Lesproject/didactisch product
Immigratie in België vanaf 1920 Op weg naar het beloofde land Handleiding voor de leerkracht
Seminarie historisch-didactisch onderzoek
Silke De Keyser
2009-2010
Isabel Michielsen
Els Conix
Evelyn Van Dyck
INHOUDSOPGAVE 1. PRAKTISCHE UITWERKING VAN HET LESPROJECT
3
2. DOELSTELLINGEN VAN HET LESPROJECT
4
3. VERLOOP EERSTE LESUUR: THEORIE
5
4. VERLOOP TWEEDE LESUUR: “OP WEG NAAR HET “BELOOFDE”
12
LAND” 5. LESEINDE
13
6. BIBLIOGRAFIE
14
2 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
1. PRAKTISCHE UITWERKING VAN HET LESPROJECT 1.1. Materiaal Dit lesproject/didactisch product omvat: - een handleiding voor de leerkracht. -
een leerboek voor de leerlingen met de leerinhoud. functionaliteit: - ruimere achtergrond bij eerste lesuur.
-
- inhoudelijk te raadplegen bij ganzenbord. een powerpointpresentatie (eerste lesuur).
-
een uitgewerkt gezelschapspel (tweede lesuur). praktisch:
-
3 (3 x 1) borden voor een klasgroep van 18 leerlingen.
-
3 (3 x 1) vragenlijsten met bijhorende
-
documenten. 18 (3 x 6) pionnen, paspoorten en eindfiches.
-
3 (3 x 1) dobbelstenen.
1.2. Doelgroep en duur van het lesproject Dit lesproject werd uitgewerkt voor 6 ASO. De voorziene lestijd is 2 lesuren.
3 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
2. DOELSTELLINGEN VAN HET LESPROJECT 2.1. Algemene lesbedoeling Tijdens het eerste lesuur maken de leerlingen kennis met de grote lijnen van de Belgische immigratiegeschiedenis vanaf 1920. Er wordt met andere woorden nagegaan welke immigranten er naar België kwamen gedurende deze periode en waarom ze kwamen (wat waren hun beweegredenen?). Tijdens het tweede lesuur is het de bedoeling dat de leerlingen beseffen dat de asielprocedure in België erg complex is. In dit onderdeel van het lesproject staan vaardigheden, attitudes en historische vorming centraal.
2.2. Concrete lesdoelen *
Kennis/inzicht De leerlingen kunnen elke fase (zie leerinhouden) van de Belgische immigratiegeschiedenis in maximum 15 regels beschrijven (wat was de nationale en internationale context,
-
*
welk soort immigratie vond er plaats, welke gevolgen had deze immigratie) (eerste lesuur). De leerlingen kunnen het Verdrag van Genève in de juiste periode dateren (eerste lesuur). De leerlingen kunnen in maximum 5 regels de inhoud van het Verdrag Van Genève weergeven (eerste lesuur). De leerlingen kunnen in maximum 8 regels omschrijven wat het gevolg was van de ramp van Marcinelle (1956) voor de immigratie in België (eerste lesuur).
Vaardigheden De leerlingen kunnen visuele documenten van dezelfde moeilijkheidsgraad als de besproken visuele documenten in de les bespreken en interpreteren
(eerste en tweede lesuur). -
De leerlingen kunnen geschreven documenten van dezelfde moeilijkheidsgraad als de besproken geschreven documenten in de les bespreken en interpreteren (eerste en tweede lesuur).
*
Attitude -
De leerlingen tonen respect voor de multiculturele samenleving (eerste en tweede lesuur). De leerlingen tonen respect voor de eigen klasomgeving door te luisteren naar de antwoorden van medestudenten
(tweede lesuur). 4 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
3. VERLOOP EERSTE LESUUR (THEORIE) 3.1. Lesopener1 PRAKTISCH -
Boekje en hand-outs hebben de leerlingen nog niet gekregen. Leerlingen zitten op hun normale plaatsen.
VERTELLEN -
Praktische inleiding.
-
Er zal steeds duidelijk worden gemaakt wat jullie moeten noteren en
-
kennen. Vragen/opmerkingen mogen steeds gesteld worden.
-
We zullen nu eerst op zoek gaan naar het onderwerp van deze les, vervolgens krijgen jullie een leerboekje en hand-outs waarop jullie notities kunnen nemen. De hand-outs, aangevuld met eigen notities, vormen de te kennen leerstof.
ONDERWIJSLEERGESPREK -
Analyse van de foto’s: -
Probeer aan de hand van deze foto’s het lesonderwerp te vinden. Immigratie/migratie.
