Inspectierapport BSO Koolhoven (BSO) Koolhovenlaan 1b 5036TK Tilburg Registratienummer 886770506
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Tilburg 03-09-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 18-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing BSO Koolhoven is samen met het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal en de basisschool gevestigd in de wijk Reeshof te Tilburg. De kinderen met een leeftijd van 4 t/m ongeveer 7 jaar worden opgevangen op de benedenverdieping. Er wordt gebruik gemaakt van een speelzaal, een grote keuken, een huiskamer met podium en diverse hoeken. Tevens zijn er nog 2 grote ruimtes beschikbaar met diverse ingerichte hoeken en een keuken. Op de eerste verdieping worden de kinderen vanaf ongeveer 7 tot 13 jaar opgevangen. Ook daar zijn diverse ruimtes beschikbaar. De kinderen hebben de mogelijkheid om in de ruimtes diverse activiteiten te doen, de ruimtes zijn daarvoor ingericht. Bijvoorbeeld een grote keuken voor kookactiviteiten en een stilte-ruimte om huiswerk te maken. Tevens mag de gymzaal van de basisschool gebruikt worden. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspectie van maart 2013 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens de inspectie van mei 2014 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens de inspectie uitgevoerd op 3 september 2015 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De toezichthouder heeft met de directeur gesproken over het formulier dat gebruikt wordt om kinderen in een tweede basisgroep op te vangen. Dit formulier wordt aangepast en tijdens een volgende inspectie opnieuw bekeken. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken De inspectie vindt plaats in de tweede week na de zomervakantie. De beroepskrachten geven aan dat de eerste 2 weken gebruikt worden om te wennen aan elkaar en de nieuwe groepssamenstelling. Er worden wel activiteiten aangeboden maar de nadruk ligt op het welbevinden en contact maken met elkaar. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogische praktijk De beroepskrachten bespreken hun ervaringen met de leidinggevende; de leidinggevende vertaalt het naar verbeteringen in het beleidsplan. Emotionele veiligheid Elk kind wordt individueel begroet, op school of bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Praktijk De jongste kinderen worden door de beroepskrachten opgehaald in de diverse klassen en vervolgens naar de speelzaal gebracht. De kinderen van groep 3 komen zelfstandig naar de speelzaal. In de speelzaal is 1 beroepskracht aanwezig die toezicht houdt. Een leerkracht komt 2 kinderen brengen. Deze kinderen mogen zelfstandig naar de speelzaal komen maar weten volgens de leerkracht niet waar ze moeten zijn. De beroepskracht die aanwezig is in de speelzaal begroet beide meisjes en legt uit wat de bedoeling is, de leerkracht gaat vervolgens weer terug naar de klas. Als alle kinderen er zijn gaan de kinderen bij de kinderen van de eigen basisgroep staan en lopen met de beroepskracht mee naar de BSO. Twee kinderen weten niet in welke groep ze zitten en vragen dit aan een beroepskracht. De beroepskracht geeft antwoord:"jullie spelen voortaan bij de Kommavlinder, daar zitten ook X en Y in de groep, gezellig hè". De 2 jongens reageren enthousiast. Uit het gesprek met de beroepskracht blijkt dat deze 2 jongens er weer voor de eerste keer zijn na de zomervakantie. De beroepskrachten weten wat 8+es aankunnen, leuk vinden, enthousiast maakt en sluiten daar in hun contact op aan. Er is aandacht voor het individueel ontwikkelingsniveau, de mate van zelfredzaamheid en de persoonlijke interesse van de 8+er. Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve als in negatieve zin. De emoties zijn passend bij de situatie. Praktijk Een meisje komt voor de tweede keer naar de BSO, ze is opgehaald door een beroepskracht en staat een beetje apart van de andere kinderen in de speelzaal te kijken. De beroepskracht loopt naar het kind toe en vraagt hoe het op school is geweest die dag. Het meisje geeft korte antwoorden en kijkt daarbij om zich heen. De beroepskracht neemt het meisje mee naar de bank en gaat bij haar zitten. Ze vertelt het meisje dat ze nog even wachten op alle kinderen en dat ze dan allemaal naar de eigen groep gaan. De beroepskracht zegt:"we gaan zometeen eerst wat eten 4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
