Inspectierapport De Kleine Wereld (KDV) Platanenlaan 11 6903 DK ZEVENAAR Registratienummer 649262669
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Zevenaar 06-01-2016 Jaarlijks onderzoek Definitief 10-02-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 11 Ouderrecht .................................................................................................................... 13 Inspectie-items .................................................................................................................. 14 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 18 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 18 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 19
2 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Er is gesproken met de locatiemanager Mevrouw W. Kemperman en de aanwezige beroepskrachten. Tevens is overleg geweest met mevrouw M. De Groot over de registratie van de locatie in het LRKP en de gewenste VVE indicatie op de locatie. Met de gemeente Zevenaar is afgesproken dat de VVE op alle voorwaarden bij dit onderzoek wordt beoordeeld. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten van het kindercentrum. Kindercentrum De Kleine Wereld is een onderdeel van Kinderopvang Zonnekinderen en is gevestigd in Zevenaar. In het pand is tevens peuterspeelzaal Lentepret, eveneens onderdeel van Kinderopvang Zonnekinderen gevestigd. Het kinderdagverblijf bestond uit twee groepen voor de opvang van 24 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Per 4 januari van 2016 is een derde groep, Paars, geopend in naastgelegen gebouw. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de vorige inspectie's d.d. 07-08-2014 en 26-03-2015 is door de toezichthouder geconstateerd dat er geen oudercommissie actief is. Aan de overige voorwaarden werd tijdens die onderzoeken voldaan. Bevindingen op hoofdlijnen: Per 4 januari van 2016 is een derde groep kinderdagverblijf geopend voor maximaal 14 kinderen van 2-4 jaar. Vanwege de start van de groep zijn extra items getoetst, zoals de binnenruimte en inrichting van de groep Paars, de risico inventarisatie van de groepsruimte en de werkwijze in het pedagogisch beleid van de locatie. Hierbij is ook het beleid en de uitvoering van het vierogenprincipe bij de groep Paars beoordeeld. De houder heeft een oudercommissie ingesteld, samen met BSO Superster. Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De groep Paars is per 4 januari 2016 geopend in het naastgelegen gebouw op nummer 13 bij de BSO. De registratie van aantal kindplaatsen KDV is volgens afspraak met de gemeente Zevenaar op nummer 11. In het landelijk register staan geen kindplaatsen kinderdagopvang op de locatie van de buitenschoolse opvang. Zie hiervoor de informatie bij het onderdeel Accommodatie/binnenruimte. Voorschoolse educatie. De houder heeft met de gemeente overlegd over de registratie van het aanbieden van Voorschoolse opvang voor De Kleine Wereld. Er zouden twee kinderen kunnen komen met VVE indicatie per 1 maart 2016. De voorwaarden zijn getoetst door de toezichthouder. Overleg en overreding. Risico inventarisatie Pedagogisch beleid Zie voor een nadere toelichting het rapport.
3 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Conclusie. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat er verantwoorde kinderopvang wordt geboden en dat men aan alle recentelijk getoetste voorwaarden uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Gegevens register niet conform de praktijk. Bij KDV De Kleine Wereld zijn 38 kindplaatsen in het LRKP aangegeven op Platanenlaan 11 te Zevenaar. In de praktijk zijn 14 van de 38 kindplaatsen gevestigd op Platanenlaan 13 bij BSO De Superster. De toezichthouder adviseert de houder om registratie Kinderdagopvang (KDV) met 14 aantal kindplaatsen aan te vragen op Platanenlaan 13 ( Bij BSO De Superster) En het aantal kindplaatsen in de registratie van het Kinderdagverblijf op Platanenlaan nummer 11 aan te passen zodat de registratie conform de praktijk is.
4 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie sociale competentie; overdracht van normen en waarden Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. De observatie van de pedagogische praktijk heeft op beide groepen plaatsgevonden tijdens een groepsactiviteit in de kring, het toilet- en verschoonmoment en tijdens vrij spel. Pedagogisch beleid Per januari 2016 is een derde stamgroep geopend, naam Paars. Deze groep is gestart in het naastgelegen gebouw bij BSO de Superster De werkwijze van deze derde groep ontbreekt aan het pedagogisch beleid. De actie overleg en overreding is ingezet om de houder de gelegenheid te geven alsnog binnen een gestelde termijn van 10 werkdagen aan de voorwaarde te voldoen. De houder is de afspraak nagekomen. De werkwijze en uitvoering van het vierogenprincipe op de groep Paars in het praktijkplan met passende maatregelen beschreven. De conclusie is dat aan de voorwaarden inhoud werkwijze van de groepen wordt voldaan. De conclusie is dat aan de voorwaarden na overleg en overreding is voldaan. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie op de groepen en het interview met beroepskrachten is gebleken dat zij voldoende op de hoogte zijn van - en handelen conform het pedagogisch beleidsplan. Pedagogische observatie.
