Afgiftekantoor 2800 Mechelen 1 • P608141 Verschijnt maandelijks • 1e jaargang
info
09|2006
Werkgever moet outplacementbegeleiding zelf voorstellen aan ontslagen 45-plusser Carine Govaert & Guido Despiegelaere
Een oudere werknemer die ontslagen wordt, heeft op grond van de «Wet tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers» en van CAO nr. 82 recht op outplacementbegeleiding. Tot nu moest de werknemer die begeleiding zelf aanvragen, maar een wetswijziging zorgt ervoor dat de werkgever de begeleiding voortaan moet voorstellen. Werknemers die de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt en die ontslagen worden, hebben momenteel «recht op outplacementbegeleiding». De Wijzigingswet van 20 juni 2006 formuleert het enigszins anders: de werknemer «krijgt het recht aangeboden door de werkgever op een outplacementbegeleiding». Dit betekent dat het initiatief dus niet langer bij de werknemer ligt, maar bij de werkgever. De werkgever moet actief een aanbod doen aan alle werknemers die aan de voorwaarden voor outplacement beantwoorden. Dat zijn de werknemers die de leeftijd van 45 jaar bereikt hebben op het moment dat ze ontslagen worden, die minstens één jaar ononderbroken dienstactiviteit hebben in de onderneming, en die niet ontslagen zijn om een dringende reden of in het kader van het brugpensioen (hoewel er ARBEIDSREGLEMENTERING uitzonderingen bestaan op die laatste voorwaarde). De outplacementbege- Dimona gelegenheidsarbeid: termijn voor leiding moet ervoor zorgen dat de ontslagen werknemer op korte termijn aanpassing en annulering aangifte ––––––––– 2 een nieuwe betrekking vindt bij een andere werkgever of dat hij aan de - Educatief verlof: nieuw vanaf 1 september! ––– 3 slag kan gaan als zelfstandige.
EN VERDER
LOON - Niet voor beslag of overdracht vatbaar inkomen verhoogt bij kinderlast –––––––––––––––––– 4 SOCIALE ZEKERHEID - Sancties bij laattijdige, onvolledige of onjuiste kwartaalaangifte ––––––––––––––– 6 LOONAANPASSINGEN - Indexaties, conventionele verhogingen en retroactieve conventionele aanpassingen –––––––– 6
Het is van belang dat de ontslagen werknemer op de hoogte wordt gebracht van zijn recht op outplacementbegeleiding, omdat hij sinds 1 april een sanctie riskeert wanneer hij geen gebruik maakt van dit recht. Ook de werkgever krijgt een sanctie wanneer hij geen outplacement aanbiedt. Op de nieuwe C4-formulieren moet de werkgever al aankruisen of hij een outplacementaanbod heeft gedaan en hij moet een schriftelijk bewijs van zijn aanbod bijvoegen. De Wet van 20 juni 2006 die de informatieplicht voor werkgevers invoert, treedt op 4 augustus in werking.
Serviam+ Info is tot stand gekomen i.s.m. Kluwer.
ARBEIDSREGLEMENTERING Goed om weten De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg publiceerde een nota over de aanpassing van de regelgeving voor outplacement met daarin meer uitleg over de nieuwe regelgeving. De FOD benadruk dat de informatieverstrekking een verplichting is voor de werkgever, maar stelt tegelijkertijd dat er niets verandert aan de stappen die de werknemer zelf dient te ondernemen. Zelfs wanneer de werkgever hem heeft ingelicht, moet de werknemer nog altijd uitdrukkelijk een aanvraag doen om van het recht op outplacement te kunnen genieten. De aanvraag voor een outplacementbegeleiding is trouwens noodzakelijk om te kunnen genieten van werkloosheidsuitkeringen (KB van 9 maart 2006, B.S. 31 maart 2006, van kracht sedert 31 maart 2006). De Federale Overheidsdienst onderstreept dat de werknemer er alle belang bij om een aanvraag tot outplacement in te dienen, zelfs indien zijn werkgever in gebreke blijft hem hierover in te lichten. Het verzuim van de werkgever stelt de werknemer immers niet vrij van deze stap. Bron: Wet van 20 juni 2006 houdende wijziging van artikel 13 van de Wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, B.S. 25 juli 2006, ed. 1, p. 36444 en FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Dimona gelegenheidsarbeid: termijn voor aanpassing en annulering aangifte Steven Bellemans
