HERZIEN n.a.v. amendement A1, vergadering PS van 15 november 2006
2006-250
Innovatief ondernemerschap Drenthe
Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Bestuur, Financiën en Economie op 8 november 2006 - provinciale staten op 15 november 2006 - fatale beslisdatum: n.v.t.
Voorgestelde status: A-stuk
Behandeld door mevrouw N.J. van Ameyde, telefoonnummer (0592) 36 53 39, e-mail:
[email protected], en mevrouw J. Warners, telefoonnummer (0592) 36 54 05, e-mail:
[email protected] Portefeuillehouder: de heer H. Weggemans
aan provinciale staten van Drenthe
2006-250-1
Inleiding Aanleiding Het bevorderen van ondernemerschap is een van de speerpunten van het provinciale beleid. Ook in het noordelijke, landelijke en Europese beleid is het versterken van het innoverend ondernemerschap een belangrijk item. Een innoverend bedrijfsleven is van groot belang voor het handhaven en verstevigen van de concurrentiepositie. Starters zijn hierbij heel belangrijk! In de afgelopen periode hebben wij een inventarisatie van het huidige beleid en projecten van de diverse bestuurslagen verricht. Ook zijn er gesprekken gevoerd met het veld over de ervaringen omtrent innovatief ondernemerschap. Op basis hiervan hebben wij geconstateerd dat er volop kansen zijn om het innovatief ondernemerschap ook in Drenthe een extra impuls te geven. Wij leggen u dan ook de notitie Innovatief ondernemerschap Drenthe voor. Hiermee komen wij ook tegemoet aan uw wens om een voorstel voor continuering van het beleid met betrekking tot ondernemerschap/innovatie met de benodigde middelen te willen behandelen. Deze wens hebt u aangegeven in het kader van het beëindigen van de overeenkomst tussen de provincie Drenthe en Syntens per 1 januari 2006. Notitie Innovatief ondernemerschap Drenthe Ondernemerschap is van belang voor de transitie naar innovatie en een kenniseconomie. Het hebben van een cultuur in Drenthe, waar onder andere startende innovatieve ondernemers zich kunnen ontplooien, is dan heel belangrijk! Juist in een ijle economie als Drenthe! Het is van belang het innovatief ondernemerschap te blijven stimuleren. Het gaat niet vanzelf. Voor de provincie zien wij een belangrijke rol weggelegd om te faciliteren in het inspireren. Het Activiteitenplan 2006-2007 bevat daarom een tweetal activiteiten die met elkaar samenhangen: het uitvoeren van een tender Innovatief ondernemerschap en het instellen van een promotor Innovatief ondernemerschap bij de Kamer van Koophandel (KvK). Met deze activiteiten wordt een versterking van de werkgelegenheid, de innovatie en het ondernemerschap beoogd. Het noordelijke beleid richt zich op enkele pieken en speerpunten. Wij zien voor wat betreft het innovatief ondernemerschap meer mogelijkheden en kansen die gestimuleerd en benut kunnen worden. Wij stellen voor om de tender te richten op het potentieel stuwende midden- en kleinbedrijf (MKB) tot twintig arbeidsplaatsen. Voor de tender is een aparte subsidieregeling opgesteld met subsidiecriteria. Het uitschrijven van een tender is een uitermate geschikt middel om de creativiteit aan de markt over te laten. Juist bij dit onderwerp is dat van groot belang. Uit de gesprekken is wel gebleken dat het moeilijk is om projecten van de grond te krijgen. Het aanjagen, inspireren, promoten en losweken van projecten is belangrijk. Dit is een rol die de KvK goed kan uitvoeren. Tevens kan de KvK enkele onderzoeken uitvoeren (naar startershuizen, virtueel loket en imagocampagne) die van belang zijn voor een goede omgeving voor innovatief ondernemerschap. Een in te stellen externe provinciale beoordelingscommissie geeft advies aan ons college over de ingediende projecten. Op basis van dit advies verlenen wij subsidie. De externe beoordelingscommissie bestaat uit maximaal vier deskundige personen op het gebied van innovatief ondernemerschap. Zij zijn onafhankelijk en hebben geen relatie met Drenthe. De netwerken van KvK en Syntens worden hiervoor aangeboord. De notitie en het bijbehorend Actieplan 2006-2007 Innovatief ondernemerschap Drenthe zijn bedoeld als verkenning van enkele mogelijkheden en het opdoen van inspiratie voor de concrete invulling van het toekomstige economische Drentse beleid vanaf 2007. Ook verwachten wij dat de resultaten gebruikt kunnen worden ter inspiratie voor Drentse accenten bij de concretisering van de noordelijke Strategische agenda.
2006-250-2
Door het aflopen van de Kompas-periode (eind 2006) zijn de financiële Kompas-middelen niet meer beschikbaar. Door het wegvallen hiervan worden de financiële mogelijkheden voor de provinciale stimulerende rol met betrekking tot het regionale arbeidsmarkt- - en innovatie/ondernemerschapsbeleid beperkt. De noodzaak voor het hebben van cofinancieringsmiddelen is duidelijk geworden in de afgelopen periode. De in de begroting gereserveerde middelen voor Syntens inzetten voor het versterken van het innovatieve vermogen en het ondernemerschap in Drenthe is in lijn met het oorspronkelijke doel.
Advies 1. 2. 3.
4.
De notitie Innovatief ondernemerschap Drenthe inclusief actieplan vaststellen. De Subsidieregeling tender Innovatief ondernemerschap Drenthe 2006-2007 vaststellen. Voor de uitvoering van het actieplan € 675.000,-- beschikbaar stellen uit het Economisch Structuurfonds (ESF) en de uitvoering in handen stellen van de portefeuillehouder economische zaken. De structurele middelen die opgenomen zijn in de begroting voor Syntens, op het gebied van innovatie/ondernemerschap voor 2006 en volgende jaren, overhevelen naar het ESF.
Meetbaar/Beoogd beleidseffect -
Versterking innovatiekracht van het Drentse bedrijfsleven. Stimulering relatie onderwijs-bedrijfsleven. Stimulering ondernemerschap. Realisering van minimaal 15 succesvolle projecten. Realisering van minimaal 20 extra arbeidsplaatsen na 2 jaar. Rapportage van de Kamer van Koophandel over de tender (gericht evaluatieonderzoek, waarin ook naar voren komt dat het procesgeld benut is voor het wegnemen van belemmeringen). De tender te koppelen aan de van toepassing zijnde voorschriften uit de Algemene subsidieverordening.
Argumenten 1.1. Innovatief ondernemerschap heeft een stimulans nodig. Door een tender wordt de creativiteit aan de markt overgelaten. Juist bij het onderwerp innovatief ondernemerschap is dat van groot belang. Actief benaderen van ondernemers door een promotor werkt stimulerend. De promotor is ook uitermate geschikt om diverse pilots te verkennen. Door de promotor in te bedden bij de KvK (additionele werkzaamheden) wordt gebruiktgemaakt van de daar aanwezige kennis. 2.1. Voor het beoordelen van de projecten is een goede, juridisch waterdichte subsidieregeling noodzakelijk. 3.1. Een tender kan alleen slagen als er een substantieel bedrag beschikbaar is. Uitgaande van een provinciale bijdrage van € 50.000,-- per project kunnen circa twaalf bedrijven/ projecten gerealiseerd worden (totaal € 600.000,--). Voor de provinciale proceskosten (onder andere communicatie) en de promotor wordt € 75.000,-begroot.
2006-250-3
Voor de vlotte afhandeling van de tender binnen het strakke tijdschema is het noodzakelijk de uitvoeringszaken op het niveau van de portefeuillehouder af te doen. 4.1. De middelen worden ingezet in lijn van het oorspronkelijke doel Innovatie/ondernemerschap. Ondernemerschap is onlosmakelijk verbonden met het realiseren van transitie naar kenniseconomie. ESF is het geëigende financieringsinstrument bij het inzetten van cofinancieringsmiddelen voor programma’s en projecten met betrekking tot innovatie/ondernemerschap, mede in het kader van de Strategische agenda en het eigen provinciale beleid.
Uitvoering Tijdsplanning Na besluitvorming in uw staten op 15 november 2006 kan de tender van start gaan door middel van een kick off op 13 december 2006. Financiën Totale kosten Inkomsten van derden Lasten voor de provincie
2006-2007 € 1.275.000,-€ 600.000,-€ 675.000,-- ESF
2008 en volgende jaren € 209.200,-- + p.m. p.m. € 209.200,-- (reeds structureel geraamd in begroting)
N.B. Geen extra lasten voor de provincie omdat deze bedragen reeds in de begroting zijn opgenomen! Monitoring en evaluatie De tenderprojecten worden regelmatig (circa een keer per kwartaal) gemonitord. De projecten worden na afloop eveneens geëvalueerd ten behoeve van toekomstige nieuwe programma’s/projecten. Extern betrokkenen Kamer van Koophandel, MKB-Noord, VNO-NCW, Syntens, NOM, Hogeschool Drenthe, MKBbedrijfsleven, scholen, kennisinstellingen en externe beoordelingscommissie (leden worden nader ingevuld). Communicatie Er wordt een uitgebreid communicatieplan uitgevoerd, ter inspiratie en ter stimulering.
Bijlagen 1.
Tijdschema Tender Innovatief ondernemerschap
Ter inzage in de leeskamer N.v.t.
2006-250-4
Assen, 19 september 2006 Kenmerk: 37/5.4/2006010490
Gedeputeerde staten van Drenthe, A.L. ter Beek, voorzitter J.D. Nauta, secretaris
ga.coll.
