Trimestrieel: okt.– nov.– dec. 1997 Afgiftekantoor: Leuven X
M
A
G
A
Z
I
N
Inhoud Editoriaal 2 VRG-Alumnidag 3 Prof. Dillemans Emeritaat 4-5-6 Congres 7 Om de ziel van het recht 8-9 VRG-sponsoring 10-11 VRG-Jongeren Reisverslag Praag 12 Mededelingen 13 Boekenlijst 14 - 15
• Verantwoordelijke uitgever: Roger Blanpain, Klein Dalenstraat 46, 3020 Winksele •
E
E d i t o r i a a l
Het is een traditie, de jaarlijkse VRG-Alumnidag. Dit academiejaar vindt de Alumnidag plaats op zaterdag 14 maart 1998. Het is een unieke gelegenheid voor de alumni om af te zakken naar de Alma Mater, de Leuvense lucht opnieuw op te snuiven, vrienden en kennissen weer te zien, herinneringen op te halen. Daarnaast zijn er lezingen, waaromtrent u op de volgende pagina meer details vindt. Een aantal van de onderwerpen betreffende recente positiefrechterlijke ontwikkelingen in één of ander deelgebied van het recht. Andere onderwerpen zijn aanzetten tot een bredere reflectie op recht en maatschappij en op de taak van de jurist in deze maatschappij. Dergelijke reflectie is nodig, ja zelfs meer dan noodzakelijk. Als de juristen al iets geleerd hebben uit de gebeurtenissen en ontwikkelingen van het afgelopen jaar, –en soms lijkt het dat er geen einde komt aan de droeve tijdingen –, dan is het wel dat de jurist ondanks zijn positiefrechterlijke kennis even machteloos is en zelfs besluitelozer dan om het even wie. Alsof zijn kennis in de weg zit. In een interview in dit Magazine wijt sociologe Hilde Sabbe, samen met professor Luc Huyse, auteur van het boek “De Mensen van het Recht”, dit gebrek aan juridische inbreng in het recent maatschappelijk debat voor een belangrijk deel aan het rechtsonderwijs. Teveel wordt de nadruk nog steeds gelegd op de encyclopedische kennis. De student wordt te weinig onderwezen om blijvend op zoek te gaan naar de ‘ziel van het recht’. Maar hier lijkt toch verandering in te komen. Initiatieven komen er zowel van binnen de rechtsfaculteit als van erbuiten. Elders in dit Magazine vindt u een indrukwekkende tekst van decaan Jacques Herbots over ererector Roger Dillemans. Deze laatste heeft nu, in opdracht van minister van Onderwijs Vandenbossche, zijn schouders gezet onder de hervorming van het Hoger Onderwijs in Vlaanderen en spreekt ons hierover toe op de Alumnidag. Onderwijs is echter niet voorbehouden aan de jeugd. We moeten allemaal geregeld terug de schoolbanken op, al noemen we het dan recyclage, specialisatie, post-cyclus, volwassenenvorming, up-grading… Daarom, omdat we allemaal student blijven en nooit te oud zijn om te leren, is de VRG-Alumnidag de ideale gelegenheid om ons te herbronnen in de ‘nestwarmte’ van de Valk en door discussie en overleg ons steentje bij te dragen tot het terug ontdekken van de ziel van het recht. Kristof Macours
Bestuursleden
Redactieleden
Anthonissen P., Bijl K., Blanpain B., Blanpain R., Burie H., Butaye Y., Ceysens P., Coenen O., Cooreman P., Coussement J., Cousy H., De Ceuster R., De Scheemaecker P., De Valck D., De Zutter M., Devroe W., Donceel W., Droshout D., Evenepoel K., Fijnaut C., Gekiere J., Hendrickx F., Herbots J., Janssen N., Kerckhoven B., Lambrecht B., Looyens M., Macours K., Mailleux B., Mees T., Peeters P., Penne I., Pinxten B., Roelans G., Snaet S., Symons G., Tas R., Thyssen M., Tilleman B., Valcke P., Van De Velde K., Van Den Bosch M., Van Dievoet G., Van Linthout P., Vanachter O., Vander Avort L., Verhoeven C., Wynant L.
Blanpain R., Devroe W., Kimpen M., Macours K., Meulemans B., Peeters P., Perneel K., Verhoeven C.
Ere-leden Caeyers Paul, Caeymaex Jean, De Beukelaer Edward, De Blauwe Paul, De Schampelaere Mia, Huybrechts Luc, Janssens Pieter, Machiels Jean-Leopold, Robeyns Andre, Sebreghts Lucas, Van de Voorde Aloïs, Van Dievoet Guido
2
Erelidmaatschap VRG-Alumni Steun de rechtsbibliotheek!
•
• • •
U wordt erelid door een bedrag van min. 5.000 frank over te schrijven op rekeningnummer 3300012100-29 met vermelding “erelid VRGAlumni” evenals uw naam. Het erelidmaatschap staat enkel open voor VRG-Alumnileden. De ereleden worden apart vermeld in het VRGmagazine en in het alumniboek. Uw bijdrage komt rechtstreeks toe aan de rechtsbibliotheek. Uw bijdrage is fiscaal aftrekbaar als gift (d.w.z. ook indien u in uw aangifte opteert voor het wettelijk kostenforfait).
Secretariaat: maandag tot donderdag van 7.30u tot 16.00u
A l u m n i d a g
4
de
VRG-ALUMNIDAG Zaterdag 14 maart 1998 Programma
Voormiddag
15.40 u - 16.50 u
Vanaf
• Tien jaar rechtspraak van het Arbitragehof inzake
10.00 u Doorlopend registratie Koffie 11.00 u Informatica. Internet & Juridische databanken Dhr. C. Malliet, bibliothecaris, Faculteit Rechtsgeleerdheid 12.00 u Senaatsvergadering (grote vergaderzaal)
LEZINGEN 14.00 u - 15.10 u
• Energierecht
Prof. K. Deketelaere, hoofddocent K.U.Leuven
• Resultaten van de parlementaire onderzoekscommissie: De Bende van Nijvel Prof. C. Fijnaut, hoogleraar K.U.Leuven en Prof. R. Verstraeten, hoogleraar K.U.Leuven
• Mensenrechten: recente ontwikkelingen
Prof. P. Lemmens, hoogleraar K.U.Leuven
•
Grensoverschrijdend contracteren via Internet Mevr. M. Pertegas Sender en Dhr. P. Wautelet, assistenten Internationaal Recht K.U.Leuven
• De taak van een provinciegouverneur Dhr. L. De Witte, Gouverneur Vlaams-Brabant
• Misbruik
van vennootschapsgoederen: een verzwaarde aansprakelijkheid voor bestuurders Dhr. P. Van Hooghten, advocaat De Bandt, Van Hecke & Lagae
• Een Vlaamse Orde van Advocaten ? Mevr. M. Schouteden, Stafhouder Balie Leuven
15.10 u - 15.40 u Pauze Koffie
personen- en familierecht Prof. P. Senaeve, gewoon hoogleraar K. U.Leuven
• Proceshandelingen van en tegen vennootschappen Prof. B. Tilleman, docent KULAK
• Het Hoger Onderwijs in Vlaanderen Prof. R. Dillemans, Ere-rector K.U.Leuven
• De Gerechtelijke Hervorming
Dhr. G. Londers, Raadsheer Hof van Cassatie
• Vanuit een andere hoek bekeken
Dhr. T. Maes, Beheerder van vennootschappen
• Invoering van de EURO en juridische gevolgen Dhr. J.L. Duplat, Voorzitter Commissie voor het Bank- en Financiewezen
• Actuele ontwikkelingen inzake B.T.W.
Dhr. D. Stas, Advocaat Tiberghien & Co
ACADEMISCHE ZITTING 17.00 U PROMOTIEZAAL Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven
• Verwelkoming
Prof. R. Blanpain, Voorzitter VRG-Alumni Prof. J. Herbots, Decaan
• Verslag VRG-Werking
Dhr. L. Wynant, secretaris VRG-Alumni
• VRG-Alumni Prijs
Laureaat: Dhr. Hervé Eeckman Laudatio: Prof. R. Dillemans
• Jong-VRG
Dhr. R. Tas, Jongerenwerking
• Slotwoord
Dhr. S. De Clerck, Minister van Justitie
• Valklied 18.30 u RECEPTIE EN WANDELBUFFET JUBILEUMZAAL, Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven
Hou de datum alvast vrij! Inschrijvingsformulier volgt.
