Implementatie van flow-based koppeling voor de D-1 markten in de CWE-regio Algemene beschrijving Samenvatting
Dit document geeft een overzicht van de belangrijkste principes van de flow-based-methode voor de berekening en toewijzing van capaciteit (op basis van stromen), zoals ontwikkeld in de CWE-regio (Centraal-WestEuropa) en van de wijzigingen van concepten ten opzichte van de huidige methode die gebaseerd is op de ATC (Available Transfer Capacity) op de grenzen.
Versie
4.0
Datum
13/03/2015
Status
Draft
Definitief
Bijlagen 1
13/03/2015
Document of the CWE FB MC solution as basis for the formal approval request (dated 01/08/2014) + the last versions of its annexes
2
22/10/2013
CWE Enhanced Flow-Based MC Intuitiveness Report Discussion Paper (EN)
3
19/10/2011
CWE Enhanced Flow-Based MC Feasibility Report - v2.0 (EN)
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................... 4 2 De projecten CWE FB en MRC ...................................................... 5 3 ATC- en FB-capaciteitsdomeinen ................................................. 5 3.1 3.2
Identieke basisprincipes .................................................................... 5 Grafische weergave van de ATC- en FB-domeinen ................................ 6
4 Gecoördineerde berekening van het FB-capaciteitsdomein ......... 8 4.1 4.2 4.3
4.4 4.5
4.6
4.7 4.8
Creatie van de D2CF ......................................................................... 9 GSK ............................................................................................... 10 4.2.1 Algemene principes............................................................... 10 4.2.2 Methode van Elia .................................................................. 11 Selectie van de CBCO’s .................................................................... 11 4.3.1 Definitie van CBCO ............................................................... 11 4.3.2 De notie 'PTDF’ .................................................................... 12 4.3.3 Uitsluitingscriterium voor de CBCO’s ....................................... 13 4.3.4 Analyse van de CBCO-set ...................................................... 13 Fmax ............................................................................................. 14 FRM-marge ..................................................................................... 14 4.5.1 Verschil tussen voorspellingen en werkelijkheid ........................ 14 4.5.2 Door Elia toegepaste methode ............................................... 16 4.5.3 Operationele aanpassing ....................................................... 18 Remedial Actions (RA) ...................................................................... 18 4.6.1 Expliciete en impliciete RA’s ................................................... 18 4.6.2 Inclusie van het langetermijn-allocatiecapaciteitsdomein (LTA) .. 19 4.6.3 Coördinatie van de RA’s ........................................................ 19 Final Adjustment Value (FAV) ............................................................ 20 Externe beperkingen ........................................................................ 20
5 Dagelijks proces van gecoördineerde FB-capaciteitsberekening 21 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
5.7
Voorbereiding van de gegevens ......................................................... 21 Creatie van de referentiesituatie (base case)....................................... 21 Eerste berekening van het FB-capaciteitsdomein ................................. 21 Kwalificatie- en Coördinatiefase van de RA’s ....................................... 21 Verificatiefase ................................................................................. 22 Laatste aanpassingen ....................................................................... 22 5.6.1 Automatische inclusie van het langetermijnallocatiecapaciteitsdomein (LTA coverage) .......................................... 22 5.6.2 Uitzonderlijke inclusie van een 'LTA+'-domein .......................... 23 5.6.3 In rekening nemen van de langetermijnnominaties (LTN) .......... 24 5.6.4 ‘Presolve’ filtering ................................................................. 24 Publicatie van de FB-parameters ....................................................... 24 5.7.1 Dagelijkse publicaties............................................................ 24 5.7.2 Andere publicaties ................................................................ 26
6 Toewijzing van de FB-capaciteit ................................................ 26 6.1 6.2 6.3
FB-marktkoppeling .......................................................................... 26 Intuïtiviteit ..................................................................................... 28 Aanpassing van het algoritme voor tekorten ....................................... 28
7 Berekening van de initiële ID-ATC's .......................................... 29 8 Backup- en Fallbackprocedures voor de berekening van FBcapaciteiten ............................................................................... 30 8.1 8.2
Vervangingsstrategie ....................................................................... 30 FB-Fallbackparameters ..................................................................... 30
9 ATC voor ‘Shadow Auctions’ ...................................................... 30 10
Rollback ................................................................................ 31
11
Economische studie .............................................................. 32
12
Testen en simulaties ............................................................. 32
13
Communicatie & Publicaties ................................................. 32
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 2 van 37
14
Contractueel kader ............................................................... 34
15
Glossarium ........................................................................... 36
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 3 van 37
1
Inleiding In 2007 werd het ‘Memorandum of Understanding of the Pentalateral Energy Forum’ over de koppeling van de D-1 markten (day-ahead – DA) en de bevoorradingszekerheid in de CWE-regio ondertekend door de ministers van Energie, de regulatoren, de marktspelers, de transmissienetbeheerders (TNB) en de elektriciteitsbeurzen van de regio Centraal-West-Europa (CWE: België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland). In overeenstemming met één van de doelstellingen die in dit Memorandum worden omschreven, hebben de transmissienetbeheerders en de elektriciteitsbeurzen samen een grootschalig project opgezet om een methode van marktkoppeling (market coupling - MC) op basis van stromen (Flow-Based - FB) uit te werken en in te voeren. Met de methode op basis van de stromen kan beter rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van het net en kan de transmissiecapaciteit aan de markt worden toegewezen per netelement in plaats van per grens, zoals het geval is met een koppeling op basis van de ATCs. Bovendien wordt de beschikbare capaciteit zo toegewezen dat de uitwisselingen voorrang krijgen waarvoor de minst schaarse capaciteit wordt gebruikt. Dankzij deze specifieke kenmerken van de FB-methode zijn meer uitwisselingen tussen de marktspelers mogelijk, wat de gemiddelde welvaart van de D-1 markt (day-ahead market welfare - DAMW) en de prijsconvergentie in de CWE-regio ten goede komt. Op 9 november 2010 werd een eerste mijlpaal bereikt in de doelstelling om deze FB-methode op het niveau van de CWE-regio in te voeren met de implementatie van een marktkoppeling op basis van beschikbare transmissiecapaciteit (available transfer capacity – ATC) per grens. Daarnaast heeft het project voortgewerkt aan de invoering van de FBmarktkoppeling in de CWE-regio. Dankzij deze werkzaamheden kon de voorgestelde methodologie verfijnd en gestabiliseerd worden, konden experimentele simulaties uitgevoerd worden die toelieten de verwachte resultaten te bevestigen en kon worden gestart met de implementatie van de FB-marktkoppeling. De projectpartners hebben ook een constante dialoog onderhouden met de regulatoren van de betrokken landen en met de marktspelers die in de CWE-regio actief zijn. Er werden verschillende consultaties georganiseerd (o.a. via de expertvergaderingen met de regulatoren van de CWE-regio, met de marktspelers in de ‘CWE Flow-Based User Group’) bijkomend aan de organisatie van publieke forums en de publicatie van rapporten, documenten en resultaten van simulaties die parallel met de berekening van de ATC-capaciteiten werden uitgevoerd(‘parallel run’). De realisatie van dit project is geen doel op zich. Het vormt een stap in de richting van de uitvoering van de interregionale roadmaps die door de nationale regulatoren en ACER werden opgesteld. Enerzijds geniet de FBmethodologie in sterk vermaasde netten de voorkeur boven de ATC-methode voor het berekenen van de kortetermijncapaciteit1. Anderzijds maakt de FBkoppeling van de D-1 markten op het niveau van de CWE-regio deel uit van het prijskoppelingsinitiatief van de NWE-regio (Noordwest-Europa), dat een
1
In de ‘Cross-regional roadmap for Capacity Calculation’ is de ‘CWE FB MC implementation’ als project geïdentificeerd en de link met het Europees target model voor een ‘Single European Price Coupling (EPC)’ wordt erin geëxpliciteerd: “Agreed requirements to be fulfilled in order for a region to switch to FB: o Coordinated principles and data o No decrease in Security of the System o Increase in Social welfare o Enough time to adapt for market participants Work and implementation of FB Capacity calculation and market coupling need to be closely coordinated o Implementation steps on both issues should support full achievement of the target model as soon as possible o In any case market coupling projects necessitate coordinated capacity calculation”
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 4 van 37
belangrijke stap was in de richting van de invoering van een koppeling van de D-1 markten op pan-Europees niveau.2
2
De projecten CWE FB en MRC De marktkoppeling op basis van de stromen die in dit document wordt beschreven, is bedoeld om in de CWE-regio geïmplementeerd te worden. De prijskoppeling in de regio Noordwest-Europa (NWE: Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, Groot-Brittannië en de landen van de CWE-regio) is op 4 februari 2014 van start gegaan. Het project MRC (Multi-Regional Coupling) heeft tot doel deze prijskoppeling uit te breiden naar andere Europese regio's. De invoering van de FB-marktkoppeling verandert niets aan de vereisten gelinkt aan het Euphemia-marktkoppelingsalgoritme3, dat ontwikkeld werd in het kader van het prijskoppelingsproject in de regio Noordwest-Europa (NWE), waartoe ook België behoort. Alleen evolueren de parameters die voor de CWE-regio naar Euphemia worden gestuurd van ATC-waarden naar parameters op basis van de stromen. Euphemia kan simultaan FBparameters voor een bepaalde regio (in dit geval CWE) en ATC-capaciteiten voor de andere Europese elektrische grenzen aanvaarden. Het CWE FB-project omvat de TNB’s en de elektriciteitsbeurzen van de betrokken landen, met name: Amprion, APX, Belpex, Creos, Elia, EPEX Spot, Rte, TenneT GMBH en TenneT TSO BV en Transnet BW.
3
ATC- en FB-capaciteitsdomeinen
3.1
Identieke basisprincipes Verder in dit document verwijst de benaming D naar de betrokken exploitatiedag. Enkele basisprincipes gelden zowel voor de ATC-methode als voor de FBmethode en zijn in Figuur 1 toegelicht. Voor de capaciteitsberekening die zal worden aangeboden voor de dagelijkse toewijzing voor dag D, begint het proces op dag D-2 met het opstellen van de D2CF (2 Days Ahead Congestion Forecast), die de verwachte toestand van het net op dag D zo goed mogelijk weergeeft, en het opstellen van de GSK’s (Generation Shift Keys) die een import- of exportwijziging vertalen in een impact op de productie-eenheden van de zone. Naast deze twee inputs worden de netveiligheidsprincipes toegepast, die per TNB kunnen verschillen: de operationele limieten die toegepast worden op de netelementen, het toe te passen typeberekening voor incidenten, het gebruik van de Remedial Actions (RA), de toe te passen veiligheidsmarges om zich in te dekken voor onzekerheden en de wijzigingen tot in real time enz.
2
3
In de ‘Cross-regional roadmap for Day-Ahead Market Coupling’ wordt het target model van ‘Single European Price Coupling (EPC)’ naar voren gebracht. De verschillende stappen worden er als algemene aanpak in geïdentificeerd: “Focus on NWE price coupling implementation by 2012 Open to other borders if ready and if no delay for NWE project Flexible parallel/stepwise process towards European Price Coupling (EPC)” Wat de koppelingsoplossing betreft, worden de volgende punten beschreven: “PCR algorithm being developed by PXs with support of all Europex members (using COSMOS as starting point) and assessed by ENTSO-E. PCR to be available to all Europe. Approval process in every country coordinated by ACER. MS involvement insured by NRAs where appropriate and necessary.” Met uitzondering van de wijzigingen beschreven in punt 6.3
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 5 van 37
Voorspelling D-2
Lokaal risicobeleid en methode
D2CF
Te simuleren incidenten
Operationele limieten
GSK
Beschikbare RA’s
Veiligheidsmarges
Capaciteitsdomein (ATC of FB) Figuur 1
Het in rekening brengen van al deze elementen in het capaciteitsberekeningsproces levert een ‘capaciteitsdomein’ op dat op twee verschillende manieren kan worden uitgedrukt:
3.2
Door de notie ATC aan te wenden, d.w.z. de maximumcapaciteit die in een bepaalde richting op een grens commercieel kan worden uitgewisseld. Voor een regio zoals CWE (op dit moment 4 elektrische grenzen) en voor een gegeven tijdstip wordt het capaciteitsdomein dus bepaald aan de hand van een set van 8 ATC’s (voor elke elektrische grens, een waarde per richting) die in het ‘veiligheidsdomein’ zijn inbegrepen. Meerdere van deze maximumwaarden kunnen gelijktijdig toegekend worden zonder de veiligheid van het net in gevaar te brengen;
Door gebruik te maken van de fysieke beperkingen van de netelementen (aanpak op basis van de stromen) verdwijnt de notie van grens en worden de beschikbare capaciteiten op de CB’s toegekend in combinatie met de factoren die de invloed op de netelementen weergeven voor een verandering van import/export voor een bepaalde hub. Voor een gegeven tijdstip wordt het capaciteitsdomein dan bepaald door een matrix van FB-parameters (beschikbare marges en invloedfactoren voor elk kritiek element) die het veiligheidsdomein in zijn geheel vertegenwoordigen. Zoals men kan zien op Figuur 2 zijn de maximale uitwisselingslimietwaarden in het algemeen groter dan de ATC-waarden, maar ze kunnen daarentegen niet gelijktijdig toegewezen worden zonder risico’s voor de netveiligheid.
