Indien u wensen of suggesties hebt voor de verbetering van de schoolgids, kunt u contact opnemen met de directeur dhr. Ad van Disseldorp

1

1. Een woord vooraf Voor u ligt de Schoolgids van de St. Michaëlschool. In deze gids leest u waar de St. Michaëlschool voor staat, zodat ouders van kinderen die al op onze school zitten, weten waar ze ons op kunnen aanspreken. De schoolgids is ook bedoeld voor ouders die nog een schoolkeuze moeten maken. Via de schoolgids kunnen die ouders zich een beeld vormen van de school, zodat zij een verantwoorde schoolkeuze kunnen maken. Alle ouders ontvangen deze schoolgids. Indien de gids wordt herzien, verstrekt de school een nieuw exemplaar aan de ouders. Naast de schoolgids krijgen ouders jaarlijks een Jaargids. De Jaargids, het wisselende deel van de schoolgids, bevat informatie over onderwerpen die jaarlijks kunnen veranderen, zoals de indeling van de leerkrachten over de groepen, het vakantierooster, de leden van de ouderraad, medezeggenschapsraad en de adviescommissie en de kalender. Aan deze schoolgids hebben meegewerkt: Directie en team, bestuur, ouderraad en medezeggenschapsraad. Indien u wensen of suggesties hebt voor de verbetering van de schoolgids, kunt u contact opnemen met de directeur dhr. Ad van Disseldorp. St. Michaëlschool Vincent van Goghstraat 18 2391 VB Hazerswoude Dorp telefoon : 0172 589869 fax : 0172 588549 email: [email protected] website: www.stmichaelschool-gw.nl

Schoolgids van de St. Michaëlschool, juli 2011

2

2. De school De geschiedenis van onze school strekt zich inmiddels uit over meer dan een eeuw. Nu is dat verleden nog zichtbaar in de gebouwen rondom de kerk; het Dorpshuis, waarop nog steeds de naam St. Michaëlschool prijkt en het huidige schoolgebouw. De school ontleent zijn naam aan de H. Michaël, die voor de hervorming patroon van de parochie was. De St. Michaëlschool is de enige katholieke school van Hazerswoude Dorp. De school staat midden in de woonwijk en probeert niet alleen de school voor de kinderen van de wijk te zijn, maar ook voor alle kinderen met een katholieke geloofsovertuiging van Hazerswoude Dorp en omgeving. Ongeveer 220 leerlingen bezoeken de St. Michaëlschool. Aan onze school zijn momenteel 17 medewerkers verbonden.

2.1. De school en de schoolomgeving De school is een goed onderhouden modern gebouw. Het is geschilderd in de kleuren rood en blauw die het gebouw een vrolijk aanzien geven. Het schoolgebouw is gelegen aan de Vincent van Goghstraat, een weg met eenrichtingsverkeer. In de directe omgeving is voldoende parkeergelegenheid. De speelplaatsen voor onder- en bovenbouw zijn door het gebouw gescheiden en bieden genoeg ruimte voor een groot aantal kinderen. De speelplaats speelt ook een rol bij het samen spelen (de sociale ontwikkeling), bij het zich vrij kunnen bewegen (de ruimtelijke ontwikkeling), het leren kennen van lichamelijke mogelijkheden (de motorische ontwikkeling), het spelen met buitenmateriaal (de verstandelijke ontwikkeling) en de creatieve ontwikkeling.

2.2. De St. Michaëlschool is een katholieke school Dat betekent dat de school als zodanig herkenbaar is. De school staat in nauw overleg met de parochie. We werken actief mee aan de voorbereiding op de Eerste Heilige Communie. Verder dragen de teamleden de katholieke levensovertuiging uit met name in de vorm van het vak catechese. Voor dit vak hanteren we de methode Reis van je leven. Ook komt de pastor van de parochie twee maal per jaar in iedere groep een les verzorgen. Dat onze school een katholieke school is, betekent niet dat alleen kinderen die katholiek worden opgevoed welkom zijn. Wel verwachten we van niet-rooms-katholieke ouders dat ze de identiteit van de school respecteren, hun kinderen laten deelnemen aan de catecheselessen en deelnemen aan kerkelijke activiteiten onder schooltijd.

2.3. Het schoolbestuur De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel basisonderwijs Per 1 januari 2009 is De Groeiling een nieuwe organisatie in het (speciaal)basisonderwijs in Gouda en omgeving, ontstaan uit een samengaan van de Stichting Regionaal Katholiek Schoolbestuur Gouda en de Stichting rooms-katholiek basisonderwijs De Groene Waarden. De Groeiling vertegenwoordigt het katholiek onderwijs in tien gemeenten waarin vierentwintig scholen, zesduizend leerlingen en zeshonderd medewerkers. De Groeiling biedt kwalitatief goed onderwijs, met oog voor individuele ontwikkeling van het kind. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website www.degroeiling.nl.

Organisatie & structuur De nieuwe organisatie heeft een bestuur en een algemene directie. De algemene directie, ondersteund door stafmedewerkers, geeft leiding aan de schooldirecteuren. Elke school heeft een directeur die de teams op de scholen aanstuurt. De Groeiling is in 2011 overgestapt naar een model met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur.


3

Bestuur & staf Bestuur Het bestuur van de stichting is in handen van de algemene directie, Harry van de Kant (algemeen directeur) en Els van Elderen (adjunct algemeen directeur). De algemene directie wordt ondersteund door het stafbureau. Samenstelling stafbureau: mevrouw M. van Beijeren - stafmedewerker personeelszorg de heer A.M. Dingemans - controller a.i. de heer A.P.A.J. Mannens - stafmedewerker onderwijs & kwaliteit mevrouw L. Boekamp - directiesecretaresse mevrouw J. Wanschers - stafmedewerker P&O Adres, telefoon en bereikbaarheid De Groeiling Postbus 95 2800 AB Gouda T 0182 - 67 00 51 F 0182 - 67 08 69 I www.degroeiling.nl E [email protected] Bezoekadres: Aalberseplein 5 2805 EG Gouda Het stafbureau van De Groeiling is dagelijks te bereiken van 08.30-17.00 uur.


4

3. Waar staat de school voor? 3.1. Een school met orde, rust en regelmaat. De St. Michaëlschool is een rooms katholieke school met een jaarklassensysteem: o Met een grote betrokkenheid. o

Met bereidheid tot vernieuwing.

o

Met orde, rust en regelmaat.

o

Met ruimte, aandacht en zorg voor iedereen.

o

Met aandacht voor cultuur, expressie en beweging.

Onze ambitie is te komen tot: o Een doorgaande lijn, die voor ieder kind veiligheid biedt, doordat deze aangepast kan worden aan zijn/haar mogelijkheden.

o

Een professionele organisatie.

Wij vinden belangrijk dat:

o

Het kind centraal staat. Wij vinden het belangrijk uit te gaan van het kind. Waar ligt zijn interesse en wat is zijn beginsituatie op gebied van leren en sociaal-emotionele ontwikkeling. We willen meer kindgericht dan prestatiegericht werken. Wij vinden het belangrijk dat we goed luisteren naar de kinderen en hen serieus nemen, zodat ze zich optimaal kunnen ontplooien. Hierbij gaan we uit van de belevingswereld van het kind. Wij willen bij de kinderen de positieve kanten zoeken en deze versterken en op deze manier willen wij hen zo goed mogelijk toerusten voor het voortgezet onderwijs en de maatschappij.

o

Iedereen plezier heeft. Op onze school streeft iedereen er naar om vaak gezamenlijke activiteiten te ondernemen zowel met de leerlingen als met collega‟s. Hierbij richten we ons zowel op de zakelijke als de sociaal-emotionele aspecten.

o

Er een sociale betrokkenheid heerst. We hechten grote waarde aan sociale betrokkenheid, zowel op school als in de privé sfeer. Kernbegrippen hierbij zijn:  Empathisch luisteren en meeleven.  Vragen stellen en interesse tonen en eventueel samen oplossingen zoeken.  Leren samenwerken en elkaar helpen.  Sociale betrokkenheid stimuleren

o

Iedereen zich kan ontplooien. Wij vinden het belangrijk dat iedereen de mogelijkheid krijgt zich zo goed mogelijk te ontplooien. Hulpmiddelen hiervoor zijn:  Het volgen van cursussen, verdieping in vakliteratuur of collegiale consultatie.  Een uitdagende leer- en leefomgeving bieden in de school. Voorwaarde voor dit alles is dat zowel leerkracht als leerling zich veilig voelt op school en thuis.

o

Er veiligheid heerst. Ons handelen is gericht op het nastreven van veiligheid zowel fysiek als mentaal. Daarbij denken we aan omgevingsgevaren die (o.a. door de Arbo-commissie) worden gesignaleerd en daarna zo spoedig mogelijk worden weggenomen of verkleind. Ten aanzien van het mentale aspect werken we aan een veilige sfeer waarin eerlijkheid centraal staat, we respect hebben voor elkaar en we begrip en zorg tonen voor ieder ander.

o

Er een goede communicatie bestaat. Communicatie tussen collega‟s onderling houdt in dat je luistert naar elkaar, dat je


5

de ander uit laat praten, dat je doorvraagt en dit alles positief/serieus benadert vanuit betrokkenheid/empathie door middel van o.a. feedback vragen/geven. Een goed voorbeeld als leerkracht doet goed volgen: je luistert (empathisch), je toont belangstelling, je laat uitspreken, je vraagt door, je let op lichaamstaal.

o

Men vertrouwen heeft. Op onze school hebben we vertrouwen in elkaar. Dat blijkt uit de eerlijkheid en waardering voor elkaar. Afspraken worden nagekomen. Zaken die in vertrouwen worden verteld, worden zorgvuldig behandeld.

o

Iedereen respect heeft. Het is van belang om respect voor elkaar te hebben. Je luistert naar elkaar, je neemt elkaar serieus, je laat elkaar in de waarde en je sluit niemand buiten. We weten dat iedereen uniek/verschillend is. Verder houdt respect hebben voor elkaar o.a. in dat je: anderen positief benadert, positief spreekt met en over anderen, problemen serieus neemt en elkaar de ruimte biedt voor oplossingen. De leerkrachten benaderen de kinderen vanuit een positieve houding en nemen hen serieus.

Samengevat zijn onze kernwaarden betrokkenheid, een doorgaande lijn en een professionele organisatie.

3.2. Een school met ruimte, aandacht en zorg voor ieder kind op school. Ons onderwijs is bestemd voor kinderen vanaf 4 jaar en is zodanig ingericht, dat een leerling in beginsel na een tijdvak van 8 aaneensluitende jaren de basisschool kan afsluiten. Er wordt naar gestreefd om elke leerling de kans te geven een ononderbroken ontwikkelingsproces te doorlopen en het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de voortgang in die ontwikkeling. Dit onderwijs vormt tevens de basis voor het volgen van voortgezet onderwijs.

3.3. Een school met aandacht voor cultuur, expressie en beweging. De school doet mee aan het Kunstmenu. Dit heeft tot doel elke leerling in zijn schoolloopbaan in aanraking te brengen met verschillende kunstvormen. In elke groep zijn wekelijks teken-, muzieken handvaardigheidlessen. We hebben ook een vakleerkracht voor gymnastiek, die aan verschillende groepen les geeft. Het bewegingsonderwijs voor kleuters vindt plaats in een ruim van materialen voorzien kleutergymlokaal. De gymlessen voor de andere groepen vinden plaats in de Cirkel.


