachten zijn steekproefsgewijs gecontroleerd. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie wordt aan de beroepskracht-kindratio voldaan. Tevens zijn er enkele steekproeven gedaan middels de roosters/aanwezigheidslijsten. Opvang in groepen De kinderen worden in een ruimte opvangen en zijn verdeeld over basisgroepen, indien er meer dan 20 kinderen zijn. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Opmerking veiligheid en gezondheid De houder heeft een nieuwe inventarisatie met maatregelen gemaakt betreffende de nieuwe situatie die binnenkort doorgevoerd wordt (verhuizing lokalen). Tevens is er een actieplan verwerkt in het risico verslag veiligheid en gezondheid. Doordat de ruimte nog in gebruik is (passend ingericht), zal er in de eerste weken na de start nog eens opnieuw gekeken moeten worden naar de risico's . De beroepskrachten moeten hier alert op zijn bij de start. Meldcode kindermishandeling De meldcode De beroepskracht vertelt over ervaringen uit de praktijk en hoe er des tijds en nu gehandeld wordt bij 'zorgen over een kind'. Tevens kan hij aangeven bij welke signalen het stappenplan ingezet wordt. Echt inhoudelijke kennis van de 3 verschillende routes (plannen) uit de Meldcode is minimaal. Hier mag meer aandacht aan besteedt worden in vergaderingen (bijeenkomsten). Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling
7 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De houder heeft een wijziging ingediend voor het opvangen van maximaal 30 kinderen. Er zijn 2 lokalen die de houder wil gaan gebruiken. Er zijn voldoende vierkante meters. Een van de ruimten wordt tevens ook gebruikt door de peutergroep. De andere ruimte moet nog passend ingericht worden, dit is nu nog niet het geval. Buitenspeelruimte De buitenruimte van de school wordt gebruikt. Afhankelijk van de hoeveelheid kinderen en beroepskrachten kunnen de kinderen op diverse plekken van het terrein buiten spelen. Gebruikte bronnen: Observaties (beroepskrachten) Plattegrond
8 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Ouderrecht Oudercommissie Er is géén sprake van een oudercommissie betreffende de buitenschoolse opvang. De beroepskracht kan wel uitleggen op welke manier de houder inspanningen verricht om ouders te werven, dit heeft nog niet tot het juiste resultaat mogen leiden. Momenteel behartigen de ouders van de peutergroep de belangen van de buitenschoolse opvang. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Website
9 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
13 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Kindcentrum Meuleveld : http://www.kinderopvanghetnest.nl : 28
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
't Nest Regio Horst BV Ursulinenweide 7 5971ED GRUBBENVORST www.kinderopvanghetnest.nl 56886977
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 E Dekkers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HORST AAN DE MAAS : Postbus 6005 : 5960AA HORST
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
08-04-2014 06-05-2014 20-05-2014 22-05-2014 22-05-2014
: 22-05-2014 : 29-05-2014
14 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. GGD Limburg Noord t.a.v. Mw. E. Dekkers Postbus 1150 5900 BD Venlo Grubbenvorst, 14 mei 2014 Betreft: Zienswijze inspectierapport BSO de Twister, te Horst Beste mevrouw Dekkers, Graag willen we reageren op het rapport, gebaseerd op de inspectie die 8 april jl. heeft plaatsgevonden in BSO de Twister in Horst. Er is geconstateerd dat er geen deelname is namens de BSO, in de oudercommissie van de locatie. Er is wel een oudercommissie. Er is op dit moment geen deelname door een vertegenwoordiger van de ouders uit de BSO. Ondanks diverse inspanningen (oproepen in de nieuwsbrief, het benaderen van ouders door zowel de zittende OC leden als de leidsters, het ophangen van een poster etc) is het niet gelukt om iemand te vinden die de BSO wil vertegenwoordigen. Dit betekent dat wij voor belangrijke BSO zaken apart met BSO ouders zullen overleggen. Wat betreft de aandachtspunten: uit de gedane observatie blijkt dat de pedagogisch medewerker rust uitstraalt, ruimte geeft aan kinderen om zelf hun spel te kiezen en dat hij veel observeert. Hierbij wordt opgemerkt dat hij meer aan zou mogen sluiten bij het spel van de kinderen. De betrokken medewerker geeft aan dat hij het belangrijk vond de inspecteur goed te informeren en dat hij daarom lange tijd bij haar is blijven staan. Normaal gesproken gaat hij vaak actief met de kinderen aan de slag. Wij ondersteunen onze medewerkers door middel van Video Interactie Begeleiding. Juist de communicatie tussen medewerker en kinderen wordt hiermee in beeld gebracht. Dit traject is in de Twister inmiddels ingezet. Een ander aandachtspunt is dat er in de teamvergadering extra aandacht uit mag gaan naar de drie verschillende routes in de Meldcode. Het herkennen van opvallend gedrag en hoe hiermee om te gaan is wel bekend, minder bekend zijn de andere routes die ook beschreven staan in de Meldcode. Deze zullen we tijdens het volgende teamoverleg nog onder de aandacht brengen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ghislaine Fonteijn-Driessen directeur Kinderopvang ‘t Nest
15 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-04-2014 Kindcentrum Meuleveld te HORST