Bijlage 1
INDICATIEF TIJDSCHEMA 15 november 2006
Bekendmaken tender (PS-vergadering)
13 december 2006
Lancering tender tijdens kick off- bijeenkomst
1 maart 2007
Sluiting indienen ideeformulier tender
1 april 2007
Sluiting indienen aanvraagformulier
15 mei 2007
Eindbeoordeling en ranking van de ingediende projectvoorstellen door provinciale beoordelingscommissie
1 juni 2007
Vaststelling door GS welke projecten gehonoreerd worden
1 juni 2007
Start projecten tender
8 juni 2007
Uitreiking/bekendmaking gehonoreerde projecten
1 juni 2008
Uiterlijke afronding projecten tender
Najaar 2008
Evaluatie
ga.coll.
Besluit G-1
2006-250-1
Provinciale staten van Drenthe;
gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Drenthe van 19 september 2006, kenmerk 37/5.4/2006010490;
BESLUITEN:
I.
de notitie Innovatief ondernemerschap Drenthe inclusief actieplan vast te stellen;
II.
de Subsidieregeling tender Innovatief ondernemerschap Drenthe 2006-2007 vast te stellen;
III.
voor de uitvoering van het actieplan € 675.000,-- beschikbaar te stellen uit het Economisch Structuurfonds (ESF) en de uitvoering in handen te stellen van de portefeuillehouder economische zaken;
IV.
de structurele middelen die opgenomen zijn in de begroting voor Syntens, op het gebied van innovatie/ondernemerschap voor 2006 en volgende jaren, over te hevelen naar het ESF.
Assen, 15 november 2006
Provinciale staten voornoemd,
I.M. Rozema, griffier ga.coll
A.L. ter Beek, voorzitter
SUBSIDIEREGELING TENDER INNOVATIEF ONDERNEMERSCHAP DRENTHE 2006-2007
Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. aanvrager: startende individuele (potentieel) stuwende ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB) (nul tot twintig 0 tot 20 arbeidsplaatsen en 0 tot 5 jaar), samenwerkingsverbanden van minimaal 2 (potentieel) stuwende ondernemingen in het MKB (0 tot 20 arbeidsplaatsen), onderwijs- en kennisinstellingen is samenwerking met een (potentieel) stuwende onderneming in het MKB (0 tot 20 arbeidsplaatsen). Uitgezonderd zijn de Kamer van Koophandel, Syntens, MKB-Noord en VNO-NCW; b. Provinciale Beoordelingscommissie: commissie ex artikel 82 van de Provinciewet, die is ingesteld door gedeputeerde staten; c. innovatief ondernemerschap: de mentaliteit en het proces waarbij in een nieuwe of een bestaande organisatie op een voor Drenthe vernieuwende wijze economische activiteit wordt gecreëerd en ontwikkeld door het nemen van risico’s, creativiteit en/of innovatie te combineren met gezond beheer; d. ASV: Algemene subsidieverordening Drenthe 2004.
Algemene bepalingen
Artikel 2. Gedeputeerde staten kunnen, met inachtneming van deze regeling, een incidentele prestatiesubsidie verlenen aan aanvrager in de kosten van activiteiten/projecten die strekken tot de uitvoering van het actieplan Innovatief ondernemerschap Drenthe.
1
De subsidieverlening
Artikel 3. Voor subsidieverlening zoals bedoeld in artikel 2 komen in aanmerking die ten minste voldoen aan de volgende criteria. a. Projecten die gericht zijn op het stimuleren van innovatief ondernemerschap in het MKB (< 20 werknemers). b. Projecten waarvan aanvragers woonachtig dan wel gevestigd zijn in Drenthe of die zich op zeer korte termijn gaan vestigen in Drenthe. c. Projecten die een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid, economische structuur, kwaliteit, dynamiek en leefbaarheid van de provincie Drenthe. d. Projecten die niet passen binnen een van de overige subsidieprogramma’s van de provincie (inclusief het toekomstige programma van de Strategische agendaen LEADER+-programma). e. Innovativiteit: de toepassingsgebieden waarop de projecten betrekking hebben zijn (ver)nieuw(end) voor Drenthe. f. Collegeprogramma: projecten dienen aan te sluiten bij doelstellingen en ambities van het Collegeprogramma 2003-2007 van de provincie Drenthe. g. Werkgelegenheid: de projecten moeten nieuwe werkgelegenheid in Drenthe tot tand brengen. i. Aansluiting bij behoeften van doelgroepen binnen de thema’s: het gaat om uitvoeringsprojecten die rechtstreeks ten goede komen aan en de behoeften vervullen van de doelgroepen. j. Het project dient uitvoeringsgereed te zijn, waarbij de aan het project verbonden uitvoeringsperiode maximaal 1 jaar (of korter indien mogelijk) is.
Artikel 4. 1.
Als subsidiabele kosten worden aangemerkt: a. de projectgebonden investeringen; b. ontwikkelingskosten. Interne loonkosten zijn subsidiabel op basis van kostprijs, inclusief een standaardopslag van 20% voor de kosten van overhead; c. organisatiekosten (projectmanagement, reis- en verblijfkosten) tot een maximum van 10% van de totale subsidiabele kosten; d. voorbereidingskosten, inclusief coachingskosten, tot een maximum van 5% van de totale subsidiabele kosten; e. niet-verrekenbare BTW.
2.
Kosten aangegaan voor de datum van indiening van de subsidieaanvraag zijn van subsidie uitgesloten.
2
Artikel 5. 1.
De minimale eigen bijdrage van de projectaanvrager is 25% van de subsidiabele projectkosten.
2. 3.
De cofinanciering moet toegekend zijn bij de start van het project. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,--.
DE AANVRAGEN
Artikel 6. 1.
De subsidies worden verstrekt in een eenmalige tender. Een aanvraag om subsidie voor de tender dient in aanvulling op artikel 12 van de ASV, voor de in de publicatie gestelde datum bij gedeputeerde staten worden ingediend.
2.
Gedeputeerde staten stellen vast welke bescheiden en gegevens bij een aanvraag om subsidie door de aanvrager moeten worden overgelegd. Bij de aanvraag tot subsidieverlening moet gebruik worden gemaakt van een daartoe bestemd aanvraagformulier.
3.
De Provinciale Beoordelingscommissie beoordeelt de projectvoorstellen op grond van de criteria van artikel 3 en geeft over de prioritering van de aanvragen advies aan gedeputeerde staten.
Artikel 7. Gedeputeerde staten beslissen, in afwijking van artikel 13 van de ASV, binnen 8 weken nadat zij het advies van de Provinciale Beoordelingscommissie hebben ontvangen.
SUBSIDIEPLAFOND
Artikel 8. Het budget voor de programmatender bedraagt € 625.000,-- inclusief de proceskosten van de tender.
3
PRIORITEITSSTELLING Artikel 9. Indien het beschikbare budget wordt overvraagd, worden de projecten onderling vergeleken. Voorrang wordt gegeven aan projectvoorstellen die hoger scoren op volgorde van de volgende prioriteitsstelling. Score op subsidiecriteria: de mate waarin de projecten scoren op de in deze subsidieregeling opgenomen criteria. Projecten voor/uit de sectoren Toerisme en Onderwijs hebben een hogere prioriteit. Value for money: de mate waarin de projecten een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid in Drenthe gemeten in € per gecreëerde arbeidsplaats (richtlijn € 15.000,-- per structurele arbeidsplaats).
SLOTBEPALING
Artikel 10. Deze regeling treedt met ingang van 6 weken na de dag waarop zij is bekendgemaakt in werking, werkt terug tot 15 november 2006 en vervalt met ingang van 1 oktober 2007.
Artikel 11. Aanvragen waarvoor subsidie is verleend, worden na de vervaldatum van deze verordening afgehandeld op grond van de ingetrokken verordening.
Artikel 12. 1.
In bijzondere gevallen kunnen gedeputeerde staten afwijken van deze regeling.
2.
Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling tender innovatief ondernemerschap Drenthe.
ga.coll. *S:\DRI Concepten\Regl.+Verord. (nieuw)\2006-Innov.ondernemer.doc
4
Innovatief ondernemerschap Drenthe
1
PROVINCIE DRENTHE
INNOVATIEF ONDERNEMERSCHAP DRENTHE
2
september 2006
3
INHOUD
1.
INLEIDING
5
2.
WAT IS INNOVATIEF ONDERNEMERSCHAP?
7
3.
WAT GEBEURT ER OP HET GEBIED VAN INNOVATIEF ONDERNEMERSCHAP?
9
4.
CIJFERS
11
5.
DOELSTELLINGEN EN UITGANGSPUNTEN
15
6.
WELKE KANSEN ZIEN WE?
17
7.
WAT GAAN WIJ ALS PROVINCIE DOEN? ACTIEPLAN 2006-2007
19
BIJLAGEN
21
1.
Europees beleid ondernemerschap
22
2.
Nederlandse actielijnen uit het ez-ondernemerschap (in actie voor ondernemers)
25
3.
Soorten innovatie
27
4.
Inventarisatie projecten en initiatieven op het gebied van innovatief ondernemerschap
28
4
5
1.