Grafische weergave van de ATC- en FB-domeinen Voor een gegeven land A dat gekoppeld is aan de landen B en C zou het veiligheidsdomein eruit kunnen zien zoals aangegeven in Figuur 2. De x-as geeft de commerciële uitwisselingen van land A naar B weer, terwijl de commerciële uitwisselingen van land A naar land C op de y-as worden uitgezet. In deze figuur is het veiligheidsdomein in het geel aangeduid, begrensd door verscheidene fysieke beperkingen in het grijs. Het punt dat een commerciële uitwisseling van 100 MW van A naar B en een commerciële uitwisseling van 100 MW van A naar C weergeeft, ligt in het veiligheidsdomein. Deze combinatie van uitwisselingen is dus realiseerbaar. Een commerciële uitwisseling van 400 MW van A naar B ligt echter buiten het veiligheidsdomein en is dus niet toegestaan.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 6 van 37
Figuur 2
Met de bepaling van de FB-parameters voor de dagelijkse toewijzing leveren de TNB’s een capaciteitsdomein dat in feite overeenkomt met het veiligheidsdomein dat in Figuur 2
wordt weergegeven omdat het domein zelf begrensd is door de FBbeperkingen. Wanneer een TNB een ATC-capaciteitsdomein aan de markt levert, verdeelt hij de toegekende capaciteiten op zijn grenzen (van A naar B en van A naar C). Een van de mogelijke verdelingen (een van oneindig veel mogelijkheden) wordt in Figuur 3 met een groene rechthoek weergegeven. Het ATC-capaciteitsdomein komt niet overeen met het veiligheidsdomein.
Figuur 3
Voor de CWE-regio zijn de illustraties complexer (in 3 dimensies aangezien er 4 zones betrokken zijn en de som van de nettoposities van de 4 zones gelijk moet zijn aan 0). Deze schema’s geven echter een goed overzicht van de concepten die in dit document zullen worden toegelicht.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 7 van 37
4
Gecoördineerde berekening van het FBcapaciteitsdomein Om capaciteit te kunnen toekennen in het kader van een FB-mechanisme moeten de TNB’s de informatie leveren aan de elektriciteitsbeurzen die hen in staat stellen om te beoordelen of een uitwisseling van een hub naar een andere mogelijk is. Alle mogelijke uitwisselingen die de DAMW maximaliseren kunnen dan door het marktkoppelingsalgoritme geselecteerd worden. De uitdaging is dus om de impact van een uitwisseling tussen twee hubs op de elementen van het elektriciteitsnet te kunnen inschatten om na te gaan of deze uitwisseling aanvaardbaar is, met andere woorden of de uitwisseling geen overbelasting veroorzaakt waardoor de veiligheid van het net in gevaar komt. Om te kunnen vaststellen welke capaciteit aan de markt kan worden toegewezen, moeten voor elk uur een reeks elementen door de TNB’s bepaald worden:
D2CF: op basis van dit netwerkmodel zullen de veiligheidsberekeningen en veiligheidsanalyses worden uitgevoerd; het wordt twee dagen voor de effectieve leveringsdatum van de elektriciteit opgesteld (zie 4.1);
GSK (Generation Shift Keys): een verdeelsleutel om de productietoename op een markt (dus in een land) optimaal te verdelen over de verschillende beschikbare productie-eenheden in die markt, teneinde de impact van een dergelijke toename op de netelementen zo goed mogelijk te kunnen berekenen (zie 4.2);
CB (Critical Branch) en CBCO (Critical Branch Critical Outage): uit alle netelementen die een significante impact ondergaan door de internationale uitwisselingen worden de CB’s door de TNB’s geselecteerd om tijdens de veiligheidsberekeningen gemonitord te worden, omdat geoordeeld wordt dat zij het grootste risico vormen voor de veiligheid van het net en bijgevolg de energie-uitwisselingen kunnen beperken; er worden ook koppels ‘kritiek netelement/kritieke snijding’ CBCO gevormd om rekening te houden met de impact van de incidenten op de CB’s. Dit zijn de netelementen die expliciet in aanmerking worden genomen in de berekeningsmethode van de FBcapaciteiten (zie 4.3);
Maximale stroom (Fmax): de maximale elektriciteitsstroom die een CB mag aanvaarden (zie 4.4);
FRM (Flow Reliability Margin): de specifieke veiligheidsmarge voor elke CB die in rekening moet worden genomen om de onzekerheden te dekken die gelinkt zijn aan het FB-model en aan fouten in de voorspellingen die de TNB’s 2 dagen voor de effectieve levering van de elektriciteit maken (zie 4.5);
Remedial Actions (RA): dit zijn de acties die de TNB’s ondernemen (op een gecoördineerde wijze indien zij een impact hebben op meerdere netten) om de overbelasting op de CB’s tijdens snijdingen (CO) op te vangen, dit wil zeggen de stroom weer beneden de Fmax-waarde brengen en op die manier de aan de markt toegekende capaciteit maximaliseren (zie 4.6);
Final Adjustment Value (FAV): maakt het onder bepaalde specifieke voorwaarden mogelijk om de capaciteit, die voor een specifieke CB aan de markt kan worden toegekend, te verhogen of te verminderen (zie 4.7);
Externe beperkingen: specifieke beperkingen die niet aan een specifieke CB verbonden zijn en waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van het FB-capaciteitsdomein (zie 4.8);
Elk van deze elementen wordt verder in dit document toegelicht. Figuur 4 geeft voor een specifieke CBCO schematisch weer hoe meerdere van deze elementen bepalend zijn voor de capaciteit die beschikbaar is voor Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 8 van 37
de markt. Dit wordt aangeduid met het acroniem RAM (Remaining Available Margin) en is specifiek voor elke CBCO.
Capaciteit [MW]
FRM N-1 (COincident)
RA’s
Fmax van het CBelement
Aan de markt toegewezen capaciteit (voor dit specifieke CBCOkoppel) RAM
Stromen in de D2CF (zonder uitwisselingen tussen de markten) + Lange-termijn nominaties Figuur 4
Dit zijn de marges (RAM) die uiteindelijk aan de markt worden toegewezen. Zo ook kan elk in aanmerking genomen CBCO mogelijk alle uitwisselingen binnen de CWE-regio beperken zodra zijn RAM totaal is toegewezen. Door in dat geval nog een bijkomende uitwisseling in de CWE-regio te aanvaarden zou dit element overbelast worden en zou de veiligheid van het net in gevaar worden gebracht. Een CB waarvan de RAM totaal is toegewezen wordt ‘actief’ genoemd – het beperkt de uitwisselingen van de markt.
4.1
Creatie van de D2CF Om éénzelfde berekeningsreferentie te creëren, stelt elk van de TNB’s van de CWE-regio 24 D2CF-bestanden per dag op (één per uur). Het net van de overige TNB's (buiten de CWE-regio) wordt gemodelleerd door middel van hun DACF’s (day-ahead congestion forecast), die geleverd worden in het kader van de dagelijkse procedures van ENTSO-E. Elk uur worden al deze door elke TNB geleverde bestanden samengevoegd om een uniek referentieelektriciteitsnet te bekomen voor heel het Europese continent, zoals schematisch weergegeven in Figuur 5.
Figuur 5
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 9 van 37
De D2CF-bestanden zijn de beste raming van de toestand van het elektrische systeem van de CWE-regio voor dag D. Elia maakt dagelijks 24 D2CF-bestanden voor zijn zone en houdt rekening met: - De beste voorspelling van het netto-uitwisselingsprogramma (import/exportniveaus) bijvoorbeeld op basis van een overeengekomen referentiedag; - De beste voorspelling van het uitwisselingsprogramma op de DC-kabels (bijvoorbeeld op basis van een overeengekomen referentiedag); - De beste voorspellingen voor de geplande snijdingen in het net (met inbegrip van de interconnectielijnen) en voor de nettopologie, zoals voorzien op D-2. Dit omvat eventuele RA’s en preventieve topologische ingrepen die noodzakelijk zijn voor de specifieke snijdingen van het net; - De beste voorspelling van de voorziene belasting; - Indien van toepassing , de beste schatting van hernieuwbare energieproductie, zoals wind- en zonneproductie; - De beste voorspelling van de onbeschikbaarheden van productie-eenheden, op basis van de laatste door de producenten geleverde informatie; - De beste voorspeling van de productie van de eenheden, overeenkomstig de voorspelde onbeschikbaarheden, belasting en geplandegeprogrammeerde uitwisselingen. De voor dag D voorziene minimum- en maximumproductieniveaus (Pmin en Pmax) worden ook in rekening genomen (ze variëren naargelang de eenheden al dan niet voor de levering van ondersteunende diensten ingepland zijn). Om realistische resultaten te bekomen wanneer de GSK’s gebruikt worden, wordt het productieprogramma afgestemd op de GSK’s en de verwachte Pmin- en Pmax-niveaus (zie 4.2.2). A priori wordt de ‘tap positie’ van de dwarsregeltransformatoren (PST – Phase Shifter Transformers) op neutraal gezet. Dat maakt het mogelijk om een range van ‘tap posities’ beschikbaar te maken als een RA. Voor elk uur moet het lokale D2CF-bestand in termen van productie en verbruik in evenwicht worden gebracht in overeenstemming met de beste voorspelling van het netto-uitwisselingsprogramma.
4.2
GSK
4.2.1
Algemene principes De ‘Generation Shift Keys’ (GSK) definiëren de manier waarop een verandering van nettopositie van een zone verdeeld wordt tussen de productie-eenheden van die zone. Om de convexiteit van het FBcapaciteitsdomein te verzekeren moeten de GSK’s lineair zijn. Aan de hand van de GSK’s kan het effect van een verandering van de nettoposities op de kritieke elementen van het net van de CWE-regio beoordeeld worden. Iedere TNB bepaalt de GSK’s van zijn eigen zone zo goed mogelijk op basis van de kenmerken van zijn net en van de aangesloten productie-eenheden. De GSK’s van de verschillende Duitse TNB’s worden samengevoegd om ze op het niveau van de Duitse zone te kunnen gebruiken. In het algemeen omvatten de GSK’s de flexibele en marktgevoelige centrales. Dit omvat de eenheden van de volgende types: gas- / stookoliecentrales, waterkrachtcentrales, pompcentrales en steenkoolcentrales. De TNB’s kunnen bovendien minder flexibele eenheden inzetten, bijvoorbeeld kerncentrales, indien hun zone niet over voldoende flexibele eenheden beschikt om hun maximaal export- of importniveau te bereiken of indien ze de impact van flexibele eenheden willen matigen (om onrealistische beperkingen te vermijden).
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 10 van 37
De GSK’s kunnen per uur veranderen en hun som is gelijk aan 1. Een waarde van 0,05 voor een eenheid betekent dat 5% van de variatie van de nettopositie van de zone door deze eenheid zal worden gerealiseerd.
4.2.2
Methode van Elia Elia gebruikt in zijn GSK’s alle flexibele en controleerbare productieeenheden die binnen zijn regelzone beschikbaar zijn (ongeacht of deze wel of niet ingepland zijn om elektriciteit op te wekken). De wegens defect of onderhoud onbeschikbare eenheden worden niet meegerekend. De GSK’s worden aangepast opdat:
voor het maximaal importniveau, alle eenheden zich op hetzelfde moment hetzij op Pmin (inclusief een marge voor de reserves), hetzij op 0 MW bevinden, naargelang de eenheden absoluut moeten draaien of niet (bijvoorbeeld speciaal voor de levering van de primaire of secundaire reserves).
alle eenheden zich voor het maximaal exportniveau op hetzelfde moment op Pmax bevinden (inclusief een marge voor de reserves).