De Dimona-aangifte voor gelegenheidswerknemers is onverkort van start gegaan op 1 juli 2006. Het gaat om een uitgebreide aangifte: het begin- en het (vermoedelijke) einduur en de datum van de in- en uitdiensttreding moeten per prestatie mee opgegeven worden. Een Koninklijk Besluit van 1 juli 2006 legt nu de termijn vast waarbinnen de werkgever een ingediende Dimona mag aanpassen of annuleren. De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (Dimona) werd ingevoerd vanaf 1 januari 1999 voor de bouw-, de interim- en de transportsector. Vanaf 1 januari 2003 werd de verplichte aangifte uitgebreid naar alle werknemers in alle sectoren, met uitzondering van de gelegenheidswerknemers in de horeca, en de land- en tuinbouw. De periode van (onomkeerbare) vrijwillige instap werd
2
Serviam+ Info • 09|2006
verlengd en liep uiteindelijk tot 30 juni 2006. Vanaf 1 juli 2006 is de Dimona-aangifte voor gelegenheidswerknemers verplicht. Wanneer de prestatie op een later moment wordt stopgezet dan oorspronkelijk was gemeld, heeft de werkgever 8 uren (volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur) de tijd om het correcte (latere) einduur te melden. Indien het oorspronkelijke einduur tussen 20 en 24u was voorzien, heeft hij tot 8u ‘s morgens de tijd om het correcte einduur door te geven. Wanneer de werkgever een Dimona-aangifte verrichtte en zijn werknemer niet kwam opdagen of geen prestaties verrichtte, moet de aangifte uiterlijk om middernacht van de dag waarop de aangifte slaat, geannuleerd worden. Als de aangifte twee dagen of meer bestrijkt, heeft de werkgever tot het einde van de eerste dag de tijd om de zijn aangifte te annuleren. Wanneer een prestatie vroeger wordt stopgezet dan oorspronkelijk was gemeld, heeft de werkgever tot middernacht volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur om het werkelijke einduur van de prestatie door te geven. Tot slot bepaalt het KB van 1 juli 2006 dat de RSZ tegen 15 oktober 2007 aan de minister van Sociale Zaken, de minister van Werk en de Nationale Arbeidsraad een evaluatieverslag zal bezorgen over het Dimona-stelsel voor gelegenheidswerknemers. In dit rapport zullen volgende items aan bod komen: • de traceerbaarheid van de corrigerende aangiften en de annuleringen; • de feedback per werkgever, uitgevoerd door het bestuur van de sociale zekerheid, over de annuleringen van de Dimona; en • een onderzoek door de inspectiediensten van de gevallen waarin de werkgevers hun corrigerende aangifte of de annulering te laat verrichten en de redenen die de werkgevers daarvoor geven. Tot slot kunnen we nog meegeven dat de regering inmiddels haar goedkeuring heeft gegeven aan een aangepast ministerieel besluit. Land- en tuinbouwsector: de landbouwkaart en de plukkaart zullen tot eind 2006 gelijkgesteld worden met het gelegenheidsformulier. De bestaande kaarten kunnen in beide sectoren verder gebruikt worden. Horecasector: het aanwezigheidsregister (waarin op het aanwezigheidsluik enkel de naam, de voornaam, het INSZ van de werknemer en de overeenstemmende datum
ARBEIDSREGLEMENTERING van de prestatie moet worden aangeduid) wordt tot eind 2006 gelijkgesteld met het gelegenheidsformulier.
16, par. 1, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993 en 13 juli 2001), B.S. 14 augustus 2006, Ed. 1, bl. 40807.
Het Koninklijk Besluit van 1 juli 2006 treedt in werking op 1 juli 2006.
Terugbetaling educatief verlof wordt beperkt tot een forfaitair bedrag
Bron: Koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot uitvoering van artikelen 9 ter en 9 quater van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, B.S. 28 juli 2006, p. 37138.