6

4. De organisatie van het onderwijs. De St. Michaëlschool maakt deel uit van de stichting rooms-katholiek en interconfessioneel Basisonderwijs De Groeiling. De dagelijkse leiding van deze stichting ligt in handen van een algemeen directeur. Verder is er op lokaal niveau een Adviesraad.

4.1. De schoolleiding De school staat onder leiding van een directieteam. Dit bestaat uit de directeur, de IB-er en 2 bouwcoördinatoren. Zij leiden de school en het team van leerkrachten. Regelmatig vindt er overleg plaats tussen alle directeuren van de Groeiling. Ook de directeuren van alle scholen van de Gemeente Rijnwoude overleggen regelmatig met elkaar en de Gemeente. De samenstelling van de directie is op dit moment als volgt: Dhr. Ad van Disseldorp directeur Mevr. Annelies van Katwijk Intern Begeleider Mevr. Annemieke Juffermans bouwcoördinator Bovenbouw Mevr. Ans Gordijn bouwcoördinator Onderbouw

4.2. De bouwcoördinator. Dit zijn leerkrachten die benoemd zijn tot bouwcoördinator. Zij organiseren de bouwvergaderingen en maken deel uit van het managementteam. Zij zijn voor een dagdeel vrijgesteld van lesgeven om hun extra taken uit te voeren. Samen met de directeur en de IB-er geven zij het beleid van de school gestalte en nemen taken van de directeur over bij diens afwezigheid.

4.3. De leerkrachten. Ouders en kinderen krijgen op onze school te maken met een team van leerkrachten. Iedere groep heeft twee groepsleerkrachten, die samen de klassenverantwoordelijkheid dragen. Daarnaast krijgen ouders en kinderen te maken met leerkrachten die minder frequent in de groep zijn. Dit gaat dan om de leerkracht die extra ondersteuning in de groep geeft of een van de groepsleerkrachten vervangt vanwege ziekte of om een andere reden.

4.4. Vakleerkracht Het bewegingsonderwijs neemt een zeer belangrijke plaats in op onze school. Door maatregelen van de overheid is echter niet iedere leerkracht bevoegd tot het geven van bewegingsonderwijs. Daarom kiezen we er voor om deze lessen voor de groepen 3 tot en met 8 daar waar mogelijk te laten geven door een vakleerkracht.

4.5. Remedial Teacher. Dit is een leraar die gedurende korte of langere tijd met een (groepje) kind(eren) werkt met een specifiek probleem. De RT leerkracht zal aan de hand van een handelingsplan in overleg met groepsleerkracht en IB-er met deze kinderen werken. Voor de RT leerkrachten verwijzen wij naar de jaarkalender.

4.6. Intern Begeleider. De IB-er bewaakt het kwaliteitsniveau van het onderwijs en coördineert de extra zorg die kinderen in onze school nodig hebben. Ook dient zij het team en de directeur van advies ten aanzien van onderwijskundige vernieuwingen. Op dit moment is de IB-er van onze school: mevr. Annelies van Katwijk.

4.7. ICT-er Dit is de leerkracht die er voor zorgt dat de computers en het netwerk operationeel blijven. Tevens zorgt deze er voor dat er regelmatige nieuwe, verantwoorde software wordt aangeschaft en geïnstalleerd. De ICT wordt momenteel gecoördineerd door: mevr. Annelies van Katwijk.


7

4.8. Logopediste. Voor kinderen met problemen met de spraak is er een logopediste aan de school verbonden. Zij komt één keer per twee weken op school. Zij controleert, verwijst en behandelt (indien nodig) de kinderen.

4.9. Parochie. Samen met de Parochie H.H. Engelbewaarders bereiden we de kinderen voor op de Eerste Heilige Communie. We overleggen met de werkgroep voor de gezinsvieringen over de catecheseprojecten en bij de kerstviering en het begin van het schooljaar bezoeken we de kerk. Verder vindt er regelmatig overleg plaats over een aantal gemeenschappelijke zaken.

4.10. Schoolarts De G.G.D. Zuid Holland verzorgt voor onze school de Schoolartsenzorg. De schoolarts werkt aan de bewaking, controle en bevordering van de gezondheid, groei en ontwikkeling van het kind.

4.11. School Begeleidingsdienst De schoolbegeleidingsdienst adviseert de school op onderwijskundige zaken. Ook kan de school de hulp in roepen voor bijzondere vragen op didactisch of pedagogisch terrein. Vanuit de Schoolbegeleidingsdienst is er een vaste orthopedagoog die kinderen onderzoekt en ouders en school adviseert bij grotere onderwijskundige of opvoedkundige problemen.

4.12. Inspectie van het Basisonderwijs. De onderwijsinspectie is belast met de inspectietaken voor onze school. Deze taken bestaan in het algemeen uit de volgende zaken: 1. Toezien op de naleving van de wettelijke voorschriften. 2. Bekend blijven met de toestand en het niveau van het onderwijs. 3. Bevorderen van de ontwikkeling van het onderwijs door overleg met het bevoegde gezag en het personeel van de school en met de regionale en/of lokale overheid. 4. Gevraagd en ongevraagd rapporteren en adviseren aan de minister. Adres: Inspectie van het Onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over het onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) <postbus 51> Klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 (lokaal tarief)

4.13. De Onderbouw. Deze bestaat uit de groepen 1 t/m 4. De groepen 1 en 2 zijn gemengde kleutergroepen (kinderen van 4, 5 en 6 jaar). We hebben hiervoor gekozen omdat naar onze mening door deze heterogene samenstelling de kinderen elkaar bevorderen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. In deze groepen wordt ook aandacht besteed aan de lees-, schrijf- en rekenvoorwaarden. In de groepen 3 en 4 ligt de nadruk op het aanvankelijk lezen, schrijven en rekenen. Ook komen de creatieve vakken en het bewegingsonderwijs uitgebreid aan bod.

4.14. De Bovenbouw. Deze bestaat uit de groepen 5 t/m 8. Hier komen het voortgezet en begrijpend lezen, taal en rekenen veel aan bod. Maar ook worden hier de zogenaamde zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs) gedoceerd. Verder wordt er nog steeds veel aandacht besteed aan de creatieve vakken en het bewegingsonderwijs. In de groepen 7 en 8 komt daar het vak Engels bij.


8

4.15. De schooltijden De schooltijden zijn als volgt: Voor de groepen 1 t/m 4: ‟s Morgens van 8.30 uur tot 11.30 uur (op woensdag tot 12.00 uur) ‟s Middags van 13.00 tot 15.00 uur

Voor de groepen 5 t/m 8: ‟s Morgens van 8.30 tot 12.00 uur ‟s Middags van 13.00 tot 15.00 uur

Op woensdagmiddag zijn alle kinderen vanaf 12.00 uur vrij. Voor de vrije dagen verwijzen wij u naar de jaarkalender.

4.16. Schoolmelk Ouders kunnen hun kind opgeven voor schoolmelk. Zij krijgen dan iedere dag tijdens de pauze een pakje melk. Ook kan men zich opgeven voor overblijfmelk. Dan staat er iedere middag een pakje voor uw kind klaar, behalve op woensdag. U kunt kiezen uit halfvolle melk, volle melk, chocomelk of drinkyoghurt. De betaling wordt door Campina rechtstreeks met de ouders geregeld. Ook kunt u een abonnement nemen op schoolfruit. U kunt op school voor beide een inschrijfformulier krijgen bij mevr. Ans Gordijn.

4.17 Jeugdtijdschriften. Op onze school is er de mogelijkheid uw kind te abonneren op de volgende tijdschriften: Bobo voor kinderen van 4 tot 6 jaar Okki voor kinderen van 6 tot 8 jaar Taptoe voor kinderen van 8 tot 10 jaar National Geographic Junior voor kinderen van 10 tot 13 jaar

4.18 Aanmelding van nieuwe leerlingen Kinderen aanmelden op school kunt u doen met een aanmeldingsformulier dat verkrijgbaar is bij de directie van de school. In verband met de organisatie van de school is het wenselijk dat kinderen minimaal een half jaar voor hun 4e verjaardag worden aangemeld. Als kinderen al een andere school hebben bezocht, moeten ze zo snel mogelijk nadat bekend is dat ze onze school gaan bezoeken, worden aangemeld. Inschrijfformulieren moeten ondertekend worden ingeleverd bij de directie. Nadat deze de inschrijving heeft verwerkt, ontvangt u een bericht van inschrijving met een toelichting op de verdere gang van zaken. Indien het kind al een andere school heeft bezocht, zal de school eerst contact opnemen met de school waar het kind op zit. Dit kan pas nadat de ouders deze school op de hoogte hebben gebracht van de verandering van school. Naar aanleiding van de informatie die de school verstrekt, gaat de directie over tot het inschrijven van het kind. Na de inschrijving zal de school bepalen, indien het om groep 1 of 2 gaat, bij welke leerkracht het kind in de groep komt. Hierbij hanteert de school de volgende regels: a. evenredige verdeling van de aantallen over de groepen. b. evenredige verdeling van jongens en meisjes over de groepen. c. broertjes en zusjes komen zoveel mogelijk niet bij dezelfde leerkracht. d. het kind komt zo mogelijk niet bij een leerkracht waarbij ook oudere broertjes of zusjes hebben gezeten. e. zwaarwegende redenen van ouders. f. zwaarwegende redenen van de betrokken leerkracht.


9

5. De activiteiten voor de kinderen 5.1. De kleutergroepen. In de groepen 1 en 2 leren de kinderen tijdens hun spel. De leerkrachten spelen daarop in door ervoor te zorgen dat er veel materiaal is waarvan de kinderen kunnen leren. Dit materiaal kiezen de kinderen zelf (arbeid naar keuze), of krijgen ze door de leerkracht aangereikt. Tijdens deze lessen wordt er aandacht besteed aan de ontwikkeling van de zintuiglijke, motorische, sociale en creatieve ontwikkeling. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de taal- en denkontwikkeling van het kind in voorbereidend lezen en rekenen. In de groepen 1 en 2 worden de voorlopers van de methodes, die in de rest van de school gebruikt worden, ingezet. Naast alle speel- en ontwikkelingsmaterialen, die in ruime mate in de groepen aanwezig zijn, speelt de computer een rol in het leer- en ontwikkelingsproces van de kinderen. De goed ingerichte speelzaal staat garant voor verantwoorde lessen spel en beweging, gericht op een evenwichtige motorische ontwikkeling. Bij goed weer spelen de kleuters dagelijks twee keer buiten, waarbij ze de keuze hebben uit verschillende speelmaterialen (onder andere diverse soorten karren, schommels, stelten, bouwplanken, kisten en de zandbak).

