Vlaanderen zuurstof geven
Informatiefolder als toelichting bij de enquête
bloedingsziekte bij de paardenkastanje
Werkgroep “Paardenkastanje” www.paardenkastanje.be
Agentschap voor Natuur en Bos
Inhoudsopgave
Inleiding Bloedingsziekte in Vlaanderen Bloedingsziekte herkennen Wat veroorzaakt de bloedingsziekte? Aanpak Voorlopige aanbevelingen voor beheerders Contacten en algemene informatie
1. Inleiding
De paardenkastanje (ook wel de wilde kastanje genoemd) is een algemeen voorkomende boomsoort in tuinen, parken en openbare aanplantingen. De boom heeft vooral een esthetische, visuele waarde maar het hout heeft nagenoeg geen economische waarde. Het geslacht paardenkastanje (Aesculus) omvat meerdere soorten en variëteiten die verder niet besproken worden in deze brochure. Vermoedelijk het meest voorkomend is de gewone of witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) en in mindere mate zijn cultuurvariëteit ‘Baumannii’ en de rode paardenkastanje (Aesculus x carnea, Aesculus x carnea ‘Briottii’). De overige soorten van het geslacht zijn beduidend zeldzamer. De tamme kastanje (Castanea) is een totaal andere boomsoort met overigens eetbare vruchten. Maar de paardenkastanje wordt sinds ca. 1998 veelvuldig belaagd door de rupsen van de paardenkastanjemineermot die het blad van binnenuit opeten. Daardoor verdorren de bladeren. Tot nog toe is gebleken dat dit insect de conditie van de bomen niet aantast en dat de schade vooral van esthetische aard is. Sinds enige tijd komen uit verschillende hoeken van het land alsmaar meer meldingen van paardenkastanjebomen die wegkwijnen. Ze zijn aangetast door de ‘bloedingsziekte’, zo genoemd omdat aangetaste bomen vochtplekken op de stam vertonen waaruit een bloedkleurige vloeistof lekt. De overlevingskansen van een zieke paardenkastanje lijken zeer gering: bij geen enkele boom is al herstel aangetoond en er zijn al meerdere gevallen gekend waarbij de boom helemaal het loodje legt. De indruk bestaat dat de ziekte ook in Vlaanderen sluipend toeneemt. Ook elders in West-Europa, zoals in Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, is de bloedingsziekte aan de orde. En niemand weet echt waarom.
1
2. Bloedingsziekte in Vlaanderen Op basis van verschillende spontane meldingen blijkt dat ook in Vlaanderen paardenkastanjes aan de bloedingsziekte lijden. Het gaat hierbij om schade aan volwassen bomen maar ook jonge bomen in aanplantingen en in kwekerijen. Uit een beperkte rondvraag bij de gemeentelijke groenverantwoordelijken (V.V.O.G., september 2005) blijkt dat ongeveer 34% van de bomen symptomen vertonen die duidelijk verwijzen naar de bloedingsziekte. Op basis van de enquête op de website van Bomen Beter Beheren v.z.w. wordt het aantal aangetaste paardenkastanjes geschat op ongeveer 58% (46 meldingen tot 19-01-2006). Het is echter niet zeker of het hier in alle gevallen echt de bloedingsziekte betreft. De schade grijpt snel om zich heen en aangetaste bomen sterven soms af. Aangezien de betrokken bomen vaak in een stedelijke omgeving staan, zou hun vervanging (kappen, afvoeren en heraanplanten) een dure onderneming kunnen worden. Op initiatief van het kabinet van de Vlaamse Minister-president werd in het najaar van 2005 de werkgroep ‘Paardenkastanje’ opgericht om de bloedingsziekte van de paardenkastanje in Vlaanderen op te volgen. De doelstelling van de werkgroep is: - Een beeld krijgen van de aanwezigheid en de verspreiding van de bloedingsziekte bij paardenkastanje in Vlaanderen, alsook van de ernst en van de evolutie van de aantastingen. Daartoe zal een algemene bevraging georganiseerd worden bij gemeentelijke groenbeheerders en beroepsmensen uit de privé-sector. - Communiceren van onderzoeksresultaten aan het beleid en de verschillende betrokken Actoren. - Voorstellen en aanbevelingen formuleren om bloedingsziekte te beheersen. - Het ter beschikking stellen van zoveel mogelijk relevante informatie via www.paardenkastanje.be.