INLEIDING
Het stimuleren van ondernemerschap behoort tot de prioriteiten van de provincie Drenthe. Dit is in ons Collegeprogramma, de evaluatie daarvan en in de uitwerking (Provinciale agenda onderwijs en kennisinfrastructuur: OKI) opgenomen. Versterken van het innoverend ondernemerschap is een belangrijke invalshoek in het noordelijk, landelijk en Europees beleid. Innovatie is het middel waarmee de transitie naar een kenniseconomie kan worden gerealiseerd. Zonder innoverend bedrijfsleven komt er niets van de grond. Door de cultuur voor ondernemerschap te verbeteren, wordt de concurrentiepositie van Nederland sterker. Drenthe kan hieraan een goede bijdrage leveren door middel van het stimuleren van innovatief ondernemerschap in Drenthe. Binnen het huidige noordelijke Kompas-programma wordt innovatie op verschillende manieren gestimuleerd. Zoals bekend eindigt het Kompas-programma eind 2006. Bij het nieuwe programma voor Noord-Nederland, de Strategische agenda 2007-2010, is innovatie ook een hele belangrijke pijler. Sleutelbegrippen daarbij zijn het stimuleren van de internationale concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Dit wordt bereikt door de transitie naar een kenniseconomie. Het noordelijk beleid richt zich op enkele pieken en speerpunten. Wij zien voor wat betreft het innovatief ondernemerschap meer mogelijkheden en kansen die gestimuleerd en benut kunnen worden. Voor de provincie zien wij een stimulerende en faciliterende rol daarin. De notitie en het bijbehorende Actieplan 2006-2007 Innovatief ondernemerschap Drenthe is bedoeld als verkenning van enkele mogelijkheden en het opdoen van inspiratie voor de concrete invulling van het toekomstig economisch Drents beleid vanaf 2007. De komende tijd wordt in noordelijk verband gewerkt aan een concrete invulling van de Strategische agenda. De ervaringen van het concrete actieplan kunnen tevens worden gebruikt als Drentse input voor de invulling van de Strategische agenda in SNN-verband. De synergie tussen genoemde notities is gelegen in het benadrukken van het belang van ondernemerschap in relatie tot innovatie en transitie naar een kenniseconomie, alsmede de vitalisering van het platteland. In de bijlagen is een samenvatting van het Europees (bijlage 1) en landelijk beleid (bijlage 2) opgenomen. Aanpak Met diverse vertegenwoordigers uit Drenthe, die nauw betrokken zijn bij innovatief ondernemerschap, is overleg gevoerd. Ook is er een inventarisatie gemaakt van het beleid, zowel op Europees, landelijk als regionaal niveau. Zoveel mogelijk projecten op het gebied van innovatief ondernemerschap zijn in kaart gebracht die van belang zijn voor Drenthe. Doelstellingen en uitgangspunten van het Drentse beleid zijn vervolgens geformuleerd. Op basis van al deze informatie zijn de kansen aangegeven die leiden tot het stimuleren en vergroten van innovatief ondernemerschap in Drenthe.
6
7
2.
WAT IS INNOVATIEF ONDERNEMERSCHAP?
Omschrijving innovatief ondernemerschap Innovatief ondernemerschap is de mentaliteit en het proces waarbij in een nieuwe of een bestaande organisatie op een voor Drenthe vernieuwende wijze economische activiteit wordt gecreëerd en ontwikkeld door het nemen van risico’s, creativiteit en/of innovatie te combineren met gezond beheer. Belang van innovatief ondernemerschap Innovatief ondernemerschap is van groot belang voor de samenleving! Er is een duidelijk positief verband tussen ondernemerschap, werkgelegenheid, productiviteit, innovatie en duurzame groei. Ondernemerschap draagt bij aan het scheppen van werkgelegenheid en aan groei en aan toename van de welvaart. In toenemende mate zijn nieuwe en kleine ondernemingen (minder dan twintig werknemers), veel meer dan grote, de belangrijkste leveranciers van nieuwe arbeidsplaatsen. De Drentse economie bestaat uit veel kleine ondernemingen. Ondernemerschap kan ook bijdragen aan stimulering van de sociale en economische samenhang in regio’s met een ontwikkelingsachterstand, aan de stimulering van de economische activiteit en de werkgelegenheidsschepping of aan de integratie van werklozen en kansarmen in het arbeidsproces. Ondernemerschap is van cruciaal belang voor het concurrentievermogen. Nieuwe ondernemersinitiatieven, waarbij ofwel een nieuwe onderneming wordt gestart of een bestaande wordt geheroriënteerd, zorgen voor een verhoging van de productiviteit. Focus op starters, bestaande ondernemingen en onderwijs- en kennisinstellingen 1. Starters Startende ondernemingen leveren een belangrijke bijdrage aan de duurzame groei van de economie. Zij zijn niet alleen een bron van innovatie, maar jagen ook de concurrentie aan, ook zijn zij de motor voor nieuwe werkgelegenheid. Door starters goed voor te bereiden op het ondernemerschap, kan het uitvalpercentage lager zijn. Overeenkomstig de definitie van de Kamer van Koophandel wordt onder starters verstaan: nieuwe bedrijven van nul tot vijf jaar met nul tot twintig arbeidsplaatsen. 2. Bestaande ondernemingen Het is van belang dat de kwaliteit van het ondernemerschap van het bestaande bedrijfsleven (MKB tot twintig arbeidsplaatsen) goed is en blijft of zelfs nog verbeterd wordt, zodat de concurrentiepositie versterkt wordt. Kortom, ondernemerschap richt zich ook op de continuering na de startfase van een bedrijf. De Drentse economie bestaat voor 95% uit MKB-bedrijven tot twintig arbeidsplaatsen. Daarnaast valt er de komende jaren een groot aantal bedrijfsoverdrachten te verwachten. Goed overgedragen bedrijven hebben een grotere kans te overleven dan startende bedrijven.
8
3. Onderwijs- en kennisinstellingen Gebleken is dat het van groot belang is dat de voorbereiding op het ondernemerschap al vroeg begint. Het van jongs af aan stimuleren van het ondernemerschap bevordert de belangstelling voor het ondernemerschap. Juist een combinatie en samenwerking met ondernemers heeft meerwaarde. Innovatiesoorten Het ondernemerschap staat voorop! En het innovatieve aspect behoort tot de kenmerken van ondernemerschap. De volgende uitingsvormen van innovatie, waarbij vanzelfsprekend ook sprake kan zijn van mengvormen, worden daarbij onderscheiden: a. marktinnovatie b. procesinnovatie c. productinnovatie d. sociale innovatie e. transsectorale innovatie In bijlage 3 zijn de verschillende soorten innovatie verder uitgewerkt.
9
3.
WAT GEBEURT ER OP HET GEBIED VAN INNOVATIEF ONDERNEMERSCHAP?
Landelijke en regionale initiatieven Er zijn behoorlijk veel initiatieven op het gebied van innovatief ondernemerschap. Natuurlijk is het bedrijfsleven zelf, zonder dat wij daar altijd kennis van hebben, bezig met innovatief ondernemerschap. Diverse organisaties zijn vanuit hun (technisch-inhoudelijke) achtergrond zeer nauw betrokken bij het stimuleren van innovatief ondernemerschap. Als overheid hebben wij daar niet direct zicht op. Daarnaast zijn er ook andere (landelijke) organisaties in Drenthe actief op het gebied van ondernemerschap waaronder: Kamer van Koophandel, MKB VNO/NCW, Regionale Opleidingen Centra (ROC), Syntens, Kenniscentra, Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM), Drentse Participatie Maatschappij (DPM). Enkele organisaties hebben door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) gefinancierde instrumenten beschikbaar voor uitvoering van het regionale EZbeleid (zie bijlage 2). De verschillende overheden zijn ook vanuit allerlei gebieden actief. Diverse ministeries, SNNKompas, financieren allerlei projecten op het gebied van innovatief ondernemerschap. Voor verdere informatie verwijzen wij naar de respectievelijke websites van deze organisaties. Leuk om te melden is de website www.bizz.nl/innovatietop100. Hierop is de top van innovaties te zien. Op landelijke schaal worden eveneens diverse initiatieven ontplooid die ook voor Drenthe van toepassing (kunnen) zijn. Hierbij valt te denken aan het bedrijvenloket, de uitvoering van de BBZ-regeling, Leren ondernemen in het onderwijs en het landbouwinitiatief geïnitieerd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Inventarisatie projecten in Drenthe Zonder uitputtend te willen en te kunnen zijn is in bijlage 4 nadere informatie van projecten op Drentse en noordelijke schaal opgenomen. Binnen de provinciale beleidsvelden wordt er in verschillende mate beleid gevoerd op het gebied van innovatief ondernemerschap. De noordelijke Kompas-projecten, waar Drenthe ook bij betrokken is, zijn voornamelijk gericht op kennisoverdracht. Er zijn goede ervaringen met het Ondernemerskompas, een project dat in noordelijk verband door de Kamers van Koophandel wordt uitgevoerd. Zo ook zijn goede ervaringen opgedaan met het project Activerend ondernemerschap, een project gericht op technisch startende ondernemers voornamelijk voor hoger opgeleiden. Vanuit OKI, actielijn zes Ondernemerschap, worden projecten ontwikkeld waarbij kennisinstellingen en bedrijfsleven nauwer samenwerken om daarmee ondernemerschap te laten ontstaan. Een voorbeeld van een goed lopend OKI-project is het ondernemerschapklankbord waarbij startende ondernemers door ervaren "oud" ondernemers begeleid worden in de uitvoering van hun onderneming. Een ander project dat kortgeleden met OKI-middelen vanuit de provincie Drenthe is opgestart is gericht op ondernemerschap van allochtone Drenten. Deze startende ondernemers kunnen, gedurende de opstart van de onderneming, met behulp van het verkrijgen van een minikrediet in levensonderhoud voorzien.