3
E m e r i t a a t
Portret van Professor Roger Dillemans bij zijn emeritaat
gelijkenis weliswaar, want psychologisch heeft hij meer weg van een zalvende figuur van de Romeinse curie, met name de grote Vaticaanse diplomaat, Mgr. Cassaroli. Jef Van Langendonck vermeldt in zijn bijdrage in het Liber Amicorum dat hij als K.S.A.-er opkeek naar Roger die hem in het Sint-Pieterscollege te Leuven enkele jaren voorafging. Hij schreef toen een boekje onder de titel “Dit is een avontuur”, een soort van handboek voor jongeren die in de toenmalige Katholieke Studentenactie tot de leiding wilden behoren. Het heeft destijds op Jef grote indruk gemaakt. Het ging over persoonlijk engagement, dat tegelijkertijd ook sociaal engagement was. “God is mijn kracht”. Het zou wel de wapenspreuk kunnen geweest zijn van Roger, toen hij in de romantische tijdsgeest van de K.S.A., ongeveer een halve eeuw geleden, na een nachtwake in de kapel tot ridder geslagen werd. In elk geval werd het in 1992 als zijn lijfspreuk opgegeven toen hij door de Koning in de adelstand werd verheven. Tussen deze twee tijdstippen is er een constante, consequente lijn. Roger Dillemans is trouw aan zichzelf gebleven. Onze ere-rector is een brabander van het sterrenbeeld kreeft. In 1932 stond in het fraaie Neerijse aan de Ijse en de Dijle aan zijn wieg een fee die hem een zilveren lepel in de mond legde. Alles wat hij aanvatte werd succesvol. Primus perpetuus in het St. Pieterscollege, grootste onderscheiding in zijn rechtenstudies, grootste in het notariaat, grote in een bijkomende licentie thomistische filosofie. Addison Brown Prize bij zijn M.L. in Harvard in 1958, E. Van Dievoetprijs voor zijn aggregaatsproefschrift in 1960 en de driejaarlijkse prijs van het Antwerps notariaat voor zijn handboek testamenten in 1971. Zelfs tijdens zijn legerdienst werd hij de eerste van de schoolcompagnie in de infanterieschool van Arlon en kreeg hiervoor, bij een plechtige wapenschouw voor het bataljon in geef acht, de zilveren degen overhandigd. Voor dit laatste heb ik natuurlijk veel respect. Ik heb hem nog als jong adjudant in een uniform met lederen stormriem in Leuven zien rondlopen. Reserveofficier worden werd toen beschouwd als een plicht jegens het Vlaamse volk.
4
Deze militaire herinnering biedt me de gelegenheid te vermelden aan wie Roger me fysisch doet denken. Het is merkwaardig hoe hij op generaal Napoleon Bonaparte gelijkt. Een louter fysische
De licentiaatsthesis in filosofie van Roger handelde over Emmanuel Mounier. Over deze filosoof schreef Roger na zijn thesis nog verschillende bijdragen in Politica Berichten, Dietsche Warande en Belfort. Collega Walter Pintens onderstreept in zijn bijdrage in het Liber Amicorum dat Roger Dillemans in een aantal merkwaardige slotredes op congressen over familierecht stil bleef staan bij de mens en zijn gezin. Steeds werden zijn toehoorders en lezers sterk getroffen door zijn roep naar solidariteit, door zijn vertrouwen in de mens, waarbij hij zich dikwijls liet inspireren door de leer van het personalisme van Mounier. Ook collega Van Langendonck onderstreept in zijn bijdrage dat men vanaf het eerste wetenschappelijk werk van Roger Dillemans enkele personalistische en pluralistische leidmotieven aantreft die in zijn werk steeds zullen terugkomen. Engagement, klaar inzicht en de uitgesproken wil om, binnen een realistisch perspectief, aan de problemen wat te doen.
Op het ogenblik dat de heersende cultuur, een beetje zoals in de tijd van Emmanuel Mounier, wordt gekenmerkt door een defaitistische houding, mobiliseerde Roger Dillemans de universitaire gemeenschap voor een uitdagend project: wegen van hoop. In zijn openingstoespraak van het academiejaar 1994-95 maakte hij duidelijk dat er redenen zijn om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Hij wees op tal van hoopvolle realisaties binnen het academisch onderzoek en nodigde de leden van de universitaire gemeenschap uit om deze realisatie verder uit te bouwen.
E m e r i t a a t
Na zijn studies te Leuven, die hij had kunnen aanvatten met een beurs van wat toen het fonds der meest begaafden heette, vertrok Roger Dillemans naar Harvard als één van de eerste Vlaamse juristen. Dit vertrek, zoals ook dat van zijn tijdgenoten Van Gerven, Blanpain, Suetens, Decroo enz., had grote invloed op het Belgisch recht dat tot dan uitsluitend door het Franse recht was geïnspireerd. Deze jonge Vlaamse juristen, die kennis hadden gemaakt met het Common law en met de rechtsvergelijkende methode vertrouwd waren geraakt, waren bij hun terugkeer nieuwsgierig om de tekstboeken van onze Noorderburen te gaan lezen. Daardoor is de diepe beïnvloeding van ons recht door het Nederlandse recht, en via de Nederlandse rechtspraak, door het Duitse recht begonnen. Men denke aan de ontwikkeling van rechtsbegrippen als goede trouw, marginale toetsing, rechtsverwerking, beginselen van behoorlijk bestuur, enz. Zijn aggregaatsproefschrift is uitgegroeid tot een treffende illustratie van de moderne, vergelijkende methode. De rechtsvergelijkende methode heeft Prof. Dillemans in zijn latere geschriften steeds beoefend. Zijn aandacht gaat vooral naar de AngloAmerikaanse rechtswereld. In de zestiger jaren was dit nog niet gebruikelijk. De Leuvense faculteit heeft voor de promotie van de rechtsvergelijking een grote betekenis gehad en heeft deze nog steeds. Het zou daarom, terloops gezegd, spijtig zijn indien een vermindering van de studieduur van 5 op 4 jaar ook dit “acquis” op de helling zou zetten. Maar daarover spreken moet vandaag geschuwd worden. “Dans la maison du pendu, on ne parle pas de la corde”. Toen hij in 1960 docent benoemd werd aan de toenmalige K.U.L.-U.C.L. nam hij van Prof. Fernand Van Goethem zaliger, in de omgang Patje Van Goethem, de vakken erfrecht en sociaal recht over. Hij was toen 28. Ik herinner me nog steeds de losse Amerikaanse manier van doen van de jonge docent. We stonden met enkele laatstejaars voor de poort van de Krakenstraat (toen het Spoelberginstituut en de rechtsfaculteit, nu het algemeen beheer). De jonge prof kwam bij ons staan en zei – wat in die dagen absoluut niet gebruikelijk was –: “Noem mij maar Roger”.
• • •
De politiek heeft Roger steeds geboeid. In 1964 was hij kabinetsmedewerker van Theo Lefevre en betrokken in de totstandkoming van de wet Leburton. Het collectief geheugen herinnert zich de artsenstaking van april-juni 1964. Roger Dillemans speelde een belangrijke rol in de tostandkoming van het “Sint-Jansakkoord” dat op 25 juni 1964 een eind maakte aan het conflict en de basis legde van een jarenlange pax medica. Vertoevend bij de politiek kunnen we ook even terugblikken naar de periode na zijn rectoraat: de laatste weken en maanden haalt zijn plan tot rationalisatie van het Vlaamse universitaire landschap grote
aandacht in de media. In dat landschap loopt hij met deze opdracht van minister Vandenbossche door een mijnenveld. Maar daar voelt hij zich als pontifex, als bruggenbouwer, op zijn gemak. Van 1969 tot 1977 was hij voorzitter van Caritas Catholica. Dit is in verscheidene landen de naam voor de federaties van R.K. instellingen voor medisch en maatschappelijk hulpbetoon. In 1932 had Kardinaal Van Roey de basis gelegd voor zo’n overkoepelende organisatie in België.