-
Wat betekent migratie/immigratie/emigratie? Is er iemand recent op reis geweest met het vliegtuig? Heb je je ergens moeten aanmelden? Europese Unie: Belgen moeten niet aanschuiven bij de immigratie (Schengen-verdrag). Buiten Europese Unie (vb. VSA): Belgen moeten wel aanschuiven bij de immigratie.
-
Wat is het verschil in locatie van de twee foto’s? Heb je een idee? Hebben deze locaties ook een verschillende betekenis? Luchthaven: toeristen/immigranten. Asielcentrum/dienst bevolking: immigranten die proberen in België te blijven (verblijfsvergunning).
-
Analyse van de cartoon: -
1
Beschrijf wat je ziet op deze foto. Welke boodschap wil de maker van deze cartoon overbrengen? Vind je de cartoon geslaagd?
Mogelijke vragen worden steeds cursief weergegeven.
5 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
VERTELLEN -
Kortom: deze les gaat over immigratie in België (ruimte) vanaf 1920 (tijd).
PRAKTISCH -
Boekje wordt uitgedeeld.
3.2. Probleemstelling -
Waarom komen mensen naar België? Zijn ze allemaal tegelijkertijd gekomen of is er een verschil?
-
Vanwaar komt het idee dat België ‘het beloofde land’ is?
3.3. Lessequens 1 VOORLEZEN EN ONDERWIJSLEERGESPREK -
Het volgende fragment wordt voorgelezen: want in antwerpen, allé ik weet niet nochtans ik zat op een school waar dat er niet veel allochtonen zaten allé toen heette dat toch niet allochtonen toen waren dat migranten hé als kind waren het toen de gastarbeiders die niet welkom waren dan nadien in de humaniora waren we plots geen kinderen van gastarbeiders maar we waren migrantenkinderen alhoewel dat we van nergens gemigreerd waren en op de unief waren het ook geen migranten meer maar allochtonen en autochtonen en men spreekt meer van allochtonen dan van autochtonen ik moet zeggen ik zie dat zelden in de kranten staan ‘iemand van autochtone origine’ maar wel ‘van allochtone origine’ dus ik moet zeggen dat ik toen wel heel [twijfelt] allé, heel kritisch was en ik hield mij ook heel veel met bepaalde onderwerpen bezig
-
In dit stukje interview heeft een Marokkaanse vrouw uit het Antwerpse het over haar kindertijd (jaren ‘70 en jaren ‘80).
-
Wat leer je uit dit interviewfragment over de terminologie rond vreemdelingen? Verschillende begrippen om vreemdelingen aan te duiden. Reeds in een mensenleven is een evolutie in begrippen merkbaar. Arbeidsmigrant, allochtoon, vreemdeling, … => verschillende connotaties aan een begrip
-
Kortom: de evolutie is ook tijdsgebonden en in het vervolg van deze les zullen we - zoals reeds eerder gezegd - voor België de verschillende immigratietijdvakken bestuderen vanaf 1920.
6 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
3.4. Lessequens 2: Structuur en vóór 1920 VERTELLEN -
We kunnen verschillende periodes ontleden in de geschiedenis van de immigratie in België.
-
MAAR: periodes (onderverdelen in “hokjes”) zijn een constructie die vanuit het heden, het verleden wordt opgelegd. Dit is niet absoluut en er zijn zeker ook afwijkingen, maar we hebben een bepaalde structuur nodig om iets concreet te maken (historische vorming).
VERTELLEN -
periode vóór 1920 -
Korte situering.
-
Kern: - spontane migratie. - vooral uit de buurlanden. - geen echte organisatie vanuit de regering.
3.5. Lessequens 3: 1920-1940: van spontane naar georganiseerde migratie ONDERWIJSLEERGESPREK -
1. Internationale context Ideologisch
-
Ideologieën in het interbellum: wat weten jullie hier nog over? Hitler, Mussolini, Franco = dictaturen.
-
Welke invloed heeft dit op het dagelijkse leven? Geen eenvoudig leven, sterk gereguleerd.
-
Waarom zou dit een invloed hebben op migratie? Mensen gaan op zoek naar betere oorden.
-
Economisch -
Ook de economie heeft een invloed op migratie.
Weet iemand waarvoor de term ‘Zwarte Donderdag’ staat? Verwijst naar de beurscrash van 1929.
-
Wat weten jullie over de economische situatie in de jaren eind jaren ’20, begin jaren ’30? Crisis (zie vgl. crisis anno 2009 met deze van de jaren ’30).