Voor de kerncentrales is Pmin gelijk aan Pmax. Voor pomp-/turbineinstallaties is Pmin gelijk aan – Pmax. Nadat de GSK’s zijn opgesteld, past Elia de productieniveaus van de eenheden aan in de 24 D2CF’s om de gelineariseerde productieniveaus te laten overeenkomen met de voorspelling van het nettouitwisselingsprogramma. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 6, waarin de witte sterren de initieel voorziene productieniveaus voor een eenheid vertegenwoordigen in 2 gevallen (beneden of boven het gelineariseerd productieniveau). De rode sterren geven de gewijzigde productieniveaus weer (op de lijn tussen Pmin en Pmax) zodat de som van alle gewijzigde productieniveaus gelijk zijn met het productieniveau van het nettouitwisselingsprogramma. Pmax
Pmin Max import
Max export
0
Figuur 6
Deze methode heeft zijn effectiviteit al bewezen. Dankzij deze methode kan worden vermeden dat in situaties van hoge import of export onrealistische beperkingen worden gegenereerd die de markt onnodig blokkeren.
4.3
Selectie van de CBCO’s
4.3.1
Definitie van CBCO Een kritiek netelement (CB: ‘critical branche’) is een netelement dat aanzienlijk beïnvloed wordt door de grensoverschrijdende uitwisselingen in de CWE-regio en dat onder bepaalde specifieke uitbatingsomstandigheden
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 11 van 37
wordt geobserveerd. Die komen overeen met zogenaamde kritieke snijdingen (CO – critical outages). De koppels van kritieke netelementen/kritieke snijdingen (CBCO) die systematisch worden opgevolgd voor FB-capaciteitsberekening worden door elke TNB van de CWE-regio voor zijn eigen net bepaald volgens overeengekomen regels, zoals hieronder beschreven. De CB’s worden gedefinieerd door: • Een lijn van het net (interconnectielijn of interne lijn) of een transformator die aanzienlijk geïmpacteerd wordt door de grensoverschrijdende uitwisselingen; • Een ‘operationele situatie’: normaal (N) of de gevallen van incidenten (N-1, N-2, defecte rails, ...).
Voor alle CB’s kunnen CO’s (CO: ‘critical outages’) gedefinieerd worden. Een CO kan het verlies zijn van: - een lijn, een kabel of een transformator, - een busbar, - een productie-eenheid, - een (aanzienlijke) belasting, - meerdere elementen. Op basis van zijn expertise is elke TNB verantwoordelijk om onder alle mogelijke koppels netelement/snijding in zijn net de koppels te identificeren die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van het FBcapaciteitsdomein.
4.3.2
De notie 'PTDF’ Met behulp van de D2CF en de GSK’s kunnen de ‘FB-parameters’ berekend worden. Die bestaan uit een geheel van specifieke factoren gelinkt aan elke CBCO. Elke factor, PTDF (Power Transfer Distribution Factor) genaamd, geeft de invloed op de CB weer van een verandering van de nettopositie (import/exportniveau) van een bepaalde markt/hub. Rekening houdend met het feit dat het net geïnterconnecteerd is en met de wetten van de fysica, heeft een verandering van het productieniveau ergens in de CWE-regio een invloed op alle elementen van de regio. Indien voor een CBCO de PTDF van een bepaalde hub een waarde van 0,1 heeft, dan betekent dit dat een verandering van de nettopositie van deze hub een invloed van 10 % heeft op de CB: een verandering van de nettopositie van de hub van 1000 MW zal een impact van 100 MW hebben op de belasting van de betrokken CB. Rekening houdend met het geheel van de CBCO en van de hubs verkrijgt men een matrix van PTDF’s zoals afgebeeld in Tabel 1 .
CB Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn
3 4 9 10 12 13 15 18
CO Incident a Incident c Incident f Incident e Incident c Incident i Incident a Incident k
PTDF BE
DE
-0.02054 -0.00477 -0.00477 0.07723 0.02377 0.02623 -0.02739 0.08809
-0.13323 -0.06102 -0.06102 0.26487 -0.1116 -0.1256 -0.19469 -0.12253
FR
NL
-0.06437 -0.02712 -0.02712 0.16099 0.0699 0.0768 -0.33094 -0.07017
-0.31165 0.07297 0.07297 0.41058 -0.09482 -0.10458 -0.11509 -0.13598
Tabel 1
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 12 van 37
4.3.3
Uitsluitingscriterium voor de CBCO’s De keuze van de CB’s en van de CBCO’s wordt bepaald op basis van de operationele ervaring. Sommige elementen worden echter dusdanig weinig door de grensoverschrijdende uitwisselingen beïnvloed dat het geen zin heeft om ze als CB te beschouwen. Elke CBCO kan immers potentieel de uitwisselingen in de CWE-regio beperken zodra de beschikbare marge op deze CB volledig is toegewezen. Anderzijds kan het uitsluiten van een koppel netelement/snijding mogelijks problemen veroorzaken voor de veiligheid op het net, aangezien een overbelasting op dit netelement te wijten kan zijn aan te grote uitwisselingen binnen de CWE-regio die toch aanvaard werden. Een element wordt beschouwd als aanzienlijk beïnvloed door de grensoverschrijdende handel in de CWE-regio wanneer de maximale PTDF ervan boven een vaste sensitiviteitswaarde ligt. Voor elke CBCO wordt de sensitiviteitswaarde als volgt berekend: Sensitiviteit = max (PTDF (BE), PTDF (DE), PTDF (FR), PTDF (NL)) - min (PTDF (BE), PTDF (DE), PTDF (FR), PTDF (NL)) Afgaande op de tijdens de simulatieoefeningen opgedane ervaring om deze waarde te definiëren, is een drempel van 5 % door de experten van het CWE FB-project vastgelegd, die wordt beschouwd als een optimaal compromis tussen beide behoeften (de uitwisselingsmogelijkheden maximaliseren en de veiligheid van het net waarborgen). Deze waarde van 5 % betekent in de praktijk bijvoorbeeld dat een koppel netelement/snijding waarvoor geen enkele uitwisseling van 1000 MW tussen twee hubs van de CWE-regio een stroom van meer dan 50 MW op de CB veroorzaakt, niet als een CBCO kan worden beschouwd. Alle CBCO’s die aan dit criterium voldoen, worden door de TNB’s niet systematisch geïdentificeerd als CBCO’s. De koppels netelement/snijding die niet aan dit criterium voldoen, worden echter automatisch gerapporteerd zodra de PTDF’s berekend zijn (tijdens een voorafgaande behandeling door de tool voor het berekenen van de PTDF’s). De algemene regel is dus dat elke CBCO die niet aan de sensitiviteitsdrempel voldoet, wordt uitgesloten. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel mogelijk: indien een TNB beslist om de CBCO te behouden, dan moet hij dat verantwoorden tegenover de overige TNB’s van de CWE-regio. Desgevallend kunnen de TNB’s besprekingen aanknopen en meer duidelijkheid vragen over de geleverde verantwoording. Deze uitzonderlijke gevallen zullen ook voor monitoring aan de regulatoren van de CWE-regio worden overgemaakt. Om in de loop van de tijd de relevantie van deze drempel van 5 % te beoordelen, zullen de TNB’s van de CWE-regio toezicht houden op de netelementen die in het toewijzingssysteem in rekening worden genomen. Tot nu toe hebben de ‘actieve’ CB’s, m.a.w. de CB’s die de markt daadwerkelijk hebben gehinderd, deze drempel van 5 % gerespecteerd (tijdens simulaties), ook al kwamen ze er soms dicht bij in de buurt. Dit lijkt te bevestigen dat de huidige waarde adequaat is.
4.3.4
Analyse van de CBCO-set De TNB's verbinden zich ertoe hun CBCO-set op twee verschillende manieren te beoordelen op basis van meerdere maanden ervaring: - enerzijds door ex-post te controleren of de CB's die het uitsluitingscriterium respecteren juist geselecteerd werden; - anderzijds door geregeld de drempelwaarde - op dit moment 5% - van het uitsluitingscriterium kritisch te herzien op basis van de frequentie, de ernst en de rechtvaardigingen van de schendingen van de drempel of andersom op basis van het ontbreken van schendingen van het uitsluitingscriterium. De "shadow price" (cf. Error! Reference source not found.) is ook een nuttige indicatie voor deze analyse.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 13 van 37
4.4
Fmax De maximale elektriciteitsstroom die een CB kan aanvaarden (uitgedrukt in MW) wordt door de volgende formule berekend: 𝐹𝑚𝑎𝑥 =
√3 ∗ 𝐼𝑚𝑎𝑥 ∗ 𝑈 ∗ cos(𝜑) [𝑀𝑊] 1000
waarbij:
𝐼𝑚𝑎𝑥 de maximaal toelaatbare permanente stroom (in ampère) voor een CB vertegenwoordigt;
cos(𝜑) vastgesteld is op 1 ;
𝑈 een vaste waarde voor elke CB is die overeenkomt met de referentiespanning ervan (bijvoorbeeld 225 kV of 400 kV)
De waarde Imax die in rekening wordt genomen voor de CB's van Elia varieert naargelang het seizoen. Tabel 1 hieronder toont de precieze periodes die bepaald worden voor elk seizoen voor de aanpassing van de waarde Imax, waarbij elke dag begint om middernacht. Seizoen Winter Tussenseizoen 1 Zomer Hoogzomer Tussenseizoen 2
Begin
Einde
Temp Min-Max 0-11°C 11-20°C 20-30 °C >30°C
16 november 15 maart 16 maart 15 mei 16 mei 15 september Afhankelijk van de reële temperatuur 16 september 15 november
11-20°C
Tabel 1 Als de temperatuur stijgt tot boven 30°C, wordt een bijkomende marge van 1% per graad Celsius toegevoegd. Onderstaande tabel toont de variatie van de thermische capaciteiten Imax naargelang het seizoen (waarbij Inom de nominale stroom van de geleider is)4. Seizoen Winter Tussenseizoen Zomer Hoogzomer
Lijnen 112%Inom 106%Inom 100%Inom 90%Inom
Geleiders Cu 100%Inom 100%Inom 95%Inom 90%Inom
Kabels 100%Inom 100%Inom 100%Inom 100%Inom
Transformatoren 110%Inom 100%Inom 100%Inom 90%Inom
Tabel 2
4.5
FRM-marge
4.5.1
Verschil tussen voorspellingen en werkelijkheid De onzekerheden gelinkt aan het FB-berekeningsproces moeten, voordat de capaciteit aan de markt wordt toegewezen, gekwantificeerd en in rekening genomen worden om te vermijden dat de TNB’s in real time geconfronteerd worden met stromen die groter zijn dan de maximaal toegestane stromen op het net.
4
Voor lijnen uitgerust met "Dynamic Line Rating" van Ampacimon kan de waarde Imax verhoogd worden rekening houdend met de waarde berekend door de software van Ampacimon.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 14 van 37
Bijgevolg moet voor elke CB een FRM-marge (Flow Reliability Margin) gedefinieerd worden. De FRM beperkt onvermijdelijk de aan de markt toegewezen capaciteit (RAM: ‘Remaining Available Margin’). De uitdaging is om FRM zo precies mogelijk te definiëren waarbij een zo groot mogelijke capaciteit aan de markt kan worden toegewezen, met het behoud van het risico voor het net op een aanvaardbaar peil. De FRM is dus intrinsiek gelinkt aan de vastheid (‘firmness’) van de uitwisselingen. De FRM beoogt de volgende effecten te dekken:
ongewilde stroomafwijkingen als gevolg van de activering van de evenwichtscontroles;
impact van de commerciële uitwisselingen op de externe grenzen van de CWE-regio of tussen twee zones buiten de CWE-regio op het net van de CWE-regio;
impact van de interne uitwisselingen binnen elke zone;
onzekerheden van de voorspellingen van de windproductie;
onzekerheden van de voorspellingen van de belasting;
onzekerheden in het productieplan;
hypothesen inherent aan de definiëring van de GSK’s;
topologische veranderingen;
lineaire modellering van het net (berekening van de PTDF’s aan de hand van load-flowmodellen op gelijkstroom (DC) waarin niet alle effecten verwerkt zijn die op het werkelijke wisselstroomnet (AC) zijn waargenomen).