en drinken en we hebben ook nog een feestje, we gaan er een leuke middag van maken". Het meisje knikt. Conclusie Op BSO Koolhoven wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie De beroepskrachten sluiten aan op wensen en ideeën van een kind bij het organiseren van activiteiten. Zij begeleiden een kind om zelf te kiezen en initiatief te nemen. Zij bieden zo nodig stimulans en steun voor een kind dat zijn grenzen wil verleggen. Praktijk De kinderen kiezen zelf welke activiteiten ze willen gaan doen. Sport wordt aangeboden alle andere activiteiten zijn vrij. Twee kinderen hebben bedacht dat zij een beer willen maken. De beroepskracht bespreekt met de kinderen met welke materialen ze de beer willen maken, wat de kinderen nodig hebben en hoe ze dit willen doen. Vervolgens wijst zij de kinderen waar de materialen te vinden zijn. De beroepskracht is in de buurt, de kinderen gaan zelfstandig aan de gang. De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn enkele specifieke speelhoeken/-gebieden. De inrichting van de ruimte sluit aan op de behoefte van de 8+er. Zij kunnen zich daar terugtrekken voor ontspanning of thema-activiteiten. Praktijk Er zijn diverse ruimtes beschikbaar voor de 8+er waar zij zelfstandig gebruik van mogen maken. Conclusie Op BSO Koolhoven wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijd- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen, van elkaar leren. Praktijk In de groep waar de jongste kinderen worden opgevangen zitten de kinderen aan tafel. De beroepskracht wijst een nieuw kind waar zij kan zitten en noemt daarbij de naam. Als alle kinderen aan tafel zitten zegt de beroepskracht dat er een aantal nieuwe kinderen zijn vandaag. Ze stelt voor om een kennismakingsronde te doen waarbij van alle kinderen de naam wordt genoemd. Vervolgens loopt de beroepskracht achter de kinderen door legt de handen op de schouders van het betreffende kind en zegt:"dit is X, hij zit vandaag naast Y". De beroepskracht blijft staan bij 1 meisje dat het zichtbaar moeilijk vindt in de nieuwe groep. De beroepskracht besteedt hier op een ongedwongen,positieve manier aandacht aan:" en dit is X, zij komt vandaag voor de eerste keer bij ons spelen en vindt het allemaal erg spannend, dat hebben we allemaal gehad de eerste keer hè". "X weet nog niet zo goed waar alles staat en wat we hier allemaal doen dus ik verwacht van jullie dat jullie haar wel allemaal helpen als zij dit vraagt, afgesproken"? Tegen het meisje zegt ze :"en ik ben J. en dat is L als je iets wil vragen mag dat altijd". Een ander kind zegt:"ja maar je kan ook gewoon juf zeggen dan hoef je niet zoveel namen te onthouden". De beroepskracht beaamt dit:"dat mag natuurlijk ook". De beroepskrachten moedigen gesprekken tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel luisteren als praten. Beroepskracht en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Als er iets gebeurt is dit aanleiding voor een gesprek met individuele kinderen, in een klein groepje of met de gehele groep. De beroepskrachten dragen uit en leven voor, dat de inbreng van alle kinderen - en henzelf- ertoe doet in de groep. Zij leren kinderen om elkaar te accepteren en te respecteren. 5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Conclusie Op BSO Koolhoven wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten geven steun bij het leren omgaan met elkaars emoties. Zij organiseren groepsactiviteiten om kennismaken en groepsvorming te stimuleren. De beroepskrachten geven ruimte aan kinderen om bij (sommige) activiteiten aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen taken en inbreng om programma-onderdelen uit te voeren. Ieder kind krijgt naar eigen vermogen de kans om hierin deel te nemen. De beroepskrachten gaan op eenzelfde respectvolle manier om met alle kinderen, ouders en collega's. Conclusie Op BSO Koolhoven wordt de overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (binnenkomst- eten en drinken - buiten spelen - activiteit) Pedagogisch beleidsplan