5.2. Groep 3. In deze groep staat het leren lezen centraal. Hiervoor gebruiken we op onze school de wijd verbreide methode Veilig Leren Lezen van uitgeverij Zwijssen. Ook wordt er een begin gemaakt met het rekenen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode Pluspunt van uitgeverij Malmberg. Deze methode wordt gebruikt in de groepen 3 t/m 8. Hierin is veel aandacht voor de manier waarop een kind een rekenprobleem aanpakt. Het gaat hierbij niet alleen om de uitkomst, maar ook over de manier waarop een kind die uitkomst heeft verkregen

5.3. Groep 4 Hier staat het Voortgezet Technisch lezen centraal en wordt een begin gemaakt met het begrijpend lezen. Voor deze onderdelen maken we gebruik van de methodes Leestheater en Taalleesland van uitgeverij Bekadidact. In deze groep wordt ook veel aandacht besteed aan de voorbereiding op de Eerste H. Communie.

5.4. Groep 5 Voor taal, lezen en rekenen is groep 5 een groep waar de al bestaande kennis en vaardigheden worden uitgebouwd. Voor hen komen aardrijkskunde en geschiedenis als nieuwe vakken aan bod. Bij aardrijkskunde gaat het hier om de zogenaamde heemkunde. Dit is de kennis van de woonomgeving van het kind. Bij geschiedenis gaat het om het directe verleden van het kind en zijn of haar familie.

5.5. Groep 6 In groep 6 wordt het technisch lezen afgerond en wordt er meer de nadruk gelegd op begrijpend en studerend lezen. Bij aardrijkskunde komt Nederland aan de orde. Hiervoor gebruiken we de methode Geobas van uitgeverij Wolters Noordhoff. Bij geschiedenis komt de tijd van de prehistorie tot de Middeleeuwen aan de orde. Hiervoor gebruiken we de methode Wijzer door de Tijd van uitgeverij Wolters Noordhoff. Bij verkeer maken we gebruik van de verkeerskrant “Op voeten en fietsen” van Veilig Verkeer Nederland.

5.6. Groep 7 Bij taal en lezen ligt de nadruk erg op begrijpend en studerend lezen. Ook wordt er veel aandacht besteed aan het verwerven van informatie uit allerlei bronnen (waaronder Internet). In groep 7 en 8 wordt voor verkeer de Jeugdverkeerskrant van Veilig Verkeer Nederland gebruikt. Daarnaast wordt groep 7 voorbereid op zowel het schriftelijk als het praktisch verkeersexamen. Bij een goed resultaat krijgen zij ook hun verkeersdiploma. Bij het vak aardrijkskunde staat Europa centraal en


10

bij geschiedenis wordt de tijd tot de Franse revolutie behandeld. Om te komen tot een verantwoord advies voor het voortgezet onderwijs na groep 8 nemen de kinderen deel aan de CITO entreetoets.

5.7. Groep 8 Voor taal en rekenen zijn hier niet zoveel nieuwe zaken meer die aan de orde komen. Wel wordt er veel aandacht besteed aan het goed toepassen van alle zaken die aangeleerd zijn. Bij aardrijkskunde leren de kinderen allerlei zaken over de werelddelen en landen buiten Europa. Tijdens de lessen geschiedenis komt de tijd vanaf de Franse revolutie tot nu aan de orde. In groep 8 worden de kinderen ook opgeleid voor het jeugddiploma EHBO. In samenspraak met de MR is besloten om vanaf het schooljaar 2010 – 2011 de NIO test af te nemen. We hebben hiervoor gekozen omdat de CITO toets een moment opname is die alleen aangeeft wat het kind op dat moment beheerst. De NIO test onderzoekt welke mogelijkheden het kind heeft voor de toekomst. Ook vinden wij dat een kind meer is dan een getal (eind score CITO) en wij denken dat een meer gespecificeerd advies bijdraagt aan een goede schoolkeuze.

5.8. Bevordering sociale integratie en burgerschap. Vanaf 2006 zijn de basisscholen verplicht om aandacht te besteden aan de bevordering van sociale integratie en burgerschap. Op onze school is dit niet een apart vak, maar zitten alle aspecten van dit terrein verweven in de lessen wereldoriëntatie, godsdienstige vorming en sociaal emotionele vorming. Wij hebben hiervoor gekozen om niet te veel onderwijstijd verloren te laten gaan.

5.9. Bewegingsonderwijs. De groepen 1 en 2 gymmen in de speelzaal van de school. Om voetwratten tegen te gaan, dragen de kinderen gymschoenen met rubberen zolen. Wilt u daarom zorgen dat uw kind een paar gymschoenen voorzien van naam, op school heeft. De kleuters dragen verder een korte broek en een T-shirt of een gympakje. De lessen bewegingsonderwijs voor de groepen 3 t/m 8 W worden gegeven in sporthal de Cirkel in Hazerswoude Rijndijk. De kinderen gaan hier per bus naar toe. De Gemeente Rijnwoude regelt en betaalt dit busvervoer. De gymlessen van groep 3 tot en met 8 worden indien mogelijk door een vakleerkracht gegeven. Het dragen van gymschoenen en gymkleding is ook in deze groepen verplicht. Vanwege de veiligheid van de kinderen mogen zij tijdens de gymlessen geen sieraden dragen en moeten lange haren in een staart worden gedragen. Geeft u uw kind makkelijke kleren aan op de dag dat ze gym hebben? Het rooster van de gymlessen kunt u vinden in hoofdstuk 14. Met ingang van het schooljaar 2005 / 2006 heeft de gemeente Rijnwoude het schoolzwemmen weg bezuinigd. Dit houdt in dat er geen schoolzwemmen meer is. Wel is er een regeling getroffen voor kinderen die na groep 5 nog geen zwemdiploma hebben gehaald. Gemeentelijke uitgangspunten vangnetregeling schoolzwemmen: 1. Een leerling die aan het eind van groep 5 nog geen zwemdiploma A heeft komt in aanmerking om –buiten schooltijd- een zwemdiploma A, of een daarmee vergelijkbaar zwemdiploma, te behalen; 2. De basisscholen inventariseren deze leerlingen en melden deze bij de gemeente; 3. De gemeente schrijft de ouders van de betreffende leerlingen aan en brengt deze op de hoogte van het feit dat hun kind op kosten van de gemeente, gedurende maximaal 1 (school)jaar of 40 lesweken, zwemlessen kunnen laten volgen in een bad naar keuze; 4. Van het gestelde maximum kan de gemeente afwijken als in het kind gelegen factoren –ter nadere bepaling door het college- het de leerling niet mogelijk maken binnen de gestelde tijd het zwemdiploma te behalen; 5. Als dan wordt deze termijn –éénmalig- met maximaal een halfjaar of 20 lessen verlengd; 6. De kosten van de zwemlessen worden aan de ouders terugbetaald nadat deze de op zwemles betrekking hebbende kaartjes bij de gemeente hebben ingediend.

5.10. Het documentatiecentrum. In groep 5 en 6 worden de kinderen stapsgewijs vertrouwd gemaakt met ons documentatiecentrum. Hierin zijn diverse informatiebronnen opgenomen, die de kinderen kunnen raadplegen voor het maken van een werkstuk of het houden van een spreekbeurt, waaronder


11

boeken en computers met internet. Van de computer wordt eveneens gebruik gemaakt om te zien welke boeken en andere materialen er zijn. In groep 7 en 8 wordt deze werkwijze uitgebreid en moeten de kinderen het centrum kunnen raadplegen voor diverse onderwerpen, waarmee zij tijdens andere lessen of zelfstandig werken te maken krijgen.

5.11. De bibliotheek. Op de 2e woensdag van het schooljaar gaat het boekenruilen weer van start. Dankzij de enorme inzet van ouders is het bestand weer herzien en opgeknapt. Het bestand is uitgebreid met nieuwe boeken en de verouderde boeken zijn verwijderd. Elke leerling leent wekelijks een boek. Alle kinderen hebben van de school een tas ontvangen . (Nieuwe kinderen krijgen deze tas als zij voor het eerst op school komen). Deze tas kan heel goed gebruikt worden als boekentas. TIP: Pak geen leesboeken in bij melkbekers, gym- of zwemspullen, maar doe ze apart in een tas. Als er een boek zoekraakt of beschadigd terugkomt, moet er € 10,- worden vergoed. Het is ook mogelijk dat u zelf een nieuw boek bestelt, maar dat boek moet wel dezelfde titel hebben als het zoekgeraakte of beschadigde boek.

5.12. Schrijven Gezien de goede ervaringen blijft het schrijven met de Lamy schoolvulpen op school verplicht. De school stelt deze vulpen beschikbaar en vervangt hem bij slijtage. Ook zorgt de school voor de benodigde vullingen. Bij opzettelijke beschadiging wordt er € 9,50 vergoeding gevraagd. Indien ouders een extra pen voor hun kind willen aanschaffen kan dit ook via de school. De kosten zijn dan ook € 9,50.

5.13. Huiswerk Vanaf groep 5 krijgen kinderen regelmatig huiswerk mee. We willen hiermee de kinderen leren om hun werk thuis te plannen en verantwoordelijkheid te dragen om het huiswerk op tijd in te leveren. In de groep 5 betreft het hier vaak het leren van topografie en de tafels.. In de groepen 6, 7 en 8 komen hier ook schriftelijk taal en rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs bij.


12

6. De zorg voor de kinderen. 6.1 Kinderen met extra zorg. Omdat de school het een hele zorg vindt om kinderen verantwoord op te voeden en op te leiden proberen we dit op een gestructureerde manier aan te pakken en in de gaten te houden. Hiervoor is het nodig dat de school een goed leerlingvolgsysteem heeft. Hierdoor kunnen we de ontwikkelingen van ieder kind nauwgezet volgen en stelt het ons in staat om snel in te grijpen en extra hulp te bieden als daar aanleiding toe ontstaat. Van elke leerling maken we een digitaal dossier. Hierin worden gegevens bijgehouden over het gezin, de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toetsen rapportgevens over de hele periode dat een kind bij ons op school zit. Deze gegevens worden zeer vertrouwelijk behandeld en zijn alleen ter inzage voor de directeur, de intern begeleider, de groepsleerkracht en de ouders (indien zij dit wensen). Regelmatig bespreken de leerkrachten samen met de intern begeleider de resultaten van de leerlingen. Hierbij wordt o.a. gekeken welke onderwijsbehoeften de kinderen hebben zoals bijv. een aangepast rekenprogramma. Ook worden de resultaten besproken van eerdere speciale programma‟s. Indien blijkt dat deze onvoldoende resultaten hebben opgeleverd worden er vervolgstappen besproken. Een kind dat extra zorg nodig heeft wordt zoveel mogelijk dicht bij de groep geholpen In eerste instantie zal een handelingsplan worden opgesteld dat de groepsleerkracht uitvoert. Daarna kan de Intern Begeleider het kind aparte remedial teaching (laten) geven. Mocht dit alles onvoldoende baat hebben, dan kan in overleg met de ouders besloten worden het kind een extra jaar te geven (blijven zitten). Dit besluit wordt alleen genomen indien wij verwachten dat dit voor het kind zinvol is.