• • • Het schilderij “De Picknick” van EMILE CLAUS, die onlangs in Oostende tentoon gesteld werd, verzinnebeeldt zo wat de dichotomie van het wetenschappelijk onderzoek van Professor Dillemans. Het schilderij stelt een zomerse middag voor aan de Leie. Op de voorgrond zitten gewone mensen luilekker in het gras tussen de margrieten en de distels. Aan de andere kant van de rivier ziet men hupse stadsmensen. High Society. In de schaduw van de bomen staat een tafel met een wit laken opgesteld, op de rivier een boot waarin een traiteur aan het werk is. De Leie als scheiding tussen de klassen. Enerzijds heeft Roger het erfrecht, de schenkingen en het huwelijksvermogensrecht beoefend: een burgerrechtelijke rechtstak die eerder de begoede klasse interesseert. Anderzijds de sociale zekerheid, een nieuwe rechtstak die van levensbelang is voor de mensen op de voorgrond van de picknick van Emile Claus. In het familiaal vermogensrecht werden door de notarissen vooral zijn overzichten van rechtspraak erg geapprecieerd. Standaardwerken zijn het boek over de testamenten van 1971, over het huwelijksvermogensrecht van 1976 (kort na de wet over 14 juli 1976) en over het erfrecht van 1984, waarin hij niet onder stoelen of banken steekt dat hij sterk tegen de reserve voor de langstlevende echtgenoot gekant is. Op het gebied van het sociaal recht verscheen in 1962 het eerste handboek in het Nederlands op universitair niveau. Het echt wetenschappelijk werk begint in 1967 met een onderzoeksproject “Harmonisatie van de sociale zekerheid”. Hierop werd het Instituut voor Sociaal Zekerheidsrecht gegrondvest, nog steeds een zwaartepunt in het wetenschappelijk werk in onze faculteit. Het was leidinggevend in de wereld. Ik zeg “was”, omdat vandaag het belangrijkste instituut ter wereld het Max Planck Instituut uit München is, waarvan de stichter Prof. Zacher vandaag in ons midden had moeten zijn. Kort na de oprichting van het Instituut voor Sociaal Zekerheidsrecht richtte Roger Dillemans, er samen met buitenlandse experten, het Europees Instituut op. Dit is een erkende wetenschappelijke instelling geworden met meer dan 400 leden in 20 Europese landen, die bijdraagt tot de internationale uitstraling van de K.U.Leuven.
5
E m e r i t a a t
Als vrucht van deze wetenschappelijke arbeid zag in 1978 de Leuvense Codex Sociale Zekerheid het licht, een echte modelcodex in slechts 243 artikelen met een artikelsgewijs commentaar.
Vier jaren na zijn decanaat verliet hij de faculteit om rector te worden.
Bij zijn wetenschappelijke initiatieven moeten nog vermeld worden: • het wetboek Sociaal Zekerheidsrecht (nu reeds 8 delen) • de Rechtsgids, (een referentiewerk over het Belgisch positief recht) • samen met collega Van Gerven de groene reeks “Beginselen van Belgisch Privaatrecht” • en last but not least de wegwijsreeks, uitgegeven door het Davidsfonds.
Zoals Sam in het Liber Amicorum het portret van zijn vader getekend heeft, heb ik als decaan het portret van de professor en de wetenschapsbeoefenaar geschetst. Veel ben ik vergeten te vermelden, zoals bijvoorbeeld zijn gasthoogleraarschap in King’s College, London of zijn Franquileerstoel aan de V.U.B. Aan rector Oosterlinck laat ik het over om zijn tweede carrière, het tienjarige rectoraat, te belichten. Het enige wat ik hierover zeggen wil is dat toen Rector De Somer overleed in 1985, bijna iedereen ervan overtuigd was dat de nieuw verkozen rector nooit de naambekendheid van De Somer zou kunnen benaderen, laat staan evenaren. De Somer was een mythe en de K.U.Leuven werd onlosmakelijk geassocieerd met deze mythe. De opvolging van die man, van die condottiere was derhalve een uitdaging. Maar reeds bij zijn aantreden trad Dillemans uit de schaduw van zijn voorganger en nu, meer dan een decennium later, is Dillemans een begrip geworden. Men mag de hoop uitspreken dat er binnenkort in deze zaal tussen de andere rectores magnifici, en schuin tegenover Piet, een schilderij van hem zal hangen, met een groene codex Sociaal Zekerheidsrecht in de hand. Maar de schilder zal het moeilijk hebben om de kern van zijn persoonlijkheid te vatten: hij had klasse en niveau, was intellectueel briljant en gedreven, toegankelijk en luisterbereid, creatief en handig, rijk aan beleidservaring, sociaal voelend, onderhandelingsvaardig en probleemoplossend, charmant met uitstraling en charisma, taalvaardig in woord en geschrift en een onverbloemd idealist.
• • • Tot zijn verkiezing tot rector in 1985 was hij een bezielend docent. Zijn colleges waren geen opeenstapeling van technische details maar een uiteenzetting van de basisbeginselen met hun historische achtergrond en hun praktische gevolgen. Ook ten aanzien van de assistenten had hij een bezielende rol. Een reeks vooraanstaande proefschriften kwamen hieruit voort waarnaar in het Liber Amicorum verwezen wordt door Jef Van Langendonck.
• • • Roger Dillemans was decaan van de faculteit van 1978 tot 1981. Zijn prodecaan was Prof. Van Dievoet en zijn academisch secretaris H. Cousy. In het Bureau vertegenwoordigde J. Stuyck de assistenten en P. Verdin (en later Alex Paklons) de studenten. Wanneer men de notulen van het Bureau en van de Faculteitsraad uit die jaren erop naslaat treft het dat vele problemen nog dezelfde zijn: parkeerproblemen in de Valk, het organiseren van een faculteitsdag van onderwijskwaliteit in het huis van Chèvres op 1 april 1981; het stemmen van een structuurreglement proefexamens, inplanting van de nieuw opgevatte bibliotheek en uitbouw tot een volwaardige faculteitsbibliotheek.
6
Andere topics, zoals het statuut van de in de faculteit werkzame gewetensbezwaarden horen tot het verleden. De toenmalige decaan stimuleerde een vernieuwde samenwerking met de rechtsfaculteit van de U.C.L. In die context bekleedde François Rigaux in 80-81 de binnenlandse Franqui-leerstoel. In de notulen van de raad van 78-79 kan men lezen dat Prof. J. De Meyer namens de faculteit de decaan feliciteert naar aanleiding van zijn benoeming tot voorzitter van de Koninklijke Commissie tot harmonisering van de sociale zekerheid. De raad sluit zich met handgeklap bij deze gelukwensen aan.