emotionele veiligheid
Uit het observatie instrument. De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. Uit de observatie. Drie kinderen zitten met de beroepskracht op de grond in een kring en zingen liedjes. Een kind wordt door de ouder gebracht op de groep. Een beroepskracht begroet de ouder en het kind. Tegen het kind; 'Wil je naar papa zwaaien bij de deur? Het kind knikt ja. 'En daarna meedoen met de kinderen in de kring?' Het kind knikt weer ja. Ze gaan samen naar de voordeur en komen even later terug. Het kind gaat naar de kinderen die in de kring zitten. De beroepskracht'; 'Dag .. naam kind.. kom er bij zitten, hier is plek voor je' Het kind gaat zitten. Het lied goedemorgen wordt gezongen. Alle kinderen worden om beurten welkom geheten. 5 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
persoonlijke competentie
Uit het observatie instrument. De beroepskrachten gebruiken de verzorgingsmomenten voor interactie met het kind. Het kind ervaart persoonlijke warmte, geborgenheid, plezier, humor, aandacht. Uit de observatie; De beroepskracht die een kind verschoont praat tegen het kind. 'Kom maar ... naam kind dan geef ik je een schone broek'. Ze helpt het kind om op de verschoontafel te klimmen. 'Lig je goed'? "Kijk doen we eerst de broek uit, hee, daar zijn je voeten'. "En het zijn er twee, twee voeten met twee sokken'. 'Dan de luier uit, beetje poetsen'. 'Kriebelt dat?' 'Dan doe ik je een schone luier aan'. 'De voetjes alsjeblieft?' UIt de observatie; Als de beker leeg is mag je de beker stapelen, goed zo. Bij het uitdelen van koekjes uit de koekjestrommel, schud de beroepskracht de trommel zo dat de koekjes niet hoorbaar zijn. De beroepskracht; "Zeg kinderen, is de trommel leeg? "Gaan we toveren?". De kinderen roepen: "Ja, toveren" De beroepskracht; Hokus, pokus, ect." sociale competentie Uit het observatie instrument. De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Uit de observatie. Bij de kringspel zitten er zes kinderen in de kring. Voor de kinderen in de kring gaan wordt er opgeruimd. De beroepskracht zegt tegen de kinderen; 'We gaan opruimen, helpen jullie mee?' Tegen een aantal kinderen; "We gaan opruimen, de blokken bij de blokken, de poppen in de huishoek" Daarna gaan de beide beroepskrachten een liedje over opruimen zingen. Ze ruimen samen op en wijzen de kinderen speelgoed aan dat er ligt. 'Goed zo.. naam kind, wat knap dat je de auto hebt opgeruimd'. Tegen een ander kind dat een kommetje opruimt. 'Goed zo, zet het kommetje maar in de keuken'.
De overdracht van normen en waarden
Uit het observatie instrument. De interacties tussen beroepskrachten en kind sluiten aan op de behoeften. Kinderen leren om contact met elkaar te maken en om elkaars gedragssignalen te lezen (nabijheid versus ruimte geven). De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Uit de observatie. Een kind zegt in de kring de naam van een kind. De vraag van de naam van het kind is niet aan hem gesteld maar duidelijk aan zijn buurvrouw. De beroepskracht tegen dit kind. '.. naam kind, knap dat je alle namen weet.' 'Nu mag ..naam kind.. de naam zeggen. Daarna mag jij, oké?' Als even later bij een ander kind, dit nogmaals gebeurt. " naam kind, je bent niet aan de beurt, .. naam kind.. mag nu.. als zij het niet weet vraag ik het in de groep en dan mag je roepen' 'oké?' Het kind zegt; 'oké'. Als een kind op de stoel wil gaan staan; " .. naam kind, Wil je op je billen gaan zitten alsjeblieft, dan val je niet op je buurman en niet van de stoel' Conclusie. De conclusie is dat aan de voorwaarden van de pedagogische praktijk wordt voldaan.