2
3. Bloedingsziekte herkennen Het is vooralsnog niet mogelijk om de bloedingsziekte vroegtijdig te herkennen omdat de typische aantasting aanvankelijk onder de bast van de boom aanwezig is. Het is evenmin duidelijk welke andere symptomen specifiek wijzen op de aanwezigheid van bloedingsziekte. Bladeren die vergelen of bruin kleuren, twijgen die afsterven, vruchtjes die verdrogen en afvallen: het zijn verschijnselen die ook andere oorzaken kunnen hebben. Het is wel bekend dat in het begin van de aantasting niet veel meer te zien is dan kleine roestbruine vlekjes op de schors. Die vallen nauwelijks op. Die bruine vlekjes worden geleidelijk groter tot vochtplekken die beginnen te ‘bloeden’. De lekkende vloeistof is eerst helder geelachtig, wordt dan donker, bloedkleurig, stroperig en plakkerig en trekt als strepen over de stam naar beneden. Tussen het verschijnen van de eerste symptomen en het daadwerkelijk afsterven, verloopt meestal ongeveer 1 tot 3 jaar. Maar de ziekte heeft soms een sneller verloop: een getroffen boom kan ook binnen enkele maanden dood zijn. In ernstige gevallen sterft een gezond uitziende boom in korte tijd af. Het schadebeeld is heel uiteenlopend met gradaties van symptomen die rechtstreeks of onrechtstreeks van de bloedingsziekte afkomstig zijn. De aantasting kan zichtbaar worden op twijgen, op de gesteltakken of op de stam. Een deel van de boomkroon of de ganse boom kan uiteindelijk afsterven. Door de bloedingsziekte aangetaste paardenkastanjes vertonen – meestal in meer of mindere mate gecombineerd – de volgende zichtbare kenmerken:
Zwarte vlekken op de stam of op de gesteltakken: de vlekken beginnen als een vochtig wondje, ze lekken vloeistof naarmate ze groter worden. Wanneer die vloeistof opdroogt gaan de vlekken er als donkere korstige wratten uitzien.
Stroperige uitvloei die al dan niet op de korstige zwarte vlekken voorkomt. De kleur evolueert van helder geel over donkerrood naar bruinzwart. Deze vloeistof is rijk aan suiker dat in contact met de buitenlucht oxideert wat de roestbruine kleur verklaart.
3
De stroperige uitvloei vormt vaak een vochtig, vettig, bruinzwart spoor op de schors. Na opdrogen wordt het spoor bleker tot korstig wit. Het is nog onduidelijk of dit verschijnsel een typisch kenmerk voor de bloedingsziekte is. Uitvloei kan ook terug te voeren zijn op oude, vaak nog niet volledig overgroeide verwondingen.
Bastscheuren: de bast laat los en scheurt. Het zijn meestal relatief korte scheuren (5-20 cm) die min of meer in de lengterichting van de stam of gesteltak liggen. Het onderliggende weefsel komt open te liggen. Er komen soms meerdere scheuren dicht tegen elkaar voor en ze zijn vaak gecombineerd met de zwarte vlekken en stroperige uitvloei. In het meest ernstige geval leidt de ziekte ertoe dat de bast van de boom rondom loslaat waardoor de boom als het ware wordt geringd.
Een vroegtijdige vergeling van de boomkroon of van een kroondeel.
Taksterfte of volledig afsterven van de boom. Het afsterven wordt meestal vooraf gegaan door (één of enkele van) de bovenstaande symptomen.