Educatief verlof: nieuw vanaf 1 september! Steven Bellemans & Carine Govaert
Loongrens educatief verlof stijgt naar 2 100 EUR Op 1 september 2006 stijgt het loonplafond voor het betaald educatief verlof van 2 050 naar 2 100 EUR. Dit loonplafond wordt jaarlijks aangepast. De werkgever kan het loon en de socialezekerheidsbijdragen die hij betaalt voor een werknemer met educatief verlof terugvorderen van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Het terugbetaalbaar bedrag is beperkt tot een plafond, dat elk jaar geïndexeerd wordt. Volgens een bericht in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus 2006 ligt het geïndexeerde plafond voor het schooljaar 2006-07 op 2 100 EUR. Dat bedrag krijg je als je de volgende berekening maakt: (2 050 EUR x 122,27) / 119,61, en je het resultaat afrondt naar boven op het eerstvolgende tiental. In deze formule is 2 050 EUR de loondrempel die het afgelopen jaar van toepassing was; is 122,27 het indexcijfer van het tweede trimester van het lopende kalenderjaar; en is 119,61 het indexcijfer van het tweede trimester van het vorige jaar.
3
Een tweede nieuwigheid ligt op het vlak van de terugbetaling. Vanaf 1 september 2006 zal de terugbetaling van het educatief verlof niet meer gebeuren op basis van het werkelijke (eventueel begrensd) loon. Er wordt voortaan een forfaitair bedrag betaald per gevolgd opleidingsuur. Dit bedrag kan variëren in functie van de leeftijd van de werknemer. Voor het schooljaar 2006-07 wordt dit bedrag vastgelegd op: • 15 EUR voor de werknemers van minder dan 45 jaar en • 18 EUR voor de werknemers van meer dan 45 jaar. Het forfait is het maximumbedrag per gevolgd uur dat de werkgever kan terugvorderen van de overheid. De maatregel dringt zich op om budgettaire redenen. Het betaald educatief verlof is slachtoffer van zijn eigen succes zodat de financiering van het systeem in het gedrang komt. De ingreep zal bovendien zorgen voor een administratieve vereenvoudiging. Aangezien het (begrensd) brutoloon, de sociale bijdragen inclusief verminderingen en diverse premies niet meer voor elk terugbetaald uur berekend moeten worden, zorgt de aanpassing voor een administratieve vereenvoudiging bij de administratie en de werkgever. De werkgever hoeft immers niet langer loongegevens mee te delen en de overheid hoeft niet meer te berekenen hoeveel per uur wordt terugbetaald. Bron : Koninklijk besluit van 22 augustus 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 – toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers – van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, B.S. 30 augustus 2006, p. 4342.
Regering vermindert aantal uren educatief verlof
Voor werknemers van 45 jaar en ouder die een beroepsopleiding volgen, en voor bepaalde werknemers die het slachtoffer werden van een sluiting van onderneming, geldt een hogere loondrempel van 2 500 EUR.
Zoals aangekondigd op de Ministerraad van 20 juli 2006 heeft de Regering het aantal uren educatief verlof waarop een werknemer recht heeft, verminderd. Er wordt vooral in de beroepsopleidingen gesnoeid.De nieuwe uurregeling geldt sinds 1 september 2006.
Bron: Aanpassing op 1 september 2006 van het bedrag van het normale loon dat in aanmerking komt voor de toepassing van de wetgeving inzake betaald educatief verlof, aan het indexcijfer van de conventionele lonen van bedienden (koninklijk besluit van 23 juli 1985, artikel
Basisregeling blijft In principe heeft een werknemer recht op evenveel uren educatief verlof als hij lesuren volgt. Eén lesuur van 50 minuten geeft dan recht op één uur studieverlof van
Serviam+ Info • 09|2006
ARBEIDSREGLEMENTERING 60 minuten. Het aantal uren educatief verlof is echter beperkt. De maxima verschillen naargelang de lesuren al dan niet samenvallen met de werkuren. Opleiding buiten de arbeidstijd Het maximumaantal uren educatief verlof waarop een werknemer recht heeft • daalt van 120 naar 100 uren voor een beroepsopleiding; • blijft 80 uren voor een algemene opleiding of taalcursus • daalt van 120 naar 100 uren bij combinatie van een beroeps- en een algemene opleiding; • daalt van 120 naar 100 uren bij combinatie van een beroepsopleiding met een taalcursus; en • daalt van 180 naar 120 uren voor het volgen van een universitaire of daarmee gelijkgestelde opleiding. Opleiding tijdens de arbeidstijd Het maximumaantal uren educatief verlof: • daalt van 180 naar 105 uren voor een beroepsopleiding; • daalt van 120 naar 85 uren voor een algemene opleiding die geen taalcursus is; • blijft 80 uren voor een taalcursus; • daalt van 180 naar 105 uren bij combinatie van een beroeps- en een algemene opleiding;
• daalt van 180 naar 120 uren voor een universitaire of daarmee gelijkgestelde opleiding. Specifieke opleidingen Op voorstel van de sectoren en na advies van de Erkenningscommissie kan de minister van Tewerkstelling en Arbeid beslissen dat er voor sommige sectorgebonden beroepsopleidingen die tegemoetkomen aan tekorten op de arbeidsmarkt een ander maximum geldt. Het maximumaantal uren daalt hier van 180 naar 100. Op voorstel van de Erkenningscommissie kan de minister ook beslissen dat laaggeschoolde werknemers tot 180 uren educatief verlof mogen opnemen voor het verwerven van elementaire basisvaardigheden. Dit maximum blijft ongewijzigd. Deeltijders De maxima gelden voor voltijdse werknemers. Voor deeltijders worden de maxima herleid in verhouding tot hun arbeidsduur. Bron: Koninklijk besluit van 1 september 2006 tot wijziging van sommige bepalingen inzake toekenning van betaald educatief verlof in uitvoering van artikel 111, par. 7 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, B.S. 7 september 2006, Ed. 2, p. 45599.