6.2 Weer samen naar school. Mochten ondanks alle extra inspanning de resultaten nog niet het gewenste niveau halen, dan is er de mogelijkheid om het kind te laten onderzoeken door een orthopedagoog. Hier kan dan uit voortvloeien dat het kind een nog specifiekere aanpak krijgt, dat er in het kader van Weer Samen Naar School ambulante begeleiding wordt verleend (een begeleider van een school voor speciaal onderwijs begeleidt het kind gedurende een langere of kortere periode) of kan het kind verwezen worden naar een andere school (voor speciaal onderwijs). Bij deze laatste 2 situaties wordt altijd de Permanente Commissie Leerlingenzorg ingeschakeld. Deze PCL heeft tot doel:  hulpverlening: het opsporen en verhelpen van achterstanden. De intern begeleider en de remedial teacher spelen hierbij een belangrijke rol. Als er via RT en het groepsonderwijs onvoldoende hulp kan worden geboden, wordt er verwezen naar het Speciaal Onderwijs.  signalering: het voorkomen dat de achterstanden te groot worden.  afstemming: zorgen voor een goede wisselwerking tussen onderwijsaanbod en behoeften van de leerling op het gebied van leren en de sociaal-emotionele ontwikkeling.  Het verlenen van hulp aan de groepsleerkracht, wat er toe leidt dat zoveel mogelijk kinderen binnen het basisonderwijs kunnen blijven.  De ouders spelen in deze procedure een belangrijke rol. Voor iedere stap vindt er overleg plaats en wordt hun toestemming gevraagd.

6.3 Naar het voortgezet onderwijs. Na groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Omdat de ouders en kinderen een keuze hebben uit een groot aantal scholen proberen wij de ouders en hun kinderen te helpen met deze keuze. Hiervoor hebben wij een stappenplan opgezet dat er in grote lijnen als volgt uitziet: Stap 1: · Aan de hand van de CITO entree toets en het overleg met de groepsleerkracht, de leerkracht van groep 7 en de Intern Begeleider krijgen de kinderen half november een voorlopig advies.


13

Stap 2:

Kinderen en ouders oriënteren zich op de diverse scholen door middel van brochures, opendagen en proeflessen. Verder komen regelmatig oud-leerlingen vertellen over hun ervaringen op het voortgezet onderwijs. Stap 3: Na de NIO test krijgen de kinderen hun definitieve advies, waarin het resultaat van die toets maar ook het oordeel van de groepsleerkracht, de leerkracht van groep 7 en de Intern Begeleider is verwerkt. Dit advies wordt met de ouders (en de kinderen) besproken en de ouders krijgen inschrijfformulieren uitgereikt. De school verzorgt de verzending van deze formulieren. Stap 4: De scholen van voortgezet onderwijs bespreken de aangemelde leerlingen met de groepsleerkracht en melden de ouders dat hun kind wordt aangenomen. De basisschool stelt aan de hand van haar leerlingvolgsysteem een advies op. De ouders beslissen bij welke school hun kind wordt aangemeld. De school voor voortgezet onderwijs bepaalt of een kind al dan niet wordt aangenomen.

6.4 Kinderen met een “rugzakje”. De overheid heeft bepaald dat in sommige gevallen kinderen, die vroeger naar het speciaal onderwijs gingen, opgevangen kunnen worden op de basisschool. Ook op onze school is dit mogelijk. Wij hebben hiervoor een procedure opgesteld, waarin staat dat wij “kinderen met een rugzakje” (de overheid geeft voor deze kinderen een extra vergoeding) opnemen als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste is dat de school het kind dat kan bieden wat het nodig heeft. Indien er bij uw kind sprake is van een mogelijke plaatsing met een rugzakje, zijn wij graag bereid de procedure met u te bespreken.

6.5 Doorgaande lijn. Wij houden de ouders graag op de hoogte van de resultaten van hun kinderen. Dit doen we op een aantal manieren. Ten eerste door regelmatig werkjes en verwerkingsbladen mee naar huis te geven. De groepen 1 en 2 krijgen één keer per jaar een rapport mee naar huis, groep 3 twee keer en vanaf groep 4 krijgen de kinderen drie keer een rapport mee naar huis. Naar aanleiding van deze verslagen worden de ouders 2 keer per jaar (na de rapporten) uitgenodigd om de resultaten van hun kinderen in een tien minutengesprek te bespreken. Bij het 3e rapport kunnen de ouders indien zij dit wenselijk achten zelf een gesprek aanvragen. Verder zal de leerkracht van uw kind altijd contact met u opnemen indien de situatie daar aanleiding toe geeft. Ook u als ouders kunt te allen tijde een gesprek met de leerkracht, IB-er of directeur aanvragen. Omdat zij een volle agenda hebben, is het aan te bevelen om hier van tevoren een afspraak voor te maken. Kinderen die 4 jaar worden gedurende het schooljaar worden als volgt geplaatst: Kinderen die voor 1 september 4 jaar worden, mogen vanaf de eerste schooldag van het schooljaar naar school en starten in groep 1. Kinderen die jarig zijn tussen 1 september en 1 januari stromen in groep 1 in. Bij hen wordt gekeken of zij aan het einde van het eerste schooljaar zich voldoende hebben kunnen ontwikkelen om naar groep 2 te gaan. Hierover wordt uitvoerig gesproken met de ouders. Kinderen die 4 jaar worden tussen 1 januari en einde schooljaar komen in de zogenaamde instroomgroep. Dit betekent dat wij denken dat deze kinderen onvoldoende tijd hebben gekregen om klaar te zijn voor groep 2. Uiteraard wordt ook van deze kinderen bekeken hoe hun ontwikkeling is en kunnen zij bij snelle ontwikkelingen toch in groep 2 geplaatst worden. Ook dit gebeurt in nauw overleg met de ouders. De school streeft er naar dat kinderen onafgebroken de school kunnen doorlopen. Soms is het voor de ontwikkeling van een kind beter dat deze een schooljaar overdoet. Hiervoor heeft de school een protocol zittenblijven opgesteld. De groepsleerkrachten bekijken of het zinvol is een kind een jaar te laten overdoen als er problemen zijn op het gebied van rekenen, taal en lezen. Er wordt gekeken naar intelligentie, sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding en taakbesef. Een van deze factoren kan ook aangedragen worden door de ouders. Indien de leerkrachten denken dat zittenblijven aan de orde kan komen, zullen zij contact op nemen met de ouders en de IB-er. Hierbij worden de argumenten en de procedure besproken. Van dit gesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Als de leerkrachten en de IB-er er van overtuigd zijn dat zittenblijven een goede optie is voor het kind, wordt dit verder besproken met de ouders. Daarna leggen zij dit voor aan de directie. De directie zal dan een besluit nemen. Het besluit van de directie is bindend voor alle partijen.


14

6.6 Sociaal-emotionele ontwikkeling Kinderen van de basisschool zijn in ontwikkeling naar volwassenheid. Hierbij moeten zij leren hoe zij met zichzelf en met anderen moeten omgaan. Voor de meeste kinderen is dit niet een vanzelfsprekend proces. Wij als volwassenen zullen hen hierbij moeten helpen. De school gebruikt hierbij de methode van de Kanjertraining. Alle leerkrachten hebben hiervoor een certificaat gehaald en in alle groepen wordt hiermee gewerkt. Uitgangspunt hierbij is vooral dat kinderen niet vervelend of raar zijn, maar dat zij zich vervelend of raar gedragen. Kinderen en volwassen zullen anderen dan ook aanspreken op hun „ongewenste‟ gedrag. Wij leren de kinderen dit op een verantwoorde manier te doen, maar ook om aangesproken te worden. Ouders worden regelmatig uitgenodigd om een les bij te wonen en tijdens ouderavonden wordt hierop verder ingegaan. Met de Kanjertraining willen we de volgende doelen bereiken:  De leerkracht wordt gerespecteerd.  Pestproblemen worden hanteerbaar/lossen zich op.  Leerlingen durven zichzelf te zijn.  Leerlingen voelen zich veilig.  Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken.  Leerlingen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen.  Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen.  Leerlingen durven cognitief te presteren.  Leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen.  Er ontstaat een positieve leer- en werkhouding. De school voldoet aan de doelen die worden gesteld door de wet Actief Burgerschap en Sociale Integratie. De Kanjertraining heeft de volgende basisregels:  Niemand speelt de baas,  Niemand doet zielig  We lachen elkaar niet uit  We helpen elkaar  We vertrouwen elkaar Deze sluiten perfect aan bij de visie van de school. Eenvoudige en heldere regels die allesomvattend zijn en die zelfs voor de kleuters alsook ouders een duidelijk houvast bieden.

6.7. Voorschot benadering. Omdat wij zoveel mogelijk trachten om problemen bij het leren te voorkomen werken wij met de zgn. voorschotbenadering. Dit houdt in dat kinderen in groep 2, die om wat voor reden dan ook het risico lopen om problemen te krijgen bij het leren lezen in groep 3, in kleine groepjes allerlei oefeningen krijgen aangeboden, waardoor deze risico‟s aanzienlijk minder worden. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld als hun kind aan deze voorschotbenadering mag meedoen.

6.8. Zelfstandig werken. In alle groepen wordt veel aandacht besteed aan het zelfstandig werken. Het doel hiervan is niet alleen om de kinderen te leren zelf hun problemen aan te pakken, maar ook om de leerkrachten in de gelegenheid te stellen om kinderen die wat meer of minder uitleg nodig hebben te kunnen begeleiden. Bij dit zelfstandig werken maken we op school gebruik van een timer en of dobbelstenen. De 3 belangrijkste symbolen hierop zijn: - rode stip: ik wil ongestoord werken. - groene stip: als je iets over je werk wilt vragen kun je mij benaderen. - vraagteken: ik heb een vraag over mijn werk, kunt u mij helpen?

6.9. De schoolarts. Onze school valt onder: GGD Hollands Midden Postbus 121 2300 AC Leiden


Bezoekadres voor onze regio: Gemeentehuis, Stadhuisplein 7 2405 SH Alphen aan den Rijn tel: (0172) 23 62 33 Openingstijden ma t/m vr. 9.00-12.00 uur,

15

website: www.ggdhm.nl e-mail: [email protected]

‟s middags volgens afspraak.

De schoolarts is: dr. Nel van Waert De sociaal verpleegkundige is Yvonne Besseling In principe worden de leerlingen uit groep 2 volledig onderzocht door de jeugdarts en de leerlingen van groep 7 gescreend door de doktersassistente. We verzoeken u vriendelijk om besmettelijke ziektes zoals rode hond, roodvonk e.d., maar ook hoofdluis aan de leerkracht te melden om verdere besmetting te voorkomen. Na elke vakantie is er een controle op hoofdluis.