Het basisidee achter de bepaling van de FRM’s is dat de onzekerheid gekwantificeerd wordt door de stromen die door het FB-model voorspeld worden te vergelijken met de in real time waargenomen stromen. Meer bepaald wordt elk basisgeval (dat wordt opgebouwd aan de hand van de D2CF’s) vergeleken met de ‘snapshot’ van het net op dag D die de spanningen en energiestromen in het net bevat. De principes van het berekeningsproces van FRM zijn omschreven in Figuur 7. Om een geldige vergelijking te maken, houden de ‘voorziene’ stromen op de elementen (verkregen door de nettoposities van de 4 markten te vermenigvuldigen met de PTDF’s van deze elementen) rekening met alle commerciële uitwisselingen op dag D tussen de verschillende markten (dus ook de intraday uitwisselingen): op die wijze worden voor de berekening van de ‘voorziene’ stromen dezelfde commerciële uitwisselingen (en dus nettoposities) in rekening genomen als de in real time waargenomen uitwisselingen.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 15 van 37
Figuur 7
De verschillen tussen de waarnemingen en de voorspellingen worden bewaard in een database, die regelmatige statistische analyses mogelijk maakt. Afhankelijk van zijn risicobeheerbeleid kan elke TNB dan de FRM’s voor zijn CB’s bepalen. Aangezien het net en de operationele omstandigheden veranderen, moeten deze statistische analyses op regelmatige tijdstippen worden uitgevoerd (ten minste eenmaal per jaar) om realistische FRM-waarden te garanderen.
4.5.2
Door Elia toegepaste methode Om de FRM’s te bepalen op basis van de verzamelde gegevens, gaat Elia tewerk volgens een methode die de volgende criteria zo goed mogelijk in acht neemt: 1) Een waarde verkrijgen die het risico op overbelasting op de CB’s in real time beperkt; 2) Een waarde verkrijgen die niet te hoog is om te vermijden dat (onnodig) een te klein FB-capaciteitsdomein wordt bekomen; 3) Een voldoende groot aantal gegevens gebruiken om een statistisch representatief resultaat te bekomen; 4) Vermijden dat de methode beïnvloed wordt door de effecten die optreden in een weinig belast net: de verschillen hebben de neiging om groter te zijn in situaties van lage belasting, omdat in die gevallen het net de operatoren de mogelijkheid laat om veranderingen te aanvaarden (productie, topologie, ...) die afwijken van de voorspellingen; 5) Vermijden dat de methode beïnvloed wordt door effecten die zich voordoen wanneer een CB zeer belast is (zoals het nemen van bijkomende tap posities op de PST’s of het feit dat een curatieve RA in
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 16 van 37
werkelijkheid slechts zeer zelden wordt geactiveerd, alleen na een eventueel incident). Voor een gegeven CBCO kunnen typisch alle vergelijkingen tussen door de PTDF’s voorziene stromen en in real time op de CB waargenomen stromen (snapshot) weergegeven worden in een grafiek zoals Figuur 8 .
Figuur 8
De door de PTDF’s voorziene stromen zijn weergegeven op de x-as en de reële stromen op de y-as. Bij een perfect model zouden alle punten precies op de blauwe diagonale rechte liggen. Elia bepaalt eerst de zone waarin de in aanmerking te nemen punten gelegen zijn. Dit zijn de punten waarvoor de reële stroom groter is dan de voorziene stroom (boven de diagonaal) en waarvoor de reële stroom groter is dan 0 MW (groene zone op Figuur 9).
Figuur 9
Vervolgens wordt de FRM in dit domein gedefinieerd door een tweede zone te definiëren (begrensd door de rode lijn in Figuur 10, zodat exact 90 % van de punten binnen de zone liggen en 10 % erbuiten. De positie van de rode lijn definieert dan de waarde van de FRM: zo wordt 90 % van de punten van de groene zone door de FRM gedekt.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 17 van 37
Figuur 10
Deze analyse wordt voor elke CBCO uitgevoerd. De waarde van de FRM voor een gegeven CB is uiteindelijk de mediaan van de verkregen FRM’s voor elke CBCO voor deze CB. Zodra de FRM van een CB bepaald is, verandert ze niet meer tot de volgende FRM-studie en wordt ze toegepast op alle CBCO’s voor deze CB.
4.5.3
Operationele aanpassing Het kan gebeuren dat de TNB uit ervaring de ‘theoretische FRM’ in vraag stelt die aanvankelijk door de statistische methode werd berekend. In dit geval mogen de TNB's een 'operationele aanpassing' van de FRM-waarde uitvoeren. Hierbij zijn de volgende punten van belang:
4.6
deze aanpassing relatief ‘gering’ dient te zijn. Het gaat niet om een willekeurige vervanging van de FRM, maar om een aanpassing van de initiële waarde.
Deze aanpassing vindt slechts eenmaal per CB plaats tijdens de FRM-analyse (m.a.w. de TNB mag zijn FRM niet steeds aanpassen). De operationele waarde van de FRM wordt eenmalig berekend en wordt dan een vaste parameter tot aan de volgende FRM-studie.
Dit aanpassingsproces moet uitzonderlijk blijven.
Deze aanpassingen worden systematisch verantwoord en gedocumenteerd door de TNB's die ze toepassen.
Remedial Actions (RA) Om onnodige beperkingen van de uitwisselingen op de markt te vermijden, houden de TNB’s rekening met de toegestane RA’s op D-2 die beschikbaar zijn voor elke CBCO. Deze RA’s worden dagelijks aangepast en gecontroleerd door de operators van de TNB naargelang de voorziene situaties op het net in de loop van dag D. In de praktijk worden de RA’s in rekening genomen via het bestand dat alle CBCO’s van elke TNB bevat. Elke RA is gelinkt aan een CBCO en met deze informatie wordt rekening gehouden met de berekening van de FBparameters.
4.6.1
Expliciete en impliciete RA’s De FB-methode voor capaciteitsberekening kan ‘expliciete’ en ‘impliciete’ RA’s in aanmerking nemen. Een expliciete RA kan bestaan uit:
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 18 van 37
-
een wijziging van de positie van de taps van een dwarsregeltransformator (PST);
-
een topologische maatregel: het openen of sluiten van een vermogensschakelaar voor een lijn, kabel, transformator, busbarkoppelaar of de verandering van een netelement van een busbar naar een ander;
-
curatieve redispatching: de verandering van bepaalde producties of afnames.
Deze expliciete RA’s worden toegepast bij de berekening van de FBparameters en hun effect op de CBCO’s wordt rechtstreeks bepaald (impact op de RAM en op de PTDF’s). Een impliciete RA kan worden gebruikt wanneer het niet mogelijk is om een geheel van correctieve acties expliciet uit te drukken als gedetailleerde concrete veranderingen. In dit geval wordt een FAV (zie 4.7) als RA gebruikt. De invloed van een impliciete RA moet vooraf door de TNB beoordeeld worden, aangezien de RA niet expliciet beschreven is en niet in aanmerking kan worden genomen bij de berekening van de PTDF’s. De TNB moet dus de definitieve aanpassingswaarde bepalen die in rekening moet worden gebracht om de RAM te vergroten. In tegenstelling tot de expliciete RA’s hebben de impliciete RA’s geen rechtstreekse invloed op de PTDF’s, maar enkel op de marge (RAM) van de betreffende CB. Het gebruik van impliciete RA’s wordt als uitzonderlijk beschouwd. Het wordt door de overige TNB’s kritisch nagekeken en wordt door de regulatoren gemonitord.
4.6.2
Inclusie van het langetermijn-allocatiecapaciteitsdomein (LTA) Iedere TNB bepaalt de RA’s die binnen zijn controlegebied beschikbaar zijn. De gemeenschappelijke minimumdoelstelling is om een capaciteitsdomein (FB-domein) te bekomen dat de capaciteiten omvat die tijdens de langetermijn veilingen zijn toegewezen (LTA-domein). De afspraak is dat het LTA-domein verplicht deel moet uitmaken van het FB-capaciteitsdomein. Hoewel de omvang van het FB-capaciteitsdomein in de grote meerderheid van de gevallen volstaat, kunnen in bepaalde uitzonderlijke situaties bijzonder complexe RA’s nodig zijn. Daarbij worden alle mogelijke gecoördineerde acties in rekening genomen. Voor zover dit de veiligheid van zijn systeem niet in gevaar brengt, kan iedere TNB dus bijkomende RA’s toepassen om het LTA-domein te dekken.
4.6.3
Coördinatie van de RA’s Tussen de TNB’s is een dagelijks coördinatieproces bepaald (’s nachts, tussen D-2 en D-1) om deze RA’s af te spreken die een belangrijke invloed hebben op de naburige netten. De overwogen maatregelen omvatten zowel de regeling van de dwarsregeltransformatoren (‘PST’ in Zandvliet/Vaneyck, Gronau, Diele en Meeden) als gebruikelijke topologische acties. De basisprincipes van deze coördinatie zijn als volgt: a) Lokale berekening: elke TNB tracht het LTA-domein te dekken met behulp van zijn eigen RA’s. Volstaat dit niet, dan houdt de TNB rekening met de RA’s bij andere TNB’s. Vervolgens definieert elke TNB een voorstel voor een gecoördineerde actie voor de probleemsituatie. b) Uitwisseling van de voorstellen: het/de voorstel(len) wordt/worden voor onderzoek tussen de TNB’s gedeeld. c)
Analyse, coördinatie en bevestiging: de TNB’s analyseren en maken afspraken over de in aanmerking te nemen maatregelen. Daarmee wordt getracht te vermijden dat voor dezelfde situatie tegenstrijdige RA’s worden gebruikt. Coreso neemt deel aan deze coördinatiefase door gecoördineerde oplossingen te berekenen en voor te stellen.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 19 van 37
Zodra er overeenstemming over is bereikt, worden deze RA’s geacht dwingend en beschikbaar te zijn.
4.7
Final Adjustment Value (FAV) Met de Final Adjustment Value (FAV) kan de RAM van een CB voor de zeer specifieke redenen die hierna worden beschreven, verhoogd of verlaagd worden wanneer de operationele competenties en ervaring niet rechtstreeks in het FB-systeem kunnen worden ingevoerd. De volgende principes zijn gedefinieerd:
4.8
Een negatieve FAV-waarde verhoogt de RAM door het effect te simuleren van RA’s die te complex zijn om expliciet in rekening genomen te worden. De TNB moet de FAV bepalen aan de hand van veiligheidsanalyses voordat de FB-parameters worden berekend.
Een positieve FAV-waarde vermindert de beschikbare marge op een CB. Het gebruik ervan vloeit voort uit de verificatiefase die door de TNB’s wordt uitgevoerd (zie 5.5) waarbij overbelastingen die niet gedetecteerd werden tijdens de gecoördineerde berekening van het FB-capaciteitsdomein eventueel nog kunnen worden opgespoord door lokale berekeningen van de TNB (met een load-flowmodel in wisselstroom (AC)). In dat geval wordt de gedetecteerde overbelasting de waarde van de in aanmerking te nemen FAV.
Elk gebruik van een FAV moet grondig door de TNB worden gedocumenteerd en verantwoord en aan de regulatoren worden meegedeeld.
Externe beperkingen Behalve de beperkingen gelinkt aan de CB’s kunnen andere specifieke beperkingen nodig zijn om de veiligheid van het net te waarborgen. De door de TNB’s gedefinieerde import/exportlimieten worden in aanmerking genomen als speciale CB’s – ‘externe’ beperkingen genaamd. Deze beperkingen zijn niet nieuw en worden ook in rekening genomen bij de berekeningen voor de ATC-capaciteiten. De FB-capaciteitsberekening maakt het mogelijk om deze beperkingen expliciet te vermelden. Het gebruik van deze externe beperkingen is om verschillende redenen verantwoord, zoals:
Marktresultaten vermijden die leiden tot spannings- of stabiliteitsproblemen op het net en die door bijkomende onderzoeken worden gedetecteerd. Bij een te hoog importniveau kunnen immers te veel productie-eenheden worden stilgelegd waardoor de stabiliteit en de kwaliteit van de spanning niet meer gegarandeerd is. Deze effecten kunnen niet gedetecteerd worden tijdens de berekening van de FB-parameters, aangezien daarvoor een load-flowberekening in gelijkstroom DC wordt gebruikt die geen rekening houdt met bepaalde effecten die worden waargenomen in een belast wisselstroomnet.
Marktresultaten vermijden die te veel afwijken van de referentiestromen van het basisgeval en die, in uitzonderlijke gevallen, extreme stromen op het net zouden veroorzaken, waardoor een situatie zou ontstaan waarvan de betrokken TNB de veiligheid niet kan waarborgen.