4
4. De huidige stand van het onderzoek naar de oorzaken
Fytopathologisch onderzoek Er is nog geen volledig beeld over wat nu precies de oorzaak is van de bloedingsziekte van de paardenkastanje. In Vlaanderen wordt door het ILVO (Instituut voor Landbouw & Visserij Onderzoek, eenheid Plant - Gewasbescherming) onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken van deze ziekte. Hierbij is vooral aandacht besteed aan schimmels en bacteriën als mogelijke ziekteverwekkers. De aantasting lijkt niet veroorzaakt te zijn door een schimmel. Er zijn geen schimmels geïdentificeerd die in alle stalen van zieke bomen aanwezig zijn en als primaire ziekteverwekkers kunnen geduid worden. Deze conclusie werd genomen op basis van kweektesten, maar ook vooral op basis van DNA-onderzoek, waarbij DNA-profielen de schimmelsoorten tonen die in overmaat aanwezig zijn in de stalen van zieke bomen. Bastverkleuring en bloeding zijn vrij aspecifieke symptomen en komen bijvoorbeeld ook voor bij ziekten veroorzaakt door Phytophthora-soorten, een groep van organismen die verwant is met schimmels. Daarom is ook de mogelijkheid van Phytophthora-aantasting onderzocht. Aan de hand van kweektesten en specifieke DNA-testen is besloten dat Phytophthora ook niet de primaire oorzaak is van dit bloedingsyndroom. In het bloedingszieke bastweefsel van gesteltakken, van de stam, in afstervende twijgen en in verdroogde vruchten is een bacterie vastgesteld die tot de groep Pseudomonas syringae behoort. Het ziekteverwekkende karakter ervan is tot nog toe enkel aangetoond met klassieke pathologische labotesten en DNA-methoden. Bijkomende testen moeten echter definitief uitsluitsel geven of dit de oorzaak van de bloedingsziekte is. Pseudomonas syringae is bij houtachtige planten een gekende oorzaak voor het afsterven van twijgen en de vorming van bastkankers. In paardenkastanjes met bloedingsziekte is ze teruggevonden in de typische bastaantasting en bloeding op stam en takken. Ze is ook aangetoond in andere weefsels van paardenkastanjes met een uitgedunde en vergeelde kroon en bij bomen die nog geen merkbare scheuren of bloeding vertonen. Op basis van de verschillende testen blijkt dat het gaat om een bacterie die te onderscheiden is van de tot hiertoe gekende Pseudomonas syringae varianten (pathovars).
5
Toelichting: Eenzelfde bacterie-type is geïsoleerd uit heel verschillende delen van paardenkastanjes met tekenen van aftakeling (vergeelde en uitgedunde bladkroon) of bloedingsziekte. Het ILVO beschikt over isolaten afkomstig uit verschillende regio’s en steden in Vlaanderen, uit verschillende soorten paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum en A.X carnea), uit zowel oudere als jongere bomen. De DNA-testen op de isolaten uit de verschillende boommonsters geven aan dat het wel degelijk telkens over dezelfde bacterie gaat en dat ook de bacterieisolaten afkomstig uit Nederland (Plantenziektenkundige Dienst, Wageningen) identisch zijn.
Vervolgonderzoek aan het ILVO zal de eigenschappen van deze bacterie nagaan. In Nederland startte de Werkgroep Aesculaap in 2004 met een verkennend onderzoek naar de ziekte. De voorlopige resultaten van dit onderzoek bevestigen de resultaten van het ILVOonderzoek. Naast het onderzoek op schimmels en bacteriën is ook de mogelijkheid van infectie door virussen, viroiden en fytoplasmen nagegaan. Er is een virussoort gevonden in verschillende stalen, maar de relatie tot de bloedingsziekte is onzeker daar het virus ook aanwezig is in gezonde bomen. Er wordt besloten dat fytoplasmen ook geen primaire oorzaak van de aantasting zijn en dat er geen indicaties zijn voor de rol van viroiden. De paardenkastanjemineermot of de koningsdopluis konden niet als vector worden aangetoond.
Houtanatomisch onderzoek De Nederlandse werkgroep Aesculaap heeft in een eerdere fase hout- en bastmonsters van zieke en gezonde paardenkastanjebomen microscopisch onderzocht. In de monsters van zieke bomen zijn de houtvaten vaak gevuld met korrelig materiaal. Bovendien is vlakbij het cambium sprake van cel- en weefselafbraak. Uit microscopisch onderzoek van bloedingsplekken blijkt dat de paardenkastanje een afweerreactie heeft tegen het afsterven van het bastweefsel door vorming van nieuwe kurklaagjes. Zo ontstaat er een barrière tussen aangetast en niet aangetast weefel. Het lijkt erop dat de boom op deze wijze probeert uitbreiding van de ziekte te belemmeren.