6.10. Logopedie op school Logopedie houdt zich bezig met het verbeteren van het spreken en alles wat daarmee samenhangt: de taal, de uitspraak en de stem. Het is belangrijk dat problemen met spreken of verkeerde mondgewoonten zo vroeg mogelijk worden ontdekt en verholpen. Daarom worden alle kinderen rond hun vijfde verjaardag gescreend op school. Kinderen uit de overige groepen kunnen op verzoek onderzocht worden. U krijgt daarna altijd schriftelijk bericht van de resultaten en eventuele vervolgacties (uitnodiging voor een gesprek, plaatsing op de controlelijst). De gegevens worden met de leerkracht en /of de jeugdarts besproken. Voorlichting De logopedist geeft op verzoek ook voorlichting op school voor ouders van de leerlingen van groep één en twee over de taal- en spraakontwikkeling. In overleg met school kan het project “Mondje dicht, beter gezicht” in de kleutergroepen worden aangeboden. Meer informatie kunt u vinden op:  www.ggdhm.nl  www.cjg (naam gemeente).nl. Het virtuele Centrum voor Jeugd en Gezin is een website met informatie over opgroeien en opvoeden. Ouders kunnen ook online vragen stellen. Contact De school kan u informeren over de naam en de bereikbaarheid van de logopedist, die in principe elke twee weken de school van uw kind bezoekt. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat van de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD Hollands Midden. Tel. (071) 516 33 42 of mailen naar [email protected]

6.11. De GGD en uw kind Jeugdgezondheidszorg op school De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) begeleidt de groei en ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar. Dat doen we op de basisscholen onder andere door alle kinderen van groep 2 en 7 te onderzoeken. U kunt ook zelf contact met ons opnemen als u vragen of zorgen hebt over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ouders, kinderen en jongeren kunnen terecht op de CJG‟s met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. In het CJG werken meerdere organisaties samen zoals de GGD Hollands Midden en Kwadraad (algemeen maatschappelijk werk) Het is de bedoeling dat eind 2011 alle gemeenten één of meerdere CJG‟s hebben. Voor meer informatie: CJG advies: (088) 254 23 84 Virtueel CJG Online is informatie te vinden en te krijgen via het virtuele CJG: www.cjg(naamgemeente).nl. Het is ook mogelijk online vragen te stellen. Zorg voor leerlingen De jeugdarts of jeugd verpleegkundige neemt deel aan het Zorgadviesteam. Indien nodig overleggen zij met de leerkracht, huisarts of andere instanties.


16

Een gezond schoolleven De afdeling JGZ geeft de school adviezen over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, voeding en beweging en dergelijke. De GGD steunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Meer informatie Kunt u vinden op onze website www.ggdhm.nl. Contact De school kan u informeren over de naam en bereikbaarheid van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Op onze website staat vermeld welke JGZ medewerkers aan de school van uw kind verbonden zijn. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat JGZ van de GGD Hollands Midden. Tel. : (0172) – 236 230 op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur of mailen naar [email protected]..


17

7. Buitenschoolse activiteiten. Op school kunnen de kinderen aan diverse buitenschoolse activiteiten deelnemen. Het zijn dingen die onder schooltijd of na schooltijd plaatsvinden, die niet rechtstreeks door de leerkracht worden georganiseerd. Wel zal de school er via een van de leerkrachten zeer nauw bij betrokken zijn.

7.1. Onder schooltijd kunnen dat zijn: Sportochtenden, georganiseerd op gemeentelijk niveau. De kinderen spelen dan in groepsverband wedstrijden tegen andere scholen uit Rijnwoude. Culturele vorming: Alle groepen nemen ieder jaar deel aan minstens 1 activiteit van het Kunstmenu. Dit zijn activiteiten op het gebied van dans, muziek, audiovisueel, literatuur en drama. Gedurende zijn/haar schoolloop baan komt ieder kind 2x in aanraking met ieder van deze kunstuitingen. Schoolreis of schoolfeest: Een keer per twee jaren gaan we op schoolreisje. Een werkgroep bestaande uit ouders en leerkrachten draagt zorg voor de organisatie hiervan. In het jaar dat we niet op schoolreis gaan, vieren we een schoolfeest.

7.2. Buiten schooltijd: De kinderen kunnen o.a. deelnemen aan het damtoernooi (16 en 23 november), schaaktoernooi (9 november), zwemwedstrijden (13 juni) en voetbaltoernooi. Al deze activiteiten worden begeleid door ouders en/of leerkrachten.

7.3. Oud papier, batterijen, cartridges en kleding. Op een aantal donderdagen (en dit jaar ook weer vrijdagen) is er gelegenheid om oude kranten en tijdschriften e.d. naar de container te brengen, die op de parkeerplaats aan de Dorpsstraat bij de school staat. De data staan vermeld op de kalender. Voor het oud papier dat wordt gebracht geven wij een kleine beloning. De wijze van belonen is: Voor elke volle doos of grote tas wordt er een stempel gegeven op een spaarkaart. Zijn er twee of meer kaarten vol, dan kunnen deze voor een presentje worden ingewisseld. Kinderen of ouders kunnen hun kaart laten afstempelen bij de concierge of de directeur. De volle kaarten kunnen worden verzilverd op momenten die in de Nieuwsbrief worden aangekondigd. In de aula zal daarvoor om 3 uur iemand van de school aanwezig zijn. Op de ingeleverde spaarkaarten wordt de naam van het kind gezet en aan het eind van het schooljaar wordt er één kaart beloond met een leuk cadeau. Op vrijdag kunt u zelf papier in de container kwijt, maar er wordt dan niet gestempeld! De opbrengst van het oud papier is voor de school bestemd. Uit deze extra pot kopen we vele extra‟s zoals bibliotheekboeken, buitenspeelmateriaal, enz. Dit schooljaar zullen we een groot deel van de opbrengst gebruiken voor het onderhoud van de bibliotheek en documentatiecentrum en het buitenspeelmateriaal. Verder proberen we te sparen voor uitbreiding van extra leer- en hulpmiddelen. Het is voor ons daarom van belang dat er een grote hoeveelheid oud papier wordt ingezameld. We streven er naar om de 25.000 kg te overschrijden. In de aula van de school staat een bak van Stibat, voor uw oude, lege batterijen. De school krijgt hiervoor de keuze uit een aantal leuke spelmaterialen en u beschermt het milieu. Ook staat er een doos voor het inzamelen van lege inktcartridges. Hiervoor krijgt de school een financiële vergoeding die gebruikt zal worden voor de aanschaf van allerlei materialen waarvoor de subsidie van het Rijk niet toereikend is. Ook oude mobiele telefoons kunnen hier worden ingeleverd. Ook hiervoor krijgt de school een kleine vergoeding. Twee maal per jaar staat er bij de school een container waar u uw oude kleding in kunt doen. De data staan vermeld in de Nieuwsbrief.


18

8. De leerkrachten 8.1. Vervanging tijdens verlof en ziekte. In geval van verlof of ziekte zal de school moeten zoeken naar een vervanger. Hierbij zullen we in eerste instantie kijken of de duo-partner in de gelegenheid is om extra te werken. Indien dit niet het geval is zullen we op zoek gaan naar een andere invaller. In zeer uitzonderlijke gevallen zullen we genoodzaakt zijn om groepen samen te voegen of in uiterste nood zelfs kinderen naar huis te sturen. Wij zullen er dan altijd naar streven om de ouders zo vlug mogelijk te informeren. Als ouders niet thuis zijn worden de opvangouders ingeschakeld.

8.2. Inzet stagiaires. Wij vinden het belangrijk dat studenten van de lerarenopleiding in de gelegenheid gesteld worden om stage te lopen om zodoende praktijkervaring op te doen. In het kader van kweekvijver nieuwe leerkrachten streeft de school er naar om ieder jaar minstens één vierdejaars student in de school te hebben. Deze LIO-er zal begeleid zelfstandig voor een aantal maanden een groep lesgeven. Groepen die dit aangaat zullen tijdig geïnformeerd worden.

8.3. Scholing leerkrachten. Het is voor alle vakmensen van belang dat zij hun vakkennis op peil houden en vergroten. Hiervoor is het nodig dat mensen bijscholing volgen. Meestal doen leerkrachten dit in hun vrije tijd. In deze tijd ontkomt het onderwijs er niet aan dat een aantal van deze opleidingen alleen onder schooltijd gevolgd kan worden. Een van deze nascholingsactiviteiten is een studiedag van WSNS per bouw. Dit jaar is het de beurt aan de bovenbouwleerkrachten (groep 7 en 8). Hierdoor is het mogelijk dat er soms een groepsleerkracht afwezig is voor deze bijscholing. De school zal altijd haar uiterste best doen om dan vervanging voor deze groep te regelen.


19

9. Ouders De redenen waarom u als ouders voor onze school gekozen heeft zijn zeer divers. Wat die reden ook is, voor ons als team is het belangrijk dat de sfeer op school goed is. Als kinderen met plezier naar school gaan, ontwikkelen ze zich beter. Ze moeten zich op school veilig en op hun gemak voelen. Voor het uitwisselen van informatie over uw kind kunt u in het algemeen elke leerkracht voor en na schooltijd benaderen. Voor informatie over het functioneren van uw kind kunt u het best een afspraak maken met een van de groepsleerkrachten. Tijdens de schooluren zijn de leerkrachten alleen in echte noodgevallen te bereiken. Een aantal keer per jaar houden wij oudergesprekken, hiervoor ontvangt u tijdig een uitnodiging en zij worden aan het begin van het jaar in de kalender vermeld. Ook wordt er aan het begin van het schooljaar een informatieavond georganiseerd, waarbij de groepsleerkrachten u informeren over het komend schooljaar. Twee maal per jaar kunt u een kijkje in de klas nemen. De data van deze inloopavond en open ochtend staan vermeld in de Jaargids. Tijdens de jaarlijkse open ochtenden van alle scholen van Rijnwoude worden met name de ouders uitgenodigd die nog geen kinderen op onze school hebben. De data van deze ochtenden worden vermeld in de Rijnwoude Koerier. Andere informatie over de school kunt u lezen in de jaargids (kalender), de maandelijkse nieuwsbrief met actuele nieuwtjes en de Info, waarin informatie over leerstof en andere zaken van de voorafgaande periode staat.

9.1 Oudervereniging. Onze school heeft een oudervereniging. De oudervereniging wordt gevormd door alle ouders/verzorgers van kinderen op de St. Michaëlschool. Het bestuur van de vereniging wordt Ouderraad genoemd. De leden van de Ouderraad worden op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering gekozen. De voornaamste taak van de ouderraad is het vertegenwoordigen van de ouders, dat wil zeggen zij informeert het team en de MR over wat er bij de ouders leeft. Daarnaast organiseert de ouderraad samen met de teamleden diverse schoolactiviteiten zoals: het sinterklaasfeest, kerstfeest, carnaval, paasfeest, schoolreis of schoolfeest. Al deze activiteiten worden bekostigd door uw contributie. De ouderraad komt regelmatig bijeen om lopende zaken te bespreken.

9.2. De medezeggenschapsraad. (MR) Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. De MR bestaat uit 2 geledingen: 1. Vertegenwoordigers van de ouders, 2. Vertegenwoordigers van het (onderwijzend) personeel. Iedere ouder kan zich verkiesbaar stellen voor de MR. De MR overlegt met de directie over belangrijke schoolzaken:  De besteding van geld.  De gebouwen.  Vaststellen van vakanties en vrije dagen.  De manier waarop ouders meehelpen in het onderwijs en bij andere activiteiten,  Het kiezen van methodes,  Het aanstellen van personeel. De MR heeft 2 soorten rechten: 1. Instemmingsrecht. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn bijv. ouders en personeel moeten beide instemmen met het schoolplan en de veranderingen daarin. De ouders in de MR hebben dit recht ook voor de besteding van de ouderbijdrage. 2. Adviesrecht. Het schoolbestuur en de directie moeten in een aantal gevallen advies vragen over hun plannen met de school. Het betreft hier o.a. de financiën van de school. De vergaderingen van de MR zijn openbaar en worden bekend gemaakt in de Nieuwsbrief.