Elia gebruikt een externe importbeperking, gelinkt aan de kwaliteit van de spanning of aan de netstabiliteit. Deze limiet wordt door ad-hoc studies vastgesteld en wordt regelmatig geüpdatet om rekening te houden met de ontwikkeling van het net.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 20 van 37
5
Dagelijks proces van gecoördineerde FBcapaciteitsberekening Het proces loopt van de namiddag van dag D-2 tot de ochtend van dag D-1. Het doel van het proces is om de marktpartijen en de elektriciteitsbeurzen te voorzien van een matrix van FB-parameters (RAM en PTDF voor de CBCO’s die de grenzen vormen van het capaciteitsdomein) om de toewijzing van de capaciteit mogelijk te maken.
5.1
Voorbereiding van de gegevens Deze activiteiten vinden lokaal bij elke TNB plaats op dag D-2 en hebben als doel de nodige inputs te creëren voor een eerste berekening van het FBcapaciteitsdomein. De 24 D2CF’s worden aangemaakt en de bestanden met de lijst van de CBCO’s en de GSK’s worden geactualiseerd. Voor de 24 uur van de betrokken dag (dag D) wordt ook de beschikbaarheid van de klassieke expliciete RA’s gecontroleerd en in het CBCO-bestand in rekening genomen. Deze ‘prekwalificatiefase’-stap bevat ook, indien nodig, in het delen van informatie en een eerste coördinatie met de naburige TNB’s.
5.2
Creatie van de referentiesituatie (base case) Zodra de inputbestanden door alle TNB’s geleverd zijn, kan het de referentiesituatie (base case) door Coreso aangemaakt worden door de D2CF’s van de TNB’s van de CWE-regio samen te voegen met de DACF’s van de overige TNB’s. Wanneer die verschillende bestanden zijn samengevoegd, wordt het productieniveau van elk controleblok aangepast door de GSK's van het blok zelf te gebruiken om de netto-positie van de overeengekomen referentiedag te verkrijgen binnen de haalbaarheidslimieten die geleverd worden voor elk controleblok. Als deze haalbaarheidslimieten bereikt zijn, wordt een nieuwe set netto-posities berekend die dan het nieuwe referentieprogramma wordt. Dit proces van samenvoeging ("merging") met gebruik van de GSK's maakt het mogelijk om de vorm van het FB-capaciteitsdomein onveranderd te laten wanneer de netto-referentieposities bereikt worden.
5.3
Eerste berekening van het FB-capaciteitsdomein Dan vindt een eerste berekening van het FB-capaciteitsdomein plaats met behulp van een tool voor het berekenen van de DC load-flow. Die bepaalt de PTDF’s en de marge (RAM) die met elke CBCO overeenkomt. Alle door de TNB’s verstuurde beperkingen (CBCO’s) samen bakenen het FBcapaciteitsdomein af. Deze berekening gebeurt centraal door één operator. Iedere TNB neemt om beurt de verantwoordelijkheid voor deze acties op zich. Coreso voert deze gecentraliseerde operaties uit voor Elia.
5.4
Kwalificatie- en Coördinatiefase van de RA’s Dit eerste FB-capaciteitsdomein kan dan lokaal door de TNB’s worden geïnterpreteerd. De testen voor de inclusie van de op lange termijn toegewezen capaciteiten (LTA) en een reeks indicatoren, zoals de mogelijke maximale import-/exportvolumes, stellen de TNB’s in staat om hun RA’s aan te passen aan de voor dag D verwachte situatie. Deze fase, waarin de TNB’s trachten om de omvang van het FBcapaciteitsdomein te vergroten, wordt de kwalificatiefase genoemd. De afspraak is dat het LTA-domein verplicht deel moet uitmaken van het FBcapaciteitsdomein (zie 4.6.2). Indien RA’s tegengestelde effecten hebben (doordat de uitwisselingsmogelijkheden in een bepaalde richting worden vergroot terwijl
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 21 van 37
ze in de tegenovergestelde richting worden verminderd), wordt voorrang gegeven aan de RA’s die leiden tot een maximaal domein in de meest waarschijnlijke richtingen van de markt. De berekeningen om het effect van de voorgestelde RA’s te bepalen, kunnen ook lokaal door iedere TNB worden uitgevoerd. Tijdens deze fase wordt ook de RA-coördinatieprocedure (zie 4.6.3) uitgevoerd om internationale RA’s af te spreken (betreffende de PST’s of de topologie). De kwalificatiefase kan meerdere uren duren tijdens de nacht van D-2 op D1. Het doel ervan is dus om het FB-capaciteitsdomein te verruimen in de aannemelijke richtingen van de markt.
5.5
Verificatiefase In tegenstelling tot de kwalificatiefase is de zogenaamde ‘verificatiefase’ facultatief. Ze biedt de TNB’s die dat wensen de mogelijkheid om lokaal bijkomende veiligheidsberekeningen uit te voeren. Dit is bijvoorbeeld het ogenblik om te controleren of extreme situaties van het FB-capaciteitsdomein geen probleem vormen voor de veiligheid van het net, rekening houdend met:
het volledige net van de TNB (niet alleen de spanningsniveaus die in de D2CF zijn opgenomen);
andere productieniveaus dan deze verkregen met de GSK’s (bijvoorbeeld door zich te inspireren op wat de ‘merit order’ van de producenten zou kunnen zijn);
het reactief vermogen en de spanningsstabiliteit dankzij een lokale tool voor AC load-flows, aangezien de gecentraliseerde berekeningen in DC worden uitgevoerd.
Indien blijkt dat in deze extreme gevallen overbelastingen worden gedetecteerd en dat geen enkele gecoördineerde RA meer kan worden gevonden om ze op te lossen, dan mag de TNB een FAV (definitieve aanpassingswaarde, zie 4.7) gebruiken om de CB in kwestie te ontlasten. Deze gevallen van beperking van het domein moeten door de TNB behoorlijk gedocumenteerd en verantwoord worden en aan de regulatoren worden meegedeeld. De verificatiefase vindt plaats aan het eind van de nacht aan het begin van dag D-1.
5.6
Laatste aanpassingen Een laatste berekening van het FB-capaciteitsdomein vindt plaats voor de publicatie van de FB-parameters en houdt rekening met de laatste versies van de CBCO-bestanden van de TNB’s (die de definitieve RA’s en de eventuele FAV’s bevatten).
5.6.1
Automatische inclusie van het langetermijnallocatiecapaciteitsdomein (LTA coverage) Na elke stap in de berekening van de Flow-Based parameters is het mogelijk om te verifiëren of het langetermijn-allocatiecapaciteitsdomein (jaarlijks en maandelijks) wel degelijk inbegrepen is in het FB-capaciteitsdomein. Voor elke CB die het FB-domein afbakent controleert de tool of er nog altijd een positieve marge beschikbaar zou zijn als de op jaarlijkse en maandelijkse basis toegekende capaciteiten volledig genomineerd zouden worden door de marktpartijen. Een positieve marge is noodzakelijk om elke "pre-congestie" te vermijden, m.a.w. een geval waarin een situatie zonder enige DAuitwisseling tussen hubs niet inbegrepen zou zijn in het FB-domein. Ondanks de kwalificatiefase die bedoeld is om het FB-domein uit te breiden en hoewel dit theoretisch niet zou mogen gebeuren, is het mogelijk dat het LTA-domein niet volledig inbegrepen zijn in het FB-domein, omwille van twee redenen:
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 22 van 37
1) Bepaalde delen van het LTA-domein worden (op basis van de NTCmethodologie) beschouwd als niet aannemelijke marktrichtingen. Zo wordt bijvoorbeeld een maximale exportsituatie aan alle Belgische elektrische grenzen niet als waarschijnlijk beschouwd. 2) Een tweede reden is het feit dat een TNB de RA's voor bepaalde zeer complexe operationele situaties onmogelijk expliciet kan bepalen. In die gevallen kunnen de TNB's gebruik maken van een definitieve aanpassingswaarde om de marge op de betreffende CB's te vergroten door uitzonderlijke RA's in werking te stellen. De TNB's kunnen ook een systeem van "automatische dekking van het LTA-domein" toepassen. In dat geval past de tool een methode toe die het FB-domein vergroot totdat dit het hele FLTA-domein dekt. 'Virtuele' CB's (zonder rechtstreeks verband met de fysieke werkelijkheid van het net) worden gecreëerd om de CB's te vervangen die initieel minder marge boden dan nodig is zodat het LTA domain volledig in het FB domain inbegrepen is Deze automatische dekking van het LTA-domein wordt geïllustreerd in Figuur 11. Het gebruik van deze functionaliteit moet het voorwerp zijn van een nauwkeurige analyse en monitoring door de regulatoren.
Figure 11
5.6.2
Uitzonderlijke inclusie van een 'LTA+'-domein Het niveau van de langetermijnnominaties (LTN) van de marktpartijen kan variëren onder invloed van tal van factoren. In extreme gevallen zou de nominatie van alle toegekende rechten op LT in combinatie met een lage beschikbare capaciteit voor de DA-markt kunnen resulteren in een capaciteit die te laag is om een correcte prijsvorming op de D-1 markt te verzekeren. Dit risico is ook rechtstreeks verbonden met de liquiditeit van de betreffende markt. Deze situatie kan zich daarentegen niet voordoen wanneer de FTR Options (Financial Transmission Rights Options) toegepast worden: in dat geval zijn nominaties niet meer mogelijk en is het gehele LTA-domein beschikbaar voor de dagelijkse toewijzing. Hoewel er geen reden is om aan te nemen dat een verhoging van het nominatieniveau waarschijnlijk is met het bestaande mechanisme van PTR (‘Physical Transmission Rights’) met UIOSI (‘Use It Or Sell I’t), zullen de projectpartners een maatregel invoeren dat geactiveerd kan worden om het risico op onjuiste prijsvorming op de D-1 markt te beperken. Indien die tendens zich zou voordoen zal uitzonderlijk een automatische inclusie zoals beschreven in punt 5.6.1 uitgevoerd worden van een 'LTA+'-domein dat groter is dan het LTA-domein. Dit mechanisme zal geactiveerd worden als de
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 23 van 37
som van de LTN's aan de Belgische grenzen gedurende minstens een uur van een bepaalde dag 80% van de LTA's in de richting van de Belgische importvolumes bereikt. Het mechanisme omvat twee complementaire acties:
5.6.3
Op de FR-BE grens zal een FB-domein verzekerd worden dat 200 MW meer capaciteit biedt dan de capaciteiten toegewezen op LT voor de 7 volgende dagen;
Op de NL-BE grens zal de maandelijkse toegekende capaciteit voor de volgende maand verminderd worden met 165 MW (tot 147 MW, conform de Nederlandse Grid Code) zodat gedurende heel die maand 165 MW bijkomende dagelijkse capaciteit verzekerd wordt.
In rekening nemen van de langetermijnnominaties (LTN) Pas ‘s morgens op dag D-1 zijn ook de effectieve langetermijnnominaties (LTN) bekend die door de marktpartijen zijn ingevoerd met het huidige PTRmechanisme (Physical Transmission Rights). De voorspelling van de langetermijnnominaties die tot nu toe zijn gebruikt in de berekening van het capaciteisdomein, worden vervangen door de reële nominaties voor dag D van de marktpartijen. Op zich heeft deze aanpassing geen impact op het FBcapaciteitsdomein, maar ze heeft wel een lichte impact op de referentiestromen in de referentiesituatie en dus op de beschikbare RAM's voor elke CB (opwaarts of neerwaarts, naargelang de richting van de nominaties). Deze aanpassing wordt schematisch weergegeven in Figuur 2.
Figuur 12
5.6.4
‘Presolve’ filtering Voor de bekendmaking van de FB-parameters worden de CBCO’s nog een laatste maal gefilterd (de zogenaamde ‘presolve’). Daarbij worden enkel de meest dwingende CBCO’s behouden, die dus het veiligheidsdomein afbakenen. De grote meerderheid van de CBCO’s die aanvankelijk door de TNB’s werden gedefinieerd wordt dus wegens redundantie geschrapt. Uiteindelijk kunnen slechts enkele CBCO’s een (potentiële) beperking van de uitwisselingen vormen. Na deze ‘presolve’ bevat de matrix van FB-parameters typisch een twintigtal CBCO’s per uur.
