Ik en jij
De tussenruimte als leerruimte
viering in de Keizersgrachtkerk zondag 18 oktober 2015
Martin Buber schrijft in zijn boek Ik en jij dat in de werkelijke ontmoeting het 'ik' van de mens veranderd wordt door het 'jij' van de ander. Dat in de ruimte tussen jou en mij de ontmoeting 'ontstaat'. Zowel ik als jij moeten aanwezig zijn om dat elke keer weer te laten ontstaan. Die ontmoeting van mens tot mens is de weerspiegeling van de ontmoeting met God. In de voorbereidingsgroep hebben we stukken uit het boek gelezen. We hebben ons gefocust op de tussenruimte.
4 oktober – De tussenruimte als verhulde ruimte uitleg: Ferdinand Borger 11 oktober - De bedreigde tussenruimte uitleg: Gerhard Scholte 18 oktober - De tussenruimte als leerruimte uitleg: Wilna Wierenga
Voorbereidingsgroep: Anje van der Heide Christa Dünger Ferdinand Borger Marion Nagel Susanne van Oosten
Wij oefenen de liederen
Muziek
Begroeting
Wij zingen: Dit huis vol mensen (VL 497; 7-II)
Beroep op God
Wij zingen: Voor mensen die naamloos (NLB 647)
3
2. Voor mensen die roepend, tastend en zoekend door het leven gaan, verschijnt hier een teken, brood om te breken: wij kunnen bestaan. 3. Voor mensen die vragend, wachtend en wakend door het leven gaan, weerklinken hier woorden, God wil ons horen: wij worden verstaan.
Waar het over gaat
Verhaal
Wij zingen: Zomaar te gaan
Wij lezen Marcus 7:24-30 Hij ging weg en vertrok naar de omgeving van Tyrus. Daar nam hij zijn intrek in een huis, en hoewel hij niet wilde dat iemand dat te weten zou komen, lukte het hem niet onopgemerkt te blijven. Integendeel, er kwam al meteen een vrouw die over hem gehoord had naar hem toe, en zij viel voor zijn voeten neer. Ze had een dochter die door een onreine geest bezeten was. Deze vrouw was van Syro-Fenicische afkomst en geen Jodin; ze smeekte hem om bij haar dochter de demon uit te
4
drijven. Hij zei tegen haar: ‘Eerst moeten de kinderen genoeg te eten krijgen; het is niet goed om de kinderen hun brood af te pakken en het aan de honden te voeren.’ De vrouw antwoordde: ‘Heer, de honden onder de tafel eten toch de kruimels op die de kinderen laten vallen.’ Hij zei tegen haar: ‘Dat hebt u goed gezegd. Ga naar huis, de demon heeft uw dochter al verlaten.’ En toen ze thuiskwam, lag haar kind op bed en bleek de demon verdwenen te zijn.
Wij zingen: Nu nog met halve woorden (VL 932; 23-II)
Weten voorbij aan alle angst en schijn, en liefde, liefde zal geen woord meer zijn. Lichaam en zwijgen genoeg, en onze namen rusten in licht_ als leeuw en lam tezamen. Nu nog verslaafd, dan waar en vrij, ontketend, onverbloemd. Nu nog in tranen, dan getroost en met mijzelf verzoend.
5
Wij lezen Psalm 41, vrij Voor mij stond een arme in vodden uitgeteerd. Zij vroeg mij geld, dat ze voor één nacht... Ik gaf genoeg voor twee. En nu word ik overal geprezen om mijn weldadigheid: 'de Here heeft het gezien met behagen' en 'wie één mens redt, redt de hele wereld.' De waarheid is dat ik mij schaam en schuldig voel te leven in een heelal van zoveel pralende rijkdom en bittere armoe. Ik praat erover met vrienden en bekenden. Waar ik mij druk over maak, vragen zij. Zo ís de wereld, gewoon deze wereld. En wie arm is heeft toch handen. En zo'n vrouw, die kan er wordt hard gelachen. En zelfs mijn jongen, die mijn brood eet mijn gedachten deelt, lacht mee. Hoe verder? 'Here', die ik noem mijn God-Ik-zal-er-zijn, hoe verder met deze wereld? Zal uw woord over gerechtigheid en genade op ons geweten inwerken en brengen een keer in onze gedachtenstroom en ons stil maken en wakker?
Muziek
Uitleg
6
Wij zingen: Staan in licht (VL 798; 246-I)
7
8
Intermezzo Mededelingen Collecten: 1. Werelddiakonaat 2. Eredienst/verwarming Muziek
Voorbeden
Wij zingen als tafelgebed: Soms breekt uw licht
9
Brood en beker Inleiding Viering Dankgebed
Wij zingen staande: Lied om vrijheid (VL 796; 24-II) melodie A
melodie A 2. Wij tussen moed en wanhoop. Waarom weten wij wel wat leven is maar leven niet? Soms gaan wij op de vleugels van een lied en durven onze zwaartekracht vergeten.
10
melodie B
melodie B 4. Maar voorgevoel van liefde duurt het langst, heugenis aan het woord in den beginne, licht – ongebroken valt het bij ons binnen. Even zijn wij ontkomen aan de angst. melodie A 5. Als vrijheid was wat vrijheid lijkt wij waren de mensen niet die wij nog angstig zijn – wij zouden niet meer vluchten voor de pijn en voor de grootste liefde niet vervaren Zegen Muziek Na de dienst is iedereen welkom in de benedenzaal voor koffie, thee en vruchtensap. -------------------------------------------------------------------------------------------
"Als de mens in de vervreemding huivert en de wereld hem beangstigt, kijkt hij op, en wordt een beeld gewaar, waarin hem duidelijk wordt dat het scheiden van de wereld van ik en jij er niet toe doet. Hij ziet in dat de scheiding, de begrenzing, tussen ik en jij, in de wereld zit, door mensen is gemaakt. En dan in een flits, worden de beide beelden tegelijk gezien en een diepere huiver grijpt hem aan. En de -ik- twijfelt aan zijn begrenzing van de ruimte tussen ik en jij." uit: Martin Buber, Ik en Gij, par. 43.3 11
Aan deze dienst werkten mee: Liturgen: Uitleg en viering:
Anje van der Heide Marion Nagel Wilna Wierenga
Zanggroep o.l.v. Piano:
Jan Krans Yolanda Haliman
Aanduiding van de liederen: Bundel I en II: Liturgische gezangen voor de viering van de eucharistie, Gooi en Sticht, Baarn VL: Verzameld Liedboek, Liturgische gezangen op teksten van Huub Oosterhuis, Kok/Halewijn, Kampen. NLB: Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk ('Het Nieuwe Liedboek'), Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, 2013 'Zomaar te gaan': tekst: Hanna Lam muziek: Wim ter Burg 'Soms breekt uw licht': tekst: Huub Oosterhuis muziek: Fred Tuinder Lezingen: Marcus: NBV Psalm 41: Huub Oosterhuis (uit: 150 psalmen vrij)
Voorbedenboek In de stiltehoek ligt het voorbedenboek. Hier kunt u een naam van een persoon of een intentie in schrijven. Deze zal worden genoemd in de eerstvolgende voorbeden op zondagmorgen. Kaarsje aansteken Voor of na de dienst kunt u in de stilteplek een kaarsje aansteken en daar even stil bij staan of zitten.
12
13
14
15
16