6 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Voorschoolse educatie Op de Kleine Wereld wil de houder geregistreerd zijn als locatie waar voorschoolse educatie ( VVE) wordt aangeboden. Per maart 2016 komen er kinderen met een indicatie voor VVE. Voor de voorschoolse educatie wordt een programma Startblokken gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling De groep is niet groter dan 16 kinderen. De toezichthouder heeft van de beroepskrachten voorschoolse educatie die aanwezig waren tijdens de inspectie een passend getuigschrift ingezien. De houder heeft van een aantal beroepskrachten de passende getuigschriften nagestuurd. Deze diploma's en getuigschriften voldoen aan de voorwaarden. De houder biedt op meer locaties VVE aan, en heeft een opleidingsplan voor beroepskrachten voor opgesteld. De beroepskrachten op deze locatie doen aan deze scholing mee. De volgende voorwaarde is niet beoordeeld omdat ze tijdens de inspectie niet van toepassing was. dat de voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten (gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling) De voorwaarde is door de toezichthouder besproken met de locatie manager mevrouw Kemperman en met de kwaliteitsmedewerker mevrouw de Groot. Uit deze interviews en het pedagogisch beleid blijkt dat redelijkerwijs wordt aan deze voorwaarden kan worden voldaan. Deze voorwaarde wordt bij een volgende inspectie beoordeeld. De conclusie is dat aan de voorwaarden van het aanbieden van voorschoolse educatie wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw W. Kemperman d.d. 18 januari 2016) Interview anderen (Mevr. M. De Groot d.d. 20 januari 2016 ( beleid kwaliteit) en beroepskrachten) Observaties (binnen en buiten. Extra, de ruimte voor groep Paars) Pedagogisch werkplan (De Kleine Wereld januari 2016) VVE-certificaten (taallijn 2007, Startblokken 2006, 2007, 2012, 2012) Opleidingsplan voorschoolse educatie (Kinderopvang Zonnekinderen Opleidingsplan 2015 2016) Themaplanningen tweede helft 2015.
7 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Per 1 januari is de groep Paars bij BSO Superster gestart op dinsdagen. De ouders zijn geinformeerd middels een brief. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent gedrag van de aanwezige beroepskrachten zijn door de toezichthouder ingezien. De verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de passende beroepskwalificaties van de aanwezige beroepskrachten ingezien. De conclusie is dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Opvang in groepen Op de Kleine Wereld zijn per 1 januari 2016 drie stamgroepen. Twee op de locatie Platanenlaan 11 en een op de Platanenlaan 13. Naam
Leeftijd Aantal kinderen
1.
Groen
0-4 jaar
12
2.
Roze
0-4 jaar
12
3.
Paars
2-4 jaar 14
De conclusie is dat aan de voorwaarden wordt voldaan van de stamgroepen. Beroepskracht-kindratio Uit de steekproef op de dag van de inspectie is gebleken dat er op De Kleine Wereld voldoende beroepskrachten ingezet worden in verhouding met het aantal aanwezige kinderen: Op Groene groep het zijn 11 kinderen met 2 beroepskrachten. Op Roze groep 9 zijn kinderen met 2 beroepskrachten. De derde groep Paars was op dat van inspectie niet geopend. volgens het rooster komen er nu tot 8 kinderen met een beroepskracht. De conclusie is dat aan de voorwaarden wordt voldaan.
8 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw W. Kemperman d.d. 18 januari 2016) Interview anderen (Mevr. M. De Groot d.d. 20 januari 2016 ( beleid kwaliteit) en beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (9-9-2013, 5-8-2013, 27-6-2013) Diploma's beroepskrachten (MDGO AW 1995,) Plaatsingslijsten (januari 2016) Presentielijsten (week 2 en 3 van 2016) Personeelsrooster (januari 2016) Brief aan ouders over opening derde stamgroep december 2016.