10
Projecten gericht op Stimulering Plattelandsondernemers (STIPO) worden uitgevoerd in de LEADER-gebieden, Oost-Drenthe en het Drents-Friesche LEADER-gebied. Naast een investeringssubsidie voor innovatie binnen de bedrijven wordt in deze projecten onder andere aandacht besteed aan netwerkvorming van ondernemers, coaching en samenwerkingsprojecten van ondernemers.
11
CIJFERS
Starters De bevordering van het ondernemerschap sec komt tot uiting in een hogere starterdynamiek. Uiteraard speelt de economische conjunctuur hierbij een grote rol. In het verleden lag het starterspercentage voor Drenthe op gemiddeld zo’n half procent onder het landelijk gemiddelde. 10,0% Als % totaal aantal bedrijve
4.
9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2000
2001
2002
2003
Drenthe
Nederland
2004
2005
Bron: VVK, Bedrijvendynamiek
Landelijk gezien is er de afgelopen jaren sprake van een daling van het aantal starters. Ook is het oprichtingspercentage gedaald. In 2004 is een verhoging te constateren. Voor Drenthe heeft zelfs vanaf 2003 een verhoging van zowel het starters- als het oprichtingspercentage plaatsgevonden. Cijfers wijzen uit dat het percentage in 2004 0,9% boven het landelijk gemiddelde ligt en in 2005 zelfs 1,2%. De oorzaak van dit hogere starterspercentage in Drenthe dan het landelijk gemiddelde is onduidelijk. In 2005 waren in Drenthe vooral de sectoren dienstverlening, detailhandel en bouw populair bij de startende ondernemers.
12
Faillissementen 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 2002
2003 Drenthe
2004
2005
Nederland
Bron: KvK, Bedrijvendynamiek in Drenthe
Drenthe wijkt af van het landelijke beeld. Het percentage faillissementen is in Drenthe hoger dan landelijk. Het blijkt dat na het dieptepunt van de recessie in 2003 het aantal faillissementen is afgenomen, maar het ligt nog steeds boven het niveau van 2002. In 2005 vonden de meeste faillissementen plaats in de sector dienstverlening (30% ten opzichte van het totaal). Werkgelegenheid De werkgelegenheid is in de afgelopen periode, als gevolg van de recessie, iets gedaald. De achterstand ten opzichte van de rest van Nederland is daarbij niet verder vergroot. De verschillen in werkgelegenheidsgroei tussen de verschillende Drentse deelregio’s en tussen de vier grote gemeenten zijn groot. Terwijl het aantal banen in Emmen, Assen en Hoogeveen is afgenomen, is in Meppel nog sprake van groei. Met name de niet-commerciële dienstverlening in Meppel laat een gunstig werkgelegenheidsverloop zien. In Emmen en Assen is vooral de industriële werkgelegenheid verloren gegaan. Van oudsher was de industrie de grootste werkgever in Drenthe. In 2005 is dit niet langer het geval. De gezondheids- en welzijnszorg is nu met een aandeel van 16,2% in de totale werkgelegenheid de grootste sector. De industrie heeft haar eerste plek mede moeten afstaan doordat het aantal banen in deze sector de laatste jaren fors is afgenomen. Opvallend is dat de groeisector van de laatste jaren, de niet-commerciële dienstverlening (overheid, onderwijs en overige diensten) tevens een krimp vertoont. De groeiperspectieven liggen met name in de zakelijke dienstverlening. De werkloosheid is vanaf 2002 behoorlijk gestegen, maar lijkt inmiddels min of meer gestabiliseerd. De verschillen ten opzichte van de rest van Nederland zijn afgenomen.
13
Gemiddelde jaarlijkse groei werkgelegenheid 2000-2005
Bron: PWR 2005: CBS, landbouwtelling; LISA Banen van twaalf uur of meer per week
14
15
5.
DOELSTELLINGEN EN UITGANGSPUNTEN
Doelstelling De provincie Drenthe wil een bijdrage leveren aan de versterking van de (inter)nationale concurrentiekracht door middel van het stimuleren en vergroten van het innovatief ondernemerschap in Drenthe. Onze uitdaging Welke acties kan de provincie Drenthe ondernemen, aanvullend op al bestaande initiatieven, zodat de concurrentiepositie van het Drents bedrijfsleven versterkt wordt. Hoe kan de provincie Drenthe het innovatief ondernemerschap stimuleren om een hogere starterdynamiek en grotere werkgelegenheid te creëren. Beoogd resultaat Kwantitatief Hogere startersdynamiek, Drentse starterspercentage in 2007 minimaal gelijk aan het landelijk gemiddelde en het aantal starters absoluut 25% hoger dan in 2004 (1.805 starters). Op zich zitten wij op de goede weg gezien het feit dat we in 2005 (2.169 starters) zelfs 1,2% hoger zitten dan het landelijk gemiddelde. Het blijft echter van groot belang om ons in te zetten voor een hoge startersdynamiek. Juist voor zo’n economisch ijle structuur als in Drenthe is het van belang hieraan aandacht te blijven geven. Kwalitatief Een sterke ondernemerskwaliteit van starters en een sterkere innovatiekracht van ondernemers in het MKB die langer dan vijf jaar bestaan. Uitgangspunten Bij de aanpak om de doelstelling te bereiken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Richten op het benutten van kansen, ook bij de sectoren die buiten de maatregelen van het huidige Kompas-programma vallen. Additionele projecten, aanvullend op en /of nieuw ten opzichte van bestaande (Kompas-) projecten. Projecten moeten vernieuwend en haalbaar zijn. Geen cofinanciering van projecten die passen binnen het in ontwikkeling zijnde nieuwe noordelijke programma in het kader van de Strategische agenda dan wel andere provinciale programma’s en subsidieregelingen. Creativiteit overlaten aan marktpartijen (betrokkenheid is groter). De (aankomende) ondernemers uitdagen en stimuleren door gerichte subsidies (tender). De overheid heeft een makelende, schakelende en faciliterende rol; Doelgroep is (potentieel) stuwend MKB tot twintig arbeidsplaatsen. Richten op (potentieel) stuwende startende ondernemers (starters) en bestaande stuwende ondernemers; ook ondernemers tot twintig arbeidsplaatsen die hun bedrijf willen overdragen of sluiten (stoppers); Daarnaast behoren scholen en kennisinstellingen ook tot de doelgroep, in samenwerking met het bedrijfsleven.
16
-
Geslaagde projecten als voorbeeld nemen. Successen communiceren naar buiten toe. Ervaringen gebruiken voor de invulling na 2007 van de Strategische agenda en eigen provinciaal beleid.
Rol van de provincie Een sterke rol van de provincie is de regisseursrol en de faciliterende rol. Juist het stimuleren en inspireren en aanjagen is van belang. Zelf uitdragen van de belangrijkheid van innovatief ondernemerschap voor de economie. Voorwaarden en een cultuur hiervoor creëren. Daarbij hoort ook dat de provincie een goede informatieverschaffer is voor zowel intern als extern. Financiering van bedrijven is geen rol voor de provincie; de provincie is geen bankinstelling. Wel is het bieden van (start)subsidies een goede stimuleringsmogelijkheid. De provincie heeft geen invloed op de (landelijke) regelgeving.
17
6.
WELKE KANSEN ZIEN WE?
Op basis van de inventarisatie en de ervaringen van de projecten en gesprekken met vertegenwoordigers van KvK, NOM, Syntens, VNO/NCW, MKB-Noord , Hogeschool Drenthe etc. zien wij de volgende kansen. Kansen, waar wij als provincie een steentje aan kunnen bijdragen. Algemeen Ideeën van ondernemingen, onderzoeksinstellingen, universiteiten en hogescholen meer benutten en vercommercialiseren. Kruisbestuiving bevorderen. (Aankomende) bedrijven missen een eenduidig overzicht over subsidies in Nederland, welke voorwaarden van toepassing zijn, welke organisatie de subsidie verstrekt etc. Een goed toegankelijk virtueel loket waar alle relevante digitale info te verkrijgen is, vergemakkelijkt de zoektocht van ondernemers. Een startervriendelijke houding creëren zodat de houding ten opzichte van innovatief ondernemerschap positief beïnvloedt kan worden. Een imagocampagne, eventueel noordelijk in samenwerking met EZ- en EZ-gelieerde instanties zoals KvK. Verder is een soort prijs voor de meest innovatieve ondernemer mogelijk. Dit is de afgelopen twee jaar al gebeurd door de Commerciële club in Emmen samen met Syntens. Er zijn goede ervaringen op het gebied van coaching. Door middel van coaching door ervaren ondernemers starters begeleiden. Leren van elkaar: door verschillende soorten ondernemingen bij elkaar te zetten, vanuit totaal verschillende bedrijfstakken, kan kruisbestuiving ontstaan. Dit kan leiden tot nieuwe inzichten bij de deelnemende ondernemers. Gebruikmaken van bestaande structuren, het organiserend vermogen vergroten. Werkgelegenheid Economische structuur in Drenthe is ijl, bestaat uit veel kleine bedrijven. Het blijven stimuleren van de huidige kleine bedrijven is juist voor Drenthe een must. Het woon- en leefklimaat in Drenthe is bij uitstek geschikt voor innovatief ondernemerschap. De sector zorg biedt veel werkgelegenheid in Drenthe. Door onder andere de vergrijzing en vercommercialisering van de zorg zijn er kansen en mogelijkheden voor het ontwikkelen van een sterke zorgeconomie in Drenthe. Starters Een hoge startersdynamiek is van groot belang voor de economische groei, juist omdat er in Drenthe sprake is van een ijle economische structuur. De werkgelegenheid blijft gevoelig. Er hoeven maar een paar grote bedrijven te besluiten hun productie over te hevelen naar Oost-Europa dan wel Azië en er is weer een gat geslagen in de Drentse economie. De kleinere bedrijven zijn van groot belang in Drenthe om de economische motor draaiende te houden. Hoe meer starters er komen, hoe beter. Blijvende aandacht voor de starters is daarom noodzakelijk. Begeleiden van bedrijfsopvolging en dit koppelen aan starters biedt mogelijkheden voor een goede bedrijfsovername. Ondernemers die hun bedrijf willen overdragen hebben tijd nodig dit te realiseren. Denk hierbij onder andere aan bedrijven die aan familie wordt overgedragen. Voor eigenaren van deze ondernemingen geldt veelal dat er sprake is van een emotioneel probleem.