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passend diploma. Opvang in groepen Er zijn momenteel 6 BSO basisgroepen. Koevinkje, Kommavlinder en Kokerbeertje zijn onder/middenbouwgroepen waarin per groep maximaal 20 kinderen worden opgevangen in de leeftijd t/m ongeveer 6 jaar. Deze groepen zijn gevestigd op de begane grond. Koningspage, Kosmopoliet en Koningsmantel zijn midden/bovenbouwgroepen waarin per groep maximaal 20 kinderen worden opgevangen vanaf 6 jaar. Deze groepen zijn gevestigd op de eerste verdieping. Opmerking: Plaatsing van kinderen in een tweede basisgroep. De houder heeft per kind een door de ouders ondertekend formulier waarop is aangegeven dat het betreffende kind opgevangen mag worden in een tweede basisgroep. Op het formulier staan de namen van alle 6 de basisgroepen vermeld. De toezichthouder heeft met de directeur besproken dat er per kind 1 formulier met daar op 1 naam van een tweede basisgroep aanwezig moet zijn indien het desbetreffende kind geplaatst wordt in een tweede basisgroep. Het is niet toegestaan om alle groepsnamen tegelijk als tweede basisgroep op het formulier te vermelden. De directeur heeft aangegeven het formulier ook te gebruiken als toestemmingsformulier voor deelname aan activiteiten in een andere basisgroep en dat dit verwarrend kan werken. De directeur gaat het toestemmingsformulier aanpassen. Op het moment van inspectie zijn er 3 kinderen die worden opgevangen in een tweede basisgroep. Van deze 3 kinderen is een door de ouders getekend toestemmingsformulier op locatie aanwezig. De beroepskrachten en de directeur kunnen motiveren waarom deze kinderen in de tweede basisgroep worden geplaatst en waar er bij plaatsing naar gekeken is. De kinderen zijn alle drie geplaatst in de groep die qua leeftijd volgt op de eigen basisgroep. Omdat de uitvoering van kinderen plaatsen in een tweede basisgroep op het moment van inspectie in orde is, is deze voorwaarde positief beoordeeld. Om in de toekomst misverstanden te voorkomen gaat de directeur het toestemmingsformulier aanpassen. Tijdens de volgende inspectie wordt de voorwaarde :"opvang in een tweede basisgroep" opnieuw beoordeeld. Conclusie De toezichthouder stelt vast dat alle getoetste voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De directeur heeft aangegeven het format van de toestemmingsformulieren aan te passen.
7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie worden er voldoende beroepskrachten ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de beroepskracht-kindratio voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (binnenkomst- eten en drinken - buiten spelen - activiteit) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster toestemmingsformulieren plaatsing tweede basisgroep.
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Koolhoven : http://www.kinderstadtilburg.nl : 170
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
KC Koolhoven B.V. Piushaven 6 5017AN Tilburg 62841785
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Tilburg : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
03-09-2015 09-09-2015 17-09-2015 18-09-2015 18-09-2015 18-09-2015
: 09-10-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze inspectierapport bso Koolhoven De inspecteur heeft een opmerking gemaakt over hoe wij de “Toestemmingsverklaring opvang in een tweede groep” gebruiken. Zij heeft aangegeven dat wij in onze “Toestemmingsverklaring opvang in een tweede groep” slechts één andere basisgroep mogen benoemen waarin het kind tijdelijk als tweede groep kan worden geplaatst. Echter, ik ben in de veronderstelling dat wij in de toestemmingsverklaring wel meerdere basisgroepen mogen opnemen. Het kind wordt in één van de andere basisgroepen op de eigen verdieping geplaatst als er voor die periode in de vaste basisgroep geen plaats is. We zullen dit concreet in de toestemmingsverklaring vermelden. Naar onze ervaring is het voor ouders prettig om te weten dat we activiteiten in het kader van ons opendeuren beleid op alle basisgroepen organiseren, maar in eerste instantie op de eigen verdieping. De “Toestemmingsverklaring opvang in tweede groep” gebruiken we dan ook meteen met het doel om voor ouders ons opendeuren beleid vast te leggen. De kinderen zijn op deze manier bekend en vertrouwd met de basisgroepen op hun eigen verdieping. Rest mij nog hier te vermelden dat ik blij ben met de positieve beoordeling van de pedagogische praktijk, de dagelijkse opvang en begeleiding van de kinderen. Ik ben trots op mijn team! Marieke van der Meulen Directeur Kindercentrum Koolhoven BV
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 03-09-2015 BSO Koolhoven te Tilburg