9 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering van de nieuwe groep Paars. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid bij de groep Paars. De werkwijze op de andere groepen Roze en groen is niet beoordeeld. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Van de groep Paars was op de dag van inspectie al gestart met de risico inventarisatie, maar deze was nog niet geheel afgerond. De houder heeft de gelegenheid gekregen om de risico inventarisatie met het plan van aanpak van de beide ruimtes die op de naastgelegen Superster door de Groep Paars van de Kleine Wereld in gebruik worden genomen af te ronden. De houder is de afspraken nagekomen. De volledige inventarisatie met plan van aanpak is toegestuurd. De afspraken met de beroepskrachten worden in de vergadering besproken. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid met plan van aanpak op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes van de Groep Paars en het gebruik van de buitenspeelruimte op nummer 11. De conclusie is dat aan de voorwaarden na overleg en overreding wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw W. Kemperman d.d. 18 januari 2016) Interview anderen (Mevr. M. De Groot d.d. 20 januari 2016 ( beleid kwaliteit) en beroepskrachten) Observaties (binnen en buiten. Extra, de ruimte voor groep Paars) Risico-inventarisatie veiligheid (Paars januari 2016) Risico-inventarisatie gezondheid (Paars januari 2016) Actieplan veiligheid (Paars januari 2016) Actieplan gezondheid (Paars januari 2016) Pedagogisch werkplan (De Kleine Wereld januari 2016)
10 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte van de derde groep Paars beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. De bestaande groepsruimte van Roze en Groen zijn niet beoordeeld. Binnenruimte Gebruik stamgroepsruimte Paars en Registratie in Landelijk Register. Het KDV De Kleine Wereld en de BSO Superster zijn apart geregistreerd en hebben een eigen team en aansturing. Op het adres van het kinderdagverblijf zijn 38 kindplaatsen geregistreerd. Er passen 24 kinderen op de locatie van het kinderdagverblijf De kleine Wereld en 14 op de locatie bij de BSO. De werkwijze dat de derde stamgroep behorend bij KDV De kleine Wereld is gevestigd op het adres van de BSO Superster is besproken bij de inspectie in 2011. Bij de registratie van de BSO is destijds rekening gehouden dat de kinderopvang ook gebruik maakt van dit gebouw en is het aantal kinderen dat gebruik kan maken van de buitenschoolse opvang aangepast. In een brief van september 2013 tussen de houder en de gemeente is de wijziging registratie kinderopvang met het verzoek het KDV op twee adressen als een locatie te zien beschreven. De brief is ook aan de toezichthouder van VGGM gestuurd en beschreven tijdens het eerstvolgende rapport. De werkwijze de Groep Paars op Platanenlaan 13 en de gegevens in het Register zijn niet eerder beoordeeld, de reden is dat tot 1 januari 2016 de derde stamgroep Paars niet in gebruik was. De houder geeft aan: 'We zien KDV Kleine Wereld, nummer 11 en 13 samen, als één locatie. Er is sprake van hetzelfde pedagogisch team onder dezelfde aansturing (mevrouw W.K.)) met eenzelfde werkwijze. Dat is, samen met de IKC vorming, de 'motivatie' om het als één KDV met één LRKP nummer te registreren'. In de toekomst komt er een integraal kindercentrum. In het register zijn KDV De Kleine Wereld en BSO Superster twee adressen met twee opvangvormen, De kleine Wereld voor dagopvang en de BSO voor buitenschoolse opvang. Tussen de toezichthouder, de houder en de gemeente is overleg geweest over de registratie van de gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De toezichthouder adviseert de houder een registratie voor KDV aan te vragen op Platanenlaan nummer 13. Zie advies aan de gemeente, gegevens Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Stamgroepsruimte Paars. Voor de derde stamgroep van het kinderdagverblijf Paars van maximaal 14 kinderen is de binnenruimte beoordeeld. De groep maakt gebruik van Een stamgroepsruimte van 32 m², voldoende voor 9 kinderen. En van het naastgelegen theater ook 32 m². Uitgaande van 3,5 meter per kind is de aanwezige ruimte voldoende. Als de Paarse groep met meer dan acht kinderen aanwezig is op het kinderdagverblijf hebben ze tevens de de beschikking over het theater. Dan is deze extra ruimte ook tijdens de openingstijden altijd beschikbaar voor Paars. De werkwijze is opgenomen uit het beleidsplan.
11 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Inrichting. De binnenruimte is passend ingericht met speelhoeken , kasten met speelgoed en een hoge tafel om aan te eten voor acht kinderen. Bij uitbreiding van de groep wordt de inrichting aangepast aan het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Sanitair voor de kinderen is in de buurt. In de hal is een laag hekje geplaatst als begrenzing voor de ruimtes van de BSO. Een slaapkamer is niet aanwezig, de kinderen zijn ouder dan twee jaar. Zo nodig kan een kind op een stretcher rusten. Conclusie De conclusie is dat aan de voorwaarden van de groepsruimten wordt voldaan.