2. Situatie in België Link met ideologische internationale context: door dictatuur in o.a. Spanje komen veel Spanjaarden naar België (vlucht voor dictatuur), vb. vader van Phara de Aguirre.
7 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
-
Document analyseren Hoe reageert de overheid op de economische crisis en de grotere
werkloosheid? -
Koninklijk Besluit = wetgeving. Impact op de Belgische houding ten aanzien van migratie: overheid gaat ingrijpen in het migratiebeleid om het “eigen volk” aan jobs te helpen (immigratie afremmen).
-
Kortom: zie powerpoint.
3.6. Lessequens 4: 1946-1956: Naoorlogse veranderingen DIDACTISCH EXPOSÉ EN ONDERWIJSLEERGESPREK -
1. Internationale context Drie kenmerken van de internationale context met behulp van foto’s bekijken. -
Extra uitleg bij VN: -
Kort na de oprichting van de VN: oprichting van het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen + voor eerste keer wordt de vluchteling officieel gedefinieerd.
-
Historische vorming: kennen jullie nog één of meerdere andere organisaties onder de VN-vlag? vb. Unicef.
-
2. Situatie in België Foto mijn Zwartberg:
-
Wat staat er afgebeeld op de foto? Welke activiteit wordt er verricht? Mijn/mijnindustrie.
-
Heb je een idee in welke provincie Zwartberg is gelegen? In Limburg.
-
Weet iemand welke migranten zich daar voornamelijk hebben gevestigd? Italianen.
-
Ken je een andere mijn uit die periode? Mijn in Marcinelle.
-
Kortom: Vaststellen dat er nieuwe locaties waren voor mijnontginning. -
Nood aan meer arbeidskrachten, waar vinden ze deze? Voornamelijk Italianen (maar ook Grieken).
-
Waarom meer/veel Italianen? Akkoord tussen Italië en België i.v.m. arbeid 8
Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
-
(ook akkoord met Griekenland). Waarom juist Italianen? Slechte economische situatie in Italië: de Italianen zagen België als een land waar men een beter inkomen en een betere toekomst zou hebben. Het inkomen werd dan naar de families in Italië teruggestuurd.
BEELDVORMING VIA ONDERWIJSLEERGESPREK -
Houding van Limburgers ten opzichte van Italianen onderzoek d.m.v. een lied (tekst op tonen van Vlaamse Leeuw).
-
Hoe stonden de Limburgers ten opzichte van de “vreemde” arbeiders? Hard, ze toonden geen respect voor de Italianen.
-
Heb je een idee vanuit de media hoe Limburgers vandaag staan ten opzichte van Italianen? (vgl. met houding in Mechelen ten opzichte van allochtonen) Vandaag de dag heerst er in Limburg een grote verdraagzaamheid ten opzichte van de Italiaanse gemeenschap.
FILMFRAGMENT EN ONDERWIJSLEERGESPREK -
Filmfragment mijnramp Marcinelle (1956). Kern: einde van de Italiaanse migratie naar België (dus er zal nood zijn aan andere arbeidskrachten).
3.7. Lessequens 5: 1956-1969: Op zoek naar nieuwe wervingslanden ONDERWIJSLEERGESPREK (MET BEHULP VAN KAART EN DOCUMENT) -
1. Internationale context
-
Welke titel plakt men wel eens op de jaren zestig? (tip: silver fities, … sixties) Golden sixties: economische welvaart.
-
2. Situatie in België Het akkoord tussen België en Italië was opgeheven, maar België -
-
bleef een aantrekkelijk land. Kaart (zie ppt) Vanwaar komen de migranten? Turkije, Marokko, Spanje en Griekenland. 2 zaken belangrijk: -
Iemand leest doc.: “Vivre et travailler en Belgique” (zie powerpoint).
-
Wat leer je uit dit document? 9
Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
België heeft echte wervingscampagnes gevoerd (actieve rekrutering) >< situatie vandaag de -
dag. Sauvy Rapport: gezinshereniging.
3.8. Lessequens 6: Jaren zeventig: regularisatie en immigratiestop ONDERWIJSLEERGESPREK -
1. Internationale context en situatie in België
-
In 1973 vindt een crisis plaats. Welke? Oliecrisis.
-
Welke invloed denk je dat dit zou hebben gehad op de economie? Economische malaise.