20

9.3. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. (GMR) Ieder bestuur dat meerdere scholen onder zich heeft moet een GMR hebben. Deze is samengesteld uit personeels- en ouderleden. Ook de Groeiling heeft zo‟n GMR. Zij houdt zich uitsluitend bezig met aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn (bestuursbeleid). Op schoolniveau is de MR het aangewezen inspraakorgaan.

9.4. Ouderhulp. Het onderwijs is tegenwoordig zo georganiseerd, dat een school eigenlijk niet zo goed meer zonder de hulp van vele vrijwilligers kan functioneren. Wij zijn dan ook blij dat wij steeds een beroep kunnen doen op een grote groep ouders. Aan het begin van een jaar laten wij steeds een formulier uitgaan waarop ouders kunnen invullen hoe zij de school behulpzaam kunnen zijn in het komend schooljaar. Daarbij valt te denken aan hulp bij lezen, zwemmen, bibliotheek, documentatiecentrum, boekenkaften, overblijven of door lid te worden van de Ouderraad of MR. Elke groep heeft één of twee contactouders.

9.5. Overblijven Op onze school is het voor kinderen ook mogelijk om over te blijven. De school stelt hiervoor de ruimte ter beschikking. De verdere organisatie is in handen van de overblijfcommissie. Wij verwijzen u hiervoor naar het speciale overblijfboekje. De school is steeds dringend op zoek naar begeleiders bij het overblijven. Indien u mensen weet die dit tegen een vergoeding willen doen, kunt u hen aanmelden bij de directie.

9.6. Verzekering Het schoolbestuur heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle kinderen op school. Dit houdt in dat uw kind verzekerd is op weg van huis naar school, tijdens het verblijf op school en gedurende activiteiten die in schoolverband gebeuren (schoolreisje, sportdag en excursies), evenals het terug naar huis gaan.


21

10. De ontwikkelingen van het onderwijs. De afgelopen jaren hebben we de lesmethodes die we op onze school gebruiken bijna allemaal vernieuwd. Ze zijn aangepast op de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs en voldoen allen aan de kerndoelen voor het Primair Onderwijs. We passen de methodes zo aan dat ze optimaal bruikbaar zijn voor onze kinderen. Ook zorgen we er voor dat kinderen die wat problemen hebben met bepaalde delen van de stof, extra gelegenheid krijgen om zich deze stof eigen te maken. Er is een heel computernetwerk in de school geïnstalleerd. Voor alle groepen zijn hierop passende programma‟s geïnstalleerd die aansluiten bij de rest van de leerstof. Ook zijn we bezig om de kinderen op een verantwoorde manier te laten werken met Internet.

10.1. De resultaten van het onderwijs. Om de kinderen goed te kunnen volgen wat betreft hun leerprestaties en hun ontwikkeling, is het nodig dat er regelmatig gemeten wordt. Hiervoor gebruiken wij op onze school een aantal instrumenten. Dit zijn toetsen die horen bij de methodes die we gebruiken (de zgn. methodegebonden toetsen) en we gebruiken toetsen of meetinstrumenten die niet bij een bepaalde methode horen, maar wel landelijk zijn genormeerd. (de zgn. methode onafhankelijke toetsen). Deze wegen mee bij het bepalen of een leerling een schooljaar zou moeten doubleren. De methode onafhankelijke toetsen en meetinstrumenten die we hiervoor gebruiken zijn: Bij de kleuters: Algemene Ontwikkeling: Taalontwikkeling: Rekenkundige Ontwikkeling: In alle groepen: Voor sociaal-emotionele ontwikkeling: Voor rekenen Voor spelling: Voor technisch lezen: Voor begrijpend lezen: Taalontwikkeling:

G.O.V.K. en bijbehorende peilkaarten (MHR) Taal voor kleuters (CITO) CITO ordenen Sociogram ZIEN Rekenen en wiskunde 2002 (CITO) V.L.L. spellingtoets (CITO) S.V.S. (CITO) PI dictee AVI toets (leesteksten) Drie Minuten Toets (woordentoets CITO) De Klepel (pseudo-woorden) Lezen met begrip (CITO) Begrijpend Lezen (CITO) Woordenschattoets (CITO)

Algemene toetsen: CITO Entreetoets (eind groep 7 als signalering aangaande de vorderingen en vooruitblik naar de eindtoets in groep 8) CITO Eindtoets groep 8 Bij de beoordeling van de kinderen geven wij alleen cijfers indien er sprake is van een meetbaar resultaat, bijv. reken-, spelling- en aardrijkskunde toetsen. Wanneer wij beoordelen door middel van een observatie, een persoonlijke indruk of inschatting gebruiken wij de termen goed, voldoende, matig of onvoldoende. De cijfers en of termen (letters) worden op het rapport vermeld. Als een kind tussentijds de school verlaat maakt de klassenleerkracht een onderwijskundig rapport. Daarin staat volgens welke methodes er is gewerkt en hoe ver het kind is gevorderd. Dit rapport wordt aan de nieuwe school toegestuurd.

10.2. Eindresultaten. In het schooljaar 2010 – 2011 hebben de kinderen niet deelgenomen aan de Cito eindtoets. Met ingang van dit schooljaar is bij hen de NIO toets afgenomen. De toets geeft de leerkracht een beeld van de mogelijkheden die de kinderen hebben in het voortgezet onderwijs. De kinderen hebben advies gekregen dat gelijk of hoger is dan de uitslag van deze toets. De kinderen stromen uit naar het Bonaventuracollege in Leiden (2), het Groene Hartcollege in Hazerswoude (11), het Wellantcollege in Boskoop (4), het Scalacollege in Alphen (4), het Alfrinkcollege in Zoetermeer (7), het Ashramcollege in Alphen aan den Rijn (2) en het Oranje Nassaucollege in Zoetermeer (1).


22

10.3. Zorg Advies Team (ZAT) Geregeld komen intern begeleiders en vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg, de GGD (schoolarts/sociaalverpleegkundige) en Maatschappelijk Werk onder leiding van de Schoolbegeleidingsdienst bijeen en vormen het zogeheten Zorg Advies Team (ZAT). Ook onze intern begeleider neemt daar aan deel vanuit onze school. Binnen dit team kunnen problemen/vragen rondom kinderen besproken worden. Dit kan gaan over school en/of de thuissituatie. Soms komen school en ouders zelf niet tot een goede oplossing en kan het ZAT een bijdrage leveren aan de juiste begeleiding van een kind en/of de ouders. De intern begeleider vraagt vooraf toestemming aan ouders om de situatie van hun kind in dit team te bespreken. Juist doordat er verschillende scholen en hulpverleningsinstanties bij dit overleg aanwezig zijn, kunnen er waardevolle adviezen gegeven worden over hulp aan het kind op school en/of in de thuissituatie. Ook is het mogelijk om met één van de deskundigen een afspraak te maken voor een gesprek op school, om advies te krijgen over eventuele hulp. Dit betekent niet dat het kind dan al het hulpverleningstraject in gaat of moet. Het is juist een gesprek “vóór de voordeur” van de hulpverleningsinstanties, zoals men dat noemt. Het is een vrijblijvende mogelijkheid om deskundig advies in te winnen. De praktijk leert, dat door vroegtijdig hulp in te roepen, de problemen beperkt blijven. We willen tenslotte allemaal de beste hulp voor onze kinderen

10.4. Buitenschoolse opvang. De regering heeft via de wet scholen de verplichting opgelegd om zorg te dragen voor buitenschoolse opvang. Wij zijn van mening dat het niet goed is om kinderen meer uren per dag op school te laten doorbrengen, mede omdat we als school daarvoor niet zijn ingericht. Ook kunnen wij als school hiervoor geen redelijke prijs berekenen omdat wij verplicht zijn dit kostendekkend door te berekenen aan de ouders. De school heeft daarom besloten om een convenant met Stichting Kinderopvang Alphen aan den Rijn (SKA) af te sluiten. Hierin wordt geregeld dat zij voor onze school de Buitenschoolse Opvang regelen en kinderen van en naar school brengen. Zij zijn hierin gespecialiseerd en bij hen gelden alle subsidieregelingen die hiervoor zijn. De naschoolse opvang vindt plaats in het hiervoor speciaal ingerichte gebouw van Stijntje Stoer. Dit is gevestigd aan de Sportparklaan 3 in Hazerswoude Dorp. Hun telefoonnummer is 0172 589282. Sinds het schooljaar 2008-2009 vindt de voorschoolse opvang plaats in de school o.l.v. ervaren krachten van SKA. (Vroege Vogels)

10.5. Brede School In het schooljaar 2009 – 2010 is in de kernen Hazerswoude-Rijndijk en Hazerswoude Dorp gestart met Brede Schoolactiviteiten voor kinderen van 3 t/m 12 jaar. De Brede School is geen gebouw, maar een vorm van samenwerking. Het is een samenhangend netwerk van onderwijs, welzijn en zorg voor kinderen en ouders. Het netwerk bestaat uit de basisscholen en andere voorzieningen zoals kinderopvang, welzijn, sportverenigingen, bibliotheek en zorginstellingen. De Brede School richt zich op sociaal-culturele, sportieve, creatieve en educatieve activiteiten. Verder ook op zorgondersteuning en opvang. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende doelen:  Ontwikkelingskansen voor kinderen stimuleren;  Actieve deelname van kinderen aan de samenleving bevorderen;  Kinderen een goede dagindeling geven;  Het wegnemen van mogelijke achterstanden bij kinderen;  De sociale competentie van kinderen vergroten;  De sociale infrastructuur van de buurt verbeteren. De Brede School kan per kern verschillen, omdat deze zoveel mogelijk moet aansluiten op de behoeften en wensen van kinderen en ouders. Dat betekent dat bepaalde activiteiten bijvoorbeeld toegankelijker moeten zijn in bepaalde wijken. Van partners wordt dan ook verwacht dat zij maatwerk leveren op kernniveau. Hiertoe worden speerpunten vastgesteld door de kerngroep, bestaande uit vertegenwoordigers van basisscholen, kinderopvang, zorg&welzijn en gemeente. Iedere kern heeft zijn eigen kerngroep. De Brede School bestaat momenteel uit een gevarieerd aanbod. Enkele voorbeelden:  Sport en spel: badminton, judo, kleutergym en kinderyoga.  Dans en muziek: kleuterdans, hiphop dance en streemjam.  Cultuur: theater en djembe.  Zorg/opvoedingsondersteuning: opvoedbureau en huiswerkbegeleiding.


23

Ieder kind moet de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan de Brede Schoolactiviteiten, daarom zijn veel activiteiten gratis en sluiten ze aan op de schooltijden. Dit betekent echter niet dat de scholen de kinderen naar de activiteiten brengen en verantwoordelijk zijn voor de kinderen die deelnemen aan de activiteiten buiten schooltijden. Daar zijn de ouders zelf verantwoordelijk voor. De Brede School probeert de activiteiten zo dicht mogelijk in de buurt van de leefomgeving van de kinderen te organiseren. Voor het aanbod van de brede School Rijnwoude gelden overal de volgende 3 uitgangspunten: veilig en vertrouwd, leuk en leerzaam en iets voor iedereen.