5.7
Publicatie van de FB-parameters
5.7.1
Dagelijkse publicaties Voor elk uur van dag D wordt een matrix gepubliceerd zoals afgebeeld in Tabel 4.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 24 van 37
CBCO CBCO 3 CBCO 4 CBCO 9 CBCO 11 CBCO 13 CBCO 16 CBCO 21 CBCO 22
BE -0.02054 -0.00477 -0.00477 0.07723 0.02377 0.02623 -0.02739 0.08809
PTDF DE FR -0.13323 -0.06437 -0.06102 -0.02712 -0.06102 -0.02712 0.26487 0.16099 -0.1116 0.0699 -0.1256 0.0768 -0.19469 -0.33094 -0.12253 -0.07017
NL -0.31165 0.07297 0.07297 0.41058 -0.09482 -0.10458 -0.11509 -0.13598
RAM (MW) 549 674 214 953 823 317 492 531
Tabel 4
De matrix bevat alle nodige gegevens voor de marktpartijen om de indicatoren te berekenen zoals:
de mogelijke minimale en maximale nettoposities voor elke zone
de maximale bilaterale uitwisselingen die mogelijk zijn tussen twee zones
de evolutie van deze waarden over een volledige dag.
Gemakshalve worden deze indicatoren overigens ook rechtstreeks door de TNB’s geleverd. De TNB’s stellen eveneens een tool ter beschikking waarmee de marktspelers voor elk uur kunnen testen welke combinaties van uitwisselingen of nettoposities (inbegrepen in het FB-capaciteitsdomein) mogelijk zijn. Een matrix zoals getoond in Tabel 4 wordt op meerdere tijdstippen gepubliceerd:
Op D-1 vóór 8:00 u (beoogd tijdstip): de initiële parameters vertegenwoordigen het FB-domein verkregen vóór de lange termijn nominaties (LTN) bekend zijn waarbij de CBCO's willekeurig geanonimiseerd worden.
Op D-1 vóór 10:30 u (beoogd tijdstip): de definitieve parameters na de LTN waarbij de CBCO's op dezelfde manier geanonimiseerd worden als in de initiële publicatie. Op hetzelfde moment worden de ATC's voor de eventuele Shadow Auctions gepubliceerd (zie hoofdstuk 9Error! Reference source not found.);
Twee dagen na de DA-koppeling zal dezelfde matrix gepubliceerd worden, maar deze keer wordt de lokalisatie van elke CBCO aangegeven (hub/grens) en wordt een aanduiding gerespecteerd die onveranderd van kracht blijft. De 'actieve' CB's, m.a.w. de CB's die de marktuitwisselingen beperken (zie 6.1), worden ook aangegeven. De matrix is van hetzelfde type als die in Tabel 5.
CBCO CBCO 22 (BE-NL) CBCO 13 (FR-DE) CBCO 54 (NL) CBCO 45 (NL-BE) CBCO 89 (DE-NL) CBCO 49 (NL-DE) CBCO 12 (FR-BE) CBCO 25 (NL-BE)
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
BE -0.02054 -0.00477 -0.00477 0.07723 0.02377 0.02623 -0.02739 0.08809
PTDF DE FR -0.13323 -0.06437 -0.06102 -0.02712 -0.06102 -0.02712 0.26487 0.16099 -0.1116 0.0699 -0.1256 0.0768 -0.19469 -0.33094 -0.12253 -0.07017 Tabel 5
NL -0.31165 0.07297 0.07297 0.41058 -0.09482 -0.10458 -0.11509 -0.13598
RAM (MW) 549 674 214 953 823 317 492 531
Pagina 25 van 37
Op vraag van de marktpartijen zullen ook de redundante CB's (m.a.w. de CB's die gefilterd werden tijdens de 'presolve'-fase - zie 5.6.4) gepubliceerd worden met vaste aanduiding. Na de marktkoppeling worden de volgende gegevens gepubliceerd (op www.casc.eu of op het Transparency Platform van ENTSO-E):
5.7.2
de gealloceerde capaciteit;
de totale congestie-inkomsten van de CWE-regio; de nettoprijzen en nettoposities voortvloeiend uit de marktkoppeling;
de geprogrammeerde bilaterale uitwisselingen;
de geaggregeerde vraag- en aanbodcurves.
Andere publicaties De volgende algemene gegevens staan ter beschikking van de marktpartijen en zullen indien nodig geüpdatet worden:
Een beschrijving van de gecoördineerde berekeningsmethode voor de FB-capaciteit;
Een overzicht van de operationele processen van de FBcapaciteitsberekening;
Een beschrijving van de oplossing van de CWE FB marktkoppeling;
De 'Fallbackmechanismes' bij ontkoppeling;
De 'Rollbackmechanismes';
Een beschrijving van het koppelingsalgoritme Euphemia (door de MRC-projectpartners);
Een statisch netmodel dat de eigenschappen van de belangrijkste netelementen beschrijft (afhankelijk van elke TNB).
Daarnaast zullen de marktpartijen ook (maandelijks, ex-post) voor elk uur gegevens ontvangen die specifiek zijn voor het gezamenlijke basismodel (D2CF).
6
De verticale belasting (zonder de zonne- en windproductie);
De elektriciteitsproductie;
De bilaterale referentieuitwisselingen.
Toewijzing van de FB-capaciteit Het gecoördineerd FB-capaciteitsberekeningsproces resulteert in de samenstelling van een matrix van parameters met per uur de lijst van de RAM’s en de PTDF’s voor de beperkingen (CBCO’s) die het capaciteitsdomein afbakenen. Deze FB-parameters vervangen dus de set van ATC-waarden die in een ATC-marktkoppelingsmechanisme worden toegekend. De invoering van de FB-marktkoppeling verandert niets aan de vereisten gelinkt aan het Euphemia-marktkoppelingsalgoritme, dat ontwikkeld werd in het kader van het prijskoppelingsproject in de NWE-regio. Euphemia kan FBparameters aanvaarden voor een bepaalde regio (in dit geval CWE) en ATCcapaciteiten voor de andere grenzen van de gekoppelde zone.
6.1
FB-marktkoppeling Het doel van het marktkoppelingsalgoritme is de DAMW te maximaliseren binnen de door de FB-parameters gestelde limieten. De elektriciteitsbeurzen (PX’en) leveren de koop- en verkooporders. De variabelen voor het algoritme zijn de 4 nettoposities van de CWE-regio,
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 26 van 37
wetende dat hun som gelijk moet zijn aan nul (wat aangekocht wordt, moet gelijk zijn aan wat verkocht wordt). De TNB’s leveren de FB-parameters aan de hand waarvan de na te leven beperkingen kunnen worden bepaald: 𝑧 ∑ 𝑃𝑇𝐷𝐹𝑐𝑏 . 𝑛𝑒𝑥𝑧 ≤ 𝑅𝐴𝑀𝑐𝑏
∀ 𝑐𝑏 ∈ 𝐶𝐵
𝑧∈𝐶𝑊𝐸
Daarbij vertegenwoordigt:
𝑐𝑏 ∈ 𝐶𝐵: een kritiek netelement cb uit het geheel van kritieke netelementen CB
𝑧 ∈ 𝐶𝑊𝐸: de zone z uit de zones van de CWE-regio
𝑧 𝑃𝑇𝐷𝐹𝑐𝑏 : de PTDF van zone z op het kritiek netelement cb
𝑛𝑒𝑥𝑧 : de nettopositie (import/export) van zone z
𝑅𝐴𝑀𝑐𝑏 : de toegewezen marge op het kritiek netelement cb
Is de DAMW maximaal terwijl geen enkele van deze beperkingen actief is, d.w.z. zonder dat zich een congestie voordoet, dan betekent dit dat de RAM’s van de CB’s volstaan om alle door de markt gewenste uitwisselingen toe te laten. In de 4 zones van de CWE-regio zal dezelfde prijs verkregen worden (prijsconvergentie). Is een dergelijke beperking echter wel actief, d.w.z. indien een RAM volledig is toegewezen en er dus congestie optreedt, dan is de prijs in elke zone rechtstreeks gelinkt aan de PTDF’s van de actieve CB. De prijs van een zone geeft de invloed van deze zone op de beperkende element weer. Het actieve netelement heeft ook een ‘shadow price’ (SP – altijd positief), die de verhoging van de DAMW weergeeft indien 1 MW bijkomende capaciteit op deze CB ter beschikking van de markt wordt gesteld. Eén vergelijking linkt de prijzen (in twee willekeurige zones van de CWEregio), de PTDF’s (van de twee zones op de actieve CB) en de ‘shadow price’ van de actieve CB: Pz Py PTDFy PTDFz
Shadow Price 0
waarbij 𝑧, 𝑦 ∈ 𝐶𝑊𝐸: staat voor de zones z en y uit de zones van de CWE-regio Deze relatie is fundamenteel om de kenmerken van een FB-toewijzing te begrijpen:
De prijsverschillen tussen twee zones zijn proportioneel met de verschillen in PTDF. Aangezien de invloeden van twee zones op de CB (PTDF) in de praktijk nooit identiek zijn, zijn de prijzen ook altijd verschillend wanneer de ‘shadow price’ niet gelijk is aan nul, m.a.w. wanneer er congestie heerst. Eén beperking ergens in de CWE-regio volstaat dus om 4 verschillende prijzen te creëren.
Voor een gegeven beperking kan men dan ook afleiden dat de prijs in een zone stijgt naarmate de PTDF van de zone kleiner is: PTDFz PTDFy Py Pz
Deze vergelijkingen weerspiegelen ook het feit dat de FBmarktkoppeling erop gericht is om de schaarse capaciteit (RAM van de actieve CB) optimaal toe te wijzen, d.w.z. door voorrang te geven aan de uitwisselingen die deze capaciteit het minste gebruiken. De biedingen voor uitwisselingen met de minste impact op de CB (lage PTDF) worden eerst geselecteerd, zelfs wanneer hun prijs hoger is dan een bieding voor een gelijkaardige uitwisseling met een zone die een sterkere impact op de CB heeft (hogere PTDF).
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 27 van 37
6.2
Intuïtiviteit Het doel van het marktkoppelingsalgoritme is een aanvaardbare oplossing te bieden in termen van beperkingen en optimale DAMW. In sommige gevallen creëert de optimale oplossing een zogenaamde 'niet-intuïtieve' situatie, d.w.z. die lijkt in te gaan tegen het economisch principe dat wil dat een goed geëxporteerd wordt vanuit de zone waar het product het goedkoopste is naar de zone waar het het duurste is. Er kunnen zich twee niet-intuïtieve gevallen voordoen:
De duurste zone is gedwongen om elektriciteit uit te voeren;
De goedkoopste zone is gedwongen om elektriciteit in te voeren.
Deze situaties kunnen worden verklaard door rekening te houden met de fysische kenmerken van elektriciteit en de wetten van Kirchhoff. In een vermaasd net zoals dat van de CWE-regio kan de stroom op de actieve CB (dat de markt beperkt) verminderd worden door een niet-intuïtieve uitwisseling te creëren, van een dure zone naar een goedkope. Deze nietintuïtieve uitwisseling maakt marge vrij op de CB, die dan kan dienen om meer ‘intuïtieve’ uitwisselingen te aanvaarden, waardoor meer DAMW wordt gecreëerd dan door de niet-intuïtieve uitwisseling werd tenietgedaan. Globaal beschouwd is de oplossing optimaal, zelfs al werd lokaal DAMW vernietigd op de plaats waar de niet-intuïtieve uitwisseling plaatsvindt. Naargelang de invalshoek kunnen deze niet-intuïtieve uitwisselingen als onaanvaardbaar worden beschouwd. Er werd een ‘patch’ ontwikkeld en in het algoritme geïntegreerd om het resultaat te wijzigen wanneer de aanvankelijk voorgestelde oplossing niet-intuïtief is, zodat een situatie wordt bekomen die kan worden opgesplitst in intuïtieve uitwisselingen (maar die dus afwijkt van het globaal optimum). Het is theoretisch bewezen dat kleine zones meer risico lopen om in nietintuïtieve situaties betrokken te zijn. De partners van het CWE FB-project een exhaustief rapport gepubliceerd (zie document in bijlage nr. 2) over alle aspecten in verband met deze kwestie van intuïtiviteit. Op basis van het advies van de marktpartijen en de regulatoren is er beslist om te opteren voor de 'intuïtieve FB' (en dus de patch te activeren) bij de opstart van de FB-marktkoppeling. De resultaten die bekomen worden zonder activering van de patch worden echter ook gesimuleerd om een vergelijking op lange termijn van beide methodes mogelijk te maken.
