Informatieblad Herkenning Epitrix soorten Voor aardappel importeurs, verwerkers en telers Systematiek: Epitrix soorten behoren tot de orde van kevers (Coleoptera), familie van de bladhaantjes (Chrysomelidae), en tribus van de aardvlooien (Alticini). Epitrix tuberis Gentner : Tuber flea beetle ; Altise des tubercules Epitrix cucumeris (Harris): Potato flea beetle (synoniem Haltica cucumeris) Epitrix subcrinita (LeConte) : Western potato flea beetle (synoniem Haltica subcrinita) Epitrix similaris Gentner Achtergrond De vier genoemde soorten aardvlooien uit het geslacht Epitrix hebben aardappel en andere Solanaceae als waardplant in Noord Amerika. In Portugal en aangrenzend gedeelte van Spanje is schade aan aardappelen ontstaan die gerelateerd is aan Epitrix soorten die in Europa niet voorkomen. Deze schade wordt veroorzaakt door Epitrix soorten uit Noord Amerika. Het risico is aanwezig dat deze aardvlooien mee komen met aardappelen, die in Nederland geïmporteerd worden uit Portugal en Spanje en Azoren. Epitrix soorten staan niet op de quarantaine lijst van de EU, maar wel op de quarantaine lijst van landen waar vanuit Nederland naar wordt geëxporteerd, zoals Oekraïne en Rusland. Vestiging van deze schadelijke Epitrix soorten in Nederland moet voorkomen worden. Behalve schade aan het aardappelgewas en de knollen, kunnen ook andere gewassen schade ondervinden. Epitrix tuberis wordt als de meest schadelijke beschouwd, maar alle Epitrix soorten zijn in het veld niet van elkaar te onderscheiden. Er komen in Nederland twee inheemse soorten Epitrix aardvlooien voor: Epitrix atropae, de wolfkers aardvlo, en E. pubescens, de nachtschade aardvlo. Van beide soorten is geen schade aan teeltgewassen bekend. Een bekende schadelijke aardvlo in Nederland is Phyllotreta nemorum, de grote gestreepte aardvlo, die bladschade op gewassen als vlas, suikerbiet, en koolzaad veroorzaakt en twee opvallend gele strepen op zijn dekschilden heeft. In enkele landen van Europa (Azoren,Turkije, Griekenland, Italië, Bulgarije) komt een andere Noord-Amerikaanse soort voor: Epitrix hirtipennis. Deze doet vooral schade aan tabak. Geografische verspreiding Canada, Verenigde .Staten., Zuid Amerika, Portugal + Azoren, en Spanje (Gallicië) Levenscyclus De volwassen aardvlooien overwinteren in grond op aardappelvelden of in grond van de omringende vegetatie. Zij kunnen ook overwinteren in aanhangende grond van aardappelen in winteropslag (Figuur 2). Bij het poten van deze aardappelen wordt het veld besmet met de meegekomen aardvlooien. Zodra de aardappel in het veld kiemt, gaan de kevers van het jonge blad eten en leggen eieren in de grond dicht bij de steel van de plant. De larven kruipen naar de wortels of de knollen en maken groeven in de knol waarin kurkweefsel ontstaat. Ook boren de larven op bepaalde aardappelcultivars diepere gangetjes in de knol waardoor de aardappelen voor de chipsindustrie niet meer verwerkbaar zijn. Bij verstoring van de larven kruipen ze in de grond en ze
worden nooit daadwerkelijk in of op de knollen aangetroffen. Verpopping heeft plaats in de grond. In Canada sterven begin juli de laatste kevers die hebben overwinterd, en vervolgens komt de volgende generatie kevers vanaf eind juli. In september/oktober kan bij gunstige omstandigheden een derde generaties kevers uitkomen. In de periode mei tot september/oktober kunnen kevers in het gewas gevonden worden met een dip in begin juli, vanaf september gaan de kevers overwinteren in de grond. Larven en poppen en eieren komen voor in de grond vanaf mei tot eind september. In Portugal komt de volgende generatie aardvlooien sneller tot ontwikkeling: in maart komen de overwinterende adulten te voorschijn en worden eieren afgezet. Tegen de tijd dat in mei de nieuwe aardappelen geoogst worden, kunnen eieren, larven, poppen in de grond en adulten in het gewas aanwezig zijn. Adulten komen na de winterdiapause voornamelijk op het gewas voor, maar eileggende vrouwtjes en net verpopte adulten kunnen in de grond aanwezig zijn.
Figuur 1. Levenscyclus Epitrix (bron: EPPO- PRA presentatie)
Figuur 2. Epitrix kevers op aanhangende grond/aardappel in winteropslag (bron: C.Boavida)
Herkenning Epitrix Aardvlooien zijn zeer klein! • Springerige kevertjes van 1,5 tot 2 mm, behaard en glanzend of dof van uiterlijk, zwart tot bronsachtig van kleur, eirond met een kleine driehoekige kop en lang ovale ogen. Halsschild is breed ten opzichte van de dekschilden. Putjes op halsschild en putjes in rijen op de dekschilden (Figuur 3) • Eieren zeer klein licht doorzichtig wit • Larven bleekgeel met bruine kop 2-3 mm (Figuur 4) • Poppen 1,5 – 2 mm wit (Figuur 5)
Epitrix cucumeris
Epitrix similaris
Figuur 3. Epitrix cucumeris en Epitrix similaris aardvlooien. De streep geeft 1 mm aan. (Bron: J.F. Germain).