24

11. De leerplichtwet. We willen hier in het kort de regels van de leerplichtwet vernoemen. Een kind is leerplichtig vanaf de dag dat het 5 jaar is geworden. Dit betekent dat uw kind vanaf die dag verplicht is elke dag de school te bezoeken. Wel is er voor 5 jarigen een uitzondering. Zij mogen in overleg met de leiding van de school maximaal 5 uur per week de school verzuimen. Vanaf 6 jaar mag dit niet meer. Kinderen vanaf 4 jaar mogen naar school. Om deze kinderen in de gelegenheid te stellen alvast te wennen aan school en aan de leerkracht mag een kind vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden 5 keer komen wennen. De ouders kunnen hiervoor een afspraak maken met de groepsleerkracht bij wie het kind in de groep komt.

11.1. Vakantie. Kinderen die leerplichtig zijn mogen geen extra verlof krijgen om op vakantie te gaan buiten de reguliere vakanties om. Soms kunnen ouders echter in die periode geen vakantie krijgen van hun werkgever. De school is dan gerechtigd om één keer per jaar maximaal 10 schooldagen verlof te verlenen. Hiervoor is dan wel een verklaring van de werkgever nodig dat het om bedrijfsmatige reden niet mogelijk is om vakantieverlof gedurende de reguliere periode te verlenen. De school zal zeer terughoudend moeten zijn in het verlenen van dergelijk verlof.

11.2. Extra verlof. Het is mogelijk dat u voor uw kind extra verlof wilt aanvragen. De school kan dit alleen verlenen als hiervoor een aanvraagformulier wordt ingevuld waarop de reden van het verlof vermeld staan. Dit verlof kan alleen verleend worden bij familieaangelegenheden zoals een bruiloft of begrafenis of activiteiten voortvloeiend uit de geloofsovertuiging. Dit verlof dient u tijdig aan te vragen zodat de school de tijd heeft om uw aanvraag te beoordelen. Na aanvraag krijgt u altijd schriftelijk antwoord of het verlof wel of niet verleend mag worden.

11.3. Ziekte. Indien uw kind de school niet kan bezoeken vanwege ziekte o.i.d. bent u verplicht hiervan voor het begin van de school melding te maken. Dit kan schriftelijk, telefonisch of mondeling gebeuren bij de groepsleerkracht of de leiding van de school.

11.4. Verzuim. Indien uw kind afwezig is zonder dat wij hiervan een geldige melding hebben ontvangen, zijn wij verplicht dit als ongeoorloofd schoolverzuim te melden bij de ambtenaar van leerplicht. Ook kan deze ambtenaar onaangekondigd controleren of uw kind de school bezoekt.


25

12. Klachtenregeling Het kan voorkomen dat u het niet eens bent met dingen die op school gebeuren. Het zou dan prettig zijn als u hierover met de leerkracht of de schoolleiding komt praten. Onze ervaring is dat de oorzaak van dit soort problemen onduidelijkheid is. Onze instelling is dat wij ervoor moeten zorgen dat uw kind een zo prettig mogelijke leeromgeving heeft op school. Daarom willen wij problemen die er zijn zo goed en zo snel mogelijk oplossen. Mocht u van mening zijn dat er onvoldoende aan uw probleem wordt gedaan, dan kunt u zich beroepen op de klachtenregeling van De Groeiling. De volledige tekst van deze regeling is verkrijgbaar bij het secretariaat van De Groeiling. De school heeft juf Corry Tessels als contactpersoon aangesteld. Deze zal u doorverwijzen naar de juiste persoon of instantie voor uw klacht. Op bestuursniveau is er een onafhankelijke vertrouwenspersoon aangesteld. Dit is een onafhankelijke persoon in dienst van de GGD Zuid-Holland. Het adres van de klachtencommissie is: Klachtencommissie Stichting De Groeiling p/a postbus 95 2800 AB Gouda 0182 670051 [email protected]


26

13. Veiligheidsregels op de St. Michaëlschool Algemeen Het streven is dat er minimaal 2 bedrijfshulpverleners aanwezig zijn. Deze mensen kunnen ook EHBO verlenen. Tevens is er een leerkracht met een geldig EHBO-diploma t.w. juf Annelies van Katwijk. De leerlingen van groep 8 behalen het diploma Jeugd EHBO. Leerkrachten streven ernaar om een half uur voor schooltijd aanwezig te zijn. Halen en brengen Voor de school, in de Vincent van Goghstraat, mag niet geparkeerd worden. Kinderen komen alleen met de fiets als het echt nodig is; fietsen horen op de daarvoor bestemde plaatsen. Op het bovenbouwplein is er 15 minuten voor schooltijd toezicht, zo mogelijk ook om 12.00 uur en 15.00 uur. Kinderen mogen 15 minuten voor aanvang van de school naar binnen. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag dit eerder. Ouders moeten hiervoor wel vooraf contact op nemen met de school. Garderobe, gangen en trap Gewoon lopen in de hal en gangen en „buitenspelletjes‟ zijn voor buiten. Niet glijden op de trap, niet „hangen‟ boven aan de trap. Jassen en tassen horen aan de kapstok of in de daarvoor bestemde bakken. Schoolplein De leerkrachten houden tijdens de pauze toezicht. Er mag met een bal gespeeld worden, maar niet gooien op de ruiten. Voetballen mag alleen als de omstandigheden het toelaten en met een zachte bal. Geen skeelers, skateboards of stepjes in de pauze i.v.m. de drukte. Stepjes en skateboards blijven buiten. Kinderen mogen onder schooltijd alleen het schoolplein af met toestemming van de leerkracht. Kinderen mogen onder en buiten schooltijd niet op of onder de brandtrap spelen. Algemeen in het lokaal Jassen en tassen horen op de gang. Stoelen draag je met de poten naar beneden. Spullen die je gebruikt, ruim je weer netjes op. I.v.m. allergieën worden er geen dieren in de klas gehouden, vissen uitgezonderd. Handvaardigheid Gereedschap wordt gebruikt zoals het bedoeld is. Onnodig met (gevaarlijke) gereedschappen door de klas lopen wordt zo veel mogelijk vermeden. Tafels en kleding beschermen indien nodig. Leerlingen mogen alleen in de magazijnen komen als de leerkracht erbij is. Gymnastiek Kinderen van groep 3 t/m 8 gaan met de bus. Zij hebben een eigen stoel in de bus en dragen de gordel. Tijdens de gymles zijn gymschoenen verplicht. Kinderen mogen tijdens de gymles geen sieraden dragen en lange haren moeten in een staart gedragen worden. Uitstapjes Er gaat altijd voldoende begeleiding mee, dit wordt per activiteit bekeken. Tijdens de schoolreis is er een centrale post die altijd bemand is en waar ook de EHBO te vinden is. Tijdens de schoolreis is er een “thuismeldpunt”. Ouders die rijden, hebben een inzittendenverzekering en houden zich aan de geldende verkeersregels.


27

Overige Van een kind dat op school ziek is geworden, worden de ouders gebeld. In overleg wordt besloten of het kind alleen naar huis kan of dat het wordt opgehaald. Oorbellen Regelmatig komen bij gymlessen problemen voor met oorbellen. Vooral de grote oorbellen leveren gevaar op, doordat deze achter de kleding blijven hangen of tijdens het sporten beklemd raken. Ook tijdens de pauze wil het wel eens voorkomen dat grotere oorbellen voor problemen zorgen tijdens het spelen. Daarom vragen wij u als ouders, er op toe te zien dat kinderen geen oorbellen dragen die problemen (gevaar) kunnen veroorzaken, of dat zij deze oorbellen zelf uit kunnen doen bij sport en spel. Mobieltjes Steeds meer kinderen blijken in het bezit van een mobieltje. Als school vinden we dit een beslissing van de ouders of een kind een mobiele telefoon moet hebben en of een kind deze mee naar school mag nemen of niet. Wij merken wel dat het voor kinderen een geliefd speelgoed is, waardoor regelmatig problemen ontstaan. We hebben daarom besloten dat kinderen die een mobiele telefoon mee naar school nemen, deze voor binnenkomst van de school uit moeten zetten en deze pas weer aan mogen zetten als ze naar huis gaan. Dit geldt dus ook voor het overblijven. De mobieltjes worden tijdens schooltijd ingeleverd bij de leerkracht. Als kinderen moeten bellen of gebeld moeten worden, kan dit via de telefoon van de school. Er is dus geen noodzaak om een telefoon aan te hebben tijdens de schooltijd. De school neemt ook geen enkele verantwoordelijkheid voor beschadiging, verlies of diefstal van een mobieltje.


28

14. Jaarprogramma 14.1. Vakanties en vrije dagen. De eerste schooldag na de zomervakantie is maandag 15 augustus 2011. 1. Herfstvakantie van 15 oktober 2011 tot en met 23 oktober 2011 2. Kerstvakantie van 24 december 2011 tot en met 8 januari 2012 3. Voorjaarsvakantie van 18 februari 2012 tot en met 26 februari 2012 4. Paasvakantie van 6 april 2012 tot en met 9 april 2012 5. Meivakantie van 28 april 2012 tot en met 13 mei 2012 6. Hemelvaart van 17 mei 2012 tot en met 20 mei 2012 7. Pinksteren van 26 mei 2012 tot en met 28 mei 2012 8. Zomervakantie van 7 juli 2012 tot en met 19 augustus 2012 9. Studiedagen woensdag 5 oktober 2011

14.2. Het team. Groep A Groep B Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Interne Begeleiding: ICT: Extra ondersteuning: Vakleerkracht gym: Managementteam:

Juf Ans en Juf Joyce Juf Frieda en juf Corry Juf Antoinette en juf Elza Juf Grada en juf Veronique Juf Natascha en compensatie verlof: juf Annemieke Juf Annemieke en juf Edith Juf Jasperina en juf Lizette Juf Bianca en juf Grada Juf Annelies Juf Annelies diverse leerkrachten juf Ingrid Meester Ad (directeur), juf Annelies (leerlingenzorg), juf Annemieke (coördinator bovenbouw) en juf Ans (coördinator onderbouw). Conciërge Dhr. Abdul Vertrouwenspersoon: juf Corry Tessels In zeer speciale gevallen is de directeur ook thuis bereikbaar onder nummer: 0348 473988

14.3. Samenstelling MR. Voor het schooljaar 2011 / 2012 is de samenstelling van de M.R. als volgt: Ouderdeel leerkrachtendeel Jos Voets (Arbo zaken) Antoinette Smits Henriëtta van Gosliga (voorzitter) Veronique van Neijhof Judith Werkman (vice voorzitter) Corry Tessels (secretaris) De MR vergadert op maandag 5-9, 28-11, 23-1, 26-3, 21-5 en 18-6.


29

14.4. De oudervereniging. Ieder jaar organiseert de oudervereniging een aantal activiteiten, waar de school geen geld voor krijgt van het ministerie. Hiervoor gebruikt zij de vrijwillige ouderbijdrage. Voor het schooljaar 2010 / 2011 is deze € 30,00 per leerling. Tijdens de ledenvergadering wordt de nieuwe ouderbijdrage vastgesteld. Het bestuur van de oudervereniging heet de ouderraad. Deze bestaat voor het schooljaar 2010 / 2011 uit de volgende leden: Daan van Zanten (secretaris) 586 117 Angelique Hoffstedde (Penningmeester) 589 330 Liesbeth Edixhoven 587 763 Renate van Vliet 587 996 Nicole van Santen 588 424 Victoria Edes 586 460 Sabrina Hofman 740 510 Karin Bruines (voorzitter) 586 885 Michiel van der Heide 06 15463645 Tijdens de jaarvergadering worden nieuwe leden voor de ouderraad gevraagd toe te treden.