6.3
Aanpassing van het algoritme voor tekorten Met de principes beschreven in punt 6.1Error! Reference source not found., die in de overgrote meerderheid van de gevallen perfect verantwoord kunnen worden, kan de DAMW gemaximaliseerd worden. Het in rekening nemen van de PTDF's voor de allocatie kan niettemin tot kritieke situaties leiden bij grote tekorten op een of meer markten. In dat geval zou een zone die een prijs lager dan de maximale prijs van 3000 €/MWh verkrijgt onder invloed van de PTDF's namelijk die maximale prijs in een andere zone tot stand kunnen brengen en een tekort creëren op de D-1 markt ('order curtailment'). Bij een tekort op de markt zouden de marktpartijen, die bereid zijn om energie te kopen aan eender welke prijs (door 'price taking orders', (PTO), orders 'tegen elke prijs' te plaatsen), hun bod geweigerd kunnen zien ten voordele van een bod in een andere zone met minder hoge prijzen dan de 3000 €/MWh die op dit moment de limiet is. Deze situatie werd beschouwd als onaanvaardbaar en meerdere mogelijke oplossingen zijn bestudeerd. Eén daarvan is geselecteerd om aan deze extreme situaties het hoofd te bieden. Het idee is om een bijkomend mechanisme (een 'patch') te activeren in het marktkoppelingsalgoritme Euphemia dat de prijzen van de orders 'tegen elke prijs' artificieel zou verhogen bij de koppeling. Wiskundig gesproken komt dat neer op het penaliseren van de weigering van PTO's en het afdwingen van hun aanvaarding in de objectief functie van het algoritme. Er werd beslist om te
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 28 van 37
kiezen voor een kwadratische penalisatie die een verdeling van het beschikbare importvolume en dus van het tekort ('order curtailment') op basis van de verhouding tussen de PTO's5 toelaat wanneer meerdere zones getroffen worden door het tekort. Wanneer meerdere markten getroffen worden door een tekort kan met dit mechanisme vermijden dat het volledige beschikbare importvolume toegewezen wordt aan een enkele markt (wat zou gebeuren bij een lineaire penalisering). Deze herverdeling van het beschikbare importvolume wordt beschouwd als meer billijk, ondanks het feit dat ze uiteraard een vermindering van het globale DAMW met zich meebrengt. Wanneer de netto-posities van de verschillende zones berekend zijn met rekening houdend met de patch - die de tekorten beperkt -worden de prijzen opnieuw onder de limiet van 3000 €/MWh gebracht. De partners van het CWE-project hebben er alle vertrouwen in dat een dergelijke oplossing beschikbaar zal zijn in de winterperiode 2015-16 en verbinden zich ertoe om alles daartoe in het werk te stellen.
7
Berekening van de initiële ID-ATC's De overschakeling op een FB-methode voor de D-1 markt introduceert een verschil in het model ten opzichte van de intra-day (ID) toewijzing van de capaciteiten, die op een ATC-methode gebaseerd blijft. Beoogd wordt om de ID-ATC’s af te trekken van de FB-parameters nadat deze laatste aangepast werden in functie van de resultaten van de D-1 toewijzing. De ID-ATC’s kunnen dus worden beschouwd als de resterende beschikbare capaciteiten in het FB-capaciteitsdomein na de D-1 markt. Op zich is de berekening van de initiële ID-ATC-capaciteiten geen nieuw proces voor de berekening van de capaciteiten. Er werd een algoritme ontwikkeld om deze ID-ATC’s te bepalen, met inachtneming van de volgende acties: 1. de RAM’s van de CB’s die het FB-capaciteitsdomein afbakenen worden eerst aangepast om rekening te houden met de nettoposities na de DA-marktkoppeling. 2. Voor elke CB wordt de resterende beschikbare marge gelijk verdeeld over de interne grenzen van de CWE-regio in de richting die de CB belast. 3. Voor elk van deze delen van de marge van de CB worden de maximale bilaterale uitwisselingen afgeleid (met behulp van de PTDF’s). 4. De totale bilaterale uitwisselingen worden geactualiseerd door de verkregen minimumwaarden voor elke CB op te tellen. 5. De marges op de CB’s worden geactualiseerd door rekening te houden met de nieuwe bilaterale uitwisselingen die in punt 4 berekend werden, waarna opnieuw wordt teruggekeerd naar actie 2. 6. De lus wordt herhaald tot voor alle CB’s de maximumwaarde van het verschil tussen de marges van de laatste 2 herhalingen kleiner is dan een drempel (dus wanneer een bijkomende herhaling de marges niet meer zou vergroten). Na uitvoering van het algoritme hebben sommige CB’s geen beschikbare marge meer. Dit zijn dus de elementen die de berekening van de initiële IDATC’s beperken. De ID-ATC’s ontvangen de (afgeronde) waarden die zijn vastgesteld voor de maximale bilaterale uitwisselingen verkregen na de herhalingen.
5
De objectieveobjectief functie van Euphemia neemt dus de volgende vorm aan: max DAMW – M * (volume geweigerde PTO's) * (verhouding geweigerde PTO's)2 waarbij "M" een grote waarde is die de penaliteit van het weigeren van de PTO's voorstelt en de "verhouding geweigerde PTO's" = (volume geweigerde PTO's/som van de PTO's van dezelfde markt)
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 29 van 37
Voor elke hub kan een optionele tolerantiemarge geactiveerd worden om eventueel minimale ID-ATC-capaciteiten te verzekeren, maar dit valt buiten het kader van de D-1 FB-toewijzing. Deze initiële ID-ATC-waarden kunnen bovendien herzien worden in het kader van de op bilaterale of regionale basis gecoördineerde intradayprocedures van de TNB's.
8
Backup- en Fallbackprocedures voor de berekening van FB-capaciteiten Bepaalde omstandigheden (zoals een technisch probleem in de tools, een communicatiefout, ontbrekende of verkeerde gegevens, ...) kunnen de TNB’s beletten om de FB-parameters te berekenen volgens de hierboven beschreven methode. Niettemin moeten dagelijks 24 sets van FB-gegevens gegenereerd worden om tot de toewijzing te kunnen overgaan. De door de TNB’s toegepaste methodes om dit engagement na te leven worden hierna toegelicht.
8.1
Vervangingsstrategie Wanneer de gegevens voor maximum 2 uur ontbreken, zullen de TNB’s in de eerste plaats een ‘vervangingsstrategie’ toepassen om deze lacunes op te vangen. Het principe is gebaseerd op een interpolatie op basis van de geldige uren. Het FB-capaciteitsdomein van het ontbrekende uur is samengesteld uit de intersectie van de FB-capaciteitsdomeinen van het vorige en het volgende uur. Vervolgens worden vooraf berekende veiligheidsmarges toegevoegd om de veiligheid van het net te waarborgen. Deze marges zijn verschillend voor elke TNB (om te grote marges te vermijden) en worden dagelijks geactualiseerd op basis van een vergelijking van de werkelijke FB-parameters met de parameters die zouden zijn verkregen door de vervangingsstrategie toe te passen (statistische analyse). Elk uiterst punt van het geïnterpoleerde FB-capaciteitsdomein wordt met het werkelijke domein vergeleken. Indien een veiligheidsmarge nodig was, wordt de waarde ervan opgeslagen in een database die dagelijks wordt aangevuld en die het mogelijk maakt om een marge per TNB en per uur statistisch te bepalen (percentiel 90%).
8.2
FB-Fallbackparameters Vanaf 3 opeenvolgende ontbrekende uren zullen de TNB’s ‘Fallbackparameters’ berekenen. Die zullen gebaseerd zijn op de op lange termijn toegewezen bilaterale capaciteiten (LTA) die gemakkelijk in externe beperkingen kunnen worden omgezet (zie 4.8). Tijdens het capaciteitsberekeningsproces, en dus in functie van de voorziene operationele toestand, zullen de TNB’s bepalen welke capaciteit ‘n’ (positief) op elke grens aan deze LTA’s mag worden toegevoegd.
9
ATC voor ‘Shadow Auctions’ In het geval van een ontkoppeling binnen de CWE-regio blijft de filosofie dezelfde als voor de ATC-marktkoppeling en zullen expliciete ‘Shadow Auctions’ (SA) georganiseerd worden. In dit geval zullen de 24 FBcapaciteitsdomeinen die tijdens het gecoördineerd berekeningsproces zijn gedefinieerd als basis dienen om de ATC’s voor de SA’s te bepalen. Aangezien er oneindig veel verschillende ATC-sets binnen een FBcapaciteitsdomein kunnen worden gedefinieerd, gebruiken de TNB’s een algoritme. Dit is hetzelfde algoritme dat de initiële ID-ATC’s bepaalt (zie 7), met dit verschil dat de herhalingen bij het LTA-domein beginnen, zoals blijkt uit Figuur 12.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 30 van 37
Figuur 11
10
Rollback Hoewel een lange experimenteer- en testperiode aan de lancering van de FB-marktkoppeling is voorafgegaan, blijft dit een ingrijpende verandering. Tal van systemen en operationele procedures zullen fundamenteel aangepast worden. Indien zich binnen twee maanden na de lancering een belangrijk probleem voordoet of indien tegen alle verwachtingen in onaanvaardbare resultaten worden verkregen, dan hebben de projectpartners een oplossing voorzien om terug te keren naar het ATC-marktkoppelingsmechanisme (rollback). De beslissing om naar de ATC MC terug te keren zal door alle projectpartners samen, TNB’s en PX’en, worden genomen binnen het ‘CWE Joint Steering Committee’. Er zijn procedures voorbereid voor een dergelijk scenario, die minstens drie dagen voorzien om de systemen en operaties gelinkt aan de ATC MC te heractiveren. Afhankelijk van de oorzaak van de rollback kunnen tijdens deze transitieperiode meerdere oplossingen worden toegepast, zoals:
Indien het probleem te maken heeft met het gemeenschappelijk systeem voor de berekening van de capaciteiten door de TNB’s (TSO Common System – TSO CS), dan kunnen de TNB’s nog altijd de FBparameters berekenen via een default back-up tool. In dit geval kan een toewijzing op basis van de stromen behouden blijven terwijl het probleem gelinkt aan het TSO Common System wordt opgelost of tot aan de rollback naar de ATC MC.
Heeft het probleem te maken met het toewijzingssysteem van de PX’en, dan kunnen de TNB’s ATC’s afleiden van het FBcapaciteitsdomein en ze toewijzen via het mechanisme van ‘Shadow Auctions’ (zie hoofdstuk 9).
De markt zal uiteraard uitgebreid geïnformeerd worden van alle praktische modaliteiten gelinkt aan een dergelijke situatie. De rollbackoplossing voorziet de terugkeer naar de ATC MC-oplossing zoals die voor de lancering van de FB MC van toepassing was, m.a.w.:
de TNB’s gebruiken opnieuw het TSO CS op ATC-basis alsook alle daaraan gelinkte operationele procedures;
de elektriciteitsbeurzen gebruiken het PMB-koppelingssysteem maar ook voor de CWE-regio in ATC-modus;
De tradinginterfaces voor de marktpartijen zullen niet veranderen.
Na de periode waarin kan worden beslist om tot de rollback over te gaan, engageren de projectpartners zich om de ontwikkeling van de FB-resultaten aandachtig te blijven volgen en eventuele problemen op te lossen. Het gebruik van ATC mag niet als mogelijke tijdelijke oplossing worden uitgesloten. Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 31 van 37
Alle beslissingen met betrekking tot een dergelijke situatie zullen in overleg met de regulatoren van de CWE-regio worden genomen.
11
Economische studie Globaal beschouwd benaderen de met de FB MC verkregen resultaten (prijzen en uitwisselingen) de resultaten verkregen volgens het hypothetisch scenario van onbegrensde capaciteiten. Dit vertaalt zich in betere economische indicatoren. De economische impact van de invoering van een FB-marktkoppeling ten opzichte van een ATC-koppeling werd meermaals uitvoerig uiteengezet (zie documenten in bijlage). Kort samengevat en op basis van de in 2013 en 2014 uitgevoerde simulaties (15831 representatieve uren) zou de DAMW-winst op jaarbasis 90 M€ bedragen. In diezelfde periode zouden in de CWE-regio bij FB MC bijna dubbel zoveel gevallen van volledige prijsconvergentie zijn vastgesteld dan bij ATC MC.