• • •
Het jongste nummer van VETO - een blad waarmee hij niet zelden in de clinch lag - typeert hem in een mooi profiel als “de patriarch”. Dat is naar mijn smaak wat overtrokken want hij heeft geen baard, alhoewel toegegeven moet worden dat hij (naar wat ik hoor) een fantastische bompa is, die zot is op zijn kleinkinderen en die de folie zo ver drijft hun huiswerken te schrijven. Maar enfin, als de jongens van VETO hem met eerbied “de patriarch” noemen, betekent het toch heel wat. De faculteit is fier hem als professor en collega gehad te hebben. We danken hem voor zijn onvermoeibare inzet voor zijn rechtsfaculteit - één van de betere van de wereld - en voor zijn universiteit - een project dat (zoals hij altijd zei) internationale uitstraling heeft en dat de eeuwen overspant. Jacques H. HERBOTS Decaan
C o n g r e s
15de Wereldcongres voor arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht Buenos Aires, Argentinië, 22 – 26 september 1997 Van 22 tot 26 september werd te Buenos Aires (Argentinië) het 15de wereldcongres van de Internationale Vereniging voor Arbeidsrecht en Sociale Zekerheid gehouden. Het accent werd gelegd op drie belangrijke thema’s die een uitdaging vormen voor het volgende millenium: discriminatie en tewerkstelling, internationale aspecten van collectief onderhandelen en sociale zekerheid en mensenrechten. Op basis van de nationale rapporten, opgesteld door de leden-organisaties van de Internationale Organisatie voor Arbeidsrecht en Sociale Zekerheid, werden door de professoren K. Sugeno (Japan), T. Zielinski (Polen), P. Vergé (Canada), B. van del Laat (Costa Rica) en B. Van Maydell (Duitsland) algemene rapporten opgesteld teneinde een beeld te schetsen van wat er op internationaal vlak leeft over deze thema’s. Zowel de nationale rapporten als de papers van de verschillende internationale specialisten werden gepubliceerd op CD-Rom. Bovenal verschafte dit congres aan juristen uit verschillende continenten een geschikt forum om ervaringen uit te wisselen over de moeilijkheden die hun respectievelijke landen ondervinden in deze domeinen. Dit in het licht van de stroomversnelling en de veranderingen die de eeuwwisseling met zich meebrengt. Deze hebben immers een sterk impact op door het arbeids- en sociaal zekerheidsrecht gereguleerde relaties. Op het vlak van de werkgelegenheid, hebben nieuwe productie- en organisatietechnieken, onder invloed van technologische ontwikkelingen en de toenemende concurrentie, in de meeste landen een ernstig probleem gegenereerd nl. werkloosheid. Dit is uiteraard geen nieuw fenomeen. De meeste ontwikkelde landen zijn er tot nog toe in geslaagd een toestand van algemeen sociaal welzijn in stand te houden. De werkende bevolking was in staat sociale zekerheidsuitkeringen te financieren voor huishoudens getroffen door de ‘schaarsheid van werkgelegenheid’. Vandaag is er aan deze situatie een nieuwe dimensie toegevoegd. niet alleen laaggeschoolden, maar ook het middel- en topmanagement worden net zoals de oudere werknemers getroffen door werkloosheid. Werkloosheid is niet langer alleen een probleem in de minder ontwikkelde landen. Ook landen die een economische groei kennen, worden ermee geconfronteerd zodat - paradoxaal genoeg - groei gepaard gaat met verlies van jobs. De toekomst belooft geen verbetering: de toenemende automatisering en robotisering eist steeds meer menselijke slachtoffers op de werkplaats. Sociale wetenschappers staan aldus voor de uitdaging nieuwe productiemethodes te ontwikkelen die werkgelegenheid genereren zodat elkeen een job kan vinden en aldus actief kan zijn in de samenleving, dit niet alleen vanuit economisch, maar vooral vanuit psychologisch en menselijk perspectief. Het komt er niet alleen op aan een eerlijke verdeling van het bruto nationaal product te bereiken (een nood zakelijke, maar niet voldoende voorwaarde), er dient
ook een zekere gelijkheid inzake werkgelegenheid nagestreefd. Het ideaal van een levenslange, voltijdse tewerkstelling bij eenzelfde werkgever lijkt niet langer houdbaar. De huidige situatie vraagt om nieuwe en creatieve oplossingen, gebaseerd op een aandachtige observatie van de zich wijzigende realiteit. Op het vlak van de sociale zekerheid, is de uitdaging niet minder groot. Het model van de welvaartsstaat is niet langer efficiënt en kampt - mede onder invloed van de toenemende werkloosheid - met ernstige financieringsproblemen. Formules gebruikt in het verleden zijn niet langer doeltreffend in het kader van de gewijzigde omstandigheden. Inkomensherverdeling, waarbij de rijken (jongeren, diegene die gezond zijn en een job hebben) de armen ( de werklozen, zieken, ouderen) ‘subsidiëren’, wordt problematisch als de proportionaliteit tussen de eerste en de laatste groep zoek is. Het congres benaderde deze problematiek in twee centrale thema’s: discriminatie in werkgelegenheid en sociale zekerheid en mensenrechten, telkens vanuit het standpunt van de (werkende) mens, als protagonist van het sociale leven en debat. Het derde congresthema, internationale aspecten van collectief onderhandelen, stond in het teken van het fenomeen van de globalisatie. Hoewel sterk economisch getint, heeft dit debat ook belangrijke sociale consequenties. De wereld als “global village” wordt meer en meer werkelijkheid en dat fenomeen mag niet genegeerd worden door juristen begaan met het arbeids-en sociale zekerheidsrecht. Tenslotte werd op het congres een paneldiscussie gehouden, waarbij de relatie tussen het arbeidsrecht en de informele sector van de economie geanalyseerd en bediscussieerd werd door specialisten vanuit de verschillende continenten. Het 15de wereldcongres voor arbeidsrecht en sociale zekerheid bood de deelnemers een forum voor reflectie, een eerste en noodzakelijke voorwaarde om juridische instrumenten te creëeren to make human co-existence more human. Michele Colucci, Frank Hendrickx, Liuhuang Li-chuan, Lisa Salas, Iris Van Tilborgh.
Van links naar rechts: Iris Van Tilborgh, Julienne De Clerck, Othmar Vanachter, Lina Bruggeman, Roger Blanpain, Chris Engels, Frank Hendrickx, Lisa Salas, Michele Colucci, Nancy Luyten.
7
Om de ziel van het recht Wie zijn zij? Wat doen zij? Er zijn op dit ogenblik ongeveer 40 000 juristen, gepensioneerden meegerekend. Ze mogen dan wel allemaal (ongeveer) dezelfde studie doorlopen hebben, de beroepsgroepen en -categorieën waarin deze ‘mensen van het recht’ terechtkomen zijn erg divers. Wat ze doén met hun rechtendiploma is misschien nog diverser. In het boek ‘De mensen van het recht’ geven professor Luc Huyse en sociologe Hilde Sabbe een overzicht van de beroepsgroepen waarin juristen terechtkomen. In een gesprek met co-auteur Hilde Sabbe gingen we wat dieper in op enkele bevindingen uit het boek. De klemtoon schoof daarbij van een overzicht van de beroepsgroepen naar de verwondering omtrent de eigen dynamiek en retoriek van sommige groepen en de opvallende afwezigheid van de juristen als groep in het maatschappelijk debat. VRG: 40 000 juristen en slechts enkele honderden werklozen. Mag hieruit besloten worden dat een rechtendiploma de beste investering is om een schitterende carrière te maken? Met andere woorden, zou u mensen van 18 aanraden om nog rechten te studeren? Hilde Sabbe: Er is zeker vraag naar juristen. Het is inderdaad zo dat de meeste afgestudeerde juristen heel snel werk vinden. Er moet echter rekening gehouden worden met een tweetal minder gunstige elementen hierbij. In de eerste plaats geldt de baliestage voor veel jonge advocaten als een vorm van verdoken werkloosheid. Ten tweede komen nogal wat juristen in ondergekwalificeerde jobs terecht waarbij de juridische opleiding van weinig of geen tel is. Er wordt ook veel, bijvoorbeeld bij incasso-opdrachten en in het verzekeringswezen, ‘half-juridisch’ werk geleverd door juristen. VRG: Welk criterium hebt u gehanteerd om een onderscheid te maken tussen juridisch en niet-juridisch werk? H. Sabbe: Bij de traditionele beroepsgroepen, advocaat – notaris – gerechtsdeurwaarder, is dit eenvoudig. Voor de anderen hebben wij in onze enquête bij de voorbereiding van het boek, de mensen laten antwoorden op de vraag ‘in welke mate bent u met juridisch werk bezig?’. Daarbij hadden wij de indruk dat er eerlijk geantwoord werd en men zeker niet te vlug besloot dat juridisch werk te doen.