14.5. Rapporten en 10 minutenavonden. Dit jaar krijgen de kinderen hun rapport mee op vrijdag 2 december, vrijdag 23 maart en vrijdag 29 juni. Om de resultaten van uw kinderen te bespreken nodigen wij u uit voor de 10 minutenavonden op 8 of 13 december (voor het 1e rapport) en 28 maart en 2 april (voor het 2e rapport)

14.6. Werkweek en schoolfeest. Ook dit jaar gaan de leerlingen van groep 8 voor een week naar Texel. Tijdens deze week is behalve het afscheid van de basisschool ook het educatieve aspect een belangrijk onderdeel. Met behulp van de educatieve dienst van Ecomare gaan de leerlingen op onderzoek in de natuur. De juiste datum hoort u aan het begin van het schooljaar. In het schooljaar 2010/2011 hebben wij een schoolfeest gehad. Dit betekent dat wij dit schooljaar een schoolreis hebben. Over de invulling hiervan wordt u (via de Nieuwsbrief) op de hoogte gehouden.

14.7. Bewegingsonderwijs. Zie ook hoofdstuk 5.9. Het rooster is als volgt: groep A maandagmiddag groep B dinsdagochtend groep 3 maandagmiddag groep 4 maandagmiddag groep 5 maandagochtend groep 6 maandagochtend groep 7 maandagochtend groep 8 maandagochtend

14.8 Overige activiteiten. Dinsdag 23 augustus 2011 Beginviering Maandag 29 augustus 2011 informatieavond. Donderdag 22 december 2011 Kerstviering Donderdag 9 februari 2012 Inloopavond Woensdag 18 april 2012 studiedag WSNS voor groep 7 en 8 leerkrachten.


30

15. Jaarverslag. We zijn dit jaar door de bezuinigingen en de lichte terugloop in leerlingen noodgedwongen gestart met 8 groepen. Deze ingreep heeft tot gevolg gehad dat de gemiddelde groepsgrootte opliep naar ruim 30 leerlingen per groep. Hoewel wij het een verre van ideale situatie vinden, worden wij door de overheid hier in gedwongen. Het betekende ook dat er een aantal leerkrachten zich moesten in werken in een nieuwe groep. Door de enorme inzet van alle collega´s van de St. Michaëlschool is dat gelukt. Ook dit jaar heeft de school geprobeerd om extra inkomsten te verwerven. We zijn daarbij gebonden aan het sponsorprotocol van de Groeiling, waarin staat dat de sponsor geen enkele invloed mag uitoefenen op de inhoud van het onderwijs. We hebben dit gedaan door inzamelen van oudpapier, cartridges, batterijen en kleding. Dit heeft bij elkaar ruim € 1250,- opgeleverd. Via giften van goederen en geld van ouders en de door de MR georganiseerde fancyfair is er ruim € 10.000,- binnen gekomen en ook is er een bedrag binnen gekomen door het buiten schooltijd verhuren van ruimtes. Het geld van de fancyfair is geoormerkt voor het inrichten van de speelplaats, de andere gelden worden ingezet om de duurzame leermiddelen op peil te houden. Ook dit jaar is het weer gelukt om het overblijven te regelen met de inzet van overblijfouders. Hierdoor kunnen we komend jaar volstaan met een kleine verhoging van de overblijfvergoeding. De duurste vorm (5-strippenkaart) zal daardoor maar € 1,80 per keer kosten. Dit is ver onder het landelijke gemiddelde. De kinderen van de school hebben dit jaar ook deelgenomen aan de diverse sporttoernooien: dammen, schaken, voetbal en atletiek. Hier laat de St. Michaëlschool zien dat op de school de echte Olympische gedachte heerst. Het meedoen is belangrijker dan het winnen. Alle deelnemers lieten zien dat zij ondanks het niet winnen, toch met veel plezier bleven deelnemen. Ook de jaarlijkse feesten werden niet vergeten. Mede door de inzet van de ouderraad en veel hulp van andere ouders zijn het Sinterklaasfeest, Kerstmis en Pasen voor de kinderen echte hoogtepunten in het schooljaar geworden. Ook de samenwerking met de parochie is dit jaar prima verlopen. Met de nieuwe pastor (Lam) zijn de contacten weer op het oude niveau gekomen en werden de Vastenaktie, Kerstmis, Pasen en de 1e H. Communie op grootse wijze gevierd Ook dit jaar heeft de school veel aandacht besteedt aan extra hulp aan de kinderen. Naast de hulp aan kinderen met een probleem op leergebied is er veel aandacht besteed aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen d.m.v. de Kanjertraining. Hebben kinderen die een risico lopen bij het leren lezen ondersteuning ontvangen door de Voorschotmethode, zijn we begonnen met kinderen met leesproblemen te ondersteunen door hen te laten meelezen met gesproken boeken en hebben de kinderen voor wie de leerstof te weinig uitdaging geeft ondersteund met de RT plus groep. Zij gingen hierbij aan de slag met opdrachten waarbij ze zelf moesten uitzoeken hoe zij hun opgaven moesten aanpakken. Ad van Disseldorp


31

16. Inhoud 1. Een woord vooraf ............................................................................................................ 1 2. De school ....................................................................................................................... 2 2.1. De school en de schoolomgeving.............................................................................. 2 2.2. De St. Michaëlschool is een katholieke school ............................................................ 2 2.3. Het schoolbestuur .................................................................................................. 2 3. Waar staat de school voor? ............................................................................................... 4 3.1. Een school met orde, rust en regelmaat. ................................................................... 4 3.2. Een school met ruimte, aandacht en zorg voor ieder kind op school. ............................ 5 3.3. Een school met aandacht voor cultuur, expressie en beweging. ................................... 5 4. De organisatie van het onderwijs. ...................................................................................... 6 4.1. De schoolleiding..................................................................................................... 6 4.2. De bouwcoördinator. .............................................................................................. 6 4.3. De leerkrachten. .................................................................................................... 6 4.4. Vakleerkracht ........................................................................................................ 6 4.5. Remedial Teacher. ................................................................................................. 6 4.6. Intern Begeleider. .................................................................................................. 6 4.7. ICT-er .................................................................................................................. 6 4.8. Logopediste........................................................................................................... 7 4.9. Parochie. .............................................................................................................. 7 4.10. Schoolarts ........................................................................................................... 7 4.11. School Begeleidingsdienst ..................................................................................... 7 4.12. Inspectie van het Basisonderwijs. ........................................................................... 7 4.13. De Onderbouw. .................................................................................................... 7 4.14. De Bovenbouw. .................................................................................................... 7 4.15. De schooltijden .................................................................................................... 8 4.16. Schoolmelk.......................................................................................................... 8 4.17 Jeugdtijdschriften. ................................................................................................. 8 4.18 Aanmelding van nieuwe leerlingen ........................................................................... 8 5. De activiteiten voor de kinderen ........................................................................................ 9 5.1. De kleutergroepen. ................................................................................................ 9 5.2. Groep 3. ............................................................................................................... 9 5.3. Groep 4 ................................................................................................................ 9 5.4. Groep 5 ................................................................................................................ 9 5.5. Groep 6 ................................................................................................................ 9 5.6. Groep 7 ................................................................................................................ 9 5.7. Groep 8 ............................................................................................................... 10 5.8. Bevordering sociale integratie en burgerschap. ......................................................... 10 5.9. Bewegingsonderwijs. ............................................................................................. 10 5.10. Het documentatiecentrum. ................................................................................... 10 5.11. De bibliotheek..................................................................................................... 11 5.12. Schrijven ........................................................................................................... 11 5.13. Huiswerk ............................................................................................................ 11 6. De zorg voor de kinderen. ............................................................................................... 12 6.1 Kinderen met extra zorg. ........................................................................................ 12 6.2 Weer samen naar school. ........................................................................................ 12 6.3 Naar het voortgezet onderwijs. ................................................................................ 12 6.4 Kinderen met een “rugzakje”. .................................................................................. 13 6.5 Doorgaande lijn. .................................................................................................... 13 6.6 Sociaal-emotionele ontwikkeling .............................................................................. 14 6.7. Voorschot benadering. ........................................................................................... 14 6.8. Zelfstandig werken. ............................................................................................... 14 6.9. De schoolarts. ...................................................................................................... 14 6.10. Logopedie op school ............................................................................................ 15 6.11. De GGD en uw kind ............................................................................................. 15 7. Buitenschoolse activiteiten. .............................................................................................. 17 7.1. Onder schooltijd kunnen dat zijn:............................................................................ 17 7.2. Buiten schooltijd: .................................................................................................. 17 7.3. Oud papier, batterijen, cartridges en kleding. ........................................................... 17 8. De leerkrachten .............................................................................................................. 18


32

8.1. Vervanging tijdens verlof en ziekte. ......................................................................... 18 8.2. Inzet stagiaires. .................................................................................................... 18 8.3. Scholing leerkrachten. ........................................................................................... 18 9. Ouders .......................................................................................................................... 19 9.1 Oudervereniging. ................................................................................................... 19 9.2. De medezeggenschapsraad. (MR) ........................................................................... 19 9.3. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. (GMR) ................................................ 20 9.4. Ouderhulp. ........................................................................................................... 20 9.5. Overblijven .......................................................................................................... 20 9.6. Verzekering .......................................................................................................... 20 10. De ontwikkelingen van het onderwijs. ............................................................................. 21 10.1. De resultaten van het onderwijs. ........................................................................... 21 10.2. Eindresultaten. ................................................................................................... 21 10.3. Zorg Advies Team (ZAT) ...................................................................................... 22 10.4. Buitenschoolse opvang......................................................................................... 22 10.5. Brede School ...................................................................................................... 22 11. De leerplichtwet. .......................................................................................................... 24 11.1. Vakantie. ........................................................................................................... 24 11.2. Extra verlof. ....................................................................................................... 24 11.3. Ziekte. ............................................................................................................... 24 11.4. Verzuim. ............................................................................................................ 24 12. Klachtenregeling ........................................................................................................... 25 13. Veiligheidsregels op de St. Michaëlschool ......................................................................... 26 14. Jaarprogramma ............................................................................................................ 28 14.1. Vakanties en vrije dagen. ..................................................................................... 28 14.2. Het team............................................................................................................ 28 14.3. Samenstelling MR. ............................................................................................... 28 14.4. De oudervereniging. ............................................................................................ 29 14.5. Rapporten en 10 minutenavonden. ........................................................................ 29 14.6. Werkweek en schoolfeest. .................................................................................... 29 14.7. Bewegingsonderwijs. ........................................................................................... 29 15. Jaarverslag. ................................................................................................................. 30 16. Inhoud ........................................................................................................................ 31


Indien u wensen of suggesties hebt voor de verbetering van de schoolgids, kunt u contact opnemen met de directeur dhr. Ad van Disseldorp

Recommend Documents