LOON
Niet voor beslag of overdracht vatbaar inkomen verhoogt bij kinderlast Ilse Vogelaere
De nieuwe Wet van 20 juli 2006 verhoogt de niet voor beslag of overdracht vatbare bedragen als er kinderen ten laste zijn. Bedoeling is dat de kinderen zo weinig mogelijk nadeel hebben van de beslag- of overdrachtprocedure op het inkomen van hun ouders. Artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek deelt het inkomen op in schijven. Voor elke schijf is vastgesteld hoeveel procent van het inkomen in beslag genomen of overgedragen kan worden. Als er kinderen ten laste
4
Serviam+ Info • 09|2006
zijn, dan verhogen de inkomensgrenzen van de schijven met 50 EUR (geïndexeerd 56 EUR) per kind ten laste. De nieuwe wet verandert het systeem: als er kinderen zijn, dan wordt het bedrag dat voor beslag of overdracht vatbaar is, binnen de grenzen ervan, verminderd met 50 EUR per kind ten laste. Dit betekent dat er een bijkomend bedrag van 50 EUR (geïndexeerd 56 EUR) per kind onvatbaar wordt gemaakt voor beslag of overdracht binnen de grenzen van de voor beslag of overdracht vatbare bedragen. De beslagen schuldenaar die recht heeft op de verhoging van het niet voor beslag vatbaar inkomen, doet hiervan aangifte aan de derde-beslagene (afgifte tegen ontvangstbewijs) en aan de beslaglegger (afgifte afschrift of aangetekende zending). De schuldenaar gebruikt hiervoor het formulier dat de minister van Justitie nog moet vastleggen. Per procedure moet de schuldenaar maar één aangifte doen, ongeacht het aantal betrokken schuldeisers
LOON in elk stadium. Er zijn geen termijnen voorzien, maar elke vertraging verschuift uiteraard de toepassing van de vermeerdering van het niet voor beslag of overdracht vatbare bedrag. De verklaring heeft, volgens het nieuwe artikel 1409ter, §2 Ger.W., rechtskracht als: • de hoedanigheid van kind ten laste is vastgesteld, overeenkomstig het formulier en één van de bewijsmiddelen van artikel 1409quater; • de beslagen schuldenaar op erewoord verklaart dat de inkomsten van het kind een bepaalde grens niet overschrijden of dat ze zijn aangegeven in de gemeenschappelijke belastingsaangifte; • ten vroegste vanaf de maand die volgt op de ontvangst van de verklaring door de derde-beslagene, voor zover hij een termijn van tien werkdagen heeft vóór de gewone betalingsdatum. In geval van betwistingen voorziet de wet in een snelle en eenvoudige procedure (artikel 1409ter, §3). De beslaglegger (bij toepassing van de vermeerdering) of de beslagen schuldenaar (bij weigering van de vermeerdering) brengen hun geschil voor de beslagrechter via een eenvoudige schriftelijke verklaring bij de griffie. Oproeping gebeurt bij gerechtsbrief. De derde-beslagene wordt bij gerechtsbrief ingelicht van het tussengeschil en moet, vanaf de volgende betalingsvervaldag, het bedrag van de betwiste vermeerdering onbeschikbaar maken. De onbeschikbaarheid blijft, tenzij de beslagen schuldenaar en de beslaglegger anders overeenkomen, duren tot de kennisgeving van de rechterlijke beslissing. De rechter neemt een beslissing bij voorrang boven alle andere zaken. Hoger beroep of verzet is niet mogelijk. De beschikking wordt onmiddellijk bij gerechtsbrief meegedeeld aan de beslaglegger, de beslagen schuldenaar en de derde-beslagene. Als de derde-beslagene de vermeerdering niet heeft toegepast, heeft de beslissing waarbij de rechter de hoedanigheid van kind ten laste erkent, rechtskracht vanaf de maand die volgt op de ontvangst ervan door de derde-beslagene. Dit voor zover hij tien werkdagen heeft vóór de betalingsdatum. Indien de derde-beslagene de vermeerderingen wel heeft toegepast en ze in zijn handen onbeschikbaar zijn gemaakt, dan wordt die bedragen gestort • aan de beslagen schuldenaar als de rechter de betwisting verwerpt; • aan de beslaglegger als de rechter het verzoek inwilligt en dus beslist dat het kind niet ten laste is.