6
Meer stressfactoren voor paardenkastanjes. Paardenkastanjebomen hebben niet alleen last van de bloedingsziekte. Ze lijden ook onder andere stressfactoren, zoals de vraat van de paardenkastanjemineermot (Cameraria ohridella). De larven van de paardenkastanjemineermot tasten de bladeren zodanig aan dat de fotosynthese in grote delen van het blad onmogelijk wordt. Het is mogelijk dat deze en andere stressfactoren (bijv. gevonden virus) de kans vergroten dat pathogenen zoals Pseudomonas kunnen toeslaan en de paardenkastanje besmetten. Anderzijds kan er een verband bestaan tussen een aantasting en de groeiomstandigheden van de boom. Paardenkastanje is een boomsoort die algemeen gezien een warme, niet te compacte en een vochtdoorlatende bodem verkiest.
7
5. Aanpak Om een juister inzicht te krijgen in het probleem van de bloedingsziekte bij de paardenkastanje wordt een algemene rondvraag gedaan bij de Vlaamse gemeenten, boomverzorgers, tuinaannemers en boomkwekers. Deze bevraging gebeurt aan de hand van het ‘meldingsformulier bloedingsziekte paardenkastanje’ (te bekomen via of bij één van de onderstaande organisaties of via hun website). Bedoeling is om zicht te krijgen op de geografische verspreiding en het aantal beschadigde bomen, de aard van de schade, de omstandigheden waarin de schade voorkomt en of er een verband bestaat tussen de aantasting door de paardenkastanjemineermot en de afnemende conditie van de bomen. De ingevulde formulieren worden ingediend bij: Doelgroep Privébedrijven
Overheden
Nieuwe formulieren aanvragen
www.paardenkastanje.be
www.paardenkastanje.be
Formulieren indienen (en te bekomen)
vzw Bomen Beter Beheren
Agentschap voor Natuur en Bos
Contactpersoon
Koen Linskens Geert Top
Yves Decuypere
Adres
Boomstraat 44 9890 Dikkelvenne
Koning Albert II-laan 20/8 1000 Brussel
Telefoon
09-384 17 04
02-553 81 16
e-mailadres / website
[email protected] www.bomenbeterbeheren.be
yves.decuypere@ lin.vlaanderen.be www.natuurenbos.be
De verwerking van de gegevens wordt uitgevoerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (Diagnosecentrum Bomen). De resultaten van de enquête en eventuele nieuwe informatie zullen gepubliceerd worden op www.paardenkastanje.be. Elke medewerking aan de werkgroep gebeurt momenteel op vrijwillige basis. Het is echter een betrachting van de werkgroep om de nodige middelen te vinden om de problematiek meer in detail te kunnen onderzoeken.
8
6. Voorlopige aanbevelingen voor eigenaars en beheerders De juiste oorzaak en omstandigheden van de bloedingsziekte zijn momenteel nog niet met zekerheid gekend, zodat nog geen gericht beheersingsadvies kan gegeven worden. De onderstaande maatregelen gaan vooral uit van het voorzorgsprincipe. Bij de uitvoering van deze aanbevelingen moet uiteraard steeds rekening gehouden worden met de bestaande wetgeving en reglementen (BV. kapregeling, verwerking van plantenafval,…).
Algemeen: Zieke en gezonde paardenkastanjes zoveel mogelijk met rust laten!