18
-
Starters hebben behoefte aan goedkope kleine units met flexibele huurcontracten. Een provinciale vastgoedbank (digitaal informatiepunt) voor startende ondernemingen en de ontwikkeling van startershuizen/verzamelgebouwen zijn mogelijkheden om het voor starters aantrekkelijker te maken zich te vestigen in Drenthe.
Doorgroeiers Bestaande ondernemers lopen tegen de meest uiteenlopende problemen aan: hoe kom ik aan goed personeel, hoe kan ik gaan exporteren, hoe kom ik aan (risico)kapitaal, hoe betreed ik een nieuwe markt, hoe houd ik de kwaliteit. Innovatie Voorbeeld van innovatief ondernemen is het vermarkten van de techniek op het gebied van de sensortechnologie. Dit is reeds in ontwikkeling. Voor andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de dienstverlening en de metaal, zijn er vele ontplooiingsmogelijkheden. Onderwijs Gebleken is dat het van groot belang is dat de voorbereiding op het ondernemerschap al vroeg begint. Het van jongs af aan stimuleren van het ondernemerschap bevordert de belangstelling voor het ondernemerschap. Het aanmoedigen van ondernemerschap in onderwijs en opleidingen biedt volop mogelijkheden. Ook de houding ten opzichte van ondernemingsinitiatief kan positief bevorderd worden. Het hiaat dat is ontstaan door afschaffing van het middenstandsdiploma kan (op een andere manier) opgevuld worden. Regionale samenwerking tussen universiteiten, technische hogescholen en bedrijfsleven en andere brengt spelers bij elkaar die anders niet samenwerken. Hierdoor kan een meer ondernemingsgezinde mentaliteit in instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek gecreëerd worden. Ook de overdracht van kennis wordt gestimuleerd en het potentieel aan ideeën en ondernemers wordt benut. Dit moet leiden tot meer innovatieve starters en nieuwe arbeidsplaatsen. Toerisme De kwaliteit ondernemerschap in toeristische sector in Drenthe biedt nog vele ontdekkingsmogelijkheden.
19
7.
WAT GAAN WIJ ALS PROVINCIE DOEN? ACTIEPLAN 2006-2007
Actieplan 2006-2007 Budget in € 1. Tender innovatief ondernemerschap a. Toerisme Voornamelijk stimuleren en verder ontwikkelen (bij bestaande toeristische bedrijven) van het kwalitatief innovatief ondernemerschap b. Onderwijs Competenties voor innovatief ondernemerschap vanaf basisschool tot en met hoger onderwijs verder ontwikkelen. c. MKB Stimuleren innovatief ondernemerschap bij alle potentieel stuwende (startende en bestaande) bedrijven in het MKB tot twintig werknemers. Voorbeelden: Zorgeconomie: Marktontwikkeling bij aan de zorg gelieerde bedrijven, additioneel op huidige commerciële ontwikkelingen. Is een groeisector met potenties. Agribusiness: de landbouwsector biedt goede verbredingsmogelijkheden. Transsectorale innovatie: ongebruikelijke en onverwachte combinaties van verschillende sectoren. d. Proceskosten tender Voor de start van de tender is een kick-off bijeenkomst een belangrijk middel om aandacht te trekken. De beoordeling van de projecten wordt aan een externe onafhankelijke beoordelingscommissie uitbesteed. Totaal Tender innovatief ondernemerschap 2. Promotor innovatief ondernemerschap a. Losweken projecten in het kader van de tender. De KvK is hier de meest geëigende instantie voor (additionele werkzaamheden). Tot de sluitingsdatum voor het indienen van projecten houdt de promotor zich hiermee bezig. Hiernaast stellen wij voor volgende onderzoeken uit te voeren. Dit kan ook door de KvK opgezet worden, eventueel in samenwerking met andere partijen: b. onderzoek naar het ontwikkelen van starterhuizen en/of opzetten provinciale vastgoedinformatiepunt c. onderzoek naar het ontwikkelen virtueel loket d. imagocampagne/promotie innovatief ondernemerschap Totaal Promotor innovatief ondernemerschap Totaalbudget innovatief ondernemerschap
300.000,--
300.000,--
25.000,--
625.000,--
25.000,--
25.000,--
50.000,-675.000,--
20
Vanwege de beperkte financiële mogelijkheden wordt er in eerste instantie een tweejarig actieplan voorgesteld. Op basis van deze ervaringen zal worden bezien welke andere acties opgezet worden en of er meer extra middelen nodig zijn. Wij vinden het van belang om juist bij het onderwerp innovatief ondernemerschap de creativiteit aan de markt over te laten. De ervaring heeft geleerd dat het uitschrijven van een tender daar een uitermate geschikt middel voor is. De (aankomende) ondernemers worden uitgedaagd en gestimuleerd door gerichte subsidies. Uitdrukkelijk wordt gezocht naar nieuwe projecten die niet subsidiabel zijn via reeds bestaande (Kompas)-programma’s dan wel provinciale subsidies. Gebleken is dat het van groot belang is dat de voorbereiding op het ondernemerschap al vroeg begint. Wij richten ons dan ook op het van jongs af aan stimuleren van het ondernemerschap. Naast ondernemers zien wij dan ook de onderwijs- en kennisinstellingen ook duidelijk als doelgroep. Vooral in combinatie en in samenwerking met het bedrijfsleven levert dit goede mogelijkheden op om het innovatief ondernemerschap al van jongs af aan te stimuleren. Wij verwachten dat het actief benaderen van ondernemers stimulerend werkt voor het losweken van projecten. Het omzetten van ideeën in projectvoorstellen, die in het kader van de tender kunnen worden ingediend. De KvK is zeer wel in staat om deze rol te vervullen. Tevens zien wij een duidelijke rol weggelegd voor de provincie om procesgeld beschikbaar te stellen voor het verkennen van verschillende pilots. De resultaten hiervan kunnen verder worden gebruikt bij nieuwe programma’s. Het uitschrijven van een Tender innovatief ondernemerschap is gebaseerd op de ervaringen van de ICT-tender, die zeer succesvol is verlopen. De elementen die het mede tot een succes gebracht hebben, zijn onder andere een kick-off, een heldere subsidieregeling, een ideefase, een simpele en makkelijk toegankelijke procedure, in de tijd begrensd, breed publiek interesseren, onafhankelijke externe commissie. Deze elementen worden ook bij de Tender innovatief ondernemerschap toegepast. De Subsidieregeling innovatief ondernemerschap Drenthe is apart bijgevoegd.
21
BIJLAGEN
22
1.
Europees beleid ondernemerschap
De Europese Unie heeft als doel om van de Europese Unie in 2010 de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie ter wereld te maken. Het ondernemerschap vervult daarbij een grote rol. Het Groenboek Ondernemerschap in Europa is het eerste document van de Europese Commissie dat het ondernemerschap in al zijn facetten belicht. Dat gebeurt aan de hand van drie actiegebieden: 1. mensen motiveren om te gaan ondernemen 2. wegnemen van belemmeringen, bieden van ondersteunende kadervoorwaarden voor ontwikkeling en groei van ondernemingen 3. verhogen van de maatschappelijke status van de ondernemer. Het Groenboek Ondernemerschap maakt deel uit van de Lissabon-strategie.
A.
Knelpunten uit het Groenboek ondernemerschap
1.
Vergroten aantal ondernemers Europeanen zien administratieve barrières als een grote belemmering om een bedrijf op te starten. Oplossing is één aanspreekpunt voor de oprichting van een onderneming en vereenvoudiging van procedures. Startende ondernemingen ondervinden moeilijkheden om het nodige zaai- en startkapitaal te vinden. Nieuwe ondernemers hebben het moeilijk om bankleningen en werkkapitaal te verkrijgen of risicokapitaal te vinden. De aan ondernemerschap verbonden risico’s worden niet voldoende gecompenseerd door het vooruitzicht van een beloning. Onderwijs en opleidingen dragen in onvoldoende mate bij tot het aanmoedigen van ondernemerschap. Vrouwen en etnische minderheden zijn ondervertegenwoordigd.
2.