Buitenspeelruimte De kinderen van de groep Paars blijven gebruik maken van de buitenspeelruimte bij het Kinderdagverblijf. Dit is direct aangrenzend aan de buitenruimte van de buitenschoolse opvang. De conclusie is dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties (binnen en buiten. Extra, de ruimte voor groep Paars) Plattegrond (BSO Superster. KDV De KLeine Wereld) Brief 4 september 2013 van de houder Zonnekinderen aan de gemeente Zevenaar. onderwerp; Wijziging LRK De Kleine Wereld.
12 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt. Ook is gekeken naar de aansluiting van de geschillencommissie van het kindercentrum. Oudercommissie De houder heeft in 2015 een oudercommissie ingesteld. Er zijn ouders vertegenwoordigd van de buitenschoolse opvang De Superster en van het Kinderdagverblijf De Kleine Wereld. De conclusie is dat aan de voorwaarde wordt voldaan. Klachten en geschillen 2016 Volgens de wet moeten alle kinderopvangorganisaties zich registreren bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, om zo een aansluiting te realiseren. Uit een door de houder aan de toezichthouder gezonden email, waarin de geschillencommissie de aanmelding van Kinderopvang Zonnekinderen bevestigd, is gebleken dat de houder aan deze voorwaarde voldoet. De conclusie is dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw W. Kemperman d.d. 18 januari 2016) Interview anderen (Mevr. M. De Groot d.d. 20 januari 2016 ( beleid kwaliteit) en beroepskrachten) Aansluiting brief Zonnekinderen Geschillencommissie januari 2016
13 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
14 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF In een kindercentrum waar 50 of minder kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten en geschillen 2016 De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
17 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: De Kleine Wereld : 38 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : : :
Zonnekinderen Postbus 201 6900AE ZEVENAAR www.zonnekinderen.nl 09127903 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Ine Horstink
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Zevenaar : Postbus 10 : 6900AA ZEVENAAR
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
06-01-2016 01-02-2016 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016
: 17-02-2016
18 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze bij inspectierapport KDV de Kleine Wereld Op 6 januari 2016 heeft een onaangekondigd inspectiebezoek plaatsgevonden op Kinderdagverblijf de Kleine Wereld te Zevenaar. Het bezoek en het contact met de toezichthouder zijn op prettige wijze verlopen. Wij herkennen onszelf in het beeld dat de toezichthouder van het pedagogische klimaat en de andere inspectie- items schetst. Ten aanzien van de opmerking dat de gegevens in het register niet overeenkomen met de praktijk willen wij graag het volgende toelichten. De (paarse) groep, die zijn onderkomen vindt op Platanenlaan 13, is in januari 2016 opnieuw geopend. Dit is de ruimte waar KDV de Kleine Wereld in 2010 is gestart met de bijbehorende LRKP registratie op Platanenlaan 13. Dienovereenkomstig is het aantal kindplaatsen van BSO de Superster, ook gevestigd aan de Platanenlaan 13, in 2010 al met het aantal kindplaatsen dagopvang (14) naar beneden bijgesteld (van 145 naar 131). Bij de uitbreiding/verhuizing van de Kleine Wereld naar het naastgelegen pand aan Platanenlaan 11 is de afspraak gemaakt dat de ruimte op Platanenlaan 13 beschikbaar blijft voor de dagopvang. Dit om het totaal aan kindplaatsen van 38, waarvan er 24 op Platanenlaan 11 zijn, te kunnen realiseren/handhaven. Het aantal kindplaatsen op BSO de Superster is daarom ook op 131 gebleven. Bij deze wijziging is er uitgebreid overleg geweest tussen de gemeente Zevenaar en Zonnekinderen over de wijze van registratie in het LRKP en dit is ook aan beide kanten gedocumenteerd. Ook de VGGM is hierbij geraadpleegd en heeft de begeleidende brief bij het wijzigingsformulier (d.d. 4 september 2013) ontvangen. Op deze locatie wordt door Kinderopvang Zonnekinderen (PSZ, KDV en BSO) samen met het basisonderwijs toegewerkt naar een integraal kindcentrum. Er is vanaf 2013 reeds sprake van één pedagogisch team voor KDV de Kleine Wereld onder één aansturing. Ook PSZ Lentepret heeft dezelfde aansturing en er wordt intensief samengewerkt binnen hetzelfde pedagogisch klimaat met veel aandacht voor het bieden van een sociaal-emotioneel veilige omgeving.
19 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-01-2016 De Kleine Wereld te ZEVENAAR