Beheer van aangetaste bomen: Verricht geen werkzaamheden aan aangetaste paardenkastanjes; dit om eventuele verspreiding van de ziekte te voorkomen. Dit houdt in: niet snoeien of kandelaren, geen wortelzones beschadigen of bemesten,… Als bomen toch gesnoeid moeten worden, ontsmet dan het gereedschap na elke boom. Dit kan het best gebeuren met een ontsmettingsmiddel (op basis van didecyldimethylammoniumchloride of dimethyldidecylammoniumchloride) en overeenkomstig de betreffende verpakking of bijsluiter zowel i.v.m. de juiste toepassing als i.v.m. persoonlijke bescherming. Bescherm de handen met stevige schoonmaakhandschoenen. Dompel een harde borstel in de ontsmettende oplossing en wrijf het product goed over het gereedschap. Enkele producten die in aanmerking komen voor het ontsmetten van het gereedschap (opgelet: bepaalde producten kunnen corrosief zijn voor sommige materialen) : Handelsnaam
Producent
erkenningsnummer
Corrosief
Horti-Desin Menno-Ter-Forte Virocid
CID LINES Brinkman bvba CID LINES
8314/B 8277/B 8779/B
+ +
Proeven met Virocid hebben uitgewezen dat er geen bacterieel residu op een gecontamineerd snijvlak van een mes achterblijft na 1 minuut contact. Actief chloor is niet geschikt wegens te corrosief voor metaal.
9
Werken uitvoeren aan paardenkastanjes Begin met de werkzaamheden aan de meest gezonde bomen.
Omgaan met aangetast materiaal Aangetaste bomen kunt u het beste laten staan tenzij ze een veiligheidsrisico vormen. Particulieren dienen hiervoor hun gemeentebestuur te raadplegen.
Aanplanten en verplanten Nieuwe aanplant kan heel snel ziek worden. Daarom is het aangewezen om voorlopig geen paardenkastanjes aan te planten. Verplanten van paardenkastanjes - ziek of gezond - wordt afgeraden. Verplanten betekent een tijdelijke verzwakking van de plant, waardoor het risico voor het uitbreken van de ziekte groter wordt.
Gebruik van het hout Algemeen wordt aangenomen dat het aangewezen is om houtsnippers van aangetaste bomen te composteren bij een minimale temperatuur van 50-60°C. Dek de composthoop af met een ander organisch materiaal dan de houtsnippers; de buitenlaag van de composthoop bereikt immers zelden de 50-60°C. Het wordt afgeraden om ongecomposteerde houtsnippers van aangetaste paardenkastanjebomen te gebruiken als strooisellaag/afdeklaag in beplantingen.
10
W
11
Bronvermelding: De Wael, J. (2005, Vereniging Voor Openbaar Groen). Bevraging bij gemeentelijke groenverantwoordelijken. Niet gepubliceerd. Maes, M. & Van Vaerenbergh,J. (2005, C.L.O.). Persoonlijke mededeling, tekstdelen en foto's. http://www.kastanjeziekte.wur.nl/ (werkgroep Aesculaap, NL.) : tekstdelen, benadering. www.ppo.wur.nl : WUR Praktijkonderzoek Plant & Omgeving : foto's http://www.bomenbeterbeheren.be/high/index.php?enter=true Dijkshoorn-Dekker, M.W.C. (red.)(2005). Eindrapport onderzoeksprogramma 'Red de kastanje voor Nederland'. Werkgroep Aesculaap, Boskoop. 48pp. Wulf,A. et.al.(2005).Krankheiten und Schädlinge an der Rosskastanie. AFZ-Der Wald 16:851-855. Webber,J. (). Phytophthora Bleeding Canker of Horse Chestnut. Forest Research. The research agency of the forestry commission, UK. (In: http://www.forestresearch.gov.uk/pdf/bleedingcanker.pdf/$FILE/bleedingcanker.pdf ) Http://www.forestresearch.gov.uk/bleedingcanker Http://www.fytoweb.fgov.be/indexNL.asp
12
Colofon: Uitgever Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever Yves Decuypere, Communicatieteam ANB Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tekst Arthur De Haeck en Peter Roskams (INBO, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) Johan Van Vaerenbergh en Martine Maes (ILVO, Instituut Landbouw- en Visserijonderzoek – ex CLO) Redactie Arthur De Haeck Lay-out Patrick Van den Berghe, Agentschap voor Natuur en Bos Wijze van citeren De Haeck, A. en Roskams, P. 2006. Informatiefolder Bloedingsziekte bij de paardenkastanje. INBO in samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos, Geraardsbergen Wettelijk depot D/2006/3241/123 Overname van gegevens is toegestaan mits bronvermelding
13