Stimuleren groei Bureaucratie (administratieve lasten) is een last voor de exploitatie van een bedrijf, met name voor bedrijven die binnen de interne (Europese) markt willen opereren en groeien. Structuur van belastingstelsels, inkomsten- en vennootschapsbelasting, belasting op arbeid en BTW beïnvloedt het vermogen van ondernemingen om uit te breiden. Complexiteit van de belastingstelsels is op zich al een administratieve lat voor ondernemers. Fiscale behandeling van bedrijfsoverdrachten is van bijzonder belang voor familiebedrijven. Pensionering en opvolging kunnen worden belemmerd door inadequate of complexe belastingregelingen. Knelpunten op de arbeidsmarkt hebben betrekking op de kloof tussen vraag en aanbod van competenties van werknemers, maar ook de kloof tussen vraag en aanbod personeel.
23
-
-
-
-
Veel kleine en middelgrote ondernemingen ondervinden moeilijkheden bij de toegang tot financiering, die absoluut noodzakelijk is voor groei. De risicokapitaalmarkt is onderontwikkeld en banken vermijden steeds vaker riskante leningen. Via de NOM is hiervoor onder andere een oplossing: Venture Capital Fund. Ondernemers kunnen meer aangemoedigd worden om te innoveren en te internationaliseren. - Menselijk kapitaal is belangrijk. Participatie van werknemers in bedrijven bevorderen. Door bevordering van regionale netwerken of clusters kunnen ondernemers ervaringen uitwisselen en toegang krijgen tot kennis, partners en advies. Bedrijfsondersteunende diensten door de overheid aangeboden. Actualiseren en ontwikkelen van managementvaardigheden door middel van bijvoorbeeld opleiding op afstand vaar managers, mentorregelingen. Intrapeneurship: commercialiseren ideeën van grote ondernemingen, onderzoeksinstellingen, universiteiten en hogescholen door (ex-) werknemers. In Duitsland is het EXIST-Programm: regionale samenwerking tussen universiteiten, technische hogescholen, bedrijfsleven en andere wordt bevorderd. Het brengt spelers bij elkaar die anders niet zouden hebben samengewerkt, om een meer ondernemingsgezinde mentaliteit in instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek te creëren, de overdracht van kennis te stimuleren en het potentieel aan ideeën en ondernemers te benutten. Dit moet leiden tot meer innovatieve starters en nieuwe arbeidsplaatsen.
3.
Ondernemende samenleving De houding ten opzichte van het ondernemingsinitiatief en mislukking is niet voldoende positief. Presenteren van succesverhalen! Prijzen instellen (voor jonge ondernemers, succesvolle ondernemingen die door vrouwen wordt geleid, innovatieve bedrijfsprojecten). Bij leraren een positieve houding ten aanzien van ondernemerschap bevorderen. Campagnes, open dagen van ondernemingen.
B.
Het Groenboek onderscheidt een aantal actiegebieden die van invloed zijn op de ontwikkeling van ondernemerschap.
1.
Vergroten aantal ondernemers Opheffen administratieve en financiële toegangsbarrières. Verbeteren van het evenwicht tussen risico en beloning voor ondernemers. Stimuleren van bekwaamheden en vaardigheden. Ondernemerschap toegankelijk maken voor iedereen in de samenleving.
2.
Stimuleren groei Verbeteren regelgeving. Adequate belastingheffing. Verbeteren toegang tot geschoolde arbeid. Verbeteren toegang tot financiering. Ondersteunen van ondernemers bij exploiteren van kennis en het benutten van internationale kansen. Verbeteren intrapeneurship en corporate venturing.
24
3.
Een ondernemende samenleving Verbeteren houding ten opzichte van ondernemerschap. Benadrukken rol ondernemerschap bij verwezenlijking van sociale doelstellingen.
25
2.
Nederlandse actielijnen uit het EZ-ondernemerschap (in actie voor ondernemers)
De Nederlandse uitwerking van het Europese Groenboek Ondernemerschap is uiteengezet in "ondernemerschap van EZ". Inzet van het kabinet is ervoor te zorgen dat de cultuur voor ondernemerschap verbetert, zodat de concurrentiepositie van Nederland sterker wordt. Verder zijn er door de Nederlandse overheid ook vanuit andere dan economische invalshoeken projecten op het gebied van (innovatief) ondernemerschap gestart.
A.
Knelpunten uit In actie voor ondernemers zijn gebaseerd op knelpuntenonderzoek van het EIM
Knelpunten starters Ondernemende cultuur in Nederland blijft achter. In 2002 heeft 31% van de Nederlandse beroepsbevolking serieus gedacht over het starten van een bedrijf, daadwerkelijk een onderneming gestart of een bedrijf overgenomen. Dit percentage is lager dan de meeste Europese landen. Europees onderzoek heeft uitgewezen dat 30% van de Nederlandse bevolking voorkeur had voor zelfstandig ondernemerschap en is daarmee hekkensluiter in Europa. Het EUgemiddelde ligt op 45%. Bewustwording bij scholieren en studenten kan nog verder worden vergroot. Er is een Commissie Ondernemerschap en Onderwijs opgericht in 2000-2002. Belangrijkste doel was scholieren en studenten al op jonge leeftijd te inspireren om zelfstandig ondernemers te worden. Er is € 8 miljoen subsidie verstrekt voor de ontwikkeling van 130 projecten (www.lerenondernemen.nl). De beste projecten worden gereed gemaakt voor verspreiding binnen het onderwijs zodat zij kunnen worden ingebed in het middelbaar en hoger onderwijs. Verspreiding van best-practices wordt gestimuleerd, zoals miniondernemingen.
B.
Actielijnen ondernemerschap
1.
Actieplan start Ondernemende cultuur: meer aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs vergemakkelijken van het krijgen van startkapitaal vergemakkelijken van het aanvragen van subsidies vergemakkelijken van het starten vanuit uitkeringsinstanties meer aandacht voor ondernemerschap bij specifieke groepen ondernemers eenduidig gebruik van het ondernemersbegrip Betere uitgangspunten voor starters: voorlichting en advies voor starters Heldere regels, betere publieke dienstverlening
26
2.
Actieplan Groei Creëren van beter en veiliger ondernemingsklimaat: vergroten van de kwaliteit van het personeel Heldere regels, betere publieke dienstverlening: meer aandacht voor knelpunten rond het arbeidsrecht stimuleren van internationaal ondernemerschap tegengaan van grote hoeveelheid en tegenstrijdigheid regels meer aandacht voor voorlichting over diverse aspecten van het ondernemerschap aan ondernemers in deze bedrijfsfasen
3.
Actieplan Bedrijfsoverdracht en Bedrijfsbeëindiging Vergemakkelijken bedrijfsoverdracht: vergroten van bewustwording van een tijdige overdracht aandacht voor fiscale aspecten bij bedrijfsoverdracht Verbeteren van procedures voor schuldverlening Wegnemen van knelpunten voor familiebedrijven: meer aandacht voor specifieke knelpunten bij familiebedrijven
27
3.
Soorten innovatie
Innovatievormen Wij onderscheiden verschillende uitingsvormen van innovatie, waarbij vanzelfsprekend ook sprake kan zijn van mengvormen: a. marktinnovatie; b. procesinnovatie c. productinnovatie d. sociale innovatie e. transsectorale innovatie Ad a. Marktinnovatie Verandering van klantgroepen en/of partijen waarmee een bedrijf handelt en de manier waarop zij dit doet. Dit kan door een verandering van de positie in de bedrijfsketen van het bedrijf of een andere manier van interactie met de klant (of leverancier). Dit wordt ook wel wijziging in het businessmodel genoemd. Bij marktinnovatie gaat het er om een product op de juiste manier op de markt te brengen. Hierbij is het van groot belang dat wordt ingespeeld op behoeften van afnemers. Het product moet deel uitmaken van de kernactiviteiten van een organisatie en het ontwikkelde product beter moet zijn dan het huidige aanbod dat tot dusver op de markt is gebracht. Ad b. Procesinnovatie Bedrijfsprocessen behoren tot de kern van een bedrijf. Bij procesinnovatie ligt de nadruk op het productieproces waarbij het gaat om het proces om producten te vervaardigen. Ad c. Productinnovatie Productinnovatie richt zich op nieuwe producten. Dit kan doordat de ondernemer een gat in de markt constateert en een volledig nieuw product ontwikkeld, maar ook kan de ondernemer zich richten op vernieuwing van een bestaand product om vraag te creëren. Ad d. Sociale innovatie Sociale innovatie is de vernieuwing van de arbeidsorganisatie en het maximaal benutten van competenties, gericht op het verbeteren van de bedrijfsprestaties en ontplooiing van talent van het menselijk kapitaal. Ad e. Transsectorale innovatie Transsectorale innovaties zijn innovaties die worden ontwikkeld door een ongebruikelijke combinatie van partijen uit verschillende sectoren. Het zijn radicale innovaties die hun inspiratie vaak vinden in het toepassen van technologieën/oplossingen uit andere sectoren. Zij hebben een baanbrekend effect en leiden tot bovengemiddelde productiviteitsstijgingen.
28
4.
Inventarisatie projecten en initiatieven op het gebied van innovatief ondernemerschap
A.