-
Welke invloed denk je dat dit zou hebben gehad op migratie? (tip: denk aan de crisis van 1930) Migratie beperken, om de jobs voor het eigen
-
volk te behouden. 2. Situatie in België -
Hoe weerspiegelt de internationale context zich in België? De regering gaat opnieuw ingrijpen: er komt geen werving van migranten meer, maar een officiële migratiestop.
-
Wat betekent de migratiestop in de praktijk, denk je? Migranten die zich op dat moment in België bevinden, mogen in België blijven en mogen hun familieleden laten overkomen. Maar nieuwelingen werden niet toegelaten.
-
Brainstorm: welke nationaliteiten (de grote groepen) bevonden zich nu in België? buurlanden (Nederlanders, Fransen, Duitsers), Spanjaarden, Italianen, Turken, Marokkanen en Grieken.
3.9. Lessequens 7: Jaren tachtig: Inburgering in de maatschappij DOCEREN / VERTELLEN -
1. Internationale context -
Generaal Franco sterft in de jaren tachtig. -
Welke invloed denk je dat dit zou hebben gehad op de Spaanse migranten in België? Verschillende Spanjaarden gaan terug naar hun moederland (let op: er zijn er ook die blijven).
-
2. Situatie in België -
Pas in de jaren ‘80 start de regering een integratiedebat. -
Tot dan toe: altijd de economie die op de eerste plaats stond. Nu de confrontatie van grote groepen migranten in o.a. 10
Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
-
Brussel, Antwerpen en Genk. Centrale vraag “Hoe kunnen we deze grote groepen migranten integreren in de maatschappij?”: is nog niet steeds opgelost.
3.10. Lessequens 8: Jaren ‘90 – begin 20ste eeuw: Begin van het asieldecennium ONDERWIJSLEERGESPREK -
1. Internationale context en 2. Situatie in België -
Foto Berlijnse muur en kaart Balkan (Balkanoorlog).
-
Welke impact denk je dat deze gebeurtenissen zullen hebben op migratie? Enorme impact: nieuwe groepen mensen vinden hun weg naar West-Europese landen.
-
Hoe denk je dat onze Belgische regering hierop zal reageren? tip: Wat komt vandaag de dag vooral in het nieuws en hebben we hier nog niet besproken? Start van de asielwetgeving en -procedure. Brengt gesloten asielcentra met zich mee (vb. Steenokkerzeel 127 bis).
-
Opmerking: een groep die niet werd besproken, maar die toch een aanzienlijke plaats inneemt in België zijn de Eurocraten en andere rijke immigranten (VS).
11 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
4. TWEEDE LESUUR: “OP WEG NAAR HET “BELOOFDE” LAND”
4.1. Vooraf: praktisch -
De bedoeling van het spel wordt toegelicht wanneer de leerlingen nog op hun plaats zitten.
-
De groepen worden verdeeld. Uit praktische overwegingen, waaronder “timemanagement”, plaatsen we de banken bijeen waar de leerlingen reeds zitten. Op die manier wordt een “volksverhuis” in de klas vermeden.
4.2. Gezelschapspel ‘Op weg naar het beloofde land’ Dit spel - analoog aan het bekende ganzenbord - zal in verschillende groepjes gespeeld worden; elk van ons zal een groepje begeleiden (dus 6 personen per groepje). Deze groepjes spelen het spel apart (DUS: 3 borden, 3 keer de opdrachten). Wij hebben er de voorkeur aan gegeven de klas in groepen op te delen om de kwaliteit van het spel en de betrokkenheid van de leerlingen te laten primeren.
4.2.1. Personages Elke speler vertolkt één van deze personages. De leerlingen krijgen elk een fiche met de belangrijkste gegevens per personage (naam, leeftijd, afkomst, motivatie voor migratie). Pas op het einde van het spel komen de leerlingen te weten hoe het hun personage vergaan is of vergaat in België. Deze personages zijn overgenomen uit DEMYTTENAERE, B.; HANNES, N. en TELEMANS, D., Verkeerde tijd, verkeerde plaats. Ontmoetingen met vluchtelingen, Antwerpen en Roeselare, 2005 of uit VANLERBERGHE, J., Een mens op de vlucht. De
klapdeur van onze gastvrijheid, Roeselare, 2002 of zijn gebaseerd op kennissen van onze familie en vrienden, waarbij een fictieve naam gebruikt is. 1. 2. 3.
YOLANDA ZULUWASKA, DE RUSSISCHE POETSVROUW MOHSEN SEKANDER ALI, DE FILOSOOF VAN AFGHANISTAN ANDRAS EN VERA X, EEN ROEMEENS ROMAKOPPEL
4. 5. 6.