12
Testen en simulaties Er werd een groot aantal testen uitgevoerd. De eerste experimenten met de huidige FB-methode werden tijdens maandelijkse cycli in 2010 en 2011 uitgevoerd. De resultaten zijn te vinden in het ‘Feasibility Report’ (zie document in bijlage 3). Sinds maart 2012 testen de operators van de TNB’s de methode dagelijks parallel met het proces voor de berekening van de ATC-capaciteit (‘parallel run’ periode). Geleidelijk aan werden de stappen uitgebreid en werden de prototypes verder ontwikkeld, zodat de resultaten vanaf begin 2013 wekelijks konden worden gepubliceerd. Sinds februari 2014 worden de resultaten dagelijks gepubliceerd. Aangezien niet alleen veel operators moesten worden opgeleid en nietgeïndustrialiseerde tools werden gebruikt, maar ook heel wat procedures nog evolueerden en het ATC-berekeningsmodel een absolute prioriteit bleef voor de operators, kon het FB-capaciteitsdomein niet voor alle dagen worden berekend. De slaagpercentages zijn gevoelig verhoogd in de loop van de tijd, onder meer dankzij het gebruik van de industriële tool met de functionaliteiten Backup/Fallback (zie 8). Alle resultaten van de simulaties worden op de website van CASC gepubliceerd.
13
Communicatie & Publicaties In de loop van het project hebben de projectpartners erop toegezien dat een constante communicatie en dialoog met de regulatoren en de marktpartijen werd gehandhaafd. In de praktijk heeft zich dat voor Elia vertaald in:
regelmatige vergaderingen van de projectleden met de experten van de regulatoren van de CWE-regio;
bilaterale vergaderingen tussen Elia en de experten van de CREG;
voortgangsverslagen over het project tijdens de vergaderingen van het ‘Pentalateral Energy Forum’ (PLEF – Support Group 1) en van AESAG;
het oprichten van een ‘FB-gebruikersgroep’ (FB User Group) die regelmatig bijeenkomt om de meer technische punten van de FBmethode te bespreken;
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 32 van 37
het agenderen van FB op de vergaderingen van de subgroep ‘European Market Developments’ van de gebruikersgroep van Elia, waarin de Belgische marktpartijen zijn vertegenwoordigd;
het organiseren van meerdere grote technische fora rond het CWE FB project in juni 2011, maart 2013, oktober 2013, juni 2014 en maart 2015;
de invoering van een vragenforum op de website van CASC, waar de marktpartijen informatie kunnen vragen of vragen kunnen stellen, waarop de projectpartners een antwoord kan worden gegeven;
publieke consultatierondes werden georganiseerd door de projectpartners in mei en juni 2013 en door de regulatoren in juni 2014.
Daarnaast werden de volgende verslagen en documenten gepubliceerd, beschikbaar op de websites van CASC of van Elia:
het haalbaarheidsrapport ‘CWE Enhanced Flow-Based MC Feasibility Report’
het intuïtiviteitsrapport ‘CWE Enhanced Flow-Based MC Intuitiveness Report’
een toelichtingsdocument ter ondersteuning van de publieke consultatie ‘Public consultation document for the final design and implementation of the CWE Flow-Based Market Coupling’
Een verslaganalyseverslag van de resultaten van simulaties van de FB MC dat focust op de grote winsten of verliezen in DAMW in vergelijkin met de ATC-koppeling: "Parallel Run Performance Report"
talrijke verklarende slideshows ter gelegenheid van de vele hogervermelde vergaderingen en evenementen.
Andere bestaande en toekomstige publicaties na de opstart van de FB MC worden beschreven in punt 5.7. Voorafgaand aan de implementatie van de FB MC zal Elia ook een beschrijving en een grafisch schema publiceren van de statische kenmerken van de belangrijkste elementen van zijn zeerhogespanningsnet(lengte, weerstand, nominale capaciteit). De publicaties zullen steeds in overeenstemming blijven met de geldende Europese of nationale regelgeving. Er zijn ook monitoringverslagen op maandbasis voorzien ten behoeve van de regulatoren: Gegevens voor de berekening van de FB-capaciteit 1. Resultaten van de verificatie van de inclusie van de uurlijkse LTA's 2. Resultaten van de verificatie van de inclusie van de uurlijkse NTC's 3. Resultaten van de verificatie van het uitsluitingscriterium voor de CBCO's 4. Min/Max uurlijkse nettoposities 5. Uurlijkse ID-ATC-waarden voor alle CWE-grenzen 6. Bilaterale uitwisselingen BE - Max (uur) 7. Bilaterale uitwisselingen FR - Max (uur) 8. Bilaterale uitwisselingen DE - Max (uur) 9. Bilaterale uitwisselingen NL - Max (uur) 10. Volume van het FB-domein (uur) 11. Gebruik van de definitieve aanpassingswaarden (FAV) 12. Externe beperkingen
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 33 van 37
13. Uurlijkse ATC-waarden voor de Shadow Auctions voor alle CWE-grenzen 14. Overzicht van de uren waarin de vervangingsstrategie wordt toegepast (per maand) 15. Overzicht van de uren waarin de FB-Fallbackparameters worden toegepast (per maand) 16. Niet-anonieme CBCO's na presolve voor elk uur, met PTDF, Fmax, FRM, FAV, RAM en Fref 17. Geaggregeerde waarden (per week) per land en per grens: Aantal CBCO's na presolve Aantal pre-congesties Aantal CBCO's dat de LTA overtreft Aantal CBCO's dat de ATC's overtreft Aantal CBCO's na presolve met toegepaste RA's Aantal CBCO's na presolve zonder toegepaste RA's Aantal CBCO's na presolve die het uitsluitingscriterium van 5% niet respecteren Aantal uren waarin een FAV wordt toegepast Aantal uren waarin de vervangingsstrategie wordt toegepast Aantal uren waarin de FB-Fallbackparameters worden toegepast 18. Desgevallend: verantwoording van de FAV's 19. Desgevallend: verantwoording als het uitsluitingscriterium voor CBCO's niet gerespecteerd wordt Gegevens over de toewijzing van de FB-capaciteit (na de marktkoppeling) 1. Actieve CBCO (uur) 2. "Shadow prices" (uur) 3. Maandelijkse top 10 van actieve beperkingen 4. Aantal dagen of uren waarin de ATC 'Shadow Auction' gebruikt werden 5. Aantal CBCO's met congestie 6. Aantal congesties voor de uren met niet-intuïtieve prijzen (indien technisch haalbaar) 7. Prijsconvergentie-indicator 8. Prijsconvergentie-indicator: diagrammen van de prijsverschillen grens per grens 9. Verlies van DAMW ten opzichte van de onbegrensde capaciteiten 10. Vergelijking 'intuïtief FB' en 'volledig FB' 11. Reporting over de toewijzing van de congestie-inkomsten Na de lancering van de FB MC zullen ten minste gedurende één jaar vergaderingen van de ‘FB-gebruikersgroep’ (FB User Group) op geregelde tijdstippen blijven plaatsvinden om problemen of verbeteringssuggesties te bespreken. Een "CWE Consultative Group" zal eveneens opgericht worden.
14
Contractueel kader De CWE FB MC moet worden beschouwd in de context van de NWEmarktkoppeling. De contractuele afspraken op het niveau van de CWE-regio zijn dus in overeenstemming zijn met de principes die in het NWE DAOAcontract (Day-Ahead Operations Agreement) zijn vermeld. Een CWE- Framework Agreement overkoepelt het geheel van contracten tussen de subgehelen van partijen voor de regeling van de dagelijkse exploitatie en onderhoud van de CWE FB MC. De principes van het CWEFramework Agreement werden al met de regulatoren besproken voor de ATC MC en blijven dezelfde voor de FB MC.
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 34 van 37
Verschillende spelers met elk hun eigen verantwoordelijkheden zijn bij de FB MC betrokken. Tabel 6 geeft een overzicht van hun operationele taken. Entiteit TNB
Rol • De grensoverschrijdende capaciteiten bepalen • Het TSO CS gebruiken voor de fase die aan de toewijzing voorafgaat: bepalen van de FBparameters en verzending naar de lokale PX’en op basis van wekelijkse shifts
Coreso
• De D2CF’s samenvoegen om de basisgevallen (common grid models) te creëren • Het TSO CS gebruiken voor de fase die aan de toewijzing voorafgaat tijdens de wekelijkse shifts van Elia of van RTE
Staff van Amprion & TenneT binnen het SSC
• Het TSO CS gebruiken voor de fase die aan de toewijzing voorafgaat tijdens de wekelijkse shifts van Amprion of TenneT.
PX
• De aan- en verkoopbiedingen van de partijen op hun hubs verzamelen en hun geaggregeerde en anonieme orderboeken naar de PMB versturen • De PMB in shifts gebruiken
ECC APX CASC
• Clearing en financiële afrekening op de Franse en Duitse hubs van EPEX SPOT, nominatie van de grensoverschrijdende uitwisselingen • Clearing en financiële afrekening op de Belgische en Nederlandse hubs, nominatie van de grensoverschrijdende uitwisselingen • Het TSO SC gebruiken voor de fase na de toewijzing (berekening van de bilaterale uitwisselingen) • Berekenen en verdelen van de congestieinkomsten tussen de TNB’s Tabel 6
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 35 van 37
15
Glossarium ATC
Available Transfer Capacity / Beschikbare transmissiecapaciteit
ATC MC
ATC Market Coupling / ATC-marktkoppeling
CASC
Capacity Allocating Service Company
CB
Critical Branch / Kritiek netelement
CBCO
Critical Branch Critical Outage / Kritiek netelement Kritieke snijding
CEE Central Eastern Europe / Centraal-Oost-Europa: Duitsland, Oostenrijk, Polen, Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije CGM
Common Grid Model / Gemeenschappelijk netmodel
CO
Critical Outage / Kritieke snijding
CS
Common System
CWE Central Western Europe / Centraal-West-Europa: Duitsland, België, Frankrijk, Nederland, Luxemburg D
Delivery Day / Leveringsdatum
D-1
Day Ahead / D-1: Dag voorafgaand aan de leveringsdag
D-2
Two Days Ahead / D-2: 2 dagen voor de leveringsdag
D2CF
Two Days Ahead Congestion Forecast / Congestievoorspelling op D-2
DA
Day Ahead / D-1: Dag voorafgaand aan de leveringsdag
DACF
Day-Ahead Congestion Forecast / Congestievoorspelling op D-1
ENTSO-E European Network of Transmission System Operators for Electricity FAV
Final Adjustment Value
FB
Flow Based / Gebaseerd op de stromen
FB MC
Flow Based Market Coupling / Marktkoppeling op basis van de stromen
FBI MC Flow Based Intuitive Market Coupling / Intuïtieve marktkoppeling op basis van de stromen Fmax
Maximaal toelaatbare stroom op een kritiek netelement (CB)
FRM
Flow Reliability Margin / Betrouwbaarheidsmarge van de stromen
TNB
Transmissienetbeheerder
GSK
Generation Shift Key
ID
Intraday
IFA
Interconnectielijn tussen Frankrijk-Groot-Brittannië
Imax
Maximale stroom op een kritiek netelement (CB)
LT
Lange termijn
LTA Capaciteiten toegekend op de lange termijn-veilingen (jaarlijks en maandelijks) LTN
Lange termijn-nominaties (jaarlijks en maandelijks)
MC
Market Coupling / Marktkoppeling
MoU
Memorandum of Understanding
MRC
Multi-Regional Coupling
NRA
National Regulatory Authority / Regulator
NWE North Western Europe / Noordwest-Europa (CWE-landen + Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, Groot-Brittannië) PCR
Price Coupling of Regions
PLEF
Pentalateral Energy Forum / Pentalateraal Energieforum
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 36 van 37
PMB PCR Matcher and Broker: gemeenschappelijk IT-systeem voor de PX dat het PCR-algoritme omvat dat de nettoposities en de prijzen voor NWE berekent, alsook de commerciële uitwisselingen op de interconnectielijnen naar niet-CWE-landen. PTDF
Power Transfer Distribution Factor
PST
Phase-Shifting Transformer – dwarsregeltransformator
PX
Power Exchange – Elektriciteitsbeurs
RA
Remedial Action
RAM Remaining Available Margin – resterende marge die voor toewijzing beschikbaar is SA Shadow Auction: expliciete veilingen die georganiseerd worden voor de toewijzing van de grensoverschrijdende capaciteiten wanneer het impliciet allocatieproces niet correct kan worden uitgevoerd. SSC
Security Service Center – samenwerking tussen Amprion en TenneT
TSO
Transmission System Operator – Transmissienetbeheerder
Versie 4.0 – Datum 13/03/2015
Pagina 37 van 37