Provinciale Drentse projecten (al dan niet vanuit Kompas of anderszins gefinancierd)
1. Innovatieve Acties Drenthe (IAP) Met het innovatieve actieprogramma in Drenthe neemt de provincie Drenthe een voorschot op de transitie van de huidige traditioneel georiënteerde industriële productregio naar een op kennis gebaseerde innovatieregio. Het programma versterkt de positie van het Drentse MKB op gebieden als technologische innovatie en productrealisatie. In dit project wordt specifieke kennis en technologie van Astron rond SKA-technologie uitgenut ten behoeve van het Drentse MKB. Het project richt zich op Wireless ICT, Radiofrequentie Identificatie, Sensortechnologie en Electronic Multibeam Radio Astronomy Concept. Astron zal een paraplufunctie uitoefenen in de totstandkoming van deze projecten. Het IAP biedt geen kansen voor onze tender. Dit omdat het budget vrijwel volledig wordt ingezet voor innovatieve acties van Astron. Op dit moment loopt er een offerteprocedure voor de inzet van een hoogwaardig technisch bedrijf die een plan zal formuleren voor de verdere ontwikkeling van dit Kompas-project. 2. OKI Vanuit actielijn 6, Ondernemerschap, richt OKI zich op het ontwikkelen van projecten waarbij kennisinstellingen en bedrijfsleven nauwer samenwerken om daarmee ondernemerschap te laten ontstaan. Interactie tussen deze twee partijen is van groot belang met betrekking tot innovatie en kennisontwikkeling. De economische structuur kan dan worden versterkt hetgeen zich vertaald in werkgelegenheidseffecten. Een voorbeeld van een dergelijk OKI-project is het ondernemersklankbord waarbij startende ondernemers door ervaren "oud" ondernemers begeleid worden in de uitvoering van hun onderneming, maar ook begeleiding kunnen krijgen daar waar er bijna sprake is van een faillissement. Voor deze organisaties kan begeleiding gericht zijn op het voorkomen hiervan en de onderneming op andere wijze levensvatbaar te maken. (Opzet meester-gezel). OKI kan ingezet worden in de uitvoering van de tender. Sowieso kan het budget vanuit OKI, actielijn 6, als alternatief dienen daar waar de tender niet in voorziet. 3. Toerisme Binnen deze sector is een Kompas-project vanaf 1 januari 2004 opgestart. Een project gericht op versterking van ondernemerschap in de toeristisch recreatieve sector en gefinancierd vanuit de Kompas-maatregel M.2.1.b, Stimulering investeringen in de toeristische sector. Bij dit project wordt in nauwe samenwerking tussen brancheorganisaties en ondernemers gewerkt aan het versterken van deze sector in het noorden van het land. Dit project is op initiatief vanuit MKB Noord opgestart en wordt in samenwerking met ITEM, een organisatieadviesbureau van de Hanzehogeschool Groningen vormgegeven. Ondernemers uit deze sector kunnen deelnemen aan een pr-/marketingtraject, aan een intake die wordt afgenomen door het Instituut Nederlandse Kwaliteit en om deel te nemen aan een 3 tal workshops gericht op verbeteringen van de organisatie.
29
Het project is met name gericht op bestaande ondernemingen in deze branche. Tot dusver blijven resultaten achter op gestelde doelen. Inmiddels zijn taakstellingen in overleg met de SNN bijgesteld en is het project verlengd tot en met het einde van 2006. 4. Bedrijfshuisvesting in bijzondere cultuurhistorisch waardevolle objecten Doel van dit project is behoud en versterking van de bedrijvigheid en werkgelegenheid in de plattelandsregio's van de doelstelling 2 en uitfaseringsgebieden in Noord-Nederland. Er wordt gestreefd om startende en doorstartende MKB-ondernemers, bedrijfsverplaatsers en specifieke ondernemersdoelgroepen betaalbare risicoarme bedrijfsruimte te bieden, waardoor de slaagkansen voor ondernemingen worden vergroot. Kan mogelijkheden bieden daar waar fysieke ruimte direct voorhanden is en benut kan worden voor het creëren van starterhuizen bijvoorbeeld op het gebied van creatieve economie. 5.
Cultuur
1. Creatieve industrie Er zijn drie vormen van bedrijvigheid te onderscheiden, te weten: kunsten media entertainment en creatieve zakelijke diensten Syntens geeft in haar rapport Antennewijzer 2004 weer dat de kunstensector veel sterker kan bijdragen in de ontwikkeling van innovaties van het bedrijfsleven. Kansen kunnen worden benut doordat de kunstenaar als inspirator en bron benut kan worden door het reguliere bedrijfsleven gericht op de eerste fase van een innovatieproces. Creatieve bedrijven worden verondersteld een centrale rol te spelen in het mogelijk maken van innovaties in het bedrijfsleven in brede zin. In de dagelijkse praktijk blijkt dat de kunstensector en de rest van het bedrijfsleven nauwelijks tot geen gebruikmaakt van elkaars deskundigheden. De kunstensector typeert zich door vele zelfstandigen zonder personeel. Ook kenmerkt deze sector zich door een groot aantal toetreders daar velen zich aangetrokken voelen. De Amerikaan Richard Florida, economisch geograaf, geeft in zijn rapport "The rise of the creative class", basic books, New York, aan dat meer werkgelegenheid in creatieve beroepen leidt tot meer economische groei. Het vestigingsklimaat, innovatie en consumptie zijn hierop van invloed. Daar waar creatieve bedrijven aanwezig zijn, wonen meer personen met een creatief beroep en daar vestigen zich bij voorkeur hightech bedrijven en ook nieuwe, startende ondernemingen. Creatieve ondernemers hebben een stuwend effect en dragen bij in het consumptie-effect. Relatief wordt door deze sector veel geld uitgegeven aan bestedingen in horeca, kunst en cultuur. Dit heeft vervolgens weer een toegevoegde waarde voor de creatieve industrie. Creatief talent is de nieuwe grondstof voor dynamiek en vooruitgang en ontwikkelt zich als de snelst groeiende sector in Nederland. (Cijfers 1960, 5% van de bevolking, inmiddels 48,6% van de bevolking in de creatieve industrie werkzaam). Vanuit het rijksprogramma wordt de creatieve exportpositie versterkt en zal vanuit het kunstvakonderwijs structureel aandacht worden besteed aan cultureel ondernemerschap. Veel kunstenaars blijken onvoldoende competenties gedurende hun opleiding op het gebied van cultureel ondernemerschap te hebben ontwikkeld, waardoor veel startende ondernemers in deze sector onvoldoende duurzame organisaties kunnen handhaven.
30
2.
In het najaar van 2006 wordt een werkconferentie cultuur en economie met als thema "Creatief ondernemerschap, kansen en mogelijkheden in Drenthe" georganiseerd Het belang van creatief ondernemerschap voor stedelijke ontwikkeling en voor het vestigingsklimaat zal als thema op deze dag aan bod komen. Kansen voor creatief ondernemerschap in Drenthe worden onderzocht. Vragen zoals kunnen wij in Drenthe broedplaatsen waar innovatie, ontwikkeling, creativiteit en productie organiseren en ervoor zorgdragen dat zij elkaar positief kunnen beïnvloeden komen hierbij aan bod. 3. Onderwijs Uit contacten door Productgroep Cultuur en Welzijn met het onderwijsveld in Drenthe is gebleken dat er op dit moment weinig gebeurt binnen deze sector daar waar het gaat om innovatief ondernemerschap. Een suggestie die vanuit dit werkveld wordt gedaan is te gaan experimenteren met ondernemerschap vanaf het basisonderwijs tot en met het hogere onderwijs.
B.
Noordelijke Kompas-projecten
1. Ondernemerskompas Het doel van dit project is het vergroten van zowel het aantal (door)starters als de slaagkans van (door)starters in het bedrijfsleven in Noord-Nederland. In dit project zullen activiteiten gericht op het organiseren van beurzen en bijeenkomsten, (door)starters worden één op één geadviseerd en begeleid door mentoren. Het project is vanwege succes verlengd tot en met 31 december 2006. Tot dusver zijn behaalde resultaten positief en voorziet hiermee in de behoefte van starters. Onduidelijk is op dit moment hoe een en ander door de KvK na 31 december 2006 in de dagelijkse praktijk verder gestalte gaat krijgen. Daarnaast is geen ervaring opgedaan vanuit deze aanpak met ondernemers die vallen buiten de sectoren waar het Kompasprogramma 2000-2006 niet in voorziet. Ook is niet duidelijk hoe samenwerkingen die gedurende de projectperiode gestalte hebben gekregen worden gecontinueerd. Samenwerkingen zijn onder meer met Action, Hanze business support, Drenthe College en andere. 2. Action C (Activerend Ondernemerschap C) Doel van het project is te komen tot innovatieve bedrijfsontwikkeling vanuit de Hogeschool Drenthe en het Drenthe College en het op basis daarvan scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid. Dit project is verlengd tot en met december 2006. Het project zou uitgebreid kunnen worden met toeleiding van werkzoekenden die een uitkering ontvangen van sociale diensten. Het project zou niet alleen toegepast moeten worden op technisch startende ondernemingen. Het Drenthe College doet op dit moment, in navolging van de doelgroep hoger opgeleiden, eveneens ervaring op met scholieren op MBO-niveau. 3. KIND (Kennis Intensief Doorgroeiers) Syntens Het project betreft een actief netwerk opzetten voor doorgroeiende ondernemers om de dynamiek en economische structuur van het bedrijfsleven actief te bevorderen. In dit project worden de doorgroeiende ondernemers professioneel ondersteund bij het nemen van beslissingen voor hun actuele praktijkvraagstukken. Dit project heeft een looptijd tot en met december 2006. In uitvoering van dit project valt op dat het Syntens behoorlijk veel inzet kost om het aantal bedrijven te betrekken die aan dit project willen deelnemen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat het voor deelnemende organisaties onvoldoende duidelijk is wat de toegevoegde waarde kan zijn.
31
4.