5
Serviam+ Info • 09|2006
Als er bij de invorderingsprocedure, van bij het begin of in de loop ervan, verschillende schuldeisers zijn betrokken, dan wordt de beschikking van de rechter ten aanzien van alle schuldeisers geacht op tegenspraak te zijn gewezen. Verandert de gezinstoestand van de schuldenaar in de loop van de invorderingsprocedure, dan worden de vermeerderingen voor kinderen ten laste naar boven of naar beneden aangepast volgens de hierboven beschreven regels. Als een schuldenaar onrechtmatig en ten onrechte vermeerderingen geniet, dan worden die overeenstemmende bedragen, op grond van een rechterlijke beslissing, onbeperkt gereïntegreerd in het voor beslag vatbare bedrag. Aangezien de wetgever het vermeerderingsmechanisme wil toepassen op alle inningsprocedures, worden ook de artikelen 1457 en 1539 Ger.W. en artikel 85bis WBTW aangepast. De aanzegging van het bewarend beslag onder derden (zonder tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder), van het uitvoerend beslag onder derden en van het fiscaal derdenbeslag, moet, als het gaat om inkomsten waarop het vermeerderingsmechanisme betrekking heeft, het aangifteformulier voor kind ten laste bevatten. Dit op straffe van nietigheid. De nieuwe wet bevat ook een overgangsregeling: de nieuwe regels zijn, na hun inwerkingtreding, van toepassing op de gevolgen van voordien uitgevoerde beslagen en overdrachten. De derde-beslagene licht daarom de beslagen schuldenaar of de overdrager die aanspraak kan maken op een verhoging van zijn niet voor beslag vatbare inkomsten, in. Dit uiterlijk binnen twee maanden na de inwerkingtreding van de nieuwe regeling. De mededeling bevat het aangifteformulier voor kind ten laste. Om de kosten voor de derde-beslagene te beperken, kan hij de melding doen tegen ontvangstbewijs of bij gewone brief. De wijzigingen treden in werking twee maanden nadat het Staatsblad het formulier heeft gepubliceerd, waarmee de beslagen schuldenaar of overdrager meedeelt dat hij kinderen ten laste heeft en dus recht heeft op de vermeerdering van het niet voor beslag of overdracht vatbare bedrag. Op dit moment is over de publicatie van dat formulier nog niets bekend, zodat de hele regeling voorlopig in de kast blijft zitten … Bron: Wet 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, artikelen 1520 en 27-29, B.S. 28 juli 2006, p. 36940.