8
VRG: Bij zij die strikt juridisch werk doen, vinden we in de eerste plaats de drie traditionele beroepsgroepen: notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders. In het boek besluit u dat
deze drie groepen een twijfelachtigere, minder zekere toekomst tegemoet gaan. H. Sabbe: Inderdaad. De traditioneel afgebakende terreinen beginnen te vervagen. Binnen de verschillende beroepsgroepen is er een stijgende heterogeniteit. Nemen we de advocatuur dan zien we duidelijke verschillen tussen de diverse balies en tussen de diverse types van kantoren. De soloadvocaat is van de norm de uitzondering geworden. Binnen grote kantoren werken zowel juristen als niet-juristen en genieten de juridische medewerkers van een feitelijk, maar niet juridisch, werknemersstatuut. Daarnaast valt op dat de drie beroepsgroepen op elkanders weide beginnen te grazen omdat hun eigen terrein als te klein wordt beschouwd. Zo zullen zowel advocaten als notarissen aan echtscheidingsbemiddeling doen. Advocaten en gerechtsdeurwaarders doen aan invordering van schuldvorderingen. Maar ook van buitenuit komt er tegenwind. Bedrijven zullen pogen rechtsgedingen te vermijden, waardoor het belang van het pleitmonopolie voor advocaten vermindert, en de juridische dossiers door eigen juristen zo laten voorbereiden dat slechts voor het allerbelangrijkste naar de advocaat of notaris wordt gestapt. VRG: Wat is de belangrijkste evolutie van de laatste tien jaar binnen deze traditionele juridische beroepen? H. Sabbe: Dit is zeker de organisatie van het werk en de daarmee gepaard gaande commercialisering binnen elk van deze beroepsgroepen. Men gaat meer en meer als onderneming functioneren wat binnen het notariaat een dualiteit oplevert tussen het openbaar ambt en de commerciële aanpak. De specificiteit van elk van de beroepsgroepen verdwijnt. Waarschijnlijk zullen we evolueren naar mega-kantoren waar zowel advocaten als notarissen tewerkgesteld zijn en een geheel dienstenpakket kan geleverd worden. Deze beroepsgroepen zitten in een voortschrijdend commercialiseringsproject en beseffen dit ook. Zij leven met de grote dualiteit tussen commercialisering en hun traditioneel ambt. De commercialisering is echter mijn inziens onomkeerbaar. De weg terug, alhoewel sommigen dit proberen, is niet meer mogelijk. VRG: Het bedrijfsleven wordt een belangrijk afzetgebied voor juristen. H. Sabbe: Uit enquêtes blijkt dat 30-35% van de afgestudeerden starten binnen het bedrijfsleven. In tegenstelling tot de advocatuur, zullen deze juristen ook veelal binnen het bedrijfsleven blijven. Binnen zij die in het bedrijfsleven terecht komen, zijn twee categorieën te onderscheiden. In de eerste plaats zij die strikt juridisch werk doen, de
bedrijfsjuristen, en in de tweede plaats zij die in hun dagdagelijkse professionele bezigheid niet (meer) met recht bezig zijn. In zijn geheel wordt de groep van de juristen tewerkgesteld in het bedrijfsleven belangrijker. VRG: U hebt bestudeerd wat de juristen allemaal doen binnen hun beroepsgroep en op welke wijze dit geëvolueerd is. Maar, bent u ook op ‘blinde vlekken’ gestoten? Wat doen de juristen niet terwijl ze het wel zouden kunnen doen? H. Sabbe: Het is opvallend dat de juristen die toch veelal in hun professionele bezigheid pretenderen de waakhond van de rechtsstaat te zijn, in het voorbije anderhalf jaar erg afwezig zijn geweest in het maatschappelijk debat. Als puntje bij paaltje komt, is er niets gebeurd. Ook het feit dat het lucratieve bij o.m. de advocatuur steeds meer de bovenhand haalt, is opvallend. Men kan zich gaan vragen stellen over de rechtvaardigheid van de rechtspraak waar de ‘one-shot player’ die gerechtigheid zoekt het moet afleggen tegen de ervaren ‘repeat-player’. VRG: Wat ontbreekt er dan in de rechtenopleiding om hieraan tegemoet te komen? H. Sabbe: Het gebrek aan maatschappelijke visie van de juristen is duidelijk een mankement in de opleiding. Men is zodanig gefixeerd op het aanleren van juridisch-technische regeltjes dat het groter geheel vergeten wordt. Dit werd reeds herhaalde malen in de faculteit aangekaart. Tegenwoordig is het dan wel zo dat er meer aandacht wordt besteed aan de vindplaatsen en bronnen van de verschillende rechtsregels, maar de vraag naar wat de samenleving met recht doet en zou moeten doen komt nog véél te weinig aan bod. Er is klaarblijkelijk in de rechtenopleiding geen ruimte voor het doordringen naar de ziel van
het recht, voor een reflectie op wat een samenleving met het recht moet doen. Dit moet niet uitsluitend gebeuren in bijzondere vakken maar zou in elk geval moeten aan bod komen. Een bijkomende reflectie naar het waarom en de finaliteit van de rechtsregels. Maar dit botst dan natuurlijk met de voortschrijdende commercialisering van de beroepsgroepen waar de afgestudeerde jurist in terechtkomt. Het is echter noodzakelijk opdat het recht zijn ziel behoudt. VRG: Is dit nog mogelijk? H. Sabbe: Veel pogen op te boksen tegen het verlies van de ziel van het recht, bijvoorbeeld door middel van reflectiegroepen, codes en deontologische reglementen. Maar als men merkt hoeveel conflicten er zijn tussen confraters, hoever dat men daarin soms gaat, lijkt het soms erg twijfelachtig dat er nog een weg terug is. VRG: Tot slot, wat is u aan de globale beroepsgroep van de juristen het meest opgevallen? H. Sabbe: Enerzijds verraste mij de dynamiek van de geesten binnen sommige beroepsgroepen, zoals bijvoorbeeld het notariaat. Men wordt kritisch t.a.v. de eigen groep, er is duidelijk een openheid. Anderzijds is er echter het discours dat gesloten blijft en het feit dat men overtuigd blijft van zijn maatschappelijke opdracht maar als men dan naar de feiten toegaat, blijkt er hierbij heel wat mank te lopen. Er is een grote discrepantie tussen werkelijkheid en wenselijkheid. Er zijn heel veel goedmenende juristen maar ook heel wat charlatans. Juristen moeten kritischer worden en veel meer participeren aan het maatschappelijk debat. VRG: Kortom, er is nog veel werk aan de winkel. Kristof Macours
Naar een sociale advocatuur? Tijdens hun onderzoek hadden de auteurs vastgesteld dat het huidige pro deo systeem niet afdoende werkt. Zo kan men in principe enkel beroep doen op een pro deo advocaat ingeval van geschil, niet enkel voor advies. Tijdens de voorstelling van het boek stelden de auteurs de invoering van een staatsadvocatuur in het Belgisch gerechtelijk systeem als mogelijke oplossing voor. Dit korps van staatsadvocaten zou dan bestaan naast de advocaten vrije beroepers en zich vooral toeleggen op een sociale advocatuur en op materies die bij een aantal traditionele advocaten uit de boot dreigen te vallen wegens te weinig lucratief, zoals huurrecht, familierecht, sociale zekerheid … Het laatste woord omtrent dit voorstel is zeker nog niet gezegd. Het uiteindelijke doel, de verlaging van de drempel voor de rechtszoekende, is zeker lovenswaardig. Men kan zich echter afvragen of dit niet leidt tot een tweederangsadvocatuur die niet als ‘vol’ wordt aanzien. Is dit de beste manier om aan drempelverlaging te doen? Kan het doel niet op een andere wijze bereikt worden? (km)
9
WAT DE PLAATSINGSDIENST VAN DE RECHTSFACULTEIT VOOR U DOET 1. De plaatsingsdienst van de Rechtsfaculteit van de K.U.Leuven is wellicht bij de alumni bekend door de campusinterviews die traditioneel georganiseerd worden ten behoeve van de advocatenkantoren. De campusinterviews bieden de gelegenheid aan een kantoor om zich aan de laatstejaarsstudenten voor te stellen en desgewenst al meteen een interview af te nemen van diverse kandidaten. In het lopend academiejaar 1997-1998 zullen deze interviews uitgebreid worden tot accountantskantoren en financiële instellingen. De interviews worden gehouden in de week van 16 maart 1998. 2. In het afgelopen academiejaar werd door de plaatsingsdienst onder leiding van Prof. B. Tilleman een pilootproject opgezet rond een educatieve (vrijwillige) onbezoldigde zomerstage voor studenten van de tweede en derde licentie. Gedurende de vakantieperiode kregen meer dan 170 studenten de gelegenheid om één maand lang een eerste praktijkervaring op te doen en te proeven van een juridisch beroep bij een advocatenkantoor, de magistratuur, het notariaat, een gerechtsdeurwaarderskantoor of
een juridische dienst van een onderneming. Gelet op de zeer positieve evaluatie van zowel studenten als stagemeesters wordt dit initatief in het academiejaar 1997-1998 herhaald. Streefdoel is 200 stageplaatsen te bekomen. 3. Alumni die geïnteresseerd zijn in de opname van een zomerstagiair of in deelname aan de campusinterviews kunnen zich telefonisch wenden tot Mevrouw Annie Robijns (016/32 52 14). 4. Alumni die een job aanbieden of op zoek zijn naar een job kunnen steeds terecht bij de plaatsingsdienst. Deze laatste verleent zijn diensten vooral aan werkzoekende laatstejaarsstudenten en pas afgestudeerden, maar kan occasioneel ook, in samenwerking met VRG-Alumni, tussenkomen in andere gevallen. Prof. dr. Herman Cousy, Voorzitter Prof. dr. Bernard Tilleman Mevrouw Annie Robijns, medewerkster
VRG-Alumni sponsort Summer Course Human Rights (16-31 augustus 1997) Tussen de studenten met tweede zit liepen tijdens de laatste week van augustus in De Valk zestien studenten ontspannen rond: de deelnemers aan de eerste ‘Summer Course Human Rights’. Deze zomercursus mensenrechten was een gezamenlijk initiatief van de Nederlandse Onderzoeksschool Mensenrechten en het Instituut voor de rechten van de mens van de rechtsfaculteit. De deelnemers brachten respectievelijk een week door in Utrecht en Leuven en konden zo kennismaken met beide ‘Lage Landen.’ De week in Leuven werd mede gesponsord door de VRG-Alumni. Tijdens de week in Nederland kregen de deelnemers een algemene inleiding en een grondige behandeling van de procedurele en institutionele aspecten van de internationale en regionale toezichtsmechanismen. Voornamelijk professoren van de Valk boden tijdens de week in Vlaanderen een inhoudelijke bespreking van een aantal mensenrechten aan. Bovendien werd vinnig gediscussieerd over actuele thema’s als racisme, de bescherming van minderheden en groepsrechten.