Figuur 4. Larven van Epitrix tuberis (Bron: Agriculture Canada, Ottawa)
Figuur 5. Poppen van Epitrix tuberis (Bron: Agriculture Canada, Ottawa)
Schade Schade aan gewas: kevers veroorzaken schade: als een schot kleine hagel door de bladeren – variërend van enkele gaatjes tot veel gaatjes. Gaatjes hebben afmetingen van 1-1,5 mm (Figuur 6). Schade aan knollen: larven vreten gangen/groeven over het oppervlak van de aardappelknol , maar kunnen ook dieper in de knol een gang maken loodrecht op het oppervlak (+/- 5mm). Dit gebeurt met name bij aardappelen met een wat ruwere schil (Figuur 7 en 8). Schade aan vruchten: Aardvlooien eten ook vruchten aan, oppervlakkige kleine uithollingen ontstaan, bijvoorbeeld op tomaat. Mogelijk treedt deze schade ook op bij vruchten van wilde Solanaceae (Figuur 9).
Figuur 6. Gewasschade op Chenopodium (bron: J.F. Germain)
Figuur 7 a en b. Typische oppervlakkige gangen/groeven veroorzaakt door Epitrix in de aardappelknol (bron : NVWA)
Figuur 8. Geschilde aardappels met tunneltjes door Epitrix larven gemaakt bij aardappels met ruwere schil ( bron: W.Cranshaw)
Figuur 9. Vraatschade door Epitrix cucumeris kevers aan tomaat ( bron: W.Cranshaw)
Indirecte schade In de literatuur wordt melding gemaakt van schade door infecties van schimmels, bacteriën en virussen in relatie tot mechanische overbrenging door aardvlooien. Voor Nederland vormt Epitrix met name een bedreiging voor de export van pootaardappelen. Door de grondgebonden levenscyclus is Epitrix lastig te bestrijden en eventuele vestiging in Nederland kan gevolgen hebben voor de Nederlandse export. Waardplanten Naast aardappel kunnen Epitrix soorten ook overleven op andere waardplanten. Belangrijke (“major”)waardplanten: Solanaceae :Teelten Solanum tuberosum S. lycopersicon (Lycopersicon esculentum) S. melongena Nicotiana tabacum Capsicum spp.
Aardappel Tomaat Aubergine Tabak Paprika
Wilde Solanaceae oa: Datura stramonium Solanum nigrum
Doornappel Zwarte nachtschade
Andere soorten Chenopodiaceae
Ganzevoet
mogelijke waardplanten: Siergewassen Solanaceae oa: Browallia Schizanthus Salpiglossus Petunia Physalis
Browallia Boerenorchidee Brokaatbloem Petunia Lampionplant
Incidentele (“minor”) waardplanten Allium spp. Cucurbitaceae Brassica oleracea Beta vulgaris Lactuca sativa Phaseolus Zea mays Spinacia oleracea Ribes rubrum Medicago sativa Armoracia rusticana
Ui, prei, knoflook Komkommer Kool Biet Sla Boon Maïs Spinazie Rode bes Lucerne Mierikswortel
Risico’s van introductie van Epitrix Locatie: Invoer van consumptie aardappelen uit Portugal, Spanje en Azoren via verpakking- en verwerkingstations, met name in teeltgebieden van aardappel. . De verspreiding via aanhangende grond vormt een risico. Larven en poppen kunnen meeliften met aanhangende grond. In Portugal is het organisme al redelijk wijdverspreid en het komt ook voor in de grensstreek in Spanje. Uitroeiing wordt niet meer mogelijk geacht, met name omdat het organisme zich ook op Solanacea onkruiden kan handhaven. Organisme/stadium: Aardvlooien die wegvliegen (vliegafstand minstens 1 km mogelijk) Aardvlooien die wegspringen (erg beweeglijke kevers vandaar de naam “aardvlooi”) Poppen in aanhangende grond komen uit zonder waardplanten- afvalhopen zijn een risico. Bij aanwezigheid van aardappelknollen en waardplanten op afvalhopen kunnen larven uit meegekomen eieren zich verder ontwikkelen. Voor Nederland vormt Epitrix met name een bedreiging voor de export van pootaardappelen. Door de grondgebonden levenscyclus is Epitrix lastig te bestrijden en eventuele vestiging in Nederland kan gevolgen hebben voor de Nederlandse export.
Colofon Dit is een uitgave van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), divisie Landbouw & natuur Versie: februari 2012 Geertjesweg 15, 2606 EA Wageningen Postbus 9102, 6700 HC Wageningen Tel. (0317) 49 69 11, Fax: (0317) 42 17 01 Internet: www.vwa.nl e-mail:
[email protected]