SOCIALE ZEKERHEID
Sancties bij laattijdige, onvolledige of onjuiste kwartaalaangifte Steven Bellemans
Een Koninklijk Besluit van 22 juni 2006 voegt met ingang van 1 januari 2006 een nieuw artikel 54ter in het KB 28 november 1969 (uitvoeringsbesluit RSZ-Wet). Dit artikel behandelt twee verschillende vergoedingen die de werkgever moet betalen indien hij zijn verplichtingen op het vlak van de kwartaalaangifte niet nakomt. Tijdens de controles krijgt de werkgever wel de kans om zelf de onjuiste of onvolledige aangifte te verbeteren. Kort samengevat, gaat het om volgende sancties: • geen aangifte indienen, of een onvolledige of onjuiste aangifte indienen: een forfaitaire vergoeding van 50 EUR verschuldigd voor de ambtshalve opmaak of rechtzetting van de kwartaalaangifte door de inspectie-
dienst van de RSZ of door de eigen binnendiensten. Dit bedrag wordt vermeerderd met 4 EUR per ontbrekende tewerkstellingslijn of per tewerkstellingslijn waarvoor het in aanmerking te nemen loon is gewijzigd. • het niet tijdig indienen van de aangifte of de vereiste bijlagen: een forfaitaire vergoeding van 495,79 EUR verschuldigd, vermeerderd met 247,89 EUR per schijf van 24 789,35 EUR aan bijdragen boven 49 578,70 EUR. Voortaan eveneens van toepassing wanneer de RSZ vaststelt dat de werkgever of zijn mandataris gewoonlijk een onvolledige of onjuiste aangifte overmaakt. Bij herval in dezelfde fout, zal de forfaitaire vergoeding ook voor de volgende kwartalen worden toegepast. Bron: Koninklijk besluit van 22 juni 2006 tot wijziging van artikelen 54 en 55 van en tot invoeging van een artikel 54ter in het Koninklijk Besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, B.S. 24 juli 2006, 36340.
LOONAANPASSINGEN
Index
08|2006
Maand
Indexcijfer
Gezondheidsindex
Sociaal indexcijfer
Tweemaandelijks indexcijfer
Driemaandelijks indexcijfer
augustus 2006
105.26
104.38
104.13
104.0300
103.9130
juli 2006
105.13
104.25
103.93
103.8050
103.7100
Indexaties
6
09|2006
Nummer
Benaming paritair comité
Indexatie
101.00
Nationale Gemengde Mijncommissie
+ 2 % (schaallonen en reële lonen)
102.04
Zandsteen en kwartsietgroeven uitgez. kwartsiet Waals-Brabant
+ 1 % (schaallonen en reële lonen)
104.00
IJzernijverheid
+ 2 % (schaallonen en reële lonen)
106.01
Cementfabrieken
Vorige lonen x 1,001924 of basislonen 2003 x 1,071848 (schaallonen)
114.00
Steenbakkerij
+ 0,5 % (schaallonen en reële lonen)
115.00
Glasbedrijf
Niet van toepassing voor P.S.C. nr. 115.03 (spiegelmakerij) : + 2 % (schaallonen en reële lonen)
117.00
Petroleumnijverheid en -handel
Vorige lonen x 1,001924 of basislonen 2006 x 1,0413 (schaallonen)
Serviam+ Info • 09|2006
LOONAANPASSINGEN Nummer
Benaming paritair comité
Indexatie
120.02
Vlasbereiding
+ 0,0372 EUR (schaallonen aan spanning 100 en reële lonen). Vanaf maandag 4 september 2006
136.00
Papier- en kartonbewerking
+ 0,5 % (schaallonen en reële lonen). Vanaf de eerste opening der rekeningen van september 2006
140.06
Taxi-ondernemingen
Enkel voor het garagepersoneel : + 2 % (schaallonen en reële lonen)
142.02
Terugwinning van lompen
+ 2 % (schaallonen en reële lonen). Vanaf maandag 4 september 2006
147.00
Wapensmederij met de hand
+ 2 % (schaallonen en reële lonen)
150.00
Gewoon pottengoed in potaarde
+ 2 % (schaallonen en reële lonen)
205.00
Bedienden van de steenkolenmijnen
+ 2 % (schaallonen)
210.00
IJzernijverheid
+ 2 % (schaallonen en reële lonen). Niet voor lonen buiten categorie
211.00
Petroleumnijverheid en -handel
+ 2 % (schaallonen en reële lonen)
216.00
Notarisbedienden
+ 0,84 % (schaallonen en reële lonen)
222.00
Papier- en kartonbewerking
+ 1,5 % (schaallonen en reële lonen)
226.00
Internationale handel, vervoer en aanverwante bedrijfstakken
+ 1,4 % (schaallonen en reële lonen). De verhoging van de reële lonen beperkt zich tot de eindwedde van klasse 8
306.00
Verzekeringswezen