10
De theoretische uiteenzettingen en groepsdiscussies werden afgewisseld met ‘veldervaring’ van hoog niveau. Zo bracht de groep een bezoek aan het Internationaal Tribunaal voor ex-Joegoslavië in Den Haag en woonden zij daar een zitting bij. Tussen de Nederlandse en de Vlaamse week werden ook de Straatsburgse instellingen (de Raad van
Europa en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens) verkend. De deelnemers aan de zomercursus mensenrechten vertegenwoordigden vier continenten; ze kwamen uit Japan, India, Soedan, Zimbabwe, Ecuador, Suriname, Polen, Roemenië, ex-Joegoslavië, Duitsland, Noorwegen en Nederland. Ook hun uiteenlopende professionele achtergrond verrijkte de cursus: sommigen werkten bij een mensenrechtenngo, anderen waren (doctoraats)student of advocaat, nog anderen werkten voor het openbaar ministerie of het ministerie van Buitenlandse Zaken of Ontwikkelingssamenwerking of voor een internationale instelling. De twee weken van intellectueel hoogstaand en geëngageerd denken en spreken over mensenrechten werden feestelijk afgesloten met de uitreiking van een certificaat aan de deelnemers en een receptie in het stadhuis van Leuven. Gewapend met veel nieuwe kennis over mensenrechten, en met een hoop vrienden erbij, keerden de deelnemers nadien terug naar hun eigen leef- en werksituatie om ook daar mensenrechten tot hun recht te laten komen. De eerste zomercursus, die nog het keurmerk van een experiment droeg, is een succes gebleken. Volgende edities mogen niet meer ontbreken. Wouter Vandenhole Assistent Rechtsfaculteit K.U.Leuven
VRG-Alumni sponsort drie projecten Actuele en potentiële leden van onze vereniging moeten weten wat VRG-Alumni met zijn lidgelden doet. In het vorige nummer van dit Magazine gaven we hieromtrent reeds enkele verduidelijkingen. Een forfaitaire som van 500 000 BEF, zo kondigden we toen aan, is reeds overgemaakt aan de rechtsbibliotheek, die onze leden gratis inkom, deskundig advies en een hoogstaande collectie aanbiedt. Een tweede schijf van maximaal 500 000 BEF werd ter beschikking gehouden voor projecten van facultaire oorsprong en/of leden van VRG-Alumni, die het belang van de faculteit zouden dienen. Op 28 februari 1997, uiterste datum voor indiening, waren vier zulke projecten ingediend. Ze zijn eerst onderzocht door een beperkte “commissie sponsoring”, met leden van het faculteitsbureau en het bestuur VRGAlumni, vervolgens ook door het voltallige bestuur en de Senaat van de alumni. Op de alumnidag was het dan eindelijk zover: onze secretaris kon bekendmaken welke drie initiatieven op steun van VRGAlumni kunnen rekenen. Trouw aan zijn basisoptie van steun aan de bibliotheek, zal VRG-Alumni vooreerst 250 000 BEF schenken voor de aankoop en terbeschikkingstelling van CD-ROM’s over Nederlands en Duits nationaal recht (in full text) en voor de bijhorende hardware. Dit brengt de totale steun vanwege de alumni aan de Rechtsfaculteit dit jaar op meer dan 800 000 BEF want ook de gelden van ereleden gaan rechtstreeks en integraal naar de bibliotheek. Waartoe dient nu de bijkomende projectsteun? Eenieder begrijpt dat het stilaan onmogelijk wordt om het Belgisch, Europees, internationaal én buitenlands nationaal recht een hoogwaardige papieren collectie te handhaven, laat staan verder uit te bouwen. Traditioneel ontbraken echter de middelen om te experimenteren met het voor de hand liggende alternatief van een electronische bibliotheek: gedurende een overgangsperiode moet dan immers zowel een papieren als een electronische collectie op peil worden gehouden. Dat is precies wat de steun van
VRG-Alumni nu mogelijk moet maken, althans voor het recht van Nederland en Duitsland waarvan uitstekende electronische verzamelingen bestaan. Voldoen de geïnformatiseerde rechtsverzamelingen, dan liggen niet alleen een besparing en kwaliteitsverhoging in het verschiet, maar zal het in de toekomst allicht ook mogelijk blijken om CD’s via een soort internet op afstand te raadplegen, zonder dat men zich nog naar de bibliotheek moet verplaatsen. Voor alle alumni, ook voor diegenen die niet regelmatig naar Leuven komen, biedt zulks prachtige perspectieven. Daarnaast is beslist om een aanloopsteun van telkens 50 000 BEF toe te kennen aan twee veelbelovende lessenreeksen die in de nabije toekomst starten. De inrichting van een twee weken durende zomercursus “Rechten van de Mens” door het Instituut voor de Rechten van de Mens, in samenwerking met de Nederlandse Onderzoeksschool Rechten van de Mens, zal het internationaal profiel van de faculteit nog versterken. De professionele begeleiding van pleitoefeningen tenslotte beantwoordt blijkbaar aan een reële behoefte van rechtsstudenten in Leuven en Kortrijk: de vorig academiejaar op vrijwillige basis in Leuven georganiseerde pleitoefeningen werden immers enthousiast onthaald. Het systeem van projectsteun dat nu met succes is gelanceerd, moet de reële toegevoegde waarde van VRG-Alumni voor de Rechtsfaculteit zichtbaarder maken. Dat is geen doel op zich maar een middel om nieuwe leden te vinden en bestaande leden te behouden. Behalve meer vreugd verzekeren meer leden immers ook meer financiële steun voor de faculteit. Wouter Devroe Criteria voor steun aan projecten in het academiejaar 1997-98 en een nieuwe uiterste indiendatum zullen in het volgende nummer van dit Magazine worden bekendgemaakt.