MEHREME IBRAHIMI, DE EX-LERARES UIT EX-JOEGOSLAVIË PAT AYOMA, DE KAPSTER UIT NIGERIA IRINEL GURAU, DE MOLDAVISCHE CHAUFFEUR
4.2.2. Spelregels Allereerst zijn er op het bord vier categorieën van vakjes terug te vinden: 1. TRADITIONEEL vb. gooi nog een keer, sla een beurt over, terug naar het vorige vakje, terug naar af, … vakjes vooruit.
12 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
2.
KENNIS LES MIGRATIE Kennisvragen die de leerlingen moeten kunnen beantwoorden vanuit de vorige lesfasen.
3.
DOCUMENTEN Afbeeldingen, tekstfragmenten, krantenartikels => actualiteit, beeldvorming, concrete toepassingen.
4.
FILM EN ICT Actualiteit, beeldvorming, concrete toepassingen.
Verder zijn er op het bord ook drie grote fasen terug te vinden (blauw/foto), deze verwijzen naar fasen of stappen in de asielprocedure. Bij de start kom je aan als vluchteling in België. De leerlingen zien de stappen van de asielprocedure en kunnen zo een strategie bedenken of uitdokteren hoe ze de zoektocht moeten aanpakken in de realiteit. Waar moet je in België bijvoorbeeld naar toe om asiel aan te vragen? Halte 1 is het open opvangcentrum. De leerlingen krijgen foto’s en een verspreidingskaart te zien. Dit is voornamelijk bedoeld om de bewustwording aan te scherpen. Halte 2 is ‘in beroep’. Hier wordt de asielaanvraag ongegrond verklaard. Je gaat in beroep. Hoe werkt dit beroep? Op welke persoon ben jij als asielzoeker toegewezen? De leerlingen moeten nagaan of hun personage beantwoordt aan de criteria van het vluchtelingenstatuut. De bedoeling is dat de leerlingen de begrippen ‘gegrond’ en ‘in beroep’ onthouden en begrijpen. Bovendien leren ze uit de documentaire dat je als vluchteling afhankelijk bent van een volhardende advocaat en van nieuwe elementen in je dossier voor je toekomst inwoner van België. Halte 3 staat voor de erkenning en de integratie. Dit wil zeggen dat de erkenning als vreemdeling goedgekeurd is. Hierbij wordt dan ook de link gelegd met het asielbeleid van ex-minister Turtelboom. Aan het einde van het spel ontdekken de leerlingen hoe het hun personage echt is vergaan. 5. LESEINDE Afhankelijk van de resterende tijd, wordt nog een eindconclusie geformuleerd. In se hebben de leerlingen de eindconclusie reeds gekregen na de eerste helft.
13 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck
6. BIBLIOGRAFIE
ADAMS, X. e.a., Anno 6, Lier, 2001. CARITAS INTERNATIONAAL HULPBETOON en LUCAS, Asielbeleid: gevolgen voor leven en
welzijn van de asielzoeker, Antwerpen en Apeldoorn, 2003. CATHERINE, L., Vuile Arabieren. Bedlectuur voor Vlaams-Blokkers, Antwerpen en Baarn, 1993. CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING, Geschiedenis van de
migraties. COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE VLUCHTELINGEN EN DE STAATLOZEN, Jaarverslag
2008, Brussel, 2009. DEMYTTENAERE, B., HANNES, N. en TELEMANS, D., Verkeerde tijd, verkeerde plaats.
Ontmoetingen met vluchtelingen, Antwerpen, 2005. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG, De
immigratie in België. Aantallen, stromen en arbeidsmarkt. Rapport 2008, Brussel, 2009. FRANSSEN, J. en VANDE WINKEL, R., Bang voor de bom. Vlamingen over hun Koude Oorlog, Antwerpen, 2006. MORELLI, A., Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van prehistorie tot
nu, Leuven, 1993. SANCTORUM, J. red., De islam in Europa: dialoog of clash?, Leuven, 2008. SCHEFFER, P., Het land van aankomst, Amsterdam, 2008. VANDAELE, J., Op zoek naar Het Beloofde Land. Migratie en ontwikkeling, Leuven, 1999. VANHINSBERG, F., Waarom die Italianen?, Berchem, 1996. VANLERBERGHE, J., Een mens op de vlucht. De klapdeur van onze gastvrijheid, Roeselare, 2002.
14 Silke De Keyser
Isabel Michielsen
Evelyn Van Dyck