+ 0,43403 % (minimumlonen)
308.00
Hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie
+ 0,43 % (minimumlonen)
309.00
Beursvennootschappen
+ 0,4340 % (minimumlonen)
310.00
Banken
+ 0,43 % (schaallonen)
311.00
Grote kleinhandelszaken
+ 2 % (schaallonen en reële lonen)
326.00
Gas- en elektriciteitsbedrijf
Vorige lonen x 1,001924 of basislonen mei 2006 x 1,0413 (schaallonen)
Conventionele verhogingen
7
09|2006
Nummer
Benaming paritair comité
Conventionele verhoging
107.00
Meester-kleermakers, kleermaaksters en naaisters
+ 0,045 EUR (schaallonen en reële lonen)
111.01
Industriële metaalbewerking
+ 0,07 EUR (stelsel 38u/week) (schaallonen). Geen CAO-verhoging van de effectieve lonen door toepassing saldomechanisme (reële lonen)
111.02
Ambachtelijke metaalbewerking
+ 0,07 EUR (stelsel 38u/week) (schaallonen). Geen CAO-verhoging van de effectieve lonen door toepassing saldomechanisme (reële lonen)
132.00
Technische land- en tuinbouwwerken
Eenmalige premie van 200 EUR aan de arbeiders met minstens 25 gewerkte dagen in de sector (referteperiode van 01.09.2005 tot 31.08.2006). Te proratiseren
209.00
Metaal
Enkel voor werkgevers aangesloten bij Agoria of die zijn toegetreden tot de CAO 10.11.2005 en voor hun
Serviam+ Info • 09|2006
LOONAANPASSINGEN gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden : + 6 EUR voor de gewaarborgde minimummaandwedde. De schaallonen wijzigen niet. Voor ondernemingen die voor 11.06.2001 reeds een extralegaal pensioenplan hebben voor al hun gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden : geen CAO-verhoging van de effectieve lonen door toepassing saldomechanisme (reële lonen) 327.01
Beschutte werkplaatsen Vlaamse Gemeenschap
Omkaderingspersoneel in de beschutte werkplaatsen erkend door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap : invoering van een jaarlijkse premie. Bedrag voor 2006 is 62 EUR, verhoogd met 0,18 % van de jaarwedde (basis brutomaandloon van augustus x 12). Uitbetaling samen met het loon van september 2006
COLOFON
Retroactieve conventionele verhogingen Nummer
Benaming paritair comité
Conventionele verhoging
140.06
Taxi-ondernemingen
Rijdend personeel. Enkel voor werkgevers aangesloten bij de Nationale Groepering van Taxiondernemingen en de diensten voor de locatie van voertuigingen met chauffeur (G.T.L.) : Diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (niet-taxidiensten) : aanpassing schaallonen en verhoging ARAB-vergoeding tot 1 EUR per uur – vanaf 1 juli 2006
info
is een uitgave van het economisch samenwerkingsverband Serviamplus in samenwerking met Kluwer. Deze info wordt ook op de website www.serviamplus.be en deze van de partners ter raadpleging gepubliceerd. Krijgt u deze papieren versie liever niet meer in uw brievenbus, neem dan contact op met uw plaatselijke partner. U kan ook via het ‘Contactformulier’ op onze website een berichtje sturen.
8 2
09|2006
Serviam+ Info • 09|2006
REDACTIECOMITE: Wesley Boets, Grégory Dubois, Peggy Meert, Ann Vanderschaeghe VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Jan Aerts, Kleine Laan 29, 9100 Sint-Niklaas, tel. 03 760 15 80 Ingesloten informatie en opinies worden uitsluitend ten titel van inlichting verstrekt – zonder enige waarborg en zonder enige aansprakelijkheid van Serviam+ – buiten elke contractuele relatie en/of elke éénzijdige verbintenis van Serviam+. Ze gelden slechts voor de datum waarop ze bezorgd worden en Serviam+ kan de juistheid en/of de volledigheid ervan niet waarborgen. Ze gelden nooit als directe of persoonlijke aanbeveling, advies of vraag. Ze maken slechts een beoordelingselement uit voor de lezer, die ervan gebruik maakt in alle vrijheid en onder zijn enige verantwoordelijkheid. Heeft u op- of aanmerkingen die tot verbetering van deze Info kunnen leiden, aarzel dan niet ons hiervan in kennis te stellen.