Verkiezing bestuur VRG-Alumni 1998 - 2003 Oproep kandidaatstelling Op 14 maart 1998 wordt tijdens de alumnidag een nieuw VRG-bestuur (voorzitter, secretaris,leden) gekozen voor de periode 1998 - 2003. Kandidaten worden geacht zich 4 à 5 keer per jaar te kunnen vrijmaken voor de bestuursvergadering (’s avonds). Daarnaast wordt van hen ook verwacht dat ze één of meer bijzondere verantwoordelijkheden opnemen (bv. sponsoring, begroting, organisatie sportdag, alumnidag, jaarwerking, regionale werking, jobdienst, magazine, jongerenwerking…) Schriftelijke kandidaturen worden verwacht op het VRG-secretariaat vóór 15 januari 1998; Tiensestraat 41, 3000 Leuven
11
V e r s l a g
VRG-Junior verslag vierdaagse Praag
Van 7 tot 11 mei trokken we met VRG-Alumni (Junior) naar de Tsjechische hoofdstad Praag. Ons eerste stadsbezoek voerde naar het Wenesclasplein, het hart van Praag met de Stare Mesto (oude wijk), waar student Jan Pallach zichzelf tijdens de Praagse lente in brand stak, en vervolgens naar het OudeStadsplein met het schitterende astronomische uurwerk. In Praag werd destijds de première van Don Giovanni opgevoerd. Toen Mozart in tijdsnood geraakte bij het afwerken van deze opera, werd hij gewoon opgesloten tot hij klaar was. Wij woonden op donderdagavond een andere wereldberoemde opera bij in het prachtige operagebouw van Praag: La Traviata van Guiseppe Verdi. Op vrijdagochtend stond een bezoek aan de jodenwijk met zijn talrijke synagogen op het programma. We herdachten de 77.297 Praagse slachtoffers van de nazi-terreur en wandelden door het Joodse kerkhof, waar wegens plaatsgebrek de grafzerken in twaalf lagen over elkaar werden gelegd. Nadien wandelden we via de prachtige Karlsbrug met zijn barokstandbeelden terug de oude stad binnen. ’s Avonds werden we vergast op een privéconcert in het Strachovklooster. Twee solisten van de opera van Praag brachten een aantal aria’s van Tsjechische componisten én van Mozart ten gehore. Tijdens de pauze kon even worden bijgepraat bij een glaasje champagne.
Als toemaatje kregen we nog de Kattenaria van Rossini te horen. Op zaterdag wandelden we doorheen het Loretocomplex, de burcht, de Sint-Vituskathedraal en het drukke gouden straatje (met het huis van Franz Kafka). We bezochten ook de kapel van de Spaanse heilige Stavosta, die niet met een heiden wilde trouwen. Ze bad om hulp en kreeg prompt een baard. VRG-Junior sponsorde ’s namiddags een biertje op het binnenplein van de middeleeuwse brouwerij U Fleku, waarna een voorstelling van de Laterna Magica op het programma stond. Nadien werden de bloemetjes nog buitengezet tot in de vroege uurtjes. Anne Melchior. Noot van de redactie: wij zijn de gelukkige bezitters van een zéér uitgebreid en gedetailleerd reisverslag van de hand van Anne Melchior, dat ingeval van publicatie jammer genoeg (hoewel?) het ganse VRG-magazine zou inpalmen. Wie zich niet meer herinnert hoe laat we exact in Praag arriveerden, in welke straten we precies hebben rondgeslenterd, hoeveel grafstenen er op het Joodse kerkhof liggen en wanneer Jan Pallach werd geboren, kan dit juweeltje gratis aanvragen om bij zijn/haar fotoalbum te voegen. Onze volgende citytrip vindt plaats in het najaar van 1998 en voert ons naar het Turkse Istanbul (zie hieronder).
Vijfdaagse Istanbul (zaterdag - woensdag) Najaar 1998 (oktober/november) Prijs: 8.000 à 9.000 frank Inbegrepen: vlucht en taksen 1 dag begeleide excursie met lunch vier overnachtingen in 3-sterrenhotel (kamer & ontbijt)
• • •
12
Geïnteresseerd ? Meld dan je naam en adres bij het VRG-Alumni-secretariaat: p.a. Christine Verhoeven, Tiensestraat 41, 3000 Leuven, tel. 016/32.54.81 - fax 016/32.54.80 - e-mail
[email protected]. Wij contacteren je dan zodra we over meer informatie beschikken.
M e d e d e l i n g e n
Bibliotheek KULAK Aan de rechtsfaculteit van de KULAK is momenteel een wervingscampagne bezig teneinde de juridische bibliotheek uit te bouwen als referentiebibliotheek voor de regio. De KULAK-bibliotheek is inderdaad vrij toegankelijk voor de alumni (maandagvrijdag: van 8.30 u tot 19.00 u; zaterdag: van 9.00 u tot 12.00 u). Bij deze wordt een warme oproep gedaan aan de alumni om bepaalde leemtes uit het verleden
in de juridische collectie mee te helpen wegwerken door het schenken van juridische boeken of tijdschriften aan de KULAK. U kunt terzake contact opnemen met de bibliotheekverantwoordelijke Prof. dr. B. Tilleman (056/24 61 56).
Prof. Dr. J. MONBALLYU Prof. Dr. G. MACOURS Prof. Dr. B. TILLEMAN
Doctoraten PARMENTIER Stephan “The Implementation of International Human Rights Norms. A Case Study of the Individual Complaint Under the European Convention on Human Rights” Promotor: Prof. L. Huyse Co-promotor: Prof. P. Lemmens Datum: 16 april 1997 ANGELET Nicholas
Op zaterdag 23 mei 1998 organiseert VRG-Alumni een sportdag te Leuven (sportkot). Diverse sporten zullen aan bod komen, een fietstocht, een wandeltocht, tennis, ploegsporten,… Suggesties zijn altijd welkom op het secretariaat van VRG-Alumni (Tiensestraat 41, 3000 Leuven). Meer informatie hierover vindt u in het volgende Magazine.
“Het gezag van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties” Promotor: Prof. E. Suy Datum: 6 oktober 1997 VANDENBERGHE Luk “Aftrek en Teruggaaf van BTW” Promotor: Prof. F. Vanistendael Datum: 1 juli 1997
VRG-Alumni Jobdienst De Jobdienst van VRG-ALUMNI biedt aan alumnileden de Job - Wijzer aan. De Jobwijzer bevat vacatures voor juristen en wordt op vrijwel permanente basis verstuurd, via de gewone post, fax of e-mail. Hebt u een plaatsaanbieding ? Stuur de nodige gegevens naar de Jobdienst van VRG-ALUMNI en deze zorgt ervoor dat de vacature wordt gepubliceerd. Bent u op zoek naar een job ? Stuur uw naam en adres (ook fax en e-mail) op naar de Jobdienst van VRG-ALUMNI, met het verzoek de Jobwijzer te ontvangen, en u wordt op de mailing list van de Jobdienst geplaatst. Deze dienstverlening is enkel voor VRG-Alumnileden. VRG-Alumni Jobdienst Tiensestraat 41 – 3000 Leuven Tel. 016/ 32 54 81 Fax. 016/ 32 54 80 e-mail:
[email protected]
13
P u b l i c a t i e s
Lijst publicaties van alumni Februari tot augustus 1997 Aertsen I., Slachtofferbejegening door de politie, Bruylant, Brussel, 1996, 70 p. Blanpain R. e.a, Europäisches Arbeitsrecht (2. Aufl.), Nomos, Baden-Baden, 1996, 488 p. Blanpain R. en Windey P., European works councils - 2nd ed., Peeters, Leuven, 1996, 406 p. Blanpain R., El caso Bosman: el fin de la era de los traspasos?, Civitas, Madrid, 1997, 233 p. Blanpain R., Law in Motion / ed., Kluwer Law International, Dordrecht, 1996, 2 vol. Blanpain R., Loon en werk in de digitale economie (wet van 26 juli 1996), Peeters, Leuven, 1997, 222 p. Deketelaere K. ed., Milieurecht in Belgie: status questiones anno 1997, Die Keure, Brugge, 1997, Lix, 975 p. Deketelaere K. ed., Vlaamse fiscaliteit: status questionis 1997, Die Keure, Brugge, 1997, XVIII, 294 p. Engels C., Ontslag wegens dringende reden, Ced. Samsom, Diegem, 1997, 215 p. Faure M., Deketelaere K. ed., Ius commune en milieurecht: actualia in het milieurecht in Belgie en Nederland, Intersentia, Antwerpen, 1997, 399 p. Feron B. en Taevernier B., Principes généraux du droit des marchés financiers, Larcier, Brussel, 1997, 390 p. Fijnaut C. en Lauwaert K., Het Belgische politiewezen: wetgeving, beleid, literatuur, Kluwer Rechtswetenschappen, Antwerpen, 1997, IX, 276 p.