Het Adviescollege voor de Markt (AMa) faciliteert Noo®dZakelijk, samen met de NOM, via de taskforce Imagoversterking innovatief ondernemersklimaat Noord-Nederland. Bij de totstandkoming van de afleveringen zijn deskundigen uit de marktsector betrokken om het initiatief op een aantal strategische onderdelen te begeleiden. Noo®dzakelijk is mogelijk is gemaakt dankzij de financiering van de AMa, Syntens, de Noordelijke KvK's, de NOM, de gemeenten Leeuwarden, Groningen en Emmen en de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. 5. World Wide Commerce 2 (WWCOM 2) Het project betreft het uitvoeren van een exportprogramma gericht op het bevorderen van de exportgerichtheid van het noordelijk bedrijfsleven. Het project wordt uitgevoerd door de KvK en duurt tot en met december 2006. Vanuit Drenthe zijn er vele ondernemers die mee doen, mee hebben gedaan, voor ondernemend Drenthe voorziet dit in een exportbehoefte, nieuwe markten zijn aangeboord en nieuwe netwerken zijn ontwikkeld. Voor de provincie Drenthe heeft dit indirecte gevolgen voor de werkgelegenheid. 6. Acquisitie Ondersteunend Plan, tweede termijn Doel van dit project is onder andere door middel van netwerkactiviteiten de bekendheid van de economische gebruikswaarden van Noord-Nederland te verhogen en daarmee te komen tot werving van nieuwe en het behouden van bestaande stuwende bedrijvigheid in NoordNederland. Het programma loopt door tot en met het jaar 2006. Indruk is dat dit project prima verloopt, echter wat nu het resultaat voor Drenthe is? 7. M.2.2. Generieke stimulering van vernieuwende activiteiten in het MKB (kennistransfer) Het doel van deze maatregel is om thematisch acties te ontwikkelen met als doel de verhoging van het kennisniveau dat noodzakelijk is bij exporteren, innoveren, kwaliteitszorg etc. Het ministerie van Economische Zaken heeft Syntens aangewezen als organisatie die belast is met de actieve verspreiding van innovatieve kennis. Ook andere organisaties worden in aanvulling op Syntens in het Noorden voor specifieke thema’s ingeschakeld. Te denken aan KvK, NOM, TCN en anderen. Activiteiten die hieronder kunnen vallen zijn bijvoorbeeld: exportbevordering, financiering, toeleveren en uitbesteden, vernieuwen productiemethoden, kwaliteitszorg, certificering, clustering, product en procesontwikkeling, kennis- matching en logistiek. Het gaat hierbij om de algemene omschrijving van de maatregel waar diverse projecten uit gefinancierd zijn. Te denken aan Action C; KIND; Ondernemerskompas; W.W.Com.
C.
LEADER+-projecten
1. LEADER LEADER is een Europees programma dat tot doel heeft de plattelandsgebieden te versterken, waaronder ook gebieden in Drenthe. De gemeenten Aa en Hunze, Tynaarlo, Borger-Odoorn, Midden-Drenthe, Westerveld en De Wolden komen hiervoor in aanmerking. Partijen zoals maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven kunnen innovatieve projecten en ideeën aandragen voor uitvoering van projecten. LEADER+ kenmerkt zich door initiatieven die vanuit het gebied (Drentse gemeenten) komen en leiden tot versterking van het platteland.
32
2. Stipo-regeling Het Stipo-project is bedoeld om kleinschalige ondernemers op weg te helpen hun initiatieven en de hieruit voortvloeiende investeringen te realiseren. Het project richt zich zowel op kleinschalige MKB-ondernemers als op verbredingactiviteiten in de agrarische sector. Via het Stipo-project kan op drie vormen ondersteuning worden ingezet. 1. Het beschikbaar stellen van een coach die functioneert als stimulator, promotor en vraagbaak voor de bedrijfsontwikkeling in Oost-Drenthe in het algemeen en voor de individuele ondernemer afzonderlijk. 2. Bijdragen in het inhuren van deskundig advies. 3. Bijdragen in investeringen. Wat opvalt is dat in het kader van de Stipo-regeling diverse projecten zijn/worden uitgevoerd. Over het algemeen zijn dit projecten waarbij bijdragen in investeringen worden gedaan. Bijdragen zijn veelal eenmalig, projecten worden in relatief kort tijdsbestek afgerond en zijn over het algemeen gericht op de individuele vraag van ondernemers.
D.
Noordelijke Kompasregelingen, uitvoering door het Samenwerkingsverband NoordNederland
1. KITS (Kwaliteitsinvesteringen in de toeristische sector) Doel van dit project is om nieuwe ondernemingen op te starten in Noord-Nederland of ondernemingen van buiten Noord-Nederland binnen Noord-Nederland te stichten. Investeringen in bedrijfsgebouwen en of duurzame bedrijfsuitrusting kunnen vanuit deze maatregel worden bekostigd. 2. NIOF 2000 (Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit) Het gaat hierbij om het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsverbanden van ondernemingen onderling en ondernemingen met kennisinstellingen (clusterprojecten) ten behoeve van nieuwe producten en/of productieprocessen. Subsidie kan door SNN UO worden verleend voor strategische marketingplannen; marktverkenningonderzoeken; technische haalbaarheidsonderzoeken. De maatregel is gericht op individuele ondernemingen. 3. HRM (Human Resource management) Vraag is gericht op professionalisering van HRM, bijvoorbeeld stimulering van een leven lang leren of het combineren van arbeids- en zorgtaken, maar ook het optimaliseren van de kwaliteit van het management en ondernemerschap op het gebied van HRM.
E.
Europese/Landelijke acties
De reikwijdte en de bevoegdheden van de provincie Drenthe kunnen niet allesomvattend zijn en zijn dat ook niet. Alleen de Europese/Nederlandse plannen/projecten worden in deze paragraaf opgenomen die en van belang zijn voor Drenthe en waar Drenthe invloed op kan proberen uit te oefenen. 1. Bedrijvenloket Doel van het project is de dienstverlening aan ondernemers te vergroten en daarmee het ondernemersklimaat in de provincie te verbeteren.
33
Bij de gemeente Emmen is voor de provincie Drenthe het bedrijvenloket gevestigd. Dit is een initiatief van het Ministerie van Economische Zaken. Het bedrijvenloket in Emmen werkt nauw samen met de KvK uit Meppel. Via het bedrijvenloket kan een ondernemer informatie verkrijgen over ondernemerschap en zich laten inschrijven als ondernemer. Ook kan via internet informatie over de dienstverlening worden opgevraagd. Echter, de site biedt weinig informatie voor startende ondernemers. Daarnaast valt op dat qua vertegenwoordiging in Drenthe de dienstverlening voor startende ondernemingen met name in het zuidoosten en zuidwesten is georganiseerd. 2. BBZ Het Ministerie van Economische Zaken stelt middelen via gemeenten, Afdelingen Economische Zaken en Sociale Diensten, beschikbaar om financiële tegemoetkomingen te regelen voor: mensen die een eigen bedrijf willen starten mensen die een eigen bedrijf moeten beëindigen mensen van 55 jaar of ouder die minstens tien jaar een eigen bedrijf uitoefenen en die een inkomen hebben dat duurzaam lager is dan het sociaal minimum mensen met een eigen bedrijf, die met tijdelijke financiële problemen te maken hebben 3. Onderwijs Vanuit het partnership Leren ondernemen zijn vanuit het Ministerie van Economische Zaken middelen beschikbaar gesteld voor het middelbaar onderwijs om ondernemerschap te bevorderen. Het gaat bij het partnership om het creëren van een loket waar ondernemers, docenten en studenten terecht kunnen met vragen over het stimuleren van ondernemerschap via het onderwijs. Bij uitwerking van dit programma gaat het niet om het maken van nieuw beleid maar om activiteiten die al worden uitgevoerd door diverse instellingen breder bij het bedrijfsleven en onderwijs onder de aandacht te brengen en op deze wijze nieuwe activiteiten te ontwikkelen c.q. te verspreiden. De provincie Drenthe heeft hier weinig tot geen ervaring mee. 4. Landbouw Vanuit het Ministerie van LNV wordt op dit moment een pilotproject uitgevoerd in de provincies Brabant en Limburg. Het project heeft een tijdsduur van een jaar en is gericht op het bijbrengen van kennis en vaardigheden op het gebied van ondernemercompetenties voor ondernemers in de agrarische sector. De inhoud van de opleiding is gericht op kennisoverdracht over alle voor bedrijfsvoering essentiële thema’s. Te denken valt aan: financieel beheer, balansbeleid, HRM, marketing, innovatie etc. Een traject kost € 8.000,-- per deelnemende organisatie. Voorstel is om op dergelijke wijze ook een project voor agrarische ondernemers in Drenthe op te zetten. Een aantal kanttekeningen waarbij in de uitvoering rekening gehouden moet worden zijn: 1. de wijze waarop agrarische ondernemers kennis nemen van het belang van ondernemerschapvereisten blijft binnen de reeds geijkte en relatief bekende circuits zoals adviseurs van lokaal actieve agrarische adviesbureau’s; 2. de koppeling met kennisinstellingen is beperkt tot mogelijk een eindfase van innovatieidee-uitwerking, met een Wangeningen Universiteit Research afdeling; 3. de uitvoering vindt plaats in groepen ondernemers waarvan de samenstelling zich tot de primair agrarische sector beperkt.
ga.coll. *F:\PRODUCT\FG\CTB\Huisstijl\2006-Innov.ondernemer.doc