14
Foblets M.-Cl. ed., Mensenrechten: Jaarboek 1995/96 van het ICM / K. Rimanque en ICM Familles - Islam Europe.
Foblets M.-Cl. ed., Wetboek Vreemdelingenrecht. Deel 1: Grondrechten, nationaliteit, verblijf, identiteitsdocumenten en paspoort, Maklu, Antwerpen, 1997, 591 p. Herbots J. ed., Overheidsopdrachten: een juridische en economische benadering, Die Keure, Brugge, 1997, XV, 175 p. Herbots J. en Merchiers Y., Woninghuur na de Wet van 13 april 1997, Die Keure, Brugge, 1997, XXIII, 317 p. Huldeboek Prof. Dr. Louis Paul Suetens, Op de grens van het ideaal denkbare en het praktisch haalbare, Die Keure, Brugge, 1997, XII, 532, 14 p. Hutsebaut C., Kinderen houden niet van krokodillen, EPO, Berchem, 1997, 276 p. IMR KU Leuven Recente evoluties inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschappen: studiedag 12 december 1996. Janssens M.C., Uitvindingen in dienstverband met bijzondere aandacht voor uitvindingen aan universiteiten, Bruylant, Brussel, 1996, 700 p. Jura Falconis Libri, De onteigening ten algemenen nutte, s.n.s.l., 1996, meerv. gepag. Malfliet K., Wie is bang voor OostEuropa? ed., Garant, Leuven, 1996, 200 p.: ill. Pieters D. en Ballon E., Het Europese kartelrecht en de ziekenfondsen, Maklu, Antwerpen, 1997, 41 p. Pieters D.en Van den Bogaert, The consequences of european competition law for national health policies, Maklu, Antwerpen, 1997, 58 p. Raucent L. en Leleu Y.H, Les régimes matrimoniaux, Larcier, Brussel, 1997, 443 p.
Schoukens P. ed., Prospects of social security co-ordination, Acco, Leuven, 1997, 237 p. Sluyts C., Het onroerend goed en de nalatenschap, Kluwer Rechtswetenschappen België, Antwerpen, 1997, XI, 194 p. Straetmans G., Consument en markt: onderzoek naar de rechtspositie van de consument op de Europese interne markt, met de financiële sector als toetssteen ( Doctoraat), K.U.Leuven, Faculteit Rechtsgeleerdheid, 1997, III, 373, LXXVI. Tanghe F., Het spaghetti-arrest, Hadewijch, Antwerpen, 1997, 179 p.: bijl. Tilleman B., Het statuut van de commissaris-revisor, Institut des reviseurs d’entreprises, Bruxelles, 1997, 104 p. Tilleman B., Lastgeving, StoryScientia en Kluwer Rechtswetenschappen België, Deurne, 1997, XVIII, 396 p. Van Eecke P., Criminaliteit in cyberspace, Mys en Breesch, Gent, 1997, XII, 121 p. Van Houtte J., De zakenwereld en de juridische dienstverlening, Acco, Leuven, 1996, 95 p. Van Praet B., De prijsvorming van geneesmiddelen in Europa, Maklu, Antwerpen, 1997, 71 p. Vanachter O. ed., De welzijnswet werknemers: de wet van 4 augustus 1996, Intersentia, Antwerpen, 1997, 362 p. Vandenberghe L., Doctoraat, Aftrek en teruggaaf van BTW: analyse van de Europese bepalingen en hun implementatie in de Belgische BTW-reglementering, in vergelijking met de reglementering in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Italie en het Verenigd Koninkrijk, K.U.Leuven, Faculteit Rechtsgeleerdheid, 1997, 3 vol.
Vanoverbeke J., 100 vragen over aandelen, Ced Samsom, Diegem, 1997, 347 p. Vanoverbeke J., De burgerlijke vennootschap; de vernieuwende oplossing voor familiale vermogensplanning, Ced Samsom, Diegem, 1997, 117 p.
Verbeke A. e.a., Vijf jaar voorrechten, hypotheken en andere zekerheden, Mys en Breesch, Gent, 1997, XVII, 406 p. VLOSZ 2002, De Vlaamse sociale zekerheid in 101 vragen en antwoorden. 1996, 112p.
UITGEVERIJ PEETERS
Buitenlandse elektronische bronnen in de faculteitsbibliotheek, met dank aan Alumni. Zoals zo vele bibliotheken wordt ook de bibliotheek van de rechtsfaculteit sinds enkele jaren geplaagd door de verscheurende keuze om voor bepaalde delen van haar documentatie al dan niet over te schakelen op elektronische dragers. Inzake Belgisch recht stelde zich dit probleem vooralsnog niet echt. Ten eerste zijn de meeste nationale elektronische producten niet echt vervangend maar eerder aanvullend en ontsluitend (bijvoorbeeld Judit). Ten tweede is het gebruik van de Belgische collectie zo intensief dat het voorlopig hoe dan ook moeilijk denkbaar is om het papieren equivalent de deur uit te gooien (bijvoorbeeld RAJBi). Er zijn trouwens nog te veel papierfanaten onder ons lezerspubliek, die meteen ontregeld raken als ze horen dat bepaalde informatie wel eens uit een computerschermpje moet gehaald worden. Inzake buitenlands recht is de situatie echter enigszins anders. Er bestaan op dit terrein immers al heel wat meer elektronische producten die de volledige teksten bevatten van bepaalde tijdschriften of rechtspraakverzamelingen. Deze tijdschriften of verzamelingen bezit de bibliotheek echter reeds op papier en deze dingen worden bovendien minder frequent gebruikt. Omdat de nieuwe elektronische producten dan ook nog meestal eerder duur zijn, is het duidelijk heel wat minder evident om deze aan te kopen en tegelijk ook de papieren collectie gewoon voort te zetten. Stopzetten van de papieren collectie is echter een zware beslissing, daarvoor zijn tal van redenen, die u zelf wel kan verzinnen. Anderzijds bieden elektronische publicaties enorme voordelen: kleine opslagruimte, betere zoek-
mogelijkheden, simultaan gebruik van dezelfde bronnen, geen diefstal mogelijk, enzovoort... De bibliotheek zocht dus naar een mogelijkheid om minstens tijdelijk via extra financiering toch de dubbele aanschaf te realiseren om dan na een jaar het gebruik van de nieuwe media te evalueren. De 250.000 frank, geschonken door de alumni, boden daartoe een uitgelezen kans. Welke publicaties werden met dit geld verworven? Het gaat om enkele abonnementen op CD-ROM’s met Nederlands, Frans en Duits recht. Een overzichtje: - inzake Nederland: “ADW” (Algemene Databank Wetgeving) + “Juridische Bibliotheek” (inhoud van de tijdschriften Nederlandse Jurisprudentie, Administratiefrechtelijke Beslissingen, Data Juridica en nog een tiental andere), allemaal van uitgever Wolters Kluwer. - inzake Duitsland: “Bundesrecht” (alle van kracht zijnde Duitse wetgeving) van uitgever Juris GMBH, “LSK auf CD-ROM) (Leitsatzkartei deutsches Recht, qua inhoud vergelijkbaar met Judit) van uitgever Beck. - inzake Frankrijk: “Recueil Dalloz CDROM” (7 jaargangen van het bekende tijdschrift Recueil Dalloz, met wetgeving, rechtspraak en rechtsleer) uiteraard van uitgever Dalloz. Om dit alles tenslotte in de bibliotheek te consulteren werd ook een nieuwe PC gefinancierd door de onvolprezen alumni. Komt dat zien. Christoph Malliet
15